Handreiking voor colleges B&W bij calamiteiten, incidenten en crisissituaties



Vergelijkbare documenten
Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland november 2014

Stelselwijziging Jeugd. Handreiking. Handvatten voor gemeenten. Communicatie en afstemming bij een calamiteit

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK)

Calamiteitenprotocol jeugd Noord-Limburg

Calamiteitenplan jeugdhulp gemeente Coevorden

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Calamiteitenprotocol instellingen Wmo, gemeenten in de regio Eemland

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland 2015

Protocol meldingen calamiteiten / geweld Jeugdhulp

Jeugdbescherming in Nederland

Als het mis dreigt te gaan met je opvoeding

Als opvoeden een probleem is

Werkwijze gemeente bij opname in Gesloten accommodatie

Protocol meldingen calamiteiten / geweld Jeugdhulp Gelderland-Zuid en Mook en Middelaar

Cliënt Onder een cliënt verstaan we de jeugdige, zijn (stief)ouders of wettelijk vertegenwoordigers.

ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw

Bureau Jeugdzorg afdeling Jeugdbescherming. Mathilde Roubos Anjo Mangelaars

Bureau Jeugdzorg Noord-Holland

Presentatie Samen Veilig. Auteur : Connie Mindertsma Datum : 13 februari 2017

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Kinderen beschermen we samen. Gemeente Peel en Maas 21 november 2015

Beantwoording raadsvragen ChristenUnie-SGP rondom gang van zaken bij Veilig Thuis / SAVE.

DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER

Calamiteitenplan jeugdhulp De Wolden. Waar veiligheid en zorg elkaar raken

Ondertoezichtstelling

Fluchskrift Jeugdbescherming: minder als het kan, meer als het moet!

Protocol communicatie met gescheiden ouders Versie 12 maart Openbaar basisonderwijs

Calamiteitenprotocol Jeugdhulp Meppel Februari 2015

STEVIG FUNDAMENT VOOR JEUGDZORG

Wat is ondertoezichtstelling?

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Pedagogische civil society: Gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen.

Versie mei Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Voogdij

Protocol vervoer jongeren met een machtiging vanaf woonadres naar een instelling voor gesloten jeugdzorg

Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders

Protocol calamiteiten binnen de jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning Gemeente Enschede

Hoofdstuk 2. Gemeente

Mandaat college Tilburg vrijwillige plaatsing in gesloten instelling jeugdzorg

Protocol Wmo Meldingen Calamiteiten/geweld bij de verstrekking van een voorziening Wmo 2015 Gelderland-Zuid en Mook en Middelaar.

Sociaal Calamiteitenprotocol versie voor aanbieders

Hulp of begeleiding die thuis of bij de instelling plaatsvindt,

Over de Raad voor de Kinderbescherming. Ieder kind heeft recht op bescherming

INHOUDSOPGAVE. Voorwoord / V. Afkortingenlijst / XIII. Deel I Inleiding op het nieuwe jeugdstelsel / 1

Jeugdbescherming Informatie voor ouders/opvoeders

Inleiding. jeugdhulp regio IJsselland. Regionaal Serviceteam Jeugd IJsselland

UW KIND ONDER TOEZICHT GESTELD. WAT BETEKENT DAT? INFORMATIE VOOR OUDERS 1 UW KIND ONDER TOEZICHT GESTELD. WAT BETEKENT DAT?

Zorglandschap jeugd Flevoland

Ondertoezichtstelling (OTS) Wat betekent een ondertoezichtstelling voor u en uw kind? Wat kunt u verwachten?

Kinderen beschermen we samen. Gemeente en Raad voor de Kinderbescherming in het nieuwe Stelsel voor de jeugd

Samenwerkingsprotocol Zuid-Limburg en de gecertificeerde instellingen Afspraken tussen gemeenten in Zuid-Limburg en de gecertificeerde instellingen

FAMILIEGROEPSPLAN. Basis FGP in wet- en regelgeving: t.b.v. bijeenkomst te Eindhoven voor Advocaten en Juristen. stavaza februari 2016

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. Prioriteitenlijst gedwongen kader

Factsheet zorgmeldingen over kinderen in Amsterdam Versie

Kennisateliers Jeugdbescherming Jeugdreclassering. Juni 2013 Anna van Beuningen

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Hulp bij crisis

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Voogdijmaatregel Informatie voor ouders over voogdij

Nieuwegein

ToolKID Informatie-uitwisseling in verband met de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling

Welkom bij de William Schrikker Groep

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming

Wat is ondertoezichtstelling?

