Harmonisatie peuterspeelzalen en kinderopvang

Vergelijkbare documenten
Toekomstverkenning peuterspeelzaalwerk

2.2 Argumenten om over te gaan op vraagfinanciering De belangrijkste argumenten om over te gaan op vraag gestuurde financiering zijn:

Harmonisatie peuterspeelzalen en kinderopvang. Omvormingsplan. Gemeente Heerenveen

Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente West Maas en Waal per

Omvormingsplan. Peuterspeelzaalwerk

DISCUSSIENOTITIE VOOR DE COMMISSIE

Memo Aan: College Cc: Van: Wethouder Van de Wardt Datum: 10 maart 2015 Kenmerk: 15ini00570 Onderwerp: Harmonisatie Peuterspeelzalen

Gemeente Baarn - subsidieregeling Peuteropvang en Voorschoolse educatie gemeente Baarn (gewijzigd)

Raadsvoorstel. Vergadering : 25 juni Agendapunt : 8 : Besluitvormend Programma : (5) Onderwijs Portefeuillehouder : D. Fokkema. Aan de Raad.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ve rordening peuteropvang e n voorschoolse e ducatie gemeente Vijfheerenlanden (i.o.) 2019

Advies: In te stemmen met bijgaande raadsinformatiebrief en deze door te sturen naar de raad.

Portefeuillehouder: Ter behandeling in de vergadering van: de commissie samenleving d.d. 30 oktober 2017 de Raad d.d.

Regeling Peuteropvang en Voorschoolse Educatie gemeente Waalwijk 2019

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 3 augustus ECSD/U Lbr. 17/042 (070)

Gemeenten gaan de afgelopen jaren steeds vaker over tot omvorming van hun peuterspeelzalen naar kinderopvang. In die gemeenten worden

Bijlage - Toelichting subsidieregeling voorschoolse voorzieningen gemeente Oirschot

Beleidsregel Peuteropvang Koggenland 2017.

Notitie Subsidiering Peuteropvang gemeente Krimpen aan de IJssel

gemeente Hardinxveld-Giessendam MEMO

Voorstel aan de gemeenteraad

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie

Minister Asscher: peuterspeelzaal onder de kinderopvang

Achtergrond harmonisatie onderwijs 0-4 Giessenlanden

1. Kinderopvang: opvang vanuit een landelijk geregistreerd Kinderdagverblijf in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Onderwerp Harmonisatie peuterspeelzalen en kinderopvang Voorstel

Notitie toekomstig beleid peuteropvang. in Midden-Delfland

SPH Beleid Kwaliteit in opvang

Harmonisatie peuterspeelzalen en kinderopvang in de gemeente Druten

Nadere regels peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Rheden Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rheden;

Subsidieregeling Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

Beleidsregels peuteropvang en voorschoolse educatie, gemeente Tytsjerksteradiel

Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018

Als gevolg hiervan kan bovenstaande verordening worden ingetrokken.

Raadsvoorstel AGENDAPUNT NO.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderzoek harmonisatie. peuterspeelzaalwerk en kinderopvang. gemeente Den Helder

Inhoud. Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk gemeente Dalfsen. Nieuwe subsidieregels en invoering

Harmonisatie: facts, figures en toekomstperspectief

Het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen,

Onderwerp: Gevolgen bezuinigingen op peuterspeelzaalwerk voor Westvoorne

Harmonisatie voorschoolse voorzieningen. Vergaderdatum 20 mei Gemeenteblad 2014 / 34. Agendapunt 5. Aan de Raad

Harmonisatie peuterspeelzalen en kinderopvang in de gemeente West Maas en Waal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

BELEIDSREGEL. Subsidieregeling voorschoolse educatie opvang gemeente Aalten 2018

Burgemeester en wethouders

1. Kinderopvang: opvang vanuit een landelijk geregistreerd Kinderdagverblijf in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.

Van afdeling : BOO Opgesteld door: mw. L. de Vroed (LVR) : Toekomst peuterspeelzaalwerk

Onderwerp: Subsidieregeling tegemoetkoming kosten kinderopvang gemeente Overbetuwe 2017

Tweede Kamer der Staten-Generaal

IKC: slim omgaan met financiën en huisvesting actuele dilemma s en oplossingen

Vastgesteld in de raadsvergadering van 14 maart Notitie Van peuterspeelzaalwerk naar peuteropvang in de gemeente Asten

VERANDERINGEN IN HET PEUTERWERK

Onderwerp : Uitvoeringsnotitie harmonisatie voorschoolse voorzieningen

Uitwerking twee scenario s subsidie peuterspeelzaalwerk uitgevoerd door SKB (Bijlage 1)

Subsidieregeling individuele voorschoolplaatsen kindercentra Vastgesteld op 6 mei 2014

Harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang in Helmond

Onderwijsachterstanden beleid en harmonisatie kinderopvang

PRAAT MET DE RAAD kort verslag

Voorschoolse voorzieningen in Purmerend 2011

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tiel;

Subsidieregeling Voorschoolse voorzieningen Gemeente Krimpenerwaard 2019

Deelsubsidieverordening Voorschoolse voorzieningen Den Helder

In tabel is een berekening gemaakt van de ouderbijdrage van de peuterspeelzaal in de huidige situatie en in de nieuwe situatie bij de kinderopvang.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Bijzondere subsidieverordening peuteropvang gemeente Purmerend 2019

Verordening tegemoetkoming kosten peuteropvang in Midden-Delfland

A. Pietersen Vergunningen, Voorzieningen en Handhaving / Renske van der Peet

1 Waarom deze notitie?

Uitgangspuntennotitie harmonisatie voorschoolse voorzieningen Gooise Meren

Raadsvoorstel Zaak :

Nadere regels Peuteropvang Hellevoetsluis 2018

Subsidieregeling Peuteropvang en Voor en Vroegschoolse Educatie gemeente Zeist Burgemeester en wethouders van de gemeente Zeist besluiten,

Bijlagen bij raadsvoorstel m.b.t. harmonisatie peuterspeelzaalwerk met kinderopvang

OMVORMINGSPLAN GEMEENTE TYTSJERKSTERADIEL VAN PEUTERSPEELZAAL NAAR PEUTEROPVANG. Harmonisatie peuterspeelzalen en kinderopvang

GEMEENTEBLAD. Nr Subsidieregeling peuteropvang en VVE 2018 HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN

Van peuterspeelzaalwerk naar peuteropvang in Achtkarspelen Rapport Gemeente Achtkarspelen

Subsidieregeling peuteropvanggroepen met voorschoolse educatie gemeente Schiedam. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam;

Openbaar openbaarheid: Overlegd met Financiën: d.d Raad: Ter besluitvorming

Notitie samenvoeging voorschoolse voorzieningen: Integratie Peuterspeelzaal en Kinderdagverblijf

Uitvoeringsregeling Subsidiëring peuteropvang gemeente Noordoostpolder.

Verdeelregel peuteropvang en voor en vroegschoolse educatie (vve)

Vraag en Antwoord Harmonisatie peuterspeelzaalwerk gemeente Maastricht

RAADSVOORSTEL MET VERORDENING

Welke opvangmogelijkheden zijn er in principe voor kinderen van inburgeraars?

