AARDRIJKSKUNDE VOOR DE ONDERBOUW 1 VMBO-KGT. werkboek



Vergelijkbare documenten
De Geo 2 TH Aardrijkskunde voor de onderbouw Antwoorden hoofdstuk 1

Welk plaatje past bij de tekst?

4,3. Werkstuk door een scholier 2417 woorden 3 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 1. Wat zijn de kenmerken van onderontwikkeling?

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

De Geo 2 bk Aardrijkskunde voor de onderbouw Antwoorden hoofdstuk 1

Verwijswoorden begrijpen

MINDER ARMOEDE MILLENNIUMDOEL 1. Beantwoord de volgende vragen en gebruik daarbij de kaart MINDER ARMOEDE.

Nigeria. 1. Bevolking en welvaart in Nigeria 2. Voedselvoorziening in Nigeria 3. Nigeria in de wereldeconomie 4. Gezond in Nigeria

Een deel van het onderzoek doe je met z n tweeën, het andere deel doe je zelfstandig. Dit onderzoek telt als repetitie A en B.

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Bevolkingsspreiding. Waar zit iedereen? Juist of onjuist: China is het grootste land ter wereld. A. Juist. B. Onjuist

Kritisch kijken op verschillende schaalniveaus

Bevolkingsgroepen DOE KAART 1. Naam van het project. Als je voor deze opdracht kiest leer je meer over een bepaalde bevolkingsgroep.

2 Landschapszones op aarde SO 1

Schrijf alle antwoorden op een apart antwoordblad.

Je gaat een tekst lezen over insecten eten. Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen.

Braziliaanse regenwoud. Jesse Klever. Groep 7

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

4 Gedrag. 4.2 Aapt een aap echt na? 4.4 Hoe leven dieren samen in een groep? 4.1 Opdrachten Opdrachten

Spreekbeurt Aardrijkskunde De Verenigde Staten: land van migranten

6,2. Werkstuk door een scholier 1726 woorden 7 januari keer beoordeeld. 10 kenmerken over de mate van ontwikkeling van een land:

De antwoorden zoek ik op in de Bosatlas, en vergelijk ik met Nederland, Japan en Chili. Hieronder zie je waar de vier landen liggen.

Klas 4 mavo. Werkstuk ontwikkelingsland hoofdstuk 7 Pagina 1

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

Ontwikkelingssamenwerking vmbo-kgt34

Wat doe ik als ik het niet meer snap?

NEDERLAND HELPT NEPAL KOM IN ACTIE!

Nader bekeken vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

In de tekst komen moeilijke woorden voor. In stap 4 achterhalen de kinderen de betekenis hiervan.

Koopkracht: de waarde van geld

5) Bonusvraag verschillen tussen: stad en platteland, rijkdom, werkvoorziening, diensten, landbouw en industrie

VERSCHIL ZAL ER ZIJN AARDRIJKSKUNDE VMBO BOVENBOUW. tussen buurten, wijken en regio s in Nederland

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

F Lees bron 1 en beantwoord daarna opdracht 1.

Landengids voor: Landengids

Voorbeeld toetsen aardrijkskunde

Hoofdstuk 5 - Tabellen, grafieken, formules

Expeditie M&M. Microkredieten. lesbrief. ontdek avontuurlijk leren. Foto: Roel Burgler / Hollandse Hoogte

LESINSTRUCTIE GROEP 5/6

F Lees bron 1 en beantwoord daarna opdracht 1.

PROJECT. schaalrekenen. aardrijkskunde en wiskunde 1 vmbo-t/havo. naam. klas

Diversiteit hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, les 1,2,3

Sectoren. Inhoud. 1. Het sectorwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Sectorwerkstuk

De trek naar de stad 1. Wonen in Lagos 2. Blad 1. Mega Enorm groot. Een megastad is een enorm grote stad.

Werken aan de Wereld Lessenserie 2013 Niveau 2 en 3

Waterrijk. 1. Aanzetten. 1.a Waterrijk

Zwart Afrika. Oorspronkelijke bevolking: donkere huidskleur

In deze les werk je in groepen van drie of vier personen. Vul hier de namen van de groepsleden in:

Je kunt straks: uitleggen wat letterlijk en figuurlijk is vertellen dat de schrijver soms iets anders bedoelt dan wat er staat

Ontwikkelingssamenwerking hv123. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

1. De bevolkingsspreiding en -groei in de wereld

Water en drinkwater (waterhardheid en ontkalken)

Ontwikkelingssamenwerking hv123. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

1 De tropische regenwouden liggen.. de evenaar. 2 Nederland ligt.de evenaar. 3 Het Amazone gebied ligt. de evenaar.

Laat uw leerlingen het artikel Tuinen van de toekomst lezen op pagina 12/13 van 7Days.

Arm en rijk - Kenmerken van ontwikkelingslanden

Naam: WATER. pagina 1 van 8

een wereld apart Vanuit aardrijkskundige (= geografische) invalshoek

Samenvatting Economie H8

Voor jongeren in het praktijkonderwijs. Storm raast over de Filipijnen

Opdrachten : Je moet 5 verschillende opdrachten maken. Zorg dat je daarvoor in tenminste 3 verschillende werkplekken komt.

Dagboek Nederland onder water?! Komt Nederland onder water te staan? En wat kunnen jij en de politiek doen om dit te voorkomen?

Praktische opdracht Economie Derde Wereld schuld

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Lesbrief: Reis rond de wereld Thema: Hoe kom ik daar?

Afghanistan. NAVO-militair gedood in Zuid-Afghanistan

1. Kaartbeeld van de wereld 1

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Je gaat een tekst lezen over insecten eten. Lees de uitleg hierna en lees de tekst. Maak dan de vragen.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 3.4 t/m 3.6

JE EIGEN BUURT OMSTREEKS 1935

Ontwerp je eigen prefabhuis

PLANTAGELANDBOUW IN LATIJNS-AMERIKA

Een verplichte vraag die over het onderwerp moet worden beantwoord is: welke invloed heeft dit (gehad) op het landschap?

Hoeveel manieren worden er gebruikt bij aardrijkskunde om de welvaart in een land te meten?

Noordhoff Uitgevers bv

Lesbrief DUURZAAM BOUWEN OPDRACHT 1 - WAT IS DAT, DUURZAAMHEID?

