Route 50plus. De snelweg naar kennis over 50plussers. 1. Financiën: perspectief en advisering. Dirk Sikkel Denise Beck 3 maart 2010



Vergelijkbare documenten
Eén panellid, werkzaam in de juridische dienstverlening, geeft juist aan dat zijn omzet is toegenomen door de kredietcrisis.

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

AFM Consumentenmonitor najaar 2014 Beleggers

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Vakantiegeldenquete 2010

Factsheet persbericht

PENSIOENBAROMETER 2012 Onderzoek van GfK Panel Services in opdracht van Montae

UW KLANTPROFIEL. Vult u onderstaande vragen nauwkeurig in. ALGEMEEN - DOEL ALGEMEEN - TOEKOMSTPERSPECTIEF

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

Gemeente Breda. Omnibusenquête Onderzoek en Informatie. Bekendheid Alarmnummer

Route 50plus. De snelweg naar kennis over 50plussers. 2. Vakantie: behoeften en informatie. Dirk Sikkel Denise Beck 29 maart 2010

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering

Onderzoek hypotheken en bekendheid maatregelen Maart/april 2014

Resultaten onderzoek Kinderen en geld. Februari 2015

Zicht op geld - Vakantiegeld Resultaten van kwantitatief online onderzoek onder werkenden. ABN AMRO April 2015

Consumentenbond Onderzoek Financiële Toezichthouders

Binnenkort hebt u een afspraak met één van onze adviseurs. Om u goed van dienst te kunnen zijn, hebben wij informatie van u nodig.

FINANCIELE ZEKERHEID. GfK September GfK 2015 Achmea Financiële Zekerheid september 2015

Onderzoek. Rapportage. September Pensioenmodule Publieksmonitor

Allen Vrouw Man N= % % % % % % % % % 97,1 97,5 96,8 98,2 100,0 97,2 95,5 97,0 95,7

19 maart Onderzoek: Korten pensioenen?

Binnenkort heb je een afspraak met één van onze adviseurs. Om je goed van dienst te kunnen zijn, hebben wij informatie van je nodig.

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Hoe staan werkzame 50-plussers tegenover pensioen? oktober 2015

Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de belastingaangifte. Nibud, 2010

UW KLANTPROFIEL. Vult u onderstaande vragen nauwkeurig in. ALGEMEEN - DOEL

Kinderen Roepnaam Voorletters Achternaam Geboortedatum Geslacht Woonsituatie Man Vrouw Thuis Uit

ONDERZOEKSVERANTWOORDING:

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

Jongerenparticipatie in Amersfoort

21 mei Onderzoek: Economische verwachting

Hoe gaat Nederland met pensioen? In vergelijk met België, Zweden en Denemarken

Publieksmonitor Gebruik digitale huishoudboekjes & geld besteden aan leuke dingen

Alleen-Pinnen-Monitor

KLANTPROFIEL VOOR 2 personen

5 Starters op de markt voor koopwoningen

De economische crisis en Oud-West

De uitgebreide resultaten van het onderzoek zijn hieronder beschreven. Resultaten Brabantpanel-onderzoek Economische crisis april 2012

Jongeren & hun financiële verwachtingen

Zaken die niet meer zo zeker zijn

Fietsparkeren in Leiden

Onderzoek onder kinderen groep 5 t/m 8

Institute for Medical Technology Assessment. Productivity Cost Questionnaire Productivity and Health Research Group

Hoofdstuk 24 Financiële situatie

Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding.

18 december van 10. Op vakantie na een niertransplantatie; NP online enquête

Klantprofiel. Waaruit blijkt dat?

WAARDE VAN ADVIES DE WAARDE VAN ADVIES VAN INTERMEDIAIRS. Avéro Achmea P13628

pggm.nl Mantelzorg en dementie in de beleving van PGGM&CO-leden

Zicht op geld - Belastingteruggave Resultaten van kwantitatief online onderzoek onder werkenden. ABN AMRO April 2015

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers

Figuur 11 Bekendheid van het energielabel (n=494) Let u bij het kopen van een woning op het energieverbruik van de woning?

Kunt u aangeven hoeveel inkomen er ten opzichte van uw huidige inkomenssituatie naar verwachting nodig is indien:

JEUGD WERKLOOSHEID 1-METING Onderzoek naar de perceptie van jeugdwerkloosheid onder jongeren in opdracht van het Ministerie VWS - Jeugd en Gezin

Inzicht verkrijgen in de attitude van jongeren ten aanzien van de natuur.

