Datum 3 december 2012 Betreft Beleidsreactie op Inspectierapporten flexibel onderwijs Leven Lang Leren



Vergelijkbare documenten
Voorlichtingsbijeenkomst EVC aanbieders en beoordelende organisaties. Tijs Pijls, 17 november 2015

Datum 28 juni 2019 Onderzoek Inspectie naar international campus van NHL Stenden in Qatar

Verzilvering van ervaringscertificaten Een matrix met rollen, verantwoordelijkheden en hulpmiddelen. Kenniscentrum EVC, januari 2013

Nederlands Netwerk Kwaliteit Hoger Onderwijs Borging van de kwaliteit van deeltijdse en duale varianten en maatwerktrajecten

EVC, vrijstellingen en toelatingsonderzoek. Overeenkomsten en verschillen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 23 oktober 2018 Erkenning werkervaring in mbo en hbo

Van EVC naar validering Marjo Jansen, directie MBO

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Handreiking verzilvering van ervaringscertificaten. Kenniscentrum EVC, januari 2013; bewerkt door het Servicepunt examinering mbo, juni 2016

Verslag voorlichtingsbijeenkomst EVC-aanbieders op 26 mei 2015

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Beoordelingskader en normering onderzoek kwaliteit EVC-procedures in Nederland

EVC, vrijstellingen en intake-assessment. Overeenkomsten en verschillen

3 juli 2007 PLW/2007/18216

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Convenant ter stimulering van het arbeidsmarktinstrument EVC als onderdeel van een Leven Lang Leren

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Overeenkomst validering ervaringscertificaat in de onderwijsroute

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

11 juli 2012 Beleidsreactie advies NVAO m.b.t. kwaliteit en niveau van BE, VTM, CE en MEM bij Hogeschool Inholland

Onderwijsraad, Den Haag, juli De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Flexibilisering van het onderwijs aan volwassenen kan alleen door het systeem volledig anders te gaan opzetten en is niet gebaat bij het veranderen

de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG Betreft naleving onderwijstijd BVE 2009

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

DE FLEXIBELE DEELTIJD: MODULAIR MET EXTRA S. NNK 30 mei 2013 Lucie te Lintelo

Flexibel en vraaggericht hoger onderwijs voor werkenden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Stichting Empowerment centre EVC

Datum 3 november 2014 Vragen van de leden Geurts en Omtzigt (CDA) over het bericht over terugvorderen van de WVA bij transportbedrijven

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van xxx, nr. xxx);

3 1 MEI Ministerie van Ondenvijs, Cultuuren Wetenschap

Datum 1 maart 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) over scholen die geld oppotten.

Datum 8 juli 2016 Betreft Antwoord op schriftelijke vragen van lid Jadnanansing (PvdA) over het bericht Mbo-student negatief over lessen

Besluit inzake macrodoelmatigheid hbo Ad Communicatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Studiecentrum Minerva

Datum 11 februari 2015 Vragen van het lid Bisschop (SGP) over de samenwerking tussen ROC Amsterdam en ROC Flevoland

Datum 20 april 2015 Rapport Verdere versterking over het functioneren examencommissies

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Protocol PDG en educatieve minor

Praktijksessie efficiënt opleiden en ontwikkelen voor volwassenen. Tijs Pijls 18 november 2014

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid Wiersma (VVD) van uw Kamer inzake de techniekopleidingen in het mbo.

Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid. Vastgesteld d.d. Voorzitter van de commissie Tellegen

Datum 17 december Ons kenmerk Pagina('s) 2 van 7

Stichting Examenkamer uitvoeringsorganisatie van het. Nationaal Kenniscentrum EVC voor de arbeidsmarktroute operationeel per

Leven Lang Ontwikkelen. Erwin Pierik/ Rini Romme april 2017

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

EVC bij Windesheim. Windesheim Erkend EVC-aanbieder is. Erkennen van Verworven Competenties ErVaringsCertificaat. Erkennen van Verwoven Competenties

/ \ Ministerie van Onderwijs,

Datum 18 januari 2013 Betreft Aanbieding rapport Inspectie doorstroming vmbo-havo

Ik schrijf deze brief mede namens de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de staatssecretaris van Economische Zaken.