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

INZICHT IN JEUGDRECHT

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Voorlopige Ondertoezichtstelling (VOTS)

Medisch specialist ziekenhuis

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Algemeen

Ouder van mijn ouders Van helpen en ondersteunen tot gedwongen hulp en gezagsbeëindiging. Nijkerk, Opstandingskerk. 25 mei 2016

Jeugdbescherming Informatie voor jongeren

Factsheet jeugdhulp Algemene informatie over de (toegang tot de) jeugdhulp voor asielzoekerskinderen en amv

Meldcode Cibap vakschool & ontwerpfabriek

Als het mis dreigt te gaan met je opvoeding (voor kinderen en jongeren)

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Uithuisplaatsing (UHP)

Protocol meldingen calamiteiten / geweld Wmo

Stelselwijziging. Jeugd. Jeugdbescherming. Transitiebureau Jeugd Jeugdbescherming 1

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Ondertoezichtstelling (Gezinsvoogdij)

Informatie voor gezinnen over Jeugdbescherming


Voor ouders over de voogdijmaatregel

Procedure Calamiteitentoezicht

Voor ouders over de ondertoezichtstelling

INFORMATIE VOOR JONGEREN 1 ONDER TOEZICHT GESTELD WAT BETEKENT DAT?

Zorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

Protocol Wmo Meldingen Calamiteiten/geweld bij de verstrekking van een voorziening Wmo 2015 Gelderland-Zuid en Mook en Middelaar

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing?

Veilig Thuis Midden Gelderland. Klaar voor de start. 1December 2014

Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Samenwerkingsafspraken crisisinterventie Jeugd in de Gelderse jeugdhulpregio s

Transcriptie:

Handreiking voor colleges B&W bij calamiteiten, incidenten en crisissituaties Inleiding Op 1 januari 2015 is de Jeugdwet in werking getreden. We zijn sindsdien als gemeenten verantwoordelijk voor de Jeugdhulp. Begin november 2014 hebben we als 23 Groninger gemeenten gezamenlijk de instellingen gecontracteerd waar onze Groningse kinderen Jeugdhulp kunnen krijgen. Deze instellingen zijn al jaren verantwoordelijk zijn voor de Jeugdhulp, daarom is vanaf 1 januari 2015 de noodzakelijke hulp voor onze kinderen door professionals geregeld. Ook wanneer er een crisissituatie ontstaat, hebben we in de provincie 24uurs bereikbaarheid en zijn alle huidige crisisdiensten/crisisopvangen van de huidige aanbieders gecontracteerd. Daarnaast zal bij een calamiteit of ernstig incident het protocol zedenzaken en maatschappelijke onrust en/of het protocol maatschappelijke incidenten van toepassing zijn. Wat per 1 januari 2015 is veranderd, is de bestuurlijke verantwoordelijkheid van B&W voor Jeugdhulp. Waar zich een incident of calamiteit voordoet met een jongere, zijn zij bestuurlijk verantwoordelijk. De Burgemeester heeft daarnaast een specifieke rol in de Jeugdbescherming gekregen. Deze handreiking beschrijft wat voor u als Burgemeester en Wethouder van belang is om te weten als: 1. zich een calamiteit of incident voordoet bij een kind dat in zorg is bij een door de gemeente gefinancierde instelling. 2. zich een crisissituatie voordoet wanneer een kind nog niet in zorg is, maar er wel direct actie moet worden ondernomen omdat de veiligheid van het kind of zijn omgeving in gevaar is. Ad 1: Jeugdigen in zorg bij een instelling Het onderscheid tussen in zorg en niet in zorg is belangrijk omdat een instelling verantwoordelijk is voor de professionele zorg die zij levert. Elke zorginstelling valt onder de inspectie en zal zich moet houden aan de relevante wet- en regelgeving. Bij een calamiteit of incident is het van belang om de rol tussen gemeente en instelling duidelijk af te bakenen. De gemeente heeft namelijk een bestuurlijke verantwoordelijkheid en de instelling heeft een operationele verantwoordelijkheid. Definitie van een calamiteit uit de Jeugdwet: niet-beoogde of onverwachte gebeurtenis, die betrekking heeft op de kwaliteit van de jeugdhulp en die tot een ernstig schadelijk gevolg voor of de dood van een jeugdige of een ouder heeft geleid. Instellingen die onder de Jeugdwet vallen zijn verplicht calamiteiten bij de inspectie te melden. Ook voor geweld en gebeurtenissen waarvoor veel media aandacht is, geldt een meldingsplicht. De inspectie is verplicht onderzoek in te stellen naar deze calamiteiten en hierover te rapporteren. De inspectie heeft met de gemeenten afgesproken dat zij de betrokken gemeenten zal: (1) informeren indien daar aanleiding voor is en (2) rapporteren over de uitkomst van het onderzoek. Het is daarom aan te bevelen dat betrokken gemeenten het onderzoek van de inspectie afwachten alvorens zelf 1

