HANDHAVINGSNOTA 2011 2014 & UITVOERINGSPROGRAMMA 2011



Vergelijkbare documenten
SAMENVATTING HANDHAVINGSNOTA 2010

VOORTGANGSRAPPORTAGE HANDHAVING RUIMTELIJK BESTUURSRECHT 2009 GEMEENTE ZALTBOMMEL

fhf/c 2. Ruimtelijk Beheer

DE NIEUWE OMGEVINGSVERGUNNING OP WEG NAAR ÉÉN INTEGRALE VERGUNNING IN DE GEMEENTE BARNEVELD. Presentatie 15 oktober 2009 Raadscommissie Grondgebied

Nota Integrale Handhaving

Nota Handhaving Openbare Ruimte en Milieu

Beslisdocument college van Peel en Maas

Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer - kwaliteitscriteria - Besluit omgevingsrecht

Inhoud presentatie: Wat is handhaving? Wat is gedogen? Welke handhavingstaken heeft de gemeente? Waarom een project integrale handhaving?

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding

1. Nalevingstrategie. 1.1 Preventiestrategie. Bijlage 0: Nalevingstrategie

Voorstel Het Toezicht- en Handhavingsbeleid gemeente Bronckhorst vast te stellen.

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Hoofdstuk 5. Bestuursrechtelijke handhaving Algemene bepalingen

Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen?

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

onderzoeksopzet handhaving

Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

Beleidsregel kwaliteitseisen vergunningverlening, toezicht en handhaving Den Haag 2017

Compare Hoofdstuk 16 Toetsversie Hoofdstuk 18 Wetsvoorstel

BELEIDSREGEL KWALITEITSEISEN VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING DEN HAAG 2017

CONCEPT VERORDENING KWALITEIT MILIEUGERELATEERD(E) VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING

Gemeente Hillegom. Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.7. Onderwerp: Jaarverslag 2007 van de Regionale Milieudienst West-Brabant

Gemeente Hillegom Evaluatie handhaving bouwtaken 2015 en programma toezicht en handhaving 2016

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Berg en Dal

HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA GEMEENTE WOERDEN

Memo. aan. de gemeenteraad Jaarverslag 2012 handhaving bouwregelgeving. van. Burgemeester en wethouders R.O. 27 augustus 2013.

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere (Flevoland)

Handhavingsinstrumenten

Diner Omgevingswet: de juridische dimensie Toezicht en handhaving als nagerecht

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Jaarverslag TOEZICHT EN HANDHAVING BOUWEN, RUIMTELIJKE ORDENING, APV EN BIJZONDERE WETTEN

Toezicht & Handhaving in de Gemeente Meerssen

Ontvangen 2 0 JAN, Gemeente Dongen. Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Dongen Postbus GE DONGEN

Bestuursvoorstel Invoering bestuurlijke strafbeschikking voor waterschappen

Schoonderbeek en Partners Advies BV Postbus BJ Ede Trefwoorden: Gezondheidszorgfunctie, (sub)brandcompartimentering Datum: 7 oktober 2010

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Plan van aanpak. voor de ontwikkeling van integraal handhavingsbeleid

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ november 2016

INHOUDELIJKE TOELICHTING

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

MANDAAT- EN MACHTIGINGSBESLUIT HANDHAVING GEMEENTE VELSEN

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving Omgevingsrecht (milieu) Den Haag 2016.

LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen

Paraaf Provin. Onderwerp Uitgangspunten visie en strategie vergunningen, toezicht en handhaving

Uitvoeringsprogramma handhavingstaken bouw- en ruimtelijke regelgeving. gemeente Zoeterwoude

Plan van aanpak. Onderzoek handhavingsbeleid. 22 januari 2013

RAADSINFORMATIEBRIEF

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

Toelichting op de Brandbeveiligingsverordening 2010

VERBETERPLANNEN KWALITEITS- CRITERIA 2.1

Handhaving van Bouw-, milieu- en ruimtelijke regelgeving. Jaarverslag 2015 gemeente Veenendaal

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Integraal handhavingsbeleid 2017 tot en met 2020

Raadsvoorstel Gebied en Wijkzaken A. de Neef P.J. Möhlmann. Veiligheid. Handhaving

Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2017 gemeente Veenendaal

Onderzoeksplan 2006 Doelmatigheid en rechtmatigheid sector Grondgebiedzaken. Opgesteld door de Rekenkamercommissie van Oostzaan d.d.

Reglement van orde Rekenkamercommissie Westerveld

ECLI:NL:RBOBR:2017:3205

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.1. Onderwerp: delegatie bevoegdheid inzake procedure op grond van artikel 3.10 Wro en 2.12 Wabo

Onderwerp Datum

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Gelet op hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn wij bevoegd om op deze aanvraag te beslissen.

Besluit tot openbaarmaking

Onderwerp Categorieën van gevallen waarvoor afgeven verklaring van geen bedenkingen niet vereist is (Wabo)

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Ag. nr.: Reg. nr.: Datum:

Raadsvoorstel. Aan de raad, Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel

Agenda Gedeputeerde Staten. c. Sanctiestrategie: Gemeenschappelijk Kader versie 2005, Regionale Milieuhandhaving

Samenvatting Integrale Handhaving

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

TOELICHTING BIJ DE VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE UTRECHT

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

De nieuwe Omgevingswet. Molenadviesraad Amersfoort Mark Ravesloot, senior adviseur molens

PROVINCIAAL BLAD. Mandaatbesluit OD NZKG 2015 provincie Utrecht en de bijlage

Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Verlengen van de omgevingsvergunning (zaaknummer ) voor het plaatsen van een tijdelijk kantoor

Bijlage 9: Begrippenlijst

Handhavingsinstrumenten

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Almelo 2017

Omgevingswet: Van afstemmen, via samenwerking tot gezamenlijke besluiten

Onderwerp Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht

Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van het juiste sanctiemiddel wordt rekening gehouden met:

Beleidsnota projectbesluit / partiële herziening bestemmingsplan. Gemeente Wijk bij Duurstede

Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (verleend)

Opheffen verbod op het toepassen Nr. RMW-634 van secundaire grondstoffen in integrale milieubeschermingsgebieden Vergadering 16 oktober 1998

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Bijlage 4 Voorstel Mandaatregeling OMWB, 26 oktober 2017

tot wijziging van het Besluit omgevingsrecht (aanwijzing bovengrondse elektriciteitsleiding als vergunningvrij bouwwerk)

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Transcriptie:

HANDHAVINGSNOTA 2011 2014 & UITVOERINGSPROGRAMMA 2011

1. Inleiding...4 2. Het huidige handhavingsbeleid...6 3. Onderzoeken naar onze huidige handhavingspraktijk...6 3.1 Onderzoek VROM-Inspectie...6 3.2 Quick-Scan PhnX...7 3.3 Onderzoek Oranjewoud...7 3.4 Onderzoek rekenkamercommissie...8 3.5 Ondernomen acties n.a.v. onderzoeken...9 3.5.1 Onderzoek VROM-Inspectie...9 3.5.2 Quick-Scan PhnX...9 3.5.3 Onderzoek Oranjewoud...9 3.5.4 Onderzoek rekenkamercommissie...9 4. Nieuwe wet- en regelgeving...10 4.1 De Woningwet, Wet ruimtelijke ordening en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)...10 4.2 Gebruiksbesluit...11 4.3 Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht...11 4.4 De Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen...12 4.5 Overdracht waterschapstaken naar de gemeente...12 4.6 Overdracht taken Drank- en horecawet...13 4.7 Bestuurlijke strafbeschikking...13 4.8 Omgevingsdiensten (RUD)...13 5. Het nieuwe handhavingsbeleid...15 5.1 Handhavingsdoelen...16 5.2 Relatie beleid en uitvoering: uitvoeringsprogramma...17 5.3 Probleemanalyse...17 5.4 Prioriteiten...18 5.5 Handhavingsstrategie...19 5.5.1 Beleidskader bij handhaving...20 5.5.2 Voorlichting en communicatie...24 5.5.3 Hoe te handhaven?...25 5.5.3.1 Informatieverzameling en dossiervorming...26 5.5.3.2 Legalisering...26 5.5.3.3 Belangenafweging...26 5.5.3.4 Keuze van dwangmiddelen...27 5.5.3.5 Begunstigingstermijn...29 5.5.3.6 Uitvoering handhavingsbesluit...29 5.5.3.7 Bezwaar en beroep tegen handhavingsbesluiten...29 5.6 Handhavingsafspraken met anderen...30 5.7 Organisatie van toezicht en handhaving...30 5.7.1 Interne signaleringsstructuur...32 5.8 Middelen en Capaciteiten...32 5.8.1 Beschikbare capaciteit...32 5.8.2 Capaciteitsmodule...34 Handhavingsnota Geldermalsen 2011-2014 & uitvoeringsprogramma 2011 versie 11 oktober 2010 2