Welzijn vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

What s up Zuiderzeeland? aardrijkskunde, praktische opdracht

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

PROJECT. schaalrekenen. aardrijkskunde en wiskunde 1 havo/vwo. naam. klas

H2: Europa, verenigd of versnipperd?

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK

Eindtoets hoofdstuk 1

Profielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk

Vicieuze cirkel vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Strategieles Verbanden (Relaties en verwijswoorden) niveau A

Spreekbeurtinformatie Millenniumdoelen

INHOUD. Inleiding Aardbevingen Bergen Bosbranden Koraal Lawines Meteorieten Onweer...

Samenvatting Aardrijkskunde H1 Zuid-Afrika en Argentinië

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

Blok 1 - Vaardigheden

Ik heb geen idee wat het betekent. Ik heb dit woord wel eens gezien of gehoord.

PERIODESCHRIFT AARDRIJKSKUNDE EUROPA EN DE WERELD

Taak 1 en 2 De Balans deel 1

Toeristen in Nederland

DE WERELD VAN DE GROTE STAD

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

Transcriptie:

AARDRIJKSKUNDE VOOR DE ONDERBOUW 1 VMBO-KGT werkoek

Inhoud 1 Kaart en atlas 3 Basis 1 Werken met de atlas 4 2 Werken met kaarten 6 3 Soorten kaarten en coördinaten 8 Samenvatting 10 2 Bevolking en cultuur 11 Basis 1 India 12 2 Bevolkingsspreiding 14 3 Bevolkingsgroei 16 4 Migratie 18 5 Cultuur en cultuurgeieden 20 Extra 6 Culturen in Nederland 22 Plus 7 Cultuurverschillen 24 Samenvatting 26 3 Klimaten 27 Basis 1 Chili 28 2 Aardol en temperatuur 30 3 Invloed van zee, wind en geergten 32 4 Droge en tropische klimaten 34 5 Gematigde en koude klimaten 36 Extra 6 De stijging van de zeespiegel 38 Plus 7 Klimaatveranderingen 40 Samenvatting 42 4 Werelden van verschil 43 Basis 1 Brazilië 44 2 Landen in ontwikkeling 46 3 Kenmerken van ontwikkelingslanden 48 4 Ongelijkheid en tegenstellingen 50 5 Mogelijkheden voor ontwikkeling 52 Extra 6 Indonesië in ontwikkeling 54 Plus 7 Winnaars en verliezers 56 Samenvatting 58 5 De actieve aarde 59 Basis 1 Nieuw-Zeeland 60 2 Een gearsten aardkorst 62 3 Vulkanen 64 4 Aardevingen 66 5 De aardkorst wordt afgeroken 68 Extra 6 IJsland, het land van vuur en ijs 70 Plus 7 Planeten in ons zonnestelsel 72 Samenvatting 74 6 Mississippi en Nijl 75 Basis 1 Stroomgeieden Mississippi en Nijl 76 2 Bevolking en cultuur 78 3 Klimaten 80 4 Economie 82 5 Actieve aarde 84 Samenvatting 86 Stappenplan 87 Topografie India 88 Topografie Chili 90 Topografie Brazilië 92 Topografie Nieuw-Zeeland 94 Topografie Mississipi en Nijl 96 Werkladen 99 2

4 Werelden van verschil 43 544814_h4.indd 43 31-07-12 09:59

Basis Hoofdstuk 4 1 Brazilië Werelden van verschil Wat moet je kennen en kunnen? Je kent de elangrijkste kenmerken van de evolking van Brazilië. Je kunt Brazilië vergelijken met Nederland. Je kunt van gegevens een cirkelgrafiek maken. Je kent de topografie van Brazilië. Intro 1 Bekijk de video over Brazilië. Proeer daarna met een klasgenoot de ontrekende woorden in te vullen en de vragen te eantwoorden. a In welk werelddeel ligt Brazilië? De hoofdstad van Brazilië is. Twee andere grote steden zijn: c Hoeveel inwoners heeft Brazilië? d Vergelijk het aantal inwoners van Brazilië met dat van Nederland. Hoeveel inwoners heeft Nederland? Bereken met de hulplijnen en de schaal van ron 1 de volgende afstanden in Brazilië. Noord-zuid = ongeveer kilometer. Oost-west = ongeveer kilometer. 4 a Brazilië is een groot land. Er zijn maar vier landen op de wereld groter. Welke zijn dat? 1 2 3 4 Brazilië is 205 keer groter dan Nederland. Maar er wonen maar 12 keer meer mensen. Hoeveel inwoners leven er per vierkante kilometer in Brazilië? c Hoeveel inwoners per vierkante kilometer heeft Nederland? d Brazilië heeft steden met meer dan tien miljoen inwoners. 2 Deze vragen gaan ook over de video van Brazilië. a Waarmee verdient Brazilië veel geld? figuur 1 Zuid-Amerika. Brazilië verdient hier veel geld mee. Toch is er een groot verschil tussen arm en rijk. Welke informatie haal je uit de film over de rijken? c Welke informatie haal je uit de film over de arme evolkingsgroep? schaal 1 : 75 000 000 3 Geruik ron 1. a Maak een schatting. Een kwart De helft Driekwart van de oppervlakte van Zuid-Amerika hoort ij Brazilië. 44