Verslag voorlichtingsbijeenkomst over EVC-stelsel: afbouw en opbouw

Zoetermeer, 24 juni 2015

Communicatierichtlijnen NLQF

Aan de voorzitters van het College van Bestuur van de universiteiten en hogescholen cc HBO-raad, VSNU

9/ o'm. D a tu m 1 4 MAART o n t v a n g e n MAART Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Flexibel en vraaggefinancierd deeltijd hoger onderwijs Notitie ten behoeve van de Commissie Deeltijd Hoger Onderwijs

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

GOED VERKORT? OVER DE PROGRAMMERING EN VERANTWOORDING VAN (VER)KORTE OPLEIDINGEN IN HET HOGER BEROEPSONDERWIJS

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Besluit macrodoelmatigheid verplaatsing hbo bachelor Imam/Islamitisch Geestelijk Werker

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en

2 0 OKT Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Onderwerp en positionering van de beleidsdoorlichtingen In de beleidsdoorlichtingen van de ADR staan de volgende beleidsdoelstellingen centraal:

Ministerie van Onderwijs, Cultuuren Wetenschap

Gelders Opleidingsinstituut B.V.

Aan de slag met EVC en ESF 26 november 2009

Naam/logo beoordelende organisatie. Beoordelingsrapport Onderzoek Kwaliteit EVC-procedures. Verlenging. [naam EVC-aanbieder] Datum:

ONDERWIJSTIJD BIJ NIET- BEKOSTIGDE INSTELLINGEN

Datum 1 maart 2011 Betreft vragen van de leden Van der Ham (D66) en Jadnanansing (PvdA)

ONTVANGEN 3 1 OKI 2016

Beoordeling Transnationaal Onderwijs Protocol

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

0 h JULI 2016 ONTVANGEN 0 6 JIJI * Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Datum 22 januari 2016 stand van zaken experimenten vraagfinanciering en pilots flexibilisering

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn

Checklist selectie EVC-aanbieder

KWALITEITSONDERZOEK MBO PROFIT OPLEIDINGEN

Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010

1 > Retouradres Postbus BJ Den Haag. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG..

Datum 18 maart 2011 Betreft reactie op brief Onderwijsraad betreffende het advies "Een diploma van waarde"

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Checklist erkennen leerwerkervaring

Validering: de arbeidsmarktroute en de onderwijsroute

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BIJLAGE 1 ANALYSE EVC. Inhoudsopgave. 1. Inleiding

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

1 7 JAM Besluit macrodoelmatigheid wo masteropleiding Energy Science

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 7 maart 2018 Antwoord op Kamervragen over de begeleiding van leerlingen in en de kwaliteit van het particulier onderwijs.

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Onze referentie 449360 Datum 3 december 2012 Betreft Beleidsreactie op Inspectierapporten flexibel onderwijs Leven Lang Leren Bijlagen: 1. Analyse EVC 2. Inspectierapport Goed verkort? De arbeidsmarkt vraagt om een zo goed mogelijke benutting van bekwaamheden van werkenden. Voor een betere inzetbaarheid op de arbeidsmarkt is het van belang dat mensen zich blijven ontwikkelen. Op die manier blijven zij beter inzetbaar op de dynamische arbeidsmarkt. Nederland behoort, mede door ons kwalitatief hoogstaande onderwijs, tot de top 5 van meest concurrerende economieën. Deze positie behouden en versterken is van groot belang. Daarvoor is een visie op de toekomst nodig; een visie op onderwijs is daarin een onmisbare pijler. Ontwikkelingen als de economische crisis, de flexibilisering van de arbeidsmarkt en de hogere eisen, die worden gesteld aan kennis- en kwalificatieniveaus van werkenden, maken een Leven Lang Leren tot een noodzaak. Leven Lang Leren -studenten hebben vaak andere behoeften en mogelijkheden dan studenten in het initiële onderwijs. Leven Lang Leren is ook binnen Europa een ambitie, die erop gericht is Europa te ontwikkelen tot: de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld die in staat is tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang (conclusies van het voorzitterschap, Europese Raad van Lissabon, 23 en 24 maart 2000). Leven Lang Leren betekent dat je op elk moment in je leven je talenten verder kunt ontwikkelen en ook tijdens je werkzame leven een diploma kunt behalen. Dit heeft onder meer tot gevolg dat de studentenpopulatie steeds diverser wordt. Dat betekent dat het onderwijs qua inhoud en vormgeving hierop moet inspelen, bijvoorbeeld door meer flexibele routes aan te bieden zonder daarbij de kwaliteitswaarborgen los te laten. Het is daarbij ook van belang dat competenties die mensen via niet-formeel en informeel leren hebben verworven kunnen worden gevalideerd. Erkenning van verworven competenties (evc) is één van de methoden die voor validering kan worden gebruikt. Inzicht krijgen in wat mensen kennen en kunnen maakt het beter mogelijk om op de juiste plek terecht te komen. Validering van kennis en kunde kan ook de start zijn voor interne of externe doorstroom op de arbeidsmarkt en van activiteiten gericht op loopbaanontwikkeling. Validering draagt bij aan het beter functioneren van de arbeidsmarkt door het vergroten van de duurzame inzetbaarheid en arbeidsparticipatie van de beroepsbevolking. Validering wordt door de sociale partners en de overheid als een belangrijk arbeidsmarktinstrument gezien. Het in afgelopen juni met de sociale partners gesloten convenant heeft daarom ook de titel Convenant ter stimulering van het arbeidsmarktinstrument EVC als onderdeel van een Leven Lang Leren gekregen. Pagina 1 van 8