5.8.3 Capaciteit Bouw en RO...35 5.8.3.1 Uitkomst capaciteitsbepaling Bouw en RO...35 5.8.3.1.1 Tabel kengetallen...35 5.8.3.1.2 Tabel prioriteitsblokken...37 5.8.3.1.3 Tabel capaciteitsbepaling bouw...37 5.8.3.1.4 Conclusie capaciteitsbepaling bouw...38 5.8.3.1.5 Tabel capaciteitsbepaling RO...39 5.8.3.1.6 Conclusie capaciteitsbepaling RO...40 5.8.4 Capaciteit Milieu...41 5.8.4.1 Uitkomst capaciteitsbepaling Milieu...41 5.8.4.1.1 Tabel kengetallen...41 5.8.4.1.2 Tabel prioriteitsblokken...43 5.8.4.1.3 Capaciteitsbepaling...43 5.8.4.1.4 Conclusie Milieu...43 5.8.5 Capaciteit APV en bijzondere wetten...44 5.8.5.1 Vergunningen...44 5.8.5.2 Meldingen en klachten...45 5.8.5.2.1 Stadswachtenproject...45 5.8.5.2.2 Cijfers en aantallen...45 5.8.6 Capaciteit Brandweer...46 6. De aanpak van nieuwe en bestaande illegale situaties...46 6.1 Nieuwe illegale situaties...46 6.2 Niet-handhavend optreden en bestaande illegale situaties...48 6.4 Werkwijze...49 6.4.1 Toezicht...49 6.4.2 Handhaving...49 7. Monitoring en rapportage...50 8. Bekendmaking handhavingsbeleid...50 Bijlagen: 1. Risicomodule handhaving omgevingsvergunning, Bouw en RO-module, 100% controle 2. Risicomodule handhaving omgevingsvergunning, Bouw en RO-module, uren begroting 2011 3. Risicomodule handhaving omgevingsvergunning, Bouw en RO-module, uren KTD 4. Risicomodule handhaving omgevingsvergunning, Milieu-module, uren begroting 2011 5. Risicomodule handhaving omgevingsvergunning, Milieu-module, uren KTD 6. Risicomodule handhaving omgevingsvergunning, APV-module 7. Risicomodule handhaving omgevingsvergunning, Brandweer-module 8. Overzicht werkvoorraad handhavingszaken 2001-2010 Handhavingsnota Geldermalsen 2011-2014 & uitvoeringsprogramma 2011 versie 11 oktober 2010 3

1. Inleiding Met het nieuwe handhavingsbeleid wordt beoogd om vanaf 2011 te komen tot een zo integraal mogelijke aanpak van handhaving en om de uitvoering van handhaving professioneel en transparant te maken. Het nieuwe handhavingsbeleid moet dienen zowel als toetsingskader voor het college van burgemeester en wethouders in de dagelijkse praktijk van toezicht en handhaving, maar ook als een kader waarbinnen de gemeenteraad zijn controlerende taak kan uitvoeren. De handhavingsnota is een algemeen beleidskader waarin de vraag wordt beantwoord hoe de handhaving gestructureerd wordt. Tevens geeft de nota aan op welke wijze de uitvoering van de handhaving dient te voldoen aan de juridische zorgvuldigheidsvereisten en de bestuurlijke ambities. Ook zijn in deze nota de prioriteiten en de capaciteiten aangegeven. Handhaving is overigens een breed begrip dat veel meer omvat dan uitsluitend het toepassen van sancties. Onder handhaving vallen alle activiteiten van de overheid gericht op naleving van wettelijke voorschriften Als handhavingsactiviteiten zijn onder andere te noemen: voorlichting, advies en overleg, inspectie en toezicht in het algemeen constatering van overtredingen en misdrijven nader overleg en waarschuwing met de dreiging sancties toe te passen toepassing van bestuurs-, straf- en privaatrechtelijke sancties het benadrukken van de eigen verantwoordelijkheid van burgers, ondernemers, instellingen en bedrijven Het daadwerkelijke optreden tegen illegale situaties is slechts een onderdeel van het totale handhavingsbeleid en komt pas aan de orde, wanneer andere middelen om wettelijke regels te handhaven niet meer voldoen. Meer nadruk moet dan ook komen te liggen op de voorbereiding en vaststelling van handhavingsbeleid en de evaluatie ervan in relatie met de daadwerkelijke handhaving. De jaarlijkse rapportage aan de gemeenteraad over de handhaving is daarom van belang. In dit verband is het ook van belang om de eigen verantwoordelijkheid van de burger om regels na te leven te benadrukken. Een adequaat preventiebeleid op de vele facetten van handhaving kan bevorderen dat repressieve handhaving in de uitvoerende fase minder hoeft te gebeuren. In deze handhavingsnota komt vooral de handhaving in enge zin aan de orde, namelijk toezicht, controle en dwangmatige handhaving van de regelgeving op basis van bestuursrechtelijke bevoegdheden. Uit een oogpunt van legitimiteit van het overheidsoptreden is een handhavingsbeleid noodzakelijk. Onvoldoende handhaven tast de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid van de burgers aan en leidt ertoe dat de door wet- en regelgeving gediende belangen onvoldoende worden beschermd. Het vaststellen van een beleidskader geeft (rechts)zekerheid en duidelijkheid en vergroot de slagvaardigheid van het bestuur bij de naleving van wet- en regelgeving. Willekeurig of niet optreden tast de geloofwaardigheid van het gemeentebestuur aan. Een handhavingsbeleid stelt het gemeentebestuur in staat om doelmatiger op te treden. Door selectief optreden via het aanpakken van bepaalde overtredingen en het richten van bepaalde handhavingsinspanningen op vooraf bepaalde doelen (bijvoorbeeld veiligheid en gezondheid) kan resultaat geboekt worden. Immers personeel en middelen kunnen dan beter en gerichter worden ingezet. Handhavingsnota Geldermalsen 2011-2014 & uitvoeringsprogramma 2011 versie 11 oktober 2010 4

Het belang van een handhavingsbeleid is ook dat het gemeentebestuur bij de aanwezigheid van een beleid minder risico loopt om bij de toepassing van sancties door de rechter op de vingers te worden getikt. Met andere woorden: een handhavingsbeleid beschermt de gemeentelijke overheid, indien het beleid in zichzelf niet onredelijk is. De kans dat besluiten van het gemeentebestuur dan zullen worden vernietigd wegens strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur wordt veel minder. Een strikt en consequent optreden is bovendien beter te motiveren en te verdedigen. Handhaving moet professioneel gebeuren en op zekere afstand van het bestuur maar uiteraard - wel onder bestuurlijke verantwoordelijkheid. Handhaving werd lange tijd gezien als een bevoegdheid: de gemeente kan optreden, was daartoe niet verplicht. Dit werd afgeleid uit de tekst van het desbetreffende artikel in de Gemeentewet. (Oude) jurisprudentie onderstreepte dit. In het midden van de jaren tachtig van de vorige eeuw ontstond in de rechtspraak een duidelijke kentering: gemeentelijk handhavingsoptreden wordt niet meer gezien als een bevoegdheid maar als een verplichting. Burgers kunnen de gemeente rechtstreeks aanspreken op de naleving van voorschriften en om handhavend optreden vragen. Deze jurisprudentie ligt nu in een aantal wetten vast: sinds 1 april 2007 in de Woningwet en sinds 1 juli 2008 in de Wet ruimtelijke ordening en ook in de Wet algemene bepalingen van omgevingsrecht (Wabo) die op 1 oktober 2010 in werking is getreden. De gemeente heeft zodoende een wettelijke zorgplicht voor het handhaven van regels. De ideale situatie is dat eerst het (algemene) handhavingsbeleid wordt vastgesteld en dat aan de hand daarvan een uitvoeringsprogramma tot stand komt. Er is voor gekozen om in de gegeven omstandigheden het algemene handhavingsbeleid en het uitvoeringsprogramma voor 2011 in één nota samen te vatten. Deze nota is daarmee ook een leidraad voor de uitvoering. In verband hiermee is het voorstel dat de gemeenteraad het algemene handhavingsbeleid vaststelt en voor wat de uitvoering betreft kennis daarvan kennis neemt. Wij verwijzen naar paragraaf 5. Het is zaak om handhaving gestructureerd te blijven aanpakken. Dat kan niet zonder ook daarvoor prioriteiten te stellen. Het is immers niet mogelijk om alles te handhaven. Deze nota gaat daar in hoofdstuk 5 op in. Er zijn achterstanden in te halen. Daarvoor dienen ook prioriteiten te worden gesteld. Deze nota gaat ook daarop in. Er wordt niet voorgesteld om een zogenaamd algemeen pardon af te kondigen. Ondanks het feit dat de personele capaciteit beperkt is, is een generaal pardon mede uit een oogpunt van rechtsgelijkheid niet een verkiesbare oplossing. Een en ander is uitgewerkt in hoofdstuk 6 van deze nota. De gemeente loopt bij het opstellen van een handhavingsbeleid onvermijdelijk aan tegen een aantal wezenlijke randvoorwaarden die het handhavingsproces beïnvloeden. Zo zijn onder meer de kwaliteit van de te handhaven regels, het besluitvormingsproces, de wijze waarop controle en toezicht wordt uitgeoefend, het bestuurlijke draagvlak voor de handhaving en de beschikbare kwalitatieve en kwantitatieve capaciteit voor handhavingsactiviteiten in belangrijke mate bepalend voor een goede uitvoering van het handhavingsbeleid. Het is van belang om aan deze randvoorwaarden steeds aandacht te blijven geven. Wanneer dit niet gebeurt, zou de uitkomst van de beleidsontwikkeling wel eens teleurstellend kunnen zijn. Handhavingsnota Geldermalsen 2011-2014 & uitvoeringsprogramma 2011 versie 11 oktober 2010 5