OVERGANGSBELEID PEUTERSPEELZAALWERK LANSINGERLAND

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uitvoeringsnotitie VVE gemeente Dalfsen Uitwerking VVE-beleid en toelichting op de beleidsregels VVE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beleidskader Peuteropvang Ede 2016

Aanvraagformulier gemeentetoeslag peuteropvang en VVE

Harmonisatie peuterspeelzalen en kinderopvang

Ouderavond Harmonisatie Peuterspeelzalen Gemeente Barneveld

Vragen kinderopvang bij begroting en jaarverslag OCW en begroting SZW

Onderwerp: Vaststellen subsidieregeling peuteropvang en voorschoolse educatie Ommen

Inleiding en probleemstelling

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 29 september 2014 Agenda nr: Onderwerp: Voortzetten peuterspeelzaalwerk. Aan de gemeenteraad,

Transcriptie:

Harmonisatie peuterspeelzalen en kinderopvang Omvormingsplan Gemeente Opsterland 20-5-2014

Harmonisatie peuterspeelzalen en kinderopvang O M V O R M I N G S P L A N Inhoudsopgave INLEIDING... 0 1 LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN... 1 1.1 Toekomstplannen minister Asscher voor peuteropvang... 1 1.1.1 Hogere kwaliteitseisen: peuterspeelzalen met vrijwilligers onder druk... 1 1.1.2 Minder peuters per groep in peuterspeelzalen... 1 1.1.3 Financiering: werkende ouders naar Rijk, niet werkende ouders bij gemeente... 1 1.1.4 Financiering: gemeenten raken decentralisatie uitkering Wet Oke kwijt... 2 1.1.5 Samenvatting consequenties plannen Asscher voor gemeenten... 2 1.2 Overige relevante landelijke ontwikkelingen... 2 2 BESCHRIJVING HUIDIGE SITUATIE PEUTERSPEELZAALWERK... 3 2.1 Demografische ontwikkeling en bereik voorschoolse voorzieningen... 3 2.2 Geïntegreerd aanbod voor- en vroegschoolse educatie (VVE)... 3 2.3 Huidige subsidiesystematiek... 3 3 HARMONISATIE EN OMVORMING NAAR PEUTEROPVANG... 4 3.1 Vooronderzoek harmonisatie... 4 3.2 Uitgangpunten harmonisatie gemeente Opsterland... 4 3.3 Van aanbodsubsidiering naar vraag (gestuurde) financiering... 4 3.4 Argumenten om tot omvorming over te gaan... 5 3.4.1 Nieuwe subsidiesystematiek past in taakopvatting gemeente... 5 3.4.2 Door voor te sorteren worden invoeringskosten bespaard... 5 3.4.3 Nieuwe subsidiesystematiek is genormeerd en transparant... 5 3.4.4 Beheersing van kosten: de aanbieder is verantwoordelijk en draagt de risico s!... 5 3.4.5 Alleen daadwerkelijk gebruik van een peuteropvangplaats wordt gesubsidieerd... 5 4 GEVOLGEN VOOR BETROKKEN PARTIJEN... 6 4.1 De ouders en hun peuters... 6 4.2 De aanbieder(s)... 6 4.3 De leidsters... 7 4.4 Het primair onderwijs... 7 4.5 De cliëntenraad... 7 5 AANBOD GESUBSIDIEERDE PEUTEROPVANG NA OMVORMING... 8 5.1 Aanbod en subsidiering per gebruikersgroep... 8 5.2 Ouderbijdrage na omvorming... 10 6 GEVOLGEN VOOR DE GEMEENTE OPSTERLAND... 11 6.1 Hoofdpunten subsidieregeling... 11 6.1.1.Tabel gemeentetoeslag... 11 Buitenhek Management & Consult Gemeente Opsterland 20-5-2014 1

6.1.2 Maximum uurtarief subsidie... 11 6.1.3 Subsidiering aanbieders op basis van gerealiseerde plaatsen... 11 6.1.4 Administratieve uitvoering gemeentetoeslag peuteropvang... 11 6.1.5 Kwaliteitseisen... 11 6.1.6 Openstellen markt... 11 6.1.7 Neveneffecten worden zoveel mogelijk geneutraliseerd... 12 6.2 Procesbegeleiding en planning omvorming met aanbieders... 12 6.3 Versterken geïntegreerd VVE aanbod... 12 6.4 Borgen oudervertegenwoordiging... 13 6.5 Versterken aanbod in kleine kernen... 13 6.6 Monitoring... 13 6.7 Planning invoering en communicatie... 14 7 FINANCIËLE VERTALING OMVORMING... 15 7.1 Middelen gemeentebudget... 15 7.2 Kosten peuteropvang na omvorming... 15 7.1.1 Subsidiebudget basisaanbod reguliere plaatsen... 15 7.1.2 Subsidiebudget doelgroepplaatsen/vve... 16 7.1.3 Totale kosten subsidiebudget voor de gemeente Opsterland na omvorming... 17 7.1.4 Invoeringskosten omvormingplan... 17 7.1.5 Verschil kosten na omvorming ten opzichte van huidige subsidiebudget... 18 7.2 Onzekere factoren... 18 7.2.1 Werkelijke ouderbijdrage... 18 7.2.2 Werkelijk aantal ouders dat recht heeft op kinderopvangtoeslag... 18 7.2.3 Vraaguitval... 18 Bijlage 1. Begrippenlijst... 19 Buitenhek Management & Consult Gemeente Opsterland 20-5-2014 2

INLEIDING In de gemeente Opsterland komt het peuterspeelzaalwerk steeds meer onder druk te staan: door het gelijkblijvende budget en de stijgende kosten neemt het aanbod van het aantal beschikbare plaatsen jaarlijks af. Daarnaast zijn er landelijke ontwikkelingen die de gemeente dwingen tot een brede heroverweging van het beleid en geleid hebben tot dit omvormingsplan. Het begon met de invoering van de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (Wet Oke), maar het is urgent geworden met de onlangs gepresenteerde visie van minister Asscher en staatssecretaris Dekker op de toekomst van voorschoolse voorzieningen. Die visie houdt in dat per 1 januari 2016 dezelfde kwaliteitseisen gelden voor peuterspeelzaalwerk en kinderopvang. In het kort: harmonisatie van peuterspeelzalen en kinderopvang genoemd. Dat betekent voor peuterspeelzalen onder meer dat vanaf 2016 alle groepen bezet moeten zijn met tenminste twee gekwalificeerde beroepskrachten. Dit heeft consequenties voor de financiering van voorschoolse voorzieningen, ook in gemeente Opsterland. De doelstelling van de gemeente is om de toegankelijkheid van de voorschoolse voorzieningen zoveel mogelijk te waarborgen, met name in de kleine dorpen, en waar mogelijk kwalitatief te verbeteren. In de periode januari - maart 2014 is onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van harmonisatie van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang in de gemeente Opsterland. Doel van het onderzoek was om inzichtelijk te maken welke scenario s van harmonisatie van peuterspeelzalen en kinderopvang financieel, organisatorisch en juridisch haalbaar zijn en of het mogelijk is om de omvorming al per 1 januari 2015 te realiseren. Dit plan geeft aan op welke wijze de gemeente invulling wil geven aan de realisatie van de harmonisatie en de omvorming van peuterspeelwerk naar peuteropvang. Daarbij wordt een beeld gegeven van de oude en de nieuwe situatie, de consequenties die de omvorming heeft voor de betrokken partijen en wordt een financiële vertaling gepresenteerd. Leeswijzer: In het eerste deel van het omvormingsplan worden de landelijke ontwikkelingen weergegeven en de huidige situatie van het peuterspeelzaalwerk beschreven. Daarna volgt een uitleg over wat harmonisatie inhoudt en welke uitgangspunten de gemeenste kiest ten aanzien van de omvorming. Ook de gevolgen voor betrokken partijen worden hierbij in beeld gebracht. Vervolgens wordt een beschrijving gegeven van de nieuwe situatie: het aanbod per gebruikersgroep en de ouderbijdrage na omvorming. Ook de gevolgen voor de gemeente Opsterland ten aanzien van de voorbereiding en uitvoering van het nieuwe beleid wordt puntsgewijs toegelicht. Het plan wordt afgesloten met een financiële vertaling van de omvorming. In bijlage 1 is een begrippenlijst opgenomen.

