VAN REYBROUCK, Geert. De Belgische fiscaliteit en parafiscaliteit in een Europees kader



Vergelijkbare documenten
Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

Hoeveel dragen onze bedrijven bij aan de schatkist en de sociale zekerheid?

De overheid geeft (te)veel uit? Weet u hoeveel

Rijksbelastingen 0n verdubbeld en vergroend

Nieuwe thema-analyse van Belfius Research. Vergrijzing van de bevolking : impact op de gemeentelijke aanvullende personenbelasting

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

De Belgische farmaceutische industrie in een internationale context

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

DE EUROPESE UNIE. Economische fundamenten

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen

Welzijn, meer dan bruto binnenlands product. Horizon februari 2015 Edwin De Boeck, Hoofdeconoom KBC Groep

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur

PERSBERICHT Brussel, 15 maart 2016

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014

Belasting op huurinkomsten: 'De Belgische wetgever staat voor een moeilijke opdracht'

PERSBERICHT Brussel, 19 januari 2016

Onderwijs en arbeidsmarkt: tweemaal actief

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks

technisch verslag CRB

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014

PERSBERICHT Brussel, 11 december 2015

Macht en waarden in de wereldpolitiek

Spoor A2: De overdrachten aan de Gemeenschappen en Gewesten in het kader van de Bijzondere Financieringswet: K. Algoed D.

EU Ontwikkelingssamenwerking en -hulp BELGIË. Speciale Eurobarometer 441. November - December 2015 SAMENVATTING LANDENANALYSE

PERSBERICHT Brussel, 13 mei 2015

PERSBERICHT Brussel, 12 november 2015

ECONOMISCHE EN SOCIALE CONVERGENTIE IN DE EU: BELANGRIJKE FEITEN

Company Vehicles Frank Vancamp Ann-Sofie Dequae

PERSBERICHT Brussel, 14 januari 2015

Spoor A2: De overdrachten aan de Gemeenschappen en Gewesten in het kader van de Bijzondere Financieringswet: e versie

Omzetting van de Europese richtlijn naar het Belgisch recht

PERSBERICHT Brussel, 14 september 2017

PERSBERICHT Brussel, 13 oktober 2016

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 11 september 2015

Artikel 1 van het nieuwe Verdrag Personen op wie het Verdrag van toepassing is

Afdeling I. Algemene beginselen van Unierecht en de relatie met het HGEU 11. Afdeling III. Onderzoeksvragen, onderzoeksdoelstelling en beperkingen 17

Situering algemene en universitaire ziekenhuizen

PERSBERICHT Brussel, 16 januari 2017

VBO-analyse. over de verhouding tussen het loonaandeel en de winsten van bedrijven

DE KLOOF TUSSEN DE TOTALE ONTVANGSTEN EN DE RIJKSMIDDELEN: EEN ANALYSE VAN DE PERIODE

DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING

INHOUD. HOOFDSTUK 1 De rechtsfiguur van de burgerlijke vennootschap Definitie Wettelijke bepalingen 11

Werkloosheid in de Europese Unie

De schommelingen van de verdeelsleutel van het aan de gewesten toegewezen gedeelte van de personenbelasting

Belastingen en inkomensongelijkheid: België in een internationaal perspectief

Beknopte commentaar bij de uiteenzettingen van C. Valenduc en G. Nicodème

1. Procedure artikel 50 EU-Verdrag 2. Onderhandelingsproces 3. Na de brexit toekomstige relatie 4. Indicatieve tijdlijn 5. NL voorbereidingen 6.

BEGROTING EN HERVORMINGEN

Impact van gesubsidieerde tewerkstelling op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Auteur. Onderwerp. Datum

Begrippen: - Overheid: Onder overheid verstaan we het Rijk en de overige publiekrechtelijke lichamen, zoals provincies en gemeenten.

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016

Digitale (r)evolutie in België anno 2009

/ Feedbackrapport KWALITEIT IN WOONZORGCENTRA: METEN VIA INDICATOREN. WOON- EN ZORGHUIS HOF VAN ARENBERG / 2015 deel 2. / 15-mrt-16 ONTWERP

Welkom bij de FOD Financiën. Infosessie - 22 augustus 2016 Economisten & Juristen

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

Titel : Circulaire 2018/C/106 met betrekking tot het arrest nr. 24/2018 van van het Grondwettelijk Hof inzake het

Inhoudstafel. Deel I De fiscale strafvervolging naar Belgisch recht

Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit?