5 Brazilië is het grootste land van Zuid-Amerika. a Schrijf in figuur 1 de namen van de landen van Zuid- In welke volgorde zijn de verschillende evolkingsgroepen naar Brazilië gekomen? Amerika. In elk land schrijf je met drie letters de naam van het land. Suriname wordt ijvooreeld Sur. Oorspronkelijke ewoners (indianen). In de loop van de tijd heen groepen zich gemengd tot Welke twee landen grenzen niet aan Brazilië? mulatten (afstammelingen van Afrikanen en Europeanen), mestiezen (afstammelingen van indianen en Europeanen) en cafuzos (afstammelingen van indianen en Afrikanen). 6 De meeste mensen in Brazilië leven in steden. Bekijk in je handoek de foto op de openingspagina van dit hoofdstuk. Veroveraars (Portugezen en andere Europeanen). Contractareiders voor de plantages (Aziaten). a Vergelijk de huizen links op de foto met de geouwen Slaven om op de (suiker)plantages te werken (Afrikanen). rechts op de foto. Welke verschillen zie je? figuur 2 De verschillende evolkingsgroepen in Brazilië. Bekijk ron 3 en 4. Vergelijk deze ronnen met de openingsfoto. Bron 3 is genomen in het linker rechter gedeelte van de openingsfoto. Bron 4 is genomen in het linker rechter gedeelte. c In Brazilië is er een wereld van verschil tussen rijke en arme mensen. De rijke mensen wonen in het linker rechter gedeelte van de openingsfoto. De arme mensen wonen in het linker rechter gedeelte van de foto. d Bekijk ron 3. Wie zullen in dit winkelcentrum van São Paulo inkopen doen? Leg uit. 7 Bekijk de tael. Aan de linkerkant staat een aantal zinnen, aan de rechterkant een aantal egrippen uit hoofdstuk 2. Legenda Bevolkingsgroep Aandeel in de evolking Indianen Portugezen en andere Europeanen Afrikanen Aziaten Mulatten, mestiezen en cafuzos 0,2% 54% 8% 0,8% 37% Geef wat ij elkaar hoort dezelfde kleur. Elk jaar worden er meer dan 3 miljoen kinderen georen. Dit cijfer is erg gedaald doordat er ijvooreeld meer ziekenhuizen zijn. Gemiddeld wonen er 24 mensen op elke vierkante kilometer. De mensen worden nu gemiddeld 72 jaar oud. De evolking groeit snel doordat het sterftecijfer daalt. Sterftecijfer Levensverwachting Geoortecijfer Bevolkingsdichtheid Geoorteoverschot 9 Veel Brazilianen moeten rondkomen van minder dan $ 1,25 per dag. Daar moeten ze dus ook eten van kopen. a Welk voedsel zou jij kopen van $ 1,25? Zou jij in Nederland kunnen overleven met $ 1,25 per dag? Leg uit. Ja Nee, want 8 De oorspronkelijke ewoners van Brazilië zijn indianen. In de loop van de tijd zijn heel wat mensen naar Brazilië gekomen. a Geruik figuur 2. Maak van de gegevens in de tael een cirkelgrafiek. De indianen vormen de kleinste groep. Die is al ingevuld. Vergeet de legenda niet! 10 Maak de topografie van Brazilië achter in je werkoek. 11 Maak de Google Earth-opdracht over Brazilië. 45

Basis Hoofdstuk 4 2 Werelden van verschil Landen in ontwikkeling Wat moet je kennen en kunnen? Je kent de estaansmiddelen: landouw, industrie en diensten. Je kent het verschil tussen zelfvoorzienende en commerciële landouw. Je kent de stappen in de ontwikkeling van een land. Je kunt het verand uitleggen tussen de hoogte van het p per hoofd en het elangrijkste estaansmiddel van een land. Intro 1 Lees de intro. Wanneer en je arm? Vul in: goed fout. Je ent arm als er geen geld is voor... de voetalvereniging voldoende voedsel een goed huis een vakantie een computer medicijnen een roek een roek van een duur merk c Bp Bp per hoofd Definitie Brazilië Nederland Het p per hoofd is het p gedeeld door het aantal Streep het foute woord door: Brazilië heeft een hoger lager p dan Nederland. Een Nederlander heeft een hoger lager p per hoofd dan een Braziliaan. Een Nederlander is rijker armer dan een Braziliaan. d Een land met een hoog p lijkt dus heel rijk, maar kan toch een laag p per hoofd heen. Hoe komt dat? school Rijke en arme landen 2 Geruik ron 1. Lees de legenda goed! a Arme geieden zijn geieden met een jaarinkomen dat lager is dan 5.000 per inwoner. Streep de arme geieden door: Afrika Europa Zuid-Amerika Noord-Amerika Zuidoost-Azië rest van Azië Australië Japan. Rijke geieden zijn geieden met een jaarinkomen dat hoger is dan 10.000 per inwoner. Onderstreep ij vraag a de rijke geieden. c In de geieden die overlijven verdienen de mensen dus gemiddeld tot per inwoner per jaar. d Het jaarinkomen per persoon noem je het 3 Geruik de tael en de antwoorden op vraag 1 en 2. a Vul in: 34.551 1.551 miljard Alle inkomsten van een land 588 miljard Het gemiddelde inkomen van een inwoner 7.714. Bestaansmiddelen 4 a Mensen verdienen geld door te werken in de landouw, industrie of diensten. Er zijn drie soorten estaansmiddelen. Geef de goede cominaties dezelfde kleur. Wat doen de mensen? Halen producten uit de natuur. Verwerken producten uit de natuur of maken nieuwe producten. Ze maken niets. Ze doen iets voor een ander. Bestaansmiddelen Industrie Diensten Landouw Vooreeld Boer Docent Farieksareider Er zijn twee vormen van landouw: zelfvoorzienende landouw en commerciële landouw. Wat is het verschil tussen deze twee? 46

figuur 1 Bp en estaansmiddelen. estaansmiddelen landouw industrie diensten (Bnp) per hoofd in euro 35 000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Land Bijvooreeld Ethiopië Bijvooreeld Marokko Bijvooreeld Zuid-Afrika Bijvooreeld Nederland Bp per hoofd Bestaansmiddelen c In welke sector werken de meeste mensen in ontwikkelingslanden? zelfvoorzienende landouw commerciële landouw industrie diensten 5 Geef van elk estaansmiddel een eigen vooreeld. Landouw: Industrie: Diensten: Met iedere stap gaat het p per hoofd omhoog omlaag. 8 Met de stappen van ontwikkeling kun je ook kijken naar grotere geieden. Zet achter elk geied de juiste stap van ontwikkeling. West-Europa: stap Midden-Oosten: stap West-Afrika: stap Azië: stap Zuid-Afrika: stap 6 Geruik ron 4 en figuur 1. Op de wereld zijn er rijke en arme landen. a Zet het p per hoofd ij de juiste stap en het juiste land: 714 34.551 3.428 7.642. Vul nu de estaansmiddelen in ij de juiste stap en het juiste land: zelfvoorzienende landouw diensten commerciële landouw industrie. Hoe ontwikkelt een land zich? 7 In figuur 1 he je de ontwikkeling van landen ingedeeld in vier stappen. a Lees de volgende zinnen. In welke stap zit het land? Stap Hoofdkantoren van anken uit de hele wereld vestigen zich hier. Stap Bron 3. Stap Bron 2. Stap Brazilië exporteert cacao, maïs, onen, kippenvlees en rundvlees. 9 Nederland heeft in de geschiedenis ook de stappen van ontwikkeling doorlopen. Zet achter elke omschrijving de juiste stap van ontwikkeling. Opkomst van farieken rond 1850: Boeren houden schapen. De mest wordt geruikt voor de akkers: Nederland nu: Door het geruik van machines gaan de oprengsten in de landouw omhoog: 10 Vul de ontrekende woorden in. Brazilië is een land in ontwikkeling. Eigenlijk is het langzaam aan het overstappen van stap naar stap. Dat kun je zien aan het dat toeneemt. Daardoor verliest Brazilië langzaam de kenmerken van een. 11 Maak de herhalingsles ij paragraaf 1 en 2. 47

