Eindexamen biologie pilot havo 2011 - II



Vergelijkbare documenten
Klimaatverandering en klimaatscenario s in Nederland

Geologische tijdschaal. AK 4vwo vrijdag 31 oktober. 11 Het klimaat door de tijd. inhoud

Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering. Klimaatverandering Klimaatverandering

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

NNV-bestuursstandpunt over de samenhang tussen klimaatverandering en energiegebruik

Eindexamen havo wiskunde B pilot I

Signalen van klimaatveranderingen

Examen HAVO. biologie (pilot) tijdvak 2 woensdag 22 juni uur

Koolstofcyclus in de zee. Stefan Schouten. NIOZ is part of the Netherlands Organisation for Scientific Research (NWO)

Eindexamen biologie havo 2007-I

Examen HAVO. biologie Compex. Vragen 32 tot en met 46. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.

Eindexamen aardrijkskunde vwo I

Planten en hun omgeving. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2006-I

BROEIKASEFFECT HET BROEIKASEFFECT: FEIT OF FICTIE? Lees de teksten en beantwoord de daarop volgende vragen.

Klimaatverandering in internationaal perspectief

Eindexamen havo biologie pilot II

Klimaatverandering. Urgentie in Slow Motion. Bart Verheggen ECN

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2007-II

7. Klimaatkwis. Wie heeft de meeste vragen goed? De prijs: Plan van Aanpak van Kies Groen Licht

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2002-II

Eindexamen biologie havo 2005-I

Koolstof wordt teruggevonden in alle levende materie en in sedimenten, gesteenten, de oceanen en de lucht die we inademen.

klimaatverandering en zeespiegelstijging Klimaatverandering en klimaatscenario s Achtergronden Prof Dr Bart van den Hurk

Na het bekijken van de video en het bestuderen van bovenstaande illustratie, moet je de onderstaande vragen kunnen maken.

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

Naar: D.O. Hall & K.K. Rao, Photosynthesis, Studies in Biology, Cambridge, 1994, blz. 106.

Eindexamen vwo aardrijkskunde II

Hoofdstuk 5: TABELLEN

Opname van CO 2 in zee en de veranderingen van de chemie van zeewater

Broeikasgassen, klimaat en meten: hoe, wat en waarom van ICOS-nl.

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 24 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Curaçao Carbon Footprint 2015

KNMI 06 klimaatscenario s

Opwarming van de aarde hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Van de regen in de drup

Les Koolstofkringloop en broeikaseffect

Klimaat(les)marathon. Leren voor en over het klimaat

Achtergrondinformatie toelichtingen bij ppt1

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur

Klimaat in Beeld NAAM: KLAS: 4-VWO

Aflevering 8 - De optimale beweging

Examen Inleiding Atmosfeer 8 mei 2014 EXAMEN INLEIDING ATMOSFEER. 8 mei 2014, 13:30-16:30 uur

Eindexamen aardrijkskunde vwo 2008-II

Gewassen verbouwen in een zilte wereld

Titel De gasbel onder Nederland

IPCC voorspelt klimaatverandering en verdere zeespiegelstijging. Hoe erg is dat? November 15, Het hangt er vanaf hoe het verder gaat

Klimaat en kosmos. Broeikaseffect?

Klimaatveranderingstand. wetenschap. Prof Wilco Hazeleger

Significante cijfers en meetonzekerheid

Klimaatmodellen. Projecties van een toekomstig klimaat. Wiskundige vergelijkingen

Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect

Eindexamen aardrijkskunde vmbo gl/tl II

bron van leven en ontwikkeling

dampkring voorstelt en een fles die een planeet zonder dampkring voorstelt

NOG MEER NATTIGHEID? Door John van Boxel en Erik Cammeraat

OPDRACHTKAART. Thema: Multimedia/IT. Audio 4. Digitaliseren MM

Aa n het einde van het derde blok moeten er 3 opdrachten worden ingeleverd. Inhoudsopgave

Centrale vraagstelling Hoe organiseer je een expeditie naar de Zuidpool om het hitterecord van 55 miljoen jaar geleden te kunnen onderzoeken?

Test je kennis! De heelalquiz

6,4. Werkstuk door een scholier 2086 woorden 22 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde

KLIMAATVERANDERING. 20e eeuw

Plant in de klas Instructieblad leerkracht Groep 6/7/8

Capillaire werking van Hout

Examen HAVO. wiskunde A1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

aan het water koeler is dan op het land langzamer afkoelt dan aarde

Invloed van klimaatverandering op hydrologische extremen (hoog- en laagwater langs rivieren in het Vlaamse binnenland)

DE SCHOOLDAK- REVOLUTIE

Eindexamen biologie vwo 2005-I

VERANDEREN VAN KLIMAAT?

