cywcccfc' ~N 'f \ccy ycmif.)



Vergelijkbare documenten
Kort commentaar op insprekers inspreekavond Notitie bijgestelde Kaders Windenergie commissie DSO (10 juni 2013)

Houtskoolschets Windstreek 2011

Wij hopen dat u deze punten zult meenemen in de definitieve startnotitie. 1

Ons nummer: R *R * Raadsvoorstel gemeente Súdwest-Fryslân O E. standpunten windenergie Raadsvergadering van 20 februari 2014

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving.

RAADSBIJEENKOMST LELYSTAD SESSIE 4

Besluit college van Burgemeester en Wethouders

Gebiedsvisie windenergie Drenthe. Voorgestelde behandeling: - Provinciale staten op 26 juni 2013

Proactieve aanwijzing Windpark Kabeljauwbeek, Woensdrecht

No Emmeloord, 24 juli Onderwerp Plan van aanpak zonneweides. Advies raadscommissie. Aan de raad. Status: ter besluitvorming

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Energietransitie Structuurvisie windenergie op land Windpark Fryslân

Aan: Het college van Gedeputeerde Staten Provincie Noord-Brabant Postbus MC s HERTOGENBOSCH. Geachte college,

Datum vergadering Gedeputeerde Staten Verzenddatum Geheim. 28 oktober 2014 J j OKF ZOU

Naam en telefoon. Y. de Graaf M. van t Hof Afdeling. Portefeuillehouder

provinsje fryslân provincie fryslân b

De paragrafen en worden in het kader van deze partiële herziening als volgt gewijzigd;

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 9. Extra windturbines in gemeente Dalfsen. Datum: 25 maart Decosnummer: 7

Beleidskader windenergie

Raadsvoorstel Start m.e.r.-procedure windpark Spinder

Samenwerkingsovereenkomst Wind Werkt voor Goeree-Overflakkee. Gemeente Goeree-Overflakkee Provincie Zuid-Holland Coöperatie Windgroep

Morgen, woensdag 8 juni 2016, bespreekt u in de commissie Ruimte en Leefbaarheid onder meer de partiële herziening VRM / PlanMER windenergie.

Fryslân Windstreek 2012

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl)

/23, RS Adema E.F. (050) Stand van zaken Windpark N33

Waarom windenergie op land?

Arnhem Schaliegasvrij?

Oan Provinsjale Steaten

Zienswijze windvisie Provincie Gelderland

Windenergie met beleid. Brief aan de raadsleden. Pl atform DUURZAME E N ERGIE W e st Br ab ant - 1 -

Aanvullingen, wijzigingen en reactive op regiobijeenkomsten plan Opschalingscluster Sieswerd

Raadsvoorstel gemeente Coevorden

2 2 JULI /29/A.41, RP Horst W.A. ter (050) w.a.ter.horst@provinciegroningen.nl

steaten Noordstra, lepie

Voorstel. : J.C. Niemeijer

Ontwerp wijziging PRVS

FRYSLÂN FOAR DE WYN. Plan van aanpak. Finale versie, 14 november 2013

Windpark Fryslân Nieuwsflits is een digitale nieuwsbrief met korte berichten over ontwikkelingen rond Windpark Fryslân

Aan de Raad. Uw raad heeft zich tot nu toe (formeel) niet uitgesproken inzake windmolens langs de N33.

Comité Hou Friesland Mooi

Centrum Publieksparticipatie, o.v.v. SWOL Postbus GH DEN HAAG

Agendapunt 5 Opinienota

Windenergie Al 6 Samen op weg naar een duurzame toekomst -- >--- GEMEENTE. elen. >X<&< Gemeente Breda. gemeente. Zundert. lvloerdijk 2 ( S3W < fed

3. Coöperatie Windgroep Goeree-Overflakkee, namens deze Arjan van der Tol, handelend als voorzitter, hierna te noemen: Windgroep.

PERSOONLIJK Aan de Minister van Infrastructuur en Milieu Mevrouw drs. M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus Postbus EX DEN HAAG

Datum: Adviserend. 24 januari Feb/mrt 30 januari

rj) provinsje fryslân provincie fryslân b Provinciale Staten van de provincie Fryslân Leeuwarden, 7 april 2015 Verzonden, 07 APR.

Nota van beantwoording zienswijzen NRD planmer behorende bij Energievisie

1 Doel en inhoud evaluatie Aanleiding Doelen Inhoud... 3

Intentieovereenkomst Windpark Zeewolde

Herstructurering Wind op Land provincie Noord-Holland

Voornemen Rijksstructuurvisie Windenergie op Land. Achtergrondinformatie

Bewonersavond Windenergie Korendijk. John Ebbelaar (Tauw) Bob Schulte (Ecofys)

BESTEMMINGSPLAN VERWIJDEREN WINDTURBINE NABIJ VROUWENPAROCHIE

Hierbij willen wij reageren op de concept structuurvisie Windstreek 2012.

Eerste officiële inspraak Windenergie A16

Ons kenmerk: Z / mevrouw M.A. de Jong, de heer H. de Rijk

Factsheet van de nationale, provinciale en lokale beslismomenten van windparken in de Veenkoloniën

Stijn Smeulders / september 2017

Windvisie Gelderland. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop. 21 augustus 2014 / rapportnummer

Kollumerland c.a. gemeente VERZONDEN 1 9 APR 2C1. Overlegorgaan Nationaal Park Lauwersmeer t.a.v. M. Hoekstra Postbus AP GRONINGEN

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest

*Z7348DBDA7D* raadsvoorstel. Onderwerp. Uitgangspunten windenergie. Voorstel

Communicatieplan windenergie

Landschappelijke inpassing windlocatie Westpoortweg + visualisaties

Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Aanleiding

Reactienota en eindconclusie inzake de visie op de lokaal-bestuurlijke inrichting van Zuidoost-Fryslân en de Friese Waddeneilanden

Concept Ruimtelijk Perspectief Windenergie op Land

Onderwerp Brief van Provincie Zuid-Holland over windenergie A44-zone - Ter kennisname

Waarom windenergie (op land)?

Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050

Beroep tegen reactieve aanwijzing GS van Gelderland inzake bestemmingsplan en exploitatieplan Bedrijventerrein De Grift Noord

Deelnotitie 4.6 Landschappelijke inpassing en voorlopige grenzen zoekgebied

Registratienummer: Z / Vaststelling Reikwijdte en Detailniveau Windpark Haringvliet GO

1. Om bijgaande notitie uitgangspunten windenergie vast te stellen. 2. Om kennis te nemen van de bijgaande kaarten windenergie.