2. Het huidige handhavingsbeleid In de afgelopen jaren heeft de gemeente Geldermalsen een start gemaakt met het handhaven van de ruimtelijke -, de bouw- en de milieuregelgeving. Voor de beleidsterreinen bouw, milieu, ruimtelijke ordening en de brandweer heeft de gemeenteraad in juni 2004 de Handhavingsnota gemeente Geldermalsen en het Handhavingsprogramma 2004 / 2005 vastgesteld. Aanvullend hierop is in 2006 een Handhavingsprogramma 2006 vastgesteld. In de handhavingsnota 2004 zijn de algemene doelstellingen, de beleidsuitgangspunten en de knelpunten ten aanzien van de handhaving van regelgeving op het gebied van bouw, milieu, ruimtelijke ordening en brandveiligheid vastgelegd. In het handhavingsprogramma 2004 / 2005 zijn vervolgens de prioritering van handhavingstaken en -aspecten, het uitvoeringsprogramma, stappenplannen voor ruimtelijke ordening en milieuhandhaving, te volgen procedures en een planning van uit te voeren activiteiten uitgewerkt. Met het handhavingsprogramma 2006 is daarnaast ook een protocol en checklist feitelijke uitvoering bestuursdwang en een aantal standaardbrieven vastgelegd. De doelstellingen en ambities van dit bestaande beleid zijn niet uit de verf gekomen. De belangrijkste oorzaken daarvoor zijn het gebrek aan borging van het beleid in de ambtelijke organisatie, onvoldoende ambtelijke capaciteit in relatie tot de ambities en een achterlopend en achterwege blijvende evaluatie en reflectie. Het rapport van de rekenkamercommissie zie onder 3.4 gaat daarop ook in. Tot op de dag van vandaag wordt overigens gewerkt aan de hand van de handhavingsnota 2004 en het handhavingsprogramma 2006. 3. Onderzoeken naar onze huidige handhavingspraktijk We beschrijven in dit hoofdstuk de onderzoeken die in de afgelopen tijd zijn uitgevoerd (paragrafen 3.1 tot en met 3.4) en vervolgens (paragrafen 3.5.1 tot en met 3.5.4) de acties die naar aanleiding daarvan zijn ondernomen. Een aantal stappen op de goede weg is gezet, maar hieruit valt nog niet te concluderen dat daarmee alle problemen met betrekking tot handhaving zijn opgelost. Deze handhavingsnota en het daarin opgenomen uitvoeringsprogramma zijn een aanzet voor een betere handhaving. 3.1 Onderzoek VROM-Inspectie Uit een onderzoek van de VROM-Inspectie (20 maart 2006) blijkt dat de gemeente Geldermalsen nog een flinke inhaalslag moet plegen op het terrein van toezicht en handhaving. De Inspectie komt tot de conclusie dat de gemeente op de goede weg zit, maar nog niet op een eenduidige en gestructureerde wijze uitvoering geeft aan alle VROM-taken. De uitvoering van toezicht en handhaving scoort een onvoldoende. Hiermee loopt de gemeente risico s op het terrein van wonen, ruimte en milieu (duurzaamheid) en daarbinnen vooral met betrekking tot de aspecten veiligheid en gezondheid. De Inspectie is van oordeel dat er geen sturing plaatsvindt op de uitvoering van toezicht en handhaving. Daarom adviseert de Inspectie om gestructureerd uitvoering te geven aan het vastgestelde handhavingsbeleid en handhavingsprogramma in overeenstemming met bestuurlijk vastgestelde prioriteiten. Dit geldt volgens de Inspectie vooral voor het onderwerp toezicht en handhaving. Prioriteiten moeten bestuurlijk worden vastgelegd en op ambtelijk niveau worden uitgevoerd. De Inspectie wijst erop dat er vervolgens duidelijke werkafspraken gemaakt moeten worden en dat in overeenstemming met het vastgestelde beleid en programmering gehandeld moet worden. Handhavingsnota Geldermalsen 2011-2014 & uitvoeringsprogramma 2011 versie 11 oktober 2010 6

3.2 Quick-Scan PhnX Vervolgens heeft in een Quick-Scan van de clusters bouw- en woningtoezicht en handhaving, uitgevoerd door PhnX B.V. (september 2006), een inventarisatie van de knelpunten in de taakuitvoering van de genoemde clusters centraal gestaan. De conclusie van PhnX wat betreft handhaving is nagenoeg dezelfde als die van de VROM- Inspectie. PhnX is van oordeel dat het de gemeente Geldermalsen ontbreekt aan een voldoende uitgewerkt richtinggevend kader voor handhaving. Gevolg daarvan is dat de organisatie niet beschikt over een bestuurlijk gedragen prioriteitenstelling. Daarnaast wordt uit dit onderzoek duidelijk dat het ontbreken van een goede prioriteitenstelling vooral tussen de clusters bouw- en woningtoezicht en toezicht en handhaving tot onbegrip leidt. Frustratie ontstaat als handhaving niets doet met de inspectierapporten die door bouw- en woningtoezicht worden aangeleverd. Daarnaast blijkt dat er nogal eens sprake is van miscommunicatie tussen bouw- en woningtoezicht en handhaving. Als voorbeeld wordt in het rapport van PhnX onder meer genoemd de situatie waarin handhaving overtreders aanraadt om bouwvergunning te vragen voor illegale bouwwerken. Als vervolgens de vergunningen worden geweigerd, wordt de schuld bij bouw- en woningtoezicht gelegd. De relatie tussen deze twee clusters is hierdoor onder druk komen te staan. PhnX merkt in haar rapport op dat zodra duidelijkheid bestaat over de bestuurlijke wensen en ambities, op basis daarvan de uitvoeringsorganisatie kan worden vormgegeven. Met deze gegevens in de hand kan de intensiteit van toetsing en toezicht worden vastgelegd en kan een genuanceerde prioriteitenstelling voor handhaving worden gemaakt. 3.3 Onderzoek Oranjewoud In 2008 heeft Oranjewoud, in opdracht van de provincie Gelderland, ook de milieuhandhavingsorganisatie van de gemeente Geldermalsen doorgelicht. Hieruit blijkt dat er in 2005 een probleemanalyse is opgesteld, maar dat deze in de praktijk niet wordt toegepast. Ook is deze analyse sinds 2005 niet meer geactualiseerd. Deze probleemanalyse zou als basis moeten fungeren voor een risicoanalyse. Een feitelijke risicoanalyse is echter niet opgesteld. De prioriteiten en doelstellingen zijn volgens Oranjewoud weinig concreet en niet gekoppeld aan de risicoanalyse. Uit het programma blijkt eveneens dat er geen duidelijke relatie is gelegd met de probleemanalyse. Oranjewoud concludeert dat er geen verbinding is gelegd tussen probleemanalyse, risicoanalyse, prioritering, doelstellingen en programmering, waardoor de beleidscirkel ( plan-do-check-act ) niet rond is. Tijdens het onderzoek heeft Oranjewoud tevens geconstateerd dat er een capaciteitstekort is en de sturing op de milieuhandhaving ontbreekt. Dit betekent onder andere dat het programmatisch handhaven bij de gemeente Geldermalsen niet voldoende is geïmplementeerd. Daarnaast heeft Oranjewoud opgemerkt dat uit het dossieronderzoek blijkt dat de sanctiestrategie, die overigens aan de vereiste criteria voldoet, in de praktijk niet wordt gehanteerd. Het is Oranjewoud opgevallen dat er vaker waarschuwingen worden gegeven dan vooraankondigingen tot het opleggen van een last onder dwangsom, zoals beschreven in de bestuurlijk vastgestelde sanctiestrategie. De gemeente Geldermalsen wordt daarom verzocht om de handhavingsacties uit te voeren conform de vastgestelde strategie en afwijkingen hiervan te beargumenteren en per geval bestuurlijk vast te stellen. De provincie Gelderland geeft naar aanleiding daarvan aan matig positief te zijn over de wijze waarop de gemeente Geldermalsen invulling geeft aan de gestelde eisen uit het professionaliseringstraject milieuwethandhaving. De provincie verzoekt de gemeente Geldermalsen daarom een verbeterplan in te dienen waarin is opgenomen op welke wijze de verbeterpunten, de aanbevelingen en de vragen uit het rapport van Oranjewoud zullen worden opgepakt. Handhavingsnota Geldermalsen 2011-2014 & uitvoeringsprogramma 2011 versie 11 oktober 2010 7

