Versie Definitief 1 Datum Adviseur milieu Ing. G. van den Berg Teamleider drs. J.J. Bleeker Projectcoördinator drs. J.J.

Transcriptie

1 Vestiging Scharwoude Postbus ZH Avenhorn Tel Fax Milieutechnisch asfaltonderzoek - bepaling asfaltopbouw - asfaltonderzoek Willem de Zwijgerlaan te Alphen aan den Rijn Rapportage Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van: Witteveen en Bos Postbus AE DEVENTER Document: MI-RAP Verantwoording Opgesteld Milieu Gecontroleerd Projectcoördinatie Geautoriseerd Versie Definitief 1 Datum Adviseur milieu Ing. G. van den Berg Teamleider drs. J.J. Bleeker Projectcoördinator drs. J.J. Bleeker Het auteursrecht van dit rapport berust bij Unihorn bv te Scharwoude. Het is niet toegestaan dit rapport voor enig ander doel dan waarvoor het is vervaardigd te gebruiken.

2

3 Definitief 1 5 november 2013 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Inleiding en doelstelling Onderzoeksopzet Opzet bepaling opbouw asfaltverharding Opzet asfaltonderzoek Resultaten Resultaten bepaling opbouw asfaltverharding Resultaten asfaltonderzoek Conclusie en advies Literatuurlijst... 7 A B C Bijlagen Tekening boorlocaties Boorprofielen Analysecertificaat DLC analyses BIJ VERSPREIDING VAN DIT RAPPORT DIENT HET ALS GEHEEL TE WORDEN GEREPRODUCEERD MI-RAP Pagina 1 van 7

4 Definitief 1 5 november Inleiding en doelstelling In oktober 2013 heeft Unihorn bv in opdracht van Witteveen en Bos, een milieukundig verhardingsonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de Willem de Zwijgerlaan te Alphen aan den Rijn, voor zover gelegen tussen de Prins Bernardlaan en de Van Eijkstraat. Doelstelling van onderhavig onderzoek is het verkrijgen van inzicht in de milieuhygiënische kwaliteit van het asfalt op de locatie. Met dit inzicht kan de verwerkings- /hergebruikmogelijkheden van het vrijkomende asfalt worden bepaald. Daarnaast wordt inzicht verlangd in de opbouw van de verharding (asfalt en funderingen). Van de fundering dient alleen de samenstelling en opbouw te worden vastgelegd. De opzet van het asfaltonderzoek is weergegeven in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 worden de resultaten van het onderzoek behandeld. De conclusies komen in hoofdstuk 4 naar voren MI-RAP Pagina 2 van 7

5 Definitief 1 5 november Onderzoeksopzet 2.1. Opzet bepaling opbouw asfaltverharding De verschillende lagen van de te boren asfaltkernen worden beschreven en door middel van de PAK detector indicatief op de aanwezigheid van teer onderzocht. Indien geen teer wordt gedetecteerd met de PAK detector worden (meng)monsters van het asfalt geanalyseerd op de parameter PAK (10 VROM) door middel van DLC onderzoek. Het Unihorn Laboratorium is door de Raad voor Accreditatie voor deze verrichtingen geaccrediteerd, conform NEN-EN- ISO-17025:2000, onder nummer L523. Indien in de asfaltkernen een duidelijke laagopbouw onderscheiden kan worden, bestaat de mogelijkheid de verhardingslaag onder te verdelen in verschillende deelpartijen Opzet asfaltonderzoek Het boorplan is aangeleverd door de opdrachtgever. Verdeeld over het te onderzoeken tracé worden twaalf asfaltboringen geplaatst waarvan acht worden doorgezet tot 1,0 m beneden bovenkant verharding. PAK detectoronderzoek Met behulp van zogenaamd PAK detectoronderzoek kan de waarschijnlijkheid van het voorkomen van PAK in de asfaltlagen worden beoordeeld. PAK kunnen in hoge concentraties voorkomen in teerhoudend asfalt. De PAK detector wordt over de gehele lengte van de kern aangebracht. Op een teerhoudende laag verkleurt de PAK detector en licht dan gifgroen op onder UV-licht. De detectiegrens van deze methode ligt op 250 mg/kg droge stof. PAK analyses In totaal worden een zestal PAK analyses uitgevoerd. Op basis van de resultaten van de boorkernbeschrijvingen uit onderhavig onderzoek zal de samenstelling van de mengmonsters worden bepaald. Op basis van dit resultaat wordt beoordeeld of en hoeveel PAK analyses noodzakelijk zijn ten behoeve van de afvoer van vrijkomend asfalt. Eventuele PAK analyses worden ingezet op (meng)monsters welke zijn samengesteld uit niet-teerverdacht asfalt. Bij het samenstellen van de (meng)monsters wordt rekening gehouden met een veiligheidsmarge van 20 mm onder cq boven een teerverdachte laag in verband met emissie van PAK. Hoewel het milieukundig onderzoek met de grootst mogelijke zorgvuldigheid wordt uitgevoerd, blijft asfaltonderzoek, en dan met name het uitzetten van boringen, een steekproef. Omdat het voorkomen van teer (en daarmee PAK) in asfalt kan variëren, bestaat altijd de mogelijkheid dat er een onder- of overschatting van het totale teergehalte wordt gemaakt. Toetsingskader Voor bouwmaterialen zijn grenswaarden voor PAK vastgelegd in het Besluit bodemkwaliteit. Omdat nog geen adequate uitloogcriteria voorhanden zijn, heeft men de richtlijnen gebaseerd op het PAK gehalte. Voor de groep van PAK (10 VROM) in asfalt bedraagt dit 75 mg/kg droge stof. Wanneer het gehalte aan PAK zich onder de 75 mg/kg ds bevindt, komt het asfalt in aanmerking voor warm hergebruik. Bij een PAK gehalte van 75 mg/kg ds of hoger, wordt het beschouwd als teerhoudend en dient het gereinigd of gestort te worden MI-RAP Pagina 3 van 7