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

Bestuursovereenkomst overdracht bevoegdheden inzake realisatie windopgave gemeente Brielle

Martijn ten Klooster, Pondera Consult. Quickscan locaties windenergie gemeente Zwolle

achtergrond hoofdstuk 1 Structuurvisie 2020 keuzes van visie naar uitvoering inbreng samenleving achtergrond ruimtelijk en sociaal kader bijlagen

Commissie bestuur en financiën

ADVIES ONTWERP PIP WINDENERGIE A16

aanbiedingsnota raad invullen organisatie beeldvorming op 5 oktober 2017 oordeelvorming op n.v.t. besluitvorming op 26 oktober 2017

Verzenddatum O 9 OKT Paraaf Provin. retaris. Onderwerp Zienswijze op NRD van het PlanMER Structuurvisie Windenergie op Land

Raadsvoorstel. J.A.E. Landwehr 29 november september De raad wordt voorgesteld te besluiten:

M E M O. We zien de oplossing niet in grote schaalvergroting naar 1 of 2 gemeenten. We zoeken het in de samenwerking vanuit de inhoud.

behorende bij het voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van bestemmingsplan Kerkeveld naast 18 Beekbergen

Heerhugowaard Stad van kansen

Windenergie Goeree-Overflakkee

Ja. Ja. D66 wil dat Groningen in 2040 al CO 2- neutraal is en wil dat de provincie een ambitieuze regionale energiestrategie opstelt.

Betreft: Herindelingsontwerp samenvoeging provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

-FrysIân. Emmeloord / Makkum, 13 juni Geachte Statenleden,

Besluit tot coördinatie procedures Ressen/Bouwmarkt

Gedeputeerde Staten. Burgemeester en Wethouders van Binnenmaas Postbus ZH Maasdam. Ontheffing Verordening ruimte 2014 Windpark Oude Maas

Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bij brief van 13 december 2016, ingekomen op 13 december 2016, heeft u namens de GroenLinks fractie schriftelijke vragen gesteld.

III III Hill Hill III INI NI II

Duurzame energie op Goeree-Overflakkee

Geachte leden van de raad,

Transcriptie:

^o=- ^ cywcccfc' ~N 'f \ccy ycmif.) Uw kenmerk: - Ons nummer: ul2.012590 III IIIIIIllll IIIIIIIIIII Behandeld door: de heer K. de Vries Telefoon: 0515-489000 Onderwerp: Structuurvisie Fryslan Windstreek 2012 Aan de leden van Provinciale Staten van de Provincie Fryslan Postbus 20120 8900 HM LEEUWARDEN V -:HZ()NU-if\ f* 'j i\hiv?in/ Sneek, 8 november 2012 Geachte leden van Provinciale Staten, 1. Inleiding Graag reageren wij op uw ontwerp-structuurvisie Fryslan Windstreek 2012. Wij waarderen de inzet die u toont om over dit lastige dossier een visie neer te leggen. Wij zien echter ook dat uw visie tot veel verzet en onbegrip heeft geleid. Zeker in en rondom de zoekgebieden die zijn aangegeven. Twee ervan liggen in onze gemeente: (a) IJsselmeer (langs de Afsluitdijk en (b) Kop Afsluitdijk. Wij zien met u de noodzaak om ten aanzien van windenergie ambitie te tonen. Wel plaatsen wij op meerdere onderdelen kanttekeningen. Wij komen ook tot andere keuzes. Wij lichten onze stellingname nader toe. U geeft aan het van belang te vinden om samen met de gemeente op te trekken en zo tot draagvlak te komen. Wij gaan hierover graag verder met u in gesprek. Ook vormt onze reactie de aanzet om samen met de raad tot een verdere verdieping te komen. 2. Leeswijzer Eerst wordt in hoofdlijnen ons standpunt vermeld (paragraaf 3). Daarna volgt een nadere toelichting op onderdelen. In paragraaf 4 komen meerdere onduidelijkheden en vragen aan de orde. In paragraaf 5 wordt de standpuntbepaling gekoppeld aan de tot dusver door gemeente geformuleerde kaders. Daarna volgen dan nog enkele specifieke onderdelen (paragraaf 6 t/m 8). In bijlage 1 is een kort overzicht gegeven van het vertrekpunt voor de standpuntbepaling (rijk, provincie, gemeente). Deze brief geldt als zienswijze op uw visie. De brief is echter ook zodanig geredigeerd dat het ook in bredere zin kan dienen als document waarin het gemeentelijke standpunt over windenergie wordt verduidelijkt. 3. Standpunt op hoofdlijnen 3.1. Ingekomen reacties/kritische houding van de streek Het windenergiedossier maakt veel emoties los. Zeker wanneer contouren van opstellingen meer concreet in beeld komen. Dan wordt ook duidelijk hoeveel draagvlak er is voor te nemen besluiten en binnen welke bandbreedtes eventuele bezwaren kunnen worden weggenomen. Gemeente Súdwest-Fryslân Postbus 10.000 8600 HA Sneek BNG rek.nr. 285149431 Kvk nr. 51791811 T F E W 0515-489000 0515-489999 lnfo@gemeenteswf.nl www.gemeentesudwestfryslan.nl Gemeenteloketten Kerkstraat 1, Bolsward Marktstraat 15, Sneek Merk 1, Workum

