BRUSSELS MELDPUNT OUDERENMIS(BE)HANDELING JAARVERSLAG 2010



Vergelijkbare documenten
BRUSSELS MELDPUNT OUDERENMIS(BE)HANDELING

BRUSSELS MELDPUNT OUDERENMIS(BE)HANDELING JAARVERSLAG

BRUSSELS MELDPUNT OUDERENMIS(BE)HANDELING JAARVERSLAG Groot Eiland Brussel 02/

Ouderenmis(be)handeling. Zwijgen biedt geen uitkomst

Ouderenmis(be)handeling. Je ziet het pas als je het gelooft.

CONVENANT BETREFFENDE EEN GEZAMENLIJKE AANPAK VAN OUDERENMIS(BE)HANDELING VOOR HET VLAAMSE GEWEST, DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE PROVINCIES

Persmededeling. Eén centraal meldpunt voor geweld en misbruik

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

Procedure seksueel grensoverschrijdend gedrag

Ouderenmishandeling Workshop 15 oktober 2015

REACTIEPLAN LOKAAL NIVEAU. groen geel rood zwart Inschatten mate van ernst bij vermoeden, onthulling of vaststelling

Doorbreek het taboe Els Messelis Hogere Leergangen voor Fiscale en Sociale Wetenschappen -HuBrussel 18 december Els Messelis

De werking van het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling Oost- Vlaanderen. Kristel Bovijn

Ouderenmishandeling. Maartje Willems Verpleegkundig consulent geriatrie

Meldcode Huiselijk Geweld en Mishandeling

Protocol Ongewenste Omgangsvormen

3. Inspraak - Participatie aan het beleid

Resultaten De te bereiken resultaten m.b.t. de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 kunnen als volgt worden omschreven:

Welzijn Ouderen. Ouderenmishandeling. Maatschappelijke dienstverlening AMSTERDAM-NOORD

DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID

Functie en taakomschrijving Vertrouwenspersoon

VERTROUWENSPERSOON. z.v.v. Blauw Wit 66

Volleybalvereniging Woudenberg. Functie- en taakomschrijving vertrouwenspersoon. Beleid vertrouwenspersoon Volleybalvereniging Woudenberg

Ouderen. Vrijwilligers en studenten tegen ouderenmishandeling. Stichting

Themaconferentie kwetsbare ouderen Richtlijn ouderenmishandeling

Verschijnt driemaandelijks JAARGANG 12 NUMMER 41 mei Verantw. uitgever : Dr. Conings Johan, p/a O.C.M.W.-Gasthuisstraat Lanaken

Functie en taakomschrijving vertrouwenspersoon

Agressieprotocol«1» 1. Vooraf

Wie werken bij VTT? Maatschappelijk werkers(loketfunctie/onderzoeker) Crisisteam( 24/7) Vertrouwensartsen(24/7) Gedragswetenschappers

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Sonja Becq, mevrouw Ingrid van Kessel, de heer Bart De Smet en mevrouw Ilse Van Eetvelde

Kinderen, ouderen en het huisverbod

Engagementsverbintenis. Gezondheidszorg in eerste lijn en thuisvervangende milieus Het Leven Helpen vzw Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-Oost-Vlaanderen

Protocol machtsmisbruik / meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Hulp bij huiselijk geweld

Inleiding. De makers van dit boekje : Marc de Kleijn, Dennis Kramer, Darius Kuiper, Iris Brinkhuis, Keanu Lawalata, Aron Hofman.

De Zelfmoordlijn in cijfers 2012

Risicotaxatie-instrument voor ouderenmis(be)handeling 14 juni 2013

Grensoverschrijdend gedrag

KLACHTENREGELING BERG EN BOSCHSCHOOL

Kwaliteitshandboek 4.6. Procedures Het detecteren en gepast reageren op misbruik en geweld ten aanzien van gebruikers

WAT IS OUDERENMIS(BE)HANDELING?

Functie en taakomschrijving vertrouwenspersoon VEILIG SPORTKLIMAAT

Protocol 2: het vermoeden van seksuele intimidatie tussen kinderen onderling in de schoolsituatie.

Screening van oudermishandeling; wat betekent dit voor de zorgverlener en voor de samenwerking in de keten?

De patiënt nu en in de toekomst verwachtingen van patiënten tav verpleegkundigen

ZORGNETWERKEN & PROACTIEF HANDELEN

Visietekst PRAGT Perinataal Regionaal Ambulant GezinsTraject

alle campagnefoto s Maak het mee : Paul Delaet provincie Limburg Universiteitslaan 1 B-3500 HASSELT limburg.be

Ouderenmishandeling en de rol van de SPV in de ouderenzorg

Vlaams meldpunt ouderenmis(be)handeling Vlaanderen/Brussel

OUDERENMIS(BE)HANDELING IN DE FAMILIALE SFEER (SYNTHESE)

Klachtenregeling Stedelijk Dalton Lyceum Inleiding. 1 Mondelinge klachten. 2 schriftelijke klachten. 2.1 Interne afhandeling op locatieniveau

EEN SOCIALE KAART, WAT BETEKENT DIT?

Samenvatting, informatie en verwijzingen

Vacature coördinator Rungproject

Directe Hulp bij Huiselijk. U staat er niet alleen voor!

