DE ENERGIEVOORZIENING IN DE VIER MDE-SCENARIO S GE~BASEERD OP BEREKENINGEN MET HET ENERGIEMODEL SELPE

Vergelijkbare documenten
DE ENERGIEVOORZIENING IN DE VIER MDE-SCENARIO S GE~BASEERD OP BEREKENINGEN MET HET ENERGIEMODEL SELPE

EFFECTEN VAN LAGERE BRANDSTOFPRIJZEN OP DE RESULTATEN VAN DE NEV-SCENARIO S

Komt CCS op tijd of haalt duurzame energie in? Pieter Boot Vijfde nationaal CCS Symposium 25 juni 2010

Energieprijzen in vergelijk

Discussie over voor- en nadelen van windenergie

HERNIEUWBARE ENERGIE IN ITALIË

Kosten van windenergie wat zijn gevolgen voor de electriciteitsvoorziening?

Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven

HOTCO2: alternatief voor de WKK en ketel in de tuinbouw

Tijdreeks huishoudelijke energieconsumptie

Duurzaamheid begint bij jezelf! Alumni. 11 september

Rol van WKK in een toekomstige Nederlandse energievoorziening:

Duurzame Warmte uit Biomassa

Duorsume enerzjy yn Fryslân. Energiegebruik en productie van duurzame energie

Bijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010

Economische perspectieven voor waterstof invloed van elektriciteits- en gasmarkt en klimaatbeleid

Kosten en baten van walstroom voor zeeschepen in Nederland. Den Haag, 17/12/2015

NATIONALE ENERGIE VERKENNINGEN 1987

Illustratie VESTA. energiemodel gebouwde omgeving. Ruud van den Wijngaart Rob Folkert. Workshop energiebesparing gebouwde omgeving 26 mei 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011

Aanbod en verbruik van elektriciteit,

Externe notitie. Petten, 8 juli Cees Volkers Wouter Wetzels. Afdeling Policy Studies ECN-N Van

Windenergie goedkoper dan kernenergie!

Energievoorziening Rotterdam 2025

Windvermogen in Nederland,

Energie voorziening op weg naar duurzaamheid: biomassa? Chris Westra.

NEDERLANDSE EN INDUSTRIËLE ENERGIEHUISHOUDING

WKK en decentrale energie systemen, in Nederland

Revisie energiebalans 1990 tot en met 1994

The Dutch mortgage market at a cross road? The problematic relationship between supply of and demand for residential mortgages

Toekomst warmtekrachtkoppeling Actualisatie betreffende tarieven DTe en REB

Duurzame elektriciteit,

Press release Statistics Netherlands

Hernieuwbare Energie na Frans Rooijers - directeur CE Delft

WKK in Nederland Toen, Nu, Straks. BezinningsGroep Energie Utrecht, 28 juni 2006

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Gas is geen aardgas, en hard nodig. Frans Rooijers - 4 november 2016

Update Renewable Energy in the Netherlands. Maarten Arentsen University of Twente

Naar een hoogefficiënte en duurzame toekomstige energie-voorziening

Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL

Rol energiedragers binnen de Nederlandse energievoorziening

: Nederlandse elektriciteitscentrales en onconventioneel gas

Energy2050NL Klimaatneutraal energiesysteem. Frans Rooijers - directeur CE Delft

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Energy2050NL Klimaatneutraal energiesysteem. Frans Rooijers - directeur CE Delft

Technisch-economische scenario s voor Nederland. Ton van Dril 20 mei 2015

Economie kernenergie versus andere opties

Datum 10 januari 2015 Betreft Beantwoording vragen over de energierekening huishoudens cf. de NEV 2014

Shell NL & Shell New Energies

Aanbod en verbruik van elektriciteit,

Reguleren is balanceren

Monitor energie en emissies Drenthe

De Energietransitie van de Elektriciteitsproductie

Energieprijzen voor enkele energiedragers,

WKK en de Handel. Cogen Nederland symposium Zeist, 11 november 2005

Energie: inleiding en beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

DE REKENING VOORBIJ ons energieverbruik voor 85 % onzichtbaar

Welke hernieuwbare energie in 2020?

Waterstof. Hoe het kleinste element in het periodiek systeem een grote drijvende kracht vormt voor de energie- en chemische industrie transitie

werkdocument rijksdienst voor de ijsselrneerpolders J. Nicolai Cdw ministerie van verkeer en waterstaat

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

Hernieuwbare elektriciteit,

Bruto elektriciteitsproductie en inzet energiedragers,

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Hoe snel verandert de energiemarkt?