De visie heeft, gerelateerd aan de twee zoekgebieden in onze gemeente, een fors aantal reacties opgeleverd, veel vragen opgeroepen en veel verzet veroorzaakt. De streek voelt zich overvallen door de grote impact van te plaatsen windturbines die men op basis van de visie binnen de gebieden verwacht. De opzet van uw visie speelt daarbij een belangrijke rol. De begrenzing van de zoekgebieden zijn fors. De nuances die daarbij door u worden aangegeven zijn ondergesneeuwd dan wel in de presentatie onvoldoende voor het voetlicht gebracht. Er is ook kritiek op de wijze waarop over de visie is gecommuniceerd. Wij vinden dat de reacties, zoals die nu op de visie worden gegeven, overwegend verder reiken dan een simpele pleidooi om maatregelen niet in de eigen 'achtertuin' te laten plaatsvinden. In een groot deel van de reacties klinkt een serieuze zorg door in relatie tot de teloorgang van waarden, zowel in landschappelijke als economische zin. Een en ander gerelateerd aan aspecten als landschap, toerisme, natuur, cultuurhistorie en woonbeleving. Wij zien ook bij voorstanders van windenergie twijfels ontstaan over de koers zoals die in de structuurvisie wordt aangegeven. Het is gewenst om op intensievere wijze met de streek, initiatiefnemers en andere betrokkenen in gesprek te komen om zo de aanpak rond windenergie te verduidelijken en mogelijkheden te onderzoeken. 3.2. Onderzoek en resultaten Eerder is vanuit de gemeente gekozen voor een lijn om met de provincie binnen de kaders van het provinciale coalitieakkoord (medio 2011) de mogelijkheden voor windenergie te onderzoeken. Daarbij werd al aangegeven dat dit een lastig traject zou zijn, waarbij met name ook een goede synergie met andere functies in het gebied aan de orde zou moeten komen. In het planmer-onderzoek is tot een zekere niveau onderzoek verricht. Dit leidt voor een fors deel van onderzochte aspecten tot een negatieve dan wel zeer negatieve score (zie onder andere bijlage 2 van de visie: "Samenvattende tabel planmer"). Ook is voor een aantal aspecten nog aanvullend onderzoek nodig. Zo is de conclusie gerechtvaardigd dat onderzoek etc. nog niet leidt tot een ondubbelzinnige conclusie dat binnen de zoekgebieden tot een goede inpassing van windenergie kan worden gekomen. 3.3. Onduidelijkheid over te realiseren aantallen NW aan vermogen Om tot een verdere scherpte rond de ontwikkeling van gebieden te komen is het gewenst om ten aanzien van de totale provinciale opgaaf voor een langere periode duidelijkheid te geven over het aantal te realiseren MW aan windvermogen. Naar verwachting kan deze opgaaf hoger uitvallen dan de eerder door de provincie beoogde 400 MW. Niet valt uit te sluiten dat dit zelfs fors hoger uitvalt, gelet op te de maken afspraken op nationaal niveau met het Rijk. Zonder een meer exacte duiding kan nauwelijks tot een passende ontwikkelingsgerichte aanpak worden gekomen. Zo zullen mensen binnen het gebied die in positieve zin willen meedenken over de invulling van windmolens op ieder moment kunnen worden overvallen door een eventuele aanvullende veel forsere claim. Met een (verdere) polarisatie van standpunten tot gevolg. Ook voor partijen die in het gebied plannen willen ontwikkelen is een meer consistent beleid met een voldoende commitment van groot belang. Er is een scherpere toedeling van te realiseren windvermogen per gebied gewenst.

3.4. Verdeling opgaaf over gebieden Nu er gerede twijfel bestaat over de haalbaarheid om binnen de nu aangegeven zoekgebieden tot een invulling van de opgaaf te komen is het gewenst om uit te gaan van een ruimer aantal zoekgebieden dan de huidige drie. Zeker wanneer de opgaaf fors hoger ligt dan de eerder beoogde 400 MW. Ook de huidige twee zoekgebieden in Súdwest-Fryslân blijven dan in beeld als eventuele locatie. 3.5. "Nee, tenzij" gekoppeld aan wenkend ontwikkelperspectief Op basis van het voorgaande is er genoeg aanleiding om voor de nu benoemde gebieden uit te gaan het uitgangspunt "nee, tenzij". Er past hier een 'pas op de plaats' om van daaruit weer nieuwe stappen te zetten. Niet wordt uitgesloten dat, na een aanvullende analyse, wel tot een zekere Invulling van de twee zoekgebieden kan worden gekomen. Wel gaat het dan vooralsnog in ieder geval om aanmerkelijk kleinere zoekgebieden en om een beperking ten aanzien van de te plaatsen windmolens (naar aard en schaal). De plaatsing van windmolens zal ook in samenhang moeten plaatsvinden met een onderzoekstraject naar een wenkend ontwikkelperspectief voor het totale gebied Afsluitdijk en Kop Afsluitdijk, met name ook binnen de driehoek Makkum-Komwerderzand-Zurich. Met een visie voor deze driehoek kan worden beoordeeld of bij een eventuele windenergieclaim aan weerszijden van het gebied tot een voldoende ruimtelijke inpassing kan worden gekomen. Zo kan een samenhangend beeld van bestaande en nieuwe functies ontstaan. Ook kan er een koppeling plaatsvinden met het ontwikkelingskader rond de Structuurvisie Afsluitdijk en de daarbij uit te werken "haltergedachte". 3.6. Specifieke situatie aanpak in IJsselmeer (langs de Afsluitdijk) Voor de locatie in het IJsselmeer loopt al een via het Rijk ingezet proceduretraject rond de Rijkscoördinatieregeling Windpark Fryslan. Hier wordt door de initiatiefnemer van het project een windlocatie mogelijk geacht van 250-400 MW. Het project verkeert in een fase van (milieu)onderzoek. Gezien het tot dusver uitgevoerde onderzoek door de provincie kunnen er vraagtekens worden gezet bij de haalbaarheid van deze forse claim. Met name de afstand tot aan het kustgebied, de consequenties voor de toeristische sector en de relatie met omliggende natuurgebieden zetten de realisatie onder druk. Er is sprake van een toenemende zorg of binnen deze context tot de realisatie van een park op deze gevoelig plek kan worden gekomen. Van gemeentekant zullen deze gevoelens worden ingebracht binnen het project. 3.7. Sanering en participatie Bij een verdere aanpak zullen sanering en participatie een belangwekkende plek binnen het proces moeten krijgen. De aanzet zoals die in de visie wordt gegeven biedt voldoende basis om verdere stappen te zetten. 3.8. Eigen verantwoordelijkheid overheden De diverse rollen en belangen van de verschillende overheden in relatie tot windenergie worden onderkend. Overheden hebben daarbij hun eigen verantwoordelijk met betrekking tot het formuleren van uitgangspunten en het eventueel aanwijzen van gebieden. Zie bijlage 1 "Vertrekpunt standpuntbepaling". Wij gaan er vanuit dat, binnen ieders verantwoordelijkheid, er een groot belang wordt gehecht aan draagvlak binnen de streek en dat daarbij het oordeel van de gemeente zwaar weegt. De gemeente is ook bereid hier initiatief te tonen en met u en het Rijk te zoeken naar haalbare opties die aansluiten bij de bestaande ofte realiseren kwaliteiten van het gebied. 3.9. Gemeentelijke beleidsnotitie en dialoog met de streek De aanpak om zelf tot een beleidsnotitie te komen krijgt nader gestalte. Samen met de raad, de streek, initiatiefnemers en andere betrokkenen wordt tot een verdere aanpak gekomen. Daarbij zal actief met de streek en dorpsbelangen worden gesproken om een beter zicht te krijgen op de mogelijkheden en meer grip te krijgen op het benodigde draagvlak.