1 LANDELIJKE ONTWIKKELINGEN Voorafgaand aan de invulling van het omvormingsplan wordt in dit hoofdstuk een toelichting gegeven op de plannen van minister Asscher en staatssecretaris Dekker voor de gemeente. Ook worden de overige landelijke ontwikkelingen beknopt in beeld gebracht. 1.1 Toekomstplannen minister Asscher voor peuteropvang De visie van minister Asscher (SZW) en staatssecretaris Dekker (OCW) op de toekomst van de voorschoolse voorzieningen (dagopvang en peuterspeelzaalwerk) is op 1 december 2013 aan de Tweede Kamer gestuurd. De basis voor de plannen is het Regeerakkoord, waarin was opgenomen: Om de onderlinge afstemming van onderwijs, peuterspeelzaalwerk en kinderopvang te optimaliseren wordt de financiering van het peuterspeelzaalwerk onder de Wet Kinderopvang gebracht. Daarbij zal bestaande gemeentelijke financiering worden betrokken (Regeerakkoord, okt. 2012). In de brief wordt aangekondigd dat de minister een stap verder wil zetten in het harmonisatieproces van peuterspeelzalen en kinderopvang, daarbij worden de volgende drie fases onderscheiden: 1. Versterking van de pedagogische kwaliteit; 2. Eén kwaliteitskader voor peuterspeelzalen en kinderopvang; 3. Eén financieringsstructuur voor werkende ouders. Hierna een samenvatting met de verwachte consequenties voor aanbieders en gemeenten. 1.1.1 Hogere kwaliteitseisen: peuterspeelzalen met vrijwilligers onder druk Vanaf 1 januari 2016 gelden dezelfde kwaliteitseisen voor kinderopvang en peuterspeelzalen. Dat betekent voor peuterspeelzalen dat vanaf 2016 alle groepen bezet moeten zijn met (tenminste) twee gekwalificeerde beroepskrachten. De peuterspeelzalen met 1 beroepskracht aangevuld met 1 vrijwilliger, voldoen dan niet meer aan de wettelijke eisen. 1.1.2 Minder peuters per groep in peuterspeelzalen Nu is er nog een verschil in de wettelijke regels voor de beroepskracht-kindratio tussen peuterspeelzalen (1 beroepskracht op maximaal 16 peuters) en kinderdagverblijven (2 beroepskrachten op maximaal 14 peuters). Of peuterspeelzalen vanaf 2016 definitief met groepen van maximaal 14 peuters moeten werken, hangt af van de afspraken die de brancheorganisaties, de Belangenvereniging van Ouders in de Kinderopvang en Peuterspeelzalen (BOinK) en minister Asscher de komende maanden hierover gaan maken. 1.1.3 Financiering: werkende ouders naar Rijk, niet werkende ouders bij gemeente Op dit moment kunnen werkende ouders die gebruik maken van peuterspeelzalen geen gebruik maken van de kinderopvangtoeslag. Peuterspeelzalen zijn expliciet uitgesloten in de wettelijke regeling voor kinderopvang. In de brief staat dat werkende ouders vanaf 2016 recht krijgen op kinderopvangtoeslag voor opvang in de voorschoolse voorziening van hun keuze: kinderdagverblijf en/of peuterspeelzaal. Het Rijk wordt daarmee vanaf 2016 verantwoordelijk voor de kinderopvangtoeslag voor opvang van kinderen van werkende ouders in de kinderopvang of een peuterspeelzaal. Het organiseren van een aanbod voor kinderen van alleenverdieners (kostwinnergezinnen) of niet-werkende ouders blijft een verantwoordelijkheid van de gemeente en is dus afhankelijk van de beleidskeuzes die gemeenten maken. Buitenhek Management & Consult Gemeente Opsterland 20-5-2014 1

1.1.4 Financiering: gemeenten raken decentralisatie uitkering Wet Oke kwijt Het Rijk neemt de financiering van het reguliere peuterspeelzaalwerk voor kinderen van werkende ouders voor haar rekening. Als dekking voor die extra toeslaguitgaven wordt er vanaf 2016 geld overgeheveld van gemeenten naar het Rijk. Het kabinet is bereid de overheveling van middelen te beperken tot de decentralisatie-uitkering in het kader van de Wet Oke. Over de definitieve vormgeving en bijbehorende financiering van de voorstellen vindt overleg plaats met de VNG. 1.1.5 Samenvatting consequenties plannen Asscher voor gemeenten De plannen van Asscher en Dekker zetten in op het aanscherpen van de kwaliteit van de voorschoolse voorzieningen en het harmoniseren van de toegankelijkheid/ouderbijdrage. De meeste impact hebben de plannen op de peuterspeelzalen met 1 beroepskracht en 1 vrijwilliger. Die voldoen vanaf 2016 niet meer aan de geplande kwaliteitseisen. Verder moeten alle gemeenten rekening houden met een extra bezuiniging om de uitname uit het gemeentefonds per 2016 te dekken. Met de invoering van de plannen vallen alle werkende ouders (samen of alleenstaand) voortaan onder de toeslagregeling van het Rijk en de kostwinnergezinnen en niet-werkende ouders onder een subsidieregeling van de gemeente. Bij beide geldt een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. 1.2 Overige relevante landelijke ontwikkelingen Hoewel de plannen van minister Asscher de aanleiding vormen voor dit omvormingsplan zijn er een aantal andere ontwikkelingen van invloed op het te vormen beleid. Hierna worden deze puntsgewijs weergegeven: Landelijk is er, mede door de bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag, sprake van flinke vraaguitval in de kinderopvang. De vraag naar peuterspeelzaalwerk neemt landelijk juist toe, mede doordat peuterspeelzaalwerk goedkoper is dan kinderopvang. In een aantal gemeenten zijn de wachtlijsten voor de peuterspeelzalen opgelopen, terwijl het beschikbare budget krimpt. Dit stelt de gemeente voor de vraag of deze substitutie wel houdbaar en wenselijk is, immers de peuterspeelzalen waren van oudsher bedoeld voor kinderen van niet-werkende ouders. Een aantal gemeenten heeft er al voor gekozen om hun peuterspeelzalen te registreren als kinderopvang (peuteropvang) zodat een deel van de ouders gebruik kunnen maken van de Rijks-gefinancierde kinderopvangtoeslag via de Belastingdienst en er minder gemeentelijke subsidie hoeft te worden verstrekt. Het peuterspeelzaalwerk (regulier) is geen wettelijke taak voor de gemeenten waardoor veel gemeenten hebben besloten hierop te bezuinigen. Het bereiken van voldoende doelgroeppeuters voor een VVEtraject (Voor- en Vroegschoolse Educatie) is wel een wettelijk taak van de gemeenten. Gemeenten moeten er dus wel voor zorgen dat er voldoende aanbod van doelgroepplaatsen is, deze zijn vooral te vinden op de peuterspeelzalen. Er is sprake van groeiende samenwerking tussen kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en primair onderwijs. Soms leidt dit tot de realisatie van brede scholen of zogenaamde Intergrale KindCentra (IKC s). Een IKC is een voorziening voor kinderen van 0-12 jaar, waar kinderopvang (dagopvang en buitenschoolse opvang), peuterspeelzaalwerk en onderwijs in elkaar overlopen. Buitenhek Management & Consult Gemeente Opsterland 20-5-2014 2

