Inleiding. Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 2



Vergelijkbare documenten
aantal huishoudens % 65+ tov bevolking (2009) % <20 jaar tov bevolking (2009) (2009)

Omgevingsanalyse Oostende Ifv nieuwe locatie kinderdagverblijf In opdracht van CM Oostende

Omgevingsanalyse Harelbeke December 2014

In deel 1 worden Middelkerke en Oostende vergeleken met het West-Vlaams gemiddelde en het gemiddelde van de kuststeden.

Kansarmoede-profiel Westhoek

Omgevingsanalyse Beernem ikv Huis van het Kind

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE

Omgevingsanalyse gemaakt door het Steunpunt Sociale Planning van de dienst Welzijn (provincie West-Vlaanderen)

Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente?

-Een buurt kan hoog scoren op de dimensie demografie maar laag op de dimensie huisvesting, er zijn buurten die hoog scoren op werkloosheid en

Algemeen rapport: vergelijk Postzones: Antwerpen Noord (2060), Antwerpen Kiel (2020), Antwerpen Linkeroever (2050), Borgerhout (2140)

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.

Situering op kaart. WIJKFICHES Bloemekenswijk. statistische sectoren Bloemekenswijk. 1,67 km 2 (1,1% van Gent) Oude Lieve. Rustoord.

Inleiding Demografie Inwoners Bevolkingsdichtheid Totale bevolking Leeftijdscategorieën Prognoses...

Foto van de lokale arbeidsmarkt

GENKSE BEVOLKING OP ARBEIDSLEEFTIJD NAAR SOCIO-ECONOMISCHE POSITIE

STEEKKAART Toelichting Indicator Datum Bron Toelichting

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES

Inhoudsopgave. Pagina 2

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Niet-werkende werkzoekenden in Genk

Het basisonderwijs in Antwerpen

Kids on Wheels Sinds Een participatief fietsproject met kinderen en jongeren in een aandachtswijk dat)

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

RAPPORT SOCIALE KERNCIJFERS

Bevolking. Samenstelling naar leeftijd. Regio Tielt

Belangrijkste conclusies

PERSBERICHT Brussel, 30 september 2013

Demografische fiche kust

67,3% van de jarigen aan het werk

TRAINING & OPLEIDING Opleidingen in de lift: + 25% in 2001

Arbeidsmarkt Onderwijs

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2014

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Demografie SAMENVATTING

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

West-Limburg in cijfers. 17 juni 2013

De arbeidsmarkt in februari 2015

Arbeidsmarkt Onderwijs

De arbeidsmarkt in april 2016

De arbeidsmarkt in augustus 2015

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

De arbeidsmarkt in mei 2016

Arbeidsmarkt Onderwijs

Jongeren vinden moeilijker een job - Nieuwe cijfers Enquête naar de Arbeidskrachten, derde kwartaal

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

Arbeidsmarkt Onderwijs

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

De 50-plussers op de Limburgse arbeidsmarkt

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

EDITIE CIJFERKORF WONEN

NOVEMBER 2014 BAROMETER

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2014

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

De arbeidsmarkt in maart 2016

De arbeidsmarkt in april 2015

Arbeidsmarkt Onderwijs

Sessie 2. Ook in Gent: mensen komen en gaan!

1.1 Aantal levend geborenen dat bij geboorte woont in het Vlaamse Gewest sinds 2001

Onderwijs SAMENVATTING

WORKLESS HOUSEHOLDS IN VLAANDEREN Hoofdstuk 21

Arbeidsmarkt Onderwijs

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers

De arbeidsmarkt in juni 2015

Lokaal overleg kinderopvang Kortrijk

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Bijlage 1 :Tabellen Armoedebarometers

W E L Z I J N S M O N I T O R L I M B U R G Editie 2010

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2015

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

Zuid-Limburg in cijfers. 22 en 28 mei 2013

ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 26 november 2010

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

Algemene indicator domein overschrijdende kinderarmoede Nulmeting 2008 (cijfers 2006)

De arbeidsmarkt in augustus 2016

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Achtergrondcijfers WELZIJNSZORG VZW HUIDEVETTERSSTRAAT BRUSSEL

De arbeidsmarkt in juni 2016

nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS

Allochtonen op de arbeidsmarkt

De arbeidsmarkt in maart 2015

Socio-economische blik op de Kempen

Welzijn inkomen en armoede

Sociale index Gebiedsteam Sneek Zuid 1 oktober 2014

Arbeidsmarkt Onderwijs

Onderwijs en vorming leerlingen. Streekpact Cijferanalyse

Transcriptie:

Inleiding Overeenkomstig het actieplan 2009-2010 binnen het kader van het LOP-Beleidsplan Oostende wordt een update gemaakt van de omgevingsanalyse die in 2006 voor een eerste maal werd uitgevoerd. Deze omgevingsanalyse bestond uit 3 luiken: 1) Oostende gesitueerd ten opzichte van andere regio s 2) Een analyse op wijkniveau 3) Een analyse van kwetsbare buurten op bouwblokniveau Toegvoegd aan de omgevingsanalyse van 2009 is een vierde luikje: 4) Een analyse van de kwetsbare gezinnen De opdeling in wijken is het resultaat van een oefening die in 2006 door Liesbeth Croene (LOP-Deskundige) samen met de directies van de basisscholen van Oostende werd gemaakt. De bedoeling was om te komen tot een aantal maatschappelijk relevante entiteiten. Er werden 8 wijken weerhouden: Centrum, Oud-Centrum, Stene, Mariakerke, Vuurtoren, Westerkwartier-Soldatenberg, Zandvoorde en Luchthaven. In 2009 wordt de vraag gesteld om de wijk Luchthaven bij Mariakerke te voegen waardoor er nog 7 wijken overblijven. Deze wijk heet voortaan Mariakerke-Raversijde. Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 2

Luik 1: Oostende gesitueerd t.o.v. andere regio s West-Vlaanderen en de kust Oppervlakte in km² totale bevolking 1 (2009) Bevolkingsdichtheid aantal huishoudens (2009) % <20 jaar tov bevolking (2009) % 65+ tov bevolking (2009) % sociale huurwoningen (2008) 2 Leefloners 3 (2009) beroepsbevolking (15-64 jaar) (2007) 4 Werkzaamheidsgraad (2007) ((werkenden/bevolking 15-64 jaar)*100) werkloosheids -druk (2008) ((niet werkende werkzoekenden+ouderen /potentiële beroepsbevol king (18-64 jaar)*100) Werkgelegenheidsgraad (2007) ((arbeidsplaatsen/bevolking 15-64 jaar)*100) Oostende 37,7 69.045 1.831,4 35.087 17,5 25,8 7,9 1.037 28.465 60,2 8,7 77,3 Kust (zonder Zeebrugge) 341,3 211.541 619,8 103.494 17,2 25,8 5,0 86.787 61,0 7,4 60,4 Provincie 3.144,3 1.153.837 367,0 491.055 21,3 20,3 5,5 526.559 67,3 5,2 71,1 Uit deze tabel kan je afleiden dat Oostende in vergelijking met de kust en de provincie zeer dicht bevolkt is. Er wonen in Oostende tot 3 keer meer personen per km² dan gemiddeld genomen aan de kust en tot 5 keer meer dan in West-Vlaanderen. De bevolkingsstructuur van Oostende is zoals globaal voor de kust: minder jongeren en meer ouderen. Oostende telt in verhouding tot het aantal gezinnen veel meer sociale huurwoningen dan West-Vlaanderen en de kust. Let wel: hier zijn enkel de sociale huurwoningen van de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen in rekening gebracht. Sociaal patrimonium dat beheerd wordt door een Sociaal Verhuurkantoor of OCMW werd hier niet meegeteld aangezien deze gegevens niet beschikbaar zijn voor 2008. In totaal telt Oostende 1.037 leefloners (inclusief de personen die een vergoeding krijgen equivalent aan het leefloon). Dit komt overeen met 1,5% van de totale bevolking. De werkzaamheidsgraad ligt lager dan globaal voor de kust en de provincie, de werkloosheidsdruk ligt hoger dan gemiddeld voor de kust en de provincie. Wat de werkgelegenheidsgraad betreft (aantal jobs/ bevolking 15-64 jaar) scoort Oostende iets hoger dan het West-Vlaams gemiddelde en een stuk boven het gemiddelde voor de kust. 1 Bron: Rijksregister, 01/01/2009; bevolking exclusief wachtregister 2 Bron: VMSW, 2008 3 Bron: OCMW Oostende, 2009 4 Bron: Steunpunt WSE, jaargemiddelde 2007 Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 3

