603.81.234NL Instructieboekje



Vergelijkbare documenten
F I A T P U N T O NL I N S T R U C T I E B O E K I N S T R U C T I E B O E K

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu.

FIAT PUNTO NL INSTRUCTIEBOEK

F I A T B R A V O NL S N E L G I D S

FIAT DUCATO NL INSTRUCTIEBOEK

Wij raden u aan de waarschuwingen en tips aandachtig te lezen die worden voorafgegaan door de symbolen:

FIAT PUNTO NL INSTRUCTIEBOEK

F I A T NL S N E L G I D S

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu.

FIAT PANDA NL INSTRUCTIEBOEK

FIAT STILO NL INSTRUCTIEBOEK

F I A T F I O R I N O NL I N S T R U C T I E B O E K J E

F I A T

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu.

F I A T C R O M A I N S T R U C T I E B O E K J E

F I A T D O B L Ó NL I N S T R U C T I E B O E K

FIAT DOBLÒ NL INSTRUCTIEBOEK

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu.

INSTRUCTIEBOEK NL ALFA

FIAT DUCATO NL INSTRUCTIEBOEK

INSTRUCTIEBOEK NL ALFA

INSTRUCTIEBOEK NL ALFA

FIAT CROMA NL INSTRUCTIEBOEK

FIAT SCUDO NL INSTRUCTIEBOEK

NL ESP-Systeem

F I A T B R A V O NL i n s t r u c t i e b o e k j e

FIAT MULTIPLA NL INSTRUCTIEBOEK

ANCIA NL LANCIA MUSA Instructie

ANCIA NL LANCIA PHEDRA INSTRUCTIEBOEK

IN EEN OOGOPSLAG. Panoramadak. Parkeerhulp achter

ANCIA NL LANCIA YPSILON Instructie

G R A N D E P U N T O A B A R T H NL I N S T R U C T I E B O E K J E

F I A T Q U B O NL I N S T R U C T I E B O E K

X Veiligheidsgordel 3 Verklikkerlicht brandt (met waarschuwingstoon) bij ingeschakelde ontsteking: Gordel omdoen, zie pagina 33.

FIAT STILO NL INSTRUCTIEBOEK

COP LUM KA NL :43 Pagina 1. Feel the difference. FordKa Instructieboekje. Owner s handbook

FIAT ULYSSE NL INSTRUCTIEBOEK

NL INSTRUCTIEBOEK ALFA

FIAT STRADA NL INSTRUCTIEBOEK

ANCIA NL LANCIA YPSILON Instructie

Verwarming en ventilatie

VOERTUIGCONTROLE SEAT IBIZA. Rijschool van Zuylen

INSTRUCTIEBOEK NL ALFA

WAAROM KIEZEN VOOR ORIGINELE ONDERDELEN

Alfa NL INSTRUCTIEBOEK

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu.

veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu.

GEBRUIKSAANWIJZING EN. PROJECTION ALARM CLOCK INSTRUCTION MANUAL DE. PROJEKTIONSWECKER

LCD scherm va LCD scherm

Ducato INSTRUCTIEBOEKJE

Cop Alfa Giulietta NL:Alfa 159 cop. LUM ITA :10 Pagina 1 NEDERLANDS INSTRUCTIEBOEKJE Alfa Services

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS

LCD scherm ve LCD scherm

Kort overzicht BEDIENINGSKNOPPEN

Verkorte gebruiksaanwijzing

Datum/Date: 04/2003ne Update: 07/2007 Car Access System E60, E61, E63, E64, E70, E81, E87, E90, E91, E92, E93

NL Dual FuNction System (automaat)

PROFICIAT MET UW NIEUWE VOLVO! VOLVO V70 & XC70 quick guide

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7

Handleiding Alma Rally & Alma Rally Off-road

Bekijk uw gebruiksaanwijzing via de website van Peugeot, rubriek "Persoonlijke pagina".

De voorkant. De zijkant. De banden

Mauer GmbH Technologie voor beveiliging. Code Combi B VdS-Cl 2 Artikelnummer standaard

FIAT SEICENTO NL INSTRUCTIEBOEK

In dit supplement worden de gebruiksinstructies beschreven voor de versnellingsbak met elektronisch geregelde Dualogic bediening in de Fiat Punto.

Handleiding: instellen en werking LCD display t.b.v. ombouwset 004 en prolithium Velvet. Gefeliciteerd met de aankoop van een R A T - Holland product!

NEDERLANDS INSTRUCTIEBOEKJE. Alfa Services

Gefeliciteerd met uw nieuwe autoalarm! Inhoud

Instructieboek NL

GEBRUIKSHANDLEIDING. Art. 866 DRIVERCARD 06DE1939A - 03/04. Cobra is a registered trade mark by DELTA ELETTRONICA

Duurzaam rijden, samen met ECOdrive

Bedieningen Dutch - 1

RUITENWISSERS/-SPROEIERS

Cobra Alarm Gebruikers Handleiding

INSTRUCTIEBOEKJE

Het instructieboekje van uw auto is ook te vinden op de website van Peugeot, in de rubriek "MyPeugeot".

BIZOBIKE Display handleiding E-Motion

Uw gebruiksaanwijzing. ALFA ROMEO 156

F I A T D U C A T O NL C O M F O R T - M A T I C

COP Quick start KA OLANDESE :32 Pagina 1. FordKa. Feel the difference

Programma Eco stand 8-SYMBOOL DISPLAY

Instructie Voertuig (auto) controle Kia Cee d Autorijschool Lolkama

Verkorte gebruiksaanwijzing

Belangrijke informatie: Het monteren van elektrische uitrustingen of accessoires die niet onder een artikelnummer in het assortiment van Automobiles

Handleiding tijdklok 230V~

Powerpack. gebruikshandleiding

CCE-200, 201, 202, 203, 204 & 206 NL Elektronisch bedieningspaneel Installatie-, Montage- en Gebruikshandleiding Voor de Installateur

Vehicle Security System VSS3 - Alarm system remote

Handleiding. E-Trendy Lithium fietscomputer. 1. Inleiding P. 2

Elektrische functie printen DIMLICHT

Dualogic versnelllingsbak van de Fiat

GT-912/GT-913/GT-914 Gebruikers handleiding

Handleiding. Trenergy E-relax fietscomputer. Pagina: 1

L ANCIA L YBRA GEBRUIK EN ONDERHOUD NL

INFO DIAG DIAGNOSE- APPARATUUR

Radio codeklavier RTS

Gemaksvoorzieningen ZONNEKLEPPEN DIMMER VOOR DE INSTRUMENTENVERLICHTING ZONNESCHERMEN

Installation instructions, accessories. Stuurwiel, leer. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden , ,

Clifford Electronics Benelux bv. Tel Fax

HENKELMAN BV. Adres Veemarktkade 8 / D AE s-hertogenbosch Nederland. Postadres Postbus AE s-hertogenbosch Nederland

Transcriptie:

603.81.234NL Instructieboekje

Geachte cliënt, Wij feliciteren u met uw aankoop en bedanken u dat u voor een LANCIA hebt gekozen. Wij hebben dit boekje samengesteld om u de kwaliteiten van deze auto volledig te laten benutten. Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto gaat rijden. Dit instructieboekje bevat informatie, tips en aanwijzingen die u zullen helpen de technische kwaliteiten van uw LANCIA volledig te benutten. U zult niet alleen de bijzondere eigenschappen ontdekken van uw LANCIA maar ook belangrijke aanwijzingen vinden voor de verzorging, het onderhoud, de rijveiligheid en het geprogrammeerd onderhoud. Wij raden u aan om de aanwijzingen en tips bij de onderstaande symbolen aandachtig te lezen: veiligheid van de inzittenden; conditie van de auto; bescherming van het milieu. In de de Service- en garantiehandleiding vindt u naast het schema voor het geprogrammeerd onderhoud: het garantiecertificaat en de bijbehorende voorwaarden een overzicht van de speciale aanvullende service voor de cliënten van LANCIA. Wij zijn ervan overtuigd, dat u met behulp van dit instructieboekje spoedig met uw auto vertrouwd zult raken en dat uw nieuwe auto en de ondersteuning van de LANCIA-organisatie u volledig tevreden zullen stellen. Veel leesplezier en goede reis! Hoewel in dit instructieboekje alle uitvoeringen van de LANCIA Musa beschreven worden, dient u zich aan de informatie te houden met betrekking tot de uitrusting, de motoruitvoering en het model van de auto die u gekocht hebt.