4. Onduidelijkheid en vragen 4.1. Algemeen Op een aantal onderdelen veroorzaakt de visie onduidelijkheid en roept het vragen op: a. Er bestaat onduidelijkheid over de feitelijke opgaaf (aantal te realiseren MW). b. Er bestaat onduidelijkheid over de begrenzing van de zoekgebieden. c. Er bestaat twijfel over de haalbaarheid van de opgaaf binnen de zoekgebieden. d. Er is onvoldoende zicht op een wenkend ontwikkelperspectief. 4.2. Onduidelijkheid feitelijke opgaaf In de provinciale visie wordt uitgegaan van de realisatie van ruim 400 MW aan windenergie (huidige windmolens (= 160 MW) + nieuwbouw -/- sanering). U geeft aan dat, mocht binnen alle af te wegen randvoorwaarden tot een groter opgesteld vermogen kunnen worden gekomen, een dergelijke vergroting van de ambitie door u binnen de aangegeven zoekgebieden wordt nagestreefd. U geeft daarmee geen bovengrens aan. In onze kadernotitie hebben wij gerefereerd aan een provinciale opgaaf van 400 MW. In de notitie werd via een vingeroefening de eventuele nieuwbouw van 350 MW beoordeeld. Het zou kunnen leiden tot een volgende indicatieve invulling, zo werd toen aangegeven: Locatie IJsselmeer (lanqs de Afsluitdiik) Lemmer (als onderdeel plan Noordoostpolder) Heerenveen Kop Afsluitdiik Totaal Aantal (200-)250 MW 18 MW Ruim 30 MW 50(-100) MW 348 MW Op basis hiervan werd in de kadernotitie al geconstateerd dat dit binnen de twee zoekgebieden in Súdwest-Fryslân tot een forse ingreep zou leiden. Nader onderzoek zou moeten uitwijzen of een werkelijke aanpak mogelijk zou kunnen zijn. De indruk bestaat dat het aantal te realiseren MW binnen Fryslan, in samenhang met de vanuit het Rijk opgevoerde druk om de landelijke opgaaf te realiseren, geleidelijk wordt opgevoerd naar een (fors) hoger ambitieniveau, bijvoorbeeld 500 of 600 MW. Wanneer in dat geval rekening wordt gehouden met de verhouding nieuwbouw/sanering zal bij een totale opgaaf van 500 MW een nieuwbouwopgaaf van 425 MW 1 aan de orde zijn. Bij een totale opgaaf van 600 MW stijgt de nieuwbouwopgaaf door naar 560 MW. De in de structuurvisie gepresenteerde voorziene mogelijkheden per zoekgebied op basis van de optimale varianten bieden daarvoor ogenschijnlijk ook de ruimte: Locatie IJsselmeer (lanqs de Afsluitdiik) Lemmer (als onderdeel plan Noordoostpolder) Heerenveen Kop Afsluitdiik Totaal Aantal MW 385 MW 18 MW 90 MW 240 MW 733 MW Wel is dan van belang dat in de visie per gebied in tekst nuanceringen en meerdere randvoorwaarden worden aangegeven, waardoor mag worden verwacht dat het feitelijk te realiseren turbinevermogen fors lager zal liggen. Maar over de bandbreedte van het uiteindelijk te realiseren aantal MW biedt de visie geen enkele garantie. 1 Wordt rekening gehouden met de realisatie van nieuwe molens bij Lemmer dan is er in totaal sprake van 180 MW bestaand opgesteld vermogen. Om tot in totaal 500 MW te komen is een toevoeging van netto 320 MW noodzakelijk. Omdat een sanering in de verhouding 4:1 wordt nagestreefd is bij een te realiseren netto toevoeging van 320 MW een sanering van 105 MW aan de orde. Hierdoor wordt de nieuwbouwopgaaf 320 MW + 105 MW = 425 MW. Binnen deze opzet blijft 75 MW aan nu al bestaand opgesteld vermogen gehandhaafd.

Los van twijfels over de ruimtelijke inpassingsmogelijkheden van dergelijke grote aantallen MW in het beperkte aantal zoekgebieden is het gewenst dat er meer duidelijkheid ontstaat over het te realiseren aantal MW binnen Fryslan. Temeer omdat het op grond van de huidige insteek bijkans onmogelijk wordt om binnen de zoekgebieden een voldoende basis te creëren voor een goede dialoog met de streek. 4.3. Onduidelijkheid begrenzing zoekgebieden In de visie worden de zoekgebieden door u voor het eerst op kaartbeeld van een begrenzing voorzien. Eerder waren de gebieden alleen globaal aangeduid. In eerste instantie was die begrenzing, naar wij veronderstellen, bedoeld om het milieuonderzoek (planmer) op een adequate wijze uit te kunnen voeren. Het valt te billijken dat bij een dergelijk onderzoek niet een al te krap bemeten gebied wordt gekozen. Wel ontstaat nu de situatie dat dat de visie in beginsel de realisatie van molens binnen het totale zoekgebied openhoudt. Ook hier geldt dat in de visie per gebied in tekst nuanceringen en meerdere randvoorwaarden worden aangegeven. Daardoor mag worden verwacht dat het feitelijk te realiseren aantal molens en het aantal MW binnen een meer beperkt gebied zal neerdalen. De visie biedt daarvoor ook op dit onderdeel echter geen enkele garantie. Ook de gehanteerde terminologie is onduidelijk. De eerder (bijvoorbeeld in het provinciale coalitieakkoord) gehanteerde term Kop Afsluitdijk wordt door meerdere partijen, zo hebben wij gemerkt, op verschillende wijzen geïnterpreteerd. Grofweg zijn er een aantal denkrichtingen: Kop Afsluitdijk (benadering 1): Het gebied ter hoogte van de huidige opstelling/cluster van molens nabij Cornwerd. Kop Afsluitdijk (benadering 2): Het gebied waar de A7 vanaf de Afsluitdijk Fryslan binnenkomt ter hoogte van het gebied Zurich-Pingjum-Wons-Cornwerd. Kop Afsluitdijk (benadering 3): Het gebied in de driehoek Makkum-Harlingen- Boisward. Ook de terminologie IJsselmeer (langs de Afsluitdijk) kan voor soortgelijke interpretatieverschillen leiden. In uw visie blijft naar ons oordeel onderbelicht waarom nu juist voor de nu nader onderzochte drie zoekgebieden is gekozen. Hierdoor kan de indruk ontstaan dat in het provinciale coalitieakkoord tot min of meer pragmatisch keuzes is gekomen. Terwijl wij juist de indruk hadden dat voor de keuze van de gebieden wel degelijk een onderliggende denktrant was gehanteerd, die bovendien nadere scherpte zou kunnen geven aan de ontwerpopdracht: Wij gaan er vanuit dat de keuze voor een forse cluster IJsselmeer (langs de Afsluitdijk) voortvloeit uit de gedachte om hier een belangwekkend landschappelijk statement te maken, zodat naast de krachtige bestaande lijnstructuur van de huidige Afsluitdijk min of meer los van de dijk een nieuw stevig statement wordt gemaakt. Vanuit die gedachtegang kan het ontwerp verdere vorm en inhoud krijgen. - De keuze voor de locatie Kop Afsluitdijk vloeit voort uit de gedachte om hier de entree van Fryslan een aanvullende nieuwe betekenis te geven op het snijpunt van water en land en de entree via de A7. Het ligt dan voor de hand om het ontwerp met name vanuit die gedachtegang vorm en inhoud te geven. (NB Een denktrant die voor de Kop Afsluitdijk het beste aansluit bij de aanpak binnen de hiervoor aangegeven benadering 2 en niet bij de benadering die het meest aansluit bij de aanpak in de visie (benadering3)). Met deze gedachtegang kan een scherper zicht ontstaan op de mogelijkheden per zoekgebied. Onduidelijk is of de hiervoor geschetste gedachtegang door u wordt gedeeld.