Basis Hoofdstuk 4 3 Werelden van verschil Kenmerken van ontwikkelingslanden Wat moet je kennen en kunnen? Je kent de kenmerken van een ontwikkelingsland. Je kent de redenen waarom mensen in ontwikkelingslanden naar de stad verhuizen. Je kunt de mate van ontwikkeling van een land aflezen met informatie uit de atlas. Intro 1 a Bekijk de foto s in het handoek. Zet in de tael voor elke tekst het nummer van de ron die erij hoort. Schrijf ook de egrippen op uit deze paragraaf die ij de teksten horen. Bron Bron: Begrip: Bron: Begrip: Bron: Begrip: Bijschriften Ik en Pedro. Ik he zelf een aantje edacht om wat geld te verdienen. Elke dag loop ik door de stad om lege likjes te verzamelen. Die verkoop ik weer door. Daarmee verdien ik ongeveer $ 1,25 per dag. De meeste Brazilianen kunnen lezen en schrijven. Veel kinderen gaan namelijk naar school, ook in kleine dorpen op het platteland. Ook Pedro gaat naar school. In de arme wijken van de stad ouwen mensen hun eigen huizen. Ze heen daar vaak geen stromend water. Dat moeten ze ergens gaan halen in emmers. Kenmerken van ontwikkelingslanden 2 Wat zijn kenmerken van een ontwikkelingsland? Omcirkel in de laatste kolom van de tael alleen de letters ij de goede zinnen. Maak daarna met die letters een woord. Welk woord is dat? Te weinig voedsel en schoon drinkwater. Iedereen heeft werk. Veel mensen werken in de vluchtsector. Snelle groei van steden ( sloppenwijken ). Hoog p per hoofd. Een grote evolkingsgroei. Veel mensen werken in de diensten. Niet kunnen lezen of schrijven ( analfaetisme ). Laag p per hoofd. Hoge kindersterfte. a k o m l r s d e e 3 Eén van de kenmerken van een ontwikkelingsland is een hoge kindersterfte. Hoe zou dat komen? Schrijf twee oorzaken op. 4 Welke etekenis hoort ij het egrip? Geef de goede cominaties dezelfde kleur. Arme wijk aan de rand van de stad. Zelfedachte aantjes waar je geen geld of opleiding voor nodig het. Niet kunnen lezen of schrijven. Het aantal kinderen dat in het eerste levensjaar sterft per duizend levendgeorenen. Trek naar de stad Kindersterfte Sloppenwijk Vluchtsector Analfaetisme 5 Waarom trekken mensen in ontwikkelingslanden naar de stad? Om een mooi, groot huis te kopen. Op het platteland is er te weinig werk en geen toekomst. Om dicht ij de winkels te wonen. In de hoop op een aan en dus een eter leven. 6 Veel mensen die naar de stad trekken, komen in een sloppenwijk terecht. a c Waarom heten die wijken zo? Waarom komen ze daar terecht? Bekijk ron 3. In welk land leven heel veel mensen in sloppenwijken? 7 Vul de ontrekende woorden in. Kies uit: aantjes geld vluchtsector werk opleiding. Veel mensen kunnen geen Ze komen daardoor in de doen zelfedachte of vinden. terecht. Ze waar je geen geld voor nodig het. Dit levert weinig op. 48

Verschillen tussen ontwikkelingslanden 8 In je atlas kun je veel informatie over ontwikkelingslanden vinden. Je kijkt naar Brazilië, Nigeria en Nederland. a Geruik ron 2 van paragraaf 1. Hoe hoog is de kindersterfte in Nederland? ay s per duizend levendgeorenen per jaar. Hoe hoog is de kindersterfte in Brazilië? ay s per duizend levendgeorenen per jaar. 11 Geruik figuur 1. Zet met de cijfers uit de tael de acht landen in volgorde van ontwikkeld naar minder ontwikkeld. Het meest ontwikkelde land krijgt een 1, het minst ontwikkelde land een 8. Tip: geef het land met de hoogste levensverwachting een 1, die daarna komt een 2 enzovoort. Doe hetzelfde voor de andere kolommen. Tel daarna per land de getallen op en zet ze in volgorde hieronder. 1 = 5 = Geruik nu je atlas en zoek met het zaakregister. 2 = 6 = Hoe hoog is de kindersterfte in Nigeria? ay s per duizend levendgeorenen per jaar. 3 = 7 = 4 = 8 = 9 Je het ij sommige vragen weer je atlas nodig. Geruik de wereldkaarten achter in je atlas. Je kijkt weer naar Brazilië, Nigeria en Nederland. a Welk land is economisch het sterkst? En welk land is economisch het zwakst? Welk land heeft de grootste evolkingsgroei? Zet de drie landen op volgorde. c In welk land heeft de grootste groep mensen niet genoeg drinkwater? In welk land heen de meeste mensen genoeg te eten? figuur 1 Land Levensverwachting Kindersterfte per 1.000 georenen Analfaetisme Aantal mensen onder de armoedegrens Brazilië 72,5 jaar 21 11,5% 26% China 75 jaar 16 8,5% 3% India 67 jaar 48 39% 25% Kenia 59,5 jaar 52 15% 50% Nederland 80,5 jaar 5 1% 11% Portugal 78,5 jaar 5 6,5% 18% Sierra Leone 56 jaar 78 65% 70% VS 78 jaar 6 1% 12% d e Welk land is een echt ontwikkelingsland? Als je nu alle kenmerken van ontwikkelingslanden 12 a Je het in de vorige paragraaf geleerd dat rijke landen veel diensten heen en arme landen veel landouw. Het ekijkt, welk werelddeel heeft dan de meeste ontwikkelingslanden? est arme Brazilië heeft een grote dienstensector, maar zit toch niet in stap 4. Hoe komt dat? 10 Stel dat een land zich ontwikkelt. Schrijf op of er dan een stijging of een daling is. Schrijf ook een reden op. Kindersterfte: daalt stijgt. Reden: Analfaetisme: daalt stijgt. Reden: Toch ontwikkelt Brazilië zich sterk en is het niet meer het armste ontwikkelingsland. Het verschil tussen Brazilië en Beschikaarheid van voedsel: daalt stijgt. Reden: de rijke landen wordt langzaam groter kleiner. Het verschil tussen Brazilië en ijvooreeld de meeste landen van Afrika wordt langzaam groter kleiner. 49