Hoofdstuk 10. Trendvragen financiële situatie Hoofdstuk 11. Financiële situatie

Rapport Cliënttevredenheidsonderzoek. Sociale Activering (Jobfactory) SMO Helmond

Oppasoma s en opa s. Resultaten GGD Gezondheidspanel

KLANTPROFIEL VOOR EEN ORIËNTATIE GESPREK

Hoofdstuk 43. Financiële situatie

Goede Voornemens 2015

Bijlage A. UW KLANTPROFIEL

Verkiezingen. 1. Politieke voorkeur

HUMO enquête naar de koopkracht

Hoofdstuk 18. Volwasseneneducatie

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

Klantprofiel. Relatie 1 Achternaam: Voorvoegsel(s): Roepnaam: Voorletters: Geboortedatum: Geslacht: man / vrouw. Relatie 2

TWEE DERDE KANDIDATEN HEEFT ERVARING MET WERKEN OP FLEXIBELE BASIS

Starters zien door de wolken toch de zon

Tevredenheid van familieleden en mantelzorgers met casemanagement bij dementie

Onderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol

De Letselschaderaad_GOMA_Tabellen Patiënten

Meting september 2013

FACTSHEET MTO Villa Attent BV, Nijverdal 7,9

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

Utrecht, Het financiële gedrag van kinderen tussen 12 en 18 & de rol van hun ouders

U gaat de vragenlijst Kansen in Kaart (KiK) invullen. Voordat u begint is het goed een aantal dingen te weten.

Hoofdstuk 7. Financiële situatie

Hoofdstuk 19. Financiële situatie

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

Vragenlijst. Ervaringen met hulpverlening na een schokkende gebeurtenis

Klanttevredenheidsrapportage ARAG Rechtsbijstand

Onderzoeksrapportage

Klantprofiel. Naam cliënt : Klantprofiel Verschure & Partners - 6 januari van 10

Vakantiegeld-enquête Nibud/Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting

Klantprofiel. Waarom een Klantprofiel?

Vragenlijst Particulieren

Resultaten Nationale Vergelijkingsmonitor 2015

ONDERZOEK NAAR KEUZE VAN LEERLINGEN! VMBO-BASIS/KADER VOOR DE RICHTING BWI/BOUW!

Vragenlijst. Naam cliënt : Datum afspraak: Inkomen

Thuisdossier 50+ Veel geld en aandacht voor de woning

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Bijlage A. UW KLANTPROFIEL

Jongeren en de natuur

Onderzoek Inwonerspanel: Geinbeat (Cityplaza) Festival

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2015 kwartaal 2 Werk en vakantie. Randstad Nederland

Rapport Kinderen en Geld Enquête (NIBUD en het Jeugdjournaal)

UW KLANTPROFIEL KLANTPROFIEL

Onderzoek Inwonerspanel: Maatschappelijke stage (MAS)

Transcriptie:

Route 50plus De snelweg naar kennis over 50plussers Consumer Studies 1. Financiën: perspectief en advisering Dirk Sikkel Denise Beck 3 maart 2010 Stichting Route 50Plus 06-50416308 Postbus 1999 info@route50plus.nl 6801 BZ Arnhem www.route50plus.nl

2 Route 50Plus Consumer Studies Route 50Plus voert sinds 2010 maandelijks een onderzoek uit onder een internetpanel van 50- plussers. De onderzoeken vinden plaats middels een online enquête. Ieder onderzoek heeft een specifiek thema. Rode draad binnen de onderzoeken is de belevingswereld van de 50-plusser en welke rol elk thema binnen het leven van de 50-plusser speelt. Het panel kan ook voor onderzoeken van externe opdrachtgevers worden ingezet. Financiën: perspectief en advisering, samenvatting In dit eerste onderzoek van Route50+ is de rol van financiën in het leven van de vijftigplusser verkend. Drie vragen stonden centraal: - hoe zuinig leeft de vijftigplusser vergeleken met 10 jaar geleden? - wat is zijn behoefte aan financieel advies? - welke is de rol van de kredietcrisis? De eerste vraag heeft een enigszins paradoxaal antwoord. De meerderheid leeft zuiniger, maar beschikt wel over meer geld. In 2003 zijn deze vragen ook aan een representatieve groep vijftigplussers gesteld; toen leefde men niet zuiniger dan 10 jaar geleden. De kredietcrisis is een voor de hand liggende oorzaak van dit verschil, maar dit wordt door de respondenten slechts in beperkte mate genoemd. Pensionering, alles wordt duurder (niet waar) zijn veel vaker genoemde motieven. Het lijkt alsof de kredietcrisis via de band werkt. Het geeft misschien een gevoel van collectieve terugval die niet meer als crisis wordt herkend. Ondanks het gevoel dat men zuinig is zijn er toch productgroepen waar men meer geld aan uitgeeft dan 10 jaar geleden: computers (uiteraard), medicijnen, voeding en mobiele telefoons. Ook aan vakanties wordt meer uitgegeven, maar men zou er het liefst nog veel meer geld aan uitgeven. Andere productgroepen waar men eigenlijk meer aan wil besteden zijn kleding en theater. Vijftigplussers zeggen vaak volgens een duidelijk financieel plan te leven. Daar houdt men zich goed aan. Men is optimistisch over het geld dat men in de toekomst kan besteden aan basisbehoeften, maar ook aan de leuke dingen van het leven. De meesten voelen wel een vage onzekerheid voor de toekomst, maar men laat het dagelijks leven daar niet door verzuren. In emotionele zin heeft de kredietcrisis dan ook weinig impact. Financieel advies inwinnen gedurende de afgelopen 10 jaar gebeurde minder naarmate men ouder was. Peiling van de adviesbehoefte naar de toekomst wijst erop dat deze na het zeventigste jaar weer gaat toenemen. Adviesbehoefte komt niet voort uit het hebben van veel geld dat beheerd moet worden, maar uit onzekerheid over de toekomst. Waar de kredietcrisis geen effect heeft gehad op het humeur van de vijftigplusser was dat effect er wel op zijn kijk op adviseurs. Adviseurs van banken zullen sceptischer klanten tegenover zich vinden; in het algemeen is er een trend naar onafhankelijke adviseurs, een rechtstreeks gevolg van de kredietcrisis. Juist degenen die onzeker zijn hebben de scepsis het meest.

