Hans Van de Velde Talen in Contact Hoofdstuk 7 Pidgin- en creooltalen Talen in Contact - Hoofdstuk 7 1
Negerhollands (1770) Maer wanneer ons sa krieg Tee van Dag? Die Waeter no ka kook nogal. Die Boterham sender no ka snie? Ja, maer doe no hab Kaes, en tata, no keer voor Botterham soso. Talen in Contact - Hoofdstuk 7 2
Talen in Contact - Hoofdstuk 7 3
Talen in Contact - Hoofdstuk 7 4
Negerhollands ca. 1700 op Maagdeneilanden Nederlands, Afrikaanse talen, Europese talen ca 1780 manuscript van missionaris Johann Böhner noemt de taal Creole Negerhollands door Van den Bergh (1840) Zeeuws Talen in Contact - Hoofdstuk 7 5
Negerhollands 1940: men dacht dat er geen sprekers meer waren 1980: laatste spreker ontdekt: Alice Stevens 1987: Alice Stevens sterft er zijn nog twee taalkundigen die het kunnen spreken Robin Sabino Gilbert A. Sprauve Talen in Contact - Hoofdstuk 7 6
Talen in Contact - Hoofdstuk 7 7
Talen in Contact - Hoofdstuk 7 8
Talen in Contact - Hoofdstuk 7 9
Inhoud definities contacttaal pidgin creooltaal ontstaansgeschiedenis theorieën over ontstaan voorbeelden: Negerhollands / Berbice Dutch Creole / Papiamentu / Tok Pisin Talen in Contact - Hoofdstuk 7 10
contacttaal talen die gebruikt worden voor communicatie tussen groepen (lingua franca) bijv. Engels, Swahili een nieuwe taal die ontstaat uit een contactsituatie lexicon en structuur kunnen niet teruggebracht worden tot dezelfde brontaal geen lid van een taalfamilie (behalve als voorloper van daaruit ontwikkelde talen) Talen in Contact - Hoofdstuk 7 11
pidgin contactsituatie met meer dan 2 talen geen gemeenschappelijke taal geregeld communicatie beperkt domein (handel, werk op plantage) woordenschat meestal ontleend aan één van de talen grammatica compromis (onderhandeling) universele kenmerken T2-verwerving Talen in Contact - Hoofdstuk 7 12
gevolgen geen moedertaalsprekers door beperkte sociale functie hebben pidgins minder woordenschat weinig ingewikkelde morfologische markeringen minder grammaticale structuren beperkt stilistisch repertorium Talen in Contact - Hoofdstuk 7 13
creooltaal moedertaal van een taalgemeenschap contactsituatie met meer dan 2 talen woordenschat meestal uit één taal: lexifier grammatica: compromis ontstaan pidgin wordt moedertaal + gebruikt in meer communicatieve situaties andere theorieën: cfr. infra Talen in Contact - Hoofdstuk 7 14
afwijkingen definitie enkele pidgins en creooltalen zijn ontstaan uit twee talen bijv. Berbice Dutch Creole nu nog gesproken in Guyana 5 sprekers in 1993 Nederlands + Oost-Ijo (West-Afrika) Berbice Nederlandse kolonie 1627 Britse kolonie in 1796 Talen in Contact - Hoofdstuk 7 15
Talen in Contact - Hoofdstuk 7 16
Berbice Dutch da di toko di kujare (dat is de kano van het kind) Nls Ijo, Awarak toch 3 talen?? indianen, negerslaven en Nederlanders Berbice rivier in Guyana uitdrukkingen iemand naar de barbiesjes wensen (naar de hel wensen) naar de barbiesjes gaan (doodgaan) Silvia Kouwenberg Talen in Contact - Hoofdstuk 7 17
afwijkingen definitie (2) uitbreiding functies en linguïstisch repertoire zonder of voor dat pidgin moedertaal wordt / creoliseert bijv. Tok Pisin Papoea Nieuw Guinea toen het moedertaalsprekers kreeg heeft dat weinig taalverandering teweeggebracht Talen in Contact - Hoofdstuk 7 18
theorieën over ontstaan monogenese abrupte genese Language Bioprogram Hypothesis Relexification Hypothesis T2-verwerving / interferentie geleidelijke genese Talen in Contact - Hoofdstuk 7 19
ontstaansgeschiedenis wanneer ze ontstaan zijn is moeilijk precies te achterhalen weinig opmerkingen over talen in oude documenten pidgins en creooltalen werden zelden geschreven oudst gedocumenteerde pidgin (zie p. 163): 11e eeuw Arabisch-lexifier pidgin (Sahara, Soedan) Lingua Franca: Italiaans-lexifier pidgin kruistochten (12e-15e eeuw) in gebied rond Middellandse zee Talen in Contact - Hoofdstuk 7 20
ontstaansgeschiedenis (2) grote ontdekkingsreizen (vanaf 15e eeuw) kolonisatie plantages Talen in Contact - Hoofdstuk 7 21
monogenese alle pidgins en creooltalen stammen af van de Lingua Franca uit het MZ-gebied, met relexificatie structurele verschillen tussen pidgins onderling zijn veel groter dan men vroeger dacht afgezwakte vorm, bijv. voor alle Engelslexifier creooltalen in Caraïben Talen in Contact - Hoofdstuk 7 22
abrupte creolisatie meeste onderzoek focust op ontstaan creooltalen meeste pidgins zijn uitgestorven creooltalen tellen ook nu nog grote aantallen sprekers in de Caraïben en in Afrika abrupt van enkele jaren tot ±20 jaar er is tijd nodig om een gemeenschappelijke woordenschat en grammatica te ontwikkelen Talen in Contact - Hoofdstuk 7 23
Derek Bickerton Talen in Contact - Hoofdstuk 7 24