Basis Hoofdstuk 4 4 Werelden van verschil Ongelijkheid en tegenstellingen Wat moet je kennen en kunnen? Je kunt uitleggen waarom er verschillen in rijkdom en macht zijn tussen groepen mensen. Je kunt uitleggen waarom er tussen geieden in een land verschillen in rijkdom en macht zijn (centrum en periferie). Je kunt uitleggen waarom er verschillen in rijkdom en macht zijn tussen landen (centrum en periferie). Intro 1 a De intro gaat over Matheus Brocito, de eigenaar van een grote koffieplantage. Zet een streep onder de woorden die ij Matheus horen: arm rijk koffieplantage macht afhankelijk areider. Bekijk ron 1. Deze areider verdient alleen geld als er wordt geoogst en hij verdient dan $ 1,25 per dag. Kun je zo een gezin onderhouden? Geruik ron 3. Vul in. Kies steeds uit: noordoosten zuidoosten. Hier werken de meeste mensen in de landouw. Dit is het centrum. Hier is het arm. Het klimaat is droog en tropisch. Door de droogte is landouw moeilijk. Hier werken de meeste mensen in de industrie en diensten. Dit is de periferie. Hier is ijzererts gevonden. Er zijn daarom industrieën ontstaan. Het klimaat is nat en tropisch. Hier is het rijk. 5 De periferie is afhankelijk van het centrum. Maar andersom is de periferie ook heel elangrijk voor het centrum. Waarom? Verschillen tussen groepen mensen 2 Matheus Brocito hoort ij de elite. Mensen die ij de elite horen, heen geld en macht. De massa is een grote groep arme mensen. Zij zijn afhankelijk van de elite. Onderstreep de woorden die ij de elite horen. Omcirkel de woorden die ij de massa horen. president edelaar ankdirecteur fariekseigenaar schoenenpoetser landareider krantenjongen eigenaar van een koffieplantage grootgrondezitter. 3 Bekijk ron 2 en geruik de egrippenlijst. a Wat is de periferie van een stad? Wat is het centrum van een stad? Verschillen innen een land 4 a Niet alleen in een stad he je een tegenstelling tussen centrum en periferie. Ook innen een land he je arme en rijke geieden. Het noordoosten van Brazilië hoort ij de. Het zuidoosten is het. Hier liggen de grote steden zoals 6 Vul in: meer minder. In arme landen wonen arme mensen dan in rijke landen. De kindersterfte is in arme landen hoog. Door de armoede worden er kinderen georen dan in rijke landen. Door elke extra inwoner is er op het platteland steeds voedsel eschikaar. jongeren verhuizen naar de stad op zoek naar een etere toekomst. Want op het platteland is er steeds werk. De steden groeien snel. Er zijn steeds goedkope woningen eschikaar voor nieuwkomers. In de stad komen ze daardoor terecht in de sloppenwijken. 7 Ook Nederland heeft een centrum en een periferie. Zoek in je atlas de kaarten die gaan over de economie in Nederland. a In welke drie provincies is het inkomen het hoogst? En in welke vier provincies het laagst? In welke provincies werken de meeste mensen in de diensten? 50

Welke estaansmiddelen zie je vooral in andere provincies? c Kijk naar de werkloosheid in 2006. In wel gedeelte van het land is die het hoogst? d Kun je nu aangeven waar in Nederland het centrum en waar de periferie ongeveer liggen? Centrum: Periferie: 8 Binnen een stad is er centrum en een periferie, maar ook innen een regio of innen een land. Kijk nu naar regio s. Geruik de atlaskaart Nederland ruimtelijke ordening Economie en infrastructuur. Binnen de periferie zie je dat er centra zijn. Schrijf twee van die centra op. Centrum. De meeste mensen werken in de landouw. Het p per hoofd is 714. Kinderen kosten geld. 12 Figuur 1 estaat uit een wereldkaart en een kaart van Brazilië. a Geruik ron 4. Kleur in de wereldkaart het centrum rood en de periferie groen. Geruik ron 3. Ook innen een land zijn er verschillen. Kleur in de kaart van Brazilië het centrum rood en de periferie groen. figuur 1 Centrum en periferie. Brazilië 9 Veel jongeren uit de kop van Noord-Holland (periferie) verhuizen naar Amsterdam (centrum). Waarom zouden ze dat doen? Schrijf drie redenen op. B r a z i l i ë 10 Als jij in de periferie van Brazilië woonde, zou je dan naar het centrum verhuizen? Ja Nee, omdat centrum periferie Verschillen tussen landen 11 Ook in de wereld zie je grote verschillen (ron 4). De rijke landen zijn het centrum, de arme landen noem je de periferie. Zet voor elke uitspraak een E (= Ethiopië) of een N (= Nederland). Meer dan de helft van de evolking is analfaeet. Periferie. Het p per hoofd is 34.551. Kinderen leveren geld op, omdat ze kunnen werken. 13 In de periferie van de wereld liggen ontwikkelingslanden. Wat zijn de oorzaken voor onderontwikkeling? Streep de foute oorzaken door: machtsmisruik overstromingen droogte eerlijke regering urgeroorlog hoog geoortecijfer rijke machtheers studeren vruchtare grond laag geoortecijfer. 51

