Inhoudsopgave. 1. Inleiding De ohmmeter 3. Aanwijzingen Klemaanduidingen 5. Opdracht 1 8. Opdracht 2 9. Opdracht 3 10.

Transcriptie

1

2 1. Inleiding De ohmmeter 3. Aanwijzingen 3 4. Klemaanduidingen 5 Opdracht Meetvolgorde 6 Opdracht 1 8 Opdracht 2 9 Opdracht 3 10 Opdracht 4 11 Opdracht 5 12 Opdracht 6 13 Opdracht 7 14 Opdracht Inhoudsopgave.

3 Inleiding. oplossen. In worden praktijk opgelost. komen Jij zult er allerlei later ook soorten in de storingen praktijk als voor monteur die door storingen de monteur moeten moeten draaistroommotoren Aan de hand gaan van we dit met boek een en multimeter met behulp op van zoek de naar Foutensimulator een bedradingfouten. kunnen het Let doen op! De van spanning de metingen. moet bij het doormeten altijd afgeschakeld zijn. Veel plezier bij - 3 -

4 1. De Mulitmeter. Zet Gebruikt zaken deze op voor op het de scherm het stand meten weergeven voor bij het voorkeur meten een van digitale weerstand. multimeter De meter (bijv. kan fluke de volgende 114 of 115). Geeft een ohmmeter.. OL of. 0 Ω. een vaste waarde aan dan is er geen verbinding of dat de verbinding is onderbroken Er is een rechtstreekse verbinding (of kortsluiting). Je meet een weerstand van bij- voorbeeld een lamp, een motor of relaisspoel Meet stroomkringschema. de schakeling systematische Streep de verbinding door aan door de die hand je van als goed de het bevonden gegeven hebt. Algemeen Aanwijzingen: lgemeen. verbreekcontacten Let er vooral op dat bij het doormeten van een verbinding soms een verbinding opendrukken geconstateerd door wordt het van terwijl relais een via relais. met een de Daarom andere hand in weg moet te drukken. gemeten je de verbreekcontacten wordt. Bijvoorbeeld even via de een oplopende waarde Je meet nu een condensator die zich door de batterij van de ohmmeter aan het opladen is.

5 Voorbeeld 1. De Maar meten! ohmmeter geeft 543 Ohm aan: de spoel K1 lijkt in goed te werken. K2.2 de Druk ohmmeter daarom kan met via de de hand contacten relais K2.1 even en in K2.2: waardoor de weerstand de contacten van de K2.1 lamp en H Klemaanduidingen zich openen. magneetschakelaars en thermische beveiligingen hoofdcontacten 1-2; 3-4; 5-6; 7-8 verbreekcontacten 11-12; 21-22; maakcontacten 13-14; 23-44; hulp maakcontacten thermisch spoel verbreekcontact maakcontact A1-A2-5 -

6 2. Meetvolgorde. Let Ga bij er ook het zoeken op dat alles van storing correct altijd en vervolgens systematisch de voorschriften werk. Meet eerst de hoofdstroomkring door: is aangesloten. verbinding smeltveiligheden door tussen of installatieautomaten de installatieautomaten F1 t/m en F3 het door. thermisch verbinding beveiliging door tussen door het (F5). thermisch relais en de inschakelcontacten. thermisch relais. elektromagnetische Meet Meet de de inschakelcontacten bedrading door schakelaar vanaf door. de (relais) inschakelcontacten Dit kan zijn. een draaischakelaar van K1 tot of aan een - in Meet de kast de spoelen voor de van motor de motor (U,V,W). door. de aansluiting - 6 -

7 Meet daarna de stuurstroomkring door: Meet de smeltveiligheid verbinding door of tussen installatieautomaat de installatieautomaat F4 door. en de hulpcontacten van het thermisch relais door. hulpcontacten van thermisch relais door. het NC(95) NC(96) NO(98) NO(97) contact door. Meet de verbinding tussen de hulpcontacten van het thermisch relais en de schakelaar door. schakelaar S1 (STOP) door. verbinding tussen S1 en S2 door. schakelaar S2 (START) door. verbinding tussen S2 en de spoel van het relais K1 door. spoel van het relais K1 hulpcontacten van K1 door. schakelaar S3 door. - spoel hulpcontacten van het relais van K2 K2 door. Let Meet de verbinding door tussen het thermische contact NO(96) het contact 2.6. zit op bij deze kast zijn de lampjes niet door te meten omdat dit neonlampjes zijn. Er In elke geen opdracht gloeidraad zit maar in. één fout/defect

8 OPDRACHT 1. In storing de installatie op. bevindt zich een storing, zoek aan de hand van de aanwijzingen de Omschrijving Er blijft één fase van ingeschakeld de storing: na het uitschakelen van de motor. Zit de storing in de hoofdstroomketen of de stuurstroomketen? - 8 -

9 OPDRACHT 2. In storing de installatie op. bevindt zich een storing, zoek aan de hand van de aanwijzingen de Omschrijving De motor gaat van niet de draaien. storing: De motor bromt, terwijl het relais K1 wel opkomt. Zit de storing in de hoofdstroomketen of de stuurstroomketen? - 9 -

10 OPDRACHT 3. In storing de installatie op. bevindt zich een storing, zoek aan de hand van de aanwijzingen de Omschrijving De motor draait van linksom de storing: plaats van rechtsom. Zit de storing in de hoofdstroomketen of de stuurstroomketen?

11 OPDRACHT 4. In storing de installatie op. bevindt zich een storing, zoek aan de hand van de aanwijzingen de Omschrijving De schakeling van werkt de prima storing: maar er is een bedradingfout gemaakt. Zit de storing in de hoofdstroomketen of de stuurstroomketen?

12 OPDRACHT 5. In storing de installatie op. bevindt zich een storing, zoek aan de hand van de aanwijzingen de Omschrijving De motor kan van niet worden storing: ingeschakeld. Het relais K1 komt ook niet op. Zit de storing in de hoofdstroomketen of de stuurstroomketen?

13 OPDRACHT 6. In storing Omschrijving de installatie op. van bevindt de storing: zich een storing, zoek aan de hand van de aanwijzingen de Op De worden. thermische de kast brandt beveiliging een lampje is niet Thermisch aangesproken. uit en De het motor lampje kan storing wel ingeschakeld gaat branden. Zit de storing in de hoofdstroomketen of de stuurstroomketen?

14 OPDRACHT 7. In storing de installatie op. bevindt zich een storing, zoek aan de hand van de aanwijzingen de De Omschrijving motor kan van wel worden storing: ingeschakeld maar hij kan niet worden uitgeschakeld. Zit de storing in de hoofdstroomketen of de stuurstroomketen?

15 OPDRACHT 8. In storing de installatie op. bevindt zich een storing, zoek aan de hand van de aanwijzingen de Omschrijving Op F4 aangesproken. het moment van dat de de storing: motor ingeschakeld wordt via S1, wordt de installatieautomaat Zit de storing in de hoofdstroomketen of in de stuurstroomketen?

16 OPDRACHT 9. In storing de installatie op. bevindt zich een storing, zoek aan de hand van de aanwijzing de Omschrijving Als branden. motor thermisch van de storing: uitgeschakeld is, blijft na het resetten de storingsmelder Zit de storing in de hoofdstroomketen of de stuurstroomketen?