Meten is weten Bij een inductieve ontsteking, zoals toegepast op MG, wordt de energie die nodig is voor een vonk opgebouwd in de bobine. De bobine bestaat uit een weekijzer kern met twee wikkelingen, een met c.a. 200 wikkelingen met een draad dikte van 0,75-1mm ( de primaire wikkeling), Een tweede wikkeling (de secundaire wikkeling) heeft c.a.10000 wikkelingen. Draad dikte 0,09mm.Bij het sluiten van de contactpunten gaat er een stroom lopen van het contactslot (12Volt) via de bobine, primaire wikkeling, en de contactpunten naar massa ( het chassis). Deze stroom ( c.a. 4 ampère )wekt een magneetveld op in de bobine, bij het openen van de contactpunten (dit onderbreekt de stroom) valt het magneetveld zeer snel weg, hierbij ontstaat er een hoge inductiespanning in de primaire en secundaire wikkeling, secundair ca 20 Kilovolt. Deze spanning wordt via de verdeler naar de bougies geleid en zal daar voor een vonk zorgen die het mengsel in de cilinder ontsteekt. Er ontstaat echter een probleem bij de contactpunten op het moment dat deze open gaan. Op dat moment zal er, omdat de afstand tussen de punten nog zeer klein is en de spanning op dat moment ca 250 a 300 volt groot is zal er tussen de punten een sterke vonk ontstaan deze veroorzaakt sterke inbranding van de punten en een zeer slechte secundaire vonk. Dit wordt opgelost door een condensator over de punten te monteren. De werking kan het beste vergeleken worden met een soort accu. Op het moment dat de punten open gaan heeft de condensator een zeer lage weerstand en zal de inductie spanning de condensator zeer snel opladen en hebben de punten tijd om vergenoeg te openen zonder noemenswaardige vonkvorming. Helaas is er toch nog enige vonkvorming waardoor er vonkerosie (slijtage) ontstaat. Hierdoor is een redelijke werking beperkt tot c.a. 10.000 KM, afstelling of vervanging is dan noodzakelijk. Een ander probleem ontstaat bij het sluiten van de contactpunten. De stroom die het magneetveld moet opwekken is niet direct maximaal (wet van Lenz). Bij lage toeren kan de stroom nog maximaal worden maar bij hoge toeren is dit niet meer het geval. Hierdoor neemt de afgegeven vonkspanning af bij het toenemen van het motortoerental. De oplossing hiervoor kan zijn het verminderen van de zelfinductie van de primaire spoel (van de bobine) b.v minder wikkelingen en of dikkere draad. Dit heeft echter het nadeel dat de primaire stroom zal toe nemen. Bij een verdeler met contactpunten zal men de stroom niet hoger kunnen maken dan ca 4 Ampère, dit is de grens omdat bij een hogere stroom de punten te heet worden en na korte tijd zullen verbranden. Hierop is de wet, behoud van ellende, van toepassing Een oplossing kan dan zijn
Het monteren van een transistor ontsteking b.v. Velleman kit, No K2543 kosten c.a. 15.00 euro. zelf solderen en in elkaar zetten. Deze kan eenvoudig omgebouwd worden naar plus aan massa ( zie schema). Hierbij blijven de contactpunten in de verdeler. In tegenstelling tot wat in de bouwomschrijving staat kan de condensator blijven zitten, mits van goede kwaliteit (nieuw). Het monteren van b.v. een Accuspark of Luminition unit in de verdeler kosten vanaf c.a. 50.00 euro, bij plus aan massa c.a. 100.00 euro. Contactpunten en condensator vervallen. Een 123 ontsteking monteren, kosten c.a. 400.00 euro. Voor en nadelen De motor ontwerper heeft veel tijd, moeite en kosten in een goed werkend ontstekingsmechanisme gestopt, dit betekent een juiste vervroegingscurve en hierop aansluitend een correct werkende vacuumvervroeging voor deellast. Het heeft dan ook de voorkeur om gebruik te maken van de bestaande verdeler mits in goede staat. Zie foto 6 beeld op de sychrograaf van een Lucas verdeler, hier is geen onrust te zien, dus een goede verdeler. Wanneer we overwegen een Velleman kit of Accuspark unit te monteren controleer dan het mechanische deel van de verdeler, speling op de as en een goed werkend vervroegingsmechanisme, en het membraam in de vacuumdoos. Als dit in orde is kunnen we zonder problemen een van deze twee units