VEILIG MILIEUBEWUST RIJD Veiligheid en respect voor het milieu zijn de uitgangspunten geweest bij het ontwerpen van de LANCIA Musa. Dankzij deze opvatting kon de LANCIA Musa strenge veiligheidstests het hoofd bieden en goed doorstaan. De LANCIA Musa voldoet aan de strengste eisen in zijn klasse. Bovendien is deze auto, naar alle waarschijnlijkheid, al voorbereid op de toekomstige normen. Daarnaast is de LANCIA Musa door het doorlopende onderzoek naar nieuwe en doeltreffende bijdragen aan het behoud van het milieu, een auto die navolging verdient. Alle uitvoeringen zijn uitgerust met emissiereductiesystemen die bijdragen aan de bescherming van het milieu, waardoor de uitstoot van schadelijke uitlaatgassen lager is dan de nu geldende normen. BERMING VAN HET MILIEU Bij het ontwerp en de productie van de LANCIA Musa is niet alleen rekening gehouden met traditionele aspecten, zoals prestaties en veiligheid, maar is er ook veel aandacht besteed aan de groeiende milieuproblemen. De materiaalkeuze en de technische systemen en speciale voorzieningen zijn het resultaat van inspanningen die er op gericht zijn om de vervuiling van het milieu drastisch terug te dringen. Uw auto voldoet dan ook aan de strengste internationale milieunormen.

GEBRUIK VAN MILIEUVRIDELIJKE MATERIAL Geen enkel onderdeel van de LANCIA Musa bevat asbest. De vulling van de stoelen en de airconditioning bevatten geen CFK s (chloorfluorkoolwaterstoffen), het gas dat waarschijnlijk de oorzaak is van het gat in de ozonlaag. De kleurstoffen en de corrosiewerende behandeling van de bouten en moeren zijn niet schadelijk voor het milieu; ze bevatten geen lucht- en bodemverontreinigend cadmium meer. EMISSIEREDUCTIESYSTEM (benzinemotoren) Driewegkatalysator Het uitlaatsysteem is voorzien van een katalysator, die bestaat uit edelmetaallegeringen. De katalysator bevindt zich in een roestvast stalen houder, die bestand is tegen hoge bedrijfstemperaturen. De katalysator zet onverbrande koolwaterstoffen, koolmonoxide en stikstofoxiden in het uitlaatgas om (ook al zijn deze dankzij het elektronische motormanagementsysteem, slechts in kleine hoeveelheden aanwezig) in niet schadelijke stoffen. Omdat tijdens de werking de katalysator zeer warm wordt, verdient het aanbeveling niet te parkeren boven brandbare materialen (papier, brandstof, gras, droge bladeren enz.). Lambdasondes De lambdasondes meten de hoeveelheid zuurstof in het uitlaatgas. De door de lambdasondes verzonden signalen worden door de regeleenheid van het motormanagementsysteem gebruikt om het lucht/brandstofmengsel te regelen. Benzinedamp-opvangsysteem Het is onmogelijk, ook bij stilstaande motor, benzinedampen te voorkomen. Daarom vangt dit systeem de dampen in een speciaal actieve-koolfilter. Als de motor draait, dan worden deze dampen afgezogen en verbrand in de motor.

EMISSIEREDUCTIESYSTEM (Multijet-motor) Oxidatiekatalysator De katalysator zet schadelijke bestanddelen in het uitlaatgas (koolmonoxide, onverbrande koolwaterstoffen en roetdeeltjes zijn de belangrijkste) om in onschadelijke stoffen, waarmee tevens de rook en de typische dieselgeur verminderd worden. De katalysator bestaat uit een roestvrijstalen huis, met daarin een honingraatvormig keramisch binnenwerk. Hierop zit edelmetaal dat voor de katalytische reactie zorgt. Uitlaatgasrecirculatie-systeem (E.G.R.) Dit systeem zorgt voor recirculatie, oftewel hergebruik, van een deel van de uitlaatgassen. Het percentage dat gerecirculeerd wordt, is afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden van de motor. Het systeem beperkt zonodig de uitstoot van stikstofoxiden.

ABSOLUUT LEZ! BRANDSTOF TANK Benzinemotoren: tank uitsluitend loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 95 RON. K Multijet-motoren: tank uitsluitend dieselbrandstof voor motorvoertuigen die voldoet aan de Europese specificatie 590. Het gebruik van andere producten of mengsels kan de motor onherstelbaar beschadigen en het vervallen van de garantie tot gevolg hebben. MOTOR START Benzinemotoren: controleer of de handrem is aangetrokken; zet de versnellingspook in vrij; trap het koppelingspedaal volledig in, maar trap het gaspedaal niet in; draai vervolgens de start-/contactsleutel in stand AVV en laat de sleutel los zodra de motor aanslaat. Multijet-motoren: draai de start-/contactsleutel in stand MAR en wacht tot de waarschuwingslampjes Y en m doven; draai de start-/contactsleutel in stand AVV en laat de sleutel los zodra de motor aanslaat. PARKER BOV BRANDBARE MATERIAL Onder normale bedrijfsomstandigheden bereikt de katalysator hoge temperaturen. Parkeer daarom niet boven gras, droge bladeren, dennennaalden of ander brandbaar materiaal: brandgevaar. BERMING VAN HET MILIEU De auto is uitgerust met een diagnosesysteem, dat continu controles uitvoert op de componenten die van invloed zijn op de uitlaatgasemissie zodat overmatige vervuiling van het milieu wordt voorkomen.

ELEKTRI APPARATUUR Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren die stroom verbruiken (waardoor de accu langzaam kan ontladen), wendt u dan tot de Lancia-dealer. Deze kan controleren of de elektrische installatie van de auto geschikt is voor het extra stroomverbruik. CODE-card Bewaar deze op een veilige plaats, maar niet in de auto. Wij raden u aan de elektronische code van de CODE-card te noteren en altijd bij u te hebben, omdat deze onmisbaar is voor het uitvoeren van een noodstart. GEPROGRAMMEERD Bedenk dat een goed onderhoud van de auto de beste manier is om de prestaties en de veiligheid van de auto gedurende langere tijd te garanderen. Daarbij wordt ook het milieu ontzien en blijven de exploitatiekosten laag. IN HET INSTRUCTIEBOEKJE... vindt u informatie, tips en belangrijke waarschuwingen voor het juiste gebruik, veilig rijden en het onderhoud van uw auto. Let vooral op de symbolen " (veiligheid van de inzittenden) # (bescherming van het milieu) â (conditie van de auto). Als op het multifunctionele display het bericht Zie instructieboekje verschijnt, raadpleeg dan het hoofdstuk Lampjes en berichten in dit boekje.