3 1. Onderzoeksopzet Het onderzoek is uitgevoerd van 12 tot 16 februari 2010 bij het Route 50plus consumentenpanel. Dit is een panel dat is geworven onder de klanten van de partners van Route 50plus. De vragen zijn gesteld via het internet. De respondenten kregen een email, met een link naar de website waar de vragen konden worden ingevuld. De mails zijn verstuurd naar 2879 personen, waarvan 1070 personen op een geldige manier hebben gerespondeerd (37,2%). Hiermee kan niet worden geclaimd dat het onderzoek representatief is (dat wil zeggen dat wanneer alle vijftigplussers in Nederland hadden meegedaan dezelfde procentuele uitkomsten zouden zijn verkregen). Het ligt echter wel voor de hand dat het hier gaat om een grote groep respondenten die relevant is voor veel bedrijven. Het gaat dus wel om een mening die telt. Dit geldt zeker voor verbanden tussen variabelen (zoals financieel gedrag en leeftijd), die vaak robuust zijn tegen selectiviteit. Verdeling respons maar demografische variabelen n % leeftijd tot 50 1 0.1 50-59 257 24.0 60-69 568 53.1 70-79 196 18.3 80+ 30 2.8 ontbreekt 18 1.7 geslacht man 600 56.1 vrouw 455 42.5 ontbreekt 15 1.4 opleiding LO, VGLO; lager onderwijs 36 3.4 LBO, VMBO; lager beroepsonderwijs 103 9.6 MULO, MAVO; middelbaar algemeen voortgezet onderwijs 232 21.7 MBO; middelbaar beroepsonderwijs 300 28.0 HAVO, Gymnasium, HBS, Atheneum; Hoger algemeen vormend wetenschappelijk onderwijs 122 11.4 HBO, wetenschappelijk onderwijs kandidaats 212 19.8 Wetenschappelijk onderwijs, doctoraal 48 4.5 ontbreekt 17 1.6 totaal 1070 100.0