Daarnaast is validering (van leerresultaten) van niet-formeel en informeel leren ook van belang in het kader van om-, bij- en opscholing: het bevordert de toegankelijkheid van het onderwijs en het kan leiden tot efficiëntere, kortere opleidingstrajecten. Dit stimuleert de onderwijsdeelname en leidt tot verhoging van het kwalificatieniveau van de beroepsbevolking. Deelname aan evc staat los van instroom en inschrijving in opleidingen; evctrajecten vinden plaats buiten het onderwijs. Evc-trajecten worden tegen betaling door werkgevers en werknemers aangeboden door private erkende evc-aanbieders (dit kunnen ook onderwijsinstellingen zijn). Deze aanbieders moeten er voor zorgen dat de evc-trajecten en de ervaringscertificaten voldoen aan de eisen van de Kwaliteitscode EVC. Zij worden hierop extern beoordeeld door beoordelende organisaties, die eveneens privaat zijn. De Inspectie van het Onderwijs (hierna: Inspectie) heeft twee rapporten opgeleverd, die in dit verband van belang zijn. Gezien de onderlinge raakvlakken zend ik u een geïntegreerde beleidsreactie op beide rapporten. Het betreft ten eerste het rapport Examencommissies en ervaringscertificaten in het mbo en hbo. Op 25 juni 2012 heeft de toenmalig staatssecretaris van OCW u dit rapport reeds toegezonden en u toegezegd dat na een brede, diepgaande analyse een beleidsreactie zou volgen. Met deze brief en de in bijlage 1 opgenomen Analyse evc voldoe ik aan deze toezegging. Ten tweede zend ik u het rapport Goed verkort? (zie bijlage 2) betreffende verkorte trajecten in het hbo, dat de Inspectie op 3 december 2012 heeft gepubliceerd. Hieronder volgt een samenvatting van de rapporten, de nadere analyse op het gebied van evc en de vervolgacties van de Inspectie, waarna ik mijn beleidsreactie geef. De reactie is mede namens de minister van Economische Zaken en ten aanzien van het onderwerp evc mede namens de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Samenvatting rapporten en analyse evc Inspectierapport Examencommissies en ervaringscertificaten De centrale vraag in dit onderzoek luidt: Nemen examencommissies in het mbo en hbo op verantwoorde wijze beslissingen over vrijstellingen, maatwerktrajecten en diplomering als een kandidaat een ervaringscertificaat wil verzilveren? In de aanbiedingsbrief van 25 juni 2012 bij het Inspectierapport Examencommissies en ervaringscertificaten (Tweede Kamer, Vergaderjaar 2011-2012, 31 288, nr. 295) is aangegeven dat in vergelijking met de Inspectierapporten in 2009 op een aantal onderdelen verbeteringen zijn gerealiseerd, maar dat het zorgwekkend is dat de kwaliteit van het overgrote deel van de ervaringscertificaten nog steeds onvoldoende is. Hierdoor ontstaan risico s bij het verlenen van vrijstellingen en het verstrekken van diploma s (op basis van ervaringscertificaten) door examencommissies in het mbo en het hbo. De kwaliteit van evc-trajecten en de afgegeven ervaringscertificaten moeten onomstreden zijn en de besluitvorming door examencommissies over het verlenen van vrijstellingen en het verstrekken van diploma s moet deugdelijk zijn. Uit de analyse is gebleken dat er sprake is van meerdere probleemgebieden: 1) De kwaliteit van evc en ervaringscertificaten Ondanks de heldere kwaliteitseisen die in de Kwaliteitscode EVC aan evcaanbieders worden gesteld en de beschikbaar gestelde ondersteuning om aan deze kwaliteitseisen te voldoen, blijft het schrijven van een ervaringscertificaat Pagina 2 van 8