... 8 INSTRUMTPANEEL... 10 SYMBOL... 11 LANCIA CODE... 11 DE SLEUTELS PORTIERVERGRDELING 13 START-/CONTACTSLOT... 20 INSTRUMT... 21 MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY (Op het standaard instrumentenpaneel met twee regels)... 22 MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY (Op het comfort instrumentenpaneel met drie regels)... 25 ZITPOSITIE INSTELL... 38 HOOFDSTEUN... 44 STUURWIEL VERSTELL... 45 SPIEGELS... 46 KLIMAATREGELING... 47 KLIMAATREGELING, HANDBEDID... 48 KLIMAATREGELING, AUTOMA MET GEID REGELING... 52 BUITVERLICHTING... 62 RUIT REINIG... 64 CRUISE-CONTROL... 67 PLAFONDVERLICHTING... 69 BEDIINGSKNOPP VERLICHTING... 71 BRANDSTOFNOODSCHAKELAAR... 72 BEDIING INTERIEURUITRUSTING... 73 ROKERSKIT... 75 ZONNEKLEPP... 76 OPDAK... 76 RUITBEDIING... 78 BAGAGERUIMTE... 80 MOTORKAP... 82 DAKRAILS... 83 KOPLAMP... 84 ABS... 85 EOBD-SYSTEEM... 86 AUTORADIO... 87 EXTRA ACCESSOIRES... 88 ELEKTRI STUURBEKRACHTIGING DUALDRIVE... 89 PARKEERSSOR... 91 TANK... 92 BERMING VAN HET MILIEU... 94 BEDIING START RIJD LAMPJES 7

BEDIING De aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsorganen, de instrumenten en de controle-/waarschuwingslampjes kunnen per uitvoering verschillen. De middenconsole boven en onder biedt, afhankelijk van de wensen van de cliënt, meerdere oplossingen: zie volgende afbeeldingen. LAMPJES START RIJD fig. 1 L0D0374m 8 1. Luchtroosters aan zijkant - 2. Linker hendel - 3. Dashboardkastje linksboven - 4. Rechter hendel - 5. Luchtroosters in het midden - 6. Instrumentenpaneel - 7. Dashboardkastje rechtsboven - 8. Opbergvak - 9. Airbag passagierszijde - 10. Bedieningsknoppen verwarming/ventilatie/airconditioning - 11. Drukknoppen - 12. Autoradio (indien aanwezig) - 13. Start-/contactslot - 14. Airbag bestuurderszijde - 15. Cruise-control (indien aanwezig).

fig. 2 L0D0231m fig. 5 L0D0234m Middenconsole boven: met vast opbergvak A-fig. 2 en uitneembaar vak (DIN) B-fig. 2 voor het installeren van de autoradio; met autoradio (optional) fig. 3. met Connect Nav+ fig. 4. Middenconsole onder: met handbediende airconditioning B-fig. 5; met automatische airconditioning met gescheiden regeling C-fig. 6. START RIJD LAMPJES BEDIING fig. 3 L0D0232m fig. 6 L0D0235m fig. 4 L0D0359m 9

BEDIING INSTRUMT- PANEEL START RIJD Standaard A Snelheidsmeter B Brandstofmeter met waarschuwingslampje brandstofreserve C Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur LAMPJES D Toerenteller E Multifunctioneel display cm Lampjes alleen aanwezig op Multijet-uitvoeringen Comfort fig. 7 L0D0372m A Snelheidsmeter B Brandstofmeter met waarschuwingslampje brandstofreserve C Koelvloeistoftemperatuurmeter met waarschuwingslampje voor te hoge koelvloeistoftemperatuur D Toerenteller E Instelbaar multifunctioneel display cm Lampjes alleen aanwezig op Multijet-uitvoeringen fig. 8 L0D0010m 10

SYMBOL Op of in de nabijheid van enkele onderdelen van uw auto zijn plaatjes met een bepaalde kleur aangebracht, met daarop symbolen die uw aandacht vragen en die voorzorgsmaatregelen aangeven die u in acht moet nemen als u met het betreffende onderdeel te maken krijgt. Onder de motorkap is een plaatje aangebracht, waarop de betekenis van de symbolen wordt verklaard fig. 9. fig. 9 L0D0375m LANCIA CODE Voor een nog betere bescherming tegen diefstal is de auto uitgerust met een elektronische startblokkering. Het systeem schakelt automatisch in als de start-/contactsleutel wordt uitgenomen. In iedere sleutel zit een elektronische component gemonteerd die bij het starten van de motor een signaal ontvangt via een speciale antenne die in het start-/contactslot is ingebouwd. Het signaal wordt bij het starten omgezet in een gecodeerd signaal en vervolgens aan de regeleenheid van de Lancia CODE gezonden, die, als de code wordt herkend, het starten van de motor mogelijk maakt. START RIJD LAMPJES BEDIING 11

BEDIING START RIJD LAMPJES WERKING Als u bij het starten van de motor de sleutel in stand MAR draait, dan stuurt het Lancia CODE-systeem een code naar de regeleenheid van de motor die, als de code wordt herkend, de blokkering van de functies opheft. De code wordt alleen verzonden als de regeleenheid van het systeem de door de sleutel verzonden code heeft herkend. Iedere keer als u de contactsleutel in stand STOP zet, schakelt de Lancia CODE de functies van de elektronische regeleenheid van de motor uit. Als bij het starten de code niet wordt herkend, gaat op het instrumentenpaneel het waarschuwingslampje Y branden. Draai in dat geval de sleutel in stand STOP en vervolgens in stand MAR; als de motor geblokkeerd blijft, probeer het dan opnieuw met de andere geleverde sleutels. Als de motor nog niet aanslaat, wendt u dan tot de Lancia-dealer. BELANGRIJK Elke sleutel heeft een eigen code, die in de regeleenheid van het systeem moet worden opgeslagen. Voor het opslaan van nieuwe sleutels (maximaal acht) moet u zich tot de Lancia-dealer wenden. Als het lampje Y tijdens het rijden gaat branden Als het lampje Y gaat branden, betekent dit dat het systeem zichzelf controleert (bijv. bij een vermindering van de spanning). Als de storing blijft bestaan, wendt u dan tot de Lancia-dealer. Bij krachtige stoten kunnen de elektronische componenten in de sleutel beschadigd worden. 12

DE SLEUTELS PORTIER- VERGRDELING BEDIING CODE-CARD fig. 10 Bij de auto worden de sleutels geleverd en de CODE-card waarop staat aangegeven: de mechanische code van de sleutels B, die bij aanvraag van duplicaatsleutels aan de Lancia-dealer moet worden medegedeeld. BELANGRIJK Om schade aan de elektronische schakelingen in de sleutels te voorkomen, mogen de sleutels niet aan directe zonnestraling worden blootgesteld. Als de auto wordt verkocht, moeten alle sleutels en de CODE-card overhandigd worden aan de nieuwe eigenaar. fig. 10 L0D0376m HOOFDSLEUTEL MET AFSTANDSBEDIING fig. 11 De metalen baard A van de sleutel zit in de handgreep opgeborgen. De sleutel dient voor: het start-/contactslot; het slot in het bestuurdersportier; het ver-/ontgrendelen van het tankklepje (bij uitvoeringen met tankdop met slot) fig. 11 fig. 12 L0D0377m L0D0246m het bedienen van de noodportiervergrendeling D-fig. 12 van de voor- en achterportieren als het elektrische systeem niet werkt (bijv. lege accu); het inschakelen van de kinderveiligheidssloten E-fig. 12 op de achterportieren. Knop B-fig. 11 dient voor het uitklappen van de metalen baard A. START RIJD LAMPJES 13

