Richtlijn omgaan met vrijkomend asfalt --Adviesbureau en laboratorium--



Vergelijkbare documenten
Vernieuwing CROW publicatie 210

milieuhygiënisch asfaltonderzoek zuidelijke randmeren veiligheid zuidelijke randmeren waterschap Vallei & Eem LEU36-8 LEU36-8/strg/006 C. Koot MSc.

Versie Definitief 1 Datum Adviseur milieu Ing. G. van den Berg Teamleider drs. J.J. Bleeker Projectcoördinator drs. J.J.

Notitie constructieonderzoek wegen Plassengebied. 1 Inleiding

MILIEUKUNDIG ONDERZOEK ASFALT, HAMERVELDSEWEG TE LEUSDEN

A N A L Y S E C E R T I F I C A A T

Milieuhygiënisch verhardingsonderzoek Oude Willem

RPS Advies & ingenieursbureau B.V. T.a.v de heer C.Hiesberger Postbus AB LEERDAM. Geachte heer Hiesberger,

VERHARDINGSONDERZOEK TER PLAATSE VAN DE OUDE MOLENWEG TE NIJMEGEN (GEMEENTE NIJMEGEN)

Code Milieu Verantwoord Wegbeheer (Code MVW)

Proef 77.1 Vrijkomend asfalt: Bepalen van de constructieopbouw en de laagdikte

STANDAARD RAW BEPALINGEN 2015 HOOFDSTUK ASFALTVERHARDINGEN

PRESENTATIE PLATFORMDAG VOOR TOEZICHTHOUDERS BODEM EN GROND

Indicatief onderzoek wegbermen en verhardingen

Keteninitiatief. Datum: september Versie 1 / september Verantwoordelijke voor dit verslag is André van Wijk.

BODEMINSPECTIE OP ASBEST aan de Harskamperweg 84 te Harskamp

Bodemonderzoek van de toekomst. HANDREIKING GEBIEDSGERICHT ONDERZOEK METALEN Introductie Annelies de Graaf (SIKB)

Keteninitiatief. Versie 2 / december Verantwoordelijke voor dit verslag is André van Wijk. Datum: december 2015 pagina 1 van 5

Geen bodemverontreiniging door Rijkswegen. beheer bodem bij Rijksinfrastructuur

Strategie bodemonderzoek diffuus lood in de bodem van kinderspeelplaatsen

- 2 aansluitingen (op b.v. ontvangpunten en andere bouwdelen), lasnaden, handwerk of aanzetten waar geen bitumineus membraan is aangebracht dient onde

atkb ADVIESBUREAU VOOR BODEM, WATER EN ECOLOGIE

Handleiding Kostentool Stille Wegdekken

Volumetrie = levensduur: IVO-SMA en de Standaard 2015

MONSTERNEMING MATERIALEN VERHARDINGSCONSTRUCTIES TEN BEHOEVE VAN PARTIJKEURINGEN BOUWSTOFFEN

Vertrouwelijk. Memo. Aan : Conny Bieze Van : ODRA Onderwerp : Nadere beoordeling partijkeuring Vink Datum : 16 april 2018

NEN (?) Bas van den Bosch Archimil / NIPA Milieutechniek

De invloed van boor- en zaagwerkzaamheden op de korrelverdeling van gap-graded mengsels

Normblad: 1 / 5 mei 2016

BOOT organiserend ingenieursburo bv Alle opdrachten worden aanvaard en uitgevoerd overeenkomstig de AV-BOOT Ingenieurs met een verhaal.

Onderzoek naar vloeistofdichte asfaltconstructies - ervaringen met een praktijkgeval -

Aanvullend onderzoek demping Zahnstraat 19 te Angeren

Code Milieu Verantwoord Wegbeheer (Code MVW)

Onderwerp: Eind- en toetstermen bij BRL 9101: 2017 ex bijlage 5 Kenmerk: Datum: 4 december 2017

Opdrachtgever: gemeente Borger-Odoorn Besteknr.: GG e NOTA VAN INLICHTINGEN d.d

WIJZIGINGSBLAD BRL 9320:

Hoe houden we het werkbaar?

PLAN VAN AANPAK VERONTREINIGING MET MINERALE OLIE EN ZINK OP HET PERCEEL HOGEWEG / PAGENLAAN TE LIMMEN

Dr.ir. Jacob Groenendijk KOAC-NPC

Notitie SWNL

Wehner/Schulze proef als methode voor de bepaling van de aanvangsremvertraging.