4 2. De financiële situatie van de vijftigplusser: verleden, heden en toekomst De betaalbaarheid van de AOW, de vernietigende impact van de kredietcrisis op de pensioenen, de noodzaak tot langer doorwerken, de (on)houdbaarheid van het zorgstelsel, het zijn allemaal onheilstijdingen die ons via de media bereiken die aanleiding kunnen zijn tot grote onrust. Maar zijn deze negatieve berichten in overeenstemming met de werkelijkheid waarin de vijftigplusser vandaag leeft? Dat ligt genuanceerd. In het onderzoek zijn twee vragen gesteld naar de financiële positie van de vijftigplusser zoals hij die ervaart in vergelijking met 10 jaar geleden. Heeft hij nu meer of minder (spaar)geld op de bank. En is hij dientengevolge ook zuiniger? Dezelfde vragen zijn gesteld in een onderzoek in 2003, waarop het boek Ervaren maar Veranderlijk (Kluwer, Amsterdam) is gebaseerd. Dit maakt vergelijking mogelijk met de tijd van voor de kredietcrisis. Tabel 1a laat zien dat het percentage mensen dat meer geld op de bank heeft staan dan 10 jaar geleden aanzienlijk hoger is dan het percentage met minder geld op de bank. Met name tussen 50 en 70 jaar is dit verschil aanzienlijk, maar in 2003 was het wel groter dan in 2010. Toch zou men op basis hiervan verwachten dat het percentage mensen dat in 2010 minder zuinig geworden is, het percentage zuiniger mensen overtreft. Dat blijkt alleen in 2003 het geval te zijn; in 2010 zijn er meer mensen die de hand op de knip houden. Tabel 2 laat zien dat er een zekere relatie is met de hoeveelheid geld op de bank. Aan de respondenten is ook gevraagd om zelf redenen te noemen om zuiniger, dan wel minder zuinig te zijn (tabel 3a, 3b). Hierin speelt de kredietcrisis geen prominente rol, althans niet bewust. Argumenten als pensionering en ouder worden, worden het meest genoemd bij zuiniger leven. Deze argumenten gelden echter even zeer in 2003 en kunnen dus het verschil tussen 2003 en 2010 niet verklaren. Tabel 1a. Meer geld, minder geld of even veel op de bank in vergelijking met 10 jaar geleden in 2003 en 2010; rijpercentages minder geld meer geld gelijk gebleven totaal 2003 2010 2003 2010 2003 2010 50-59 9.0 31.5 53.1 48.2 37.9 20.3 100.0 60-69 14.1 28.2 46.7 46.3 39.2 25.5 100.0 70-79 20.3 30.6 42.8 38.8 36.9 30.6 100.0 80+ 20.0 23.3 33.3 26.7 46.7 50.0 100.0 totaal 13.0 29.3 48.7 44.9 38.3 25.8 100.0 Tabel 1b. Zuiniger, minder zuinig of gelijk vergeleken met 10 jaar geleden in 2003 en 2010; rijpercentages zuiniger minder zuinig gelijk gebleven totaal 2003 2010 2003 2010 2003 2010 50-59 11.0 47.1 24.0 16.0 65.0 36.9 100.0 60-69 15.3 43.8 21.2 17.8 63.5 38.4 100.0 70-79 10.1 40.8 20.3 13.8 69.6 45.4 100.0 80+ 6.7 30.0 20.0 23.3 73.3 46.7 100.0 totaal 12.2 43.6 22.3 16.7 65.5 39.7 100.0

5 Tabel 2. Relatie tussen zuinigheid en banksaldo vergeleken met 10 jaar geleden, kolompercentages zuiniger minder zuinig zuinigheid gelijk gebleven meer geld op de bank 24.6 66.1 57.7 minder geld op de bank 46.7 16.4 16.0 geld op de bank gelijk gebleven 28.7 17.5 26.3 totaal 100.0 100.0 100.0 Tabel 3a. Redenen om zuiniger te zijn dan 10 jaar geleden; basis: degenen die zuiniger zijn n % Opgehouden met werken/gepensioneerd 277 59.3 Alles is duurder geworden 260 55.7 Ouder worden 141 30.2 Problemen met de gezondheid 134 28.7 Financiële tegenvaller 75 16.1 Andere levenshouding/minder wensen 73 15.6 Andere vooruitzichten in verband met kredietcrisis 65 13.9 Hogere lasten, bijvoorbeeld hypotheek 52 11.1 Grootouder worden 45 9.6 Kinderen het huis uit 40 8.6 Anders 33 7.1 Overlijden partner 31 6.6 Korter gaan werken 28 6.0 Ontslag 24 5.1 Scheiding 17 3.6 Geen specifieke reden 7 1.5 Tabel 3b. Redenen om minder zuinig te zijn dan 10 jaar geleden; basis: degenen die minder zuinig zijn n % Opgehouden met werken/gepensioneerd 96 54.2 Kinderen het huis uit 93 52.5 Andere levenshouding/meer geniet 69 39.0 Komt met het ouder worden 64 36.2 Lagere lasten, bijvoorbeeld hypot 42 23.7 Duidelijk is dat anderen het geld niet hoeven te erven 35 19.8 Grootouder geworden 27 15.3 Huis verkocht 19 10.7 Andere financiële meevaller 15 8.5 Anders 15 8.5 Erfenis gekregen 12 6.8 Overlijden partner 7 4.0 Geen specifieke reden 6 3.4 Korter gaan werken 4 2.3 Scheiding 2 1.1