2 BESCHRIJVING HUIDIGE SITUATIE PEUTERSPEELZAALWERK Sinds jaren is de uitvoering van het peuterspeelzaalwerk in handen van één aanbieder: de Timpaangroep, een koepelorganisatie voor welzijn, onderwijs, kinderopvang en peuterspeelzalen. De aanbieder exploiteert 12 peuterspeelzalen in de Gemeente Opsterland met een maximale capaciteit van 483 peuterplaatsen (1 plaats = 2 dagdelen per week). De maximale groepsgrootte is 16 kinderen. De peuterspeelzalen functioneren formeel op niveau 1, dat wil zeggen dat er minimaal één gediplomeerde leidster op de groep wordt ingezet, naast een vrijwilliger. Een aantal uren per week is een vliegende tutor aanwezig die de kinderen extra begeleiding biedt, de gemeente en aanbieder spreken daarom van niveau 1,5. In de afgelopen jaren maakten circa 550 kinderen per jaar gebruik van de peuterspeelzalen (inclusief in- en uitstroom, waardoor soms 2 kinderen van een plaats gebruik maken). 2.1 Demografische ontwikkeling en bereik voorschoolse voorzieningen Het aantal 2- en 3-jarigen in de Gemeente Opsterland is tussen 2010 en 2013 nagenoeg gelijk gebleven met circa 675 peuters per jaar. In 2013 is een scherpe terugloop te zien naar 619 per 1 januari 2014, dit is een afname van 8%. Dit is aanzienlijk meer dan voorzien in de Vitaliteitsbarometer, waarbij een krimp werd voorspeld van 7% over de periode 2010 2030. De krimp komt overeen met het landelijke beeld, waar eveneens een sterkere afname van het aantal kinderen waargenomen wordt dan in voorgaande jaren. Algemeen wordt aangenomen dat dit een gevolg is van de recessie, waardoor ouders het krijgen van kinderen uitstellen. Bekend is ook dat er een inhaalslag plaats vindt, als de economie weer herstelt. Het bereik van de voorschoolse voorzieningen in de Gemeente Opsterland ligt met 97% op een zeer hoog niveau. Het bereik van 2- en 3-jarigen op de peuterspeelzalen is 65%, de kinderopvang is met 38% (kinderdagverblijf en gastouderopvang) een goede tweede, het dubbelgebruik wordt op 6% geschat. 2.2 Geïntegreerd aanbod voor- en vroegschoolse educatie (VVE) Er is sprake van een geïntegreerd aanbod van VVE en reguliere plaatsen. De gemeente hanteert de brede doelgroep definitie en streeft naar 100% bereik van doelgroepkinderen. Daarom is er voor gekozen om de zogenaamde VVE-plaatsen (Voor- en vroegschoolse educatie) binnen alle reguliere peuterspeelzalen aan te bieden. Dat betekent dat alle peuters het VVE-programma kunnen volgen. Het aantal doelgroeppeuters in de gemeente is volgens de formule van de Gewichtenregeling van het Rijk vastgesteld op 43. In februari 2014 werden 37 doelgroepkinderen bereikt, dit is met 86% veel hoger dan landelijk gemiddeld. 2.3 Huidige subsidiesystematiek De gemeente subsidieert één aanbieder voor het peuterspeelzaalwerk. Er is sprake van aanbodfinanciering, waarbij de gemeente de aanbieder subsidieert op basis van afspraken over te leveren diensten. Zo wordt het aantal te subsidiëren plaatsen jaarlijks vastgesteld op basis van het beschikbare budget en worden eisen gesteld aan de bezetting (minimaal 90%). Daarnaast vindt subsidiering plaats van de VVE-kwaliteitsimpuls (tutor-uren) en is een extra subsidie beschikbaar voor compensatie van de onderbezetting in de kleine kernen. De aanbieder int de ouderbijdrage rechtstreeks bij de ouders. De som van de door de aanbieder te innen ouderbijdrage wordt in mindering gebracht op het totale subsidiebedrag. De aanbieder dient jaarlijks een subsidieaanvraag in op basis van de begroting, waarop de gemeente ook jaarlijks een beschikking afgeeft. Er vindt na afsluiting van het subsidiejaar een verantwoording plaats met betrekking tot de verleende subsidie, waarna een definitieve vaststelling plaatsvindt. Buitenhek Management & Consult Gemeente Opsterland 20-5-2014 3

3 HARMONISATIE EN OMVORMING NAAR PEUTEROPVANG In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de gemeente zich op de ontwikkelingen heeft voorbereid. Welke uitgangspunten gehanteerd worden voor harmonisatie, en welke consequenties de harmonisatie heeft voor de omvorming van het peuterspeelzaalwerk naar peuteropvang. 3.1 Vooronderzoek harmonisatie De gemeente Opsterland heeft de landelijke ontwikkelingen ten aanzien van de harmonisatie op de voet gevolgd en is niet over één nacht ijs gegaan bij de planvorming. Eind vorig jaar heeft de gemeente aan Buitenhek Management & Consult opdracht gegeven om een vooronderzoek uit te voeren naar de gevolgen van de harmonisatie voor de gemeente en betrokken partijen. Het onderzoek leverde de volgende hoofdconclusies op: 1. Er is nog steeds sprake van vraaguitval in de kinderopvang (hele dagopvang), waardoor de vraag naar peuterspeelzaalwerk naar verwachting nog met 10% zal toenemen de komende tijd. 2. Het non-bereik voor de voorschoolse voorzieningen komt uit op circa 3% uit, dit zijn ongeveer 21 peuters die op dit moment geen gebruik maken van kinderopvang of peuterspeelzaalwerk. 3. Uit de enquête onder ouders van de peuterspeelzalen is naar voren gekomen dat circa 70% van de ouders recht heeft op de kinderopvangtoeslag. Daarnaast is duidelijk geworden dat 37% van de gezinnen een inkomen onder 35.000,- heeft (1 x modaal), en 15% een inkomen boven 60.000,- 4. Door het gelijkblijvende budget en de stijgende kosten van het peuterspeelzaalwerk zijn er de komende jaren steeds minder plaatsen beschikbaar. Na omvorming (waarbij een groot deel van de kosten naar het Rijk overgeheveld worden) blijft voldoende budget beschikbaar om een breed basisaanbod te subsidiëren. Om meer doelgroeppeuters te bereiken dan nu het geval is en daarmee het bereik van doelgroeppeuters op de maximale omvang van de gewichtenregeling (43) te houden. 3.2 Uitgangpunten harmonisatie gemeente Opsterland Bij de realisatie van de harmonisatie en de omvorming van het peuterspeelzaalwerk naar peuteropvang (kinderopvang) worden in de gemeente Opsterland de volgende uitgangpunten gehanteerd: het huidige peuterspeelzaalaanbod wordt geregistreerd als kinderopvang waardoor het verschil in wet-/regelgeving, financiering en kwaliteit van beide voorschoolse voorzieningen verdwijnt; gemeentelijke subsidiemiddelen worden nog uitsluitend ingezet voor de inkoop van peuterplaatsen voor huishoudens die geen beroep kunnen doen op de Kinderopvangtoeslag; er is een maximum uurtarief vastgesteld waarop subsidie verstrekt wordt; het VVE-aanbod wordt aanvullend gesubsidieerd; de effecten van de harmonisatie op toegankelijkheid en bereik worden gemonitord. 3.3 Van aanbodsubsidiering naar vraag (gestuurde) financiering De gemeente Opsterland kiest ervoor om in de nieuwe situatie de financiering van het peuteropvang op basis van vraagfinanciering vorm te geven. De kinderopvangtoeslag (van het Rijk) is hier ook op gebaseerd. De kern van deze financieringsvorm is dat de vrager (de klant) het volledige uurtarief betaalt aan de aanbieder voor de geleverde dienst en daarvan een deel via een subsidie (toeslag) terug ontvangt. Dat betekent dat de gemeente voortaan subsidie verleent op basis van een gemeentetoeslag peuteropvang. De subsidie is inkomensafhankelijk en de te hanteren tabel komt overeen met kinderopvangtoeslagtabel (tevens adviestabel van de VNG). Daarbij is van belang om de werkende (en studerende) ouders te verplichten om de kinderopvangtoeslag aan te vragen via de Belastingdienst. Alleen de zogenoemde kostwinnergezinnen (waarbij één ouder werkt) en niet Buitenhek Management & Consult Gemeente Opsterland 20-5-2014 4