CO 2 capture overview

Energieverbruik door huishoudens,

Kennisdeling: Duurzaamheid van vergistingsprocess

1. Inleiding. Notitie Amsterdam, 8 december 2016

Aim of this presentation. Give inside information about our commercial comparison website and our role in the Dutch and Spanish energy market

Grootschalige introductie van micro wkk systemen. Harm Jeeninga ECN Beleidsstudies

Energietransitie in de gebouwde omgeving: duur of duurzaam? David Smeulders, Technische Universiteit Eindhoven

3 Energiegebruik huidige situatie

FOSSIELE BRANDSTOFFEN

5 Energiescenario s Nederland in 2050

T. B.V. DE WERKHYPOTHESE: DE ONTWIKKELING VAN DE ENERGIESITUATIE. door. H. J. Snel Abw f ebruari

VERANDERENDE VERBINDINGEN ASSETMANAGEMENT VERBINDT NEDERLAND

Profiel- en onbalans kosten (gemiddelde ) [ /kwh]

Bijlage 2 Potentieelberekening energiestrategie 1/5

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

Hernieuwbare elektriciteit,

PRIJS VAN ELEKTRICITEIT EN AARDGAS IN BELGIË, IN DE 3 REGIO S EN IN DE BUURLANDEN

Duurzame energie in Japan

Nationale Energieverkenning 2014

Zonder kernenergie of fossiel, kan dat? Frans Rooijers directeur CE Delft

Prof. Dr. Martin Junginger Copernicus Instituut, Universiteit Utrecht. Expert-meeting plaatsvinden over het raadsvoorstel Houtenergiestation

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten

infrastructure for a renewable society

Basisprijzen in SDE volgens genormeerde berekening

Windenergie in Wijk bij Duurstede

University of Groningen. Stormy clouds in seventh heaven Meijer, Judith Linda

De Toekomst van Aardgas: Een schaakspel op meerdere borden

Hernieuwbare elektriciteit,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead

Rendementen en CO -emissie van elektriciteitsproductie in Nederland, update 2012

TEO/WKO WARMTE EN KOUDE

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers %

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting

Transcriptie:

JULI 1983 ESC-23 DE ENERGIEVOORZIENING IN DE VIER MDE-SCENARIO S GE~BASEERD OP BEREKENINGEN MET HET ENERGIEMODEL SELPE P.G.M. BOONEKAMP N.J. KOENDERS F. v. OOSTVOORN

3 S~RY Two years ago the parliament declded to organlse a public inquiry or national debate on the Dutch nuclear and energy pollcy. In this framework four energy scenarios are developed to glve the publlc a broad scope of different energy policieso The four energy scenarios are: - A Reference scenario (EZ), developed by the Ministry of Economic Affairs, whlch assumes a growth of GNP of approximately 1.25% per annum. - A High-Growth scenario (IH), developed on act of the Steering Co~mittee of the National Debate, based on a growth of GNP of Cao 2.5% per annum. - A Low-Growth scenario (AD), developed on act of the Steering Committee of the National Debate, based on a growth of GNP of 1.5% per annum. - A Conservation (of energy and environment) scenario (CE), assuming a growth of GNP of 1.0% per annum. The economic and energy demand projections of the first three scenarios are made by the Central Planning Bureau. The environmental residuals of the EZ-~ AD- and IH-scenarios are estimated by Metra Consulting. The CE-scenario is developed by the Stichting Economisch Onderzoek (SEO) and the Centrum voor Energiebesparing and a few other organlza- This report has the intention of giving a detailed and systematlc~overview of the different energy supply scenarios and their consequences in terms of fuel comsumption, energy costs, investments~ emission, energy balance, electricity production and prices. It is a systematic overview because of the four supply scenarios are developed by the same model, viz. the Linear Programming model (SELPE). This model of the Dutch energy sector is developed at the Energy Study Centre. The most important concluslons of this report are: - The share of natural gas consumption decreases till ca. 30% in 2000 (20 Mtoe) and the natural gas production decreases rapidly causing a