BEDIING START RIJD LAMPJES Voor het inklappen van de metalen baard A in de handgreep moet u: het knopje B indrukken en ingedrukt houden de metalen baard A bewegen het knopje B loslaten en de metalen baard A draaien totdat hij op de juiste wijze is ingeklapt en vergrendeld. Knop Ë dient voor het op afstand ontgrendelen van de portieren, de achterklep en op enkele uitvoeringen, het tankklepje. Knop Á dient voor het op afstand vergrendelen van de portieren, de achterklep en op enkele uitvoeringen, het tankklepje. Knop R dient voor het openen van de achterklep. ATTTIE Druk het knopje B-fig. 11 alleen in als de sleutel ver genoeg van het lichaam (speciaal de ogen) en van voorwerpen die snel beschadigen (bijvoorbeeld kledingstukken) is verwijderd. Laat de sleutel nooit onbeheerd achter. Hiermee voorkomt u dat iemand (dit geldt in het bijzonder voor kinderen) per ongeluk op de knop drukt. Portieren en achterklep ontgrendelen Druk kort op de knop Ë: de portieren, de achterklep en het tankklepje worden ontgrendeld, de plafondverlichting wordt tijdelijk ingeschakeld en de richtingaanwijzers knipperen twee keer. Als de brandstofnoodschakelaar in werking treedt, worden de portieren automatisch ontgrendeld. In het Instelmenu op het instelbare multifunctionele display (zie de betreffende paragraaf in het hoofdstuk Dashboard en bediening ) kunt u het systeem zo instellen dat na het indrukken van de knop Ë alleen het bestuurdersportier wordt ontgrendeld. fig. 13 L0D0378m BELANGRIJK De frequentie van de afstandsbediening kan worden gestoord door krachtige radiosignalen van buiten de auto (van mobiele telefoons, van radiozendamateurs enz.) Hierdoor kan de werking van de afstandsbediening worden beïnvloed. Portieren en achterklep vergrendelen Druk kort op de knop Á: de portieren, de achterklep en het tankklepje worden op afstand vergrendeld, de plafondverlichting dooft en de richtingaanwijzers knipperen één keer. 14

fig. 14 L0D0417m fig. 15 L0D0378m Signaleringen bewakingslampje Als u de portieren vergrendelt, gaat het bewakingslampje op de knop A- fig. 14 ongeveer 3 seconden branden en daarna knipperen (bewakingsfunctie). Als u de portieren vergrendelt en een of meer portieren of de achterklep zijn niet goed gesloten, dan gaan het lampje en de richtingaanwijzers snel knipperen. BELANGRIJK De frequentie van de afstandsbediening kan worden gestoord door krachtige radiosignalen van buiten de auto (bijv. van mobiele telefoons, van radioamateurs enz.). Hierdoor kan de werking van de afstandsbediening worden beïnvloed. Achterklep op afstand ontgrendelen/openen fig. 15 Druk de knop R in en houd de knop even ingedrukt om op afstand de achterklep te ontgrendelen (openen). Als de achterklep wordt geopend, knipperen de richtingaanwijzers twee keer; bij het vergrendelen knipperen de richtingaanwijzers één keer. BELANGRIJK De frequentie van de afstandsbediening kan worden gestoord door krachtige radiosignalen van buiten de auto (bijv. van mobiele telefoons, van radioamateurs enz.). Hierdoor kan de werking van de afstandsbediening worden beïnvloed. Portieren van binnenuit vergrendelen Druk bij gesloten portieren op de knop A-fig.14, in het midden op het dashboard, om de portieren respectievelijk te vergrendelen of te ontgrendelen. BELANGRIJK De centrale portiervergrendeling werkt niet als een portier niet goed gesloten is of als er een storing in het systeem is. Als de oorzaak van de storing is opgelost, werkt het systeem weer normaal. Als onbedoeld het vergrendelknopje vanuit het interieur wordt ingedrukt en u de auto verlaat, worden uitsluitend de gebruikte portieren ontgrendeld; de achterklep blijft vergrendeld. Voor het herstellen van de centrale portiervergrendeling moet u de ver-/ontgrendelknopjes opnieuw indrukken. START RIJD LAMPJES BEDIING 15

BEDIING START RIJD LAMPJES fig. 16 L0D0379m Batterij van de sleutel met afstandsbediening vervangen fig. 16 Ga voor het vervangen van de batterij als volgt te werk: druk op de knop A en klap de metalen baard B uit; draai de schroef C los met een kleine schroevendraaier; trek de batterijhouder D naar buiten en vervang de batterij E; let daarbij goed op de polariteit; plaats de batterijhouder D in de sleutel en draai de schroef C vast. Extra afstandsbedieningen bestellen Het systeem kan maximaal 8 afstandsbedieningen herkennen. Als u in de loop der tijd een nieuwe afstandsbediening nodig hebt, kunt u zich tot een Lancia-dealer wenden. Neem dan alle in uw bezit zijnde sleutels, de CODE-card, een identiteitsbewijs en de autopapieren mee. Lege batterijen zijn schadelijk voor het milieu. Ze moeten in daarvoor bestemde containers worden gedeponeerd of kunnen ingeleverd worden bij de Lancia-dealer, die voor de verwerking zorgt. 16

MECHANI SLEUTEL (RESERVESLEUTEL) fig. 17-18 Afhankelijk van de uitvoering kan de auto zijn uitgerust met een verzinkbare sleutel 1 of een vaste sleutel 2. De metalen baard A van de sleutel 1 zit in de handgreep opgeborgen. De knop B dient voor het uitklappen van de metalen baard A. Voor het inklappen van de metalen baard A in de handgreep moet u: het knopje B indrukken en ingedrukt houden de metalen baard A bewegen het knopje B loslaten en de metalen baard A draaien totdat hij op de juiste wijze is ingeklapt en vergrendeld. fig. 17 L0D0014m fig. 18 L0D0380m ATTTIE Druk het knopje B alleen in als de sleutel ver genoeg van het lichaam (speciaal de ogen) en van voorwerpen die snel beschadigen (bijvoorbeeld kledingstukken) is verwijderd. Laat de sleutel nooit onbeheerd achter. Hiermee voorkomt u dat iemand (dit geldt in het bijzonder voor kinderen) per ongeluk op de knop drukt. Met de sleutels bedient u: het start-/contactslot; het slot in het bestuurdersportier; het tankklepje (bij uitvoeringen met tankdop met slot) de noodportiervergrendeling als het elektrische systeem niet werkt (bijv. lege accu); de kinderveiligheidssloten op de achterportieren. START RIJD LAMPJES BEDIING 17

