1 Snoeien doet groeien Beknopte snoeiinstructie door Leo van Mierlo voor Boomgaard De Steenen Camer, januari 2015 Botanische termen De STAM is de hoofdstengel van een boom. Een SCHEUT (of LOOT) is een nog niet verhoute stengel die maximaal één groeiseizoen oud is. Een TWIJG is een éénjarige oude scheut. Een TAK is een minimaal één jaar oude scheut. Het GESTEL (of FRAME) is het geraamte van hoofdtakken van een boom (of struik).
2 Een bladknop is een (platte) knop die stengel met bladeren voortbrengt. (zie A en B) Een bloemknop is een (iets bollere) knop waaruit zich een bloem ontwikkelt en komen voor bij steenvruchten. Een gemengde knop is een knop waaruit een blad en een bloem komt en komt voor bij pitvruchten. (zie A) Een eindknop is de laatste knop aan het uiteinde van een scheut die na uitlopen voor de verlenging zorgt. Een slapende knop is een knop die niet is uitgekomen en voorkomt op minstens 2-jarig hout en door sterke snoei plotseling tot ontwikkeling komt en ze vormen dan vaak waterloten. Deze scheuten kunnen in de zomer en in de winter worden gesnoeid. vruchttwijg met blad en gemengde knoppen B= houttwijg met bladknoppen
3 Een vruchttakje met bloemknop. (zie c1) Een spoortje is een kort orgaan, ontstaan uit een bladknop, scherp en puntig. Groeit meestal uit tot een bloemknop, dus niet wegsnoeien. Komt zowel voor bij appel als peer.(zie c3) De beurs is een dik, kort vlezig orgaan, waaraan de vrucht heeft gezeten. Het heeft de gunstige eigenschap korte twijgjes en/of spoortjes voort te brengen, waaraan later weer bloem en vrucht kunnen ontstaan. Komt voor bij appel en peer, dus niet mee afplukken.(c2) Langlot is een twijg waarvan de afstand tussen de bladknoppen groot zijn en met name bij fruitbomen komen hieraan weinig tot geen bloemen en vruchten. Kortlot is een stengeldeel waarbij de afstand tussen de knoppen klein is waardoor met name bij fruitbomen veel bloemen en vruchten komen en die dus niet worden gesnoeid.
4 Snoeien Met snoeien willen we bereiken: - Een min of meer natuurlijke vorm van de fruitboom - Die tevens een redelijke (of aantrekkelijke) opbrengst heeft Snoeivormen - Struikvorm - Boomvorm : halfstam, hoogstam en spil - Leivorm : palmet, waaier, snoer en vrije vorm Het snoeien van pitvruchten kan in drie fasen worden omschreven - Vormsnoei - Kweken van vruchthout op de gesteltakken - Onderhoudssnoei Pitvruchten is een benaming voor fruitbomen met vruchten waarbij het zaad (pitten) in een klokhuis zit, zoals bij appels en peren. De snoeitijd is van November tot Maart Steenvruchten zijn die fruitbomen met vruchten waarvan het binnenste gedeelte, dat het zaad (pit) omgeeft, houtachtig / steenachtig is, zoals bij pruimen, kersen, perziken, abrikozen. De snoeitijd is na de vruchtdracht (oogst).
5
6 Gebruik van snoeigereedschap Zoals afbeelding A laat zien moet het snijvlak van de snoei- of takkenschaar zo dicht mogelijk tegen de stam aanliggen, zodat de wond glad in het verlengde van de stam komt. Deze wond zal door het nieuw te vormen cambium volledig overgroeien. Afbeelding B laat zien hoe te handelen als een zijtak verwijderd moet worden. Aan de rechterkant de verkeerde werkwijze: de tak afzagen bij D (met kans op afscheuren van de bast ) en later het stompje bij E afzagen (kapstokje). De linkerkant laat de goede werkwijze zien: eerst bij A onderin de tak inzagen, vervolgens bij B de tak afzagen en daarna bij C het overgebleven stompje afzagen. Het snoeien van twijgen: a. De wond is te groot, hout sterft en geeft kans op infectie b. De wond is goed maar de afstand tot oog is te groot c. De wond is te laag en het oog komt moeilijk tot ontwikkeling, twijg sterft af d. De twijg is goed gesnoeid e. Niet juist gesnoeide twijg, kapstok
Snoeigereedschap 7
8
9 Faktoren die invloed hebben op de groei. Voor een goed begrip van de snoei moet men voldoende weten over de groei van de bomen. Het ontstaan van de vertakkingen ( scheuten twijgen takken) en de groeisnelheid van een zijtak verloopt volgens wetmatigheden: Gelijkgeplaatste zijtakken groeien even hard. ( 1 ) De steilst ingeplante tak groeit het hardst. ( 2 ) De hoogst staande zijtak groeit het hardst. ( 3 ) De dikste tak, bij gelijkgeplaatste zijtakken, groeit het hardst. ( 4 ) De dichtst bij de harttak staande tak groeit het hardst. ( 5 ) Hieruit leiden we af dat, naarmate een zijtak hoger staat, steiler is ingeplant, dikker is en dichter bij de harttak staat, deze sneller zal groeien.
10 Bij een horizontale zijtak zal de lengte van de scheuten toenemen naarmate een scheut korter bij de harttak ontstaat. Buigt een zijtak aan de top verder door, dan zal op het hoogste punt de scheutvorming het sterkst zijn. Buigt de zijtak geheel door, dan ontstaat er uit de slapende knoppen aan de basis een nieuwe scheut. Kortlot met daarop (gemengde) bloemknoppen ontstaat op de plaatsen waar de groei geringer is.
11 Reactie op het snoeien van individuele scheut, twijg of tak. Door een scheut, twijg of tak korter te maken, worden de (zij)knoppen die het hoogst zitten geactiveerd en zullen gaan uitlopen. De lengte die de nieuwe scheuten krijgen, hangt af van de plaats waar wordt gesnoeid. Ook hier zijn een aantal wetmatigheden te zien. - Hoe meer een twijg wordt ingekort, hoe krachtiger de scheut is die de tak voortzet. Dit gaat niet meer op wanneer een twijg zover wordt teruggesnoeid, dat de verlengenissen moeten ontstaan uit de slapende knoppen van de twijgbasis. - De totale lengte van de tak plus de verlengenis blijft na nauwelijks of niet insnoeien vrijwel gelijk. Na diep inknippen wordt de totale lengte kleiner. ( Sterke snoei remt de groei dus af.) - De totale scheutgroei inclusief de zijscheuten blijft min of meer constant zolang er niet meer dan 2/3 van de twijg wordt verwijderd. Wordt meer weggesnoeid, dan wordt de totale lengte minder. - Het aantal langloten, maar vooral het aantal kortloten neemt af naarmate verder wordt ingekort. - Naarmate een twijg dieper wordt ingekort vormen de nieuwe scheuten minder vruchtknoppen. Diep en krachtig inkorten van twijgen zal over het algemeen tot gevolg hebben dat er meer en langere scheuten ontstaan en nadelig is voor de vruchtdracht. Het is echter voor een goede vormingssnoei van hoogstammen veelal onontbeerlijk. Om de genoemde reacties goed te kunnen begrijpen, is het verstandig om na het snoeien van bomen de reacties hierop te volgen.