Language Bioprogram Hypothesis Derek Bickerton (jaren 70-80) creooltalen ontstaan als het gevolg van T1- verwerving in een omgeving met beperkte input van de gemeenschap creooltalen ontstaan in nieuwe contactsituaties waar snel nood is aan een voor alle doeleinden geschikt communicatiemiddel volwassen van diverse taalachtergrond communiceren (bijv. op plantage) met elkaar in een variëteit die een voorfase is van een pidgin kinderen krijgen prepidgin als input Talen in Contact - Hoofdstuk 7 25
creoolvorming duurt ongeveer twee generaties kinderen vormen grammatica op basis van aangeboren universele kenmerken bij kinderen met normale input worden die kenmerken verdrongen door kenmerken van de taal kan een aantal structurele gelijkenissen verklaren tussen creooltalen gebaseerd op syntactische theorie Talen in Contact - Hoofdstuk 7 26
problemen LBH grammaticale diversiteit stabiele pidgins die door volwassenen gecreëerd zijn eerste 50 jaar van kolonisatie waren er nauwelijks vrouwen en kinderen op plantages waarom zouden opvoeders niet hun moedertaal spreken met kinderen? slaven geboren in Caraïben hadden relatieve privileges en meer toegang tot de lexifiertaal Talen in Contact - Hoofdstuk 7 27
structurele gelijkenissen tussen creooltalen waar LBH niet kan werken door gebrek aan kinderen: alternatieve verklaring nodig die ook kan werken in context met kinderen => LBH wordt verworpen maar universele aangeboren kenmerken blijven wel een rol spelen in andere theoriën Talen in Contact - Hoofdstuk 7 28
Relexification Hypothesis Claire Lefebvre creooltalen worden ontwikkeld door volwassenen ontwikkelen een nieuw lexicon fonologische eigenschappen van een taal syntactische en semantische van een andere taal theorie heeft basis in syntactische theorie Talen in Contact - Hoofdstuk 7 29
fonologische patronen worden ontleend geen imperfect learning, want vreemd materiaal wordt geïncorporeerd in de eigen taal door native speakers zelf het zijn niet die native speakers die een poging doen de andere taal te spreken in andere gevallen van relexificatie (voor gebruik binnen groep) waren sprekers tweetalig gaat voorbij aan invloed andere talen geen onderhandeling? theorie lijkt simplistisch in het licht van T2- verwerving Talen in Contact - Hoofdstuk 7 30
T2-verwerving mechanisme 4: onderhandeling mechanisme 5: strategieën T2-verwerving geen serieuze inspanning om lexifiertaal te leren sprekers raden wat de anderen willen begrijpen indien succesvol: onderdeel contacttaal Talen in Contact - Hoofdstuk 7 31
geleidelijke genese 2 vormen gecreoliseerde pidgins: sprekers met pidgin als gemeenschappelijke taal krijgen kinderen plantagecreooltalen theorieën over geleidelijke genese richten zich op de tweede vorm maken uitgebreid gebruik van demografische gegevens Robert Chaudenson (Frans-lexifiers in Indische oceaan) Talen in Contact - Hoofdstuk 7 32
twee fasen bij ontwikkeling plantages kleinschalige landbouw, met Europese bazen, Afrikaanse slaven en Europese werknemers 30 à 50 jaar later: grootschalige plantages, met grote toevoer van Afrikaanse slaven fase 1: imperfect learning van regionale variëteit van bazen door slaven (met invloed van hun moedertaal) fase 2: nieuwe slaven hebben nauwelijks contact met de Europese bazen en leren taal van de al aanwezige slaven => divergentie van taal bazen = opeenvolgende T2-verwervingsgolven Chaudenson: weinig invloed van T1 slaven Talen in Contact - Hoofdstuk 7 33
andere graduele theorieën grote en snelle veranderingen binnen creooltalen: TV of TVTC? John V. Singler: bewoners plantage net na ontstaan fase 2 in plantagegeschiedenis is bepalend voor ontstaan creooltaal (abrupte verandering) Talen in Contact - Hoofdstuk 7 34
besluit pidginisering en creolisering zijn op verschillende plaatsen en tijdstippen zo verscheiden verlopen dat er geen sprake kan zijn van een universele ontstaanstheorie Talen in Contact - Hoofdstuk 7 35
decreolisatie basilect: creool in ruimste zin (cfr. dialecten) acrolect: de standaard vorm van de lexifier (als de lexifier in contact blijft met creool) mesolect: variëteiten tussen basilect en acrolect implicationele hiërarchie hypothese: acrolectische vormen worden in een specifieke volgorde verworven zodat je kan voorspellen dat sprekers met een bepaalde vorm ook andere vormen zullen hebben decreolisatie = taalverandering van basilect in de richting van acrolect, verloopt implicationeel recreolisatie: tendens bij sprekers om zo creools mogelijk te spreken Talen in Contact - Hoofdstuk 7 36
bestudeer: talen in Suriname (Ethnologue) Antillen: Papiamentu http://www.geographia.com/bonaire/bonpap01.htm www.papiamentu.com Berbice Dutch Tok Pisin: ontstaansgeschiedenis! http://abc.net.au/ra/tokpisin/default.htm http://www.une.edu.au/langnet/tokpisin.htm http://en.wikipedia.org/wiki/tok_pisin Talen in Contact - Hoofdstuk 7 37
enkele vragen moet je onderwijs verschaffen in een creooltaal? voordelen nadelen / problemen kan je een creooltaal tot standaardtaal / officiële taal verheffen? problemen spelling fonemisch etymologisch waarom hebben taalkundigen zoveel belangstelling voor pidgins en creolen? Talen in Contact - Hoofdstuk 7 38