3.4 Onderzoek rekenkamercommissie De rekenkamercommissie ondersteunt de gemeenteraad bij zijn controlerende taak. De rekenkamercommissie bekijkt of het gemeentebestuur van Geldermalsen doelmatig, doeltreffend en rechtmatig werkt. De rekenkamercommissie voert ieder jaar een à twee grote onderzoeken uit, waarbij zij antwoord wil krijgen op vragen zoals: zijn de doelen van het gemeentelijke beleid bereikt? Zijn de voorbereiding en de uitvoering van het beleid efficiënt verlopen? De rekenkamercommissie doet zonodig aanbevelingen om de doeltreffendheid te vergroten of de efficiency te optimaliseren. De rekenkamercommissie heeft in 2009 een onderzoek naar het huidige handhavingsbeleid en de handhavingspraktijk van de gemeente Geldermalsen afgesloten. Het rapport van de rekenkamercommissie is aan de gemeenteraad aangeboden. Samengevat luiden de conclusies: De ambities van de in 2004 vastgestelde handhavingsnota zijn in de periode 2005 2009 niet gerealiseerd. Oorzaken daarvoor zijn volgens de rekenkamercommissie: onvoldoende capaciteit en sturing van het management, onvoldoende aandacht vanuit de gemeenteraad en organisatieontwikkeling. Een beoordeling van de doelmatigheid is zodoende niet mogelijk. De bestuurlijke aandacht voor handhaving en toezicht ligt in de praktijk naar het oordeel van de rekenkamercommissie te sterk bij één portefeuillehouder. Het kritisch volgen van verbeteringen en daaraan verbonden toezeggingen aan de gemeenteraad behoeft een betere organisatorische inbedding. Samengevat luiden de aanbevelingen: Voor de geformuleerde beleidsuitgangspunten moet ambtelijk en bestuurlijk draagvlak zijn en een realistisch ambitieniveau. Aanbevolen wordt om de beleidsuitgangspunten in smart termen (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden) te formuleren. De behoefte aan informatie die met de realisering van de handhaving samenhangt, moet tijdig en op de desbetreffende niveaus (ambtelijk, college, raad) worden vastgesteld. Er moet in het kader van planning en sturing worden gezorgd voor een goede administratieve organisatie (procesbeschrijvingen, protocollen e.d.) Er moet aandacht zijn zowel voor communicatie met de burgers als voor interne communicatie over handhaving. Evaluatie van de nieuwe handhavingsnota zou bij voorkeur na één jaar moeten gebeuren. Tot heden is gewerkt op basis van input. Voor een benadering die meer is gericht op streefcijfers en daarmee samenhangende output zou meer aandacht moeten zijn. Op de conclusies en aanbevelingen van de rekenkamercommissie wordt in paragraaf 3.5.4 ingegaan. Handhavingsnota Geldermalsen 2011-2014 & uitvoeringsprogramma 2011 versie 11 oktober 2010 8

3.5 Ondernomen acties n.a.v. onderzoeken 3.5.1 Onderzoek VROM-Inspectie Naar aanleiding van het onderzoek van de VROM-Inspectie is een gemeentelijk verbeterplan opgesteld. De daarin opgenomen verbeterpunten zijn echter niet geheel overgenomen in het huidige handhavingsbeleid en programma. Wel is in het kader van de organisatieverandering (STROOM) het onderdeel handhaving opnieuw gepositioneerd en is juridische ondersteuning toegevoegd. Daarmee is de ambtelijke sturing van de uitvoering van handhaving voldoende gewaarborgd. 3.5.2 Quick-Scan PhnX Vervolgens is ook weer in het kader van de organisatieverandering - en mede naar aanleiding van het rapport van PhnX de afstemming tussen de cluster bouw- en woningtoezicht (nu KCC, groep 4) en het onderdeel toezicht en handhaving aangepakt. De beoordeling van bouw- en andere aanvragen (met uitzondering van aanvragen om een milieuvergunning, die worden in behandeling genomen door de cluster milieu van de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling) gebeurt thans door KCC-4. De cluster toezicht en handhaving (ROJZ) is ondergebracht binnen de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling. Daarmee is een organisatorische scheiding aangebracht tussen enerzijds het primaire proces (beoordeling van bouw- en andere aanvragen) en anderzijds het secundaire proces (toezicht en handhaving van zaken die in het primaire proces zijn beslist). Deze functiescheiding is voor een juiste uitvoering van handhaving van belang. De VROM-inspectie heeft daar ook op aangedrongen. Ook heeft regelmatig ambtelijk handhavingsoverleg plaats. Daarbij zijn informatie en afstemming belangrijk. Daarbij zijn interne werkafspraken gemaakt hoe wordt omgegaan met toezicht en handhaving en de daaruit voor KCC-4, de cluster milieu en voor het onderdeel toezicht en handhaving voortvloeiende werkzaamheden. Hiermee zijn eerste stappen gezet naar een verbetering van interne handhavingsorganisatie. 3.5.3 Onderzoek Oranjewoud In overleg met de provincie Gelderland is een verbeterplan opgesteld voor het onderdeel handhaving milieu. In dit plan is opgenomen op welke wijze de gemeente de verbeterpunten, de aanbevelingen en de vragen uit het rapport van Oranjewoud doorvoert. Dit verbeterplan is vastgesteld en aangeboden aan de provincie. De verbeteracties zijn inmiddels vrijwel afgerond. In het uitvoeringsprogramma zijn deze verbeteracties verwerkt. 3.5.4 Onderzoek rekenkamercommissie Een van de belangrijke doelstellingen om te komen tot een nieuwe handhavingsnota heeft er mee te maken om handhaving beter en uitdrukkelijker op de kaart te zetten, rekening houdend met de organisatorische mogelijkheden van de gemeente en het door de gemeenteraad uitgesproken ambitieniveau. Daarvoor is in elk geval nodig dat handhaving onderdeel is van de bestuurlijke agenda. Een goede mogelijkheid om dit te realiseren is om het jaarlijkse uitvoeringsprogramma voor handhaving onderdeel te laten zijn van de jaarlijkse budgetcyclus. Dat geeft de mogelijkheid om zowel terug te kijken naar het voorbije jaar als vooruit te kijken naar het komende jaar aan de hand van een door het college van burgemeester en wethouders gegeven overzicht. De gemeenteraad kan dan niet alleen zijn kaderstellende, maar ook zijn controlerende positie uitoefenen. Daarmee kan worden voldaan aan terechte opmerkingen van de rekenkamercommissie hierover. Handhavingsnota Geldermalsen 2011-2014 & uitvoeringsprogramma 2011 versie 11 oktober 2010 9

Aanbevelingen van de rekenkamercommissie die te maken hebben met de benadering van beleidsuitgangspunten, administratieve organisatie en de sturing op input of output zijn in deze nota zoveel mogelijk meegenomen. Niet alles kan echter ineens en meteen worden gerealiseerd. We geven er de voorkeur aan om eerst de administratieve organisatie goed op orde te brengen. Daarna wordt het doorzichtiger maken van de beleidsuitgangspunten aangepakt en tenslotte aan de input en outputbenadering. Wat communicatie betreft verwijzen we naar hoofdstuk 6 van deze nota. 4. Nieuwe wet- en regelgeving In de afgelopen tijd zijn aanzienlijke wijzigingen van wetgeving die voor handhaving relevant zijn in werking getreden. Te noemen vallen de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (1 juli 2008), forse wijzigingen in de Woningwet (1 april 2007), het nieuwe Gebruiksbesluit brandveiligheid (1 november 2008), de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht en de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen (1 oktober 2009). De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is op 1 oktober 2010 in werking getreden. Deze wet heeft onder meer de Woningwet, de Wet milieubeheer, de Wet ruimtelijke ordening en nog een aantal wetten gewijzigd. Dit heeft gevolgen voor het handhavingsbeleid van de gemeente Geldermalsen. Bij het opstellen van deze handhavingsnota is rekening gehouden met deze wetswijzigingen. Bovengenoemde wijzigingen in wetgeving brengen ook met zich mee dat interne werkwijzen moeten worden aangepast. 4.1 De Woningwet, Wet ruimtelijke ordening en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Op 1 april 2007 is een wijziging van de Woningwet in werking getreden. Deze wijziging had vooral tot doel de naleving, handhaafbaarheid en handhaving van de bouwregelgeving te verbeteren. De handhavingsparagraaf van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, die op 1 juli 2008 in werking is getreden, sluit direct aan op de handhavingsparagraaf van de Woningwet. De Wabo is op 1 oktober 2010 in werking getreden. Deze wet betekent een zeer ingrijpende wijziging niet alleen in een aantal voor de gemeente relevante wetten en regelingen maar ook voor de handhaving. Op grond van Wabo zal de gemeente verplicht zijn om voor één activiteit waarvoor verschillende vergunningen (26) nodig zijn, binnen een relatief korte termijn één omgevingsvergunning te verlenen. Het gaat daarbij onder andere om de bouwvergunning, milieuvergunning, gebruiksvergunning, ruimtelijke ontheffing, uitritvergunning, kapvergunning en de vergunning op grond van de Flora- en Faunawet en de Natuurbeschermingswet. Het college van burgemeester en wethouders is in een zeer groot aantal gevallen het bevoegde bestuursorgaan. De Wabo bevordert dus een gecoördineerde en / of integrale beslissing over vergunningverlening. Dit heeft voor de gemeentelijke handhaving ook gevolgen. De uitdaging voor de gemeente is om gecoördineerd toezicht te organiseren en om zoveel mogelijk integraal te handhaven. Dat vraagt om in de organisatie een kwaliteitsslag te maken naar alle betrokken beleidsvelden. Door de inwerkingtreding van de Wabo per 1 oktober 2010 zijn vrijwel alle handhavingsbepalingen in de Wet ruimtelijke ordening en in de Woningwet komen te vervallen. In deze beide wetten is alleen nog blijven staan dat het college van burgemeester en wethouders zorg draagt voor de bestuursrechtelijke handhaving van deze wetten. Alle inhoudelijke bepalingen over handhaven staan voortaan in hoofdstuk 5 van de Wabo en zijn verder uitgewerkt in hoofdstuk 7 van het Besluit omgevingsrecht (Bor). Handhavingsnota Geldermalsen 2011-2014 & uitvoeringsprogramma 2011 versie 11 oktober 2010 10

