Friet en chips Koude verzoeting



Vergelijkbare documenten
Proef Scheikunde Het suikergehalte in Cola en Cola Light bepalen

0,8 = m / = m / 650

Samenvatting Natuurkunde Kracht

De ijzer en zwavelreactie

Het opzetten van je gisting

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie a-KB-2-b

Bijlage VMBO-GL en TL

Practicum Emulsies. Leerdoelen

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)

De kracht van Archimedes

Moleculaire Gastronomie: Gluten

Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren.

TECHNOLOGISCHE OPVOEDING LEERKRACHTENFICHE. Onderwerp : Drijven of zinken. Doelgroep: 1 e gr

1. geschiedenis van de chips. 2. hoe het wordt gemaakt. 3. chips en gezondheid. 4. soorten chips. 5. weetjes en records.

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie a-KB-2-b

Dichtheid. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

De aardappel, van alle markten thuis

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald

Opgave 2 Het volume van een voorwerp geeft aan hoeveel ruimte dit voorwerp inneemt.

Pieperpracticum Inhoudsopgave:

Aardappel. Inleiding. Bewaren. Hoe de aardappel in Europa kwam. Voor arm en rijk

Sensoriek: kinine Bepaling van de drempelwaarde van kinine

En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn?

Massa Volume en Dichtheid. Over Betuwe College 2011 Pagina 1

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

De aardappel: van het veld tot op je bord

Wet van Archimedes. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Een stof heeft altijd stofeigenschappen. Door hier gebruik van te maken, kun je stoffen makkelijk scheiden.

Refractiemeting voedingsmiddelen

1 Grondstoffen Aardappelen Spinazie Appels Samenvatting 15

Cellulomonas knipt! Aantonen van cellulose afbraak door Cellulomonas sp.

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: mengsels 23/5/2015. dr. Brenda Casteleyn

Proef Biologie Osmotische waarde bij verschillende concentraties

11de Vlaams Congres van Leraars Wetenschappen zaterdag 12 november Jacky Hellemans - Koen Paes

Practicum Joule meter Afsluitend practicum elektra voor mavo 3

Moleculaire Gastronomie: Alginaat Kaviaar -Het bereiden en proeven van alginaat gels-

Experimenten KIT. werkboekje. Dokter in de wetenschap: Klas:

2 Concentratie in oplossingen

CHIPS. light versus naturel

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

AAN DE SLAG Arbeid verricht door de wrijvingskracht (thema 1)

Original GEBRUIK TIP BIJ FRITUREN

Dichtheid. banner. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Een glas water uit de ijskast en met ijsklontjes wordt op tafel gezet. De buitenkant wordt nat. Waarom?

De onderwaterwereld Watervlooien: anatomie en voortplanting

Vitamines zitten in kleine hoeveelheden in je eten en drinken. Je hebt het halve alfabet aan vitamines: A, B, C, D, E, K.

Dichtheid.info hoort bij de lesserie Dichtheid praktisch gezien. Alle informatie voor leerlingen is hier te vinden.

Is de pinda een energiebron? Zo ja, hoeveel energie bevat de pinda dan?

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Exact periode 2.1. Q-test. Dichtheid vaste stoffen Dichtheid vloeistoffen; interpoleren

Hoe lees je een voedingse-ket? 12 oktober 2013

Docentenhandleiding 2x15 Daderprofiel DNA kit

landbouw en natuurlijke omgeving verwerking agrarische producten CSPE BB

landbouw en natuurlijke omgeving plantenteelt open teelten CSPE BB

Gisten en wafels... Doe - activiteit Doe - activiteit

Foutenberekeningen. Inhoudsopgave

Onderzoekend leren/leren onderzoeken DBOC,15/03/2011 1

VJTO 2011 ANTWOORDEN FINALE

Waarom zijn bananen krom?

Doefiche: Lassi maken

Briefweger. Notities voor de leerkracht. Wetenschap Gewicht meten Schaalverdelingen kalibreren Wetenschappelijk onderzoek

Uitgewerkte oefeningen

Toets Aardappels/aardappelbereidingen

Weeg je overal hetzelfde?

Rekenen aan reacties (de mol)

Massa (1) Je kunt de massa van deze ingrediënten met een weegschaal bepalen. Het symbool van massa is: m.

