VERANDERINGEN PARTICIPATIEWET 2015 Samenwerking Friese Gemeenten
2 Op 1 januari 2015 gaat de Participatiewet in. Deze wet vervangt de Wet Werk en Bijstand (WWB), Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wajong. Ontvangt u in 2014 al bijstand, dan verandert er in de meeste gevallen niets. Bent u alleenstaande ouder of woont u met meerdere mensen in een huis, dan krijgt u wel met veranderingen te maken. In dit document leggen we u uit wat er verandert als de Participatiewet van kracht wordt. U ontvangt nog persoonlijk bericht of er iets in uw situatie verandert door de nieuwe wet. Publicatie Bureau Zelfstandigen Fryslân, december 2014.
3 Inhoud I Wat gaat er voor mij veranderen?... 4 Verandert mijn uitkering?... 4 Hoe hoog wordt mijn uitkering/inkomen per 1 januari 2015?... 4 II Participatiewet... 4 III Wat zijn de belangrijkste wijzigingen in 2015?... 4 3.1 Wijzigingen alleenstaande ouders... 4 Wat als u geen recht heeft op de alleenstaande ouderkop... 5 Wat moet u doen?... 5 Vraagt u na 1 januari 2015 een uitkering aan?... 5 3.2 Kostendelersnorm... 5 Wat is een meerpersoonshuishouden?... 6 Wie tellen niet mee voor de kostendelersnorm?... 6 Wanneer verlaagt de gemeente uw uitkering?... 7 3.3 Minimaregelingen... 7 IOAZ... 7 Online informatie... 7
4 I Wat gaat er voor mij veranderen? Verandert mijn uitkering? Of uw uitkering gaat wijzigen hangt af van uw woon- en leefsituatie. Hoe hoog wordt mijn uitkering/inkomen per 1 januari 2015? Het Ministerie stelt aan het eind van het jaar de uitkeringsnormen vast. Voor alleenstaande ouders geldt een lagere norm vanaf 1 januari 2015. Door kindgebonden budget aan te vragen bij de Belastingdienst, kunt u de lagere uitkeringsnorm grotendeels compenseren. Het inkomen van alleenstaande ouders daalt in 2015. Als door deze wijzigingen uw uitkering of toeslagen veranderen, dan ontvangt u eind december 2014 een brief. II Participatiewet Iedereen die kan werken, maar het op de arbeidsmarkt zonder steuntje in de rug niet redt, valt vanaf 1 januari 2015 onder de Participatiewet. De Participatiewet is er om zoveel mogelijk mensen, met of zonder beperking, werk te laten vinden. De Participatiewet vervangt de Wet Werk en Bijstand, Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wajong. De gemeente voert de Participatiewet uit, zorgt voor begeleiding naar werk en zorgt voor een uitkering als dat nodig is. Mensen met een Wsw-indicatie die eind 2014 nog op de wachtlijst staan, vallen vanaf 1 januari 2015 onder de Participatiewet. III Wat zijn de belangrijkste wijzigingen in 2015? In de Participatiewet komen een aantal nieuwe en aangepaste termen, maatregelen en voorzieningen (aanbod vanuit de gemeente) voor. Dit zijn onder andere: De kostendelersnorm De individuele inkomenstoeslag Strengere maatregelen bij het niet nakomen van de verplichtingen De tegenprestatie 3.1 Wijzigingen alleenstaande ouders Vanaf 1 januari 2015 bestaat er geen alleenstaande ouder bijstandsnorm meer. U ontvangt dan een uitkering ter hoogte van een alleenstaande en dat is ongeveer 271,- per maand minder. Ook uw vakantiegeld zal hierdoor ongeveer 14,- per maand dalen (uitbetaling in juni ieder jaar). Daar staat tegenover dat u in aanmerking kunt komen voor een hoger kindgebonden budget van de Belastingdienst. Het kindgebonden budget wordt namelijk verhoogd met een alleenstaande-ouderkop van 254,- per maand (= 3.050,- per jaar). Concreet: Vanaf januari 2015 ontvangt u minder geld van uw dienst Sociale Zaken en meer van de Belastingdienst, maar per saldo gaat u er ongeveer 17,- op achteruit. Dat merkt u vooral bij de uitbetaling van het vakantiegeld.