informatie te verzamelen of in debat te gaan over de calamiteit. Dit is ook de gebruikelijke gang van zaken op Rijksniveau. De inspectie maakt daarbij onderscheid tussen calamiteiten en incidenten. Incidenten zijn relatief lichte verstoringen van de dagelijkse gang van zaken in een instelling. Bij de melding van een calamiteit wordt die informatie aangeleverd die voor betrokkenen nodig is om verantwoordelijkheid te nemen met inachtneming van zo optimaal mogelijke bescherming van privacy. Het is van belang om te weten dat er verschillende gemeenten betrokken kunnen zijn bij een calamiteit, namelijk: Gemeente waar de calamiteit heeft plaatsgevonden Gemeente waar de jongere verblijft Gemeente waar ouders ingeschreven staan/bij onder voogdijstelling de gemeente waar de jeugdige verblijft (volgens het woonplaatsbeginsel). De gemeente die de melding ontvangt, heeft de verantwoordelijkheid om de andere gemeenten die betrokken zijn, te informeren en te zorgen voor onderlinge afstemming. Daarnaast is het waarschijnlijk dat incidenten onder een vergrootglas komen te liggen vanuit de pers. Bij elk incident zal daarom een check op de communicatieve aspecten worden gedaan. De volgende afspraken tussen gemeenten en jeugdhulpinstellingen zijn gemaakt. Aan welke ambtenaar directe of indirecte meldingen worden gedaan. Wat de criteria zijn voor het doen van een melding aan de gemeente. Overigens zal de praktijk zijn dat meldingen niet alleen via de afgesproken route binnenkomen maar via allerlei kanalen. Daarom zal intern worden gecommuniceerd dat bij incidenten de aangewezen ambtenaar moet worden geïnformeerd. De criteria voor het melden aan de gemeente is learning by doing. De eerste periode willen we veel geïnformeerd worden i.v.m. het vergrootglas van de pers. Dit zal zich later uitkristalliseren. De volgende afspraken zijn gemaakt binnen de gemeente XXX. Wie binnen en buiten de gemeente geïnformeerd moeten worden (bestuurders, inhoudelijke ambtenaren, communicatieafdelingen, andere gemeenten). Welke ambtelijk functionaris in actie komt wanneer jeugd(hulp)instellingen betrokken zijn die door de gemeente gefinancierd worden. Wie controleert welke instelling betrokken is geweest bij het kind/de jongere voorafgaand aan het incident en welke rol de instelling heeft vervuld. Wie de interne communicatie verzorgt, waaronder richting Burgemeester en Wethouder. Ad 2: Jeugdigen niet in zorg. Toeleiding naar crisiszorg en 24uurs bereikbaarheid Wanneer een jeugdige buiten de normale zorgroutes om in een crisissituatie belandt waarbij zijn/haar eigen veiligheid of die van de omgeving in gevaar is, dan is er landelijk één telefoonnummer die altijd bereikbaar is. Dit telefoonnummer is van Veilig Thuis en is sinds 1 januari 2015 bekend bij elke Chef Van Dienst van de meldkamers in Nederland en is dus ook via de politie te bereiken. Veilig thuis is een samensmelting van het Stichting Huiselijk Geweld (SHG) en het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK). De telefoonnummers van SHG en AMK werken in 2015 ook nog, maar alles komt samen bij de centrale van Veilig thuis. Deze 24uurs bereikbaarheid is 2