werkende ouders, die geen recht hebben op de kinderopvangtoeslag, komen in aanmerking voor de gemeentetoeslag. 3.4 Argumenten om tot omvorming over te gaan De volgende argumenten zijn van toepassing als het gaat om de omvorming van peuterspeelzaalwerk naar peuteropvang. 3.4.1 Nieuwe subsidiesystematiek past in taakopvatting gemeente De nieuwe subsidiesystematiek past goed binnen de huidige taakopvatting van de gemeente: de gemeente faciliteert, stimuleert & regisseert en biedt goede voorwaarden waardoor het voor anderen mogelijk wordt om voorzieningen te organiseren. Het vooronderzoek heeft aangetoond dat circa 70% van de ouders in aanmerking komt voor de kinderopvangtoeslag. De subsidiekosten die de gemeente nu maakt voor deze groep ouders worden overgeheld naar het Rijk. De besparing die dit oplevert wordt aangewend om het huidige aanbod toekomstbestendig te maken, ook in de kleine kernen. Daarnaast biedt de omvorming een zodanige ruimte in het beschikbare budget, dat het aantal plaatsen uitgebreid kan worden en de kwaliteit kan worden verbeterd. 3.4.2 Door voor te sorteren worden invoeringskosten bespaard Invoering van de plannen van minister Asscher wordt op zijn vroegst per 2016 verwacht. De invoering gaat gepaard met een uitname uit het gemeentefonds, voor de gemeente Opsterland bedraagt dit 110.059,-. Door voor te sorteren op dit beleid en de harmonisatie al per 1 januari 2015 te realiseren, kan dit budget aangewend worden om de invoeringskosten van de omvorming te dekken. 3.4.3 Nieuwe subsidiesystematiek is genormeerd en transparant De huidige uitvoeringssystematiek van aanbodsubsidiering is complex en moeilijk controleerbaar. Subsidie wordt verleend op basis van een begroting die moeilijk getoetst kan worden. De gemeente Opsterland heeft behoefte aan een genormeerd en transparant subsidiesysteem. De voorgestelde systematiek met vraagfinanciering en harmonisatie van ouderbijdragen biedt hiervoor een goede basis, omdat gewerkt wordt met een maximum uurtarief voor subsidieverlening en een vaste vergoeding per doelgroeppeuter voor het VVE-aanbod. 3.4.4 Beheersing van kosten: de aanbieder is verantwoordelijk en draagt de risico s! De kosten van het peuterspeelzaalwerk worden jaarlijks hoger, terwijl het budget van de gemeente gelijk blijft. Dit leidt tot afname van het aantal beschikbare plaatsen en mogelijk tot sluiting van de peuterspeelzalen in de kleine kernen. Dit wordt helemaal urgent als de peuteropvang na 2016 aan de eisen van de kinderopvang moet voldoen: het huidige aantal leidsters op de groep moet dan van 1 naar 2 worden uitgebreid en het aantal kinderen per groep moet worden teruggebracht. Door de nieuwe subsidiesystematiek te baseren op vraagfinanciering, kunnen de subsidiekosten beter beheerst worden. De aanbieders zijn verantwoordelijk voor een goede bezetting en de kosten voor de gemeente worden door het instellen van een maximum uurtarief begrensd. Er is geen sprake meer van jaarlijkse onderhandelingen over beschikbare capaciteit, bezetting of andere uitvoerings-problematiek. 3.4.5 Alleen daadwerkelijk gebruik van een peuteropvangplaats wordt gesubsidieerd In de nieuwe situatie wordt alleen subsidie verstrekt aan ouders die geen recht hebben op kinderopvangtoeslag en daarnaast voor het VVE-aanbod voor doelgroeppeuters. De subsidie is gebaseerd op het aantal peuters dat per aanbieder daadwerkelijk gebruik maakt van de peuteropvang, zowel van de reguliere plaatsen als van de doelgroepplaatsen. Let op: niet de aanbieder ontvangt de subsidie, maar de ouders via de gemeentetoeslag. Buitenhek Management & Consult Gemeente Opsterland 20-5-2014 5

4 GEVOLGEN VOOR BETROKKEN PARTIJEN In de gemeente Opsterland zijn een aantal partijen betrokken bij het peuterspeelzaalwerk. In dit hoofdstuk wordt in grote lijnen aangegeven welke gevolgen de nieuwe situatie heeft voor betrokkenen in relatie tot de keuzes die de gemeente maakt om de omvorming te realiseren. 4.1 De ouders en hun peuters Op dit moment maakt de gemeente geen onderscheid als het gaat om gebruik van peuterspeelzalen. Er is sprake van een geïntegreerd aanbod: alle peuters (doelgroep of niet) ontvangen een VVE-programma. De ouderbijdrage is voor iedereen gelijk. Ouders nemen naar behoefte dagdelen af. Ouders met een laag inkomen kunnen in het kader van de Regeling tegemoetkoming ouderbijdrage peuterspeelzalen een vergoeding aanvragen voor 50% of 100% van de kosten. De peuterspeelzalen zijn opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen en voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen voor peuterspeelzalen. De gemeente vindt het belangrijk om zoveel mogelijk dezelfde uitgangspunten te hanteren voor de nieuwe situatie: zo min mogelijk onderscheid in aanbod voor gebruikers. Of het nu werkende of studerende ouders zijn, of zogenoemde kostwinnergezinnen (waarvan 1 ouder werkt) of niet werkende ouders. Voor ouders betekent dit dat de toegankelijkheid gewaarborgd blijft in de nieuwe situatie: ouders komen in aanmerking voor de kinderopvangtoeslag van het Rijk of voor de gemeentetoeslag peuteropvang. Ook de keuzevrijheid neemt toe: ouders kunnen kiezen waar zij peuteropvang willen afnemen en zijn niet meer gebonden aan één aanbieder. Wat wel verandert in de nieuwe situatie is de ouderbijdrage, deze wordt inkomensafhankelijk voor alle ouders. Voor de laagste inkomens betekent dit een sterke daling van de kosten, voor de middeninkomens (tot circa 60.000,- gezinsinkomen op basis van het toetsingsinkomen) blijft de ouderbijdrage min of meer gelijk. De hoogste inkomensgroepen gaan meer betalen. Verder worden werkende (en studerende) ouders verplicht om de kinderopvangtoeslag aan te vragen. Ouders die aantoonbaar niet in aanmerking komen voor de kinderopvangtoeslag komen in aanmerking voor de gemeentetoeslag peuteropvang. Voorgaande geldt ook voor de ouders van doelgroeppeuters. Bovendien ontvangen ouders van doelgroeppeuters een aanvullende subsidie voor extra dagdelen om aan de minimum-eis van 10 uren voor VVE te voldoen. Voor meer informatie over wat dit specifiek betekent voor het aanbod van reguliere plaatsen en doelgroepplaatsen en voor ouders ten aanzien van de ouderbijdrage wordt verwezen naar hoofdstuk 5. Voor de peuters verandert er veel ten goede: het aantal kinderen per groep wordt teruggebracht van 16 naar 14 (voor een groep van 2- en 3 jarige peuters). Het aantal beroepskrachten wordt uitgebreid van 1 naar 2 per groep, waardoor het VVE-programma beter uitgevoerd kan worden. 4.2 De aanbieder(s) In de nieuwe situatie is sprake van een vraagfinanciering, dat betekent dat elke aanbieder die aan de gestelde eisen voldoet in aanmerking zou kunnen komen voor subsidie van de gemeente, via de ouders op basis van de gemeentetoeslag. De Gemeente Opsterland is een voorstander van marktwerking in de voorschoolse voorzieningen en wil meer aanbieders gelegenheid geven om een aanbod te doen. Bovendien verwacht de gemeente dat de noodzaak van een scherpere profilering van het aanbod, leidt tot verbetering van de kwaliteit. De huidige -enige- aanbieder kan daardoor concurrentie verwachten van nieuwe aanbieders. Neveneffecten zoals een te grote versnippering van het aanbod moeten ondervangen worden, vandaar dat toetreding van nieuwe aanbieders fasegewijs toegestaan zal worden, in paragraaf 6.1.6 wordt dit nader uitgewerkt. Buitenhek Management & Consult Gemeente Opsterland 20-5-2014 6

Timpaan heeft laten weten geen bezwaren te hebben tegen de omvorming en juicht de ontwikkeling zelfs toe. De gemeente zal de huidige subsidierelatie met Timpaan per 1 januari 2015 beëindigen. De aanbieder heeft laten weten per die datum af te willen zien van de subsidie-relatie. De gemeente zal met de aanbieder een stappenplan ontwikkelen om de omvorming zo soepel mogelijk te laten verlopen. 4.3 De leidsters De leidsters hebben in het proces van voorbereiding van dit plan aan de gemeente aangegeven veel waarde te hechten aan het behoud van kwaliteit. De gemeente Opsterland wil met het te voeren beleid recht doen aan de professionele waarde die de leidsters, van oudsher, vertegenwoordigen in het peuterspeelzaalwerk. Niet alleen worden de groepen kleiner en het aantal beroepskrachten uitgebreid, ook worden (nieuwe) aanbieders gestimuleerd om een geïntegreerd VVE-programma te bieden. Dit waarborgt de kwaliteit en maakt het niveau toekomstbestendig. In de nieuwe situatie zal de werkgelegenheid voor leidsters toenemen, immers er staan straks 2 leidsters op de groep. Wel is het mogelijk dat groepen eerder gehalveerd zullen worden als er sprake is van (ernstige) onderbezetting, omdat het exploitatierisico nu volledig bij de aanbieder ligt. Desalniettemin zal de omvorming meer kans op werk bieden in de regio. 4.4 Het primair onderwijs De samenwerking tussen het primair onderwijs en het peuterspeelzaalwerk wordt verschillend ingevuld in de gemeente Opsterland: het is afhankelijk van de plaatselijke situatie en historisch gegroeide contacten. Een aantal directeuren van basisscholen in de regio beraadt zich op het gaan exploiteren van peuteropvang. Dat kan in het kader van het realiseren van een brede school zijn of als eerste stap op weg naar een IKC. Sommige directeuren geven aan eerst meer zicht te willen hebben op de financiële risico s. In de nieuwe situatie zal de gemeente gaan onderzoeken of het mogelijk gemaakt kan worden dat ook basisscholen peuteropvang gaan exploiteren, mits zij aan de gestelde eisen voldoen. De Gemeente Opsterland wil ook hier waken voor een te grote versnippering van het aanbod. De gemeente wil uitholling en daardoor sluiting van het huidige aanbod voorkomen. Ook de schooldirecteuren zien dit gevaar en hebben de gemeente verzocht om een bijeenkomst te organiseren over de gevolgen van de harmonisatie voor het basisonderwijs. Zodat kansen en bedreigingen bij alle partijen goed in beeld zijn, alvorens de markt opengesteld wordt voor het primair onderwijs. 4.5 De cliëntenraad De Cliëntenraad heeft tot nu toe een waardevolle bijdrage geleverd aan de kwaliteit van het peuterspeelzaalwerk, aan de communicatie tussen de driehoek ouders, aanbieder & gemeente en heeft zich sterk gemaakt voor de positie van ouders. De Cliëntenraad zal ook in het omvormingsproces nauw betrokken blijven bij de beleidsvoorbereiding van de omvorming. In de nieuwe situatie wordt de oudervertegenwoordiging anders ingevuld. De wettelijke kwaliteitseisen schrijven voor dat de aanbieder op elke locatie een oudercommissie dient te installeren. In grote lijnen worden dezelfde eisen gesteld aan de wijze waarop de oudervertegenwoordiging geregeld wordt, op basis van een reglement, met vastgelegde procedureafspraken en termijnen waarop gevraagd en ongevraagd advies kan worden gegeven. De Cliëntenraad in zijn huidige vorm houdt op te bestaan, maar kan wel per aanbieder en aanvullend als adviesorgaan blijven functioneren. Buitenhek Management & Consult Gemeente Opsterland 20-5-2014 7