2015 was een sterk jaar voor de Belgische voedingsindustrie,

Persbericht. Limburgse export van diensten en handel boomt. Limburgse groei overtreft Vlaanderen. Voka -KvK Limburg blij met inhaalbeweging

Regionale inkomensrekeningen van de huishoudens

UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE

Energielabels voor personenauto's,

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

EURO BOOKS ONLINE - Digitaal bladeren in juridische uitgaven. Uitgave C.I.P. Koninklijke Bibliotheek Albert I NUR 820 I.S.B.N.

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017

Themanummer Beschouwingen bij de hervorming van de Bijzondere Financieringswet

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Samenvatting Economie Toetsweek 2

De evolutie van het arbeidsvolume in België, de gewesten en de Europese unie

Demografie SAMENVATTING

Buitenlands zeggenschap in de Vlaamse economie: een kwantitatieve analyse

BIJLAGE. bij de DISCUSSIENOTA OVER DE VERDIEPING VAN DE ECONOMISCHE EN MONETAIRE UNIE

3. Kenmerken van personenwagens

Wat doen centrale banken eigenlijk? Finale sessie: The big Picture. Brussel, 21 oktober 2015

De regionale impact van de economische crisis

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 13 november 2015 Betreft Impact van TTIP op lage-inkomenslanden

10374/15 ADD 1 mou/dau/hh 1 DG G 3 B

Identificatie rapportering 2014

Energielabels voor personenauto's,

De positie van de Vlaamse kust op de Belgische reismarkt

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van over het ontwerpbegrotingsplan van België. {SWD(2018) 511 final}

In 10 stappen naar een vermogen zonder zorgen

Identificatie rapportering 2014

PLANNING PAPER 115. De administratieve lasten in België voor het jaar Federaal Planbureau. Chantal Kegels Dirk Verwerft

Uw voorafbetalingen via Bonifisc FINTRO. GAAT VER, BLIJFT DICHTBIJ.

Fiscale toekomstperspectieven. Prof. Dr. Michel Maus CRAB 26/01/2017

Boekdeel I. Algemeen. Deel 1. Inkomstenbelastingen. Deel 2. Met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen. zie afzonderlijk Boekdeel I

Multiplicatoren: handleiding

Remarketing tweedehands in Europa & BTW.

Eindexamen economie 1-2 havo 2004-I

Transcriptie:

VAN REYBROUCK, Geert. De Belgische fiscaliteit en parafiscaliteit in een Europees kader Documentatieblad, Brussel, FOD Financiën, LXe jaargang, nr. 5, juli-augustus 2000, pp.39-238 Samenvatting In deel 1 bekijken we de federale Belgische belastingontvangsten in de voorbije drie decennia vanuit een administratieve invalshoek. De directe belastingen blijken het sterkst gestegen. In deel 2 schetsen we het fiscaal kader binnen de Europese Unie. We stellen vast dat de unanimiteit binnen de Europese Raad nog steeds de stelregel is, wat inhoudt dat elke lidstaat over een veto-recht beschikt. De nationale soevereiniteit wordt echter steeds meer uitgehold, zowel door marktkrachten (de toegenomen mobiliteit van de belastinggrondslag kan in belastingerosie uitmonden), als door het optreden van de Europese Commissie en het Europees Hof van Justitie tegen fiscale concurrentieverstoring. Bovendien staat, naar aanleiding van de nakende uitbreiding van de Unie, het inperken van het veto-recht op de agenda. In deel 3 beklemtonen we dat de relativiteit van de nationale soevereiniteit een argument vormt om bij internationale vergelijkingen het gewogen gemiddelde van nationale statistieken boven het ongewogen gemiddelde te prefereren. Daar zijn overigens ook goede rekenkundige redenen voor. We komen zodoende tot de bevinding dat de globale fiscale en parafiscale druk in België aanzienlijk hoger uitsteekt boven het OESO-gemiddelde dan courant wordt aangenomen. Met een globale belastingdruk van 46% ten opzichte van het BBP in 1997 bedraagt de afwijking tegenover het ongewogen gemiddelde 8,8 procentpunten, tegenover het gewogen gemiddelde loopt de afwijking echter op tot ruim 13 procentpunten. In vergelijking met de buurlanden kent België een belastingdruk gelijkaardig aan de Franse en een belastingstructuur gelijkaardig aan de Duitse. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Nederland, hanteert België overigens een zeer "internationale" belastingstructuur. Deel 3 besteedt verder veel aandacht aan maatstaven om internationale convergentie te meten. Wat de belastingdruk betreft, domineert volgens de MESSERE-indicator in het eerste deel van de periode 1965-1997 de divergentie en in het tweede deel de convergentie. Volgens deze indicator convergeert een land indien de afwijking tegenover het gemiddelde in de tijd afneemt. Op basis van een uit de groeitheorie overgenomen methodologie zijn de besluiten eenduidiger: er is zowel sprake van ß- als van s-convergentie. ß-convergentie houdt in dat de belastingontvangsten in landen met een laag startniveau sneller groeien (of minder snel dalen), s-convergentie houdt in dat de spreiding over de landen heen in de tijd afneemt. Wat de belastingstructuur betreft, stellen we zowel via de divergentiemaatstaf van ROSE, als via rangcorrelatie en volgens een op CRAMER gebaseerde associatiemaatstaf convergentie vast. Op het einde van de beschouwde periode groeiden de belastingstelsels echter opnieuw wat uiteen. De divergentiemaatstaf van ROSE sommeert de absolute verschillen in de aandelen van de diverse belastingcategorieën, de associatiemaatstaf kwadrateert ze. We besluiten verder dat er zelden een significant verband bestaat tussen de belastingdruk en de belastingstructuur. Toch komen een hoge