NAZCA: afdeling Realisatie & Beheer Postbus RB Eindhoven. Opdrachtnummer: Datum rapport: 31 maart 2014

Technische gegevens Gravier d Or

Martens Aannemingsbedrijf bv t.a.v. de heer M. Martens Postbus AB Lekkerkerk.

Herziening van de huidige definitie van de Maatregeltoets

MELDINGENFORMULIER SANERINGSVERSLAG/NAZORGPLAN

Asbestbodemonderzoek conform NEN 5707 voor de locaties toekomstige hoeveschuur en parkeerplaats/boomgaard op het adres Slakweg 5 te Maastricht.

Stille wegdekken Handleiding Kostentool

Toelichting bij NEN 5720 'Verkennend waterbodemonderzoek' (i.c.m. NEN 5717)

INDICATIEF BODEMONDERZOEK N857 NUISVEEN TE BORGER

Project: Varianten rechterensedijk Opdrachtgever: Gemeente Dalfsen Projectnummer: Betreft: Globale kostenraming variant 1, d.d.

Ketenanalyse opnemen wegenonderhoud (4.A.1)

Prins. Milieu Consultancy. Plan van aanpak voor het deels ontgraven van een puinpad. op een bosperceel aan de Veenburgerweg te Zwartebroek

BRL Keurcompost Uitgifte: 1 januari 2013 Bijlage: 040 Certificatie Voorbeeld Checklist Toepassingsgebied GFT compost Groencompost

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De locatie Het ontwerp van het winkelcentrum en directe omgeving is opgenomen in figuur 1.

Voorbeeld partijkeuring III

Discussies over het Besluit bodemkwaliteit in de dagelijkse praktijk

Criteria voor duurzaam inkopen van Wegen

Module Nr. BRL KEURCOMPOST Opmerkingen

Zijn stille wegdekken duur?

Praktijkervaringen met de BRL SIKB mei 2017

ASBEST-BODEMONDERZOEK SLINGELANDSEWEG 17 GIESSENBURG

Toelichting initiatief Asfalt-onderhoudsapplicatie

MILIEUKUNDIG BODEMONDERZOEK LANGS DE PROVINCIALE WEG N618 BOXTEL - SCHIJNDEL 12 APRIL 2017

slagvaardig Schaderegeling ingravingen

REGENIS BITUMEN VOOR HERGEBRUIK

Versie 03 Datum van toepassing

Nader bodemonderzoek naar asbest, Julianastraat 12 t/m 16 te Kerkdriel

Spoorvormingsgevoeligheid LinTrack - SMA verklaard

Voorwoord en ontwikkeling BCTR. Aaldert de Vrieze / Harko Groot InVra plus

Onderwerp briefrapportage aanvullende analyses Rotonde Burg Magneestraat te Bergeijk

ILT Sectordag. Eigen Werken RWS. aandachtspunten NEN februari Joris van Kesteren Inspectie Leefomgeving en Transport

Meet- en rekenprotocol Droge remvertraging (middels remproef)

Acceptatie- en verwerkingbeleid

Partijkeuring conform Besluit bodemkwaliteit

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

Validatie van de conserveringstermijn van polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) in bodem definitief

Verkennend bodemonderzoek plangebied t Spieghel, Grontmij, maart 2004

INFRASTRUCTUREEL ONDERZOEK PLANGEBIED "TIJDELIJK ONTSLUITING CENTRUMPLAN ULFT" TE ULFT GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK

Kansen voor samenwerking bij toezicht op puinbrekers. Ronald Peters PTB 11 november 2014

INDICATIEVE DEPOTKEURING EN (NADER) ASBESTONDERZOEK TERREIN NUISVEEN 2 TE BORGER

Risicogestuurd beheer en onderhoud door informatie uit nieuwe meettechnieken

Raad voor Accreditatie (RvA) Accreditatie van monsterneming

Het doel van het aanvullend onderzoek is het verkrijgen van aanvullende informatie over de verontreiniging.

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof

VERKENNEND ASBESTONDERZOEK VERDACHTE LOCATIES REGIO IJMOND GEMEENTE HEEMSTEDE

Parkeerkundige onderbouwing auto + fiets BP Bijenkorf

C wegdek 2002 het verhaal er om heen! Marc Eijbersen Jan Hooghwerff

Bladnr. 1 van RAW RAW Bestek Groot Onderhoud Waterlinieweg Status: DEFINITIEF, d.d.

Technische omschrijving

RWZI Boxtel te Boxtel

Hergebruik Tweelaags ZOAB Oud ZOAB nieuw ZOAB Oud Polymeerbitumen nieuw PmB

Tarief voor betonboren De prijzen worden berekend per cm. te boren diepte. Doormeter Betonvloer Betonwand Metselwerk

04 Met freesnaden wordt hier bedoeld alle asfalt aansluitingen die gemaakt moeten worden.

Globale kostenraming verwijdering wegen en verontreinigde wegbermen binnen het plangebied Bypass Kampen

Vervolg onderzoek locatie Bredeweg 69 te Randwijk; aanvulling verkennend bodemonderzoek.