monteren. Bij de Velleman kit is er door het feit dat er nog een condensator van 0,22uF over de bobine is aangesloten een stijgstijd van 20 microsec voordat de maximale vonkspanning aanwezig is, vonkduur is ruim voldoende c.a. 2500 microsec. (Bosch super bobine) Aangezien de contactpunten alleen nog maar een geringe stroom schakelen is er geen vonkerosie, alleen een geringe mechanische slijtage van de nok. deze gaat zonder tussentijds afstellen zeker 40.000 Km mee. Alleen het regelmatig smeren van de nok en het oliën van de as onder de verdeler moet men nog bijhouden. Na het monteren en afstellen van een verdeler met Accuspark ontsteking moet alleen de onder de rotor met interval gesmeerd worden. Deze moduul heeft door gebruik te maken van een speciale transistor (IBGT) geen condensator meer nodig en hierdoor is de stijgstijd 1usec,vonkduur c.a. 2500 microsec. (Bosch super bobine) Bij gebruikmaking van andere bobines kunnen deze gegevens afwijken. Oudere bobines van Lucas zoals gebruikt in b.v MG-TC geven een lage spanning af en kunnen beter vervangen worden. Bij de 123 ontsteking/verdeler is er de mogelijkheid meerdere vervroegingscurven in te
stellen. Er is een uitvoering met en een zonder vacuumverstelling echter hoe dit verloopt is mij onduidelijk. Ook hier is een zeer snelle stijgstijd van de hoogspanning c.a. 1.5 usec, vonkduur c.a. 2500 usec. Een snelle stijgtijd van de hoogspanning is belangrijk voor een goede vonk omdat een parallelweerstand (b.v. natte of slechte bougies)hier weinig invloed op hebben. De Velleman kit is hier in het nadeel. Een lange vonkduur is van belang om ook een arm mengsel goed te kunnen ontsteken, deze is bij alle drie vormen uitstekend. De vonkduur is c.a. 2msec en strekt zich uit over 36 graden bij 3000 omw/min Wanneer er een defect optreed kan men bij de Velleman kit met het omsteken van een paar draden direct weer rijden. Bij de Accuspark zal men de grondplaat moeten verwisselen (iets meer werk). Bij de 123 ontsteking moet men de gehele verdeler wisselen. De Accuspark (mits min aan massa) komt als beste oplossing naar voren gevolgd door de Velleman kit. De 123 verdeler is een goede vervanger maar heeft het nadeel van een zeer hoge prijs.
Foto 1, Velleman kit primair gemeten stijgtijd Foto 2, Velleman kit primair totaal.
Foto 3, Accuspark primair gemeten stijgtijd Foto 4, Accuspark primair totaal
Foto 5, Accuspark secundair Foto 6 en 7 van de Allen synchrograaf. Foto 6, beeld van Lucas verdeler, er is geen futter (slijtage en of speling) Scoop beelden van Fluke 98 automotive scoopmeter.
Schema Velleman kit. Het tweede schema is voor plus aan massa.
Afstellen ontsteking van MG-TC Bij het afstellen van een ontsteking kan men gebruik maken van een vermogens testbank. Niet iedereen heeft deze mogelijkheid en is tevens vrij kostbaar. We kunnen dit ook doen op de openbare weg. Hierbij monteren we een temperatuur opnemer (thermokoppel) direct onder aan het uitlaatspruitstuk en we maken gebruik van een stopwatch voor tijd meting. De ontsteking stellen we af in stappen van 2 graden voorontsteking te beginnen bij 6 graden. Daarna 8 enz. bij statische afstelling. Hierbij versnellen we in de 4 e versnelling van 2000 toeren naar 3500 toeren en nemen we de tijd en uitlaat temperatuur op. De volgende gegevens zijn door ons opgenomen, Luchtdruk 1018 mbar, buitentemperatuur 22graden. 6 graden voor ontst, temp 460 gr, 2000-3500 omw/min= 16 sec 8 graden voor ontst, temp 455 gr, 2000-3500 omw/min=13,5 sec 10graden voor ontst, temp 452 gr, 2000-3500 omw/min=13 sec 12graden voor ontst, temp 450 gr, 2000-3500 omw/ min=13,5sec 16graden voor ontst, temp 448 gr, 2000-3500 omw/min=15,8sec. We zien dat bij 10 graden voorontsteking het maximale vermogen wordt afgegeven tevens zien wij dat de temperatuur op het spruitstuk bij verdere zakt. Een juiste afstelling zal dan ook zijn 10 graden voor ontsteking i.p.v de 0 graden(bdp) afstelling zoals aangegeven in het werkplaats handboek. Deze methode van afstellen kan ook voor andere modellen (motoren) worden gebruikt.