Wennen aan het idee dat je de eenheden eerst aanpast aan de nieuwe grootheid. Hier: eerst omrekenen naar gram en liter.

landbouw en natuurlijke omgeving verwerking agrarische producten CSPE KB

aan het water koeler is dan op het land langzamer afkoelt dan aarde

Praktische opdracht Scheikunde Redoxreactie puntenslijper metalen

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media Hoofdstuk 1 Stoffen bladzijde 1

Proeven van een dagje zonder vlees: kikkererwtenballetjes

1. Belang Hygiënecode

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen

Definitie. In deze workshop kijken we naar 3 begrippen. Massa, Volume en Mol. Laten we eerst eens kijken wat deze begrippen nu precies inhouden.

De diverse somsoorten bij Fysica

Docentenhandleiding Koop je wat je denkt.

Er zijn 3 soorten hefbomen. Alles hangt af van de positie van het steunpunt, de last en de inspanning ten opzichte van elkaar.

Hoofdstuk 2. Scheidingsmethoden. J.A.W. Faes (2019)

De Kimpe-Cool N.V. Productspecificatie wortelen. 6 Productspecificaties

Drijven en zinken. Eerst gaan we het drijfvermogen testen van een paar voorwerpen:

Docentenhandleiding 6x5 Daderprofiel DNA kit

Eet smakelijk René de Groot

Het ontbijt is de belangrijkste maaltijd van de dag. Het is de brandstof om je motor op te starten aan het begin van een nieuwe dag!

Naam: Klas: REPETITIE DRIJVEN EN ZINKEN 2 HAVO Naast dit opgavenblad moet ook een tabel met dichtheden worden verstrekt.

De diverse somsoorten bij Fysica

Lekker vers. smaakt. het langst.

Colorimetrische bepaling van het kopergehalte van euromunten experiment 5+

Proef Natuurkunde Massa en zwaartekracht; veerconstante

ZETMEELFOLIE. 1. Onderzoeksvraag Hoe kunnen we met aardappelzetmeel folie maken?

Beste KOOK-OOK klant,

Productinformatie: Groenten (1) Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Hoe kun je groenten in menu's gebruiken? Wat zijn groenten?

Datum Voorzitter Secretaris Klusser

Bronnen. Meer info. Naam: Co-wetenschapp(st)er: Klas:

Schematisch en natuurgetrouw

Voeding. Bevroren voedsel Pas op met wortelen en bieten. Bewaar ze vorstvrij want. Jonge paarden en krachtvoer

Pak voor de activiteit Hoe eten astronauten? de foto van de etende astronaut uit de bijlage.

1e klas. BiNaSch slootwateronderzoek. Deze reader is van: Scala Rietvelden Vakgroepen natuurkunde, scheikunde en biologie 1e klas. Klas:.

Proefresultaten zoete aardappel 2016

vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs

Transcriptie:

Inleiding Waarschijnlijk zijn er maar weinig mensen die te donker gebakken friet of chips lekker vinden. Deze kleur is een gevolg van de aanwezigheid van teveel suikers. Naarmate meer zetmeel in de aardappel wordt omgezet in reducerende suikers (glucose, fructose en sacharose), wordt de kleur van de friet of chips donkerder tijdens het frituren. Maar hoeveel van deze suikers, bijvoorbeeld glucose, zitten er nu eigenlijk in een aardappel die koud of warm bewaard is? Dat is wat je met dit experiment gaat onderzoeken. Doel Het bepalen van de hoeveelheid glucose in aardappelen met een verschillende bewaarachtergrond. Theorie De aardappel De aardappel (Solanum tuberosum) vindt haar oorsprong in Zuid Amerika, rond het Titicameer, bij de grens tussen Bolivia en Peru. Tegen het eind van de 16e eeuw zijn aardappels in Nederland geïntroduceerd. Eerst werden zij alleen verbouwd in botanische tuinen; in de 17e eeuw werd de waarde als westers voedselgewas erkend en begon de aardappelteelt zich te ontwikkelen. Hierna zorgden (plagen van) aardappelziektes voor een snelle ontwikkeling van nieuwe rassen, onderzoek en onderwijs. De aardappel bestaat voor het grootste gedeelte uit zetmeel, water, enkele andere koolhydraten en een kleine hoeveelheid vitaminen en mineralen. De aardappelteelt Aardappels worden in de herfst gerooid. Hierna wordt het land bemest en omgeploegd om het klaar te maken voor alweer de volgende oogst. In de winter gebeurt er weinig: het land rust en grote kluiten worden kleinere brokjes door bevriezing. In maart worden pootaardappels bezorgd en deze worden ongeveer in april gepoot. Eerst moet daarvoor de grond verder los gemaakt worden (met een cultivator), de grond wordt nogmaals bemest en dan (met een pootmachine) worden de pootaardappelen in rijen op de grond gelegd en toegedekt met een laagje losse aarde. De rijen worden in mei opgehoogd, zodat er voldoende ruimte is voor de aardappel om te groeien; in de zomer groeit de aardappel immers flink. Valt er dan te veel regen dan kan de boer niet zo veel doen, is het te droog dan zal de boer gaan beregenen. In september worden de aardappelen eindelijk