6 Wanneer er specifiek naar productgroepen wordt gevraagd waaraan meer dan wel minder wordt uitgegeven ontstaat er een genuanceerd beeld. Voor lang niet alle categorieën is men zuiniger dan 10 jaar geleden. In tabel is te zien een groot percentage respondenten nu meer geld uitgeeft aan voeding en medicijnen, en dat er aanzienlijk minder geld gaat naar lidmaatschappen van verenigingen. Ook is gevraagd van welke posten men het jammer vindt dat men er niet meer geld aan kan uitgeven. Vakanties staan hierbij bovenaan. Tabel 4. Productgroepen waar men meer respectievelijk minder uitgeeft dan 10 jaar geleden en waaraan men het jammer vindt dat men er niet meer geld aan kan uitgeven. geeft minder aan geeft meer aan uit uit wil meer aan uitgeven n % n % n % voeding 341 31.9 138 12.9 71 6.6 medicijnen 407 38.0 46 4.3 15 1.4 uw uiterlijk 93 8.7 164 15.3 82 7.7 lichaamsbeweging 173 16.2 129 12.1 102 9.5 lidmaatschappen van verenigingen 150 14.0 360 33.6 50 4.7 kleding 200 18.7 321 30.0 217 20.3 auto 326 30.5 206 19.3 157 14.7 doe het zelven 78 7.3 270 25.2 39 3.6 speelgoed 43 4.0 245 22.9 4 0.4 telefoon (ook mobiel) 304 28.4 146 13.6 18 1.7 computer 468 43.7 43 4.0 111 10.4 het interieur van uw huis 198 18.5 265 24.8 224 20.9 verbouwing van uw huis 119 11.1 304 28.4 96 9.0 vakantie 436 40.7 290 27.1 412 38.5 dagjes uit 212 19.8 267 25.0 230 21.5 theater 148 13.8 268 25.0 188 17.6 boeken 138 12.9 234 21.9 100 9.3 geen van deze 99 9.3 120 11.2 347 32.4 De inhoud van tabel 4 is grafisch weergegeven in figuur 1. In blauw staat hierin het verschil tussen het verpertage geeft meer uit en geeft minder uit uit tabel 4 (dus kolom 2 kolom 4); in rood staat het percentage wil meer uitgeven (kolom 6). Aan vakanties is men al meer gaan uitgeven, maar de behoefte is nog groter. Bij dagjes uit en het interieur van het huis zijn de feitelijke uitgaven in evenwicht, maar wil men meer uitgeven. Voor theater en met name kleding is de uitkomst intrigerend. Het percentage respondenten dat minder is gaan uitgeven is hier in de meerderheid, maar toch wil 20% meer uitgeven als dat zou kunnen. Hier is kennelijk sprake van een onvervulde behoefte.

Figuur 1: Verschil in uitgaven t.o.v. 10 jaar geleden en de wens om meer geld uit te geven aan bepaalde producten 7

8 3. Financieel plan en vooruitzichten Weten mensen wat ze doen bij het uitgeven of sparen van geld? De meeste vijftigplussers vinden van wel. Ze hebben een financieel plan waarop ze hun uitgaven baseren. Na 70 jaar wordt neemt deze planmatigheid af. Volgens tabel 5 heeft meer dan 30% dan totaal geen plan meer. De meerderheid claimt zich ook goed aan dat plan te houden; minder dan een kwart heeft het plan bijgesteld naar aanleiding van de kredietcrisis (tabel 6). Ook dit lijkt erop te wijzen dat de kredietcrisis weinig invloed heeft op het uitgavenpatroon van ouderen. De overgrote meerderheid heeft het nu dan ook goed. Men verwacht ook in de toekomst niet alleen geld te hebben voor de basisbehoeften (tabel 7), maar ook voor de leuke dingen in het leven, al geeft de meerderheid toe van dit laatste niet helemaal zeker te zijn (tabel 8). Daardoor laat men zich het leven echter niet vergallen. Meer dan 70% maakt zich geen serieuze zorgen over de financiële toekomst, althans niet op een manier die het leven nu verzuurt. Slechts 2,9% van de respondenten kan van de financiële problemen echt in de put raken. Tabel 5. Heeft u een financieel plan gemaakt wat in de verdere toekomst uw inkomsten en uitgaven zullen zijn? naar leeftijd 50-59 60-69 70-79 80+ totaal n % n % n % n % n % Ja, dat heb ik redelijk uitgestippeld 130 50.6 302 53.2 81 41.3 11 36.7 524 49.8 Ik heb wel een vaag plan, maar meer ook niet 70 27.2 134 23.6 55 28.1 6 20.0 266 25.3 Ik heb totaal geen plan 57 22.2 132 23.2 60 30.6 13 43.3 262 24.9 Tabel 6. Omgaan met financieel plan naar leeftijd (basis: heeft financieel plan; regel 1 tabel 6) 50-59 60-69 70-79 80+ totaal n % n % n % n % n % Houdt rekening mee in dagelijks leven? Ja, ik let daar goed op 73 56.2 187 61.9 62 76.5 6 54.5 328 62.6 Zo nu en dan let ik daar op 53 40.8 107 35.4 17 21.0 5 45.5 182 34.7 Nee 4 3.1 8 2.6 2 2.5 0 0.0 14 2.7 Bijgesteld tgv kredietcrisis Ja 31 23.8 65 21.5 15 18.5 1 9.1 112 21.4 Nee 99 76.2 237 78.5 66 81.5 10 90.9 412 78.6