Goedgekeurd : Auteur : Joyce De Leeuw Iris Van Steenwinckel

Klachtenregeling. Deel. Van Beleid Klachten bij Scholengroep LeerTij

Protocol Ongewenste Omgangsvormen. Van. De Banketgroep. en haar dochtervennootschappen

De te bereiken resultaten m.b.t. de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 kunnen als volgt worden omschreven:

Molenstraat HP Steenwijk Tel/fax Protocol voor opvang bij ernstige incidenten. Sint Clemensschool

Seksueel grensoverschrijdend gedrag in je sporthal

Ouderenmishandeling. Adriaan van Es, huisarts IFHHRO secr

Meldcode Excellent Leven Stappenplan Ouderenmishandeling, Huiselijk geweld, Kindermishandeling

Ouderenmishandeling

Ouderen in veilige handen. voor Lize. 17 maart 2013 Yvonne Heygele

Meldcode bij een vermoeden van kindermishandeling

Protocol grensoverschrijdend gedrag en instellingsbesluit vertrouwenscommissie

VRAGEN NR Haarlem, 6 december Onderwerp: Vragen van P.J. Bruystens (ONH-VSP)

Ouderenmishandeling. Relatie slachtoffer pleger

Rol van een Aanspreekpersoon Integriteit (API) voor sportclubs

Decreet opvoedingsondersteuning in relatie tot de IJH. Benedikte Van den Bruel Veerle Roels

PEDOFIELE DADEN KIES JE WEL

Opgesteld nov 2013 maart Vertrouwenspersoon Binnen de LKO

Iedereen die sport moet dit kunnen doen in een veilige omgeving.

Protocol Grensoverschrijdend Gedrag

Naar een organisatie van de Preventieve Gezinsondersteuning in Gent krijtlijnen voor de realisatie van de Huizen van het Kind

Vlaams Ondersteuningscentrum Ouderenmis(be)handeling Vlaanderen. JAARVERSLAG Januari December 2012

Reglement en gedragscode vrijwilligers paardrijden Versie 2; 14 oktober 2013

FUNCTIEBESCHRIJVING REFERENTIEPERSOON DEMENTIE FUNCTIE

API AANSPREEKPERSOON INTEGRITEIT (API)

Het afhandelen van klachten van gebruikers

Evaluatie Meldpunt Zorg en Welzijn 2016 Stichting Samen Onbeperkt

nr. 470 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 8 maart 2017 aan JO VANDEURZEN Meldpunt Oproepen 2016

DIENST VOOR GEZINSZORG EN AANVULLENDE THUISHULP : KRAAMZORG

Bondenberaad Groot Goes, 16 september 2013

Beleid ongewenste omgangsvormen VMCA (versie 16 december 2011 Sociaal Beleidsplan, hoofdstuk t/m 14.17)

Cliëntenraad Woonzorgcentrum Veldspaat

Reglement ongewenst gedrag Hogeschool Viaa

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

SAMENWERKINGSAKKOORD GENT

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor de besturen en scholen die vallen onder het SWV primair onderwijs

ER OVER PRATEN HELPT ECHT

Historiek en vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg

Prestatieplan 2015 Welzijn Lisse

Ouderenmishandeling De rol van de gemeente

Rotterdamse Meldcode. huiselijk geweld en kindermishandeling

Profiel Ombudspersoon (man/vrouw) / Vertrouwenspersoon

Jeugd gezond heids zorg jaar

Wat is het CAW? Iedereen heeft het wel eens moeilijk. Ook voor jongeren. Het CAW versterkt welzijn. Daarvoor is het CAW er

Transcriptie:

BRUSSELS MELDPUNT OUDERENMIS(BE)HANDELING JAARVERSLAG 2010 Lakensestraat 76 bus 1 1000 Brussel 02/511 91 20 brusselomb@misc.irisnet.be www.home-info.be

VOORWOORD Het Brussels Meldpunt Ouderenmis(be)handeling heeft een 2de werkjaar achter de rug. In 2010 werden 157 oproepen geregistreerd. Dit is een stijging van 40% in vergelijking met 2009 waar er 112 oproepen waren. Het is met gemengde gevoelens dat we deze stijging bekijken. Enerzijds is het positief dat men de weg vindt naar het Meldpunt en is het goed dat er een grotere meldingsbereidheid en alertheid is voor de problematiek. Maar anderzijds illustreert deze toename dat de problematiek van ouderenmis(be)handeling wel degelijk bestaat. Het is confronterend dat het maatschappelijke beeld waarbij de familie liefdevol de zorg voor de oudere op zich neemt, niet helemaal correct is. Cijfergegevens uit dit jaarverslag tonen immers aan dat de plegers van ouderenmis(be)handeling vooral degene zijn die dicht bij de oudere staan, zoals partners, kinderen of een ander familielid. Deze nauwe band maakt het voor de oudere bijzonder moeilijk om met het probleem naar buiten te komen. Vaak wil het slachtoffer de dader ondanks alles beschermen. Dit zijn belangrijke indicatoren die het taboe omtrent ouderenmis(be)handeling in stand houden. Binnen het Meldpunt zal het doorbreken van het taboe een belangrijk actiepunt blijven in de toekomst. De sensibilisering/preventie via promotie/voordrachten/informatiesessies naar senioren, mantelzorgers, hulpverleners wordt verder gezet met een extra focus op het herkennen van signalen/tekens van ouderenmis(be)handeling. Immers een eerste stap in de aanpak van ouderenmis(be)handeling is het opvangen, herkennen van signalen/tekens die het probleem zichtbaar maken. Het voorbije jaar hebben we nogmaals ervaren dat de problematiek van ouderenmis(be)handeling complex is. Vaak gaat het over multi-probleemsituaties waarvoor geen standaardoplossingen zijn. Doordat men te lang wacht met het ageren bij een situatie van mishandeling is er gevaar dat de situatie meer en meer escaleert en er nog weinig ruimte is voor een probleemoplossing. Iedere situatie vraagt aldus een eigen aanpak/oplossing. Om kwaliteitsvolle hulpverlening aan te bieden is het noodzakelijk te werken met specifieke methodieken en kennis/kunde vanwege de hulpverleners. Cijfergegevens van het afgelopen jaar tonen ook aan dat er vooral nood is om te kunnen praten over het probleem. De oproeper heeft vaak nood aan het ventileren van gevoelens, en emoties. In vergelijking met vorig jaar is het aantal oproepen rond ventileren/luisteren verdrievoudigd. Ook wordt het probleem van ouderenmis(be)handeling vaak onderschat. Dit zowel door de naasten als door hulpverleners. Zelfs als er signalen of tekens van ouderenmis(be)handeling herkend worden is men bang om erover te spreken. Door de intensiteit en de complexiteit van de problematiek voelt men zich onmachtig om tussen te komen en verkiest men te zwijgen. Ouderenmis(be)handeling speelt zich binnenskamers af maar moet gesitueerd worden in de maatschappelijke context met een groeiend aantal ouderen. Dit is niet alleen zo in ons land maar ook in de ons omringende landen. Naarmate men ouder wordt, neemt de kans toe dat men afhankelijk en kwetsbaar wordt. Deze ontwikkelingen kunnen ouderenmis(be)handeling in de hand werken. Dat men op Europees niveau de ernst ervan heeft ingezien en de problematiek van ouderenmis(be)handeling op de politieke agenda geplaatst heeft is een belangrijke positieve evolutie. Het Europees Platform AGE heeft, in een eerste stap om geweld tav ouderen in te perken, een charter met de rechten en verantwoordelijkheden van zorgbehoevende ouderen uitgebracht. Geweld, agressie, intimidatie, pesterijen ten aanzien van ouderen, mag men niet aanvaarden, mag niet onderschat worden en mag in geen geval verborgen worden voor de buitenwereld. Voor het Meldpunt is dit de uitdaging waaraan wij in de toekomst willen verder werken. Jaklien Vandermeulen 2