geoogst en opgeslagen. Dit gebeurt meestal in schuren, onder gecontroleerde omstandigheden. Vanuit hun opslagplaats gaan de aardappelen naar de aardappelverwerkende industrie of de aardappelhandel. Aardappelkwaliteit De weg van aardappeloogst tot het consumeren van aardappels of aardappelproducten is er één waarbij door vele factoren veranderingen in de chemische samenstelling op kunnen treden. Hierdoor ontstaan ook veranderingen in de voedingswaarde van deze producten. Kortom: de kwaliteit wordt beïnvloed. Op deze route spelen twee factoren een belangrijke rol: de aardappelopslag en de keuken. Wat dit laatste betreft, met name het koken beïnvloedt de fysische eigenschappen en chemische samenstelling van groenten, en dus ook van aardappelen of aardappelproducten. Het experiment dat hier besproken wordt, richt zich echter alleen op de opslag van aardappelen. Dit gebeurt vaak bij de boer zelf, die daardoor het tijdstip van verkoop van de aardappelen kan sturen. Maar natuurlijk is er langere opslag, want de aardappels worden niet in alle gevallen direct verwerkt. Dit is vooral het geval bij tafelaardappels: de gekookte aardappels. Opslag en koude verzoeting Opslag kan op drie manieren chemische veranderingen bij de aardappel teweegbrengen: via de begintoestand van de aardappel, via de duur van de opslag en via de duur van de condities gedurende de opslag. Hierdoor kunnen het gewicht van aardappels en kwaliteitseigenschappen als smaak, verschijning, textuur en chemische samenstelling beïnvloed worden. Eén van de vereisten die gesteld wordt aan aardappels die bestemd zijn voor verwerking, is dat zij een lage concentratie aan suikers hebben gedurende een langdurige opslag. Voor het minimaliseren van de kans op ziekten of het verschijnen van uitlopers is een lage bewaartemperatuur noodzakelijk. Dit kan echter tot consequentie hebben dat in de aardappel de concentratie aan reducerende suikers toeneemt. Dit verschijnsel wordt koude verzoeting genoemd. Dit heeft tot gevolg dat wanneer aardappels verhit worden, zij donker kleuren. De ideale bewaartemperatuur hangt onder andere af van het type product waartoe aardappels verwerkt worden. Mocht tijdig bekend zijn dat aardappels te lijden hebben onder een te lage temperatuur, dan is het soms mogelijk om de toename van de suikers te stoppen en weer af te laten nemen door met de temperatuur te spelen voorafgaand aan verwerking. Bepaling van de hoeveelheid zetmeel De twee belangrijkste componenten van aardappels zijn zetmeel en water. Zetmeel maakt het grootste deel uit van de droge stof (niet water) in de aardappel. Gezien het belang van de hoeveelheid zetmeel voor de kwaliteit, is het voor zowel boer als frietfabriek interessant om dit te kunnen meten. 2

