College van Procureurs-generaal Omzendbrief nr. COL 3/98 van het College van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep Toegestuurd aan de dames en heren Toegestuurd aan de dames en heren Eerste Substituten, Substituten en toegevoegde Substituten; Gerechtelijke stagiair(e)s; Onderzoeksrechters; Eerste Substituten, Substituten en toegevoegde Substituten; Gerechtelijke stagiair(e)s; Ter uitvoering, tot voorlichting, De Procureur des Konings, Ter uitvoering, tot voorlichting, De Arbeidsauditeur, Ernest Allardstraat 42, 1000 Brussel - tel. 02/500 86 01 - fax 02/500 86 13
1 (Brussel, Gent, Luik, Bergen, Antwerpen), 16 maart 1998. Mijnheer/Mevrouw de Procureur des Konings, Mijnheer/Mevrouw de Arbeidsauditeur, Betreft : Aanvulling/wijziging van de gemeenschappelijke omzendbrief (Brussel : nr. 12/95 van 15 november 1995; Gent : nr. 63/95 van 15 november 1995; Luik : nr. 11/95 van 7 november 1995; Bergen : nr. 44/95 van 9 november 1995; Antwerpen : nr. 26/95 van 2 november 1995) inzake het Koninklijk Besluit van 17 juni 1994 betreffende de inwerkingtreding van bepalingen van de wet van 24 juli 1992 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de rechtstoestanden van het personeel van het actief kader van de rijkswacht en tot wijziging van het Koninklijk Besluit van 25 april 1979 betreffende het ambt en de ambtsontheffing van het personeel van het operationeel korps van de rijkswacht (B.S., 28 juni 1994, 17363). Na overleg met het Commando van de Rijkswacht op zijn vergadering van 14 januari 1998, heeft het College van Procureurs-generaal beslist de hierna vermelde aanvullingen/wijzigingen in de hoger genoemde gemeenschappelijke circulaire aan te brengen. - Inlassing van een nummer 4.3. met volgende tekst : 4.3. Kennisgevingen aan de commandant van de rijkswacht van het gevolg voorbehouden aan opsporingsonderzoeken en gerechtelijke onderzoeken. Met hetzelfde doel als vermeld sub 4.1., dient de commandant van de rijkswacht in kennis gesteld te worden van het gevolg voorbehouden aan de opsporings- en gerechtelijke onderzoeken waarvan sprake onder punt 4.1. Als gevolg wordt bedoeld : een sepotbeslissing of andere beslissingen genomen op het niveau van het Openbaar Ministerie (bijvoorbeeld strafbemiddeling, voorstel tot minnelijke schikking enz.), een buitenvervolgingstelling, een vonnis waarbij opschorting wordt verleend, een veroordeling al dan niet met uitstel, een internering, alsmede de rechtsmiddelen die tegen bepaalde beslissingen zijn aangewend zoals verzet, hoger beroep en voorziening in cassatie. - Vervanging van de tweede zin van de tweede alinea onder punt 5 door volgende tekst: Deze mededeling dient te geschieden aan de commandant van het district voor wat de rijkswachters betreft die onder zijn bevel staan, en aan de commandant van de rijkswacht wanneer het om andere rijkswachters gaat.
2 - Vervanging van punt 6 ( Briefwisseling met de rijkswachtoverheden ) door volgende tekst : Alle briefwisseling verband houdend met punten 3, 4.1, 4.3 en 5 van deze circulaire, kan, in principe, rechtstreeks tussen uw Ambt en de Rijkswacht gebeuren. Evenwel dient de briefwisseling met betrekking tot feiten, gepleegd door een rijkswachter die de hoedanigheid heeft van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de Procureur des Konings, en begaan in de uitoefening van zijn opdrachten van gerechtelijke politie, via mijn ambt te worden gevoerd. In dit geval zal U mij van eventuele rechtstreekse briefwisseling uitgaande van de rijkswacht een afschrift toezenden. In het raam van deze, in principe, rechtstreekse briefwisseling verleent mijn ambt U delegatie voor de toepassing van artikel 125 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1950 houdende Algemeen Reglement op de gerechtskosten in strafzaken. Voor de gevallen waarin om afschriften van dossiers waarvan het onderzoek nog niet is afgesloten, of van delen van dergelijke dossiers wordt gevraagd of om de toelating wordt verzocht deze stukken te mogen gebruiken in het raam van de tuchtrechtelijke procedure, zal U deze toelating enkel verlenen voor zover het strafrechtelijk onderzoek hierdoor niet kan geschaad worden. Wat gerechtelijke onderzoeken betreft, zal U in dergelijke gevallen het voorafgaand advies inwinnen van de onderzoeksrechter. Bij twijfel en, uiteraard in geval de hoger omschreven uitzondering op het principe van de rechtstreekse briefwisseling toepasselijk is, zal U mijn ambt raadplegen. Als bijlage wordt de coördinatie van het gedeelte van de tekst van de circulaire van november 1995 gevoegd waarin door de circulaire Col. 3/98 d.d. 16 maart 1998 ingevoerde wijzigingen/toevoegingen, aangeduid met [ ], zijn aangebracht. De Procureur-generaal, (get.) A. VAN OUDENHOVE F. SCHINS A. THILY G. LADRIERE C. DEKKERS
