Naam:. Geboortedatum: GEEN diagnose dyslexie STI-(CO) diagnose dyslexie STI-CO-R-DI Diagnose dyslexie: door wie (naam + functie)? wanneer (datum + klas)? Invoer STICORDI-maatregelen: wanneer? betrokkenen? klasleerkracht logopediste ZOCO ouders leerling Wijziging STICORDI-maatregelen: door diagnose: diagnose dyslexie aanvullen en, indien nodig, aanvullen maatregelen. door nieuw schooljaar: behouden - bannen - aanvullen. Pagina 1
STICORDI-MAATREGELEN DYSLEXIE ACCEPTEREN Aanvaard dat de leerling een probleem heeft en toon je begrip. Laat voelen dat je gelooft in de leerling. Duidelijk maken aan klasgenoten dat extra-faciliteiten geen voorrecht, maar een noodzaak zijn. Dyslexiemaatregelen in de klas bespreekbaar maken door de video "ik heet niet dom" met de leerlingen te bekijken. STIMULEREN EN BEGELEIDEN Vakoverschrijdend Motiveer en leg nadruk op talenten! Structureer de leerstof en het leergedrag. Leer kernwoorden markeren. Vat de hoofdzaken samen. Gebruik heldere taal en geef duidelijke opdrachten! Gebruik overzichtelijke teksten (let op contrast, lettertype en interlinie, duidelijke alinea's, besluit bovenaan en op één pagina. Gebruik bij woorden en teksten afbeeldingen of tekeningen. De leerling zit op een "goede" plaats (vb. vooraan links in de klas) Alle boeken, schriften krijgen per vak dezelfde kleur. Hulp in de klas kan aangeboden worden door het aanstellen van "een buddy" In de klas momenten van extra instructie organiseren. Leer de leerling hulp vragen. Controleer regelmatig de agenda. Schoolresultaten worden niet (confronterend) klassikaal meegedeeld. Toon aan, door eventueel getuigenissen, dat er genoeg kansen zijn om iets te bereiken in het leven, ondanks de leerstoornis, verwijs naar beroemdheden, familieleden, video-opnames. Vergelijk zijn resultaten niet met die van klasgenoten, maar met zijn eigen vorige resultaten om na te gaan of er vorderingen zijn. Kort op de bal spelen: vlug ondersteuning inschakelen door ouders, taakleerkracht,.. Betrek de ouders bij de ondersteuning. Automatisatie Stimuleer herhalen (spreid bv. woordenschat, feiten leren in agenda over verschillende dagen). Leer S.I.P. (systematische inprentingsprocedure) aan: kaartjes regelmatig (bv. dagelijks) opvragen, in drie doosjes stoppen (goed gekend, ongeveer gekend, niet gekend). Kort op de bal spelen: vlug ondersteuning inschakelen door ouders, taakleerkracht,.. Betrek de ouders bij de ondersteuning. Pagina 2
Lezen Inhoud van een stukje gelezen tekst controleren door te laten navertellen Duolezen inschakelen. Preteaching: vb. vooraf moeilijke woorden uit de leesles bespreken. vb. voor begrijpend lezen: eerst vragen lezen en dan pas de tekst. Werken met leesaanpakken (strategieën) om specifieke moeilijkheden aan te pakken. Schrijven Schrijven beperken tot woorden die het meest noodzakelijk zijn. Moeilijkheden bij het overschrijven aanduiden. Stimuleren om te leren typen. Frans "Jongenswoorden" op blauwe kaartjes, "meisjeswoorden" op roze kaarten, ander geel. Lijsten maken thuis: château, beau, vieille, bouteille, S.I.P. COMPENSEREN Vakoverschrijdend Het agenda wordt door de leerkracht of een medeleerling ingevuld. De leerling mag het agenda overschrijven van een medeleerling. De leerkracht kijkt dagelijks het agenda na en vult eventueel aan. Een agenda ter beschikking stellen voor de ouders. Hulpmiddelen die de zelfredzaamheid vergroten worden toegestaan vb. rekenmachine, laptop, computer, Bied schema's en geheugensteuntjes aan. De leerling mag steeds zijn woordenboek raadplegen. De hulp van ouders wordt ingeschakeld voor huiswerkbegeleiding. De leerling krijgt aangepaste huistaken. Te studeren leerstof wordt vooraf individueel met de leerkracht overlopen en eventueel aangeduid en gestructureerd. De leerling beschikt vroeger dan de andere leerling over de te verwerken leerstof. Beoordeel de leerling op zijn vakinhoudelijke kennis en niet op zijn spelling. Automatisatie Meer tijd en oefeningen geven om tot automatisatie te komen. Mogelijkheid bieden om ergens op te zoeken (vb. tafelkaart, splitsingen tot 10,..). Pagina 3