en het daarin geven van een gedegen onderbouwing van de beoordeling lastig voor evc-assessoren. De eisen die bij ervaringscertificaten worden gesteld aan onderbouwing en verantwoording zijn hoog. Dat is ook nodig met het oog op het civiel effect van ervaringscertificaten. De kwaliteit van evc-assessoren en de interne kwaliteitsborging door evc-aanbieders schieten op dit punt tekort en het externe toezicht is niet waterdicht. In 2009 is gekozen voor een groeimodel ( up-or-out systeem ) voor het erkennen van evc-aanbieders voor onderscheiden evc-standaarden. Dat groeimodel had ertoe moeten leiden dat eind 2012 alle evc-aanbieders aan alle eisen van de Kwaliteitscode EVC zouden voldoen. Het gehanteerde systeem maakte het mogelijk dat erkende evcaanbieders hun erkenning konden behouden, ook al voldoen ze niet altijd aan alle onderdelen van de Kwaliteitscode EVC. Tot nu toe waren geen waarborgen ingebouwd om tussentijds externe controles uit te voeren op de kwaliteit van afgegeven ervaringscertificaten. 2) de kwantiteit van evc-deelname Niet alleen de kwaliteit van ervaringscertificaten, maar ook de kwantiteit van evc blijft achter bij de verwachtingen. Voor een kwalitatief goede bedrijfsvoering en voldoende kwaliteit van evc-trajecten en ervaringscertificaten is een substantiële omvang van uitgevoerde evc-trajecten per evc-aanbieder nodig. Het aantal evc-aanbieders is in de afgelopen periode gedaald. Voor zowel werknemers als werkgevers is evc een instrument in het kader van opleiden en diplomeren. Er zijn in het onderwijs ook andere instrumenten voor beoordeling en validering, zoals intake-assessments, vrijstellingsprocedures en examentrajecten. Mede door het gebruik van die alternatieve instrumenten loopt het aantal uitgevoerde evc-trajecten terug. Genoemde instrumenten zijn vaak aantrekkelijker dan evc vanwege de lagere kosten, minder tijdsinvestering en omdat daarbij niet hoeft te worden voldaan aan de eisen van de Kwaliteitscode EVC en er geen kosten voor externe beoordeling in het kader van evc-erkenning hoeven te worden gemaakt. 3) de effectiviteit van evc (verzilvering van ervaringscertificaten) Evc heeft vele positieve effecten voor zowel de individuele evc-kandidaten als de bedrijven waarbij zij werkzaam zijn, zo blijkt uit het effectonderzoek van ProfitWise 1. De geconstateerde effecten van evc en ervaringscertificaten zijn vooral toe te schrijven aan de diploma s die na het evc-traject zijn behaald. Direct gebruik van ervaringscertificaten op de arbeidsmarkt, in het kader van in- en doorstroom en loopbaanontwikkeling, komt in de praktijk nog beperkt voor. Bij verzilvering van ervaringscertificaten in het mbo en het hbo doen zich ook problemen voor. Examencommissies zijn vaak terughoudend bij het in behandeling nemen van vrijstellingsverzoeken op basis van ervaringscertificaten, zeker wanneer deze zijn afgegeven door erkende evcaanbieders die niet aan die onderwijsinstelling zelf zijn gelieerd. Gelet op de tekortkomingen in de kwaliteit van veel ervaringscertificaten zijn aanvullende maatregelen van examencommissies nodig om tot verantwoorde besluitvorming over te verlenen vrijstellingen te kunnen komen. Examencommissies hebben een eigenstandige verantwoordelijkheid en kunnen en mogen niet zonder meer de beoordeling van competenties zoals beschreven in het ervaringscertificaat 1 Profitwise. Beloften, feiten en ongekende mogelijkheden. Onderzoek naar de effecten van EVC. April 2011 Pagina 3 van 8