BEDIING Hieronder worden alle met de sleutel in te schakelen functies samengevat (met en zonder afstandsbediening): Type sleutel Sloten ontgrendelen Sloten van buitenaf vergrendelen Achterklepslot ontgrendelen Mechanische reservesleutel Sleutel linksom draaien (bestuurderszijde) Sleutel rechtsom draaien (bestuurderszijde) START RIJD LAMPJES Hoofdsleutel met afstandsbediening Knipperen richtingaanwijzers (alleen met sleutel met afstandsbediening) Bewakingslampje Sleutel linksom draaien (bestuurderszijde) Knop Ë kort indrukken 2 x knipperen Gedoofd Druk op de knop Ë om het tankklepje te ontgrendelen. Sleutel rechtsom draaien (bestuurderszijde) Knop Á kort indrukken 1 x knipperen 3 seconden continu branden en vervolgens knipperen Knop R langer dan 2 seconden indrukken 2 x knipperen Knipperen 18

ATTTIE Het kinderveiligheidsslot A-fig. 19 schakelt alleen in als u het slot in horizontale stand 1 draait en het slot vergrendelt. BEDIING fig. 19 L0D0101m KINDERSSLOT fig. 19 Hierdoor kunnen de achterportieren niet van binnenuit geopend worden. Het systeem kan alleen bij een geopend portier worden ingeschakeld. stand 1 - systeem ingeschakeld (portier vergrendeld); stand 2 - systeem uitgeschakeld (portier kan van binnenuit worden geopend). Het systeem A blijft ook ingeschakeld na het elektrisch ontgrendelen van de portieren. BELANGRIJK Schakel dit systeem altijd in als u kinderen vervoert. BELANGRIJK Controleer nadat u het kinderveiligheidsslot bij beide achterportieren hebt ingeschakeld of het slot daadwerkelijk is ingeschakeld door aan de handgreep aan de binnenzijde van de portieren te trekken. ATTTIE Het kinderveiligheidsslot A-fig. 19 schakelt alleen uit als u het slot in verticale stand 2 draait en het slot vergrendelt. U kunt de portieren weer openen door: de contactsleutel in het slot van het bestuurdersportier te steken en de sleutel linksom te draaien; het bestuurdersportier te openen; vanuit het interieur de andere portieren te openen met de betreffende hendels in de handgrepen. NOODPORTIERVERGRDE- LING VAN BUITAF fig. 20 De portieren zijn voorzien van een systeem waarmee alle portieren via het slot kunnen worden vergrendeld als er geen stroom aanwezig is. In dat geval kunt u de portieren van de auto vergrendelen door: de contactsleutel in het slot B steken; het slot in stand 1 te draaien en het portier te sluiten. fig. 20 L0D0247 ATTTIE Bedien het kinderveiligheidsslot niet gelijktijdig met de handgreep voor opening van het portier. START RIJD LAMPJES 19

BEDIING START RIJD LAMPJES START-/ CONTACTSLOT De sleutel kan in 3 standen worden gedraaid: STOP: motor uit, sleutel uitneembaar en stuur geblokkeerd. Enkele elektrische installaties werken (bijv. autoradio, elektrische ruitbediening enz.). MAR: contact aan. Alle elektrische installaties werken. AVV: motor starten (stand zonder vergrendeling). Het contactslot is voorzien van een herstartbeveiliging. Als de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de sleutel terugdraaien in stand STOP en nogmaals starten. fig. 21 L0D0021m ATTTIE Het is streng verboden om de-/montagewerkzaamheden uit te voeren, waarvoor wijzigingen in de stuurinrichting of de stuurkolom vereist zijn (bijv. bij montage van een diefstalbeveiliging). Hierdoor kunnen de prestaties van het systeem, de garantie en de veiligheid in gevaar worden gebracht en voldoet de auto niet meer aan de typegoedkeuring. ATTTIE Neem altijd de sleutel uit het contactslot als de auto wordt verlaten, om onvoorzichtig gebruik van de bedieningsknoppen te voorkomen. Vergeet niet de handrem aan te trekken. Schakel de eerste versnelling in als de auto op een helling omhoog staat en de achteruit bij een helling omlaag (gezien vanuit de rijrichting). Laat kinderen nooit alleen achter in de auto. STUURSLOT Inschakelen Zet de sleutel in stand STOP, trek de sleutel uit het start-/contactslot en draai het stuur totdat het vergrendelt. Uitschakelen Draai het stuur iets heen en weer, terwijl u de sleutel in stand MAR draait. ATTTIE Als het start-/contactslot is geforceerd (bijv. bij een poging tot diefstal) moet u, voordat u weer met de auto gaat rijden, de werking van het slot laten controleren bij de Lancia-dealer. ATTTIE Verwijder de sleutel nooit uit het contactslot als de auto nog in beweging is. Bij de eerste stuuruitslag blokkeert het stuur automatisch. Dit geldt in alle gevallen, ook als de auto gesleept wordt. 20

INSTRUMT SNELHEIDSMETER fig. 22 Geeft de snelheid van de auto aan. TOERTELLER fig. 23 Geeft het motortoerental per minuut aan. BELANGRIJK De regeleenheid van de elektronische inspuiting blokkeert tijdelijk de toevoer van brandstof als de motor met te hoge toerentallen draait, waardoor het motorvermogen zal afnemen. Bij stationair draaiende motor kan de toerenteller onder bepaalde omstandigheden een geleidelijke of herhaalde toerentalstijging aangeven. Dit is een normaal verschijnsel en kan optreden als bijvoorbeeld de airconditioning of de elektroventilateur wordt ingeschakeld. In deze gevallen dient een geringe toerentalstijging voor het behoud van de lading van de accu. fig. 22 L0D0241m fig. 24 L0D0023m fig. 23 L0D0242m fig. 25 L0D0024m BRANDSTOFMETER fig. 24 De brandstofmeter geeft het aantal liters brandstof aan dat in de tank aanwezig is (zie de paragraaf Tanken ). Het waarschuwingslampje A geeft aan dat er nog ongeveer 6 liter brandstof aanwezig is. Rijd niet met een bijna lege brandstoftank: door een onregelmatige brandstoftoevoer kan de katalysator beschadigen. START RIJD LAMPJES BEDIING 21

BEDIING START RIJD LAMPJES KOELVLOEISTOF- TEMPERATUURMETER fig. 25 Als het waarschuwingslampje A gaat branden, dan is de koelvloeistoftemperatuur te hoog; zet in dat geval de motor uit en wendt u tot de Lancia-dealer. De wijzer geeft de temperatuur aan van de motorkoelvloeistof, zodra de koelvloeistoftemperatuur hoger wordt dan ongeveer 50 C. Onder normale omstandigheden kan de wijzernaald op verschillende posities in het bereik staan, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van de auto en de zelfregulerende werking van het motorkoelsysteem. BELANGRIJK Als de wijzernaald aan het begin van de schaal staat (lage temperatuur) en het waarschuwingslampje A brandt, dan is er een storing in het systeem. Wendt u in dit geval tot de Lancia-dealer om het systeem te laten controleren. MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY (op het standaard instrumentenpaneel met twee regels) De auto kan zijn uitgerust met een multifunctioneel display dat tijdens de rit nuttige informatie levert aan de bestuurder op basis van de instelling voor de gewenste gegevens. BEGINRM fig. 26 Op het beginscherm kan het volgende worden weergegeven: A Kilometerteller B Klokje C Stand van koplampverstelling (alleen als het dimlicht is ingeschakeld). fig. 26 L0D0027m OPMERKING Bij het openen van een voorportier wordt het display verlicht en wordt enkele seconden de tijd en de kilometer-/mijltotaalteller weergegeven. Als de wijzernaald in het rode gebied komt, zet dan onmiddellijk de motor uit en wendt u tot de Lanciadealer. 22