In de praktijk wordt dit gedaan door het zogenaamde onderwatergewicht te bepalen: een maat voor het droge stofgehalte en dus tevens een indicatie voor het zetmeelgehalte. Deze bepaling is gebaseerd op de Wet van Archimedes: een voorwerp ondergedompeld in een vloeistof of een gas wordt schijnbaar lichter. De schijnbare gewichtsvermindering is gelijk aan het gewicht van de vloeistof die door het voorwerp wordt verdrongen. Archimedes (Grieks wis en natuurkundige uit 287 v.c.) heeft dit zelf in bad liggend ontdekt. Dit verklaart ook waarom mensen blijven drijven op het zoute water van de Rode Zee: de soortelijke dichtheid van mensen is lager dan die van het zoute water. Het onderwatergewicht van aardappels nu is het gewicht van 5 kg gewassen en gedroogde aardappels onder water. Dit kun je meten door op een balans aan een van de armen 5 kg aardappels in een maatbeker water te laten en te kijken hoeveel gewicht op de andere arm moet (in eenzelfde maatbeker) om de balans in evenwicht te houden. Een praktijkvoorbeeld. Om aardappels met een onderwatergewicht van minder dan 285g/5kg te selecteren, wil je een zoutoplossing waarbij deze aardappels blijven drijven. Het gaat dan om aardappels met een soortelijk gewicht van minder dan ongeveer 1.06g/ml. Je hebt nu een zoutoplossing nodig met een soortelijke dichtheid van 1.06g/ml, vergelijkbaar met 1 kg zout op 11,1 l. Wat blijft drijven heeft een onderwatergewicht lager dan 285g/5kg. Voor frietverwerking is een onderwatergewicht tussen 380 en 420g/5 kg aardappels ideaal. Voor chips is dit minimaal 400g/5 kg aardappels. Is het onderwatergewicht te laag dan zijn de frieten te nat of te week en absorberen ze te veel olie; is het te hoog dan wordt de friet te hard en te droog. Maar hoe kun je ook een indicatie van het zetmeelgehalte krijgen? Door eenvoudigweg het soortelijk gewicht en de soortelijke dichtheid te bepalen. 1. Soortelijk gewicht Elk voorwerp heeft zijn eigen soortelijk gewicht. Het soortelijk gewicht is de massa (gram) gedeeld door volume (liter). Water heeft altijd een soortelijk gewicht van 1000 g/l. De aanwezigheid van zetmeel en de schil leidt ertoe dat een aardappel dan ook altijd een soortelijk gewicht hoger dan 1000 g/l zou moeten hebben. En hoe meer zetmeel, hoe hoger het soortelijk gewicht. 2. Soortelijke dichtheid Aardappels met een te laag onderwatergewicht zijn niet bepaald geschikt om lekkere friet van te maken. In een zoutwaterbad blijven de aardappels met een lagere soortelijke dichtheid dan die van het zoute water drijven, de drijvers. Bepaling van het suikergehalte Verschillende onderzoeken in bijvoorbeeld Amerika en Nederland hebben aangetoond dat een aardappel die gedurende dezelfde periode koeler wordt bewaard dan een andere aardappel van dezelfde variëteit, een toegenomen concentratie aan sucrose, fructose en 3

glucose heeft. Dit geldt in meer of mindere mate voor alle variëteiten. De vorming van deze suikers gaat ten koste van het zetmeelgehalte. De concentratie aan suikers kan nauwkeurig maar ingewikkeld gemeten worden: met de HPLC methode (high pressure liquid chromatography), een methode waarbij chromotografie toegepast wordt. In dit experiment echter krijg je op simpeler manier een indicatie van de hoeveelheid glucose in aardappels. En wel op de manier waarmee bijvoorbeeld ook de hoeveelheid glucose in urine gemeten kan worden. Door het waarnemen van een kleuromslag op een indicatorstrookje, wordt een traject van waarden aangegeven waarbinnen de hoeveelheid glucose in de 'proef' aardappel valt. Uitvoering Materialen - Smalle maatbeker van 2 liter - Koud kraanwater - Aardappelschilmesje - Weegschaal - Rekenmachine voor uitrekenen soortelijk gewicht - Drie maatbekers van 2 liter met een NaCl (zout) oplossing van 100, 125 resp. 150 g NaCl/ 100 g water - Lichtmicroscoop - Objectglaasjes - Scheermesjes - Kaliumjodide oplossing met pipet - Aardappels van verschillende bewaartijden, eventueel van diverse rassen Veiligheid Dit experiment dient altijd uitgevoerd te worden onder begeleiding van een docent of toa. Wageningen University aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit uit het verrichten van dit experiment buiten de campus van Wageningen University. Beschrijving 1. Je bepaalt het soortelijk gewicht en noteert je resultaten in Tabel 1. 2. Vul de maatcilinder ongeveer halfvol met water. Noteer dit aantal ml water. 3. Kies een aardappel die gemakkelijk in de maatcilinderbeker past. Je kan de aardappel kleiner maken om hem te laten passen; dit heeft hier nauwelijks gevolgen. Liever niet natuurlijk. Weeg nu de aardappel, noteer het gewicht. Zowel de aardappel als de weegschaal moet daarvoor droog zijn. Met de tarra knop op de weegschaal, weegt de weegschaal vanaf 0 g. 4