INHOUDSTAFEL 1. Interne Structuur 4 1.1. Inbedding binnen Home-info 4 1.2. Bereikbaarheid 4 2. Betoelaging 4 3. Wat is ouderenmis(be)handeling 5 4. Vormen van ouderenmis(be)handeling 5 5. Doelstelling Meldpunt 5 6. Doelgroep 6 7. Methodiek 6 7.1. Luisterend oor / aanspreekpunt 6 7.2. Analyse van vraag/melding 7 7.3. Diagnosestelling en probleemoplossing 7 8. Samenwerkingsverbanden 8 8.1. Binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 8 8.2. Binnen Vlaanderen 8 8.3. Op Federaal niveau 8 9. Sensibiliseren en preventie 9 10. Statistische gegevens 10 10.1. Registratie en analyse van alle oproepen 10 10.2. Analyse van de meldingen waarvan een dossier geopend werd 14 Bijlage 1 Samenstelling Stuurgroep 22 3

Brussels Meldpunt Ouderenmis(be)handeling 2010 Sinds 26 januari 2009 ging het Brussels Meldpunt Ouderenmis(be)handeling van start. Dit jaarverslag geeft een overzicht van de algemene werking van het Meldpunt in 2010, het aantal meldingen en de analyse van deze meldingen 1. Interne structuur 1.1. Inbedding binnen Home-Info Het Meldpunt Ouderenmis(be)handeling is ingebed binnen de organisatie Home-Info. Home-Info is jarenlang een gevestigde waarde binnen de Brusselse residentiële ouderenzorg. De inbedding van het Meldpunt binnen vzw Home-Info veronderstelt een bijkomende profilering naar ouderen in de thuiszorg. Deze profilering is mogelijk omdat er een aantal inhoudelijke en formele raakpunten zijn tussen beide werkingen. Zo doet Home-Info aan informatieverstrekking, adviesverlening en verdere doorverwijzing. Ook laat de organisatie zich in met klachtenopvang en kent ze een preventieve werking. Formeel gezien staan laagdrempeligheid en een neutrale, onafhankelijke dienstverlening centraal. Hierdoor wordt de expertise van Home-Info maximaal benut en doorgegeven. 1.2. Bereikbaarheid Het Meldpunt is bereikbaar op het telefoonnummer en adres van Home-Info: 02/511 91 20 - Groot Eiland 74, 1000 Brussel, brusselomb@misc.irisnet.be. 2. Betoelaging Voor de continuering en het verder uitbouwen van het Meldpunt is er volgende betoelaging: Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie: 30.000 aan de Overkoepelende vzw Home-Info/Infor-Homes voor werking- en personeelskosten voor de periode van 15/12/2009 tot 15/12/2010. Via de onderling overeengekomen verdeelsleutel wordt dit verdeeld tussen beide vzw s: - Home-Info : 9.642,85 - Infor-Homes : 20.357,14 Vlaamse Gemeenschapscommissie: 17.000 aan vzw Home-Info voor werking/personeelskosten voor de periode van 01/10/2009 30/09/2010. 4

3. Wat is ouderenmis(be)handeling? Doordat mensen ouder worden, neemt de kans dat ze afhankelijk en kwetsbaar worden eveneens toe. Ze zijn meer aangewezen op hulp in het huishouden, hulp bij de verzorging, het beheer van financiën. Contact met buitenwereld verloopt moeilijker waardoor een aantal ouderen sociaal geïsoleerd leeft. Deze ontwikkelingen maken ouderen makkelijk slachtoffer van ouderenmis(be)handeling. Algemeen kan men ouderenmis(be)handeling als volgt omschrijven: Onder mis(be)handeling van een ouder persoon verstaan we het handelen of nalaten van handelen van al degenen die in een persoonlijke en/of professionele relatie met de oudere staan, waardoor de oudere persoon (herhaaldelijk) lichamelijke en/of psychische en/of materiële schade lijdt dan wel vermoedelijk zal lijden en waarbij van de kant van de oudere sprake is van een vorm van gedeeltelijke of volledige afhankelijkheid. Mis(be)handeling kan verschillende vormen aannemen; actief (er is een specifieke handeling) of passief (ontbreken van een handeling), en met of zonder kwaadwillig opzet. 4. Vormen van ouderenmis(be)handeling Lichamelijke mishandeling en seksueel misbruik Slaan, knijpen, lichamelijk kwetsen door hardhandige verzorging, onregelmatig medicijnen toedienen, fixatie aan stoel of bed, aanranding, verkrachting, ongewenste intimiteiten. Materieel of financieel misbruik Misbruik van volmachten en van goedgelovigheid, geld eisen, stelen van waardevolle voorwerpen, wegnemen van dagelijkse levensmiddelen of materialen voor verzorging Psychische mishandeling Schelden en roepen, intimideren of chanteren, betuttelen of negeren, verhinderen van sociale contacten Verwaarlozing. Medische noodzakelijke zorg onthouden, onthouden van hulp bij activiteiten van het dagelijks leven, gebrek aan elementaire hygiëne, sociale verwaarlozing Schending van de rechten Actief de toegang tot sociale contacten verhinderen, ongevraagd post lezen, onrespectvol omgaan met ouderen in verzorgingssituaties. 5. Doelstelling Meldpunt Het Brussels Meldpunt heeft als doelstelling : - luisterend oor/aanspreekpunt voor concrete situaties van ouderenmishandeling en interventie, opvolging en registratie van klachten van ouderen in de thuissituatie en ouderen die in een residentiële ouderenvoorziening verblijven, - informerende- en adviserende functie ten aanzien van rechtstreeks betrokkenen bij ouderenmis(be)handeling, - goede netwerkvorming en netwerkondersteuning, - coördinatie van betrokken hulpverleners/professionelen, - analyse van de problematiek van ouderenmis(be)handeling, - informatie/sensibilisering/preventie. 5