3 Coördinatie van het gedeelte van de tekst van de circulaire (Brussel : nr. 12/95 van 15 november 1995; Gent : nr. 63/95 van 15 november 1995; Luik : nr. 11/95 van 7 november 1995; Bergen : nr. 44/95 van 9 november 1995; Antwerpen : nr. 26/95 van 2 november 1995) waarin door de circulaire Col. 3/98 d.d. 16 maart 1998 wijzigingen/toevoegingen, aangeduid met [ ], zijn aangebracht. 4.3. [Kennisgevingen aan de commandant van de rijkswacht van het gevolg voorbehouden aan opsporingsonderzoeken en gerechtelijke onderzoeken. Met hetzelfde doel als vermeld sub 4.1., dient de commandant van de rijkswacht in kennis gesteld te worden van het gevolg voorbehouden aan de opsporings- en gerechtelijke onderzoeken waarvan sprake onder punt 4.1. Als gevolg wordt bedoeld : een sepotbeslissing of andere beslissingen genomen op het niveau van het Openbaar Ministerie (bijvoorbeeld strafbemiddeling, voorstel tot minnelijke schikkingen enz.), een buitenvervolgingstelling, een vonnis waarbij opschorting wordt verleend, een veroordeling al dan niet met uitstel, een internering, alsmede de rechtsmiddelen die tegen bepaalde beslissingen zijn aangewend zoals verzet, hoger beroep en voorziening in cassatie.] 5. De nieuwe tuchtprocedure toepasselijk op de rijkswachter Betreffende de nieuwe tuchtprocedure die door de wet van 24 juli 1992 wordt ingevoerd, kunnen binnen het raam van deze [circulaire] volgende voor de parketten belangrijke bepalingen worden aangestipt. Vooreerst staat het artikel 24/26 2 van de wet van 27 december 1973 de gerechtelijke overheden toe de eenheidscommandant van de betrokken rijkswachter in te lichten over feiten die deze laatste zou hebben begaan en die een fout op tuchtrechtelijk vlak zouden kunnen uitmaken. [Deze mededeling dient te geschieden aan de commandant van het district, voor wat de rijkswachters betreft die onder zijn bevel staan, en aan de commandant van de rijkswacht, wanneer het om andere rijkswachters gaat.] Ook hier dient verwezen te worden naar hetgeen onder punt 6 van deze [circulaire] vermeld wordt in verband met de briefwisseling met de rijkswachtoverheden. Anderzijds legt artikel 24/27 4 van dezelfde wet aan de eenheidscommandant de verplichting op, de territoriaal bevoegde Procureur des Konings in te lichten over de opening en de afloop van de tuchtprocedure, wanneer de feiten die er ten grondslag aan liggen, rechtstreeks betrekking hebben op de uitvoering van een opdracht van gerechtelijke politie. Met territoriaal bevoegde Procureur des Konings wordt bedoeld : de Procureur des Konings die verantwoordelijk is voor het gerechtelijk dossier in het raam waarvan disciplinaire tekortkomingen zouden zijn begaan.
6. Briefwisseling met de rijkswachtoverheden [Alle briefwisseling verband houdend met punten 3, 4.1, 4.3 en 5 van deze circulaire kan, in principe, rechtstreeks tussen uw Ambt en de Rijkswacht gebeuren. Evenwel dient de briefwisseling met betrekking tot feiten, gepleegd door een rijkswachter die de hoedanigheid heeft van officier van gerechtelijke politie, hulpofficier van de Procureur des Konings, en begaan in de uitoefening van zijn opdrachten van gerechtelijke politie, via mijn ambt te worden gevoerd. In dit geval zal U mij van eventuele rechtstreekse briefwisseling uitgaande van de rijkswacht een afschrift toezenden. In het raam van deze, in principe, rechtstreekse briefwisseling verleent mijn ambt U delegatie voor de toepassing van artikel 125 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1950 houdende Algemeen Reglement op de gerechtskosten in strafzaken. Voor de gevallen waarin om afschriften van dossiers waarvan het onderzoek nog niet is afgesloten, of van delen van dergelijke dossiers wordt gevraagd of om de toelating wordt verzocht, deze stukken te mogen gebruiken in het raam van de tuchtrechtelijke procedure, zal U deze toelating enkel verlenen voor zover het strafrechtelijk onderzoek hierdoor niet kan geschaad worden. Wat gerechtelijke onderzoeken betreft, zal U in dergelijke gevallen het voorafgaand advies inwinnen van de onderzoeksrechter. Bij twijfel en, uiteraard in geval de hoger omschreven uitzondering op het principe van de rechtstreekse briefwisseling toepasselijk is, zal U mijn ambt raadplegen.] 7. Processen-verbaal betreffende verdwijning van materiaal van de rijkswacht Buiten de gevallen waarin een misdrijf hiervan de oorzaak is, dient de verdwijning van materiaal van de rijkswacht enkel aanleiding te geven tot het opstellen van een procesverbaal wanneer het gaat om wapens, munitie, radiomiddelen of dienstidentiteitskaarten. * * * Mochten zich moeilijkheden voordoen bij de toepassing van deze circulaire, zou ik U dank weten, mij hiervan in kennis te stellen. De Procureur-generaal,