Lezen De leerling maakt gebruik van leesvenster, lat of afdekkaartje. Zelfs gebruik van vinger mag als hulpmiddel. Aanbod van een bibliotheek voor moeilijke lezers (eventueel met luistercassettes). De leerling niet klassikaal luidop laten lezen of tenminste de leesbeurt laten voorbereiden. De leerling krijgt langere leestijd. De leerling mag een boekbespreking vervangen door een film- of videobespreking. Teksten van begrijpend lezen en W.O. worden vooraf gelezen (vb. met de zorgleerkracht, thuis,) Teksten auditief laten meevolgen via compenserende software zoals "sprint" (aanwezig op school). Hulp mogen vragen wanneer opgaven niet vlot kunnen worden gelezen. 1ste lj.: onthoudkaartjes moeilijke letters op bank, in leesteksten moeilijke letters aanduiden. Schrijven De leerling krijgt extra tijd bij toetsen, dictees. De leerling krijgt de in te studeren woordpakketten gerubriceerd en gedoseerd aangeboden. De leerling bereidt het dictee thuis voor. Tijd geven om het dictee te laten controleren. Dictee: 1. gewoon dictee afnemen 2. de kans krijgen om dictee foutloos af te schrijven 3. op rapport komt gemiddelde van beide resultaten Bij een woorddictee het woord eerst visueel aanbieden, vervolgens bedekken en noteren. Een zinnendictee wordt vervangen door een invuldictee of een woorddictee. Bij een zinnendictee enkel de onpare zinnen laten noteren (de pare zinnen worden woorddictees). De leerling moet niet aan bord komen voor spellingoefeningen, tenzij hij/zij het zelf wil. Bij een schrijfopdracht leggen we enkel de nadruk op inhoud (geen spelling, geen zinsbouw). De leerlingen moet niet overschrijven van bord, maar van een blad/schrift op zijn bank. Sommige huistaken laten maken met computer (schrijfondersteuning via tekstverwerker en spellingcontrole). Frans Preteaching: eerste thema's meegeven in vakantie. Geen onnodige (lees: niet haalbare) eisen wat betreft correct schrijven. "Sprint" ondersteunt ook het Frans. Toets op voorhand meegeven. Open boek-toetsen voor een deel van de punten. Regelmatig mondeling toetsen. Frans volgen op aangepast niveau. Pagina 4
Toetsen THEMA-codes. Tussen twee lijntjes schrijven, eventueel enkel bij dictee, kwestie van ordelijker te werken en zo de leesbaarheid en de concentratie te bevorderen. De leerling krijgt steeds een voorgedrukte toets. De vragen van de toets worden voorgelezen. Bepaalde toetsen worden mondeling afgelegd. Geen punten aftrekken voor spellingfouten bij andere vakken. Onduidelijke schriftelijke antwoorden mondeling laten verduidelijken. Gebruik van hulpmiddelen toestaan zoals spellinglijsten, spellingschrift, regelkaarten, (elektronisch) woordenboek. Geeft meer tijd (min. 30%) voor toetsen met tekst. Lees opdrachten voor, overhoor mondeling. Vragen en opdrachten voor toetsen niet dicteren of van het bord laten overschrijven. Onduidelijke schriftelijke antwoorden mondeling laten verduidelijken. Vragen en opdrachten voorlezen. Regelmatig mondeling toetsen. Extra tussentijdste toetsing over kleine gedeeltes van de stof. De leerling erop wijzen dat een bepaalde vraag niet of onvolledig werd ingevuld en de kans geven om aan te vullen. Te studeren leerstof wordt vooraf individueel met de leerkracht overlopen en eventueel aangeduid en gestructureerd. Pagina 5
DISPENSEREN Lezen Huiswerk uitstellen of laten wegvallen op dagen van externe hulp. Boekbesprekingen beperken, eventueel film laten bespreken. Niet nodeloos vermoeien met overschrijven. Notities kopiëren van leerlingen die foutloos schrijven. Schrijven Spellingsfouten niet aanrekenen, ook wanneer dit voor andere lln. toch geldt. Geen dictees die ver boven het niveau van het kind liggen. Niet nodeloos vermoeien met overschrijven. Schrijfmotorische fouten niet aanrekenen. Notities kopiëren van leerlingen die foutloos schrijven. Notities geven (anders minimale aandacht voor inhoudelijke, tegelijkertijd schrijven en denken is namelijke heel moeilijk; kan thuis met notities weing aanvangen). Toetsen Geef vrijstelling van bepaalde eisen, bijvoorbeeld: 'geen spellingfouten tellen'. SOCIO-EMOTIONELE ASPECTEN Regelmatig mogelijkheid bieden tot individuele gesprekken met klas- of zorgleerkracht. Regelmatig afstemming en evaluatie van de sticordimaatregelen om faalervaringen zoveel mogelijk te voorkomen. Pagina 6