6. Doelgroep Het meldpunt profileert zich als een aanspreekpunt voor iedereen binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die te maken krijgt of een vermoeden heeft van een situatie van ouderenmis(be)handeling. Het richt zich in het bijzonder tot volgende doelgroepen: - ouderen, thuis of verblijvend in een residentiële voorziening, die slachtoffer zijn van situaties van ouderenmis(be)handeling, en hun persoonlijke omgeving waaronder familieleden, mantelzorgers, vrienden,. - professionele omgeving: voor een aantal ouderen bestaat reeds een hulpverleningsnetwerk nl. thuiszorg (alle samenwerkingsinitiatieven omtrent thuiszorg, mutualiteiten, ziekenhuis, OCMW, dienstencentra, dagcentra, enz ).of verzorgend/verplegend personeel binnen een residentiële voorziening/ziekenhuis. Deze hulpverleners vormen de eerste intermediairen om ouderen te bereiken. - brede publiek: niet alle situaties van ouderenmis(be)handeling situeren zich binnen een zorgcontext. Vandaar dan ook het belang om andere actoren die in contact komen met ouderen te bereiken zoals socio-culturele verenigingen, bonden/clubs van gepensioneerden, enz Het Meldpunt biedt zowel een luisterend oor als informatie/advies aan. - Binnen de werking staat laagdrempeligheid centraal. De oudere wordt benaderd vanuit zijn actuele levenssituatie alsook vanuit zijn levensgeschiedenis. - Het Meldpunt streeft naar een neutrale en onafhankelijke invalshoek. - Elke melding wordt geregistreerd om de omvang van de problematiek en specifieke knelpunten in kaart te brengen om zo het ouderenbeleid optimaal af te stemmen op de noden van de oudere bevolking. 7. Methodiek De behandeling van klachten/conflicten van ouderen die in een residentiële voorziening verblijven is reeds jaren één van de doelstellingen van Home-Info. Deze werking wordt voortgezet. Naast deze doelstelling wordt een deelwerking bijgevoegd nl. opvang van situaties van mis(be)handeling van ouderen binnen de thuissituatie. Hierbij is het niet de bedoeling zelf de concrete hulpverlening te realiseren doch via netwerkvorming te zoeken naar een organisatie/persoon die best aangewezen is om de hulpverlening uit te werken. 7.1. Luisterend oor/aanspreekpunt. Om een telefonische oproep/melding zo efficiënt mogelijk te beluisteren werd er een luisterschema opgesteld. Dit schema wordt eveneens gebruikt als leidraad bij de statistische verwerking van binnengekomen oproepen/meldingen. Onderscheid volgens aard van de oproep/melding ; Melding vanuit residentiële voorziening De methodiek die vanuit Home-Info gehanteerd wordt voor opvang van klachten/conflicten binnen de rusthuizen/rvt s wordt voortgezet. Naargelang de aard/ernst van het probleem is er differentiatie in de hulpverlening nl. - gesprek met melder en/of gesprek met betrokken rusthuis, - geven van informatie, advies : algemeen, juridisch, - contact/overleg met bevoegde inspectiedienst, - overleg met en tussen de verschillende betrokken personen: nl. slachtoffer/personeel/ directie, - eventueel doorverwijzing naar een andere dienst/organisatie vb. slachtofferhulp. 6