Basis Hoofdstuk 4 5 Werelden van verschil Mogelijkheden voor ontwikkeling Wat moet je kennen en kunnen? Je kunt uitleggen hoe mensen in arme landen hun leefomstandigheden kunnen vereteren. Je kunt manieren edenken waarop rijke landen de ontwikkelingslanden kunnen helpen. Je kunt manieren eschrijven waarop rijke landen op de lange termijn het leven in de ontwikkelingslanden kunnen vereteren. Intro 1 In een rijk land als Nederland kun je je niet voorstellen dat we hulp nodig heen van het uitenland. Toch was dat ooit zo. In 1953 overstroomde een groot deel van Zeeland, Noord-Braant en de Zuid-Hollandse eilanden. Meer dan 1.800 mensen kwamen om. Ongeveer 72.000 mensen waren op de vlucht. De Fransen, Belgen, Amerikanen, Duitsers en Engelsen schoten te hulp. Tegenwoordig helpt Nederland andere landen. Waarom heen andere landen hulp nodig? Schrijf vier redenen op. 2 In 2011 was het erg droog in het noordoosten van Afrika. Het was de ergste droogte in zestig jaar. Op sommige plekken had het al een jaar niet of nauwelijks geregend. Nederland zamelde 25 miljoen in om te helpen. Wat zou er met dit geld gedaan kunnen worden? Schrijf twee dingen op. Verhuizen naar de stad of het uitenland. Een kleine lening afsluiten voor je eigen edrijfje. De antwoorden die overlijven, leveren nu wel geen geld op, maar in de toekomst wel niet. 4 Juanita woont in de São Paulo. Haar levensverhaal is in de war geraakt. Zet het in de goede volgorde en je krijgt een naam. Begin met de vetgedrukte letter. M zet zich in voor microkredieten. Daarvoor had ik verf en kwasten nodig. De ank wilde mij het geld niet lenen. Maar ik kreeg een microkrediet. Een organisatie leende mij 100 zonder een onderpand te vragen. Het loopt uitstekend. Binnenkort openen we zelfs onze eigen winkel. De kinderen hoeven niet meer mee te helpen, maar kunnen nu naar school. Ik en Juanita. Ik en van het platteland naar São Paulo verhuisd. Mijn man en ik kregen drie kinderen in de sloppenwijk. Mijn uurvrouwen zagen mijn succes en wilden graag meewerken. We konden daardoor een groter microkrediet krijgen om een werkplaats en meer stoffen te kopen. Gelukkig verkocht ik de stoffen op de markt tegen een goede prijs. Ik maakte winst en etaalde de lening van 100 terug. Mijn man overleed aan aids toen we vijf jaar in de sloppenwijk woonden. Ik moest iets edenken om geld te verdienen. Ik ging stoffen verven. 5 Leg uit waarom mensen in ontwikkelingslanden zouden kiezen voor: a Meer aantjes tegelijk nemen. En je vrije tijd dan? Wat mensen zelf kunnen doen 3 In arme landen kunnen mensen zelf proeren een etere toekomst op te ouwen. a Kruis de uitspraken aan waarmee mensen geld verdienen. Kinderareid. Kinderen inenten tegen ziektes. Kinderen naar school laten gaan. Kinderen mee laten helpen met oogsten. Meer aantjes tegelijk nemen. Meer kinderen krijgen, die kunnen werken. Minder kinderen krijgen. Kinderen laten werken. Kunnen die niet eter naar school? c Microkrediet, want wie wil er nu een schuld heen (ron 2)? 52

Hulp vanuit rijke landen 6 Er zijn drie soorten ontwikkelingshulp : algemene hulp projecthulp noodhulp. Hieronder staan vooreelden van ontwikkelingshulp. Zet achter elke zin over welke soort hulp het gaat. Tenten voor een vluchtelingenkamp (urgeroorlog): Waterleiding: Scholen: Geld geven om schulden af te lossen: Artsen sturen na een aardeving: Geld lenen: 7 Bekijk ron 3. a Welke drie grote geieden in de wereld geven de meeste ontwikkelingshulp? Horen deze geieden ij het centrum of ij de periferie? c Het grootste deel van de wereld ontvangt ontwikkelingshulp. In welk werelddeel liggen de meeste landen die meer dan 25 per inwoner ontwikkelingshulp krijgen? Wat arme landen echt helpt! 8 a Een oud indiaans spreekwoord luidt: Geef een oer een hengel in plaats van een vis. Wat wordt hiermee edoeld? 9 Vul de woorden op de juiste plaats in: eigen enen eenmalig invoer fair trade schulden ontwikkelingssamenwerking ontwikkelingshulp. is meestal. Een land leert daarmee niet op te staan. Beter is het als rijke en arme landen samen kijken hoe een land lijvend op eigen enen kan staan. Dat heet. Bijvooreeld door kwijt te schelden. Als een arm land in een rijk land goederen wil verkopen, moet het daar vaak invoerrechten etalen. Rijke landen kunnen arme landen helpen door die invoerrechten af te schaffen. Zo wordt de gemakkelijker gemaakt. Een andere oplossing is een goede prijs etalen voor producten (ron 4). Dit is. 10 De Samenwerkende Hulporganisaties in Nederland zamelden ruim 111 miljoen in na de aardeving in Haïti (januari 2010). Waar zou jij dit geld aan esteden? Algemene hulp, projecthulp en/of noodhulp? Leg uit. Ontwikkelingshulp en ontwikkelingssamenwerking zijn niet hetzelfde. Hieronder staat het indiaanse spreekwoord nog een keer. Zet een streep onder dat deel van het spreekwoord dat gaat over ontwikkelingshulp. Omcirkel het deel van het spreekwoord dat gaat over ontwikkelingssamenwerking. Geef een oer een hengel in plaats van een vis. c In een dorp in Mali gaan veel kinderen dood doordat er niet genoeg schoon drinkwater is. Wat voor soort ontwikkelingshulp zou jij kiezen? Leg uit. 11 Maak de herhalingsles ij paragraaf 3 tot en met 5. 53

