Oefentekst voor het Staatsexamen Staatsexamen NT2, programma I, onderdeel lezen bij Hoofdstuk 10 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen Katja Verbruggen Henny Taks Eefke Jacobs u i t g e v e r ij coutinho c bussum 2012
Deze oefentekst hoort bij hoofdstuk 10 van Taaltalent NT2-leergang voor midden- en hoogopgeleide anderstaligen van Katja Verbruggen, Henny Taks & Eefke Jacobs. 2012 Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16h Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichtingpro.nl). Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. ISBN 978 90 469 0319 3 NUR 624 2 van 7
Oefentekst bij hoofdstuk 10 Bouw en techniek Lees de vragen en zoek de antwoorden in de tekst. Probeer de vragen binnen dertig minuten te beantwoorden. Windturbines in Nederland 5 10 15 20 25 Hoe werkt een windturbine? De zon verwarmt de lucht, maar niet op iedere plaats op aarde wordt de lucht even warm. Zo ontstaan er temperatuurverschillen en dus warme en koude luchtstromen. De warme lucht is lichter dan de koude lucht. Hierdoor ontstaan drukverschillen. Door deze drukverschillen en de draaiing van de aarde ontstaat er wind. Een windturbine kun je vergelijken met een fietsdynamo, maar de dynamo heet dan gondel. Voor de gondel zitten wieken die rotorbladen genoemd worden. De rotorbladen zetten de langs stromende lucht om in een draaiende beweging. Ieder rotorblad kan apart versteld worden. Dit gebeurt met de bladhoekverstellingen, zodat ze de meeste wind vangen. De rotorbladen zitten vast aan de hoofdas of naaf, waarvan de draaiende beweging wordt versneld in de tandwielkast. Dit kun je vergelijken met een versnellingsbak. Bij ongeveer windkracht 2 beginnen de rotorbladen te draaien. Bij windkracht 7 à 8 bereiken ze de maximale capaciteit. Om schade te voorkomen wordt bij een te grote windkracht de windturbine stopgezet. Dit wordt door de mechanische rem gedaan. In de generator wordt de draaiende beweging omgezet in een elektrische spanning van ongeveer 380 volt. Dit ligt aan de diameter van de rotorbladen en natuurlijk aan de windsnelheid. Een transformator verhoogt de spanning, zodat het op het openbare elektriciteitsnet kan. De mast is helemaal computer gestuurd. Van de windvaan krijgt hij informatie binnen over de windkracht en de windrichting. Aan de hand van deze gegevens wordt de gondel in de goede richting gezet door middel van de kruimotor. Ook worden de bladhoekverstellingen hierdoor geregeld. windmeter en windvaan tandwielkast hoofdas hoofdlager generator kruimotor www.climatequest.org/page/reference.php?id=35 3 van 7
30 35 40 45 Waar worden windturbines geplaatst? Een windturbine kun je niet zomaar overal bouwen. Je moet rekening houden met een aantal factoren. Zo is de afstand tot elkaar belangrijk. Om te voorkomen dat windturbines elkaar beïnvloeden, moeten ze dan ook op een bepaalde minimale afstand van elkaar staan: gemiddeld zes maal de rotordiameter. Een andere factor is de hoogte van de windturbine. In hogere luchtlagen waait het harder, dus daarom zijn windturbines vaak erg hoog gebouwd. Ten derde kijkt men ook naar de horizonvervuiling. Om ze mooi in het landschap te laten passen worden de windturbines vaak in een lijnopstelling langs een dijk of vaart geplaatst. Groepsopstellingen worden door omwonenden eerder geaccepteerd als duidelijk is geworden dat hiermee een hogere opbrengst kan worden bereikt. Bovendien is het voor het aanzicht belangrijk dat de verhouding tussen de ashoogte en de rotordiameter goed is, maar ook het toerental is belangrijk: turbines met grote rotorbladen draaien langzamer en worden daarom als rustiger ervaren door omwonenden. Ten slotte moet je ook kijken naar de hoeveelheid ruimte. Als wij volop gebruik willen maken van windenergie, hebben we in ons dichtbevolkte Nederland een probleem. Daarom werkt de overheid aan windmolenparken in de zee. Deze ontwikkeling kost jaren onderzoek. De plannen voor een demoproject zijn al in volle gang. Als dit slaagt, dan zullen er windmolenparken gebouwd worden die ongeveer 24 kilometer van de kust liggen. Het voordeel is dat je ze niet meer vanaf het strand ziet en dat het op zee ook veel harder waait en ze dus een grotere opbrengst hebben. rotordiameter rotorblad ashoogte mast degazetvantienen-2012.blogspot.nl/2012/03/32000-tienenaars-zijn-pro-windturbines.html 4 van 7