6 Definitief 1 5 november Resultaten 3.1. Resultaten bepaling opbouw asfaltverharding In totaal zijn, conform opdracht, twaalf asfaltboringen uitgevoerd. Waarvan acht boringen zijn doorgezet tot 1,0 m beneden bovenzijde verharding Resultaten asfaltonderzoek De verkregen asfaltkernen zijn na de boorwerkzaamheden in het Unihorn Laboratorium beschreven en op aanwezigheid van teerhoudende lagen onderzocht. De resultaten van het PAK detector onderzoek zijn weergegeven in tabel 1 en opgenomen in bijlage B. Boring Rijstrook Boorlocatie Aangeleverde laagdikte asfalt (mm) Resultaat PAK detectoronderzoek 1 Zuid Zie tekening 252 Geen teer gedetecteerd 2 Zuid Zie tekening 152 Geen teer gedetecteerd 3 Zuid Zie tekening 61 Geen teer gedetecteerd 4 Zuid Zie tekening 60 Geen teer gedetecteerd 5 Zuid Zie tekening 146 Geen teer gedetecteerd 6 Zuid Zie tekening 308 Geen teer gedetecteerd 7 Noord Zie tekening 223 Geen teer gedetecteerd 8 Noord Zie tekening 170 Geen teer gedetecteerd 9 Noord Zie tekening 61 Geen teer gedetecteerd 10 Noord Zie tekening 165 Geen teer gedetecteerd 11 Noord Zie tekening 251 Geen teer gedetecteerd 12 Noord Zie tekening 247 Geen teer gedetecteerd Tabel 1: Resultaten PAK detectoronderzoek asfalt Analyseresultaten Van het bemonsterde asfalt zijn conform de het plan van de opdrachtgever zes mengmonsters samengesteld. De asfaltmengmonsters zijn, door het Unihorn Laboratorium geanalyseerd op het gehalte aan PAK (10 VROM) door middel van DLC analyse. In tabel 2 zijn de gegevens van de onderzoeken opgenomen. Het certificaat met de gebruikte analysemethode is opgenomen in bijlage C. (Meng) monster 1 1 Boring Onderzochte laag 252 mm 247 mm 152 mm 251 mm 61 mm 165 mm 60 mm 61 mm 146 mm 170 mm 308 mm 223 mm Tabel 2: Resultaten PAK onderzoeken (DLC) Resultaat PAK (10 VROM) (mg/kg ds) < 50 < 50 < 50 < 50 < 50 < MI-RAP Pagina 4 van 7

7 Definitief 1 5 november 2013 Overzicht constructieopbouw Op de Willem de Zwijgerlaan zijn acht asfalt- constructieboringen geplaatst, waarbij funderingsmateriaal is bemonsterd. In zes constructieboringen is een zandfundering aangetroffen. In de boringen 2 en 5 is een afwijkend funderingstype aangetroffen bestaande uit gebonden slakken. Tijdens het veldwerk is er geen asbestverdacht materiaal in het funderingsmateriaal aangetroffen. Bij het onderhavig project zijn geen nadere onderzoeken op het funderingsmateriaal uitgevoerd MI-RAP Pagina 5 van 7