Extra Hoofdstuk 4 6 Werelden van verschil Indonesië in ontwikkeling Wat moet je kennen en kunnen? Je kunt in een groepje volgens het stappenplan een onderzoek doen over de vraag: is Indonesië in ontwikkeling? Intro 1 Maak deze opdracht in tweetallen. Geruik de ronnen in het handoek. Zo kom je al heel wat te weten over Indonesië. a Welke foto s horen ij: het centrum? Bron: de periferie? Bron: Welke foto s horen ij de volgende kenmerken (een foto mag je vaker invullen): Massa: ron Elite: ron Werken: ron Wonen: ron: Het onderzoek 2 a Maak een groepje met vier klasgenoten. Geruik ij je onderzoek het stappenplan van onderzoek. Dat staat achter in je werkoek. Inm ijng roepje zitten: 1 3 2 4 De eerste stap is: op het onderwerp. Dat heen jullie gedaan door vraag1 te eantwoorden. c De tweede stap is:. De hoofdvraag vind je door de titel van deze paragraaf vragend te maken. De hoofdvraag is: d Om antwoord op de hoofdvraag te vinden, he je informatie nodig. Die kun je vinden door deelvragen te eantwoorden. Om de deelvragen te vinden, geruik je de titels van de paragrafen in je handoek. Zet achter de deelvragen het juiste paragraafnummer. In welke stap van ontwikkeling zit Indonesië? Paragraaf: Welke verschillen tussen groepen mensen en geieden zijn er in Indonesië? Paragraaf: Is Indonesië een ontwikkelingsland? Paragraaf: Welke hulp is er voor Indonesië? Paragraaf: 3 De derde stap is: Ieder van jullie kiest een deelvraag. Die deelvraag ga je verder onderzoeken. Zet eerst de deelvragen en namen in de tael. De laatste kolom over de muurkrant vul je later in. Deelvraag Naam Titel stuk in muurkrant Spreek nu af hoeveel tijd jullie esteden aan het onderzoek. Bedenk dat jullie ook nog een presentatie moeten maken. Wordt dat een digitale muurkrant of een gewone muurkrant? Handig om rekening mee te houden als jullie op internet informatie gaan zoeken! 4 De vierde stap is: Iedereen gaat apart voor zijn eigen deelvraag informatie verzamelen. Je kunt geruikmaken van Google Earth en de ronnen en figuren in het handoek en werkoek. Geruik ook de atlas en internet. Schrijf steeds goed op waar je de informatie vandaan het. Dat he je nodig voor de ronvermelding. En je kunt zo later gemakkelijk iets terugvinden. Nog een paar handige links voor internet: www.geolinks.nl www.landenwe.net www.cia.gov/lirary/pulications/the-world-factook 54

5 De vijfde stap is: Je het veel informatie gevonden. Kies welke informatie van elang is. Soms is de informatie leuk om te weten, maar niet erg elangrijk voor de vraag! Zet de informatie in een logische volgorde. He je genoeg informatie om jouw deelvraag te eantwoorden? Bedenk een (voorlopige) titel voor jouw stuk. Zet die titel in de laatste kolom van de tael op de vorige ladzijde. figuur 1 Verschillen Nederland-Indonesië. 6 De zesde stap is: De hoofdvraag is: Is Indonesië in ontwikkeling? Om deze vraag te eantwoorden praat je eerst met elkaar over de informatie die jullie heen gevonden. De hoofdvraag vraagt om een mening. Praat met elkaar over de hoofdvraag, maar spreek eerst af wie de gespreksleider is! Door met elkaar te discussiëren wordt het vaak duidelijker. 7 De zevende stap is: Dat doe je met een digitale of gewone muurkrant. Tips: Bedenk met elkaar hoe de muurkrant eruit komt te zien. Spreek vooraf de volgorde af. Let erop dat de grote lijn in één oogopslag te zien is. Geruik niet alleen tekst, maar ook grafieken, taellen, Indonesië Nederland Hoofdstad Jakarta Amsterdam Oppervlakte land (km 2 ) 1.811.569 33.783 Bevolkingsaantal ( miljoen) 245,6 16,7 Bevolkingsdichtheid per km 2 135 494 Religie 3% katholiek 6%p rotestant 86%m oslim 2%h indoestaans 27% katholiek 17%p rotestant 5%m oslim 7%a nders 3%a nders Lezen en schrijven 90% 99% Levensverwachting 71 jaar 80,5 jaar Geoortecijfer per 1.000 18 11 Kindersterfte per 1.000 geoorten 28 3,8 Inkomen per hoofd per jaar 3.000 34.551 Beroepsevolking 38% landouw 13%i ndustrie 49%d iensten 2% landouw 19%i ndustrie 79%d iensten afeeldingen en natuurlijk kaarten. Als jullie een mondelinge presentatie geven, ereid deze dan goed voor. 8 De achtste stap is: Wat he je geleerd? Wat ging goed ij het samenwerken? Wat ging minder goed ij het samenwerken? Wat ging goed ij de presentatie? Wat zijn vereterpunten? Bespreek samen het onderzoek na. Wat zijn jullie conclusies? figuur 2 300 miljoen 250 miljoen 200 miljoen 150 miljoen 100 miljoen 50 miljoen 0 figuur 3 Bevolkingsgroei Indonesië. 265 220 190 146 1980 1990 2000 2020 Verdeling eroepsevolking. Legenda: Landouw (38%) Industrie (13%) Diensten (49%) 55