4.4. Twijfel over haalbaarheid opgaaf binnen de zoekgebieden Met meer duidelijkheid over het te realiseren aantal MW (punt 4.2) en meer scherpte ten aanzien van de begrenzing van de gebieden (punt 4.3) kan meer richting worden gegeven aan de verdere zoekopdracht. Aansluitend kan vanwege het planmer-onderzoek worden geconcludeerd dat voor een belangrijk deel van de benoemde aspecten tot een negatieve dan wel zeer negatieve score wordt gekomen. Bovendien is op onderdelen nog aanvullend onderzoek nodig. Het zet (grote) vraagtekens bij de haalbaarheid van de opgaaf per gebied. Nog los van het ruime aantal ingekomen reacties zodat het draagvlak voor realisatie als laag moet worden ingeschat. Meer specifiek spelen er per gebied ook nog aanvullende aspecten: IJsselmeer (langs de Afsluitdiik) - Veel verzet vanuit toerisme, natuur. - Twijfels over landschappelijke inpasbaarheid. - Twijfels over gewenste plaatsingsmogelijkheden windmolens: bijvoorbeeld of veel molens met een beperkt aantal MW vermogen of (relatief gezien) minder molens met een groter aantal MW vermogen. Nog veel vragen over eventuele schade. Nog veel vragen over eventuele compensatiemogelijkheden. Grote zorg over de te hanteren afstand tot aan de kuststrook. Kop Afsluitdijk - Veel verzet vanuit woonbeleving, toerisme, cultuurhistorie, natuur. - Twijfels over eventuele mogelijkheden voor synergie met andere functies binnen het gebied. - Twijfels over landschappelijke inpasbaarheid. - Grote twijfels over plaatsingsmogelijkheden van turbines met 5 MW vermogen. Nog veel vragen over eventuele schade. Nog veel vragen over eventuele compensatiemogelijkheden. Zorg over aantasting cultuurhistorie, waaronder Pingjumer Gouden Halsband en Marneslenk. Wordt, zoals in de provinciale visie is aangegeven, een invulling in een (veel) groter gebied mogelijk dan eerder voorzien (zie benadering 3 in paragraaf 4.3), dan bestaat er een gerede kans dat er binnen dit gebied een meer diffuus beeld ontstaat van relatief willekeurig geplaatste molens. Zeker nu er grote onduidelijkheid bestaat over de eventueel te realiseren opgaaf binnen dit gebied is het niet wenselijk om hier in mee te gaan. Temeer omdat binnen een dergelijke opzet ook andere vergelijkbare gebieden binnen Noord-Fryslân in beeld komen omdat daar binnen een vergelijkbare configuratie plaatsing van windmolens mogelijk is. Mocht een verdere aanpak op de Kop Afsluitdijk aan de orde komen dan ligt in ieder geval eerst een aanpak in lijn met het gebied uit benadering 2 (zie paragraaf 4.3) het meest voor de hand. In dat geval is bij de opzet van het zoekgebied sprake van een meer logische begrenzing van een gebied aan weerszijden langs de A7. Dorpen worden binnen deze opzet niet ingesloten, zoals in de provinciale opzet wel kan gebeuren. Aanvullend speelt ook de vraag of bij een verder onderzoek naar beide gebieden eventueel niet één in plaats van beide gebieden moet worden gerealiseerd. Wij sluiten niet uit dat een keuze voor beide gebieden zal leiden tot teveel zogenaamde interferentie. Dit kan een minimaal te hanteren tussenafstand noodzakelijk maken. 4.5. Onduidelijkheid over een wenkend ontwikkelperspectief De plaatsing van windmolens in een clusteropstelllng met een flinke omvang zal van zeer grote invloed zijn op de leefomgeving en de toekomstige gebruiksmogelijkheden van het gebied waar de molens worden geplaatst (en het aanliggende gebied). Een ingreep van