MAATSCHAPPIJ ONDERSCHAT ERNST EN TAAIHEID KLIMAATPROBLEEM

Titel De gasbel onder Nederland

Klimaatverandering. Alfonso Gil

QUESTIONBOXLES ZONNECELLEN EN ELEKTRICITEIT

Les bij klimaatverandering:

Opwarming van de aarde

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

The Day After tomorrow... Waarom wachten

Klimaatverandering. Opzet presentatie

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

Aanpassingen van delen van de plant aan de levensomstandigheden

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Planten en hun omgeving vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

KNMI 06 klimaatscenario s

Luchtvochtigheid en temperatuur

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag worden 2 scorepunten toegekend.

Energiebalans aarde: systeemgrens

Waterkringloop hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren.

Klimaat in de 21 e eeuw

Werkstuk ANW Ouderdomsbepaling

Zon, aarde en maan. Expertgroep 3: De seizoenen. Naam leerling:... Leden expertgroep:...

neerslag: regen, hagel en sneeuw ringen in het weer waarnemen regen meten

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Examen HAVO. wiskunde B1

Eikenprocessierups en klimaatverandering,

Opwarming aarde niet de schuld van het vee

AKKademie Inagro 24 mei 2019

P2 Exponentiële groei

Transcriptie:

Onderzoek naar het klimaat met behulp van huidmondjes Op een school in Midden-Limburg wordt een vakkenintegratieproject georganiseerd met als thema: mogelijke oorzaken voor en gevolgen van het versterkt broeikaseffect. De verandering van het -gehalte in de atmosfeer wordt door het IPCC (International Panel on Climate Change) in een rapport genoemd als de belangrijkste factor voor het versterkte broeikaseffect. Het IPCC neemt aan dat natuurlijke -variaties verwaarloosbare effecten gehad hebben op klimaatveranderingen in het verleden. De leerlingen van HAVO-5 hebben de film An inconvienient truth van Al Gore gezien. Via de docent hebben ze een krantenartikel gekregen over het rapport van het IPCC. Aan de leerlingen wordt gevraagd argumenten te verzamelen om te onderbouwen of het IPCC-rapport de juiste oorzaken noemt voor de recente stijging van het -gehalte in de atmosfeer. Een groepje leerlingen stuit op het onderzoek van de Utrechtse ecologe Friederike Wagner. Zij heeft gewerkt in het gebied van de Roer, vlak bij hun school. De leerlingen besluiten dit onderzoek te bestuderen, zodat zij mogelijke oorzaken van de recente -verhogingen kunnen verduidelijken. Friederike Wagner onderzoekt al jaren de relatie tussen het aantal huidmondjes in een blad en de -concentratie in de lucht. Het is bekend, dat het aantal huidmondjes per oppervlakte-eenheid omgekeerd evenredig is met de -concentratie in de lucht. Kennelijk kan de plant bij een hoge -concentratie gemakkelijker opnemen, en kan dan dus met minder huidmondjes toe. In de gematigde streken van het noordelijk halfrond maken bomen ieder jaar nieuwe bladeren. Hierdoor zijn jaarlijks de hoeveelheid huidmondjes per mm 2 afgestemd op de heersende -concentratie. www. - 1 -

In afbeelding 1 staat het theoretische verband tussen de -concentratie in de lucht en het aantal huidmondjes per mm 2 weergegeven. afbeelding 1 aantal huidmondjes per mm 2 theoretisch verband tussen de -concentratie in de lucht en het aantal huidmondjes per mm 2 R Q S -concentratie in de lucht (ppm) P 2p 26 Welke grafieklijn geeft het hierboven beschreven verband correct weer? A lijn P B lijn Q C lijn R D lijn S Bij bladeren die in veen of onder water zijn geconserveerd, blijven de huidmondjes in de opperhuid van het blad honderden jaren zichtbaar. De onderzoekers telden huidmondjes op 5 tot 1 jaar oude eikenbladeren uit fossiele afzettingen langs de Limburgse rivier de Roer. Met 14 C -datering stelden ze de leeftijd van de bladeren vast. Met behulp van resultaten uit een onderzoek naar het verloop van de -concentratie in de lucht in de loop van de laatste 5 jaar, konden ze de -concentraties van de lucht gedurende de periode van 1 tot 15 berekenen. De absolute ouderdomsbepaling van de fossiele eikenbladeren vindt plaats met behulp van de 14 C-methode. 1p 27 Verklaar dat de 14 C-methode geschikt is voor de 5 tot 1 jaar oude fossielen en niet voor fossielen uit de geologische periode van het Carboon. www. - 2 -