9 Tabel 7. Geld voor basisbehoeften in de toekomst 50-59 60-69 70-79 80+ totaal n % n % n % n % n % Ik weet zeker dat ik genoeg geld zal hebben 78 30.4 213 37.5 74 37.8 13 43.3 378 35.9 Ik verwacht dat ik genoeg geld zal hebben, maar zeker weet ik het niet 110 42.8 240 42.3 73 37.2 8 26.7 432 41.1 Ik heb geen idee 16 6.2 33 5.8 6 3.1 2 6.7 57 5.4 Ik heb nu genoeg, maar op termijn zie ik het somber in 39 15.2 65 11.4 35 17.9 5 16.7 144 13.7 Ik kom nu al tekort, en dat zal alleen maar erger worden 14 5.4 17 3 8 4.1 2 6.7 41 3.9 Tabel 8. Geld voor leuke dingen in de toekomst 50-59 60-69 70-79 80+ totaal n % n % n % n % n % Ik weet zeker dat ik genoeg geld zal hebben 56 29.8 153 33.8 42 28.6 6 28.6 257 31.7 Ik verwacht dat ik genoeg geld zal hebben, maar zeker weet ik het niet 110 58.5 239 52.8 80 54.4 14 66.7 444 54.8 Ik heb geen idee 18 9.6 36 7.9 20 13.6 1 4.8 75 9.3 Ik heb nu genoeg, maar op termijn zie ik het somber in 4 2.1 24 5.3 5 3.4 0 0 33 4.1 Ik kom nu al tekort, en dat zal alleen maar erger worden 0 0 1 0.2 0 0 0 0 1 0.1 Tabel 9. Zorgen om financiële toekomst 50-59 60-69 70-79 80+ totaal n % n % n % n % n % Nee, ik denk er nooit over na 24 9.3 49 8.6 24 12.2 6 20 103 9.8 Ik denk er soms wel over na, maar ik word er niet bezorgd van 139 54.1 372 65.5 124 63.3 15 50 651 61.9 Soms maak ik me wel eens zorgen 82 31.9 134 23.6 43 21.9 8 26.7 267 25.4 Ik kan er echt van in de put raken 12 4.7 13 2.3 5 2.6 1 3.3 31 2.9

10 4. Behoefte aan financieel advies Voor financiële instellingen is advisering een belangrijk middel om bij de consument binnen te komen. Na de kredietcrisis, en de daarmee gepaard gaande negatieve publiciteit voor met name banken, is het de vraag of de consument nog wel op advies zit te wachten. In het verleden nam de vraag naar advies met de leeftijd af. Figuur 2 laat deze daling duidelijk zien. Van de 50-jarigen heeft 60% de afgelopen 10 jaar financieel advies ingewonnen. Van de 80-jarigen is dat slechts 20%. Figuur 2. Percentage respondenten dat de afgelopen 10 jaar financieel advies heeft gevraagd naar leeftijd De adviseur van de bank is door de 50-59 jarigen relatief weinig ingeschakeld, zie tabel 10. Zij hadden een voorkeur voor onafhankelijke adviseurs. Tabel 10. Wie heeft afgelopen 10 jaar financieel advies gegeven 50-59 60-69 70-79 80+ totaal n % n % n % n % n % Iemand van een bank 57 44.2 130 50.6 40 65.6 5 71.4 232 51.1 Iemand van een verzekeringsmaatschappij 30 23.3 40 15.6 7 11.5 2 28.6 79 17.4 Een onafhankelijke tussenpersoon, een onafhankelijke professionele adviseur 67 51.9 91 35.4 19 31.1 0 0.0 177 39.0 Een kennis 13 10.1 28 10.9 10 16.4 0 0.0 51 11.2 Een familielid 19 14.7 31 12.1 9 14.8 2 28.6 61 13.4 Anders 9 7.0 19 7.4 6 9.8 0 0.0 34 7.5