een dergelijk kaliber met forse consequenties vraagt in de volle breedte om aandacht voor het gebied. Alleen zo kan er een nieuw wenkend ontwikkelperspectief ontstaan. Het college wil op korte termijn een aanzet geven voor een meer integrale gebiedsbenadering voor het gebied op en rond de Afsluitdijk en op de Kop Afsluitdijk. Een en ander mede als uitvloeisel van planvorming/planuitwerking in het kader van de Structuurvisie Afsluitdijk en het daaraan gekoppeld Ambitiedocument Afsluitdijk. Ook bijvoorbeeld gerelateerd aan de planuitwerking van de "haltergedachte". Wij willen hierover binnenkort meer uitgebreid naar buiten treden nadat de aanzet tot een visiebeeld en tot verdere planideeën zijn kortgesloten met de gemeenteraad. 5. Koppeling standpunt aan kaders gemeente Deze zienswijze is voor ons ook de aanzet om verder met de raad tot het opstellen van de Beleidsnotitie Windenergie te komen. Daarom leggen wij in deze paragraaf een relatie met de eerder gestelde kaders (zie ook bijlage 1 "Vertrekpunt standpuntbepaling"). 5.1. Wel of geen windenergie (relatie met kader A) De vraag of, in welke mate en op welke termijn windenergie een rol dient te spelen bij de transitie naar een meer duurzame energievoorziening blijft actueel. Het college onderkent de (forse) opgaaf die vanuit het rijk is aangegeven en die de provincie noodzaakt om tot gebiedskeuzes te komen. Het college wil met de provincie mee blijven denken over een verstandige aanpak. Ook in de huidige situatie staat een fors aandeel van de Friese windmolens in Súdwest-Fryslân. Maar meedenken en meedoen gebeurt niet tegen elke prijs. Er dient meer duidelijkheid te ontstaan in relatie tot de vraagstelling in paragraaf 4. Zo kan binnen nader aan te geven grenzen ook in overleg met de streek tot een verdere aanpak worden gekomen. We blijven daarbij openstaan voor argumenten die de rol van windenergie nuanceren dan wel accentueren. Ook actuele ontwikkelingen rond de financiële stimulering van duurzame energie speelt hier een rol. 5.2. Solitair Of Clustering (relatie met kader B) Met de provincie zijn wij van mening dat de huidige generatie windmolens, gelet op de forse maatvoering, vraagt om een meer geclusterde aanpak. Maar er zijn grenzen aan de omvang en impact die met de realisatie van clustering aan de orde kan komen. Wanneer niet scherper in beeld komt tot welke omvang clusters kunnen doorgroeien, is het niet mogelijk om een goede discussie te voeren met de streek waar deze clusters neerdalen. 5.3. Niet overal clusters: zonering noodzakelijk (relatie met kader c) Met u zijn wij van mening dat een keuze voor clustering ook vraagt om een adequate zonering van gebieden. Met de keuze voor drie gebieden is uw armslag aanmerkelijk afgenomen. Het zet extra druk op de gekozen zoekgebieden. Het ziet er naar uit dat de druk op deze gebieden zodanig zwaar wordt aangezet dat hierdoor iedere grip op het proces wordt verloren. Het pleit er voor om uit te gaan van een ruimer aantal zoekgebieden. 5.4. Een scherper zicht op mogelijkheden per zoekgebied (relatie met kaders D en E) Nu er op diverse onderdelen onduidelijkheid bestaat over de verdere aanpak zien wij ons genoodzaakt op dit moment een meer gereserveerdere houding met betrekking tot de inpassing van windenergie aan te nemen. Door nu uit te gaan van "nee, tenzij" ontstaat er wellicht ook weer ruimte om de opgaaf scherper in beeld te krijgen en tot keuzes te komen rond locaties en zones waar de opgaaf neerdaalt. Op basis van een nadere verkenning van mogelijkheden willen wij niet op voorhand locaties uitsluiten, maar evenmin locaties nu al definitief op de kaart zetten. Juist door de totale ontwikkeling van gebieden als uitgangspunt te nemen kan worden bepaald of een synergie tussen windenergie en andere functies tot de mogelijkheden behoort. Vervolgens kan uit het tot dusver uitgevoerd onderzoek en nog uit te voeren aanvullend onderzoek een verdere aanpak worden gedistilleerd. Wellicht ten overvloede vermelden wij hier dat naar ons oordeel bij definitieve keuzes de beoordeling van de ruimtelijke

impact en de realisatie van een voldoende ruimtelijke kwaliteit leidend behoort te zijn. Alleen zo kan voor gebieden die in aanmerking komen voor windenergie een wenkend ontwikkelperspectief ontstaan. 5.5. Sanering/participatie (relatie met kaders F en G) Wij onderschrijven met u het belang om via sanering en participatie tot een vergroting van het draagvlak te komen. Het gaat om een complexe opgaaf. Een traject dat vooral ook op een goede manier gestalte kan krijgen wanneer overheden gezamenlijk optrekken. De aanzet om te kiezen voor een nieuwbouw/saneringsverhouding van 1 op 4 biedt ruimte voor verdere verkenningen. Wij kunnen ons vinden in uw voornemen om participatie bij de planvorming te betrekken. Ook de raad gaf eerder bij de kaderstelling aan het noodzakelijk te vinden dat dit aspect nadrukkelijk en eventueel ook op een vernieuwende onconventionele wijze wordt meegenomen. Wij willen met u de verdere mogelijkheden onderzoeken. 6. Vervolgaanpak gemeentelijk beleidskader Eerder heeft onze raad de notitie Kaders Windenergie Sudwest-Fryslan vastgesteld (mei 2012). Met de raad is afgesproken dat in een gemeentelijke beleidsnota zal worden gekomen tot nadere beleidsuitgangspunten. De nu in deze reactie opgenomen stellingname vormt voor ons college de basis om verder met de raad in gesprek te gaan en aanvullende stappen te zetten. In dat kader vindt ook overleg met de streek en andere betrokkenen plaats. Het overleg met de diverse dorpsbelangen krijgt daarbij specifieke aandacht. Wat ons betreft vindt afstemming ook zoveel mogelijk plaats in dialoog met Rijk en provincie. 7. Relatie met Rijkscoördinatieregeling (RGR) Windpark Fryslan Voor het Windpark loopt een RCR-traject (project >100 MW). Het, via het Rijk ingezette, proceduretraject, richt zich op dit moment met name op het vergaren van informatie over de milieueffecten (MER). Eerder is, na de publicatie van de notitie Reikwijdte en Detailniveau, tot een aanscherping van de te onderzoeken aspecten gekomen. Ook zullen er binnenkort vingeroefeningen worden uitgevoerd met betrekking tot mogelijke inrichtingsvarianten. De gemeente en provincie zijn samen mede betrokken bij de overlegstructuur zoals die voor het park is opgezet. De initiatiefnemer heeft aangegeven ook de streek bij het verdere planontwerp te zullen betrekken. Wij zullen ons standpunt inbrengen binnen het planproces (zie voor de stellingname paragraaf 3.6). Ook de zienswijzen zoals die in relatie tot deze opgaaf in het kader van de provinciale visie zijn ingediend zien wij als input voor het proces evenals de verdere besluitvorming rond de provinciale structuurvisie. 8. Relatie met Voornemen Rijksstructuurvisie Windenergie op Land (SWOL) Op 12 oktober 2012 heeft ons college een reactie ingestuurd in het kader van het Voornemen Rijksstructuurvisie Windenergie op Land (SWOL). De tervisielegging van dit voornemen kan worden beschouwd als vertrekpunt voor het MER-traject van deze visie. In onze reactie op het voornemen zijn wij ook ingegaan op de relatie tussen het voornemen en de provinciale visie. U ontvangt van ons een afschrift van de reactie (bijlage 2). Wij hebben het Rijk meegedeeld dat wij onze reactie op de provinciale structuurvisie als aanvulling zien op de reactie aan het Rijk. Het Rijk ontvangt een afschrift van onze zienswijze. In de reactie op het voornemen is onder andere gewezen op het verschil in gehanteerde begrenzingen van gebieden door Rijk en provincie. Het ligt voor de hand hier tot een nadere afstemming te komen. Uiteraard bepleiten wij een aanpassing in lijn met de aanpak zoals wij die in deze zienswijze hebben aangegeven. 9. Communicatie Al eerder refereerden wij aan de kritiek vanuit de streek dat er tot dusver wel over maar niet met plaatselijke belanghebbenden is gesproken. Nu wij samen met de raad en de