Deze regeling is bedoeld om betaald werk te stimuleren. Hoe werkt dat? Uw uitkering is straks ruwweg 905,- per maand (exclusief vakantiegeld). Daarnaast ontvangt u de alleenstaande ouderkop als onderdeel van het kindgebonden budget. Als u werkt, of gaat werken, en meer verdient dan 905,- stopt uw uitkering van Sociale Zaken, maar u houdt uw alleenstaande ouderkop van de Belastingdienst. U heeft dan uw eigen salaris + de alleenstaande ouderkop en dat is meer dan een uitkering met alleenstaande ouderkop. Voor meer informatie over de alleenstaande ouderkop neemt u contact op met de Belastingdienst. Wat als u geen recht heeft op de alleenstaande ouderkop De Belastingdienst gebruikt een andere definitie van partner dan de gemeente. Het is daarom mogelijk dat u voor de gemeente alleenstaande ouder bent, maar voor de Belastingdienst niet. Dat kan het geval zijn als uw partner in een verpleeginrichting woont of in detentie zit. U komt dan niet in aanmerking voor de alleenstaande ouderkop. Als deze situatie voor u geldt en u op 31 december 2014 een uitkering ontvangt, dan heeft u tot 1 januari 2016 recht op een overgangsregeling. Concreet: In plaats van de alleenstaande ouderkop blijft u tot uiterlijk 1 januari 2016 uw huidige gemeentelijke toeslag behouden. Dat betekent dat als uw situatie komend jaar niet verandert, uw inkomen gelijk blijft in 2015. Let op: Als u als alleenstaande ouder uw woning deelt met andere volwassenen, dan is de kostendelersnorm ook op u van toepassing. Wat moet u doen? A. Ontvangt u al kindgebonden budget? Dan hoeft u niets te doen. In december 2014 hoort u van de Belastingdienst hoe hoog uw kindgebonden budget vanaf 1 januari 2015 is. Wilt u weten of u volgens de belastingregels een toeslagpartner heeft? Kijk dan op de website van de Belastingdienst B. Ontvangt u nog geen kindgebonden budget? Dan kunt u in december op www.toeslagen.nl uitrekenen of u in 2015 recht hebt op kindgebonden budget. Als dat zo is, kunt u dit zelf voor eind 2014 aanvragen via Mijn toeslagen op toeslagen.nl. C. Op de website http://www.kindregeling.nl/rekentool/ kunnen alleenstaande bijstandsouders hun inkomen vanaf 2015 berekenen. Vraagt u na 1 januari 2015 een uitkering aan? Als alleenstaande ouder heeft u recht op de alleenstaande ouderkop van de Belastingdienst. Mocht dit niet het geval zijn, dan kunt u de gemeente vragen om bijzondere bijstand. 5 3.2 Kostendelersnorm Kort gezegd betekent de kostendelersnorm dat als u een woning deelt met meer volwassenen, uw bijstandsuitkering daarop wordt aangepast. Hoe meer personen van 21 jaar of ouder in uw woning, hoe lager uw bijstandsuitkering. De reden hiervoor is dat als er meer personen in één woning wonen, zij de woonkosten kunnen delen. Vandaar de kostendelersnorm.
6 Wat is een meerpersoonshuishouden? De kostendelersnorm geldt voor volwassenen die samen een woning delen. Dit heet een meerpersoonshuishouden. Dit kan bijvoorbeeld een gezin zijn met twee ouders en een aantal volwassen inwonende kinderen. Er kan ook nog een inwonende (groot)ouder bij horen, een broer of zus, neef of nicht. Of de aanhang van de volwassen zoon of dochter. Voor de kostendelersnorm maakt het niet uit of u getrouwd bent en of u familie bent van elkaar. Het maakt ook niet uit waarom u samen een woning deelt. De voordelen van woningdelen staan los van de redenen waarom u samenwoont. Daarom geldt in álle meerpersoonshuishoudens de kostendelersnorm. Wie tellen niet mee voor de kostendelersnorm? jongeren tot 21 jaar, studenten die een studie volgen die recht kan geven op studiefinanciering (Wsf 2000), leerlingen die de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) volgen, meerderjarige leerlingen die onderwijs volgen dat recht geeft op Wet tegemoetkoming onderwijskosten schoolgaande kinderen (Wtos), kamerhuurders en kostgangers die op basis van een schriftelijke overeenkomst, waarbij een commerciële prijs is overeengekomen, een kamer huren en/of kost en inwoning hebben. Verhuurders en kostgevers die op basis van een schriftelijke overeenkomst, waarbij een commerciële prijs is overeengekomen, een kamer verhuren en/of kost en inwoning bieden.
Dus bij een huishouden met vier meetellende personen krijgt elke persoon die recht heeft op een bijstandsuitkering een uitkering van maximaal 40% van de gehuwdennorm. Bovenstaande tabel stopt bij een vijfpersoonshuishouden, maar de kostendelersnorm geldt ook voor huishoudens met meer personen. Door de komst van de kostendelersnorm vervallen de gemeentelijke toeslagen op de bijstand. Een alleenstaande of alleenstaande ouder die alleen in een woning woont, krijgt van de gemeente 70% van de gehuwdennorm. Als de alleenstaande (ouder) woonkosten kan delen en onder de kostendelersnorm valt, krijgt hij of zij een lagere uitkering. Daarnaast kan de uitkering verlaagd worden bij iemand die geen woonkosten heeft, gebruik maakt van daklozenopvang of schoolverlater is. 7 Wanneer verlaagt de gemeente uw uitkering? Krijgt u op 31 december 2014 een bijstandsuitkering en woont u met één of meer personen in hetzelfde huis? Dan verandert er voorlopig niets. Vanaf 1 juli 2015 krijgt u pas een lagere uitkering. Bent u een alleenstaande of gehuwd en gaat u na 1 januari met één of meer personen in hetzelfde huis wonen? Dan krijgt u direct te maken met de kostendelersnorm. Neem op tijd contact op met uw gemeente voor meer informatie. 3.3 Minimaregelingen Hebt u een laag inkomen, bijstandsuitkering, minimumloon of alleen AOW? U hebt misschien recht op een van de minimaregelingen van uw gemeente. Informeert u zich hierover bij uw eigen gemeentelijke sociale dienst. IOAZ Als u een uitkering op grond van de IOAZ ontvangt zijn er afwijkende regels voor de kostendelersnorm. Er geldt dan een afbouwperiode van 1 juli 2015 tot 31 december 2018. Wat dat exact voor u betekent, leest u in de brief die u in de loop van 2015 ontvangt. Online informatie http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/bijstand/vraag-en-antwoord/wat-verandert-ervanaf-2015-in-de-bijstand.html http://www.bureauzelfstandigenfryslan.nl