Melding vanuit thuissituatie Voor de meldingen vanuit thuissituatie werd een specifiek hulpverleningsproces/methodiek uitgewerkt. Deze methodiek verschilt naargelang de aard van de problematiek en het al dan niet aanwezig zijn van hulpverlening/netwerk. Er werd een stappenplan tot interventie (gaande van melding tot afronding van het dossier) opgesteld. Elk van de stappen zullen hier kort worden toegelicht. - Aan de hand van een registratieformulier worden de gegevens genoteerd. Op vraag van de melder is een anonieme registratie mogelijk. Worden geregistreerd: - alle stappen die ondernomen worden in het hulpverleningsproces, - alle activiteiten omtrent vorming, preventie, sensibilisering, - alle vragen, leemten, knelpunten waarop geen antwoord kan gegeven worden i.f.v. signaalfunctie naar bevoegde overheden/organisaties. - De differentiatie van de hulpvraag van de melder vormt een eerste belangrijke stap. Indien het een vraag naar informatie en/of advies betreft wordt deze onmiddellijk verstrekt. Blijkt een interventie noodzakelijk zal de situatie verder geëxploreerd worden. - In een gesprek met de melder wordt verder gepolst naar situationele kenmerken en is er aandacht voor de beleving. Het in kaart brengen van reeds aanwezige hulpverlening en ondersteuning vormt hierbij een belangrijk aandachtspunt. Het Meldpunt streeft naar een inclusieve manier van werken, waarbij de aanwezige hulpverlening wordt gestimuleerd om de situatie aan te pakken en met de nodige ondersteuning. - In een volgende fase wordt gestreefd naar overleg met de betrokkenen. Dit overleg heeft tot doel de situatie vanuit verschillende invalshoeken verder te exploreren en zo tot een handelingsplan te komen. Dit handelingsplan zal als leidraad gehanteerd worden en op regelmatige basis geëvalueerd worden. Daarnaast beoogt het overleg de communicatie en samenwerking tussen de verschillende hulpverleners te faciliteren en te bevorderen. Het is geenszins de bedoeling dat het Meldpunt hierin een actieve rol gaat spelen. Binnen het netwerk van aanwezige hulpverlening wordt gezocht naar een sleutelfiguur die de zorg kan opnemen (zg. zorgbemiddelaar). Het Meldpunt zal streven naar een onafhankelijke en bemiddelende rol. Indien er geen zorgbemiddelaar gevonden wordt zal het Meldpunt overgaan tot de effectieve uitvoering van het handelingsplan. - Op regelmatige tijdstippen wordt de situatie verder opgevolgd door het Meldpunt. Het dossier wordt afgerond indien alle doelstellingen van het handelingsplan bereikt zijn. Er kan een noodplan opgesteld worden met duidelijke afspraken mochten er opnieuw problemen opduiken. 7.2. Analyse van vraag/melding. Onderscheid naargelang: o formulering melding/hulpvraag door een hulp- of dienstverlener, o hulp- of dienstverlener heeft een eigen hulpvraag, o formulering melding/hulpvraag door oudere zelf, o formulering melding/hulpvraag door een betrokkene uit de omgeving van de oudere. 7.3. Diagnose-stelling en probleemoplossing. o situatie die strafrechterlijk vervolgbaar is wordt doorverwezen naar hiervoor bevoegde diensten vb. politie, slachtofferhulp. o situatie waar netwerk aanwezig is: vanuit kennis en knowhow van sociale kaart zoeken naar de meest geschikte partner en instaan voor de coördinatie van de hulpverlening. o situatie waar geen netwerk aanwezig is : zoeken naar een zorgbemiddelaar. Indien dit niet mogelijk is start het Meldpunt zelf de hulpverlening. 7

8. Samenwerkingsverbanden. 8.1. Binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest SEPAM / Infor-Homes. Voor de verdere uitwerking van het GGC project ouderenmis(be)handeling wordt er samengewerkt met SEPAM (Service d Ecoute pour Personnes Agées Maltraitées) van Infor- Homes. Op regelmatige basis zijn er onderlinge contacten en overlegmomenten om onderlinge afspraken te maken en om de werking op elkaar af te stemmen betreffende de hulpverleningsmethodiek, vorming, preventie, sensibilisatie enz Nederlandstalige partners in het Brusselse Werking Stuurgroep. - In 2009 werd een Stuurgroep samengesteld met als doel een samenwerking tot stand te brengen tussen de verschillende hulpverlenende partners actief in het NL-Brusselse werkveld. Hierdoor wordt een interdisciplinaire benadering gewaarborgd en het draagvlak voor de opvang van problemen van ouderenmis(be)handeling vergroot. In de Stuurgroep is er een ruime vertegenwoordiging van actoren zowel binnen als buiten de zorgverlening (o.a. B.O.T., Familiehulp, Seniorencentrum, Slachtofferhulp, enz )( lijst in bijlage). - er werd een protocol uitgewerkt waarin de engagementen van de verschillende partners inzake de hulpverleningsmethodiek omschreven werden. - De Stuurgroep heeft maandelijks overleg. Actualiseren van ruimer netwerk/samenwerkingsverbanden met het werkveld in functie van efficiënte doorverwijzing; uitbreiden of wijzigen van de lijst van partners met wie er kan samengewerkt worden. Betreffende meldingen vanuit de residentiële zorg kan Home-Info zich beroepen en terugvallen op de bestaande samenwerking met allerlei betrokken organisaties en diensten. Belangrijke partners hierbij zijn de inspectiediensten van de bi-communautaire rusthuizen en deze van de Vlaamse Gemeenschap. De samenwerking verloopt via overleg betreffende individuele klachten/meldingen en vergaderingen waar feiten of rusthuisdossiers besproken worden. 8.2. Binnen Vlaanderen - Op Vlaams niveau neemt het Brussels Meldpunt deel aan het Inhoudelijk Overleg en aan het overleg tussen de verschillende provinciale Steunpunten. - Meldingen betreffende thuissituatie worden eveneens geregistreerd met het registratiesysteem van het Vlaams Meldpunt en doorgegeven aan de centrale databank van het Vlaams Meldpunt. Hierdoor kan het Vlaams Meldpunt de cijfergegevens omtrent ouderenmis(be)handeling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest mee opnemen in hun jaarverslag. 8.3. Federaal niveau. In het kader van het welzijn van ouderen in familiaal verband richtte de federale Staatssecretaris voor Gezinsbeleid, dhr. Wathelet, een overlegplatform op met een vertegenwoordiging van organisaties in België actief rond de problematiek van ouderenmis(be)handeling, nl. : - Brussel : - Brussels Meldpunt Ouderenmis(be)handeling - SEPAM - Vlaanderen: Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling - Wallonië : Respect Senior: Agence Wallonne de Prévention contre la Maltraitance des Personnes Agées. Opzet van dit Platform is uitwisseling van informatie tussen de gewesten en gemeenschappen en zien welke rol de federale overheid (inzake justitie, financiën, fiscaliteit, erfrecht, enz ) kan spelen om acties tav ouderenmis(be)handeling te ondersteunen. 8