De centrumsteden Oppervlakte in km² totale bevolking 5 ( 2009) Bevolkingsdichtheid aantal huishoudens (2009) % <20 jaar tov bevolking (2009) % 65+ tov bevolking (2009) % sociale huurwoningen (2008) 6 beroepsbevolking (15-64 jaar) (2007) 7 Werkzaamheidsgraad (2007) ((werkenden/bevolking 15-64jaar)*100) werkloosheids -druk (2008) ((niet werkende werkzoekenden+ouderen /potentiële beroepsbevol king (18-64 jaar)*100) Werkgelegenheidsgraad (2007) ((arbeidsplaat - sen/bevolking 15-64 jaar)*100) Oostende 37,7 69.045 1.831,4 35.087 17,5 25,8 7,9 28.465 60,2 8,7 77,3 Roeselare 59,80 56.676 947,76 23.989 22,1 18,9 5,6 26.672 68,7 4,7 96,6 Kortrijk 80,0 73.976 924,7 32.085 21,5 20,5 7,5 33.365 65,7 6,3 104,9 Brugge 138,40 116.686 843,11 51.754 20,0 20,8 6,5 54.150 67,3 5,1 95,3 Provincie 3.144,3 1.153.837 367,0 491.055 21,3 20,3 5,5 526.559 67,3 5,2 71,1 Oostende is van de 4 West-Vlaamse centrumsteden de kleinste stad qua oppervlakte maar heeft daarentegen duidelijk een grotere bevolkingsdichtheid. Er wonen per km² ongeveer 2 maal zoveel mensen dan in de andere centrumsteden. Ook naar bevolkingsstructuur wijkt Oostende verder af van het West-Vlaams gemiddelde dan de overige centrumsteden. Zoals hierboven reeds vermeld, heeft Oostende een oudere bevolking, wat eerder een typisch kenmerk is voor een kustgemeente. Oostende telt in vergelijking met de overige centrumsteden het grootste aandeel sociale huurwoningen ten opzichte van het totaal aantal gezinnen maar het aandeel sociale huurwoningen in Kortrijk benadert zeer dicht de Oostendse waarde (resp. 7,5% en 7,9%). Ook wat de arbeidsmarktindicatoren betreft, lijkt Oostende niet op de overige centrumsteden. Oostende heeft in vergelijking een lagere werkzaamheidsgraad en werkgelegenheidsgraad en een hogere werkloosheidsdruk. Globaal genomen kunnen we besluiten dat Oostende, wat de gebruikte indicatoren betreft, eerder aansluiting vindt bij het profiel van een West-Vlaamse kustgemeente dan bij het profiel van een centrumstad. Wat niet wegneemt dat Oostende binnen de kustgemeenten op sommige vlakken evenzeer een afwijkend profiel kan hebben omwille van haar stedelijker karakter (vb. hogere werkgelegenheidsgraad dan gemiddeld voor de kust). 5 Bron: Rijksregister, 01/01/2009; bevolking exclusief wachtregister 6 Bron: VMSW, 2008 7 Bron: Steunpunt WSE, jaargemiddelde 2007 Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 4

Evolutie Groei-index totale bevolking 2004-2009 Groeiindex huishoudens 2004-2009 Groeiindex <20 jarigen 2004-2009 Groeiindex 65- plussers 2004-2009 Evolutie sociale huurwoningen 2005-2008 Groei-index beroepsbevolking 2003-2007 Evolutie werkzaamheidsgraad 2003-2007 Evolutie werkloosheidsgraad 2003-2007 Evolutie Werkgelegenheidsgraad 2003-2007 2003 2007 2003 2007 2003 2007 Oostende 101,2 102,3 98,1 105,2 100,0 100,2 59,4 60,2 11,5 9,4 69,2 77,3 Kust (zonder Zeebrugge) 102,9 105,4 95,7 110,9 102,0 101,6 60,4 61,0 9,2 7,7 54,5 60,4 Provincie 101,6 104,3 98,1 106,8 101,9 102,5 65,7 67,3 6,4 5,2 64,7 71,1 De groei-index laat zien dat het totaal aantal inwoners lichtjes toenam zowel in Oostende als aan de kust en in gans West-Vlaanderen. Het aantal huishoudens nam iets sneller toe dan het aantal inwoners wat wijst op een toename van het aantal 1-persoonshuishoudens of een verdere gezinsverdunning. De toename van de bevolking wordt echter niet in elke leeftijdsgroep weerspiegeld. Het aantal jongeren nam duidelijk overal af terwijl het aantal ouderen aanzienlijk steeg. Beide trends, de daling van het aantal jongeren en de toename van het aantal ouderen, deed zich tussen 2004 en 2009 het sterkst voor aan de kust. Met een daling van ongeveer 2% nam het aantal jongeren in Oostende evenveel af als gemiddeld in West-Vlaanderen. De toename van het aantal senioren (5%) benadert in Oostende eveneens eerder het provinciaal gemiddelde (6,8%) dan het kustgemiddelde (11%). Het aandeel sociale huurwoningen t.o.v. het aantal huishoudens is tussen 2005 en 2008 voor Oostende ongewijzigd gebleven. Aan de kust en in West- Vlaanderen nam het aandeel sociale huurwoningen met ongeveer 2% toe. In de omgevingsanalyse van 2006 werden de arbeidsmarktindicatoren berekend voor de bevolking tussen 18 en 64 jaar. Echter, vandaag worden deze gegevens omwille van internationale vergelijkingen steeds vaker berekend op de 15-64 jarige bevolking. Een vergelijking met de cijfers uit de omgevingsanalyse van 2006 is dus niet mogelijk. Om een correct beeld te kunnen geven van de evolutie van deze arbeidsmarktindicatoren worden in bovenstaande tabel de waarden voor 2003 (15-64 jarige bevolking) eveneens meegegeven. De beroepsbevolking wordt gevormd door alle werkenden en werkzoekenden tussen de 15 en 64 jaar. Tussen 2003 en 2007 bleef de beroepsbevolking in Oostende nagenoeg constant. Voor de kust en West-Vlaanderen tekenen we een geringe toename op. De werkzaamheidsgraad nam zowel in Oostende als aan de kust en in West-Vlaanderen toe. Voor Oostende betekent dit dat er in 2007 60 werkenden zijn per 100 15-64 jarigen. Net zoals in 2003 ligt de Oostendse werkzaamheidsgraad hiermee lager dan globaal voor de kust en West-Vlaanderen. De werkloosheidsgraad nam in 2007 af ten opzichte van 2003. In Oostende tellen we in 2007 2 niet-werkende werkzoekenden minder per 100 personen uit de beroepsbevolking dan in 2003. Niettegenstaande heeft Oostende in 2007 nog steeds een duidelijk hogere werkloosheidsgraad dan het kustgemiddelde (7,7) en West-Vlaanderen (5,2). Wat de werkgelegenheidsgraad betreft (=aantal jobs/bevolking 15-64 jaar) scoort Oostende met 77,3 daarentegen wel hoger dan de kust (60,4) en West- Vlaanderen (71,1). De werkgelegenheid steeg ook iets sneller in Oostende (+8 jobs per 100 15-64 jarigen) dan gemiddeld genomen aan de kust (+6 jobs per 100 15-64 jarigen) en het West-Vlaams (+6,4 jobs per 100 15-64 jarigen) gemiddelde. Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 5