overnemen. Dit stuit op onbegrip bij evc-deelnemers en hun werkgevers, die ten onrechte verwachten dat het oordeel van de erkende evc-aanbieder door examencommissies wordt gevolgd en dat vastgestelde competenties bij iedere instelling die de betreffende opleiding aanbiedt tot dezelfde vrijstellingen leiden. Inspectierapport Goed verkort? Aanleiding voor het Inspectieonderzoek naar (ver)korte trajecten in het hoger beroepsonderwijs waren externe signalen en publieke uitingen van instellingen. De Inspectie heeft onderzocht of (ver)korte opleidingen in het hoger beroepsonderwijs voldoen aan de voorwaarden voor kwaliteitsborging. Hierbij is onder andere gekeken naar de inrichting van het programma en de geprogrammeerde studiebelasting. Daarnaast is bekeken of en of de examencommissie haar wettelijke rol naar behoren heeft vervuld bij bijvoorbeeld de vrijstellingen van studiepunten in dergelijke (ver)korte opleidingen. Het onderzoek begon met een aselecte steekproef van 50% van alle instellingen voor bekostigd en niet-bekostigd hoger onderwijs. De steekproef is aangevuld met opleidingen en instellingen waarover de Inspectie zich zorgen maakte, gezien de signalen en toezichtgegevens. Uiteindelijk zijn tien hbo-bacheloropleidingen van niet-bekostigde instellingen en drie hbo-bacheloropleidingen van bekostigde instellingen als risicovol geselecteerd voor nader onderzoek. Het betreft overwegend duale en deeltijdopleidingen. De Inspectie benadrukt dat het onderzoek risicogericht is en daarom niet representatief, waardoor er op basis van dit onderzoek geen stelselbrede conclusie kan worden getrokken. De Inspectie oordeelt dat bij de dertien opleidingen in meer of mindere mate onvoldoende wordt voldaan aan de wettelijke kwaliteitswaarborgen 2. Twaalf van de dertien opleidingen kunnen een aanzienlijk deel van de totale studielast niet of onvoldoende onderbouwen in termen van vrijstellingen of studie-inspanningen. Bij elf daarvan geldt dat voor een vijfde tot zelfs tweederde van de verwachte studielast van 240 EC 3. Studielast bestaat uit studiepunten (ECTS). Studiepunten worden toegekend bij het succesvol afronden van een studieonderdeel, bijvoorbeeld door een tentamen, of aan de hand van vrijstellingen. Bij een aantal opleidingen worden te gemakkelijk studiepunten toegekend zonder dat daar leerdoelen of studie-inspanningen tegenover staan. In andere gevallen werden vrijstellingen van studiepunten door de examencommissie onvoldoende verantwoord door onderliggende documenten. De Inspectie constateert hiermee dat de formele processen waarbinnen de kwaliteit moet worden geborgd niet op orde zijn. Naleving van de wettelijke kwaliteitswaarborgen is geen dwingende noodzakelijkheid voor het tot stand komen van de beoogde eindkwalificaties maar ondersteunt het realiseren ervan. De opleidingen voldoen niet aan de vereisten wat betreft het toekennen van studiepunten en verantwoord onderbouwen van vrijstellingen. Daardoor kan onvoldoende worden gegarandeerd dat de beoogde eindkwalificaties over de volle breedte en op het noodzakelijke niveau worden gerealiseerd, aldus de Inspectie. Daarmee doet de Inspectie overigens geen uitspraak over de kwaliteit van de onderzochte opleidingen en over het bereikte 2 Inspectierapport Goed verkort?, p. 4, december 2012 3 EC staat voor European credit point. Een studiepunt omvat 28 studie-uren. Een voltijdse hbo-bachelopleiding bestaat in beginsel uit vier studiejaren van elk 60 EC, in totaal dus 240 EC, ofwel 6.720 studie-uren. Pagina 4 van 8