Deze wet bepaalt onder meer dat de zorg voor handhaving bij het college van burgemeester en wethouders ligt en dat het college de verplichting heeft om gegevens die van belang zijn voor de handhaving te verzamelen en te registreren. Ook worden in een Algemene Maatregel van Bestuur kwaliteitseisen gesteld aan de handhaving. Daarnaast moet handhaving zijn gebaseerd op inhoudelijke keuzen en moet het worden vorm gegeven in een cyclisch proces. De provincie is verplicht om overleg tussen de bestuursorganen die met handhaving zijn belast te organiseren. Voorts kan de provincie aan de gemeente aanwijzingen geven over de handhaving en kan de provincie gemeenten verplichten om een gemeenschappelijke regeling te treffen voor handhaving. In het Bor wordt het college van burgemeester en wethouders verplicht om handhavingsbeleid vast te stellen en daarbij rekening te houden met een aantal wettelijke eisen. De Wabo en het Bor verplichten niet meer dat de gemeenteraad een handhavingsnota of handhavingsplan vaststelt. Het college is verplicht om handhavingsbeleid vast te stellen en dit mede te delen aan de gemeenteraad. Gelet op de voorgeschiedenis en de bespreking van een eerdere versie van deze Handhavingsnota in de commissie Grondgebied leggen we echter deze Handhavingsnota expliciet aan de gemeenteraad ter vaststelling voor, overigens met de aan het einde van paragraaf 5 genoemde kanttekeningen. Om de handhavingstaak te vervullen heeft het college van burgemeester en wethouders de nodige toezicht- en sanctiebevoegdheden. Het college dient daar letterlijk met beleid mee om te gaan. Het is immers niet realistisch te veronderstellen dat altijd alles tot in detail kan worden gecontroleerd. Daarvoor ontbreekt het aan capaciteit. Het college moet dus keuzes maken en prioriteiten stellen. Wat wordt in elk geval wel gecontroleerd en hoe vaak gebeurt dat? Welke sancties worden opgelegd bij welke overtredingen? De prioriteitstelling is in hoofdstuk 7 verder uitgewerkt. 4.2 Gebruiksbesluit Op 1 november 2008 is het Gebruiksbesluit in werking getreden. Dit besluit bevat landelijk geldende regelgeving over het brandveilige gebruik van bouwwerken. Het is van toepassing op alle bouwwerken en is in de plaats gekomen van de gemeentelijke regelingen in de Bouwverordening. Inmiddels heeft het Gebruiksbesluit door een wijziging van de Woningwet die per 1 juli 2009 in werking is getreden een rechtstreekse grondslag gekregen, zodat het - net zoals het Bouwbesluit - altijd rechtstreeks geldt. Het Gebruiksbesluit is echter met de invoering van de Wabo op 1 oktober 2010 komen te vervallen en is in die wet opgenomen. Dit heeft in ieder geval als voordeel dat brandveilig gebruik in het primaire proces bij de beslissing over een omgevingsvergunning - zal worden getoetst. 4.3 Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht De Vierde tranche Awb heeft regels over een aantal nieuwe onderwerpen toegevoegd aan de Algemene wet bestuursrecht, waaronder bestuurlijke handhaving. Verder brengt deze wet belangrijke wijzigingen aan in de bestaande bepalingen over de bestuursdwang en de last onder dwangsom. Dit brengt met zich mee dat hoofdstuk 5 Handhaving van de Algemene wet bestuursrecht feitelijk wordt herschreven, met toevoeging van een aantal nieuwe bepalingen. Aan bestaande instrumenten worden nieuwe beschikkingsmomenten toegevoegd. De Vierde tranche Awb is 1 juli 2009 in werking getreden. Handhavingsnota Geldermalsen 2011-2014 & uitvoeringsprogramma 2011 versie 11 oktober 2010 11

4.4 De Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen De Vierde tranche Awb heeft een belangrijke relatie met Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. Deze laatste wet beoogt aan burgers een effectiever middel te geven tegen te trage besluitvorming door bestuursorganen. In de Algemene wet bestuursrecht is een regeling opgenomen die de burger in staat stelt om, als een bestuursorgaan niet binnen de wettelijke termijn beslist, dit bestuursorgaan schriftelijk in gebreke te stellen. Heeft het bestuursorgaan binnen twee weken na de ingebrekestelling nog geen besluit genomen, dan zal het bestuursorgaan naast het alsnog nemen van een besluit tevens een dwangsom moeten betalen aan de burger (maximaal 1260). Daarnaast wordt de burger met deze nieuwe regeling in staat gesteld om, als een bestuursorgaan niet binnen de wettelijke termijn beslist, snel een uitspraak van de rechter te krijgen zonder een voorafgaande bezwaarschriftprocedure. Voordat een belanghebbende beroep kan instellen, moet hij / zij het bestuursorgaan schriftelijk in gebreke stellen, tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd. De rechter behandelt het beroep in beginsel zonder zitting. Hij doet binnen acht weken uitspraak en bepaalt dat het bestuursorgaan binnen twee weken alsnog een beslissing neemt. Als het bestuursorgaan na afloop van de door de rechter bepaalde termijn nog steeds niet heeft beslist, kan de belanghebbende via een eenvoudige procedure bij de voorzieningenrechter, waarvoor geen griffierecht is verschuldigd, de rechter verzoeken aan het bestuursorgaan een tweede - dwangsom op te leggen. De Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen is 1 oktober 2009 in werking getreden. Het goed bewaken van de voortgang van de lopende handhavingszaken en van verzoeken om handhaving en de daarvoor geldende termijnen zal zodoende noodzakelijk zijn. Thans gebeurt dit al door middel van gestructureerd overleg over handhavingszaken. 4.5 Overdracht waterschapstaken naar de gemeente Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. Dit heeft een verschuiving van bevoegdheden met zich meegebracht. De indirecte lozingen van bedrijven (lozingen op de riolering), die voorheen onder de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (WVO) en daarmee onder de bevoegdheid van het Waterschap vielen, vallen nu onder de Wet Milieubeheer en per 1 oktober 2010 onder de Wabo. Dit is een nieuwe taak en bevoegdheid van de gemeente. Dat betekent niet alleen dat de vergunningverlening (waterparagraaf in de omgevingsvergunning) is overgegaan naar de gemeente, maar ook het toezicht en de handhaving. Voor de gemeente Geldermalsen gaat het om 14 bedrijven. Daar waar de gemeente op basis van de milieuhandhaving bedrijven 2, 5 of 10 jaarlijks controleert, worden deze bedrijven door het Waterschap meermalen per jaar gecontroleerd (nemen van lozingsmonsters e.d.). Uit navraag bij het Waterschap blijkt het om ongeveer 200-300 uur op jaarbasis te gaan om de vergunningverlening en het toezicht op een adequate manier uit te voeren. Daarbij kan advies worden gevraagd aan het Waterschap. De gemeente Geldermalsen heeft inmiddels een contract met het Waterschap afgesloten voor drie jaar, waarbij het Waterschap samen met de gemeente de bedrijven gaat controleren. Over drie jaar vindt er een evaluatie plaats. Dan wordt bepaald of deze manier van controleren zal worden voortgezet of niet. Handhavingsnota Geldermalsen 2011-2014 & uitvoeringsprogramma 2011 versie 11 oktober 2010 12