Luik 2: Bespreking van de wijken in Oostende Voor de omgevingsanalyse op wijkniveau werden verschillende indicatoren gehanteerd. Deze vind je in onderstaande tabel. De keuze van de indicatoren is enerzijds gebaseerd op basis van de relevantie van de indicator voor het thema gelijke-onderwijskansen, anderzijds moest het ook mogelijk zijn om, vanuit de data beschikbaar bij het Steunpunt Sociale Planning, de gegevens te construeren op het gevraagde wijkniveau. Volgende kenmerken werden in de analyse weerhouden. Naam omschrijving bron % Belgen aandeel Belgen in de totale populatie rijksregister 01.01.2009 % niet-belgen aandeel niet-belgen in de totale populatie rijksregister 01.01.2009 % laag en medium HDI aandeel niet-belgen afkomstig uit landen met een laag en medium HDI 8 tov rijksregister 01.01.2009 alle niet-belgen Gemiddelde gezinsgrootte gemiddelde gezinsgrootte rijksregister 01.01.2009 % alleenstaanden aandeel alleenstaanden tov het aantal gezinnen rijksregister 01.01.2009 % eenoudergezinnen aandeel eenoudergezinnen tov alle gezinnen met kinderen rijksregister 01.01.2009 % GMK aandeel gezinnen met kinderen (0-19 jaar) tov alle gezinnen rijksregister 01.01.2009 % GZK aandeel gezinnen zonder kinderen tov alle gezinnen rijksregister 01.01.2009 % 3-5 jaar aandeel 3-5 jarigen in de totale bevolking rijksregister 01.01.2009 % 6-12 jaar aandeel 6-12 jarigen in de totale bevolking rijksregister 01.01.2009 % werkzoekend gezinshoofd met kinderlast aandeel werkzoekenden die gezinshoofd zijn met kinderlast tov alle werkzoekenden VDAB en rijksregister, 01.01.2009 % >1 jaar werkzoekend aandeel werkzoekenden langer dan 1 jaar werkzoekend tov alle VDAB, 01.01.2009 werkzoekenden % werkzoekend <25 jaar aandeel werkzoekend jonger dan 25 jaar tov alle werkzoekenden VDAB en rijksregister, 01.01.2009 % sociale huur aandeel sociale huurwoningen tov het aantal gezinnen VMSW, 01.01.2008 % leefloners Aandeel leefoners op totale bevolking OCMW, 2009 In wat volgt worden eerst de cijfers (absoluut en percentages) mbt deze indicatoren weergegeven, in tweede instantie worden de wijken dmv grafieken vergeleken met de fusiegemeente Oostende. Merk op in de tabel dat de hier vermelde totalen voor Oostende niet gelijk zijn aan de som van alle wijken. Dit wordt veroorzaakt door onze manier van werken (via Geografisch Informatie Systeem) waarbij we gegevens op adrespuntniveau koppelen aan de 8 De Human Development Index is een samenvattende maat voor de menselijke ontwikkeling. Het wil de gemiddelde realisatie in een land meten van: een lang en gezond leven (uitgedrukt door de levensverwachting bij de geboorte); het kennisniveau (uitgedrukt door de graad van geletterdheid bij volwassenen en de scholarisatiegraad); een treffelijke levensstandaard (uitgedrukt door het BBP per hoofd in PPP). Uit deze drie deelindicatoren wordt een samengestelde index geconstrueerd. Dit is de Human Development Index, of HDI. Dit is een getal tussen 0 en 1 (hoog HDI > 0.8, medium HDI tussen 0,5 en 0,8 en laag HDI < 0,5). België haalt een score van 0.94. Overzicht lijst met landen uit elke categorie: http://hdr.undp.org/en/statistics/ Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 6

adrespuntenkaart en vervolgens aggregeren naar het gevraagde wijkniveau. Het ontbreken van 2,9% van de adrespunten op kaart (vb. door nieuwe woningen die nog niet ingetekend zijn) veroorzaakt de foutmarge bij de berekeningen. Oostende in cijfers Wijk totale bevolking aantal Belgen aantal niet- Belgen laag en medium HDI kinderen 3-5 jaar kinderen 6-12 jaar aantal gezinnen alleenstaanden eenoudergezinnen gezinnen met kinderen gezinnen zonder kinderen Centrum 8.392 7.741 651 232 139 276 5.185 2.944 210 577 4.608 Mariakerke+Raversijde 9.835 9.422 413 148 222 505 5.066 2.243 225 965 4.101 Oud-Centrum 6.718 6.099 619 196 86 218 4.277 2.548 178 457 3.820 Stene 17.424 16.858 566 203 452 1.212 7.668 2.267 415 2.135 5.533 Vuurtoren 5.702 5.519 183 61 151 418 2.558 884 167 698 1.860 Westerwartier- Soldatenberg 15.415 14.414 1.001 380 378 872 7.992 3.800 406 1.585 6.407 Zandvoorde 3.551 3.495 56 <10 132 315 1.372 280 42 518 854 Oostende 69.045 65.441 3.604 1.268 1.587 3.885 35.087 15.481 1.687 7.088 27.999 Wijk gemiddelde gezinsgrootte sociale huur aantal werkzoekenden > 1 jaar werkzoekend werkzoekend <25 jaar werkzoekend gezinshoofd met kinderlast Centrum 1,62 115 417 177 48 91 216 Mariakerke+Raversijde 1,94 59 346 149 48 58 119 Oud-Centrum 1,57 186 319 152 38 58 140 Stene 2,27 1.525 498 196 102 115 135 Vuurtoren 2,23 381 240 102 48 49 60 Westerwartier- 339 1,93 465 705 272 120 121 Soldatenberg leefloners Zandvoorde 2,59 72 69 19 15 15 <10 waarnemingen Oostende 1,97 2.803 2.658 1.090 427 523 1.037 9 9 De som van het aantal leefloners per wijk bedraagt 1.014 wat iets lager is dan het werkelijke totaal van 1.037 leefloners. De reden hiervoor is het feit dat aan een aantal personen een leefloon (of equivalent) wordt toegekend zonder officieel adres waardoor we deze niet kunnen localiseren op kaart. Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 7

Wijk % Belgen % niet- Belgen % laag en medium HDI % 3-5 jaar %6-12 jaar % alleenstaanden % eenoudergezinnen % GMK % GZK Centrum 92,24 7,76 35,64 1,66 3,29 56,78 36,40 11,13 88,87 Mariakerke+Raversijde 95,80 4,20 35,84 2,26 5,13 44,28 23,32 19,05 80,95 Oud-Centrum 90,79 9,21 31,66 1,28 3,25 59,57 38,95 10,69 89,31 Stene 96,75 3,25 35,87 2,59 6,96 29,56 19,44 27,84 72,16 Vuurtoren 96,79 3,21 33,33 2,65 7,33 34,56 23,93 27,29 72,71 Westerwartier- Soldatenberg 93,51 6,49 37,96 2,45 5,66 47,55 25,62 19,83 80,17 Zandvoorde 98,42 1,58-3,72 8,87 20,41 8,11 37,76 62,24 Oostende 94,78 5,22 35,18 2,30 5,63 44,12 23,80 20,20 79,80 Wijk % sociale huur % wzk gezinshoofd met kinderlast % >1 jaar werkzoekend % werkzoekend <25 jaar % leefloners Centrum 2,16 21,82 42,45 11,51 2,6 Mariakerke+Raversijde 1,18 16,76 43,06 13,87 1,2 Oud-Centrum 4,37 18,18 47,65 11,91 2,1 Stene 20,06 23,09 39,36 20,48 0,8 Vuurtoren 15,20 20,42 42,50 20,00 1,1 Westerwartier- Soldatenberg 5,80 17,16 38,58 17,02 2,2 Zandvoorde 5,38 21,74 27,54 21,74 - Oostende 8,24 19,68 41,01 16,06 1,5 Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 8