serious deterioration of the energy balance of payments. Oil consumption is almost restricted to applications like feedstocks and transportation in 2000. - The emission levels are lowest in the CE-scenario~ but show a moderare rise in the other scenarios. - The ~osts of the energy supply are rising in all scenarios because of the rising fuel prices. In the CE-scenario the lower energy consumption partly off-sets this effect. - Because of rising gas prices the governmental revenues are hot decreasing as fast as natural gas consumption. For a more elaborated~ but still comprehensive overview of the main scenario results~ see the working paper~ Energy Scenarios for the National Debate on Energy policiy: An overview of main results*. KEYWORDS Economic growth Electric power Energy models Energy policy Environment Forecasting Linear programming Mathematical models Natural gas Netherlands Optimization Planning Supply and demand * Energy scenarios for the National Debate on Energy Policy: an overview of main results, Paper prepared for the Workshop, 14-16th June, 1983, IIASA by Fo v. Oostvoorn, P.G.M. Boonekamp and N.J. Koenders, ESC-WR-83-15, Petten, June, 1983.

5 VOORWOORD In het advies van 18 juni 1980 over Energíescenario s beveelt de Algemene Energieraad voor het ontwikkelen van M])E-scenario s het gebruik van de energiemodellen van het Centraal Planbureau en het Energie Studie Centrum aan [I]. Op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken zijn door het ESC met SELPE in de tweede helft van 1981 berekeningen uitgevoerd ten behoeve van de uitwerking van het zogenaamd "Ongewijzigd Beleidscenario" [2] Het op 22 december 1981 gepubliceerde scenario heeft in het afgelopen jaar vooral gefungeerd als referentiescenario voor de overige drie scenario s, die voor de Maatschappelijke Discussie Energiebeleid zijn ontwikkeld. Begin juli 1982 heeft de Stuurgroep MDE het ESC verzocht om met behulp van het energiemodel SELPE de energie-aanbodscenario s op te stellen voor het Arbeidsdelingscenario en Industrieel Herstelscenario [3]. Deze twee scenario s zijn ontwikkeld op instigatie van de Stuurgroep MDE, vanuit de overtuiging dat voor de energiediscussie naast het EZ-referentie en CE-scenario meerdere scenario s nodig zijn. Vervolgens heeft het Centrum voor Energiebesparing het ESC verzocht om met SELPE ook het CE-scenario door te rekenen [4]. Bij alle berekeningen is echter uitgegaan van energievraag bepaald door het CP8 [3]. De Stuurgroep MDE heeft de resultaten van de met SELPE uitgevoerde scenarioberekeningen integraal gepubliceerd in haar Tussenrapport, dat is uitgebracht na afloop van de zgn. informatiefase [3]. Ofschoon het Tussenrapport reeds een globale vergelijking van de vier MDE-scenario s bevat, is een meer gedetailleerd en systematisch overzicht van de verschillende ontwikkelingen in de energievoorziening nuttig. Het voorliggende rapport beoogt dit te bereiken door een consistent, integraal en gedetailleerd overzicht te geven van de energievoorziening in de vier scenario s op basis van eerder uitgevoerde berekeningen met het energiemodel SELPE [8,9,10 en 11]. Aangezien de vier energieaanbodscenario s met hetzelfde model zijn opgesteld kunnen de vier scenario s voor wat bedreft het energieaanbod systematisch worden vergeleken. Voorts zal in dit rapport aandacht

-6- worden geschonken aan de gehanteerde veronderstellingen. Het ESC hoopt met deze publicatie te voorzien in een behoefte aan vergelijkbare informatie over de vier MDE-scenario s. Tenslotte wordt er op gewezen dat van de belangrijkste onderdelen van de hiervoorliggende publicatie werkrapporten zijn opgesteld [25,26~27,28 en 29].