8 Definitief 1 5 november Conclusie en advies In oktober 2013 heeft Unihorn bv in opdracht van Witteveen en Bos, een milieukundig verhardingsonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de Willem de Zwijgerlaan te Alphen aan den Rijn, voor zover gelegen tussen de Prins Bernardlaan en de Van Eijkstraat. Bij het onderzoek is de milieutechnische kwaliteit van het asfalt bepaald en is de funderingsopbouw ver het tracé bepaald. Na bestudering van de analyseresultaten kan geconcludeerd worden, dat het asfalt op de onderzoeklocatie niet teerhoudend is. Het vrijkomende asfalt is geschikt voor warm hergebruik door een asfaltcentrale. Het is mogelijk dat er zich wapening bevindt in het asfalt. In dat geval bestaat de kans, dat het asfalt niet wordt geaccepteerd door een asfaltcentrale. Overigens is visueel geen wapening aangetroffen. Fundering De fundering op de locatie bestaat grotendeels uit zand. Alleen in de boringen 2 en 5 (aanloop naar de brug) is een fundering bestaande uit gebonden slakken aangetroffen MI-RAP Pagina 6 van 7

9 Definitief 1 5 november Literatuurlijst 1. CROW publicatie 210 Richtlijn omgaan met vrijkomend asfalt, aandacht voor de teerproblematiek CROW, april MI-RAP Pagina 7 van 7

10 Bijlage A Regionale ligging onderzoekslocatie

11 Overzicht onderzocht tracé Willem de Zwijgerlaan

12 Bijlage B Tekeningen boorlocaties

13

14 Bijlage C Analysecertificaten boorkernbeschrijvingen

15 Opdrachtgever T.a.v. Straat Pc en plaats Unihorn bv i.o.v. Witteveen en Bos G.F. van den Berg Scharwoude EA Scharwoude Uw kenmerk Unihorn project Rapportnummer Willem de Zwijgerlaan Alphen aan de Rijn BA-UL-RAP Versie 2 (vervangt versie 1 van ) Scharwoude, 4 november 2013 Geachte heer/mevrouw, Hierbij zend ik u de resultaten van het laboratoriumonderzoek, dat op uw verzoek is uitgevoerd op het/de door u aangeboden monster(s). De resultaten hebben uitsluitend betrekking op het/de monster(s), zoals deze door u voor analyse ter beschikken werd(en) gesteld. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door het Unihorn laboratorium, gevestigd te Scharwoude. De onderzoeksmethode(n) zijn vastgelegd in het geldende accreditatiecertificaat L523 en/of in de interne Werkinstructies van Unihorn laboratorium. Dit analysecertificaat mag alleen in zijn geheel worden gereproduceerd. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben, naar aanleiding van dit rapport, dan verzoeken wij u contact op te nemen met het Unihorn Laboratorium. Ik vertrouw er op dat uw opdracht naar tevredenheid en conform afspraak is uitgevoerd. Hoogachtend, G. van den Berg Laborant Op dit analysecertificaat zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Dit analysecertificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. D. Koopman Laborant Pagina 1 van 6

16 01 Geen teer gedetecteerd met PAK marker 02 Geen teer gedetecteerd met PAK marker 03 Teer gedetecteerd met PAK marker 04 Geen teer gedetecteerd met PAK marker Deze rapportage mag niet in delen worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van het Unihorn laboratorium. Projectcode: Projectnaam: Opdrachtgever: Versie: Willem de Zwijgerlaan Alphen aan de Rijn Unihorn bv i.o.v. Witteveen en Bos 2 Schaal 1:100 Boorstaten in millimeters Monstername: Unihorn bv Datum aanvoer: Adviseur milieu: Gerrit van den Berg Methode: Beschrijven en meten boorkernen conform WI-UL-193(Q) en WI-UL196(Q) Teeronderzoek dmv teerdetectie conform WI-UL-197(Q) Pagina 2 van 6

17 05 Geen teer gedetecteerd met PAK marker 06 Geen teer gedetecteerd met PAK marker Deze rapportage mag niet in delen worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van het Unihorn laboratorium. Projectcode: Projectnaam: Opdrachtgever: Versie: Willem de Zwijgerlaan Alphen aan de Rijn Unihorn bv i.o.v. Witteveen en Bos 2 Schaal 1:100 Boorstaten in millimeters Monstername: Unihorn bv Datum aanvoer: Adviseur milieu: Gerrit van den Berg Methode: Beschrijven en meten boorkernen conform WI-UL-193(Q) en WI-UL196(Q) Teeronderzoek dmv teerdetectie conform WI-UL-197(Q) Pagina 3 van 6

21 Bijlage D Analysecertificaten DLC onderzoek

22

23