De wijkfiches In wat volgt worden de wijkfiches van Oostende besproken. De grafieken moeten zo gelezen worden dat de horizontale lijn het gemiddelde voorstelt van Oostende dat gelijkgezet werd aan 100%. Elk kenmerk wordt door middel van een balkje weergegeven. Indien het balkje onder de lijn van Oostende zit, dan scoort de wijk op dat kenmerk lager dan Oostende, indien de balkjes boven de lijn van Oostende uitkomen, dan betreft het kenmerken waarvoor de wijk boven het gemiddelde van Oostende scoort. De beschrijving van de wijken houdt geen enkel waardeoordeel over de wijken in. De wijk wordt enkel beschreven aan de hand van een aantal kenmerken, waarbij telkens vergeleken wordt met het gemiddeld cijfer voor Oostende. Ten opzichte van de analyse van 2006 worden twee kenmerken niet mee opgenomen in de analyse van 2009 wegens ontoereikendheid van de data voor 2009. Het betreft het aantal eigenaars en het aantal huurders. Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 9

Percentage 1. Wijk Centrum 250 Centrum 200 150 100 50 0 Centrum Oostende Op 01/01/2009 telt de wijk Centrum 8.392 inwoners. Er zijn 5.185 gezinnen wat goed is voor 15,20% van alle gezinnen in Oostende. Het Centrum wordt gekenmerkt door een hoger percentage niet-belgen dan globaal voor Oostende (7,76% t.o.v. 5,22%). Kijken we naar de herkomst van deze niet-belgen dan trekt het Centrum niet opmerkelijk meer of minder niet-belgen aan afkomstig uit een land met een laag tot gemiddeld HDI. Er zijn minder kinderen jonger dan 12 jaar dan gemiddeld voor Oostende. Het Centrum wordt gekenmerkt door een oudere populatie. Er zijn meer alleenstaanden (56,78% t.o.v. 44,12%), meer eenoudergezinnen (36,40% t.o.v. 23,80%) en meer gezinnen zonder kinderen (88,87% t.o.v. 79,80%). De gemiddelde gezinsgrootte van de gezinnen is lager dan het Oostendse gemiddelde (1,62 t.o.v. 1,97). In vergelijking met het gemiddelde voor Oostende zijn er minder sociale huurwoningen (2,16% t.o.v. 8,24%). Het Centrum telt op 01/01/2009 417 werkzoekenden, wat goed is voor 16% van alle werkzoekenden in Oostende. Deze werkzoekenden zijn iets vaker gezinshoofd met kinderlast (21,82% t.o.v. 19,68%), iets vaker langer dan 1 jaar werkzoekend (42,45% t.o.v. 41,01%) maar minder vaak jonger dan 25 jaar (11,5% t.o.v. 16%). Met 2,6% leefloners telt het Centrum het grootste aantal leefloners onder haar totale bevolking van alle wijken in Oostende. Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 10

Percentage 2. Wijk Oud-Centrum 250 Oud-Centrum 200 150 100 50 0 Oud-Centrum Oostende Op 01/01/2009 telt de wijk Oud-Centrum 6.718 inwoners. Er zijn 4.277 gezinnen wat goed is voor 12,54% van alle gezinnen in Oostende. De wijk Oud-Centrum kent, net zoals het Centrum, een grote aanwezigheid van niet-belgen. Met 9,21% niet-belgen is dit de wijk met het grootste aandeel niet-belgen onder haar populatie. In tegenstelling tot het Centrum zijn de niet-belgen minder vaak afkomstig uit landen met een laag of medium HDI (31,66% t.o.v.35,18%). Wat de bevolkingssamenstelling betreft, lijkt de wijk Oud-Centrum sterk op het Centrum: er zijn verhoudingsgewijs minder jonge kinderen dan in Oostende, de gemiddelde gezinsgrootte is kleiner (1,57 t.o.v. 1,97), er zijn meer gezinnen zonder kinderen (89,31% t.o.v. 79,80%) en het aandeel alleenstaanden (59,57% t.o.v. 44,12%) en eenoudergezinnen (38,95% t.o.v. 23,80%) liggen duidelijk boven het Oostendse gemiddelde. Het aandeel sociale huurwoningen ligt in deze wijk wel hoger dan in het Centrum maar met 4,37% nog steeds lager dan gemiddeld voor Oostende (8,24%). Het Oud-Centrum telt 319 werkzoekenden of 12,3% van alle werkzoekenden in Oostende. In vergelijking met Oostende zijn er in de wijk Oud-Centrum iets meer langdurig werkzoekenden dan in Oostende. Het aandeel jonge werkzoekenden en werkzoekend gezinshoofd met kinderlast is kleiner dan gemiddeld voor Oostende. Het percentage leefloners (2,1%) ligt duidelijk hoger dan gemiddeld voor Oostende. Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 11

Percentage 3. Wijk Westerkwartier-Soldatenberg 250 Westerkwartier-Soldatenberg 200 150 100 50 0 Westerkwartier-Soldatenberg Oostende Op 01/01/2009 telt de wijk Westerkwartier-Soldatenberg 15.415 inwoners. Dit is 7.992 gezinnen of goed voor 23,42% van alle gezinnen in Oostende. De wijk Westerkwartier-Soldatenberg kent een nagenoeg gelijkaardig profiel als gemiddeld voor Oostende. De indexen op diverse indicatoren schommelen rond de 100, wat betekent dat de percentages van de wijk nagenoeg niet verschillen van de percentages voor Oostende. Op de figuur is duidelijk te zien dat vele balkjes tot aan, net boven of net onder de lijn van Oostende reiken. Op een beperkt aantal kenmerken is er wel een onderscheid: in de wijk Westerkwartier-Soldatenberg zijn er meer niet-belgen dan gemiddeld in Oostende (6,49% t.o.v. 5,22%). Deze niet-belgen zijn ook iets vaker afkomstig uit een land met een laag tot gemiddeld HDI (37,96% t.o.v. 35,18%). Er zijn ook iets meer alleenstaanden (47,55% t.o.v. 44,12%) en eenoudergezinnen (25,62% t.o.v. 23,80%). Tot slot wijkt het profiel van de werkzoekenden af van het gemiddelde voor Oostende. Met 705 werkzoekenden telt deze wijk het grootste aandeel werkzoekenden binnen Oostende. 27% van alle werkzoekenden woont in deze wijk. Deze werkzoekenden zijn minder vaak werkzoekend gezinshoofd met kinderlast (17,16% t.o.v. 19,68%) en minder vaak langdurig werkzoekend (38,58% t.o.v. 41,01%) maar iets vaker jonger dan 25 jaar (17% t.o.v. 16%). Het percentage leefloners (2,2%) ligt duidelijk hoger dan gemiddeld voor Oostende. Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 12

Percentage 4. Wijk Mariakerke+Raversijde 250 Mariakerke-Raversijde 200 150 100 50 0 Mariakerke+Raversijde Oostende Mariakerke+Raversijde telt op 01/01/2009 9.835 inwoners. Er zijn 5.066 gezinnen wat overeenkomt met 14,85% van alle gezinnen in Oostende. Ook de wijk Mariakerke kent op een hele reeks indicatoren een gelijkaardig profiel als gemiddeld voor Oostende. Ook hier weer reiken veel balkjes tot aan, net boven of net onder de lijn van Oostende. Maar op een beperkt aantal kenmerken is er wel een aanzienlijk onderscheid. Zo heeft deze wijk verhoudingsgewijs minder niet-belgen onder haar totale bevolking dan gemiddeld genomen voor Oostende (4,20% t.o.v. 5,22%). Er zijn ook iets minder kinderen jonger dan 12 jaar en minder gezinnen met kinderen (19,05% t.o.v. 20,20%). Er zijn opmerkelijk veel minder sociale huurwoningen dan gemiddeld in Oostende. Met slechts 1,2% sociale huurwoningen is dit de wijk met het laagste aandeel sociale huurwoningen in Oostende. Mariakerke telt op 01/01/2009 346 werkzoekenden of 13,34% van de werkzoekenden in Oostende. De groep werkzoekenden telt iets minder gezinshoofden met kinderlast (16,76% t.o.v. 19,68%) en er zijn ook iets minder jonge werkzoekenden dan globaal voor Oostende (13,87% t.o.v. 16,06%). Het aandeel langdurig werkzoekenden ligt daarentegen iets hoger dan gemiddeld (43,06% t.o.v. 41,01%). Het percentage leefloners (1,2%) ligt lager dan gemiddeld voor Oostende. Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 13