fig. 27 L0D0384m BEDIINGSKNOPP fig. 27 + Om in het scherm en de keuzemogelijkheden de volgende optie te selecteren of de weergegeven waarde te verhogen. MODE Kort indrukken voor toegang tot het menu en/of naar het volgende scherm te gaan of de keuze te bevestigen. Even ingedrukt houden om terug te keren naar het beginscherm. Om in het scherm en de keuzemogelijkheden de voorgaande optie te selecteren of de weergegeven waarde te verlagen. OPMERKING Bij de knoppen + en hangt de werking van het volgende af: SETUP-MU In het Setup-menu kunnen de volgende instellingen worden uitgevoerd: KLOKJE INSTELL VOLUMEREGELING WAARSCHUWINGSZOEMER (BUZZER) SNELHEIDSLIMIET INSTELL MEETEHEID INSTELL. Klokje instellen Het klokje is standaard ingesteld op 24 uur. Ga voor het instellen van de tijd als volgt te werk: druk kort een aantal malen op toets MODE totdat Hour wordt weergegeven; druk op de toets + om een minuut te verhogen; druk op de toets om een minuut te verlagen. Als u de toets + of enkele seconden ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel door of terug totdat u de knop loslaat. Om de nieuwe instelling te bevestigen, moet u langer dan 2 seconden op toets MODE drukken. Volumeregeling waarschuwingszoemer (buzzer) Ga voor het instellen van het gewenste volume als volgt te werk: druk kort een aantal malen op toets MODE totdat buzz wordt weergegeven; druk op de toets + om het volume te verhogen; druk op de toets om het volume te verlagen; om de nieuwe instelling te bevestigen, moet u langer dan 2 seconden op toets MODE drukken. Weergave overschrijding ingestelde snelheidslimiet Als de ingestelde snelheidslimiet wordt overschreden, wordt dit op het display weergegeven en klinkt er een akoestisch signaal: Deze functie is standaard ingesteld op OFF. BEDIING START RIJD LAMPJES 23

START RIJD LAMPJES BEDIING Ga voor het instellen als volgt te werk: druk kort een aantal malen op toets MODE totdat SPEEd wordt weergegeven; druk op de toets + om de waarde te verhogen (de maximum snelheid is 250 km/h); druk op de toets om de waarde te verlagen (bij een snelheid lager dan 30 km/h wordt de functie uitgeschakeld OFF ); om de nieuwe instelling te bevestigen, moet u langer dan 2 seconden op toets MODE drukken. Meeteenheid instellen Ga voor het instellen van de meeteenheid (kilometers of mijlen) als volgt te werk: druk kort een aantal malen op toets MODE totdat Unit wordt weergegeven; druk op toets + of om de meeteenheid te wijzigen; om de nieuwe instelling te bevestigen, moet u langer dan 2 seconden op toets MODE drukken. Weergave inschakeling brandstofnoodschakelaar ATTTIE Als u na het verschijnen van de mededeling FPSon een brandstoflucht ruikt of merkt dat het brandstofsysteem lekt, druk dan de schakelaar niet terug, zodat brand wordt voorkomen. De afgebeelde weergave verschijnt automatisch als de brandstofnoodschakelaar inschakelt na een botsing van een bepaalde omvang. De schakelaar onderbreekt de brandstoftoevoer. Zie de betreffende paragraaf Brandstofnoodschakelaar. 24

MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY (op het comfort instrumentenpaneel met drie regels) BEDIING De auto kan zijn uitgerust met een multifunctioneel display dat tijdens de rit nuttige informatie levert aan de bestuurder op basis van de instelling voor de gewenste gegevens. BEGINRM fig. 29 Op het beginscherm kan het volgende worden weergegeven: A Datum B Kilometerteller C Klokje D Buitentemperatuur E Stand koplampverstelling (alleen als het dimlicht is ingeschakeld) START RIJD LAMPJES fig. 29 L0D09000m OPMERKING Bij het openen van een voorportier wordt het display verlicht en wordt enkele seconden de tijd en de kilometer-/mijltotaalteller weergegeven. fig. 30 L0C0384m BEDIINGSKNOPP fig. 30 + Om in het scherm en de keuzemogelijkheden de volgende optie te selecteren of de weergegeven waarde te verhogen. MODE Kort indrukken voor toegang tot het menu en/of naar het volgende scherm te gaan of de keuze te bevestigen. Even ingedrukt houden om terug te keren naar het beginscherm. Om in het scherm en de keuzemogelijkheden de voorgaande optie te selecteren of de weergegeven waarde te verlagen. OPMERKING Bij de knoppen + en hangt de werking van het volgende af: 25

BEDIING START RIJD LAMPJES Weergave koplampafstelling (alleen als het dimlicht is ingeschakeld) als het beginscherm wordt weergegeven, dan kunt u de hoogteverstelling van de koplampen bedienen (zie de paragraaf Koplampen in dit hoofdstuk. Setup-menu binnen het menu kunt u naar de voorgaande of volgende optie in de keuzelijst gaan; tijdens het instellen kunt u de waarde verhogen of verlagen. SETUP-MU fig. 31 Het menu bestaat uit een aantal functies dat cyclisch wordt weergegeven. De functies kunnen met de toetsen + en worden gekozen, waarna u keuzemogelijkheden kunt selecteren of instellingen (setup) kunt uitvoeren. Het setup-menu kan worden geactiveerd door toets MODE kort in te drukken. Door de toets + of steeds in te drukken, kunt u de lijst van het setupmenu doorlopen. De werking is afhankelijk van het geselecteerde menupunt. OPMERKING Als de auto is uitgerust met het Connect Nav+, kunt u op het display van het instrumentenpaneel uitsluitend de volgende functies regelen/instellen: Verl., Snelh.Lim., Sens. licht (indien aanwezig), Buzz. gordels en Bag pass.. De andere functies worden weergegeven op het display van het Connect Nav+, waarmee deze functies ook kunnen worden geregeld/ingesteld. Een menupunt selecteren als u toets MODE kort indrukt, kunt u in het menu de instelling selecteren die u wilt wijzigen; met de toets + of (door de toets telkens in te drukken) kan de nieuwe instelling worden geselecteerd; als u toets MODE kort indrukt, kunt u de instelling opslaan en tegelijkertijd terugkeren naar het eerder geselecteerde menupunt. Datum en Klokje instellen selecteren: als u toets MODE kort indrukt, kunt u de instelling selecteren die u wilt wijzigen (bijv. uren /minuten of jaar /maand /dag); met de toets + of (door de toets telkens in te drukken) kan de nieuwe instelling worden geselecteerd; als u de knop MODE kort indrukt, kunt u de instelling opslaan en tegelijkertijd doorgaan naar het volgende menupunt. Als dit menupunt het laatste is, dan wordt teruggekeerd naar het daarvoor geselecteerde menupunt. Als u de knop MODE even ingedrukt houdt: u verlaat het setup-menu en alleen de al opgeslagen wijzigingen (bevestigd door het kort indrukken van de knop MODE) worden bewaard. Het setup-menu heeft een tijdregeling; als het menu na een bepaalde tijd verdwijnt, worden alleen de door u opgeslagen wijzigingen (bevestigd door het kort indrukken van de knop MODE) bewaard. 26