5 AANBOD GESUBSIDIEERDE PEUTEROPVANG NA OMVORMING De gemeente Opsterland wil ten aanzien van het aanbod de aanbieders zoveel mogelijk ruimte geven om maatwerk te leveren aan ouders, daarom stelt de gemeente geen eisen aan het aantal dagdelen of de openstellingsduur van het aanbod peuteropvang. Wel geeft de gemeente een kader aan van de voorwaarden waaronder subsidie verleend wordt. Zowel voor het basisaanbod van reguliere plaatsen die onder de gemeentetoeslag vallen, als voor het gebruik en de (aanvullende) subsidiering van doelgroepplaatsen. Vanaf 1 januari 2015 indiceert de Jeugdgezondheidszorg, op basis van de brede doelgroepdefinitie die de gemeente Opsterland vastgesteld heeft, welke peuters in aanmerking komen voor een doelgroepplaats. Het basisaanbod voor ouders die in aanmerking komen voor de gemeentetoeslag wordt vastgesteld op 2 dagdelen van in totaal minimaal 5 uren en maximaal 7 uur peuteropvang per week (afhankelijk van het aanbod van de aanbieder). Aanvullend op het basisaanbod, worden doelgroepplaatsen tot maximaal 10,5 uren per week gesubsidieerd. Navolgend wordt in beeld gebracht wat dit voor de te onderscheiden gebruikersgroepen inhoudt. 5.1 Aanbod en subsidiering per gebruikersgroep Om een goed beeld te geven van het aanbod voor ouders in de nieuwe situatie worden 4 gebruikersgroepen onderscheiden: 1. Ouders die gebruik maken van reguliere plaatsen op basis van de kinderopvangtoeslag. 2. Ouders die gebruik maken van doelgroepplaatsen/vve op basis van de kinderopvangtoeslag. 3. Ouders die gebruik maken van reguliere plaatsen op basis van de gemeentetoeslag peuteropvang. 4. Ouders die gebruik maken van doelgroepplaatsen/vve op basis van gemeentetoeslag peuteropvang. Ad 1: Ouders die gebruik maken van reguliere plaatsen op basis van de kinderopvangtoeslag kunnen het aantal dagdelen zelf bepalen. De keuzevrijheid wordt begrensd door het aantal uren dat ouders werken: de inkomensafhankelijke kinderopvangtoeslag is van toepassing tot maximaal 140% van de werktijd (tot een maximum uurtarief van 6,70, vastgesteld voor 2014). Willen ouders meer uren afnemen dan moeten zij het uurtarief volledig zelf betalen. Zelfs bij een aanstellingsduur van 4 uren per week is het voor deze ouders mogelijk om ruim 7 uur peuteropvang per week (op basis van 40 weken) af te nemen. Deze ouders komen niet in aanmerking voor subsidie van de gemeente. Ad 2: Ouders die gebruik maken van doelgroepplaatsen op basis van de kinderopvangtoeslag kunnen eveneens het aantal dagdelen zelf bepalen. De keuzevrijheid wordt op dezelfde wijze begrensd als hierboven aangegeven (tot het maximum uurtarief van 6,70, per 2014). Omdat de gemeente het bereik van doelgroeppeuters wil stimuleren kunnen deze ouders in aanmerking komen voor een aanvullende gemeentetoeslag voor het derde of vierde dagdeel tot maximaal 10,5 uren, mits aan de uren-eis voor VVE wordt voldaan (minimaal gebruik: 10 uren). Voor deze ouders wordt het gebruik van het derde of derde en vierde dagdeel daardoor kosteloos. In navolgend overzicht wordt dit inzichtelijk gemaakt op basis van een basisaanbod van 2 dagdelen van in totaal 5 uren tot maximaal 7 uren per week (voorbeelden): Basisaanbod 2 dagdelen per week op basis kinderopvangtoeslag aanvullende gemeentetoeslag voor derde of vierde dagdeel op kinderopvangtoeslag 2 x 2 dagdelen van 2,5 uren = 5 uren 2 dagdelen van 2,5 uren = 5 uren 2 x 2 dagdelen van 3,5 uren = 7 uren 1 dagdeel van 3,5 uren Buitenhek Management & Consult Gemeente Opsterland 20-5-2014 8

Ouders van doelgroeppeuters die in aanmerking komen voor de kinderopvangtoeslag vragen dus voor alle uren kinderopvangtoeslag aan. Mochten er ouders zijn die vanwege de werktijd-eis van 140% niet in aanmerking komen voor een toeslag voor het derde of vierde dagdeel, dan worden deze dagdelen door de gemeente volledig aangevuld tot maximaal 10,5 uren. Willen ouders meer uren peuteropvang afnemen dan moeten zij het uurtarief volledig zelf betalen. Ad 3: Ouders die gebruik maken van reguliere plaatsen op basis van de inkomensafhankelijke gemeentetoeslag peuteropvang kunnen maximaal 2 dagdelen gebruik maken van de peuteropvang. Afhankelijk van het aanbod dat gerealiseerd wordt door de aanbieder(s) en de keuze van de ouders, kan dit in totaal tussen de 5 uren en maximaal 7 uren per week bedragen. Het maximum uurtarief waarvoor de gemeentetoeslag ontvangen kan worden is gelijk aan de kinderopvangtoeslag. Ad 4: Ouders die gebruik maken van doelgroepplaatsen op basis van de inkomensafhankelijke gemeentetoeslag peuteropvang kunnen eveneens maximaal 2 dagdelen van in totaal 5 uren tot maximaal 7 uren gebruik maken van de peuteropvang. Ook is hetzelfde maximum uurtarief van toepassing. Ook kunnen zij in aanmerking komen voor een aanvullende gemeentetoeslag voor het derde of vierde dagdeel tot maximaal 10,5 uren. De ouders ontvangen het volledige bedrag dat zij betaald hebben voor deze dagdelen terug. Net zoals bij de regeling voor ouders van doelgroeppeuters die onder de kinderopvangtoeslag vallen, geldt ook voor deze ouders een uren-eis voor VVE (minimaal gebruik: 10 uren). Basisaanbod 2 dagdelen per week op basis gemeentetoeslag volledige toeslag derde of vierde dagdeel 2 x 2 dagdelen van 2,5 uren = 5 uren 2 dagdelen van 2,5 uren = 5 uren 2 x 2 dagdelen van 3,5 uren = 7 uren 1 dagdeel van 3,5 uren Hierna wordt een schematisch overzicht gegeven van het aanbod voor alle gebruikersgroepen en de subsidie die vanuit de gemeente verleend wordt: Gebruikersgroep vrije keus dagdelen recht op kinderopvangtoeslag of gemeentetoeslag voor basisaanbod van 2 dagdelen per week recht op aanvullende gemeentetoeslag voor 3 de of 4 de dagdeel per week recht op volledige gemeentetoeslag voor 3 de of 4 de dagdeel per week ouders reguliere plaatsen kinderopvangtoeslag ja ja nee nee ouders doelgroepplaatsen kinderopvangtoeslag ja ja ja nee ouders reguliere plaatsen gemeentetoeslag ja ja nee nee 0uders doelgroepplaatsen gemeentetoeslag ja ja nee ja Buitenhek Management & Consult Gemeente Opsterland 20-5-2014 9