Percentage 5. Wijk Stene 250 Stene 200 150 100 50 0 Stene Oostende Stene telt op 01/01/2009 17.424 inwoners. Er zijn 7.668 gezinnen wat goed is voor 22,47% van alle gezinnen in Oostende. De wijk Stene telt verhoudingsgewijs minder niet-belgen dan Oostende (3,25% t.o.v. 5,22%). Het aandeel niet-belgen afkomstig uit landen met een laag tot gemiddeld HDI is gelijk aan het gemiddelde voor Oostende. Er zijn meer jonge kinderen dan gemiddeld in Oostende, het aandeel gezinnen met kinderen ligt er ook duidelijk hoger (27,84% t.o.v. 20,20%) maar onder deze gezinnen met kinderen zijn er minder eenoudergezinnen (19,44% t.o.v. 23,80%). Het aandeel alleenstaanden is een stuk lager dan het Oostends gemiddelde (29,56% t.o.v. 44,12%). Tot slot voor de kenmerken van de bevolking, zien we dat de gemiddelde gezinsgrootte met 2,27 hoger ligt dan gemiddeld (1,97). Het aandeel sociale huurwoningen is zeer hoog: met 20% sociale huurwoningen heeft deze wijk het hoogste aandeel sociale huurwoningen van alle Oostendse wijken. Op 01/01/2009 telt Stene 498 werkzoekenden of 19,2% van alle werkzoekenden in Oostende. De werkzoekenden zijn er gemiddeld vaker gezinshoofden met kinderlast (23,09 % t.o.v. 19,68%), minder vaak langdurig werkzoekend (39,36% t.o.v. 41,01%) en vaker jonger dan 25 jaar (20,48% t.o.v. 16,06%). Het percentage leefloners (0,8%) ligt duidelijk lager dan gemiddeld voor Oostende. Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 14

Percentage 6. Wijk Vuurtoren 250 Vuurtoren 200 150 100 50 0 Vuurtoren Oostende De wijk Vuurtoren telt op 01/01/2009 5.702 inwoners. Er zijn 2.558 gezinnen wat goed is voor 7,5% van alle gezinnen in Oostende. Deze wijk wordt gekenmerkt door een lager aandeel niet-belgen (3,21%). Bijkomend zijn de niet-belgen minder vaak afkomstig uit een land met een laag tot gemiddeld HDI (33,33% t.o.v. 35,18%). Het aandeel kinderen jongeren dan 12 jaar ligt aanzienlijk hoger dan gemiddeld voor Oostende. Ook het aandeel gezinnen met kinderen scoort boven het gemiddelde (27,29% t.o.v. 20,20%). Onder deze gezinnen met kinderen vinden we niet opmerkelijk meer eenoudergezinnen (23,93% t.o.v. 23,80%). Het aandeel alleenstaanden ligt met 34,56% aanzienlijk onder het gemiddelde (44,12%). Het gemiddeld gezin is er met 2,23 personen groter dan gemiddeld voor Oostende (1,97). Er is een beduidend hoger aandeel sociale huurwoningen (15,20% t.o.v. 8,24%). Op 01/01/2009 telt de Vuurtorenwijk 240 werkzoekenden of 9,25% van alle werkzoekenden in Oostende. Deze werkzoekenden zijn vaker jonger dan 25 jaar (20% t.o.v. 16,06%). Het percentage leefloners (1,1%) ligt lager dan gemiddeld voor Oostende. Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 15

Percentage 7. Wijk Zandvoorde 250 Zandvoorde 200 150 100 50 0 Zandvoorde Oostende De wijk Zandvoorde telt op 01/01/2009 3.551 inwoners. Er zijn 1.372 gezinnen wat goed is voor 4% van alle gezinnen in Oostende. Deze wijk kent een zeer gering aandeel niet-belgen. Slechts 1,58% van de totale bevolking in deze wijk heeft een niet-belgische nationaliteit waarmee deze wijk het laagste aandeel niet-belgen telt van Oostende. Het aantal personen afkomstig uit een land met een laag tot gemiddeld HDI ligt onder de 10 en wordt dus niet weergegeven in de grafiek (cfr. tabellen). Zandvoorde heeft duidelijk een hoger aandeel jonge gezinnen en een hoger aandeel gezinnen met kinderen (37,76% t.o.v. 20,20%). Het aandeel eenoudergezinnen ligt daarentegen opmerkelijk lager (8,11% t.o.v. 23,80%). Ook het aandeel alleenstaanden is de helft lager dan het Oostends gemiddelde (20,41% t.o.v. 44,12%). De gemiddelde gezinsgrootte is dan niet verwonderlijk hoger dan de Oostendse waarde (2,59 t.o.v. 1,97). Het aandeel sociale hurwoningen bedraagt 5,38% waarmee Zandvoorde onder het gemiddelde voor Oostende scoort. Zandvoorde telt op 01/01/2009 69 werkzoekenden of 2,66% van alle werkzoekenden in Oostende. De werkzoekendenpopulatie kent minder langdurig werkzoekenden (27,54% t.o.v. 41,01%), meer jonge werkzoekenden (21,74% t.o.v. 16,06%) en meer gezinshoofden met kinderlast dan gemiddeld voor Oostende (21,74% t.o.v. 19,68%). Merken we wel op dat de absolute aantallen voor Zandvoorde eerder gering zijn (slechts 69 werkzoekenden). Zandvoorde telt minder dan 10 leefloners (indicator dus niet opgenomen in grafiek). Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 16

Evolutie binnen de wijken Onderstaande tabellen geven voor alle kenmerken de evolutie tussen 2006 en 2009 per wijk weer. De indexen dienen als volgt geïnterpreteerd te worden: ligt de index boven de honderd dan telt de wijk in absolute aantallen voor dat kenmerk in 2009 meer waarden dan in 2006. Een index onder de honderd wijst dus daarentegen op een afname in absolute waarden. Opmerking: zoals reeds eerder vermeld, maken we gebruik van GIS voor de berekening op wijkniveau. Wat dus een kleine foutenmarge oplevert. Tussen nu en 2006, toen de vorige analyse werd opgemaakt, is de kwaliteit van de adrespuntenkaart in Oostende aanzienlijk verbeterd. Daarom werden de gegevens voor 2006 eveneens opnieuw berekend om de gegevens voor het jaar 2009 te vergelijken met 2006. (Er werd m.a.w. gebruik gemaakt van dezelfde adrespuntenkaart om de verschillende gegevens per wijk te berekenen zowel voor het jaar 2006 als voor 2009). Concreet betekent dit dus dat de hier vermelde groei-indexen werden bekomen door te werken met nieuwe, iets accuratere, gegevens voor 2006 dan degene die vermeld worden in de analyse van 2006. (Wat uiteraard niet betekent dat de gegevens in voorgaande omgevingsanalyse niet correct zouden zijn.) groei-index 2006-2009 totale bevolking aantal Belgen aantal niet- Belgen laag en medium HDI kinderen 3-5 jaar kinderen 6-12 jaar aantal gezinnen alleenstaanden eenoudergezinnen gezinnen met kinderen gezinnen zonder kinderen Centrum 95,86 94,56 114,61 104,50 110,32 83,13 96,23 96,30 91,70 96,33 96,22 Mariakerke+Raversijde 100,43 99,38 132,37 118,40 114,43 94,75 101,56 102,98 106,64 101,47 101,59 Oud-Centrum 99,94 98,05 123,31 124,84 85,15 97,32 101,09 101,35 93,19 103,86 100,76 Stene 100,65 99,77 136,39 117,34 89,50 92,24 101,97 105,74 92,43 97,67 103,73 Vuurtoren 100,28 99,51 130,71 141,86 87,28 93,30 103,44 106,25 85,64 91,96 108,52 Westerwartier- Soldatenberg 99,72 98,19 128,50 119,50 98,95 94,27 100,05 101,31 93,12 99,25 100,25 Zandvoorde 103,32 102,49 207,41-118,92 90,26 103,47 109,80 84,00 107,25 101,30 Oostende 100,34 99,22 126,06 116,54 97,78 92,74 100,97 101,88 93,00 99,23 101,42 Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 17