gesitueerd bij de Gecertificeerde Instelling (GI) Jeugdbescherming Noord en heet Crisis Meldpunt Groningen (CMG). Jeugdbescherming Noord (JbN) is een samensmelting van Bureau Jeugdzorg Groningen en Drenthe. JbN is een Gecertificeerde Instelling (GI). Dit betekent dat naast huiselijk geweld en kindermishandelingszaken vanuit JbN ook juridische maatregelen genomen kunnen worden in de vorm van Voorlopige Voogdij (VoVo) en Voorlopige Onder Toezicht Stellingen (VOTS) wanneer een kind of zijn omgeving in gevaar is. Achter deze bereikbaarheidsdienst is de infrastructuur van crisisdiensten van Jeugdhulpinstellingen zoals die in 2014 bestonden en voor 2015 zijn gecontacteerd. Dit betekent dat er altijd zorg geboden kan worden aan jeugdigen in onveilige of acute situaties. Bij een psychiatrische crisis is via de huisarts altijd een GGZ crisisdienst bereikbaar. De rol van de Burgemeester en wethouder Jeugd De rol van de Burgemeester bij een calamiteit per 1 januari 2015 is naast de coördinerende- en gezagsrol voor de handhaving van openbare orde en veiligheid, de rol van maatschappelijke betekenisgeving. De rol voor de portefeuillehouder Jeugd moet liggen op de inhoud van de zaak. De Burgemeester heeft diverse bevoegdheden op basis van andere wet- en regelgeving (Gemeentewet, Wet tijdelijk huisverbod, Wet BOPZ, Drank- en Horecawet en APV) die raken aan de thematiek van de Jeugdwet. Een tijdelijk huisverbod kan worden opgelegd indien er sprake is van huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit huisverbod kan gepaard gaan met hulpverlening waarbij Jeugdhulp een rol heeft. Hiermee krijgt de Jeugdbeschermingstaak, een essentieel onderdeel uit de Jeugdwet, vorm via een wet met een specifieke burgemeestersbevoegdheid. Daarnaast krijgt de Burgemeester binnen het stelsel van de kinderbeschermingsmaatregelen (uitgespraken van de rechter) een nieuwe positie per 1-1 2015. De Burgemeester kan via de Raad voor de Kinderbescherming (Raad) vragen om het oordeel van de kinderrechter. Dit kan alleen wanneer de Raad na onderzoek besluit om geen maatregel te vragen aan de rechtbank. In deze zaken vindt voor afsluiting van het onderzoek overleg plaats tussen de Raad en diegene die namens de gemeente het verzoek tot raadsonderzoek had ingediend. Tijdens dit overleg wordt het besluit toegelicht en wordt een eventuele reactie van de gemeente meegenomen in het eindrapport. Op basis van het rapport kan de Burgemeester of iemand namens de Burgemeester de Raad verzoeken het oordeel van de kinderrechter te vragen of het al dan niet noodzakelijk is de minderjarige onder toezicht te stellen. Er dient dan sprake te zijn van een ernstige bedreiging voor de ontwikkeling van de jeugdige en de benodigde zorg wordt niet of onvoldoende geaccepteerd. Als de Raad het verzoek van de Burgemeester ontvangt, moet hij binnen twee weken na dagtekening van het verzoek - dit vanwege de rechtszekerheid voor de ouders - het oordeel van de kinderrechter vragen. In dat geval kan de kinderrechter de OTS ambtshalve uitspreken. De Burgemeester zal dit verzoek krijgen van desbetreffende Jeugdhulpprofessional of Jeugdhulpaanbieder. Het is ook mogelijk dat hij zelf over additionele informatie beschikt vanuit zijn functie, waardoor hij een sterk vermoeden heeft van ernstige bedreiging van de ontwikkeling van het kind en daarom van deze mogelijkheid gebruik maakt. Als de Raad besluit om na onderzoek geen verzoek tot een beschermingsmaatregel te doen bij de kinderrechter en de Jeugdhulpaanbieder waarvan het verzoek tot onderzoek kwam is het hiermee eens, dan kan de Burgemeester in zijn functie niet verweten worden dat hij zijn positie niet gebruikt heeft. Machtiging uit huis plaatsing 3