4.6 Overdracht taken Drank- en horecawet Het toezicht op de naleving van de Drank- en horecawet gebeurt nu voor een gedeelte door de gemeente en voor een ander deel op rijksniveau door de Voedsel- en Warenautoriteit (VWA). Het gemeentelijke toezicht heeft te maken met het naleven van de vergunningsplicht voor inrichtingen die een vergunning op grond van die wet nodig hebben. De rijkstaken met betrekking tot het toezicht op de naleving van de Drank- en horecawet zullen aan de gemeente worden overgedragen. De verwachting is dat het toezicht op de Drank- en horecawet vanaf medio 2011 volledig door de gemeente zal moeten worden gedaan. Er is nu nog onvoldoende zicht op de consequenties daarvan. Daarom is dit niet opgenomen in de capaciteitsplanning. (Zie ook paragraaf 5.8.5.1, Vergunningen.). 4.7 Bestuurlijke strafbeschikking Sinds 1 januari 2009 maken de vier grote gemeentes (Utrecht, Rotterdam, Amsterdam en Den Haag) gebruik van de bestuurlijke strafbeschikking. Boa s in dienst van de gemeente kunnen een strafbeschikking opleggen leggen voor overlast, zoals fietsen op de stoep, wildplassen en loslopende honden. Vanaf 2010 hebben de andere gemeenten en ook provincies en waterschappen de mogelijkheid gekregen bestuurlijke strafbeschikkingen op te leggen. Vanaf 1 januari 2011 wordt de bestuurlijke strafbeschikking overlast ook door de boa s van de gemeente Geldermalsen gehanteerd ten aanzien van feiten die vallen binnen het bereik van de overlast in de openbare ruimte en voor bepaalde feiten die in de afvalstoffenverordening staan. Het CJIB zorgt voor het verzenden van de strafbeschikking en het innen van de geldboete. Als een bestrafte het niet eens is met zijn strafbeschikking, kan hij bezwaar maken door verzet in te stellen bij het OM. De strafrechter zal de strafzaak dan in zijn geheel opnieuw beoordelen. Jaarlijks kunnen gemeenten een proces-verbaal vergoeding (PV-vergoeding) ontvangen van de minister van Justitie voor het uitschrijven van processen-verbaal. Deze vergoeding geldt voor bepaalde overlastfeiten in de openbare ruimte en voor de meeste parkeerfeiten die onder de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) vallen ( 40,- per correct aangeleverd overlastfeit en 25,- per correct aangeleverd parkeerfeit). In het handhaving-uitvoeringsprogramma voor 2012 zullen we de resultaten van het eerste jaar werken met de bestuurlijke strafbeschikking binnen de gemeente Geldermalsen bekend maken. 4.8 Omgevingsdiensten (RUD) In de afgelopen jaren is vooral naar aanleiding van grote calamiteiten (Volendam en Enschede) steeds meer aandacht gegeven aan handhaving en de kwaliteit er van. Dit heeft er onder meer toe geleid dat de minister van VROM de commissie Herziening handhavingstelsel VROM regelgeving (naar haar voorzitter de commissie Mans oud burgemeester van Enschede genoemd) heeft ingesteld. Deze commissie heeft voorgesteld om gemeenten te verplichten voor wat vergunningverlening en handhaving betreft vanaf 1 januari 2012 samen te werken in een regionale omgevingsdienst. Deze dienst zou een in de wet verankerde organisatie van samenwerkende gemeenten, provincies en waterschappen zijn die namens deze partijen het toezicht op de VROM-regelgeving zou uitvoeren en eventuele sancties voorbereiden. Volgens het advies van de commissie Mans moest er per Veiligheidsregio één Omgevingsdienst komen, 25 in totaal. Handhavingsnota Geldermalsen 2011-2014 & uitvoeringsprogramma 2011 versie 11 oktober 2010 13

Op dit advies is van de kant van de VNG en het IPO stevige kritiek gekomen. Dit heeft tot gevolg gehad dat de verplichte deelname van gemeenten aan regionale omgevingsdiensten van tafel is. In plaats hiervan krijgt de gemeente te maken met door de minister van VROM opgestelde kwaliteitseisen waaraan zij moet voldoen bij vergunningverlening, handhaving en toezicht. Bij de parlementaire discussie over de Invoeringswet Wabo heeft de minister uitgesproken dat er geen van boven af opgelegde Omgevingsdiensten komen. Wel zal de provincie het toezicht van en door gemeenten monitoren en krijgt de provincie de bevoegdheid om gemeenten waar de handhaving niet of niet voldoende wordt opgepakt - te verplichten om in een gemeenschappelijke regeling samen te werken op het terrein van handhaving. Eind 2009 hebben alle colleges van burgemeester en wethouders in de provincie Gelderland een intentieverklaring ondertekend om te komen tot een regionale uitvoeringsdienst in de Provincie Gelderland (de zogenaamde Gelderse Maat). Deze Gelderse Maat houdt in dat de VTH-taken op het terrein van milieu (Vergunningverlenings-, Toezichts- en Handhavingstaken) - uit het basistakenpakket van mei 2010 - per regio zullen worden uitgevoerd. Daarnaast kunnen gemeenten er voor kiezen om meer / andere handhavingstaken op het terrein van de VROM regelgeving bij de Regionale uitvoeringsdienst (RUD) onder te brengen. Als belangrijke voorwaarde hierbij is wel gesteld dat de vorming van de RUD s budgettair neutraal moet verlopen. Deze Gelderse Maat is vervolgens voorgelegd aan de minister van VROM. De minister heeft laten weten hiermee in te stemmen. Inmiddels gaan er binnen de regio, op voordracht van Geldermalsen, stemmen op om vanwege de invoering van de WABO, alle T- en H-taken aangaande de WABO naar de RUD s over te brengen en de gehele vergunningverlening bij de gemeente te laten. Wellicht dat dan op termijn ook de back-office voor de omgevingsvergunning en, in een nog later stadium, ook de front-office van de omgevingsvergunning naar de RUD kan. Ook één van de randvoorwaarden voor de instelling van de RUD s is dat dit kostenneutraal moet verlopen. Op dit moment wordt er hard aan gewerkt om de kosten in beeld te brengen. Er worden regionale kengetallen ontwikkeld voor vergunningverlening en toezicht. Tevens worden de kosten (incl. overhead) voor de uitvoering van de basistaken van de individuele gemeenten inzichtelijk gemaakt. Naar aanleiding van de recente kerntakendiscussie is de bezuinigingsdoelstelling van 8 % op de loonkosten ook meegegeven aan de regievoerder van de RUD s. Er werd naar gestreefd om uiterlijk eind oktober 2010 alle gegevens inzichtelijk te hebben en nog dit jaar een definitief besluit over de uitvoering van de RUD s te hebben. Wel is er ruimte om het proces om te komen tot de invoering van de RUD s ook na 1 januari 2012 af te ronden. Er moet dan wel zicht zijn op een spoedige invoering. In 2011 (op 1 maart 2011 is er een go-no go moment) zal er hard gewerkt moeten worden om de nieuwe Gemeenschappelijke Regeling rond te krijgen om vervolgens op 1 januari 2012 met de RUD te kunnen starten. Hoe uiteindelijk de praktische invulling zal zijn van de RUD (gaat alle personeel over; komt er een centrale huisvesting; hoe is de aansturing) is op dit moment nog niet duidelijk. Handhavingsnota Geldermalsen 2011-2014 & uitvoeringsprogramma 2011 versie 11 oktober 2010 14

5. Het nieuwe handhavingsbeleid In 2009 is begonnen met het voorbereiden voor het opstellen van een nieuwe handhavingsnota. Daarvoor is o.a. een startdocument opgesteld, dat op 10 juni 2009 in de commissie grondgebied is behandeld. De commissie sprak daarbij onder meer uit de voorkeur te geven aan een bescheiden ambitieniveau. In het bovengenoemde startdocument is een stappenplan opgenomen. De verschillende stappen zijn de bouwstenen voor een integraal handhavingsbeleid. Hieronder worden deze stappen nog eens genoemd. Stap 1: Voorbereiding Stap 2: Visie bepalen en uitgangspunten formuleren Stap 3: Uitvoeren van een quick-scan van de huidige situatie Stap 4: Uitvoeren van een risicoanalyse Stap 5: Het stellen van prioriteiten Stap 6: Toezicht houden en sanctioneren Stap 6a: Toezicht houden Stap 6b: Sanctioneren Stap 6c: Gedogen Stap 7: Het ontwikkelen van de inplementatie-aanpak Stap 8: Het uitschrijven van het handhavingsbeleid Een aantal van deze stappen is al (gedeeltelijk) uitgevoerd in de aanloop naar deze handhavingsnota. Alle stappen komen in deze handhavingsnota en het daarin verwerkte handhaving-uitvoeringsprogramma aan bod. Stap 3 is daarbij komen te vervallen. De risicoanalyse (stap 4) bleek een zodanig uitgebreide analyse te zijn, dat de quick-scan (stap 3) daardoor overbodig is geworden. In deze handhavingsnota wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de systematiek die volgens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht (Bor) voor handhaving geldt, zoals dat in paragraaf 4.1 is vermeld. Dit betekent dat de volgende punten in deze nota aan de orde komen: 1. doelen die de gemeente met handhaving wil bereiken 2. een koppeling van deze doelen aan de uitvoering via een jaarlijks uitvoeringsprogramma 3. een analyse van de problemen 4. prioriteitstelling 5. strategie voor toezicht en handhaving 6. inzicht in handhavingsafspraken met andere partijen 7. organisatie van de handhaving 8. middelen en capaciteiten 9. monitoring en rapportage 10. bekendmaking van het handhavingsbeleid aan de gemeenteraad De onder 1 (handhavingsdoelen), 4 (prioriteitstelling), 5 (handhavingstrategie), 6 (handhavingsafspraken met anderen), 9 (monitoring/rapportage) en 10 (bekendmaking handhavingsbeleid) genoemde onderdelen horen volgens de Wabo in een beleidsnota over handhaving thuis. Handhavingsnota Geldermalsen 2011-2014 & uitvoeringsprogramma 2011 versie 11 oktober 2010 15