4. Laat de aardappel in de maatbeker naar beneden zakken. Wanneer hij onder water is meet en noteer je opnieuw de waterstand. Laat geen water uit de maatbeker spatten. 5. Bereken tot slot het soortelijk gewicht (s.g.) en noteer deze ook in Tabel 1. S.g.= massa aardappel (g) / volumeverschil in maatbeker (l). 6. Om de soortelijke dichtheid te bepalen doe je de aardappels één voor één in de maatbekers met verschillende NaCl concentraties. 7. Noteer in Tabel 2 bij welke van de concentraties jouw aardappel blijft drijven, zinkt of blijft zweven. 8. Om het glucosegehalte te bepalen, druk je met een indicatorstrookje op het nog vochtige snijvlak van de aardappel. 9. Op het buisje van de indicatorstrookjes kun je per indicatorkleur aflezen hoeveel glucose ongeveer in het wondvocht van de aardappel zit. De resultaten vermeld je in Tabel 3. 10. Nu ga je op celniveau kijken naar de hoeveelheid zetmeel en bekijk je onder de lichtmicroscoop de zetmeelkorrels. 11. Je snijdt eerst met een scheermesje een dunne coupe van de aardappel en je legt dit op een objectglaasje 12. Je druppelt met pipet een beetje kaliumjodide op deze coupe. Dit bindt aan zetmeel; zetmeel kleurt dan blauw. 13. Het objectglaasje leg je onder de lichtmicroscoop. Wanneer je met de kleinste vergroting de microscoop scherp stelt, dan zie je de korrels al helder. Let op: zorg ervoor dat de lens de vochtige aardappelcoupe niet raakt! 14. Zie je verschillen tussen aardappels die warm en koud bewaard zijn? 15. Vermeld je resultaten op het schoolbord zodat de resultaten van jouw groepsgenoten klassikaal besproken kunnen worden. 5

Resultaten Soort aardappel Massa aardappel (g) Eerste meting volume (l) Tweede meting volume (l) Soortelijk Gewicht Tabel 1. Berekening van het soortelijk gewicht Soort aardappel... bij... g NaCl/ 100 g water*... bij... g NaCl/ 100 g water*... bij... g NaCl/ 100 g water* Tabel 2. Indicatie van de soortelijke dichtheid * Vul hier zinkt, zweeft of drijft in en vervolgens de concentratie van het zoute water. Zorg ervoor dat binnen jouw groep dezelfde eenheid gebruikt wordt. Soort aardappel Traject bij eenheid:... Traject bij eenheid:... Tabel 3. Indicatie van het glucosegehalte Zorg ervoor dat binnen de groep voor alle metingen dezelfde vorm van antwoorden gebruikt wordt. 6

Vragen 1. Wat vind je van de betrouwbaarheid van het experiment? 2. Op welke punten zou je deze kunnen verbeteren? 3. Komen uit je resultaten de gevolgen van koude verzoeting voor het zetmeel en glucosegehalte naar voren? En zo niet, hoe kan dat verklaard worden? 4. Welke voor en nadelen zijn verbonden aan koude verzoeting? De volgende vraag is van toepassing wanneer je ook het andere Friet en chips (Bakkwaliteit van aardappels) experiment hebt uitgevoerd: 5. Je hebt nu, als het goed is, gezien wat koude verzoeting inhoudt en in combinatie met het experiment Bakkwaliteit van aardappels heb je een idee gekregen van de gevolgen van koude verzoeting. In hoeverre zijn deze resultaten nu werkelijk te verklaren door een oorzakelijk verband: wat zou een betere proefopzet kunnen zijn? Oriëntatie op vervolgonderwijs Het onderwerp van dit experiment kom je ook tegen in de volgende opleidingen van Wageningen University: Agrotechnologie Bedrijfs en Consumentenwetenschappen Levensmiddelentechnologie Plantenwetenschappen Voeding en Gezondheid Kijk voor meer informatie op www.wageningenuniversity.nl/bsc. 7