streek tot een vervolgproces willen komen (vervolgaanpak gemeentelijk beleidskader) zullen wij op dat punt zelf initiatieven gaan nemen. Het hoeft naar ons oordeel niet een breder opgezet communicatietraject met overheden en andere partners uit te sluiten. De eerdere ideeën hiervoor, die onder de noemer "Wynfan" zijn verkend, kunnen daarbij als vertrekpunt dienen. De mogelijkheden kunnen verder worden onderzocht en uitgebouwd. Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van Súdwest3-Fryslân, burgemeester, gemeentesecretaris, I3ix\ _..--'--" <.. _ / 3 _ "\ A Apotheker M " drs. J. Krul Bijlage(n): 1. Vertrekpunt standpuntbepaling 2. Voornemen Rijksstructuurvisie SWOL

Bijlage 1 Vertrekpunt standpuntbepaling Rijk De inzet van het Rijk (wind op land) is gericht op de realisatie van 6000 MW aan opgesteld windvermogen voor 2020 (huidige aantal: 2000 MW). Het Rijksbeleid krijgt de komende tijd nader gestalte in de Rijksstructuurvisie Windenergie op Land. De visie verkeert in de onderzoeksfase. De aanpak richt zich met name op de realisatie van grotere windlocaties (> 100 MW). Voor dergelijke grotere projecten geldt ook de Rijkscoördinatieregeling. Bij dergelijke projecten neemt het Rijk in beginsel het voortouw. Het Rijk maakt binnenkort nadere afspraken met de gezamenlijke provincies over de aanpak rond de realisatie van 6000 MW. Het zal naar verwachting leiden tot een nadere opgaaf per provincie. Provincie Met de ter inzage legging van de provinciale visie is meer duidelijkheid ontstaan over de aanpak zoals de provincie die ziet. Gelijktijdig is ook het planmer milieuonderzoek beschikbaar gekomen. Er wordt ingezet op de realisatie van ruim 400 MW aan windenergie (huidige aantal: 160 MW). Windenergie wordt daarbij gezien als onderdeel van de te realiseren duurzame energiemix. Er wordt ingezet op drie zoekgebieden, waarbij voor ieder gebied verkenningen zijn uitgevoerd. Er is, ook in kaartbeelden, aangegeven hoe een eventuele maximale en optimale invulling gestalte kan krijgen. Er wordt ook aangegeven hoe dit per gebied kan leiden tot een te realiseren aantal MW aan turbinevermogen. Wel zijn vervolgens per gebied in tekst nuanceringen en meerdere randvoorwaarden aangegeven, waardoor mag worden verwacht dat het feitelijk te realiseren aantal molens (en het daaraan te koppelen aantal MW) lager zal liggen dan nu in de aangegeven kaartbeelden wordt getoond. Binnen deze opzet wordt binnen de gebieden een voldoende inpassing van de opgaaf mogelijk geacht. Een en ander ook met een voldoende ruimtelijke kwaliteit. Ook wordt de noodzaak gezien om tot sanering van solitaire molens te komen en wordt bij de verdere aanpak participatie als belangrijk onderdeel gezien. Gemeente Sudwest-Fryslan Door de gemeenteraad is in mei 2012 de notitie Kaders Windenergie Súdwest-Fryslân vastgesteld. De kaders vormen voor het college het vertrekpunt om samen met de raad en in samenspraak met burgers/betrokkenen te komen tot een vervolg. In grote lijnen gaat het om de volgende kaders: A. Windenergie past binnen duurzame energiemix Súdwest-Fryslân B. Geen nieuwe solitaire molens maar clustering C. Niet overal clusters: zonering noodzakelijk D. Twee zones: (1) IJsselmeer langs Afsluitdijk en (2) Kop Afsluitdijk. Elders niet (tenzij er blijkt dat er niet voldoende ruimte is in de twee aangegeven zones) E. Clusters krijgen forse impact: consequenties accepteren maar wel afstemmen op diverse belangen zoals woonomgeving, natuur, landschap en recreatie. F. Nieuwbouw in clusters combineren met sanering solitaire molens G. Nieuwbouw niet mogelijk zonder draagvlak: nadrukkelijk aandacht voor participatie

"1 ƒ L Sudwest- \ rryslaii Uw kenmerk: SWOL Ons nummer: U12.011283 llll 11 llll IIIIIIII Behandeld door: de heer K. de Vries Telefoon: 0515 489000 Onderwerp: Voornemen Rijksstructuurvisie Wind op Land (SWOL) Aan de ministers van Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (Centrum Publieksparticipatie) Postbus 30316 2500 GH DEN HAAG VERZONDEN 12 OKT 2012 Sneek, 12 oktober 2012 Geachte ministers, U publiceerde het voornemen tot het opstellen van de Structuurvisie Windenergie op Land. U wilt ook een onderzoeksrapport met de milieueffecten (planmer) opstellen. Uw voornemen geeft aanleiding tot de volgende zienswijze. U wilt met de structuurvisie ruimte geven aan de realisatie van in totaal 6000 MW aan windenergie op land in 2020. Wij onderschrijven uw stellingname om windenergie op land als onderdeel van de te realiseren duurzame energiemix te zien en hier ambitie te tonen. Wij willen een bijdrage leveren aan een deel van uw ambitie. Dit gebeurt tegen de volgende achtergrond: 1. Om de ambities op windenergie op land te laten slagen is het creëren van draagvlak onontbeerlijk. Het gaat dan niet alleen om het zoeken naar goede locaties. Ook aspecten als de sanering van bestaande molens en het organiseren van participatie van burgers en organisaties zijn daarbij van essentieel belang. Wij vragen u deze aspecten met meer nadruk in uw planvorming mee te nemen en dat op regionaal niveau op maat handen en voeten te geven. 2. Plannen hebben meer kans van slagen wanneer overheden (rijk, provincie, gemeente) een gezamenlijk draagvlak nastreven. Het is daarbij goed elkaar op ieders verantwoordelijkheid aan te spreken. We constateren dat recent de aanpak rond de Rijkscoördinatieregeling (RCR) voor veel onduidelijkheid heeft gezorgd. In uw voornemen blijft de inzet er op gericht om de op grond van de motie Dikkers voorlopig 'geparkeerde' RCR projecten in beeld te houden. Bij voorkeur ontstaat hierover binnen een zo kort mogelijke periode meer duidelijkheid zodat deze discussie bij de verdere verkenning van mogelijkheden op regionaal niveau niet door processen heenloopt. Wij roepen u op om hier samen met de provincies snel stappen te zetten. 3. Wij vinden dat de keuze en de invulling van gebieden vooral moet worden gezien als een ruimtelijke opgaaf. Het ligt dan voor de hand, dat, in lijn met de rol en positie van overheden op het terrein van ruimtelijke ordening, voor de provincies en de betrokken gemeenten daarbij een substantiële rol is weggelegd. Toegespitst op de Friese situatie zijn de volgende zaken van belang: Gemeente Súdwest Fryslân Postbus 10.000 8600 HA Sneek BNG rek.nr. 285149431 Kvk nr. 51791811 T 0515-489000 F 0515 489999 E lnfo@gemeenteswf.nl W www.gemeentesudwestfryslan.nl Gemeenteloketten Kerkstraat 1, Bolsward Marktstraat 15, Sneek Merk 1, Workum