11 De directe advies behoefte op dit moment is zodanig laag dat er moeilijk een verband met leeftijd is te leggen. Ongeveer 5% van de respondenten binnen alle leeftijdgroepen heeft behoefte aan advies. Wanneer ook de verwachte toekomstige adviesbehoefte wordt meegeteld lijkt er een stijgende vraag bij 70-plussers te ontstaan, zie figuur 3. Dit is een groep met een eigen financiële problematiek, die nog slecht in kaart is gebracht. Figuur 3. Percentage respondenten dat nu (of in de toekomst) behoefte heeft aan financieel advies naar leeftijd Wanneer heb je behoefte aan advies? Is dat wanneer je in de financiële problemen bent of juist als alles goed gaat, bijvoorbeeld om het kapitaal te beheren. Tabel 11, 12 en 13 laten zien respondenten die zeker zijn van hun zaak deze behoefte relatief weinig hebben. Wie zich zorgen maakt zoekt advies. Tabel 11. Behoefte aan advies naar het hebben van voldoende geld voor basisbehoeften adviesbehoefte In de Ja toekomst wel Nee nooit Totaal Ik weet zeker dat ik genoeg geld zal hebben 4.7 25.9 69.4 100.0 Ik verwacht dat ik genoeg geld zal hebben, maar zeker weet ik het niet 3.9 36.4 59.8 100.0 Ik heb geen idee 4.9 29.5 65.6 100.0 Ik heb nu genoeg, maar op termijn zie ik het somber in 11.0 30.8 58.2 100.0 Ik kom nu al tekort, en dat zal alleen maar erger worden 4.9 29.3 65.9 100.0

12 Tabel 12. Behoefte aan advies naar het hebben van voldoende geld voor leuke dingen adviesbehoefte In de Ja toekomst wel Nee nooit Totaal Ik weet zeker dat ik genoeg geld zal hebben 4.6 20.5 74.9 100.0 Ik verwacht dat ik genoeg geld zal hebben, maar zeker weet ik het niet 4.4 38.0 57.6 100.0 Ik heb geen idee 0.0 30.4 69.6 100.0 Ik heb nu genoeg, maar op termijn zie ik het somber in 9.1 33.3 57.6 100.0 Ik kom nu al tekort, en dat zal alleen maar erger worden 0.0 0.0 100.0 100.0 Tabel 13. Behoefte aan advies naar de zorgen om de financiën Ja adviesbehoefte In de toekomst wel Nee nooit Totaal Nee, ik denk er nooit over na 2.9 14.3 82.9 100.0 Ik denk er soms wel over na, maar ik word er niet bezorgd van 3.8 32.8 63.4 100.0 Soms maak ik me wel eens zorgen 9.4 33.3 57.2 100.0 Ik kan er echt van in de put raken 6.5 35.5 58.1 100.0

13 5. De adviseur De behoefte aan financieel advies is in de markt duidelijk aanwezig. Maar wie kan van advies dienen? Financiële instellingen willen dat graag, en voor hen is dit dus een belangrijke vraag. Tabel 10 liet al zien dat in het verleden de jongere ouderen een relatief grote voorkeur hadden voor onafhankelijke adviseurs. Maar tabel 14 laat zien dat naar de toekomst toe deze voorkeur alleen maar sterker wordt. Men wendt zich af van de adviseur van bank of verzekeraar, ten gunste van de onafhankelijke adviseur. Tabel 14. Persoon waaraan advies wordt gevraagd m.b.t. financiële zaken in verleden en toekomst; percentages Verleden Toekomst Bank 51.1 37.2 Verzekeringsmaatschappij 17.4 6.9 Onafhankelijke tussenpersoon 39.0 60.5 Kennis 11.2 11.3 Familielid 13.4 11.8 Anders 7.5 9.2 Uit tabel 10 bleek dat de voorkeur voor adviseurs voor banken en verzekeraars bij de ouderen het grootste is. Toch blijkt ook dat zij zich van hen afwenden. Figuur 4 laat zien dat de verschuiving naar een voorkeur voor onafhankelijke adviseurs uniform over de leeftijdgroepen is. De twee trendlijnen geven weliswaar een stijging weer naar leeftijd, de afstand tussen de lijnen is constant. Daarmee hebben de adviseurs van banken en verzekeraars een probleem, zeker wanneer de voorkeur voor onafhankelijke adviseurs geen leeftijd- maar een generatie-effect is. In dat geval sterft de groep met de grootste voorkeur voor adviseurs van de bank uit.