50 55 60 65 70 Wat zijn de lokale effecten? Het kan natuurlijk gebeuren dat vogels tegen de turbine aanvliegen, of door de wervelingen achter de rotor gegrepen worden. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat het aantal botsingen vrij laag is in vergelijking met het aantal slachtoffers van verkeer, jacht en hoogspanningsmasten. Een ander effect op de omgeving is het geluid dat windturbines veroorzaken. Windturbines maken best veel lawaai, de rotor maakt een zoevend geluid. Ook kun je goed de tandwielkast en de generator horen. Maar door goede geluidsisolatie en voldoende afstand tot de bebouwing kan veel geluidshinder voorkomen worden. Sommige mensen vinden ook de lichtinval vervelend. Als de zon laag aan de hemel staat, zie je de schaduwslag van de rotorbladen. Als de schaduwslag precies bij een raam naar binnenvalt, kan dat heel vervelend zijn. Dit probleem is makkelijk op te lossen door de windmolen op een andere plaats te zetten of als er maar een paar uur per week schaduw is, kan de turbine zonder verlies stil gezet worden. Wat zijn de kosten? De kosten van een windturbine zijn sterk afhankelijk van de plek waar je hem neerzet. Per locatie is de hoeveelheid wind verschillend en de aansluiting op het elektriciteitsnet is per locatie verschillend. De kostprijs van stroom van windturbines varieert van 11 cent per kilowattuur op windrijke plaatsen tot 18 cent per kilowattuur landinwaarts. De prijs van fossiele brandstoffen bedraagt gemiddeld 8 cent per kilowattuur. De jaaropbrengst van een windturbine bedraagt ongeveer 850 kilowattuur per vierkante meter rotoroppervlak. Een gemiddeld huishouden gebruikt 3250 kilowattuur. Als regel kun je hier gebruiken: aantal huishoudens stroom = 0,6 het generatorvermogen in kilowatten. Dus een 750 kilowatt-turbine is goed voor ongeveer 500 gezinnen. Naar: www.climatequest.org/page/reference.php?id=35 1 Hoe ontstaat de wind, waardoor de windturbine kan draaien? a door temperatuurverschillen b door de aarde die draait c door de beweging van de aarde en door warme en koude lucht 2 Wat is de functie van rotorbladen? a Hierdoor draait de hoofdas sneller. b Ze vangen de wind op, waardoor de hoofdas draait. c Hierdoor komt de lucht in beweging. 3 Welke uitspraak is goed? a Afhankelijk van de diameter en van de windkracht ontstaat in de windturbine een spanning van 380 volt. b Bij windkracht 2 ontstaat in de windturbine een spanning van 380 volt. c Bij windkracht 7 ontstaat in de windturbine een spanning van 380 volt. 5 van 7
4 Waar kunnen windturbines het beste staan? a dicht bij elkaar b meerdere windturbines in een park c in een groep langs of in de zee 5 Hoeveel nadelige effecten op de omgeving worden er genoemd in de paragraaf Wat zijn de lokale effecten? a 2 b 3 c 4 6 Zijn windturbines gevaarlijk voor vogels? a ja, gevaarlijker dan verkeer, jacht en hoogspanningsmasten b nee, minder gevaarlijk dan verkeer, jacht en hoogspanningsmasten c Windturbines zijn even gevaarlijk voor vogels als verkeer, jacht en hoogspanningsmasten. 7 Windenergie is goedkoper dan energie uit fossiele brandstoffen. a waar b niet waar c Dat staat niet in de tekst. 6 van 7
Sleutel bij de oefentekst 1 c 2 b 3 a 4 c 5 b 6 b 7 b 7 van 7