eindniveau. De beoordeling van de kwaliteit ligt bij de NVAO in het kader van accreditatie. Wat betreft de onderzochte opleidingen, kwam de NVAO bij recente accreditatie van drie opleidingen tot de conclusie dat de opleidingen voldoende basiskwaliteit kunnen garanderen; twee andere opleidingen voldeden niet en daar zijn herstelafspraken gemaakt. Van de overige acht opleidingen wordt het merendeel gevisiteerd in 2013 en de andere in 2014. Dit betekent dat de NVAO binnenkort - in het kader van het reguliere accreditatieproces de kwaliteit van de opleidingen, die ze niet recent heeft beoordeeld, beoordeelt. De uitkomsten van het Inspectieonderzoek zijn aan de NVAO gemeld, zodat de conclusies bij toekomstige accreditaties als extra aandachtspunt worden meegenomen. De Inspectie heeft met de dertien instellingen afspraken gemaakt om de tekortkomingen te herstellen. Een aantal daarvan heeft al actie ondernomen. De instellingen krijgen maximaal één jaar - tot uiterlijk 1 december 2013 - de tijd om de tekortkomingen te herstellen en hierover aan de Inspectie te rapporteren. De termijn van een jaar is ook in andere sectoren - gebruikelijk voor dit soort verbeterprocessen. Afhankelijk van de informatie, worden afspraken gemaakt voor de vervolgprocedure. De Inspectie volgt de voortgang en de ontwikkelingen op de voet en blijft in gesprek met de directies van de instellingen. De Inspectie vraagt de instellingen bovendien na te gaan of andere opleidingen soortgelijke tekortkomingen vertonen. De Inspectie zal overleg voeren met de NRTO en de HBO-raad over structurele maatregelen die tot verbetering moeten leiden. De Inspectie verricht in 2014 nadat de instellingen de tijd hebben gekregen voor verbeteringen - een tweede fase van het onderzoek. In die fase worden ook andere opleidingen van de betrokken instellingen en andere instellingen onderzocht. De Inspectie onderzoekt daarnaast in 2013 in hoeverre de instellingen de nieuwe wettelijke voorschriften van Wet versterking besturing volgen wat betreft de examencommissie. Met die wet zijn belangrijke stappen gezet om de onafhankelijkheid en de deskundigheid van de examencommissie te versterken. Beleidsreactie Leren in deeltijd, afstandsleren en de combinatie van leren en werken zijn zeer waardevol voor volwassenen. Het is noodzakelijk dat ze programmatisch goed zijn vormgegeven en met voldoende waarborgen omkleed. Ik vind het zorgelijk, dat een aantal instellingen in het hoger beroepsonderwijs een verkorte studieduur niet goed kan verantwoorden, dat een aantal opleidingen niet voldoet aan de wettelijke kwaliteitswaarborgen en dat veel ervaringscertificaten die bij examencommissies in het mbo en hbo ter verzilvering worden aangeboden niet voldoen aan de eisen van de Kwaliteitscode EVC. De tekortkomingen bij verkorte trajecten in het hbo en de risico s bij verzilvering van ervaringscertificaten die de Inspectie met haar onderzoeken aan het licht heeft gebracht passen niet bij professioneel en kwalitatief hoogstaand middelbaar en hoger beroepsonderwijs. Wie onderwijs verzorgt en flexibele routes wil aanbieden, moet ook in staat zijn om te voldoen aan kwaliteitswaarborgen, zoals een heldere verantwoording van verleende vrijstellingen. Dat zijn basisvoorwaarden waaraan elke instelling moet voldoen. Het is ook noodzakelijk dat tekortkomingen zo snel mogelijk worden hersteld. Daarom zijn er maatregelen genomen voor de versterking van de kwaliteitswaarborgen in het hoger onderwijs en informeer ik u over welke overige maatregelen ik van plan ben te nemen naar aanleiding van de hierboven samengevatte Inspectierapporten. Pagina 5 van 8