belastingdruk en een groot gewicht van de parafiscaliteit en een lage belastingdruk en een groot gewicht van de eigendomsbelastingen doorgaans samen voor. Inhoudsopgave

1. DE BELGISCHE BELASTINGONTVANGSTEN 1.1. Dertig jaar fiscale ontvangsten 1970-1999 1.1.1. Globaal overzicht 1.1.2. De directe belastingen 1.1.3. De douane en accijnzen 1.1.4. De BTW en de registratierechten 1.2. De belastingdruk in België 1.2.1. De ESR95-methodologie 1.2.2. Recente evolutie van de Belgische belastingdruk 2. HET EUROPEES KADER 2.1. Impact van de Europese instellingen op de nationale fiscaliteit 2.1.1. (Gebrek aan) soevereiniteit 2.1.2. Consensus vereist in de Europese Ministerraad 2.1.3. Het subsidiariteitprincipe 2.1.4. Het Europees Verdragsrecht en het afgeleid Europees recht 2.1.4.1. Het Verdragsrecht (of "primary community law") 2.1.4.2. Het afgeleid recht (of "secundary community law") 2.1.5. Indirecte normering via de Maastricht-criteria en het Stabiliteits- en Groeipact 2.1.6. De Europese Commissie en de fiscaliteit 2.1.7. "De rechters maken nieuw recht" 2.2. De fiscaliteit hoog op de Europese agenda in de jaren 1990 2.2.1. De belastingen, de interne markt en de EMU 2.2.2. De actuele uitdagingen 3. DE BELASTINGDRUK EN DE BELASTINGSTRUCTUUR NADER BEKEKEN 3.1. De fiscaliteit gewogen

3.1.1. Het cijfermateriaal 3.1.2. De interpretatie van de gerapporteerde belastingdruk 3.1.2.1. Enig voorbehoud bij teller en noemer 3.1.2.2. De belastingdruk als maatstaf van het overheidsbeslag. 3.1.2.3. Besluit: de belastingdruk desondanks een waardevolle statistiek 3.1.3. Overwegingen omtrent de aggregatie-methode 3.1.3.1. De aggregatiemethode van de OESO 3.1.3.2. Keuze van de conversiekoersen 3.1.3.2.1. Conversie tegen marktkoersen 3.1.3.2.2. Conversie tegen PPS-koersen 3.1.3.3. Het rekenschema 3.1.3.4. Politieke motieven en de relativiteit van administratieve grenzen 3.1.3.4.1. Eén land, één stem? 3.1.3.4.2. De relativiteit van administratieve grenzen 3.2. Situering van de Belgische belastingdruk 3.2.1. Evolutie van de Belgische belastingdruk, 1965-1997 3.2.2. De Belgische belastingdruk in vergelijking met het Europees en OESOgemiddelde 3.2.3. Het ongewogen en gewogen Europees en OESO-gemiddelde 3.2.4. De belastingdruk in de buurlanden 3.3. Situering van de Belgische belastingstructuur 3.3.1. Categorie 1000 (belastingen op inkomen, winsten en meerwaarden) 3.3.2. Categorie 2000 (sociale zekerheidsbijdragen) 3.3.3. Categorie 3000 (belasting op loonlast en tewerkstelling) 3.3.4. Categorie 4000 (belastingen op eigendom en vermogen) 3.3.5. Categorie 5000 (belastingen op goederen en diensten) 3.3.6. Categorie 6000 (overige belastingen) 3.3.7. De Belgische belastingstructuur in vergelijking tot het EU- en het OESOgemiddelde