Den Haag, onderhoud kunstgras(val)ondergronden 2016 e.v. Nota van Inlichtingen Ingenieursbureau Den Haag Besteknummer

INTERPRETATIEDOCUMENT Vastgesteld door het Accreditatiecollege Bodembeheer

lllllll Royal HaskoningDHV Enhancing Society Together emeente Beek 12ink /08/2012 ROBW A: nee N: nee

Transcriptie:

Richtlijn omgaan met vrijkomend asfalt --Adviesbureau en laboratorium-- CROW-publicatie 210: 2014 Ir. Nico van den Berg Februari 2014

Wat betekent de nieuwe publicatie voor het adviesbureau en laboratorium? 2

Voor wie bedoeld? Adviesbureau en lab Ontdoener/eigenaar Aannemer Asfaltcentrale 3

, inleiding Vrijkomend teerhoudend asfalt behandelen als gevaarlijk afval? Ja CROW 210 gaat uit van een uniforme aanpak en beschouwt teerhoudend asfalt als gevaarlijk afval. Beleid (LAP2) Minimum standaard: thermische reiniging. 4

Waarop wordt gecontroleerd? Voor de acceptatie door een asfaltcentrale wordt alleen gecontroleerd op het PAK(10) gehalte PAK = Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen Eis < 75 mg/kg! De in het oorspronkelijke Bbk aangezegde verscherping tot < 50 mg/kg is van de baan. 5

, inleiding Wie is verantwoordelijk voor het onderzoek en de afvoer? De wegbeheerder is verantwoordelijk voor een juiste afvoer. Het onderzoek wordt dan ook vaak uitgevoerd door of onder verantwoordelijkheid van de wegbeheerder. Bij UAV-GC-contracten kan dit ook aan de opdrachtnemer worden uitbesteed maar de verantwoordelijkheid blijft! 6

, protocol 1 Historisch administratief onderzoek en inspectie De opdrachtgever voert conform Protocol 1 historisch administratief onderzoek en inspectie uit naar de opbouw, samenstelling, hoeveelheid en locatie van vrijkomend asfalt. Als onvoldoende bekend, dan onderzoek als ouder 1995. Bij een terreininspectie worden naden, verschil in deklagen en teerverdachte vakken, zoals opstelvakken, verbredingsconstructies, bushalten, vluchtstroken etc. genoteerd. 7

Geheel of gedeeltelijk voor 1995 aangelegd of te weinig kwaliteitsgegevens bekend, dan bijzondere wegvakken aangeven en zware onderzoeksinspanning. Geen onderzoek nodig als: voldoende kwaliteitsgegevens beschikbaar (weegbonnen met certificaat BRL9320); Te klein vak (afvoer als teerhoudend); Alleen ZOAB frezen op RIJKSWEGEN. 8

Aantoonbaar geheel vanaf 1995 aangelegd maar onvoldoende kwaliteitsgegevens beschikbaar, dan lichte onderzoeks-inspanning. 9

, protocol 2 Opstellen boorplan Als protocol 1 onvoldoende gegevens heeft opgeleverd of de constructie is zeker van voor 1995, dan moet de zware onderzoeksinspanning worden ingezet. Op basis van de terreininspectie (en de historische gegevens) worden onderzoeksvakken gedefinieerd. Maak een lijst van deze vakken met hun oppervlakte. Suggesties voor onderzoeksvakken: Visueel waarneembare naden en kleurverschillen in deklaag; Alle rijstroken, opstelstroken, vluchtstroken apart; Bijzondere vakken als bushalten; Wegvakken van verschillende eigenaren/beheerders; Wegvakken aangelegd voor resp. vanaf 1995 10

Het minimaal aantal boringen per onderzoeksvak: Situatie Minimum aantal boringen per onderzoeksvak Asfalt voor 1995 (meerdere onderzoeksvakken per werk, beoordelen op homogeniteit) Bijzonder weggedeelte < 50 m 2 0 (asfalt afvoeren als teerhoudend asfalt) Onderzoeksvak < 100 m 2 1 Onderzoeksvak < 500 m 2 2 Onderzoeksvak > 500 m 2 1 per (gedeelte van) iedere 500 m 2 + 1 extra per onderzoeksvak Onderzoeksvak rijkswegen of grote 1 per (gedeelte van) iedere 1.000 m 2 + 1 homogene asfaltoppervlakken extra per onderzoeksvak (> 10.000 m 2 ) Zeer groot homogeen onderzoeksvak (> 100.000 m 2 ) of homogeen vak waterbouwasfalt (> 10.000 m 2 ) 1 per (gedeelte van) iedere 10.000 m 2 + 1 extra per onderzoeksvak, met een minimum van 5 boringen 11