Specifieke maatregelen evc en verzilvering Op grond van de uitgevoerde analyse wordt de Beleidsregel afgifte evc-verklaringen aangescherpt. Het doel hiervan is dat de kwaliteit van ervaringscertificaten voldoet aan alle eisen. Daarmee worden de risico s bij verzilvering van ervaringscertificaten verminderd. Dat houdt onder meer in dat tussentijdse controles van ervaringscertificaten worden ingevoerd gedurende de erkenningstermijn, voor zowel nieuwe als bestaande erkende evc-aanbieders. Daarnaast worden geen erkenningen meer voor een jaar afgegeven aan evc-aanbieders waarbij meerdere of enkele tekortkomingen zijn geconstateerd (erkenningscategorieën 2 en 3 worden geschrapt). Als niet aan alle eisen van de Kwaliteitscode EVC wordt voldaan, is geen sprake meer van erkenning. Verder wordt een nieuwe eis opgenomen dat evcaanbieders alleen mogen werken met gecertificeerde assessoren. Naast deze aanscherping van bovengenoemde beleidsregel worden ook de werkafspraken met beoordelende organisaties aangescherpt. Er wordt in afspraken vastgelegd dat beoordelende organisaties werken met grotere steekproeftrekkingen van ervaringscertificaten bij de (her)beoordeling van evc-aanbieders en wordt een vorm van panelvisitatie en/of peerevaluatie voor de beoordelende organisaties uitgewerkt en ingevoerd. Het ondersteuningsaanbod aan evc-aanbieders vanuit het Actieplan Kwaliteit EVC door het Kenniscentrum EVC zal worden voortgezet, met onder meer trainingen voor assessoren en examencommissies, handleidingen voor het schrijven van ervaringscertificaten en voorbeelden van good practices. Verder ga ik samen met de MBO Raad, AOC Raad, HBO-raad en NRTO verkennen wat examencommissies aanvullend nodig hebben om hun rol en verantwoordelijkheid bij verzilvering van ervaringscertificaten beter te kunnen vervullen. Ik geef een extra impuls aan verdere professionalisering van examencommissies in het mbo, onder andere op het punt van verzilvering van ervaringscertificaten. Hiervoor worden extra middelen ingezet. De HBO-raad heeft aangegeven studiebijeenkomsten te willen organiseren voor examencommissies en eventueel handreikingen te vervaardigen voor het verzilveren van ervaringscertificaten c.q. het verlenen van vrijstellingen conform de vigerende weten regelgeving. Ook de NRTO heeft een plan van aanpak aangekondigd. Wetsvoorstel Versterking kwaliteitswaarborgen hoger onderwijs Het wetsvoorstel Versterking kwaliteitswaarborgen hoger onderwijs, dat onlangs aan uw Kamer is aangeboden, heeft tot doel om kwaliteitswaarborgen in het hoger onderwijs over de gehele linie aan te scherpen en ook het middelbaar beroepsonderwijs wat betreft de introductie van de aanwijzingsbevoegdheid. De maatregelen zijn er niet alleen op gericht eventuele kwaliteitsproblemen in het hoger onderwijs tijdig te signaleren en aan te pakken, maar geven ook handvatten om kwaliteitsproblemen in de toekomst te voorkomen. Er zijn aanvullende maatregelen nodig die het gehele proces van examinering binnen de instellingen verder versterken. Met het wetsvoorstel wordt het onmogelijk gemaakt dat de leden van het instellingsbestuur of personen die binnen de instelling anderszins financiële verantwoordelijkheid dragen zitting hebben in de examencommissie en er zal worden verplicht dat in elke examencommissie een externe deskundige zitting heeft. Daarnaast wordt het accreditatiekader aangescherpt, doordat onder andere het gerealiseerde eindniveau en de wijze van examinering niet langer samen één beoordelingscriterium vormen. Op die manier kan een zwak resultaat bij één van de twee criteria niet langer gecompenseerd worden door een positief resultaat bij het andere criterium en vinden visitaties clustergewijs plaats, zodat vergelijkbare opleidingen op duidelijke wijze worden Pagina 6 van 8