4. Eerder heeft de gemeenteraad in mei 2012 kaders aangegeven om binnen de twee gebieden Kop Afsluitdijk en IJsselmeer (zoekgebied langs de Afsluitdijk) de mogelijkheden voor windenergie op land samen met de provincie te onderzoeken. Zonder ons daarbij overigens al exact vast te leggen op de begrenzing van locaties. Lukt het niet om hier voldoende ambities te realiseren dan komen voor de raad eventueel ook weer nieuwe locaties in beeld. 5. Wij stellen vast dat de gehanteerde begrenzing van de zoekgebieden Kop Afsluitdijk en IJsselmeer (zoekgebied langs de Afsluitdijk) niet aansluit bij het gebieden zoals die door de provincie zijn opgenomen in de Structuurvisie Fryslan Windstreek 2012. Het ligt voor de hand hier tot een nadere afstemming te komen. 6. Gedeputeerde Staten van Fryslan hebben recent via de Structuurvisie Fryslan Windstreek 2012 een standpunt ingenomen over de aangegeven gebieden. Hoewel wij de eerder uitgesproken ambities om in de gebieden windenergie te onderzoeken nog steeds ondersteunen, zullen wij nog een nader standpunt innemen met betrekking tot de provinciale visie. Wij zullen deze reactie binnenkort in afschrift aan u toesturen. 7. U wilt de windlocatie Afsluitdijk (lijnopstelling op de dijk) betrekken bij de planvorming. De provincie wijst deze windlocatie van de hand. Ook onze gemeente doet dit, althans binnen de omstandigheid dat wij eerst de mogelijkheden binnen de twee gebieden willen onderzoeken (zie punt 4). Wij verwachten dat met name in het IJsselmeer langs de Afsluitdijk met een cluster een hoger ambitieniveau mogelijk is. Nog los van eventuele complicaties in relatie tot bijvoorbeeld de natuur (onder andere de relatie met Waddengebied) en de technische mogelijkheden bij opstellingen op de dijk. Verder verwachten wij dat een locatie op of bij de Afsluitdijk gediend is bij één krachtige, eenduidige, samenhangende locatie. In die zin is een combinatie van locaties zowel op als langs de dijk weinig realistisch. In lijn met de motie Dikkers ligt het voor de hand om de locatie voor lijnopstellingen op de dijk nu niet mee te nemen. Overigens zijn wij bekend met een eerdere stellingname in de Tweede Kamer met betrekking tot de insteek om mogelijke locaties op de Afsluitdijk te beoordelen. Op grond hiervan is nu door het rijk ook een onderzoekstraject naar de technische mogelijkheden gestart. Binnen een meer algemeen kader vinden wij een dergelijk onderzoek verdedigbaar. Eerder heeft bijvoorbeeld het IPO ook aangedrongen op nader onderzoek naar de mogelijkheden van windmolens op waterkeringen. Het onderzoek betekent naar onze mening niet dat op basis hiervan de locatie hierdoor ook in uw voornemen dient te worden opgenomen. Het wel opnemen van de locatie is niet in lijn met de motie Dikkers. 8. De kaart die in uw voornemen is opgenomen geeft, zoals u vermeldt, alleen gebieden aan waar 100 MW aan windvermogen of meer realiseerbaar is. Binnen zoekgebied Kop Afsluitdijk moet naar ons oordeel nog worden afgewacht of een dergelijk totaal aan windvermogen uiteindelijk realistisch is. Nu de provincie in de Structuurvisie binnen nog nader uit te werken randvoorwaarden een locatie van meer dan 100 MW eventueel realistisch acht, ligt het voor de hand om het zoekgebied in uw voornemen mee te nemen. Wij zullen in onze reactie op de Structuurvisie Fryslan Windstreek 2012 ons standpunt op dit onderdeel aanvullend toelichten (zie punt 6). Over de werkwijze rond het milieuonderzoek (Hoofdstuk 2) nog het volgende: 9. Wij stemmen in met de door u opgenomen thema's hoewel ze slechts summier zijn aangegeven. Wij wijzen daarbij met name op onder andere de aspecten natuur, recreatie en visserij. Wij gaan er vanuit dat de thema's per onderdeel op een passende wijze verder worden uitgediept. 10. In relatie tot het IJsselmeer is bij de planvorming rond het RCR-project Windpark Fryslan gevraagd om de projecten in en rondom het IJsselmeer ook in samenhang tegen het licht te houden. Wij kunnen ons voorstellen dat een dergelijke verkenning voor de latere beoordeling van projecten van belang kan zijn.

11. In relatie tot de aangegeven thema's kunnen ook specifieke visietrajecten van belang zijn. Wij willen daarbij bijvoorbeeld wijzen op de Structuurvisie Afsluitdijk. Hier kan een samenhangende beoordeling van ontwikkeltrajecten (natuur, recreatie, visserij, duurzame energie) leiden tot een inclusief ontwerp. Dit kan wellicht tot specifieke onderzoeksvragen leiden. Wij zien het verdere traject rond de structuurvisie met belangstelling tegemoet. Hoogachtend, het college van burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân, burgemeester, ^ gemeentesecretaris,