In afbeelding 2 worden de resultaten van het onderzoek aan de fossiele eikenbladeren weergegeven. Op de X-as staat de tijd: de jaren 1 tot 15. Op de Y-as staat het aantal huidmondjes per mm 2. afbeelding 2 22 aantal huidmondjes per mm 2 2 aantal huidmondjes van fossiele bladeren 18 16 14 12 1 115 13 145 15 jaartal In afbeelding 3 wordt de relatie tussen het getelde aantal huidmondjes (X-as) en de afgeleide -concentraties van de lucht (Y-as) weergegeven. Deze afbeelding is verkregen door gebruik te maken van resultaten van recente metingen. afbeelding 3 34 -concentratie in de lucht (ppm) 33 relatie aantal huidmondjes en berekende -concentratie in de lucht 32 31 3 29 28 1 12 14 16 18 2 22 24 aantal huidmondjes per mm 2 www. - 3 -

In afbeelding 4 wordt de toename van de -concentratie in de atmosfeer weergegeven in de periode 1958-29. Deze resultaten berusten op metingen van het Mauna Loa meetstation op Hawaii. In de jaren vóór 1958 zijn dergelijke metingen niet verricht. Elk jaar zijn er schommelingen waar te nemen, de getrokken lijn geeft de gemiddelde -concentratie van de lucht weer. afbeelding 4 verandering van de -concentratie tussen 1958 en 29 4 -concentratie (ppm) 39 38 37 36 35 34 33 32 31 196 197 198 199 2 21 Legenda: jaar meetresultaat gemiddelde Uit afbeelding 2 blijkt dat, voor de periode van 1 tot 15, de bladeren uit 13 de minste huidmondjes per mm 2 bevatte. 2p 28 Hoe hoog was, uitgedrukt in ppm, in het jaar 13 de -concentratie in de lucht? Gebruik hiervoor de afbeelding 2 en 3. Geef je antwoord in een geheel getal. In welk jaar in de twintigste eeuw was de gemiddelde -concentratie in de lucht in Hawaii even hoog als in 13 in Nederland. Gebruik hiervoor afbeelding 4. www. - 4 -

Ook in Nederland varieert de -concentratie in de lucht in de loop van het jaar. Dit wordt in afbeelding 5, voor een periode van 3 maanden, weergegeven. Ieder streepje op de X-as staat voor een maand. afbeelding 5 327 -concentratie in de lucht (ppm) 326 verandering van de -concentratie in de lucht in Nederland gedurende 3 opeenvolgende maanden 325 324 323 322 321 32 319 P Q tijd in maanden 1p 29 Verklaar waardoor in het tijdsinterval P Q de -concentratie in de lucht daalt. De leerlingen uit HAVO-5 houden op het einde van het project een PowerPointpresentatie. Ze hebben een zeer speciale foto van een blad ontdekt. Met een scanning-elektronenmicroscoop is een foto gemaakt van het oppervlak van een blad. De leerlingen gebruiken deze foto om het transport van gassen in en uit het blad te verduidelijken. www. - 5 -

In afbeelding 6 zijn drie plaatsen op de opperhuid aangegeven met de nummers 1, 2 of 3. afbeelding 6 onderkant van een blad 2p 3 Via welk van de genummerde delen van een blad vindt de gaswisseling van en O 2 tussen buitenlucht en de intercellulaire ruimten plaats? En via welk deel staat het blad water af dat in de intercellulaire ruimten verdampt is? A beide processen via nummer 1 B beide processen via nummer 2 C beide processen via nummer 3 D gaswisseling door 1 en verdamping van water via 2 E gaswisseling door 2 en verdamping van water via 3 F gaswisseling door 3 en verdamping van water via 1 Uit het onderzoek van Friederike Wagner bleek dat tussen de jaren 1 en 15 het -gehalte schommelde. Door veranderingen in de circulatie van het zeewater in de oceanen werd het zeewater toen gemiddeld warmer. Het oppervlaktewater is de grootste bron van op aarde. De forse schommelingen tussen 1 en 15 na Christus hadden natuurlijke oorzaken. Als het water warmer wordt kan het minder bevatten waardoor het -gehalte in de atmosfeer toeneemt. Dit proces versterkt zichzelf: er is sprake van een positieve terugkoppeling. 2p 31 Leg uit hoe dit positieve terugkoppelingsmechanisme in dit geval werkt. www. - 6 -

Op de laatste dia van hun PowerPoint-presentatie noteerden zij: De hypothese dat het versterkte broeikaseffect mede wordt veroorzaakt door menselijk handelen, wordt ondersteund. (zie afbeelding 7) afbeelding 7 3p 32 Geef, op basis van gegevens van de afbeeldingen 2, 3 en 4, argumenten voor de in afbeelding 7 vermelde conclusie van de leerlingen. Betrek in je argumentatie de procentuele stijgingen van het -gehalte. En werk de berekeningen daarvoor uit. www. - 7 -