3.3.7.1. De belastingstructuur in 1997 3.3.7.2. De veranderingen uit de periode 1965-1997 3.4. De convergentietest van MESSERE 3.4.1. Het begrip convergentie 3.4.2. Het rekenschema 3.4.3. De resultaten 3.4.3.1. Convergentie van de belastingdruk in de 15 landen van de Europese Unie 3.4.4. Conclusie 3.4.3.2. Convergentie van de belastingdruk in 24 OESO-landen 3.4.3.3. Convergentie van de belastingdruk in alle OESO-landen 3.5. ß-convergentie en s-convergentie 3.5.1. De begrippen 3.5.2. De resultaten 3.5.2.1. De reële belastingdruk per capita 3.5.2.1.1. De reële belastingdruk per capita en ß-convergentie 3.5.2.1.2. De reële belastingdruk per capita en s-convergentie 3.5.2.2. De convergentie van de belastingdruk in verhouding tot het bruto binnenlands product 3.5.2.2.1. Evolutie van de standaardafwijking 3.5.2.2.2. Evolutie van de variatie-coëfficiënt (of relatieve standaardafwijking) 3.6. Een alternatieve convergentiemaatstaf 3.6.1. De begrippen en het rekenschema 3.6.2. Resultaten 3.6.2.1. De belastingdruk per capita in de Europese Unie 3.6.2.2. De belastingdruk per capita in de OESO-landen 3.7. De structuurtest van ROSE 3.7.1. Het rekenschema

3.7.2. De resultaten 3.7.2.1. Bilaterale divergentie ten opzichte van de Belgische belastingstructuur, 1997 3.7.2.2. Divergentie ten opzichte van het Europees gemiddelde, 1997 3.7.2.3. Divergentie van de Europese landen ten opzichte van het OESOgemiddelde, 1997 3.7.2.4. Divergentie van de belastingstructuur in een bredere context 3.7.2.5. Evolutie van de divergentie in de tijd 3.7.2.6. Evolutie van de divergentie binnen de landengroep 3.8. De belastingstructuur en de rangcorrelatie van SPEARMAN en KENDALL 3.8.1. Het rekenschema 3.8.2. De resultaten 3.8.2.1. Rangcorrelatie ten opzichte van de Belgische belastingstructuur 3.8.2.2. Rangcorrelatie ten opzichte van de Europese belastingstructuur 3.8.2.3. Rangcorrelatie ten opzichte van de internationale belastingstructuur 3.8.2.4. Evolutie van de rangcorrelatie 3.9. Op de associatiemaatstaf van CRAMER gebaseerde structuurtest 3.9.1. De begrippen en het rekenschema 3.9.2. De resultaten 3.9.2.1. De associatiemaatstaf toegepast op de 15 EU-landen 3.9.2.2. De associatiemaatstaf toegepast op 24 OESO-landen 3.10. Verband belastingdruk en belastingstructuur 3.10.1. Grafisch verband tussen belastingdruk en belastingstructuur 3.10.2. De rangcorrelatie van SPEARMAN en de associatiemaatstaf van SOMERS 3.10.3. De associatiemaatstaf toegepast op een 2x2-tabel 3.10.4. De EU-landen en de belastingdruk 4. SAMENVATTING EN BESLUIT 4.1. Overzicht

4.1.1. Deel 1, de Belgische federale belastingontvangsten en de globale belastingdruk 4.1.2. Deel 2, het Europees fiscaal kader 4.1.3. Deel 3, een kwantitatieve zoektocht naar convergentie tussen de EU- en de OESO-landen voor wat de belastingdruk en de belastingstructuur betreft 4.2. Korte samenvatting 5. BIBLIOGRAFIE 6. BIJLAGEN 6.1. Lijst der afkortingen 6.2. De OESO-landencode 6.3. De indeling van de belastingontvangsten in categorieën 6.4. The OECD interpretative guide 6.5. Het economisch gewicht van de OESO-landen, 1965-1998 6.5.1. Het relatieve gewicht van de EU-landen ten opzichte van het EU-totaal, 1965-1998 6.5.2. Het relatieve gewicht van de EU-landen ten opzichte van het OESO-totaal, 1965-1998 6.5.3. Het relatieve gewicht van de niet-eu-landen ten opzichte van het OESOtotaal, 1965-1998 6.6. Belastingdruk in verhouding tot het bruto binnenlands product OESOlanden, 1965-1998 6.7. Reële belastingontvangsten per capita voor de OESO-landen, 1965-1997 6.8. Belastingstructuur OESO-landen 6.8.1. Belastingstructuur België, 1965-1998 6.8.2. Belastingstructuur OESO-landen, 1997 6.8.3. Belastingstructuur OESO-landen, 1965 6.9. Rangcorrelatie belastingstructuur, 1965-1997 6.9.1. Rangcorrelatie ten opzichte van Belgische belastingstructuur

6.9.2. Rangcorrelatie ten opzichte van de gewogen gemiddelde structuur van de 15 EU-landen 6.9.3. Rangcorrelatie ten opzichte van de gewogen gemiddelde structuur van 24 OESO-landen