9. Sensibiliseren en preventie. De problematiek van ouderenmis(be)handeling zit nog steeds gevangen in een taboesfeer. Dit is begrijpelijk omdat ouderenmis(be)handeling meestal voorkomt binnen een vertrouwensrelatie en de oudere sterk afhankelijk is van de mensen die hem omringen. In 2010 werd gewerkt aan sensibilisering- en preventie, zowel naar hulpverleners als naar ouderen, met als opzet : - het doorbreken van het taboe en het bespreekbaar maken van ouderenmis(be)handeling bij het brede publiek, ouderen, vrijwilligers, mantelzorgers, professionelen, - middelen aanreiken tot het detecteren van/attent zijn voor signalen van ouderenmis(be)handeling binnen de doelgroep, - bespreekbaar maken van de problematiek van ouderenmis(be)handeling. Bekendmaking Meldpunt / publicaties en voordrachten in 2010: - 27/01/2010: voordracht in het Opleidingscentrum Familiehulp: voorstelling van het Meldpunt en uiteenzetting over problematiek van ouderenmis(be)handeling, - 26/02/2010: voordracht voor studenten maatschappelijk werk: voorstelling van het Meldpunt en uiteenzetting over de problematiek van ouderenmis(be)handeling, - 1 juni 2010 : persconferentie omtrent het jaarverslag 2009 van het Meldpunt Ouderenmis(be)handeling: publicatie van verschillende artikels in kranten en tijdschriften van deze persconferentie, - juli 2010 : nieuwsbrief van zorgzoeker over het thema ouderenmis(be)handeling - september 2010: artikel over ouderenmis(be)handeling + vormingsaanbod in de maandelijkse tijdschriften van de Brusselse Gemeenschapscentra, Participatie aan externe vormingen/colloqua. Om de expertise binnen het Meldpunt uit te breiden werd deelgenomen aan volgende vormingen: - 13/03/2010 : symposium Multiculturaliteit en Levenseinde, - 30/04/2010 : studiedag Ouder worden met Mensenrechten, - 11/06/2010 : Vlaams Congres Ouderenmis(be)handeling Zwijgen biedt geen uitkomst. - 15/06/2010 : symposium Narratieve Zorg, - 15/09/2010 : avant-première film Verdwaald in het Geheugenpaleis, - 19/09 tot 25/09/2010 : studiereis van het Frieslandcomité naar Denemarken, - 17/11/2010 : slotconferentie omtrent het project Eustacea : Europese strategie ter bestrijding van ouderenmis(be)handeling georganiseerd door AGE (Europees Platform). - 18/11/2010 : Waals Congres: «Vieillir dans le respect: un choix,. Une évidence» van Respect Seniors - 19/11/2010 : vorming «Collocatie» Folder/affiche In samenwerking/overleg met Infor-Homes werd een tweetalige folder en affiche opgesteld. In functie van de bekendmaking van het Meldpunt werden deze verspreid binnen organisaties/personen die eventueel geconfronteerd kunnen worden met de problematiek van ouderenmis(be)handeling, zoals sociale diensten van OCMW s, mutualiteiten, thuiszorgdiensten, ziekenhuizen, huisartsen, gemeenschapscentra, regionale en lokale dienstencentra, enz Bij vormingen/infosessies/voordrachten worden telkens folders/affiches verspreid aan het doelpubliek. Website Op de website van Home-Info is een afzonderlijke rubriek voorzien over ouderenmis(be)handeling: men vindt er informatie over de werking van het Meldpunt en over de problematiek van ouderenmis(be)handeling. Ook werd de website aangepast zodat slechtziende en blinde personen de site kunnen consulteren. De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie kende hiervoor een betoelaging toe aan de Overkoepelende vzw.home-info/infor-homes van 17.000. 9

10. STATISTISCHE GEGEVENS 10.1. Registratie & analyse van alle oproepen. In de periode van 1/01/2010 tot 31/12/2010 kwamen er bij het Meldpunt 157 oproepen binnen. In vergelijking met 2009 waar er 112 oproepen waren, is dit een vermeerdering van 40%. Van deze 157 oproepen waren er 149 telefonisch en 8 via e-mail. Residentiële voorziening 104 66% Thuissituatie 36 23% Ander item 17 11% totaal 157 100% Aantal oproepen 11% Residentiële voorziening Thuissituatie 23% 66% Ander item 66% van de oproepen gaan over een situatie van mis(be)handeling binnen een residentiële voorziening, 23% gaat over thuissituatie. Identificatie van de oproeper Oudere zelf 33 21% Bewoner 1 1% Familie 45 29% Andere persoon 22 14% Directie 4 3% Personeelslid 1 1% Externe dienst 51 32% Totaal 157 100% 32% 1% 3% 14% 21% 29% 1% Oudere zelf Bewoner Familie Andere personen Directie Personeelslid Externe dienst (o.a.soc) 32% van de oproepen gebeurt door een externe dienst/hulpverlener. Dit komt doordat hulpverleners, vooral verzorgenden dicht bij hun cliënt staan en de leefomgeving/omstandigheden van dichtbij kennen. Daarnaast komen 29% van de oproepen van de familie. 10

Geslacht van de oproeper Vrouw 124 79% Man 33 21% Totaal 157 100% 21% Man Vrouw 79% Opvallend is dat overwegend vrouwen 79%) contact opnemen met het Meldpunt om een situatie van mis(be)handeling te melden. Dit illustreert het feit dat vooral vrouwen de hulpverlening/zorgtaken van ouderen op zich nemen en werken in de hulpverlening. Gestelde hulpvraag Klacht 64 26% Vraag naar info 52 21% Mededeling 43 18% Ventilatie 39 16% Wederoproep 39 16% Andere 5 2% Totaal 242 100% 16% 2% 26% Klacht Vraag naar info Mededeling 16% 18% 21% Ventilatie Wederoproep Andere De meerderheid van de oproepen (26%) betreft een klacht, 21% zijn vragen naar informatie, 16% zijn wederoproepen. We stellen vast dat de oproeper vaak nood heeft aan het ventileren van gevoelens, emoties, beleving van de situatie/problematiek van ouderenmis(be)handeling: het zijn vaak erg emotioneel geladen gesprekken die een illustratie zijn van de ernst, de complexiteit van de problematiek en de onmacht en het ongenoegen aantonen over de situatie. In vergelijking met vorig jaar is aantal oproepen rond het ventileren verdrievoudigd. 11