De overige punten, 2 (koppeling doelen aan uitvoeringsprogramma), 3 (probleemanalyse), 7 (organisatie handhaving) en 8 (middelen en capaciteiten), moeten in een uitvoeringsjaarprogramma worden vastgelegd. Omdat er gegeven de voorgeschiedenis - in deze nota voor is gekozen om handhavingsnota en uitvoeringsprogramma in één nota onder te brengen, zullen alle onderdelen in deze nota hierna verder aan de orde komen. Dit betekent overigens dat het voorstel zal zijn om de gemeenteraad deze handhavingsnota te laten vaststellen voor wat de hiervoor genoemde onderdelen 1, 4, 5, 6, 9 en 10 betreft. De onderdelen 2, 3, 7 en 8 horen thuis in het Uitvoeringsprogramma 2011 en behoren tot de bevoegdheid van het college. De raad wordt voorgesteld hiervan kennis te nemen. 5.1 Handhavingsdoelen Bij wetgeving is zonder meer het uitgangspunt dat de overheid regels opstelt met het doel om door middel daarvan een bepaald beleid of doel te realiseren, een bepaalde situatie of een bepaald resultaat te behalen of om te voorkomen dat een bepaalde situatie ontstaat of een bestaande situatie verergert. Verder is een gegeven dat wetgeving te allen tijde geschiedt in het algemeen belang. Wil een handhavingsbeleid goed van de grond komen dan zal er sprake moeten zijn van een maatschappelijk en politiek draagvlak. Maatschappelijk draagvlak houdt in dat burgers, instellingen, bedrijven en organisaties inzicht hebben in de geldende normen en de noodzaak tot handhaving daarvan. De vaststelling van deze nota geeft een aanzet tot verbeterde handhaving. De feitelijke wil tot handhaving zal moeten blijken uit daadwerkelijk uitgevoerd toezicht en controle, de hoeveelheid aanschrijvingen en de doorlooptijd van handhavingszaken. Een aarzelende en weifelachtige houding is funest voor de uitvoering en frustreert het bereiken van de handhavingsdoelstelling. Het gemeentebestuur dient in deze verantwoordelijkheid te nemen en te dragen. Met deze materie valt er niet aan te ontkomen dat duidelijk neen wordt gezegd tegen betrokkenen die de wet overtreden en ja wordt geroepen voor aanschrijvingen of anderszins afwijzende beschikkingen. Kortom, het ontstaan van een handhavingscultuur is noodzakelijk. Er is dan ook een groot algemeen belang gemoeid met het handhaven van wettelijke regels, namelijk de uitvoering van in wetgeving vastgelegd beleid. Zeker van een gemeente die op veel terreinen wetgeving moet uitvoeren die door de rijkswetgever is vastgesteld, moet worden verwacht dat de gemeente die wetgeving daadwerkelijk uitvoert en handhaaft. Dit is nu ook als een verplichting geformuleerd in de Wabo. Het staat de gemeente niet vrij om zelf een beoordeling van de rijkswetgeving te doen door deze niet of niet voldoende te handhaven. Het is bovendien een uitgangspunt van de gedachte van de rechtsstaat, dat niet alleen de burger maar ook de overheid gebonden is aan door haar zelf vastgestelde regels. Dat geldt natuurlijk ook voor regelgeving die de gemeente zelf vaststelt voor haar eigen grondgebied. De conclusie kan daarom zijn dat de centrale handhavingsnorm zodoende in de wet- en regelgeving zelf besloten ligt. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de hoogste bestuursrechter in Nederland heeft de afgelopen jaren herhaaldelijk laten merken dat bestuursorganen van de overheid in beginsel verplicht zijn om wettelijke regels te handhaven. Die verplichting geldt temeer, wanneer iemand expliciet aan een bestuursorgaan vraagt om handhaving. Slechts in zeer bijzondere gevallen, aldus onze hoogste bestuursrechter, mag van handhaving worden afgezien. Recente rampen hebben overigens laten zien waartoe niet of niet voldoende handhaven kan leiden. Handhavingsnota Geldermalsen 2011-2014 & uitvoeringsprogramma 2011 versie 11 oktober 2010 16

De na te streven doelen voor handhaving zijn zodoende als volgt te formuleren: handhaving is een belangrijk middel om te zorgen voor een zo veilig, gezond en goed mogelijke fysieke leefomgeving het ontplooien van gestructureerde en programmatische handhavingsactiviteiten met inachtneming van de beschikbare capaciteiten en prioriteiten het zoveel mogelijk voorkomen van handhavend optreden en wanneer dit noodzakelijk blijkt het zo effectief mogelijk er voor zorgen dat de overtreding beëindigd wordt 5.2 Relatie beleid en uitvoering: uitvoeringsprogramma Wil handhaving in de praktijk niet vastlopen dan is het belangrijk dat de beleidsmakers tevoren vakinhoudelijk overleg plegen met toezichthouders en handhavers. Een te strikte scheiding tussen beleid en uitvoering heeft als risico dat men bij de handhaving vastloopt op vooral praktische problemen, bijvoorbeeld op onuitvoerbare regelgeving die hetzij te strikt hetzij veel te ruim is 1. Ook verdient het aanbeveling, dat er steeds gezocht wordt naar een zo goed mogelijke operationalisering van regels. Belangrijk is ook dat er een duidelijke functiescheiding is tussen het primaire proces en de handhaving. De functie van handhaving en de inbedding daarvan in de gemeentelijke organisatie kunnen het beste tot hun recht komen, wanneer dat ook in de bestuurlijke organisatie gebeurt. Handhaving dient dus onderdeel te zijn van het beleidsproces. Zeker in het duale systeem ligt het voor de hand dat de gemeenteraad het kader bepaalt. Het college van burgemeester en wethouders voert binnen dit kader uit en stelt daarvoor een uitvoeringsprogramma vast. Jaarlijks heeft evaluatie plaats en deze evaluatie wordt aan de gemeenteraad meegedeeld. Evaluatie en verslag kunnen leiden tot aanpassing van de gekozen beleidsuitgangspunten. Dergelijke rapportages over handhavingsactiviteiten kunnen dat beleidsproces bevorderen. Dat geeft het gemeentebestuur ook de kans om mede aan de hand hiervan nuances aan te brengen, speerpunten van beleid te bepalen en prioriteiten bij te stellen. 5.3 Probleemanalyse Een professionele probleemanalyse bestaat uit verschillende onderdelen. In ieder geval moeten volgens (de Nota van toelichting behorende bij) het Bor, de volgende onderdelen in kaart worden gebracht: Voor welke regelgeving (de Wabo en het bij of krachtens de andere betrokken wetten bepaalde) is de zorg voor de bestuursrechtelijke handhaving aan het college opgedragen. Dat betekent een inventarisatie van de concrete handhavingstaken van de organisatie als gevolg van de Wabo. Het gaat hierbij zowel om de projectgebonden als niet-projectgebonden taken. Welke problemen met die regelgeving worden aangepakt. Wat de kansen op overtredingen van die regelgeving zijn. De vraag wat de kans is op potentiële en feitelijke overtredingen is tevens relevant bij het uitvoeren van een probleemanalyse. Daarom maakt een analyse van het naleefgedrag onderdeel uit van de probleemanalyse. Enerzijds kan dit gedaan worden door historische gegevens te analyseren. Anderzijds zijn er verschillende methodieken beschikbaar om het potentiële naleefgedrag in beeld te brengen, bijvoorbeeld de Tafel van Elf (zie hiervoor de volgende paragraaf, prioriteiten). 1 Een (berucht) voorbeeld is de afwegingsmatrix in een bestemmingsplan bij aanlegvergunningen voor wat natuur en landschap betreft. Handhavingsnota Geldermalsen 2011-2014 & uitvoeringsprogramma 2011 versie 11 oktober 2010 17