Voorbeeld: Italiano Português MODE kort indrukken van de knop + + fig. 31 + Deutsch Français + SNELH. LIM. MU VERLAT SERVICE + BAG. PASS. English Español BUZZ. GORDELS. (*) (indien aanwezig) VOL. TOETS + Om vanuit het beginscherm te kunnen navigeren, moet u kort op de knop MODE drukken. Druk op de knop + of om in het menu te navigeren. OPMERKING Als de auto rijdt is om veiligheidsredenen alleen een beperkt menu (instellingen Verlichting en Snelheidslimiet ) toegankelijk. Als de auto stilstaat is het uitgebreide menu toegankelijk. Bij uitvoeringen die zijn uitgerust met het Connect Nav+ worden veel functies op het display van het navigatiesysteem weergegeven. + + + TRIP B SS LICHT REG. KLOK VOL. BUZZER TAAL + + TEMP. Jaar WEERGAVE. KLOK INSTEL. SLEUTEL DATUM AFST. EHEID VERBRUIK EH. + Voorbeeld: + + Dag + Maand MODE kort indrukken van de knop (*) Functie wordt alleen weergegeven als het SBRsysteem door de Lanciadealer is uitgeschakeld. + + BEDIING START RIJD LAMPJES 27

START RIJD LAMPJES BEDIING Snelheidslimiet (Snelh. lim.) Met deze functie kan de snelheidslimiet van de auto (km/h of mph) worden ingesteld. Als deze limiet wordt overschreden, wordt de bestuurder gewaarschuwd (zie hoofdstuk Lampjes en berichten ). Ga voor het instellen van de snelheidslimiet als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display verschijnt het opschrift (Snelh. Lim.); druk op knop + of om de snelheidslimiet in te schakelen (On) of uit te schakelen (Off); als de functie al was ingeschakeld (On), kan met de knop + of de gewenste snelheidslimiet worden ingesteld en worden bevestigd door het indrukken van de knop MODE. OPMERKING De waarde kan worden ingesteld tussen 30 en 250 km/h of tussen 20 en 155 mph, afhankelijk van de ingestelde eenheid; zie de paragraaf Meeteenheid afstand - die hierna is beschreven. Elke keer als u de knop + of indrukt, wordt de waarde 5 eenheden verhoogd of verlaagd. Als u de knop + of ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel door of terug. Als u dicht bij de juiste waarde bent, stelt u de exacte waarde in door de knop telkens in te drukken en los te laten. druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Ga als volgt te werk als u de instelling wilt annuleren: druk kort op de knop MODE; op het display knippert (On); druk kort op de knop +; op het display knippert (Off); druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. 28

Gevoeligheid schemersensor instellen (Sens. licht) (indien aanwezig) Met deze functie kan de gevoeligheid van de schemersensor worden ingesteld op 3 niveaus (niveau 1 = minimum niveau, niveau 2 = gemiddeld niveau, niveau 3 = maximum niveau); hoe hoger de gevoeligheid, hoe minder buitenlicht er nodig is om de verlichting in te schakelen. Deze functie is standaard ingesteld op niveau 2. Ga voor de gewenste instelling als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert het eerder ingestelde niveau; druk op de knop + of om de keuze uit te voeren; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Trip B (Trip B) Met deze functie kan de weergave van Trip B (dagteller) worden ingeschakeld (On) of uitgeschakeld (Off). Zie voor meer informatie de paragraaf Trip computer. Ga voor het in- of uitschakelen als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert (On) of (Off), afhankelijk van de instelling; druk op de knop + of om de keuze uit te voeren; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Klokje instellen (Reg. klok) Met deze functie kunt u het klokje instellen. Ga voor het instellen als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knipperen de uren ; druk op de knop + of om de instelling uit te voeren; druk kort op de knop MODE; op het display knipperen de minuten ; druk op de knop + of om de instelling uit te voeren. OPMERKING Elke keer als u de knop + of indrukt, wordt de waarde een eenheid verhoogd of verlaagd. Als u de knop ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel door of terug. Als u dicht bij de juiste waarde bent, stelt u de exacte waarde in door de knop telkens in te drukken en los te laten. druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. START RIJD LAMPJES BEDIING 29

BEDIING START RIJD LAMPJES Tijdweergave 12h/24h (Mod. Klok) Met deze functie kan de tijdweergave worden ingesteld op 12h of 24h. Ga voor het instellen als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert 12h of 24h, afhankelijk van de instelling; druk op de knop + of om de keuze uit te voeren; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Datum instellen (Inst. datum) Met deze functie kan de datum worden ingesteld (jaar - maand - dag). Ga voor het instellen als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert het jaar ; druk op de knop + of om de instelling uit te voeren; druk kort op de knop MODE; op het display knippert de maand ; druk op de knop + of om de instelling uit te voeren; druk kort op de knop MODE; op het display knippert de dag ; druk op de knop + of om de instelling uit te voeren. Opmerking Elke keer als u de knop + of indrukt, wordt de waarde een eenheid verhoogd of verlaagd. Als u de knop ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel door of terug. Als u dicht bij de juiste waarde bent, stelt u de exacte waarde in door de knop telkens in te drukken en los te laten. druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Portieren en achterklep ontgrendelen (Sleutel) Met deze functie kunt u: de voor- en achterportieren ontgrendelen, alleen het bestuurdersportier ontgrendelen of alle portieren en de achterklep ontgrendelen. Ga voor het instellen als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display wordt Portieren openen, Bestuurdersportier openen en Alles openen weergegeven; druk op de knop + of om de keuze uit te voeren. De gekozen optie gaat knipperen; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. 30

Meeteenheid afstand (Afst. eenh.) Met deze functie kan de meeteenheid van de afstand (km of mijl) worden ingesteld. Ga voor het instellen van de gewenste meeteenheid als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert (km) of (mi), afhankelijk van de instelling; druk op de knop + of om de keuze uit te voeren; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Meeteenheid verbruik (Verbruik) Met deze functie kan de eenheid van het brandstofverbruik worden ingesteld (km/l, l/100km of mpg). Deze eenheid is gekoppeld aan de geselecteerde eenheid voor de afstand (km of mijl, zie de vorige paragraaf Meeteenheid afstand ). Als de meeteenheid afstand is ingesteld op km, kan de meeteenheid verbruik worden ingesteld op km/l of l/100 km. Als de meeteenheid afstand is ingesteld op mijl, geeft het display de hoeveelheid verbruikte brandstof aan in mpg. Ga voor het instellen als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert (km/l) of (l/100km), afhankelijk van de instelling; druk op de knop + of om de keuze uit te voeren; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. START RIJD LAMPJES BEDIING 31

START RIJD LAMPJES BEDIING Meeteenheid temperatuur (Temp. eenh.) Met deze functie kan de meeteenheid van de temperatuur ( C of F) worden ingesteld. Ga voor het instellen van de gewenste meeteenheid als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert ( C) of ( F), afhankelijk van de instelling; druk op de knop + of om de keuze uit te voeren; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Taal instellen (Taal) U kunt de taal van het display instellen: Italiaans, Duits, Engels, Spaans, Frans, en Portugees. Ga om de gewenste taal in te stellen als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert de ingestelde taal ; druk op de knop + of om de keuze uit te voeren; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Volumeregeling waarschuwingszoemer (Vol. Buzzer) Het volume van het akoestische signaal (buzzer) dat klinkt voor het melden van een storing of waarschuwing, kan ingesteld worden op 8 niveaus. Ga voor het instellen van het gewenste volume als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert het niveau van het ingestelde volume; druk op de knop + of om de instelling uit te voeren; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. 32