- 7 - SAMENVATTING Op basis van de in de navolgende hoofstukken beschreven scenario-resultaten mag gesteld worden, dat het IH- en AD-scenario een verdere uitwerking van het EZ-scenario laten zien in een meer vanuit kosten oogpunt gunstige richting. De uiteindelijke verschillen tussen deze drie scenario s zijn echter relatief gering te noemen. Indien men de hier weergegeven MDE-scenario s globaal tracht te karakteriseren kan men wellicht spreken van drie energiescenario s (EZ, IH en AD) welke min of meer een uitwerking zijn van het traditionele energiebeleid en een scenario (van het CE) dat op bepaalde punten, onder andere energieverbruik, W/K-inzet en kolengebruik een hiervan afwijkend perspectief schetst. De overige conclusies ten aanzien van de scenario-resultaten worden hieronder aangegeven en zijn deels ook weergegeven in een overzicht van kerncijfers in tabel I. Energiebalans - Het binnenlandse energieverbruik verschilt het meest tussen het IHen CE-scenario (toename in IH-scenario is Cd. 23% en afname in CEscenario Cd. 19% in 2000 ten opzichte van 1980). - Het kolenaandeel in de scenario s neemt sterk toe en wel van 6% in 1980 naar 22% in het CE-scenario en ca~ 30% in de overige scenario s (zonder kernenergie in 2000). Deze snelle toename van het kolenverbruik is deels het gevolg van beleid, en deels het gevolg van de veronderstelde energieprijzen en kosten van conversie-installaties, dat wil zeggen een vanuit kostenoogpunt gunstige ontwikkeling. - De kolen worden vooral daar ingezet waar dit "schoon" en vanuit kostenoogpunt aantrekkelijk is, te weten bij elektriciteitscentrales en in W/K-installaties. In het EZ- en CE-scenario wordt echter ook ten behoeve van kolenvergassing gebruik gemaakt van kolen. - De aandelen van de verschillende energiedragers in het totaal verbruik binnenland (TVB) verschillen overigens weinig per scenario. De aardgasafzet blijft in alle scenario s beneden het Plan van Gasafzet en het gasaandeel daalt tot Cd. 30% in 2000.

8 2OOO 1980 EZ 1 IH I AD 1 CE Energieverbruik (PJ) aardgas 1274 821 941 843 663 olieprod. 1188 1075 1186 1107 831 kolen + cokes 167 I011/ 843 1045/ 877 895/ 727 488 overig 2 104 199/ 412 191/404 191/ 404 227 Binnenlandsverbruik (TVB) 2732 3106/3150 3366/3410 3039/3083 2209 Binnenlandse produktie 3011 623 738 640 776 Elektriciteitsvoorziening Openb.besch.verm.(MW) 15450 16486 20118 17649 11586 Totale elektr, verbro(pj) 222 305 363 314 230 Milieu-emissie(mln.kg/jr) SO 2 479 601/ 561 695/ 656 615/ 575 389 NO x 513 702/ 659 855/ 809 745/ 698 483 Stof 227 368/ 361 529/ 522 418/ 411 232 Bruto investeringen (mld.gld-80) Gemiddeld per jaar 6 â 7 8,5/ 8,7 8,7/ 8,9 8,5/ 8,6 9,3 Totale investeringen 1980-2000 171/ 175 174/ 178 170/ 173 185 w.v. elektriciteitsv. 50/ 54 60/ 64 56/ 60 43 Energiekosten in 2000 (mld.gld-80) Binnenlandse lasten 36,0 58,73 64,43 58,23 42,8 Totale lasten(incl.uitv.) 70,1 112,83 123,03 113,83 97,0 w.v. aardgaswinsten 18,0 7,5 8,9 7,6 8,4 Totale inkomsten overheid 20,0 13,5 15,5 13,8 12,4 Energiebalans met het buitenland Saldo energiebalans (PJ) 224-2484/-2528-2628/-2672~ -2399/-2443-1431 Saldo energiebetalingsbalans (mld. gld-80) 1,4-30,3-35,5-31,2-17,1 Elektriciteitsprijzen, Gemiddeld (openbare net, ct/kwh, gld-80) - af-centrale 11,7 13,7 ~ 13,44 13,5 % 14,0 - basis industrie 12,8 14,8 ~ 14,5 ~ 14,64 15,1 - gezinnen 17,8 21,84 21,5 ~ 21,6 ~ 22,1 Achter de schuine breukstreep de waarden bij inzet van 3000 MWe kernvermogen Uraan, zon, wind, geothermie, biogas, industriële restwarmte De lasten zijn 0,4 mld.gld, lager bij inzet van 3000 MWe kernvermogen. De kwh-prijs is 0,5 ct lager bij inzet Van 3000 MWe kernvermogen Tabel 1.: Kerncijfers vier MDE-scenario s volgens SELPE-berekeningen (PJ, MWe, mld gld-1980, ct!kwh)

You are reading a preview. Would you like to access the full-text? Access full-text