Minimum aantal boringen per Situatie onderzoeksvak Asfalt vanaf 1995 (altijd één homogeen vak per werk) Onderzoeksvak < 1.000 m 2 2 boringen 1 per (gedeelte van) iedere Onderzoeksvak > 1.000 m 2 1.000 m 2 + 1 extra per Zeer groot onderzoeksvak (> 100.000 m 2 ), of waterbouwasfalt (> 10.000 m 2 ) onderzoeksvak 1 per (gedeelte van) iedere 10.000 m 2 + 1 extra per onderzoeksvak, met een minimum van 5 boringen 12

, protocol 2 boorplan Geef op de tekening, of in de lijst met onderzoeksvakken aan waar de boringen in het vak geplaatst moeten worden (positie in lengte/breedte). Indien het vak een rijstrook betreft moet de helft van de boringen in het rijspoor geplaatst worden en de andere helft tussen de sporen en de zijkant van de rijstrook. (vetergang) 13

, Protocol 3 Boren Ga na of bijzondere maatregelen moeten worden getroffen of meldingen moeten worden gedaan; Doe de benodigde graafmelding(en); Voer boringen uit (diam. 100 mm) tot minimaal 10 cm onder geplande verwijderingsdiepte of tot onderzijde asfalt; Boorder moet melding maken van mogelijke afwijkingen in de constructie en na overleg evt. extra boringen zetten. 14

Boorder (verplichting) Registreert boorlocaties met nauwkeurigheid van +/- 2 m; Meldt afwijkingen van boorlocaties tov boorplan; Vermeldt dwarspositie en evt aanwezige spoorvorming; Vermeldt evt. wapening etc. Codeert de kernen eenduidig en leesbaar; Bewaart de kernen bij max. 40 o C 15

CROW210 protocol 4,Onderzoek Bepaal laagopbouw en laagdikte; benoem de asfaltsoorten met de oude namen en met gradering (GAB 0/16, DAB 0/8 ) (gradering en steensoort kunnen indicator zijn van een ander mengsel) Bepaal met de PAK-detector of en op welke diepte teer aanwezig is. Vermeld ook teerhoudende kleeflagen!!; Vergelijk de vooraf vastgestelde onderzoeksvakken met de verkregen boorprofielen en bepaal het benodigde aantal aanvullende analyses. 16

17

Naast elkaar gelegen onderzoeksvakken met overeenkomstige laagopbouw mogen worden samengevoegd; Voeg vakken met vergelijkbare opbouw en functie samen; Splits niet homogene onderzoeksvakken op; Controleer bij opsplitsen van vakken van voor 1995 of er voldoende kernen per vak zijn geboord. Vermeld dit in het rapport. (Bij boren van extra kernen is vaak geen optie) 18

Boorprofiel Kosmoslaan Firmamentlaan Argonautenlaan Damocleslaan 0 8 1 82 83 8 4 85 86 8 9 90 91 9 2 93 50 BRAC diepte van bovenaf (in mm) 100 150 200 250 300 350 GA B 0/32 GA B 0/16 AB 0/22 AB 0/16 AB 0/11 AB 0/6 400 450 DLC-mengmonsters teerhoudend met PAK-Marker incl. een veiligheidsmarge van ± 15-20 mm 500 19

Bereken per vak de hoeveelheid vrijkomend teerhoudend en teervrij asfalt en houdt daarbij rekening met de veiligheidsmarge van 20 mm onder en boven teerhoudende lagen en met evt spoorvorming (dichtheid asfalt 2500 kg/m 3 ); Reken het asfalt tussen een teerhoudende en teervrije boring toe aan het teerhoudende onderzoeksvak; Reken evt teervrije asfaltlagen toe aan het teerhoudende materiaal, als selectief verwijderen niet meer economisch is. 20