Wat de effecten van die overtredingen voor de fysieke leefomgeving zijn. Het gaat hierbij telkens om de vraag: Welke effecten kunnen optreden wanneer de regelgeving niet wordt nageleefd? De effecten kunnen onderverdeeld worden naar verschillende thema's, zoals fysieke veiligheid, hinder / leefbaarheid, etc. (zie ook hiervoor de volgende paragraaf, prioriteiten). Een probleemanalyse die helemaal voldoet aan de eisen van het Bor hebben we nog niet kunnen maken, mede omdat het Bor pas kortgeleden is gepubliceerd. Om volledig aan de eisen van het Bor te voldoen zou de handhavingsnota ernstige vertraging oplopen. In het uitvoeringsprogramma voor 2012 zal hieraan nog meer aandacht worden gegeven. 5.4 Prioriteiten Er is een veelheid van wettelijke regels, die het gemeentebestuur in principe moet handhaven. Van een zorgvuldig en redelijk opererend gemeentebestuur kan echter niet worden verwacht en verlangd dat het in alle gevallen handhavend optreedt. Dat legt een veel te groot en onevenredig beslag op gemeentelijke capaciteit en middelen. Een vorm van prioriteitstelling is hierbij onontbeerlijk. Bij het nemen van een handhavingsbesluit moet de gestelde prioriteit meegenomen worden. In eerste instantie mag er daarom van uit worden gegaan dat burgers in beginsel zelf de wettelijke regels naleven. Daarnaast dient per taakveld een keuze te worden gemaakt in de mate van optreden door de gemeente. Niet altijd zal er immers aanleiding zijn om daadwerkelijk handhavend op te treden. Op basis van een door Oranjewoud BV ontwikkelde Risicomodule zijn de risico s aangegeven. De reikwijdte van de Risicomodule is bepaald vanuit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Hierdoor wordt met deze Risicomodule voldaan aan de eisen van de Wabo. De Risicomodule bestaat uit vier afzonderlijke modules die per taakveld zijn ingevuld. De volgende taakvelden zijn ingebouwd: Bouw en RO APV en bijzondere wetten Milieu (inclusief indirecte lozing) Brandweer De methodiek voor probleemanalyse-prioriteitstelling (Risicomodule) werkt op basis van het principe / formule Risico = kans x effect. Deze formule is een internationaal geaccepteerde en veel gebruikte methode om een adequate inschatting te kunnen maken van de prioriteit van (onder andere) handhavingstaken. Het begrip kans wordt binnen de Risicomodule weergegeven als Naleving. Handhavingsnota Geldermalsen 2011-2014 & uitvoeringsprogramma 2011 versie 11 oktober 2010 18

Bovenstaand is bij wijze van voorbeeld een weergave van de Risicomodule Milieu opgenomen. Ieder taakveld heeft een Risicomodule die specifiek is voor dat taakveld. De elementen (Effecten) en (Naleving) zijn door vakspecialisten (experts) ingevuld door middel van allerlei thema's en variabelen. Deze thema's zijn de lichtgrijze balken zoals 'Fysieke veiligheid', Hinder / leefbaarheid en 'Nalevingstabel' 2. De thema s zijn standaard in de methodiek, de variabelen zijn per taakveld verschillend. Aan de variabelen zijn door vakspecialisten (expertjudgment) scores toegekend die uitdrukking geven aan het risico van een bepaalde taak of object. De thema's en variabelen zijn rekenkundig gewogen, ondermeer door een weegfactor per thema en een weegfactor per variabele vast te stellen. Deze weegfactoren zijn al in een eerder stadium in overleg met de portefeuillehouder handhaving bepaald. Op basis van een complex stelsel van geautomatiseerde berekeningen komt de totaalscore tot stand. Deze totaalscore heeft in feite de prioriteit bepaald. De methodiek is volkomen transparant waardoor exact te herleiden is welke thema s en / of variabelen verantwoordelijk zijn voor een bepaalde score. De indirecte lozing, de nieuwe taak voor de gemeenten en provincies, is ingevoegd in het milieugedeelte van de Risicomodule. Daarnaast is de reikwijdte van de APV-taken uitgebreid met de 'bijzondere wetten'. Dit is geen specifieke taak volgens de Wabo, maar geeft wel de mogelijkheid om tegelijk voor alle fysieke handhavingstaken het risico en de daaruit volgende prioriteit te bepalen. De resultaten (prioriteiten) die met behulp van de Risicomodule zijn verkregen, zijn als bijlage opgenomen bij deze handhavingsnota. Deze resultaten moeten echter niet als een absoluut einddoel worden gezien, maar als een handvat / middel bij handhaving (zie hiervoor ook paragraaf 5.8) 5.5 Handhavingsstrategie Welke strategie wordt gekozen om zo effectief mogelijk te kunnen handhaven? Als algemene strategie voor handhaving willen we aansluiting zoeken bij de strategie die al geruime tijd bij de brandweer gebruikelijk is, de zogenaamde naleefketen. Deze naleefketen bestaat uit de volgende onderdelen: Pro-actie Al eerder is in deze nota vermeld dat handhaving sterk afhankelijk is van een goede kwaliteit van regelgeving en van de procedure die daartoe heeft geleid. Slechte kwaliteit en een onzorgvuldig proces leiden tot lagere acceptatie en een grote kans op daadwerkelijke handhaving. Zorg voor een goede kwaliteit van het primaire proces (regelgeving en vergunningverlening) is daarom belangrijk. Preventie Hier wordt gedoeld op het treffen van maatregelen om incidenten te voorkomen. Hier spelen voorlichting, communicatie en toezicht een voorname rol. Preparatie Dit ziet op het treffen van voorbereidingen in geval zich een incident voordoet. In het kader van handhaving komen dan bijvoorbeeld opleidingen, standaardisatie van optreden, protocollen en oefenen in beeld. 2 Bij 'Nalevingstabel' zijn de variabelen overgenomen van de Tafel van Elf. De Tafel van Elf is een samenhangende opsomming van dimensies die bepalend zijn voor de naleving van regelgeving. Hiermee biedt de Tafel van Elf een uitgebreid instrumentarium voor het inschatten van naleefgedrag. Handhavingsnota Geldermalsen 2011-2014 & uitvoeringsprogramma 2011 versie 11 oktober 2010 19

Repressie Met repressie wordt de daadwerkelijke handhaving bedoeld, zoals het uitvoeren van bestuursdwang of het opleggen van een dwangsom. Nazorg Dit omvat alles wat in de praktijk nodig is om de gevolgen van een overtreding te beëindigen. Deze strategie vertaalt zich in de volgende aandachtspunten: streven naar een kwalitatief goed primair proces van regelgeving en vergunningverlening zorg voor goede voorlichting en toezicht standaardisatie van handhaving door middel van eenduidige procesbeschrijvingen, werkprotocollen en standaardisatie van brieven, formulieren e.d. Op deze aandachtspunten gaan we hierna verder in. 5.5.1 Beleidskader bij handhaving Omdat het bij het vaststellen van wet- en regelgeving steeds gaat om vastlegging van een bepaald beleid of beleidskader, is de vraag naar de actualiteitswaarde van het daarmee samenhangend beleid relevant. Dit is vooral het geval bij oude wet- en regelgeving. Dat kan ook zo zijn, wanneer over het in wetten of regels vastgelegde beleid andere gedachten zijn ontstaan tengevolge van gewijzigde feiten of omstandigheden of door verandering in (politieke) opvattingen en dit nog niet in gewijzigde wet- of regelgeving is vastgelegd. Bij handhaving dringt zich daarom altijd de vraag op naar de actualiteitswaarde van de wet- en regelgeving. Een vraag die in het verlengde daarvan ook opkomt heeft te maken met het maatschappelijke draagvlak, met andere woorden: begrijpt de burger nog steeds het belang dat heeft geleid tot vaststelling van de regels en is hij daarvan nog steeds overtuigd. Dit kan bijvoorbeeld een rol spelen bij een sterk verouderd bestemmingsplan. Een komende verandering van wet- en regelgeving is echter op zich nog geen reden om zonder meer van handhaving af te zien. Er zal nadrukkelijk moeten worden bekeken of de norm die geschonden of overtreden is al dan niet en in welke vorm ook in de nieuwe regelgeving zal worden gehandhaafd. De vraag naar de actualiteitswaarde van wet- en regelgeving en het maatschappelijke draagvlak behoort bij beslissingen over handhaving van een overtreden regel te worden beantwoord. Dit antwoord hoeft niet steeds hetzelfde te zijn, in die zin dat altijd tot handhaving wordt besloten. In principe is een viertal antwoorden op deze vraag mogelijk: a. handhaving b. niet handhaving c. expliciete legalisering d. gedogen Tussen gedogen en niet-handhaven bestaat overigens een aanmerkelijk verschil. Bij gedogen gaat het immers alleen om het tijdelijk en onder voorwaarden afzien van handhaving; er is geen sprake van niet-handhaven. Zowel voor legaliseren als voor gedogen geldt dat hiermee zorgvuldig moet worden omgegaan. Bij beide is het gevaar voor precedentwerking, ad-hoc beleid en willekeur aanwezig. Het beleid ter zake is hieronder uiteengezet. Handhavingsnota Geldermalsen 2011-2014 & uitvoeringsprogramma 2011 versie 11 oktober 2010 20