Avond over Flitsfotografie 4 April 2011 Fotoclub Iris

Transcriptie

1 Avond over Flitsfotografie 4 April 2011 Fotoclub Iris Een interactieve avond waarbij je via het beeldscherm mee kan kijken wat er gebeurd met de foto bij verschillende flitser en kamera instellingen

2 Weet je nog wel?

3 Fotoclub Iris : Programma 1. Voor en nadelen van handmatig vs. automatisch flitsen 2. Wat basis begrippen : Histogram / kleur temperatuur / HSS / TTL / synchronisatie op 2e gordijn 3. Flitser op cq. in camera of los 4. Direct / indirect flitsen 5. Gebruik van meerdere flitsers 6. Opstelling door de leden voorgesteld

4 Voor en nadelen automatisch flitsen Positief : Lekker gemakkelijk Goed belicht Negatief : Je flitst al gauw de sfeer weg Niet mooi uitgelicht

5 Automatisch flitsen Camera kiest zelf diafragma en tijdsduur van flitser

6 Handmatig flitsen Wat was ook alweer het richt getal? Invloed van diafragma op de foto.

7 Histogram in camera Duidelijk zichtbaar of de foto onder-of goed of overbelicht is.

8 Kleurtemperatuur Flitslicht geeft de kleur van daglicht. En daarmee is het een handig middel om van de groenzweem af te komen die TL-licht geeft. In elk geval wordt het onderwerp dan in neutrale kleuren weergegeven. Flitslicht is dus een goede TL-verdelger. Krijgt het omgevingslicht de kans mee te spelen, dan kun je in de achtergrond nog wel die kenmerkende groenzweem houden. Een draadloos aangestuurde extra flitser, op de achtergrond gericht en buiten beeld geplaatst, kan dan eventueel helpen.

9 Kleurtemperatuur

10 Flitssynchronisatie op 2 e gordijn

11 Wat is HSS? High speed synchronisatie Met "high speed synchronisatie" of "focal plane" (FP) kan je flitsen bij alle hoge sluitertijden van je camera (1/2000, 1/4000,...). Bij gewoon flitsen gaat de flash af als de hele beeldsensor onbedekt is door de sluiter. Je moet hierbij weten dat een flitspuls 1/ (0,02 ms) tot 1/1000 kan duren (1 ms). Gewoon flitsen kan maximaal met de sluitertijd X-sync. X-sync is ongeveer 1/200 tot 1/250, afhankelijk van merk en type fototoestel. Hogere sluitertijden dan X-sync zijn niet mogelijk door het gebruik van spleetsluiters die een belichtingsvenster creëren. Een sluiter bestaande uit één gordijn kan onmogelijk snel genoeg zijn om sluitertijden tot 1/2000 en hoger mogelijk te maken. Toch bestaan die hoge sluitertijden door het werken met twee gordijnen. Het eerste gordijn vertrekt, onmiddellijk gevolgd door het tweede waardoor een spleet ontstaat die over de beeldsensor schuift. Door het tweede gordijn sneller na het eerste te laten vertrekken krijg je tot zeer hoge sluitertijden maar wordt de beeldsensor niet helemaal op hetzelfde ogenblik belicht. Met de combinatie gewoon flitsen en hoge sluitertijden zou enkel een gedeelte van de foto belicht worden door de flits. De oplossing is FP, waarbij de flash werkt als een zeer snel knipperende stroboscoop gedurende de gehele tijd dat de spleetsluiter over de beeldsensor schuift. De flash knippert bij FP wel keer per seconde (50kHz) en de lichtintensiteit wordt binnen bepaalde grenzen geregeld door de amplitude van elk afzonderlijke flitsjes in de totale flitsduur.

12 Voorbeelden HSS-FP Gebruik FP stand met groot diafragma, kleine scherptediepte Gebruik normale stand met klein diafragma, grotere scherptediepte

13 Flitser wel of niet op de camera Rode ogen indien de flitser te dicht bij de lens gehouden wordt.

14 Losse flitser op de camera

15 Indirect of direct flitsen Indirect flitsen geeft : zachter en mooier uitlichting geen harde schaduw verminderde lichtopbrengst

16 Voorbeeld indirect flitsen Door indirect te flitsen in dit voorbeeld wordt de schaduw kleiner en druk je deze a.h.w. naar beneden

17 Invulflits automatisch Spotmeting zonder flits Automatisch met invulflits

18 Meerdere flitsers Meer hoeft niet altijd beter te zijn! Probeer de 2e flitser altijd dichter bij het onderwerp te plaatsen Zorg ervoor dat de (extra) flitser niet direct of indirect Zorg ervoor dat de (extra) flitser niet direct of indirect op de cameralens gericht is

19 Meerdere flitsers

20 Gebruik van studio flitsers Stappenplan voor portretten Plaats het hoofdlicht (softbox) op postitie A onder 90 graden op het model (zijkant uitgelicht) Meet licht en stel licht in zodat de juiste instelling op de camera gemaakt kan worden Zorg voor een diagfragma tussen f/9.0 en f/11 zodat je gebruikt maakt van maximale scherpte en voldoende scherptediepte ISO 100, een diafragma van f/9.0 en 1/125 seconden sluitertijd

21 Vervolg studioflitsers instellen Plaats een reflector (B) tegenover de softbox aan de rechterzijde van het model, hiermee krijg je een betere doortekening van de rechterkant van het gezicht Om de schouder-en haarlijn beter te accenturen Om de schouder-en haarlijn beter te accenturen plaats je een haarlicht (C) achter het model

22 Resultaat studio opstelling

23 Demo met live opstelling Opdracht: Bedenk een opstelling met 4-5 man en probeer deze uit te werken op papier Paul en Jeroen zullen proberen om de situatie live uit te voeren m.b.v. de proefopstelling