Bij een Jeugdbeschermingsmaatregel kan ook een verzoek tot een Machtiging Uit Huis Plaatsing (MUHP) gedaan worden aan de kinderrechter. Voor dit verzoek heeft de aanvrager (Raad of OM) een schriftelijk besluit nodig van B&W. 4

Samenvattend Op 1 januari 2015 is het college van B&W bestuurlijk verantwoordelijk voor de Jeugdhulp. Dit betekent concreet: De Burgemeester krijgt een nieuwe burgemeestersbevoegdheid bij de Jeugdbeschermingsmaatregelen. Bij een calamiteit of incident moet B&W op de hoogte zijn van de aard en omvang om bestuurlijk verantwoordelijkheid te kunnen nemen. De zorginfrastructuur als zodanig blijft in stand, net als de crisisdiensten. Er is een 24uurs bereikbaarheid met één landelijk telefoonnummer: 0800-2000. 5

BIJLAGE 1: Jeugdbeschermingsmaatregelen Als ouders samen met de basisteams en met behulp van intensieve Jeugdhulp de problemen niet kunnen oplossen en de opvoedingssituatie blijft bedreigend voor de ontwikkeling van het kind, dan kan de Raad voor de Kinderbescherming (Raad) ingeschakeld worden. In de situatie tot 1 januari 2015 vond deze inschakeling door Bureau Jeugdzorg Groningen (na 1/1/2015: Jeugdbescherming Noord/JbN) plaats, maar in de nieuwe situatie zal er steeds meer vanuit de basisorganisatie gewerkt worden en zal vanuit daar dus ook gesignaleerd kunnen worden naar de Raad. In de huidige situatie zal er een overleg plaatsvinden tussen de Raad en JBN (het Casusoverleg) en wordt de beschikbare informatie besproken. Vervolgens draagt JBN de zaak over aan de Raad. De Raad doet een onderzoek naar het kind en het gezin om te achterhalen of sprake is van een zodanig bedreigende opvoedingssituatie dat verplichte hulp nodig is. In dat geval verzoekt de Raad aan de rechter een maatregel van kinderbescherming op te leggen. Soms signaleert de Raad zelf dat sprake is van (een vermoeden van) ernstige opvoedingsproblemen. Dit kan gebeuren als de Raad zelf al bezig is met een onderzoek, bijvoorbeeld omdat een kind met de politie in aanraking is gekomen. In de nieuwe situatie kan het ook voorkomen dat professionals in de basisorganisatie of een signaal afgeven aan de Raad als er een dreigende situatie ontstaat. In dergelijke gevallen kan de Raad zonder tussenkomst van JbN besluiten tot een beschermingsonderzoek. De Raad brengt JbN in zulke gevallen wel op de hoogte van zijn beslissing om dit onderzoek te starten. Verplichte hulp Wanneer uit het onderzoek blijkt dat de ontwikkeling van het kind zo ernstig wordt bedreigd, dat hulp verplicht gesteld moet worden dan verzoekt de Raad de rechter om een maatregel van kinderbescherming op te leggen. Een maatregel van kinderbescherming is voor zowel ouders als kind zeer ingrijpend. De Raad doet het verzoek aan de rechter daarom weloverwogen en alleen als vrijwillige hulp niet (meer) voldoende is of de ouders geen hulp accepteren en het onderzoek bevestigt dat de ontwikkeling van het kind ernstig bedreigd wordt. Maatregelen van kinderbescherming De rechter kan een maatregel van kinderbescherming opleggen. Er bestaan drie maatregelen van kinderbescherming: ondertoezichtstelling (OTS), ontheffing van het ouderlijk gezag of ontzetting uit het ouderlijk gezag. De meest voorkomende en lichtste maatregel is de OTS. Ontheffing en ontzetting uit het ouderlijk gezag zijn zwaardere maatregelen. 1. Ondertoezichtstelling (OTS): Als de rechter een OTS uitspreekt, krijgt het kind een gezinsvoogd toegewezen van JbN. Deze persoon begeleidt het kind en zijn ouders bij het oplossen van de opvoedingsproblemen. De ouders behouden beperkt het gezag over hun kind en blijven zelf verantwoordelijk voor de opvoeding. Zowel ouders als kind zijn verplicht de aanwijzingen op te volgen die de gezinsvoogd geeft. In principe blijft het kind thuis wonen. De rechter kan echter in het belang van het kind besluiten om hem (tijdelijk) in een pleeggezin of tehuis te plaatsen. Als een kind acuut gevaar loopt en snel uit huis geplaatst moet worden, kan de Raad de rechter om een voorlopige OTS (VOTS) met een machtiging uithuisplaatsing verzoeken (MUHP). Tijdens deze VOTS zet de Raad het onderzoek voort. 2. Ontheffing: Als ouders niet in staat zijn om hun kind op te voeden en te verzorgen, bepaalt de rechter dat een ander voor onbepaalde tijd het gezag over het kind krijgt. Meestal is dat JBN of een andere GI. Deze organisatie oefent in dat geval de voogdij over het kind uit. Het kind wordt opgevoed in een pleeggezin of tehuis. De ouders hebben dan officieel niets meer over het kind te vertellen, maar blijven wel zo veel mogelijk bij hem betrokken. De rechter kan de ontheffing niet 6