groei-index 2006-2009 gemiddelde gezinsgrootte sociale huur aantal werkzoekenden >1 jaar werkzoekend werkzoekend <25 jaar werkzoekend gezinshoofd met kinderlast Centrum 99,62 104,55 68,25 61,03 46,15 80,53 Mariakerke+Raversijde 98,88 100,00 79,00 76,41 60,00 98,31 Oud-Centrum 98,87 100,00 74,01 65,24 55,07 78,38 Stene 98,70 109,55 71,04 62,82 58,62 68,86 Vuurtoren 96,95 99,74 81,08 85,71 63,16 61,25 Westerwartier- Soldatenberg 99,67 94,51 70,08 57,87 61,22 66,85 Zandvoorde 99,85 100,00 84,15 59,38 83,33 83,33 Oostende 99,37 104,08 72,52 64,08 57,09 73,35 De totale bevolking bleef in Oostende tussen 2009 t.o.v. 2006 met 0,34% (=232 personen) nagenoeg constant. Slechts 1 wijk kende in deze periode een duidelijke bevolkingsafname zijnde het Centrum (-4,14%). Een bevolkingstoename zien we in Zandvoorde (+3,3%). De overige wijken behouden, net zoals Oostende, eerder hun inwonersaantal. Voor de evolutie van het aantal gezinnen kunnen we hetzelfde vaststellen, alleen zien we voor de wijk Westerkwartier-Soldatenberg eveneens een toename van de gezinnen met 3% en een afname van het aantal gezinnen in het Centrum (-3,78%). Wat de nationaliteit betreft, stellen we vast dat het aantal Belgen globaal genomen iets afnam (-0,88%) terwijl het aantal niet-belgen toenam (+26%). Ook als we naar de verhouding van beide groepen kijken binnen de totale populatie zien we dat het percentage Belgen lichtjes daalde (van 95,85% naar 94,78%) terwijl het percentage niet-belgen is toegenomen (van 4,15% naar 5,22%). Op wijkniveau zien we dezelfde trend, uitgezonderd in Zandvoorde waar zowel het aantal Belgen als het aantal niet-belgen toenam. De bevolkingstoename in Zandvoorde doet zich dus voor in beide bevolkingsgroepen. Merken we wel op dat Zandvoorde de wijk is met het kleinste aantal inwoners, waaronder slechts 56 niet-belgen in 2009, wat dus veel sneller tot grotere procentuele verschillen leidt dan in de overige wijken. Opgelet met de interpretatie van de cijfers voor Zandvoorde dus. De wijken waar de toename van het aantal niet-belgen het grootst is, zijn Mariakerke-Raversijde, Stene en Vuurtoren (+30%). Het Centrum heeft de kleinste toename gekend van het aantal niet-belgen (14,5%). Wat de verhouding tussen het aantal Belgen en het aantal niet-belgen t.o.v. de totale bevolking per wijk betreft, stellen we vast dat alle wijken dezelfde trend volgen als globaal genomen voor Oostende met name een daling van het percentage Belgen en een toename van het percentage niet-belgen. Kijken we nog even naar het land van herkomst van de niet-belgen dan stellen we vast dat het aantal personen afkomstig uit een land met een laag tot gemiddeld HDI overal is toegenomen. Ook het percentage personen met een laag tot gemiddeld HDI t.o.v. alle niet-belgen nam overal toe. De toename van het aantal personen afkomstig uit een land met een laag tot gemiddeld HDI was het grootst in de wijk Vuurtoren en het kleinst in het Centrum. Wat de kinderen tussen 3 en 5 jaar betreft, zien we voor Oostende een lichte afname (-2,22%). Deze daling doet zich niet in elke wijk voor. In het Centrum maar vooral in Mariakerke-Raversijde en Zandvoorde nam het aantal kinderen tussen 3-5 jaar toe. Ook verhoudingsgewijs, t.o.v. de totale bevolking nam het aandeel 3-5 jarigen in deze 3 wijken toe terwijl dit in de overige wijken daalde. Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 18

Voor de kinderen tussen 6 en 12 jaar tekenen we overal een daling op. Globaal genomen nam het aantal 6-12 jarigen in Oostende met 7,26% af tussen 2006 en 2009. Deze daling is het sterkst in het Centrum (waar het aantal 3-5 jarigen wel toenam!) en het minst sterk in de wijk Oud-Centrum. Het aantal alleenstaanden nam in Oostende met 1,89% toe in 2009 t.o.v. 2006. Slechts 1 wijk vormt hierop een uitzondering: het Centrum waar het aantal alleenstaanden daalde met 3,7%. Merken we wel op dat het Centrum eveneens de enige wijk is die gekenmerkt wordt door een dalend aantal gezinnen. Concreet heeft dit tot gevolg dat het percentage alleenstaanden t.o.v. het totaal aantal gezinnen in het Centrum tussen 2006 en 2009 wel constant bleef (+0,07%). Kijken we vervolgens naar de gezinnen met kinderen dan stellen we globaal voor Oostende een lichte daling vast (-0,77%). Het aantal gezinnen zonder kinderen nam daarentegn toe (+1,42%). Het aantal gezinnen met kinderen nam af in de wijken: Centrum, Stene, Vuurtoren en Westerkwartier- Soldatenberg. Het aantal gezinnen zonder kinderen nam enkel af in het Centrum. Deze wijk wordt dus duidelijk gekenmerkt door het wegtrekken van gezinnen, zowel met als zonder kinderen. Wat de eenoudergezinnen betreft, zien we daarentegen wel een duidelijke afname van zowel het aantal als het aandeel alleenstaande ouders tussen 2006 en 2009. Op wijkniveau is enkel de wijk Mariakerke-Raversijde hierop een uitzondering (+6,6%). De gemiddelde gezinsgrootte bleef in Oostende nagenoeg constant (van 1,97 personen per gezin naar 1,98). Het aantal sociale huurwoningen nam in Oostende met 4% toe. In de wijken Oud-Centrum en Zandvoorde zien we geen toename van het aantal sociale huurwoningen. De wijken Vuurtoren (-1 sociale woning) en Westerkwartier-Soldatenberg (-27) kenden een daling van het sociaal huurpatrimonium maar in het Centrum (+4%) en vooral in de wijk Stene (+9%) zien we een toename. Het aantal werkzoekenden nam tussen 2006 en 2009 duidelijk af in Oostende. Gemiddeld genomen nam het aantal werkzoekenden af met 27,5%. Deze daling manifesteert zich in elke wijk van Oostende, met de sterkste daling in het Centrum. Beschouwen we vervolgens verschillende categorieën dan zien we dat de daling van het aantal werkzoekenden zich voordeed in elke categorie. Het aantal jonge werkzoekenden nam het meest af (-42,91%), gevolgd door de langdurig werkzoekenden (-35,92%) en de werkzoekende gezinshoofden met kinderlast (-26,65%). Merken we wel op dat ondanks het dalend aantal werkzoekende gezinshoofden met kinderlast, hun aandeel t.o.v. het totaal aantal werkzoekenden lichtjes steeg voor Oostende (van 19,45% naar 19,68%). Ook op wijkniveau zien we in een aantal wijken een toename van het percentage werkzoekende gezinshoofden met kinderlast: het Centrum, Mariakerke en het Oud-Centrum. Wat het percentage langdurig en jonge werkzoekenden betreft, zien we wel overal een dalend aandeel. Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 19