Oppervlakte (ongeveer) [m 2 ] 940 Kosmoslaan Aantal boringen 4 Oppervlakte per boring [m 2 ] 235 Hoeveelheid asfalt Locaties Oppervlakte bij benadering [m 2 ] Gem. laagdikte [m] Totaal 81 t/m 84 940 0,181 Teerhoudend Geschatte hoeveelheid [ton] 426 0 Teervrij 81 t/m 84 940 0,181 426 (3 DLC's) 1 t/m 3 Oppervlakte (ongeveer) [m 2 ] 480 Firmamentlaan Aantal boringen 2 Oppervlakte per boring [m 2 ] 240 Hoeveelheid asfalt Locaties Oppervlakte bij benadering [m 2 ] Gem. laagdikte [m] Totaal 85 en 86 480 0,223 Teerhoudend Geschatte hoeveelheid [ton] 267 0 Teervrij 85 en 86 480 0,2225 267 (3 DLC's) 4 t/m 6 Oppervlakte (ongeveer) [m 2 ] 830 Argonautenlaan Aantal boringen 3 Oppervlakte per boring [m 2 ] 277 Hoeveelheid asfalt Locaties Oppervlakte bij benadering [m 2 ] Gem. laagdikte [m] Totaal 89 t/m 91 830 0,134 Teerhoudend 89 t/m 91 830 0,134 Teervrij Oppervlakte (ongeveer) [m 2 ] 245 Damocleslaan Aantal boringen 2 Oppervlakte per boring [m 2 ] 123 Hoeveelheid asfalt Locaties Oppervlakte bij benadering [m 2 ] Gem. laagdikte [m] Totaal 92 en 93 245 0,066 Teerhoudend 92 en 93 245 0,066 Teervrij Geschatte hoeveelheid [ton] 279 279 0 (0 DLC's) Geschatte hoeveelheid [ton] 40 40 0 (0 DLC's) 21

GEEN aanvullend onderzoek nodig als: Al het te verwijderen asfalt is aangelegd vanaf 1995 EN er is geen teerhoudend asfalt aangetoond met de PAK-detector Er komt uit het werk niet meer dan 25 ton asfalt vrij. WEL aanvullend onderzoek als aan een van deze voorwaarden niet wordt voldaan. Vanaf 1995 en toch teer aangetroffen betekent dus dat er minder kernen zijn! 22

Hoeveelheid vrijkomend teervrij asfalt (ton per onderzoeksvak) Minimum aantal analyses PAK-detector Geen aanvullend onderzoek Gehele werk vanaf 1995 aangelegd énmet PAK-detector geen teer aangetoond 0-25 (alleen indien hele werk < 25 ton) PAK-detector 0-200 1 analyse 200-1000 2 analyses 1000-2000 3 analyses Elke 2000 meer 1 analyse extra 23

, onderzoek Boorprofiel Kosmoslaan Firmamentlaan Argonautenlaan Damocleslaan 0 50 81 82 83 84 85 86 89 90 91 92 93 1 4 100 2 3 5 BRAC GAB 0/32 150 GAB 0/16 diepte van bovenaf (in mm) 200 250 300 6 Te klein vak vak om om selectief verwijederen te verwijderen rendabel te maken te maken AB 0/22 AB 0/16 AB 0/11 350 AB 0/6 400 DLC-mengmonsters 450 teerhoudend met PAK-Marker incl. een veiligheidsmarge van ± 15-20 mm 500 24

Stel mengmonsters samen door: Eerst de teerhoudende lagen incl. kleeflagen te verwijderen met een marge van 20(15) mm boven en onder de teerhoudende laag; Maximaal 20 cm laagdikte EN maximaal 3 aaneengesloten lagen EN maximaal 3 kernen samenvoegen; Bij homogene opbouw hoeft niet iedere kern in een monster vertegenwoordigd te zijn; Houdt evt. rekening met rond en scherp mineraal aggregaat. 25

Als er op basis van heterogeniteit in laagopbouw meer monsters nodig zijn dan het minimale aantal moeten er meer monsters worden onderzocht! Als er bij zeer homogene verhardingen minder monsters nodig lijken, moet toch het minimaal benodigde aantal per onderzoeksvak worden geanalyseerd! 26

Extractie met dichloormethaan (DLC) of petroleumether (DLC, GC-MS, HPLC) Voer analyse uit: GC-MS en HPLC geven een gehalte in mg/kg, DLC een bereik. Teervrij 75 mg/kg PAK(10) (DLC geen fluorescentie) Teerhoudend > 75 mg/kg PAK(10) (DLC sterke fluorescentie) Twijfel DLC lichte fluorescentie dus aanvullend onderzoek nodig door opsplitsen van monster of door GC-MS onderzoek op PEextract. Opmerking: GC-MS op DCM-extract moet ook kunnen(nvdb). 27

Chromatografie 1 2 Stroomrichting dragergas of -vloeistof Stroomrichting dragergas of -vloeistof 3 4 Stroomrichting dragergas of -vloeistof Stroomrichting dragergas of -vloeistof 28

DLC 29