14 Figuur 4. Percentage respondenten met voorkeur voor een adviseur van bank of verzekeringsmaatschappij naar leeftijd De scepsis naar de adviseur van de bank heeft iets tragisch. Hij wordt gehinderd door het imago van zijn werkgever. Dit blijkt uit figuur 5, waarin wordt weergegeven in welke mate de respondenten vinden dat de mensen van de bank hun best voor hen doet en in welke mate de bank als organisatie zijn best voor zijn klanten doet. Een kleine 50% is bereid te geloven dat de mensen van de bank waar zij mee te maken hebben hun best voor hen doen. Maar slechts 30% denkt dat de bank als organisatie zijn best doet om voor zijn klanten. Deze scepsis neemt licht toe naarmate men ouder is.

15 Figuur 5. Perceptie van de mate waarin de bank of een persoon van de bank zijn best doet voor de respondent; percentages naar leeftijd De vraag is of de kredietcrisis effect heeft gehad op de perceptie van het functioneren van banken en hun adviseurs. Met betrekking tot de adviseurs is deze vraag direct aan de respondenten gesteld. De uitkomsten staan in tabel 15. Bijna twee derde van de respondenten geeft aan dat hun kijk op adviseurs is veranderd; 16,3% beperkt dat tot banken. Tabel 15. Consequenties kredietcrisis voor adviseurs; verdeling n % Heeft de kredietcrisis van de afgelopen twee jaar uw kijk op beroepsmatige financiële adviseurs veranderd? Nee 390 36.4 Ja, op adviseurs die bij banken werken 174 16.3 Ja, op alle adviseurs 506 47.3 Totaal 1070 100.0 Gaat u vanwege de kredietcrisis anders om met financiële adviseurs? Nee, je hebt ze toch nodig 21 2.0 Nee, want ik maakte toch al geen gebruik van dit soort adviseurs 285 26.6 Ik zal daar in de toekomst minder gebruik van maken 104 9.7 Ik zal me nooit meer met een beroepsmatige financiële adviseur inlaten 80 7.5 Ik zal adviseurs blijven raadplegen, maar meer moeite doen om hun adviezen te controleren 190 17.8 Totaal 680 63.6 Het goede nieuws is echter dat het percentage respondenten dat vroeger wel gebruik maakte van adviseurs maar ze nu buiten de deur wil houden beperkt is. De crisis leidt echter wel tot beperking van de diensten van adviseurs, en een grotere mate van scepsis bij de adviezen. Degenen die anders tegen adviseurs, met name die van banken, zijn gaan aankijken zijn vaak degenen die ook behoefte

16 hebben aan advies. Uit tabel 16 (middelste kolom) blijkt het te gaan om 6,3% die nu aan advies behoefte hebben en 44,8% die in de toekomst die behoefte denken te hebben. Degenen die in de toekomst advies nodig denken te hebben zeggen hun adviseurs beter te gaan controleren. (tabel 17) Tabel 16: Behoefte aan advies naar de kijk op adviseurs na de kredietcrisis; kolompercentages Kijk niet veranderd Kijk veranderd op adviseurs van banken Kijk veranderd op alle adviseurs Ja, behoefte aan advies 4.6 6.3 5.3 Nee, maar in de toekomst wel behoefte aan advies 26.7 44.8 30.0 Nee, nooit behoefte aan advies 68.7 48.9 64.6 Tabel 17. Behoefte aan advies afgezet naar verandering in gedrag t.o.v. financiële adviseurs na crisis; rijpercentages behoefte aan advies In de toekomst Ja wel Nee nooit Nee, je hebt ze toch nodig 19.0 33.3 47.6 Nee, want ik maakte toch al geen gebruik van dit soort adviseurs 1.8 25.3 73.0 Ik zal daar in de toekomst minder gebruik van maken 1.9 39.4 58.7 Ik zal me nooit meer met een beroepsmatige financiële adviseur inlaten 1.3 21.3 77.5 Ik zal adviseurs blijven raadplegen, maar meer moeite doen om hun adviezen te controleren 13.7 48.9 37.4 De vertrouwenscrisis bij de banken is ook overgeslagen naar de consument. Adviseurs van banken worden minder vertrouwd, en adviseurs in zijn algemeenheid worden minder vertrouwd. Dit doet zich vooral voor bij de mensen die de adviseurs het hardste nodig hebben. Op dit moment neemt men zich voor de adviseurs dan maar beter te controleren. Hoe men dat precies denkt te gaan doen kan nu niet op een realistische manier worden onderzocht, omdat dit voor de doorsnee respondent nog een eind in de toekomst ligt. Het is een vaag voornemen. De mogelijkheden via het internet nemen echter toe; het ligt voor de hand te voorspellen dat de kredietcrisis het werk van professionele adviseurs, met name zij die verbonden zijn aan financiële instellingen, een stuk lastiger zal maken. Maar de positieve kant hiervan is dat er ook meer eer aan te behalen valt.