uitspreken als de ouders zich hiertegen verzetten, maar de wet kent enkele uitzonderingen op dit principe. Dan is sprake van een gedwongen ontheffing. 3. Ontzetting: Als ouders zich verwijtbaar misdragen tegenover hun kind, kunnen zij door de rechter uit het ouderlijk gezag ontzet worden. Het gezag over het kind wordt meestal overgedragen aan JBN of een andere Gecertificeerde Instelling, dat dan de voogdij over het kind uitoefent. Het kind gaat naar een pleeggezin of tehuis. Machtiging Uit Huis Plaatsing Een minderjarige kan alleen uit huis geplaatst worden met een machtiging van de kinderrechter. De kinderrechter kan een MUHP afgeven op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming of het Openbaar Ministerie (OM). Als de Raad een verzoek aan de rechter wil doen voor een MUHP zonder dat een Gecertificeerde Instelling (GI) daar opdracht voor geeft, dan zal de Raad een besluit van B&W nodig hebben om een verzoek tot maatregel te doen. In artikel 265b tweede lid van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is voorgeschreven dat de Raad of het OM in beginsel een besluit van B&W aan de kinderrechter moet overleggen. Dat besluit is nodig omdat noch de Raad, noch het OM bevoegd is om zelf een jeugdhulpvoorziening in te zetten omdat de Jeugdhulp die gepaard gaat met het uitspreken van een beschermingsmaatregel een Jeugdhulpvoorziening van de gemeente is. Ook omdat de gemeente op deze manier op de hoogte wordt gesteld dat er een uithuisplaatsing verzocht wordt. Met het besluit van B&W en de machtiging van de kinderrechter kan de uithuisplaatsing in een jeugdhulpvoorziening ook daadwerkelijk plaatsvinden. Het besluit van B&W moet op schrift staan. Artikel 265b, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt uitdrukkelijk dat de Raad of het OM bij hun verzoek tot MUHP aan de kinderrechter het besluit van B&W moeten overleggen. Een besluit is letterlijk per definitie op schrift gesteld. Dat besluit moet - expliciet - volgens artikel 265b, tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek overgelegd worden; daardoor moet het besluit dus - impliciet - eerst ook genomen worden. Uitzondering Als het belang van het kind dat vergt kan de kinderrechter ook een MUHP verlenen zonder dat het B&W een daartoe strekkend besluit heeft genomen. Hierbij kan gedacht worden aan de situatie dat de Raad om een voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS) met uithuisplaatsing vraagt (een maatregel voor een spoedeisende situatie) of wanneer er verschil van mening is tussen de gemeente en de Raad over de noodzaak van een uithuisplaatsing en de rechter de mening is toegedaan dat een uithuisplaatsing nodig is. MUHP op verzoek Gecertificeerde Instelling (GI) De kinderrechter kan daarnaast - als dit noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige of tot onderzoek van diens geestelijke of lichamelijke gesteldheid - een machtiging afgeven op verzoek van een gecertificeerde instelling (GI); de GI plaatst het betreffende kind dan zelf bij een jeugdhulpaanbieder. Daarvoor is geen besluit nodig van B&W, omdat een GI bevoegd is jeugdhulp, inclusief 24-uurs-jeugdhulp in te schakelen. 7