Na deze bespreking van de diverse wijken worden een aantal van de gehanteerde indicatoren in kaart gebracht. Om een visuele vergelijking te kunnen maken tussen 2006 en 2009 werd, waar mogelijk, gebruik gemaakt van dezelfde kleuren en bijhorende categorieën als voor de opmaak van het kaartmateriaal in 2006. Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 20

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 21

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 22

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 23

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 24

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 25

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 26

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 27

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 28

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 29

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 30

Schoolinformatie Alle voorgaande cijfers en kaarten werden opgemaakt vertrekkende vanuit de gegevens beschikbaar voor de betreffende wijk. Onderstaande kaarten geven informatie over de scholen weer. Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 31

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 32

Schoolse vertraging wordt hier berekend door per leerjaar, gaande van het 1 ste tot het 6 de leerjaar, alle leerlingen te tellen die minstens 1 jaar vertraging opgelopen hebben ten opzichte van hun leeftijdsgenootjes. Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 33

Luik 3: Kansarme buurten in kaart Een volgend deel van deze omgevingsanalyse heeft tot doel om de meest kwetsbare buurten in kaart te brengen. Deze analyse gebeurt op bouwblokniveau, niet op het niveau van de wijken die in het vorige stuk van de omgevingsanalyse werden gebruikt. Een bouwblok bestaat uit alle woningen die gelegen zijn tussen 4 straten/openbaar domein. Om kansarmoede in beeld te brengen moeten we gebruik maken van een aantal diverse indicatoren aangezien er geen eenduidige kansarmoedeindicator bestaat. We spreken over indicatoren, dit betekent dat elk gegeven op zich een indicatie van kansarmoede of verhoogde kwetsbaarheid kan zijn, zonder dat daarbij gesteld wordt dat elke persoon die dat kenmerk heeft, per definitie kansarm of kwetsbaar is. Doorheen de jaren is de samenstelling van de cijferkorf om kansarmoede in beeld te brengen gewijzigd. Nieuwe cijfergegevens zijn beschikbaar op fijnmazig niveau wat ons toelaat om nog bijkomende indicatoren mee op te nemen in onze cijferkorf om zodoende een meer genuanceerd beeld van kansarmoede op te kunnen stellen. Kansarmoede beperkt zich immers niet tot een louter financieel probleem. In onze cijferkorf hebben we momenteel gegevens rond de domeinen: demografie en gezinssamenstelling, werkloosheid, wonen en onderwijs. Nieuwe indicatoren in 2009 t.o.v. 2006 zijn: geboortes in kansarme gezinnen, risicoloopbaan in het secundair onderwijs en wooninstabiliteit. De indicatoren langdurig werkzoekenden en laaggeschoolde werkzoekenden werden samen gevoegd tot 1 nieuwe indicator laaggeschoolde langdurig werkzoekenden (om een overgewicht aan indicatoren i.v.m. werkloosheid in de cijferkorf tegen te gaan). Concreet betekent dit dus, dat door de nieuwe werkmethode, de kaarten tussen 2006 en 2009 geenszins naast elkaar kunnen gelegd worden om te vergelijken. We kunnen dus aan de hand van het kaartmateriaal op bouwblokniveau niet gaan vaststellen of er zich verschuivingen hebben voorgedaan in de kwestbare buurten. Het nieuwe kaartmateriaal laat dus enkel toe om vast te stellen welke wijken op welke indicatoren, anno 2009, boven de drempelwaarden scoren en aldus een verhoogde kans op kansarmoede vertonen, vanuit de huidige definitie. De drempelwaarde wordt als volgt berekend. We maken per indicator een lijst met het betreffende percentage per gemeente, voor gans West- Vlaanderen. We rangschikken de waarden van een bepaalde indicator van hoog naar laag. We bepalen de drempelwaarde zodat 15% van de gemeenten een score heeft boven deze drempelwaarde. Indien een bouwblok boven deze drempelwaarde scoort dan stellen we dat het betreffende bouwblok voor deze indicator een verhoogde kans op kwetsbaarheid heeft. Hoe vaker de drempelwaarde overschreden wordt, hoe groter de kans op kwetsbaarheid. Volgende indicatoren werden in de analyse van 2009 weerhouden. Indicator Drempelwaarde 2009 Bron Niet-Belgen uit een land met een laag 35,7% Rijksregister, 2009 of medium HDI tov alle niet-belgen Alleenstaanden tov alle huishoudens 34,4% Rijksregister, 2009 Éénoudergezinnen tov gezinnen met 16,2% Rijksregister, 2009 kinderen Laaggeschoolde langdurig werkzoekenden tov alle werkzoekenden 10 25,7% VDAB, 2009 10 Langdurig werkzoekend= langer dan 1 jaar; laaggeschoold= hoogste diploma is lager secundair Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 34

Werkzoekende gezinshoofden met 18,1% VDAB+Rijksregister, 2009 kinderlast tov alle werkzoekenden Geboorten in kansarm gezin 7,9% Kind en Gezin, (gemid 2006-2008) Onderwijs: risicoloopbanen in het 11,6% Onderwijs, 2008-2009 secundair 11 Sociale huurwoningen tov alle gezinnen 8,1% VMSW, 2007 Wooninstabiliteit 10,5% Rijksregister, 2009 Leefloners t.o.v. totale bevolking 1,49% OCMW, 2009 1. Analyse per indicator In een eerste stap bekijken we elke indicator afzonderlijk: welke bouwblokken scoren voor die specifieke indicator boven de drempelwaarde en hebben m.a.w. voor de betreffende indicator een verhoogde kans op kwetsbaarheid. Per indicator geven we een kaart weer waarop de bouwblokken die de drempelwaarde overschrijden in het rood ingekleurd worden. Voor de indicatoren kansarme geboortes en leerlingen met een risicoloopbaan in het secundair hebben we vaak te maken met lagere absolute aantallen. Dit kan er toe leiden dat de drempelwaarden sneller overschreden worden aangezien lagere absolute aantallen sneller een groter procentueel verschil uitmaken. Om diezelfde reden werden voor deze oefening alle bouwblokken met minder dan 20 huishoudens buiten beschouwing gelaten. Op dergelijke kleine aantallen kan 1 huishouden meer of minder immers een groot verschil in percentage uitmaken. Let op: De grootte van de bouwblokken is afhankelijk van de dichtheid van het stratenpatroon. Hoe verder de straten van elkaar gelegen zijn, hoe groter de bouwblokken. Deze grotere oppervlakte wijst dus niet noodzakelijk op een groter aandeel gezinnen. Indien een grotere bouwblok is ingekleurd, betekent dit m.a.w. niet dat daar ook een groter aandeel kwetsbare gezinnen woont. 11 Risicoloopbanen in het onderwijs: 1) 2 jaar schoolse vertraging in het secundair onderwijs, van het 1 ste t.e.m. het 6 de jaar 2) Aantal leerlingen buitengewoon secundair onderwijs 3) Deeltijds beroepssecundair onderwijs % berekend op het totaal aantal leerlingen in het secundair Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 35