5.2 Ouderbijdrage na omvorming Na omvorming wordt de ouderbijdrage inkomensafhankelijk, zowel voor ouders die gebruik maken van de kinderopvangtoeslag, als voor ouders die gemeentetoeslag ontvangen voor het basisaanbod van 2 dagdelen. In de navolgende tabel worden de kosten weergegeven van het basisaanbod van 2 dagdelen van in totaal 5 uren en 2 dagdelen van in totaal 7 uren. Ter vergelijking zijn de huidige kosten van Timpaan omgerekend naar hetzelfde aanbod. Ouderbijdrage *per maand voor 2 dagdelen van in totaal 5 uren per week en 40 weken per jaar Ouderbijdrage *per maand voor 2 dagdelen van in totaal 7 uren per week en 40 weken per jaar inkomen 2014 Ouderbijdrage bij max. uurtarief 6,70 Timpaan 2014 inkomen 2014 Ouderbijdrage bij max. uurtarief 6,70 Timpaan 2014 17.575 10 39 27.022 15 39 37.184 23 39 50.576 31 39 72.699 48 39 100.741 74 39 hoger 91 39 17.575 14 55 27.022 21 55 37.184 32 55 50.576 43 55 72.699 67 55 100.741 104 55 hoger 128 55 *facturering voor peuteropvang van 40 weken per jaar vindt in deze vergelijking plaats op basis van 12 facturen per jaar In bovenstaand overzicht wordt duidelijk dat de kosten voor ouders in de laagste inkomensgroepen sterk dalen in de nieuwe situatie, voor de middeninkomens blijven de kosten min of meer gelijk. Ouders met een hoog inkomen gaan meer betalen dan voorheen. Buitenhek Management & Consult Gemeente Opsterland 20-5-2014 10

6 GEVOLGEN VOOR DE GEMEENTE OPSTERLAND Als gevolg van de keuze voor vraagfinanciering zal het huidige subsidiestelsel moeten worden omgevormd. Zo zal de gemeente een nadere uitwerking moeten maken van het te vergoeden tarief voor de basisaanbod en voor de doelgroepplaatsen/vve. Ook moeten de eisen nader ingevuld worden die gesteld worden aan aanbieders van door de gemeente te subsidiëren peuteropvang. 6.1 Hoofdpunten subsidieregeling Het nieuwe subsidiestelsel wordt nader uitgewerkt in een subsidieregeling (uitvoeringsregeling). Hierna wordt een toelichting gegeven op de belangrijkste punten. 6.1.1.Tabel gemeentetoeslag De gemeente kiest voor harmonisering van de ouderbijdrage. De gemeentetoeslag wordt gebaseerd op de tabel die voor de kinderopvangtoeslag van toepassing is (tevens adviestabel van de VNG). Met dien verstande dat de brede schaalindeling zal worden teruggebracht naar 7 schalen. 6.1.2 Maximum uurtarief subsidie Het maximum uurtarief om in aanmerking te kunnen komen voor de gemeentetoeslag zal vastgesteld worden op het niveau van het maximum uurtarief van de kinderopvangtoeslag van 6,70 per uur in 2014. 6.1.3 Subsidiering aanbieders op basis van gerealiseerde plaatsen Subsidiering vindt plaats op basis van outputfinanciering: de subsidie is gebaseerd op het aantal peuters dat per aanbieder daadwerkelijk gebruik maakt van de peuteropvang. De subsidie wordt per gerealiseerde plaats verstrekt tot aan het maximum uurtarief. Voor doelgroepkinderen wordt een toeslag verleend, evenals voor het uitvoeren van een VVE programma voor alle peuters. 6.1.4 Administratieve uitvoering gemeentetoeslag peuteropvang De gemeentetoeslag wordt door de gemeente rechtstreeks uitbetaald aan de ouders. De wijze waarop dit uitgevoerd zal gaan worden zal nader uitgewerkt worden. Dit geldt ook voor de aanvraagprocedure van de ouders. De Cliëntenraad zal in de gelegenheid gesteld worden om hiervoor een advies uit te brengen. Dit zal meegewogen worden in de keuzes van uitvoering. 6.1.5 Kwaliteitseisen Willen aanbieders in aanmerking komen voor gemeentesubsidie moeten zij aan de wettelijke eisen voldoen die aan kinderopvang worden gesteld. Daarnaast stelt de gemeente de aanvullende eis dat op elke groep een geïntegreerd aanbod gerealiseerd moet zijn, waarbij aan alle peuters een VVE programma geboden wordt. Ook moeten aanbieders een aanbod realiseren van minimaal 10 uren, zodat ouders van doelgroeppeuters aan de minimum uren-eis voor VVE kunnen voldoen. 6.1.6 Openstellen markt Ten aanzien van het openstellen van de markt staat de gemeente Opsterland voor een dilemma. Enerzijds: ruim baan voor nieuwe initiatieven, anderzijds moet het een te grote versnippering van het aanbod voorkomen worden. Zoals eerder aangegeven: als de spoeling te dun wordt kan geen enkele aanbieder op termijn overleven. De gemeente wil de markt voor peuteropvang daarom fasegewijs openstellen om de situatie beheersbaar te houden. Buitenhek Management & Consult Gemeente Opsterland 20-5-2014 11

In het eerste jaar (2015) zullen de volgende partijen in aanmerking komen voor de gemeentetoeslag-regeling (via de ouders), mits zij aan de gestelde eisen voldoen: Aanbieders die voor 1 juli 2014 in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen geregistreerd waren als kinderdagopvangaanbieder (niet van toepassing op gastouders) of peuterspeelzaalaanbieder in de gemeente Opsterland. Scholen die in 2014 gevestigd waren in de gemeente Opsterland. Na de verkenning met de schooldirecteuren van het Primair onderwijs, zal in goed overleg besloten worden of dit al per 1 januari 2015 zal ingaan of met ingang van het nieuwe schooljaar 2015/2016. De overige nieuwe aanbieders kunnen per 1 januari 2016 in aanmerking komen voor de gemeentetoeslagregeling, mits zij aan de gestelde eisen voldoen. Tenzij de resultaten van de monitoring van de harmonisatie, die gedurende een periode van twee jaar plaatsvindt, aanleiding geeft tot het heroverweging van voornoemde termijn. Dit moeten zwaarwegende redenen zijn. 6.1.7 Neveneffecten worden zoveel mogelijk geneutraliseerd De neveneffecten van de subsidieregeling zullen in kaart gebracht worden. Waaronder het eerder aangegeven risico van een te versnipperd aanbod dat op den duur niet houdbaar zou kunnen zijn voor geen van de aanbieders, waardoor sluiting van de voorziening op de loer ligt. Dergelijke effecten zullen in de regeling zoveel mogelijk geneutraliseerd worden. 6.2 Procesbegeleiding en planning omvorming met aanbieders Vanuit de gemeente Opsterland zal het proces van omvorming begeleid worden. Met de huidige aanbieder zal een planning gemaakt worden. Waar nodig wordt op onderdelen, zoals de voorlichting aan de ouders over de nieuwe situatie, ondersteuning geboden. De nieuwe aanbieders zullen in de startfase begeleid worden. Nadat is vastgesteld welke aanbieders op de markt toegelaten worden zal met hen in kaart gebracht worden welke stappen zij moeten ondernemen om aan de wettelijke eisen en de eisen van de gemeente te voldoen. Hoe de begeleiding er verder uit komt te zien zal naar bevinding ingevuld worden. 6.3 Versterken geïntegreerd VVE aanbod Eén van de eisen die de gemeente aan aanbieders stelt om voor subsidie in aanmerking te komen is het bieden van een VVE programma aan alle peuters, ongeacht of het doelgroeppeuters betreft of niet. Omdat het bieden van een VVE programma aan doelgroeppeuters meer begeleidingskosten met zich meebrengt (verslaglegging aangaande de ontwikkeling van het kind en overdracht naar de basisschool is intensiever), wordt aan aanbieders een subsidie verstrekt van 400,- per gerealiseerde doelgroepplaats. Daarbij moet de omvang van het aanbod zodanig zijn dat de ouders van doelgroeppeuters aan de minimum uren-eis voor VVE kunnen voldoen (minimaal 10 uren). Voor nieuwe aanbieders zal bovendien in het eerste jaar dat zij de peuteropvang exploiteren, aangenomen worden dat zij 4 doelgroepplaatsen realiseren, boven op de werkelijk gerealiseerde plaatsen. Dit om de realisatie van het geïntegreerde aanbod VVE bij nieuwe aanbieders te versnellen. Deze regeling geldt van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2016. Omdat Timpaan in het verleden subsidie heeft ontvangen voor de aankoop van het VVE programma en de kwalificering van leidsters, zal een aanvullende subsidie verstrekt worden, zodat ook nieuwe aanbieders een Buitenhek Management & Consult Gemeente Opsterland 20-5-2014 12