Aard van de interventie Info 52 19% Advies 46 17% Luisteren 84 31% Doorverwijzing 23 8% Klachtenbehandeling 49 18% Uitnodiging gesprek 9 3% Andere tussenkomst 11 4% Totaal 274 100% 3% 4% 19% Info 18% Advies Luisteren 8% 31% 17% Doorverwijzing Klachtenbehandeling Uitnodiging gesprek Andere tussenkomst Bij de meeste oproepen (31%) fungeert het meldpunt als luisterend oor en heeft de oproeper nood aan een gesprek, 19% zijn vragen naar informatie, 17% van de oproepen zijn vragen naar advies. Bij 18% van de oproepen gaat het effectief over interventie bij een klacht. Inhoudelijk aspect van de oproep 0% 0% 22% 1% 3% 0% Rechten en plichten 37 13% Verzorging/verpleging 33 12% Algemene kwaliteit 21 8% Financies 23 8% Voeding 10 4% Hygiëne 6 2% Persoonlijk onwelzijn 41 15% Personeel 9 3% Directie 8 3% Opvolgmoment 60 22% Ander thema 30 10% Totaal 278 100% 1% 3% 9% 15% 2% 19% 4% 12% 7% 8% Rechten en plichten Verzorging/verpleging Algemene kwaliteit Financies Voeding Hygiëne Persoonlijk onwelzijn Personeel Directie Voordrachten Stuurgroep Infrastructuur Opvolgmoment Medicatie Ontspoorde zorg Ander thema 13% van de vragen gaan over rechten en plichten: dit betreft items binnen de residentiële voorzieningen. 22% van de oproepen zijn een opvolgmoment waarbij een klacht verder opgevolgd wordt. 15% van de oproepers contacteren het Meldpunt wegens persoonlijk onwelzijn. 12

Woonplaats van het slachtoffer Brussels Gewest 107 68% Halle-Vilvoorde 38 24% Vlaanderen 12 8% Totaal 157 100% 8% 24% Brussels Gewest Halle-Vilvoorde 68% Vlaanderen De meeste meldingen (68%) komen uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De meldingen betreffende de thuissituatie buiten het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden aan het Vlaams Meldpunt Ouderenmis(be)handeling doorgegeven. 13

10.2. Analyse van de meldingen waarvan een dossier geopend werd Van de 157 oproepen die binnenliepen bij het Meldpunt, werden, gezien de ernst van de oproep, 43 dossiers opgesteld. In 2009 werden er 29 dossiers geopend. Dit is een vermeerdering van 48% in vergelijking met vorig jaar. 2009 2010 29 dossiers 43 dossiers Analyse van deze 43 dossiers geeft het volgende beeld: Woonomgeving van de oudere thuissituatie 21 49% residentiële voorziening 22 51% totaal 43 100% Woonomgeving van de oudere 49% Thuissituatie 51% Residentiële voorziening Ondanks het feit dat er nog steeds meer oproepen zijn vanuit de residentiële sector (51%) zijn het aantal meldingen vanuit de thuissituatie toegenomen nl. van 37% in 2009 naar 49% in 2010. Dit wil zeggen dat geleidelijk aan de meldingen vanuit de thuissituatie hun weg vinden naar het Meldpunt. 14

Melder Thuissituatie Residentieel anoniem 0 0% 1 5% oudere zelf 11 52% 2 9% partner 0 0% 0 0% zoon 0 0% 2 9% dochter 0 0% 8 36% familie 1 5% 0 0% sociale dienst 8 38% 5 23% Andere 1 5% 4 18% totaal 21 100% 22 100% 0% 5% Melder thuissituatie 0% anoniem slachtoffer familie 38% 52% sociale dienst dochter 5% andere Melder residentieel 18% 9% 5% 9% anoniem slachtoffer sociale dienst dochter 23% andere zoon 36% In de thuissituatie gebeurt 52% van het aantal meldingen door de oudere zelf. Dit lijkt tegenstrijdig met het feit dat ouderen niet naar buiten willen komen met ouderenmis(be)handeling, maar het betreft ouderen jonger dan 70 jaar: Dit zijn mondige ouderen die een situatie van mis(be)handeling aanklagen of niet langer willen ondergaan. De meerderheid van de oproepen nl. 38% worden aangebracht door een sociale dienst en diensten voor thuiszorg. Bij meldingen binnen de residentiële voorzieningen krijgen we een ander beeld en is het hoofdzakelijk de familie die een probleem meldt. In 1 situatie is de oproep anoniem uit angst voor represailles naar de oudere toe. Slechts in 2 situaties contacteert het slachtoffer zelf het meldpunt. 15

Geslacht van de oudere Thuissituatie Residentieel vrouw 20 95% 14 64% man 1 5% 6 27% onbekend 0 0% 2 9% totaal 21 100% 22 100% 5% Geslacht van de oudere thuissituatie vrouw man 95% 27% Geslacht van de oudere residentieel 9% 64% vrouw man onbekend Zowel bij meldingen vanuit de thuissituatie als vanuit de residentiële voorzieningen zijn vrouwen in hoofdzaak het slachtoffer. Dit kan verklaard worden doordat demografisch gezien de ouderenpopulatie meer vrouwen telt. 16

Leeftijd van de oudere Thuissituatie Residentieel Jonger dan 60 jaar 1 5% 0 0% Tss. 60 en 69 jaar 4 19% 0 0% Tss. 70 en 79 jaar 6 29% 5 23% Tss. 80 en 90 jaar 6 29% 7 32% Ouder dan 90 jaar 0 0% 6 27% Onbekend 4 19% 4 18% totaal 21 100% 22 100% 29% 19% Leeftijd van de oudere thuissituatie 4% 29% 19% jonger dan 60 jaar 60-69 70-79 80-90 onbekend 18% Leeftijd van de oudere residentieel 23% 27% 32% 70-79 80-90 ouder dan 90 jaar onbekend Ook wat de leeftijd betreft zijn er geen grote verschillen binnen de thuissituatie en residentiële voorzieningen en gaat het hoofdzakelijk over ouderen tussen de 70 en 90 jaar. Binnen de rusthuizen zijn 27% ouder dan 90 jaar. 17