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 36

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 37

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 38

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 39

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 40

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 41

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 42

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 43

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 44

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 45

1.2 Cumulatie van indicatoren Om nu de meer kwetsbare buurten af te bakenen, werd per bouwblok berekend hoeveel keer de drempelwaarden van de verschillende indicatoren werd overschreden. De bouwblokken waar minstens 7 keer de drempelwaarde werd overschreden, worden als kwetsbaar aangeduid. Door de lat op minimum 7 te leggen, zorgen we er voor dat de kansarmoede-kenmerken over verschillende levensdomeinen gespreid zijn (demografie, wonen, onderwijs, tewerkstellingssituatie). Deze methode levert een totaal van 71 kwetsbare buurten op. Geen enkele buurt overschreed meer dan 9 maal de drempelwaarden. Voor alle duidelijkheid moet nog eens gesteld worden dat het resultaat van deze analyse een indicatie geeft van kwetsbaarheid van een buurt. Dit betekent geenszins dat alle inwoners van deze buurt kansarm zijn of dat deze buurt per definitie als kansarm wordt ervaren. Ook wat de scholen binnen deze buurt betreft, betekent dit niet dat zij per definitie te maken hebben met een groter aandeel kwetsbare leerlingen. Scholen recruteren immers niet enkel leerlingen binnen de buurt waar zij gevestigd zijn. Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 46

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 47

Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 48

Volgende buurten kunnen op basis van de gehanteerde methode als kwetsbare buurt beschouwd worden. nr Omschrijving 1 Stanleylaan / Werktuigkundigenstraat / Loodsenlaan / Dokter Eduard Moreauxlaan 2 Fregatstraat/Lijndraaiersstraat/Graaf De Smet De Naeyerlaan/Vaartstraat 3 Vinkenstraat / / Arendstraat / Buizerdstraat 4 Stuiverstraat/Guldensporenstraat/Lotuslaan/Zilverlaan 5 Molenaarsstraat/Torhoutsesteenweg/Kroonlaan /Leeuwerikenstraat 6 Middenlaan/Zeedijk/Zeelaan/Duinenstraat 7 Sint-Jansstraat/Torhoutsesteenweg/Van Dijckstraat/Leeuwerikenstraat 8 Molenaarsstraat/Torhoutsesteenweg/Van Dijckstraat/Leeuwerikenstraat 9 Gelijkheidstraat/Eendrachtstraat/Leffingestraat 10 Bronstraat / Seringenstraat / Gelukkige Haardstraat / Truistraat / Stuiverstraat 11 Seringenstraat / Brigade Pironlaan / Guldensporenlaan / Chrysantenstraat / Cardynplein 12 Nieuwpoortsesteenweg / Esdoornlaan/Schermplantenstraat/Acacialaan 13 Gelijkheidstraat / Spaarzaamheidstraat / Dokter Verhaeghestraat/Broederlijkheidstraat 14 Stuiverstraat/Torhoutsesteenweg/ Blauwkasteelstraat / Nieuwlandstraat 15 Nieuwpoortsesteenwag/Passchijnstraat/Northlaan/Roemeniëstraat 16 Troonstraat/Raversijdestraat/Meibloempjeslaan 17 Aartshertogstraat / Wielingenstraat / Leopold Van Tyghemlaan / Zwitserlandstraat / Passchijnstraat 18 Elisabethlaan/Vredestraat/Steensedijk/Nieuwpoortsesteenweg 19 Zwaluwenstraat / Stenenstraat / Rietstraat / Tarwestraat 20 Zwaluwenstraat / Gerststraat / Blauwkasteelstraat / Nieuwlandstraat 21 Gouwelozestraat /Kreekstraat/Ringlaan /August Vermeylenstraat /Grachtstraat 22 Schermplantenstraat/Duindoornstraat/Troonstraat/Wilgenlaan 23 Thomas Van Loostraat/Voorhavenlaan/Aimé Liebaertstraat/Jacob Besagestraat 24 Nieuwpoortsesteenweg/Landbouwersstraat /Gelijkheidstraat /Oostendese Haardstraat 25 Goedheidstraat / Spaarzaamheidstraat / Dokter Verhaeghestraat / Verenigingstraat 26 Nijverheidstraat / Steenbakkersstraat / Torhoutsesteenweg / Zwaluwenstraat 27 Torhoutsesteenweg / Hennepstraat / Leffingestraat / Wagenstraat 28 Timmermanstraat/Plakkerstraat/Sint Catharinapolderstraat 29 Nieuwpoortsesteenweg / Schaafstraat / Duivenhokstraat / Stuiverstraat 30 Steenbakkersstraat/Nieuwpoortsesteenweg/Heilig Hartlaan/Heilig Hartplein/Beeldhouwerstraat/Schildersstraat 31 Nieuwpoortsesteenweg/Eduard De Cuyperstraat/Sportstraat 32 Kaïrostraat / Romestraat / Hospitaalstraat / Edith Cavellstraat Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 49

33 Velodroomstraat / Koninginnelaan / Nieuwpoortsesteenweg / Maria Theresiastraat 34 Frère-Orbanstraat/Plantenstraat/Oude Molenstraat/Torhoutsesteenweg 35 Graaf De Smet De Naeyerlaan/ Vaartstraat/ Slachthuiskaai 36 Amsterdamstraat / Ieperstraat / Kaïrostraat / Romestraat 37 Amsterdamstraat / Stockholmstraat / Kaïrostraat / Ieperstraat 38 Rogierlaan/Euphrosina Beernaerstraat/Alfons Pieterslaan/Leon Spilliaertstraat 39 Vrijhavenstraat / Fregatstraat / Lijndraaiersstraat / Graaf de Smet De Naeyerlaan 40 Romestraat/Kaïrostraat/Edith Cavellstraat/Amsterdamstraat 41 Vingerlingstraat/Schietbaanstraat /Sluisvlietstraat /Voorhavenlaan 42 Eduard Hammanstraat/Jacob Besagestraat/Aimé Liebaertstraat/Voorhavenlaan 43 Sint-Paulusstraat/Christinastraat /Ooststraat /Aartshertoginnestraat 44 Voorhavenlaan/Jan Diericksenstraat/Schietbaanstraat/De Rudderstraat 45 Sint-Sebastiaansstraat/Christinastraat/Wittenonnenstraat/Hendrik Serruyslaan 47 Adolf Buylstraat /Christinastraat /Sint-Sebastiaansstraat /Marie-José Plein 48 Dokter Eduard Moreauxstraat/Taboralaan/Karveelstraat/Stuurboordstraat 49 Langestraaat /Louisastraat/Circelstraat/Brabantstraat 50 Jozef II straat/aartshertoginnestraat/christinastraat/sint Paulusstraat 51 Kadzandstraat/Straat zonder Einde/Ooststraat/Sint-Franciscusstraat 52 Hospitaalstraat/Kaïrostraat/Romestraat/Ieperstraat 53 Stanleylaan / Werktuigkundigenstraat / Sint-Antoniusstraat / Dokter Eduard Moreauxlaan 54 Voorhavenlaan/Taboralaan/Francis Verestraat/Sergeant De Bruynestraat 55 Stuiverstraat/Elisabethlaan/Torhoutsesteenweg/Nieuwlandstraat 56 Elisabethlaan/Torhoutsesteenweg/Vrijheidstraat/Gelijkheidstraat 57 Stuiverstraat/Torhoutsesteenweg/Blauwkasteelstraat 58 Blauwkasteelstraat/Leffingestraat/Torhoutsesteenweg 59 Nieuwpoortsestwg/Heilig-Hartlaan/Bouwmeestersstraat/Prof Mac Leodlaan/Torhoutstestwg/Rentenierstraat 60 Sint-Sebastiaansstraat/Kapellestraat/Christinastraat/Wittenonnenstraat 61 Jozef II-straat/Dekenijstraat/Vindictivelaan/Kapellestraat 62 Kapellestraat/Jozef II-straat/Christinastraat/Vindictivelaan 63 Alfons Pieterslaan/Jules Puerquaetstraat/Antwerpenstraat/Amsterdamstraat 64 Amsterdamstraat/Alfons Pieterslaan/Jules Puerquaetstraat/ Peter Benoitstraat 65 Peter Benoitstraat/Jules Puerquaetstraat/Kaïrostraat/Amsterdamstraat 66 Kaïrostraat/Jules Puerquaetstraat/Hospitaalstraat/Romestraat 67 Fregatstraat/Lijndraaiersstraat/Ijskelderstraat /Vaartstraat 68 Leffingestraat/Torhoutsesteenweg/Wagenstraat Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 50