Volumeregeling knoppen (Vol. toetsen) Het akoestische signaal dat klinkt bij het indrukken van de knoppen MODE, + en, kan worden ingesteld op 8 niveaus. Ga voor het instellen van het gewenste volume als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert het niveau van het ingestelde volume; druk op de knop + of om de instelling uit te voeren; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Herinschakeling buzzer voor melding SBR-systeem (Buzz. gordels) (indien aanwezig) De functie wordt alleen weergegeven als het SBR-systeem door de Lanciadealer is uitgeschakeld (zie de paragraaf SBR-systeem in het hoofdstuk Veiligheid ). Geprogrammeerd onderhoud (Service) Met deze functie kan worden weergegeven hoeveel kilometers of dagen nog resteren voordat een servicebeurt moet worden uitgevoerd. Ga voor het raadplegen van deze aanwijzingen als volgt te werk: druk kort op de knop MODE; op het display knippert de afstand in km of mijl, afhankelijk van de instelling (zie de paragraaf Meeteenheid afstand ); druk op de knop + of voor weergave van de afstand in dagen; druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het beginscherm. OPMERKING Het Onderhoudsschema voorziet elke 20.000 km (of het equivalent in mijl) of ieder jaar in een servicebeurt; deze weergave verschijnt automatisch als de sleutel in stand MAR staat, vanaf 2.000 km (of het equivalent in mijl) of 30 dagen voor de servicebeurt. De weergave wordt elke 200 km (of het equivalent in mijl) of om de 3 dagen weergegeven. Onder de 200 km wordt de weergave met kleinere intervallen weergegeven. Zie voor het vervangen van het luchtfilter, de motorolie en het motoroliefilter bij de 1.3 Multijet-uitvoeringen het Onderhoudsschema in het hoofdstuk Onderhoud en zorg. De weergave is afhankelijk van de ingestelde meeteenheid in km of mijl. Als u dicht bij de volgende servicebeurt bent en u de contactsleutel in stand MAR draait, verschijnt op het display het opschrift Service gevolgd door het aantal kilometers/mijlen of dagen dat resteert tot de volgende servicebeurt. De informatie van het Geprogrammeerd onderhoud wordt aangegeven in kilometers (km) of mijlen (mijl) of dagen (dd), afhankelijk van de eerstvolgende servicebeurt. Wendt u tot de Lanciadealer voor het uitvoeren van de werkzaamheden van het Onderhoudsschema of van het Jaarlijks inspectieschema, en voor het op nul zetten van deze weergave (reset). START RIJD LAMPJES BEDIING 33

BEDIING START RIJD LAMPJES Inschakeling/Uitschakeling van de frontairbag aan passagierszijde en de zij-airbag voor de bescherming van borstkas/bekken (sidebag) (indien aanwezig) (Airbag pass.) Met deze functie kan de airbag aan passagierszijde worden in- en uitgeschakeld. Ga als volgt te werk: druk op de knop MODE en druk, nadat op het display het bericht (Bag pass Off) (voor uitschakeling) of het bericht (Bag pass On) (voor inschakeling) is verschenen door het indrukken van de knop + of, opnieuw op de knop MODE; op het display verschijnt het bericht om de instelling te bevestigen; selecteer door het indrukken van de knop + of (Ja) (voor bevestiging van de inschakeling/uitschakeling) of (Nee) (om te annuleren); druk kort op de knop MODE; er verschijnt een bevestiging van de gekozen instelling en er wordt teruggekeerd naar het menuscherm of, wanneer de knop even ingedrukt wordt gehouden, naar het beginscherm zonder op te slaan. L0D2175i L0D2174i L0D2172i L0D2170i MODE + + MODE + + MODE L0D2169i L0D2176i L0D2174i L0D2173i L0D2171i 34

Menu verlaten Laatste functie waarmee de instellingen uit het menuscherm worden afgesloten. Druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Als u de knop + indrukt, wordt teruggekeerd naar het eerste menupunt (Snelh. lim). TRIP COMPUTER (indien aanwezig) Algemene informatie Met de Trip computer kan, als de contactsleutel in stand MAR staat, op het display informatie worden weergegeven over de werking van de auto. Deze functie bestaat uit General trip, dat betrekking heeft op de hele rit van de auto, en Trip B, dat betrekking heeft op een deeltraject. Deze laatste functie vormt een onderdeel (zoals is afgebeeld in fig. 33) van het totale traject van de auto. Beide functies kunnen op nul worden gezet (reset - begin van een nieuwe rit). General Trip geeft informatie over: Autonomie (actieradius) Afgelegde afstand Gemiddeld verbruik Huidig verbruik Gemiddelde snelheid Reistijd. Trip B geeft informatie over: Afgelegde afstand B Gemiddeld verbruik B Gemiddelde snelheid B Reistijd B. OPMERKING De functie Trip B kan worden uitgeschakeld (zie de paragraaf Trip B ). De gegevens Autonomie en Huidig verbruik kunnen niet op nul worden gezet. START RIJD LAMPJES BEDIING 35

BEDIING START RIJD LAMPJES 36 Weergegeven gegevens Autonomie (actieradius) Geeft het aantal kilometers aan dat nog gereden kan worden met de brandstof in de brandstoftank, waarbij ervan uit wordt gegaan dat de rijstijl niet verandert. Op het display verschijnt de indicatie - - - - als: de actieradius kleiner is dan 50 km (of 30 mijl) of de brandstofvoorraad minder is dan 4 liter; de auto langere tijd met draaiende motor stilstaat. Afgelegde afstand Geeft de afstand aan die de auto heeft afgelegd vanaf het begin van een nieuwe rit. Gemiddeld verbruik Geeft het gemiddelde brandstofverbruik aan vanaf het begin van een nieuwe rit. Huidig verbruik Geeft doorlopend de wijziging in het brandstofverbruik aan. Als de auto stilstaat met draaiende motor wordt - - - - op het display weergegeven. Gemiddelde snelheid Geeft de gemiddelde snelheid van de auto aan op basis van de tijd die verstreken is vanaf het begin van een nieuwe rit. Reistijd Geeft de verstreken tijd aan vanaf het begin van een nieuwe rit. BELANGRIJK Als er geen informatie is, verschijnt bij alle functies op de Trip computer de aanduiding - - - - in plaats van de waarde. Wanneer de normale werking weer hersteld is, worden de waarden van de functies weer op normale wijze weergegeven. De waarden die voor de storing werden weergegeven, worden niet op nul gezet en er wordt geen nieuwe rit begonnen. Bedieningsknop TRIP fig. 32 Met de knop TRIP, aan het uiteinde van de rechter hendel, krijgt u, als de contactsleutel in stand MAR staat, toegang tot de hiervoor beschreven gegevens en kunnen de gegevens op nul worden gezet om een nieuwe rit te beginnen: kort indrukken voor weergave van de verschillende gegevens; even ingedrukt houden voor het op nul zetten (reset) en het beginnen van een nieuwe rit. fig. 32 L0D0026m Nieuwe rit Begint als een reset is uitgevoerd: handmatig door de gebruiker d.m.v. het indrukken van de betreffende knop; automatisch wanneer de afgelegde afstand de waarde 9.999,9 km bereikt of wanneer de reistijd de waarde 99.59 (99 uur en 59 minuten) bereikt; iedere keer als de accu losgekoppeld is geweest. BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet terwijl het scherm van General trip wordt weergegeven, dan worden ook de gegevens van Trip B op nul gezet, terwijl bij het op nul zetten van Trip B alleen de gegevens van Trip B op nul worden gezet.