Gezondheidstoestand van de oudere Thuissituatie Residentieel dementie 0 0% 3 11% lichamelijke beperking 6 27% 16 59% Psychisch ziektebeeld 0 0% 1 4% psychosociaal probleem 6 27% 3 11% financieel/materieel 2 9% 1 4% onbekend 8 37% 3 11% totaal 22 100% 27 100% Gezondheidstoestand van de oudere thuissituatie 9% 0% 27% Dementie Lichamelijke beperking Psychosociaal probleem 37% Onbekend 27% Financieel/materieel Gezondheidstoestand van de oudere residentieel 11% 11% 4% 4% 11% Dementie Lichamelijke beperking Psychosociaal probleem Onbekend Financieel/materieel 59% Psychisch ziektebeeld Bij de meerderheid van de meldingen (27%) binnen de thuissituatie zijn er psychosociale problemen bij de oudere. Deze problemen zijn vaak het gevolg van de situatie van mis(be)handeling. In 36 % van de meldingen is de gezondheidstoestand van de oudere niet gekend. Binnen de residentiële voorzieningen daarentegen zien we dat de oudere bij 59% van de meldingen een lichamelijke beperking heeft. Dit bevestigt het feit dat ouderen zo lang mogelijk thuis blijven en pas naar een rusthuis gaan als ze (zwaar)zorgbehoevend zijn. Omwille van deze zorgafhankelijkheid is de oudere meer kwetsbaar en kunnen ze makkelijker slachtoffer worden van ouderenmis(be)handeling. 18

Vorm van mis(be)handeling Thuissituatie Residentieel fysiek 7 17% 0 0% psychisch 16 39% 2 7% financieel/materieel 7 17% 5 18% schending van rechten 6 15% 7 25% verwaarlozing 2 5% 1 4% verzorging 3 7% 13 46% Totaal 41 100% 28 100% Vorm van mis(be)handeling thuissituatie 15% 17% 7% 5% 17% 39% fysiek psychisch financieel/materieel schending van rechten verzorging verwaarlozing 46% Vorm van mis(be)handeling residentieel 4% 0% 7% fysiek 25% 18% psychisch financieel/materieel schending van rechten verzorging verwaarlozing In de thuissituatie komt de psychische mis(be)handeling het meest voor nl. 39%, gevolgd door financiële of materiële mis(be)handeling (17%) en 17% is fysieke mis(be)handeling. Binnen de residentiële voorzieningen gaat 46% over problemen omtrent de verzorging, gevolgd door schending van de rechten (25%). Financieel/materieel misbruik komt op de 3 de plaats. 19

Gestelde hulpvraag Thuissituatie Residentieel advies 8 38% 6 27% informatie 0 0% 6 27% interventie 7 33% 4 19% registratie 6 29% 6 27% Totaal 21 100% 22 100% 29% Gestelde hulpvraag thuissituatie 38% 33% 0% advies informatie interventie registratie 27% Gestelde hulpvraag residentieel 27% 19% 27% advies informatie interventie registratie 38% van de meldingen in de thuissituatie zijn vragen naar advies, bij 33% is een interventie nodig en nog eens 29% wil uitsluitend een melding maken van een situatie, zonder meer. Van het aantal casussen werden er 10 doorverwezen, 4 casussen werden afgerond en konden afgesloten worden, in 1 dossiers is de hulpverlening nog lopende en 6 dossier moest uitsluitend geregistreerd worden. bij meldingen binnen de residentiële voorzieningen zijn de meerderheid vragen naar advies. In 4 casussen wordt effectief een interventie gevraagd. De 6 casussen waar, uit angst voor represailles, geen interventie gevraagd wordt, tonen aan dat de situaties van mis(be)handeling binnen de residentiële voorziening nog steeds moeilijk bespreekbaar zijn. Dit is iets wat vooral leeft bij de families of bij de betrokken oudere. Wij stellen echter vast dat, betreffende het bespreekbaar maken van problemen, vanwege het rusthuis niet systematisch gereageerd wordt met represailles tav. betrokken oudere. Van het aantal casussen werden er 2 doorverwezen, 19 casussen werden afgerond en konden afgesloten worden, in 1 dossier is de hulpverlening nog lopende. 20

Relatie met de oudere Thuissituatie Residentieel partner 2 10% 1 5% dochter 1 5% 1 5% zoon 9 42% 0 0% familie 1 5% 0 0% dienst- of hulpverlener 2 10% 20 90% andere 4 18% 0 0% onbekend 2 10% 0 0% totaal 21 100% 22 100% 18% 10% Relatie met de oudere thuissituatie partner 10% 10% dochter 5% zoon familie dienst- of hulpverlener andere 42% onbekend 5% 5% Relatie met de oudere residentieel 5% dienst- of hulpverlener partner dochter 90% In 62% van de meldingen in de thuissituatie is de pleger een familielid. Dit illustreert het feit dat de pleger meestal iemand is die dicht bij de oudere staat zoals de partner of een kind en dat ouderenmis(be)handeling dus het meest voorkomt binnen de familiale sfeer. Dit was ook zo in 2009. Het blijft voor de oudere heel moeilijk om bij mis(be)handeling door familie hiermee naar buiten te treden. Bij de meldingen binnen de residentiële voorzieningen zijn de plegers in hoofdzaak dienstof hulpverleners (90%). 21

BIJLAGE 1 SAMENSTELLING STUURGROEP Samenstelling Stuurgroep Ouderenmis(be)handeling 2010 organisatie Naam BOT Ine Francen CCGZ Petra Van Eycken Familiehulp Marc Koninckx Federatie van Onafhankelijke mutualiteiten Greta De Geest Federatie Socialistische mutualiteiten Marie-Louise De Wil Seniorencentrum Annemie Vanhout Slachtofferbejegening Federale Politie Hilde Brichaut Slachtofferhulp Sara Barbé VGC Kamiel Hofmans Vertegenwoordiging Huisartsen Caroline Verlinde Brussels Meldpunt Jaklien Vandermeulen Relinda Vanderstraeten 22