Relevante wetsartikelen Artikel 265b uit boek 1 van het Burgerlijk Wetboek 1. Indien dit noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige of tot onderzoek van diens geestelijke of lichamelijke gesteldheid, kan de kinderrechter de gecertificeerde instelling, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet, die belast is met de uitvoering van de ondertoezichtstelling op haar verzoek machtigen de minderjarige gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen. 2. De machtiging kan eveneens worden verleend op verzoek van de raad voor de kinderbescherming of op verzoek van het openbaar ministerie. De raad voor de kinderbescherming of het openbaar ministerie legt bij het verzoek, bedoeld in het eerste lid, het besluit van het college van burgemeester en wethouders, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van de Jeugdwet over. 3. De kinderrechter kan in afwijking van het tweede lid een machtiging tot uithuisplaatsing verlenen zonder dat het college van burgemeester en wethouders een daartoe strekkend besluit heeft genomen, indien het belang van het kind dit vergt. 4. Voor opneming en verblijf als bedoeld in artikel 6.1.2, eerste lid, of 6.1.3, eerste lid, van de Jeugdwet is geen machtiging als bedoeld in het eerste lid vereist, doch een machtiging als bedoeld in genoemde artikelleden. Deze machtiging geldt voor de toepassing van artikel 265a als een machtiging als bedoeld in het eerste lid. Artikel 2.3 Jeugdwet, lid 1 Indien naar het oordeel van het college een jeugdige of een ouder jeugdhulp nodig heeft in verband met opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen en voor zover de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen ontoereikend zijn, treft het college ten behoeve van de jeugdige die zijn woonplaats heeft binnen zijn gemeente, voorzieningen op het gebied van jeugdhulp en waarborgt het college een deskundige toeleiding naar, advisering over, bepaling van en het inzetten van de aangewezen voorziening, waardoor de jeugdige in staat wordt gesteld: a) gezond en veilig op te groeien; b) te groeien naar zelfstandigheid, en c) voldoende zelfredzaam te zijn en maatschappelijk te participeren rekening houdend met zijn leeftijd en ontwikkelingsniveau. 8

BIJLAGE 2: Afspraken over de werkwijze in de gemeente XXX. Binnen de gemeente XXX is aangewezen als de ambtenaar die geïnformeerd moet worden in geval van een calamiteit of incident rondom een jeugdige. Deze persoon wordt bij afwezigheid vervangen door.. en wanneer zij beide afwezig zijn dan is de derde aangewezen persoon.. De aangewezen ambtenaar: maakt een inschatting van het incident en zet indien noodzakelijk acties uit binnen of buiten de gemeente. is ook het eerste aanspreekpunt voor de communicatieafdeling wanneer er persvragen binnenkomen rondom een incident of calamiteit. Verzamelt de benodigde informatie. Zorgt voor de interne communicatie. De wethouder Jeugd zal geïnformeerd worden over incidenten rondom de uitvoering van zorg. Indien de veiligheid in het geding was of is zal ook de Burgemeester worden geïnformeerd. Naast de verantwoordelijk bestuurder wordt ambtelijk geïnformeerd: de bestuursadviseur de bestuurswoordvoerder de concerndirecteur De aangewezen ambtenaar bewaakt de uitgezette acties en rapporteert over de voortgang aan het betreffende collegelid en schaalt indien nodig bestuurlijk op. Namen en telefoonnummers: 9