beoordeeld. Ook de rol van de Inspectie wordt de komende jaren uitgebreid, waardoor zij met het risicogericht toezicht nu ook bij ernstige vermoedens van risico s op grond van (eigen) deskresearch een incidenteel onderzoek kan verrichten naast de bestaande mogelijkheden tot het verrichten van incidenteel onderzoek naar aanleiding van externe signalen (brandweerfunctie). Stappen op langere termijn De bevindingen van de Inspectie ten aanzien van examencommissies en ervaringscertificaten leiden tot een fundamentele bezinning op het evc-stelsel, de verantwoordelijkheid voor de kwaliteitsborging van evc als arbeidsmarktinstrument en het brede instrumentarium voor validering in het formeel onderwijs van nietformeel en informeel leren. Met het oog op keuzes voor de langere termijn zal de komende tijd een toekomstbestendige inrichting van het evc-stelsel worden uitgewerkt. Deze uitwerking is een gezamenlijk proces van de overheid (de ministeries van OCW, SZW en EZ) en de sociale partners, waarbij ook de overige actoren en stakeholders worden betrokken. Er is afgesproken de focus te leggen op het directe gebruik van evc en alternatieve instrumenten ten behoeve van duurzame inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. Het is de bedoeling dat dit proces in het voorjaar van 2013 uitmondt in een concreet voorstel, dat aan Uw Kamer kan worden voorgelegd. Wat betreft het hoger beroepsonderwijs adviseert de Inspectie mij in het rapport Goed verkort? overleg te voeren met de instellingen over de best mogelijke vormgeving van duale opleidingen, deeltijdopleidingen en maatwerktrajecten voor specifieke groepen studenten. Deze aanbeveling neem ik over. Bij dat overleg is mijn vertrekpunt dat instellingen de studielast goed en transparant onderbouwen en evalueren. De Wet op hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) is op dat punt helder. 4 Wel heeft de studielastberekening van de Inspectie discussie opgeroepen, omdat in de wet geen concrete methode staat om de studielast te berekenen. Daarom ben ik van plan te laten onderzoeken of en zo ja, hoe de normering van studielast preciezer kan worden vastgesteld. Tevens zal ik in het overleg met de instellingen aan de orde stellen hoe de uitkomsten van het Inspectieonderzoek kunnen worden benut bij de vormgeving van de voorgenomen experimenten met grotere flexibiliteit en vraaggerichtheid in het deeltijdonderwijs. Al eerder is voorgesteld experimenteerruimte te bieden voor flexibilisering van het hoger onderwijs voor werkenden. Hiertoe wordt een Algemene Maatregel van Bestuur voorbereid op basis van het innovatieartikel 1.7a van de WHW. Het Inspectieonderzoek naar (ver)korte opleidingen zal ik mede als uitgangspunt hanteren voor het stellen van zorgvuldige randvoorwaarden voor de experimenteerruimte gericht op flexibilisering van het deeltijd hoger onderwijs voor volwassenen. Daarnaast zal in maart 2013 een werkconferentie worden georganiseerd. Deze zal in het teken staan van de toekomst van het deeltijd hoger onderwijs, in het verlengde van de eerdere beleidsvoornemens (Tweede Kamer, vergaderjaar 2011-2012, 31 288, nr. 285). Sleutelwoorden hierbij zijn versterking van flexibiliteit en 4 In artikel 7.4, eerste lid, en artikel 7.4b WHW staan bepalingen opgenomen ten aanzien van studiepunten in ECTS en de studielast van hbo-opleidingen. Pagina 7 van 8

vraaggerichtheid van het aanbod. Het gaat daarbij om het realiseren van een betere aansluiting van de inrichting van deeltijdstudies op de kenmerken en behoeften van de doelgroep en de vraag van werkgevers. En het gaat om een wijze van financiering die bij deze flexibiliteit en vraaggerichtheid past, zoals vraagfinanciering. Het besluit om de langstudeerdersmaatregel af te schaffen heeft voor deeltijdstudies de consequentie dat de druk tot het comprimeren van de programmering van opleidingen is weggenomen en er ruimte is om de programmering te flexibiliseren en differentiëren. Ook dit zal ik betrekken bij het gesprek met de instellingen over de wenselijke ontwikkelingen op het gebied van inrichting en financiering van deeltijd hoger onderwijs. Vervolg Ik zal u in het voorjaar van 2013 informeren over de resultaten van het overleg met de instellingen en de voortgang van de vervolgacties naar aanleiding van de Inspectierapporten. Daarnaast zal ik in de loop van 2013 de bovengenoemde experimenteer-amvb bij uw Kamer voorhangen. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Dr. Jet Bussemaker Pagina 8 van 8