Plus Hoofdstuk 4 7 Werelden van verschil Winnaars en verliezers Wat moet je kennen en kunnen Je kent drie vormen van afwenteling. Je kunt het egrip afwenteling toepassen op het Amazonegeied. Je kunt uitleggen waarom duurzame ontwikkeling een oplossing is voor het Amazonegeied. c Verklaar de ligging van de natuurparken en de ontoste geieden. figuur 2 Het Amazonegeied. Intro 1 Geruik ron 1. a Het grootste deel aaneengesloten regenwoud ligt in het oosten westen noorden zuiden van Brazilië. Het regenwoud wordt steeds verder aangetast vanuit het oosten westen noorden zuiden. c Wie zijn de verliezers in het Amazonegeied volgens ron 2? d En wie zijn de winnaars? Afwenteling 2 Geruik figuur 1. Vul steeds het juiste percentage in. % van de tropische regenwouden vind je in Brazilië en %i nd er est van Zuid-Amerika. figuur 1 De regenwouden liggen in de tropische zone op aarde. Hier zijn ook de meeste arme landen. rest van Afrika Dem. Rep. 9% Kongo 10% rest van Zuidoost-Azië Indonesië 13% 10% 25% 33% Brazilië rest van Zuid-Amerika 3 a Op de kaart van figuur 2 staat het Amazonegeied. De Amazone is de op één na grootste rivier van de wereld. De Amazone heeft meer dan 1.100 zijrivieren, waarvan er zeventien langer zijn dan de Rijn. Kleur de Amazone en de zijrivieren lauw. Via de wegen vindt er veel ontossing plaats. Kleur in figuur 1 de ontoste geieden rood en de natuurparken groen. Legenda nationaal park ontost geied 4 Het tropisch regenwoud van het Amazonegeied is kleiner geworden. Hieronder staan zes zinnen. Onderstreep in elke zin een winnaar en omcirkel een verliezer. Tropisch hardhout wordt veel gevraagd op de wereldmarkt. Daarvoor moeten omen worden gekapt. Buitenlandse edrijven verdienen hier veel aan. De delfstoffen in het Amazonegeied kunnen nu gemakkelijk uit de grond worden gehaald. De eigenaar van de mijn wordt rijker. De mijnareider niet. Op veel plekken die door de omenkap vrijkomen, verouwen uitenlandse edrijven soja. Daarmee worden dieren in de westerse landen gevoerd. Voor de indianen is er ijna geen grond meer. Door wegen aan te leggen wordt het tropisch regenwoud ereikaar. Grote vrachtauto s kunnen grondstoffen als goud en hout afvoeren naar rijke landen. Door de aanleg van stuwdammen verdwijnen er veel dorpen van indianen. In Brazilië komt 97% van de elektrische energie uit stuwdammen. Dat is gunstig voor de Brazilianen. 56

In het Amazonegeied komen veel verschillende c Door de ontossing verandert ook de waterkringloop. planten en dieren voor. Ook die verdwijnen als de omen verdwijnen en plaatsmaken voor veeteelt. Door het kappen van omen gaat het uiteindelijk minder regenen. Waarom is het erg als het minder regent? 5 a Geruik ron 4. Wie zijn volgens deze ron de winnaars? c d Zijn dit rijke of arme landen? De verliezers zijn Zijn dit rijke of arme landen? Duurzame ontwikkeling 9 In Brazilië kan voor iedere gekapte oom een nieuwe oom geplant worden. En Brazilianen kunnen leren duurzaam gewassen te verouwen. Vul de volgende woorden in: aarde 6 Dit hoofdstuk gaat over welvaart en armoede. De welvaart van de rijke landen heeft negatieve gevolgen. Dat noem je afwenteling. Er zijn dus winnaars en verliezers. Zet een streep onder de winnaars in deze wereld: rijke landen arme landen toekomstig generaties huidige generaties internationale edrijven het milieu. Degened ie overlijven zijnd e verliezers. zuinig leefaar toekomst. Een oud indiaans spreekwoord luidt: We heen de aarde in ruikleen gekregen van onze kinderen. Dat etekent dat je moet zijn op de om deze in de ook nog te houden. Je geruikt dan de natuur zonder schade achter te laten voor toekomstige geruikers. Dat noem je duurzame ontwikkeling. 7 Geruik de tael. Zet de volgende woorden ij de juiste verliezer in de tael: lage prijs voor grondstoffen ontossing vervuiling minder grondstoffen minder natuur dumpen van afval. 10 a De oplossing voor veel prolemen is duurzame ontwikkeling. Vaak worden hierij de 3 P s geruikt. Wat hoort ij elkaar? Geruik drie verschillende kleuren en kleur de goede Verliezers Arme landen Het milieu Toekomstige generaties Gevolgen cominaties. Planet Mensen Economie Prosperity Planeet Samenleving Geef een eschrijving van duurzame ontwikkeling van het tropisch regenwoud met de 3 P s. 8 a Geruik ron 3. Het regenwoud heeft een eigen kringloop van water. Geef met cijfers de volgorde aan. Uit waterdamp ontstaan weer nieuwe wolken. Regenwater trekt de grond in en wordt opgenomen door de planten. 1 Boven het regenwoud vallen regenuien. De planten geven water als waterdamp aan de lucht af. 11 Een uitenlandse zakenman in China veraasde zich over de snelle groei in dit land. Hij zei tegen een Chinees: Hopelijk zullen jullie innenkort ook onze levensstandaard heen. De Chinees antwoordde: Jullie hadden de helft van de hulpronnen van de aarde nodig om die levensstandaard te krijgen. Hoeveel aardes heeft China nodig? Van het regenwater stroomt slechts 5% af via het oppervlaktewater. Wat geeurt er met de andere 95%? Uit dit verhaal lijkt dat duurzame ontwikkeling moet, want 57

Hoofdstuk 4 Samenvatting Werelden van verschil Maak de samenvatting van dit hoofdstuk in het schema hieronder. Zoals je ziet, estaat de samenvatting uit kernwoorden. Het doel is de inhoud van elke paragraaf kort samen te vatten. Vul de ontrekende woorden en zinnen op de stippellijnen in. Paragraaf 1 Brazilië Werelddeel: Grote steden: Bevolking: ruim miljoen Bevolkingsgroepen: indianen, Europeanen, Afrikanen, Aziaten en gemengde groepen. verdeling tussen arm en rijk. Topografie leren. Paragraaf 2 Landen in ontwikkeling 4 estaansmiddelen: landouw, landouw, en. Bp = Totale inkomen van een land per jaar. Beter kijken naar: heen een laag p per hoofd. 4 stappen in de ontwikkeling van een land: Stap 1: Stap 3: Stap 2: Stap 4: Paragraaf 3 Kenmerken van een ontwikkelingsland Kenmerken rijke landen Kenmerken arme landen Binnen de arme en rijke landen zijn veel verschillen in ontwikkeling. Trek naar de stad op zoek naar etere. Veel migranten komen terecht in. Werk vinden is moeilijk. Zelf aantjes edenken = Paragraaf 4 Ongelijkheid en tegenstellingen Centrum - periferie = tegenstelling in ontwikkeling drie mogelijkheden: 1 Binnen 2 Binnen 3 Tussen Grote verschillen in macht en rijkdom innen ontwikkelingslanden. Kleine groep rijke mensen =. Grote groep arme mensen =. Paragraaf 5 Mogelijkheden voor ontwikkeling De mensen in arme landen zelf door: Rijke landen: 3 soorten ontwikkelingshulp: Ontwikkelingssamenwerking waarij 58