geïntegreerd programma kunnen aanbieden. In overleg met de nieuwe aanbieders zal bekeken worden hoe dit gerealiseerd zal worden. Deze regeling geldt van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2016. 6.4 Borgen oudervertegenwoordiging De positie van de ouders in de peuteropvang is in de nieuwe situatie op dezelfde wijze geregeld als voor de ouders die gebruik maken van kinderopvang. Zoals eerder aangegeven zal per locatie een oudercommissie geïnstalleerd moeten worden. De GGD ziet toe op de naleving, de gemeente handhaaft als overtreding plaatsvindt. Om te stimuleren dat ouders de positie krijgen die hen volgens de wetgeving toekomt zullen de voorzitters van alle oudercommissies de eerste twee jaar -half jaarlijks- uitgenodigd worden. Op deze wijze ziet de gemeente toe op het proces van realisatie van de nieuwe regels en wordt de focus van aanbieders op het tot stand brengen van goede voorwaarden voor de oudervertegenwoordiging versterkt. 6.5 Versterken aanbod in kleine kernen Het aanbod in de kleine kernen van de gemeente Opsterland zal ook in de nieuwe situatie kwetsbaar blijven. Immers als het ontbreekt aan voldoende peuters is het uit bedrijfsmatige overwegingen onmogelijk om een voorziening in stand te houden. De gemeente wil zich tot het uiterste inspannen om het aanbod (van minimaal een halve groep) in de kleine kernen te waarborgen binnen toelaatbare grenzen. Welke kernen hiervoor in aanmerking komen en welke voorwaarden hiervoor gelden wordt nader uitgewerkt. Uitgangspunt is om hiervoor de indeling van de Vitaliteitsbarometer te nemen: centrumdorpen, plusdorpen en woondorpen. 6.6 Monitoring De Gemeente Opsterland wil de effecten van de nieuwe subsidieregeling de eerste 2 jaar monitoren. Dit betreft onder meer de volgende punten: Gemeten wordt of het bereik van peuters en doelgroeppeuters in de gemeente op peil blijft. Toegezien wordt op hoe de implementatie van de VVE-programma s verloopt bij nieuwe aanbieders en of de bijbehorende kwalificatie van de leidsters plaatsvindt binnen de daarvoor vastgestelde termijn. Gevolgd wordt of er sprake is van het gebruik van een kind-volgsysteem en ingeval van doelgroeppeuters: in hoeverre een warme overdracht naar het basisonderwijs plaatsvindt. Gevolgd wordt of het budget van de gemeentetoeslag toereikend is en het proces van uitbetaling naar wens verloopt. Getoetst wordt of de toegankelijkheid voldoende gewaarborgd is voor de ouders van de peuters die gebruik maken van de reguliere plaatsen als voor ouders die gebruik maken van de doelgroepplaatsen, zowel op basis van de kinderopvangtoeslag als van de gemeentetoeslag. Toegezien wordt hoe de implementatie verloopt van de nieuwe wettelijke eisen met betrekking tot de oudervertegenwoordiging en of de borging hiervan naar wens van de ouders verloopt. Gemeten wordt hoe de effecten zijn van het (geleidelijk) openstellen van de markt/het aanbod. Toegezien wordt hoe de implementatie verloopt van de omvorming bij de huidige aanbieder en de opstart van peuteropvang verloopt bij nieuwe aanbieders. Buitenhek Management & Consult Gemeente Opsterland 20-5-2014 13

6.7 Planning invoering en communicatie Voor de invoering van de omvorming, de interne besluitvorming bij de gemeente en de communicatie met betrokkenen is de volgende planning opgesteld: Omschrijving datum/afgerond (2014) B&W voorbereiding in Kommisje omvormingsplaan in Gemeenteraad brief aan Timpaan over wijziging subsidiestructuur informeren betrokkenen (aanbieders, schooldirecteuren, ouders) verzoek Timpaan voor omvormen huidige psz in peuteropvang/registratie LRKP afstemmen nieuwe werkwijze met potentiele aanbieders afstemmen nieuwe werkwijze met Cliëntenraad/oudercommissies i.o. informatieronde ouders over aanvraagprocedure kinderopvangtoeslag en gemeentetoeslag vaststellen subsidieverordening in Gemeenteraad 27 mei 16 of 17 juni 30 juni z.s.m na 30 juni z.s.m na 30 juni Voor 1 augustus Augustus/begin september Augustus/begin september begin september 1 december start peuteropvang 1 januari 2015 Buitenhek Management & Consult Gemeente Opsterland 20-5-2014 14

7 FINANCIËLE VERTALING OMVORMING In dit hoofdstuk wordt de financiële vertaling gepresenteerd van de omvorming. Welke consequenties de nieuwe situatie heeft voor het beschikbare budget ten opzichte van de oude situatie. Daarbij worden ook de inkomsten uit ouderbijdragen in beeld gebracht. 7.1 Middelen gemeentebudget In de afgelopen jaren werd een onderscheid gemaakt tussen subsidie voor reguliere plaatsen en een aanvullende subsidie voor de extra inspanning die Timpaan leverde ten aanzien van de doelgroeppeuters/vve. De Gemeente Opsterland heeft met betrekking tot de subsidieverplichting 2014 voor de peuterspeelzalen het volgende budget gereserveerd: Subsidie peuterspeelzalen aantal peuterplaatsen 2014 basisbudget peuterspeelzaalwerk 482,5 (965 d.d.) 411.266 tutoring psz/inclusief Piramideproject * 94.273 totaal 505.539 *exclusief overige bestedingen voor VVE De herkomst van deze middelen is als volgt: Subsidie peuterspeelzalen 2014 OAB-budget overheid 98.613 gemeentelijke middelen 411.266 Voor de komende jaren is voor het peuterspeelzaalwerk het volgende budget gereserveerd: Subsidie peuterspeelzalen 2014 2015 2016 basisbudget peuteropvang 411.266 411.266 * 411.266 subsidie doelgroepplaatsen/vve ** 94.273 ** 94.273 ** 94.273 totaal 505.539 505.539 * 505.539 *exclusief uitname uit gemeentefonds na omvorming van 110.059.**exclusief overige bestedingen VVE 7.2 Kosten peuteropvang na omvorming In de nieuwe situatie wordt gekozen voor een andere subsidiesystematiek. Uitgangpunt is dat er sprake zal zijn van een subsidiebudget voor een basisaanbod (reguliere) plaatsen en een budget voor doelgroepplaatsen/vve. 7.1.1 Subsidiebudget basisaanbod reguliere plaatsen In het vooronderzoek naar het aantal werkende ouders werd vastgesteld dat circa 70% van de ouders die gebruik maken van het peuterspeelzaalwerk onder de kinderopvangtoeslag vallen. Dat betekent dat de gemeente een regeling moet treffen voor 30% van de ouders. In de berekening in tabel 1 is rekening gehouden met een overloop van de kinderdagopvang naar de peuteropvang van 10%. Het maximum uurtarief voor de gemeente toeslag is 6,70 per uur (niveau 2014). Buitenhek Management & Consult Gemeente Opsterland 20-5-2014 15