- 168 - APPENDIX V: ELEKTRICITEITSPRIJZEN V.l. INLEIDING In appendix IV is een afleiding gegeven van de kosten van elektriciteitsopwekking (af-centrale) per optie in het jaar 2000. In deze appendix worden de gemiddelde kosten-af-centrale (tabel V.I.) berekend aan de hand van de kosten per optie, de elektriciteitsproduktie per optie en de kosten die gepaard gaan met het reserve vermogen. De kosten per optie zijn in alle vier scenario s nagenoeg dezelfde*. Er zijn echter tussen de scenario s grote verschillen in elektriciteitsproduktie, zowel qua grootte als de manier waarop dit gebeurt (zie hoofdstuk 3). De financiële gevolgen van deze verschillen (toepassing van stadsverwarming, inzet "centraal" vermogen, gebruik van industriële W/K) zijn in tabel V. Io terug te vinden. De finale elektriciteitsprijs (de prijs die voor de uiteindelijke verhruiker geldt) wordt bepaald door de gemiddelde af-centrale prijs te verhogen met transmissie- en distributiekosten. Daarnaast moet bedacht worden dat als gevolg van de transmissie- en distributieverliezen de totale kosten over een kleinere hoeveelheid elektriciteit verdeeld moeten worden. Dit effect kan vertaald worden in kosten ten gevolge van transmissie- en distributieverliezen. Het resultaat van deze berekeningswijze wordt in tabel V.2. weergegeven. * Een uitzondering hierop vormt windenergie. Bij het CE-scenario wordt namelijk een bedrijfstijd van 2500 uur gehanteerd (bij het EZ-, IHen AD-scenario 2000 uur). Hierdoor zijn de kosten van windenergie in het CE-scenario ca 3 ct/kwh lager dan in de overige drie scenario s.

- 169 - Kosten* (109 gld) centrales stadsverwarming aankoop van industrie** reservecapiciteit EZ IH AD CE 8,4 9,9 8,8 4,0 0,4 0,8 0,8 1,4 0,9 0,9 0,7 1,6 0,3 0,4 0,4 0,2 Totaal i0,i 12,1 10,6 7,3 Levering aan openb, net (PJ) 265,9 324,5 284,7 186,9 Elektriciteitsprijs gem. af-centr. gld/gj 37,95 ct!kwh 13,7 37,28 37,46 38,91 13,4 13,5 14,0 * De som van kapitaalkosten (ca 25% van totale kosten), brandstofkosten en overige produktiekosten. ** Tegen een vergoeding die gelijk is aan de W/K-produktiekosten na aftrek van f. 15/GJ voor geproduceerde warmte. Tabel V.I.: Kosten van openbare elektriciteitsvoorziening in het jaar 2000 (1980-glds, varianten zonder kernenergie)

- 170 - gld/gj Gemiddelde af-centrale prijs* 37,9 Kosten t.g.v, transmissieverliezen (~=.975) 1,0 ct/kwh 13,7 0,3 38,9 14,0 Transmissiekosten** gld/gj ct/kwh Basisindustrie 2,3 0,8 Overige industrie 4,8 1,7 Distributiebedrijven 5,5 2,0 Energie industrie 2,3 8,3 Transport 14,1 5,1 Uitvoer - 3,6-1,3 Elektriciteitsprijs gld/gj ct/kwh 41,2 14,8 43,7 15,7 44,4 16,0 41,2 14,8 53,0 19,1 35,3 12,7 Inkoopprijs distributiebedrijven Kosten t.g.v, distributieverliezen (~=.95) gld/gj ct/kwh 44,4 16,0 2,3 0,8 46.7 16,8 Distributiekosten** Elektriciteitsprijs gld/gj ct/kwh gld/gj ct/kwìa Gezinnen Overige verbruikers 13,8 5,0 60,5 21,8 11,2 4,0 57,9 20,8 * Inclusief aankoop industrie ** Voor een afleiding van de transmissie- en distributiekosten wordt verwezen naar rapport ESC-8 [18]. Tabel V.2.: Elektri iteitsprijzen van leveringen via het openbare net in het jaar 2000 voor het EZ-referentie-scenario I (1980-glds), variant zonder kernenergie. i In het IH-scenario liggen de prijzen 0,3 ct/kwh lager, in het ADscenario 0,2 ct/kwh lager en in het CE-scenario 0,3 ct/kwh hoger.

- 171 - V.2. CONCLUSIES Aan de hand van tabel V.I. en V. 2. zijn met betrekken tot de openbare elektriciteitsvoorziening de volgende conclusies te trekken. - De elektriciteitsprijzen van leveringen via het openbare net zijn bij de vier scenario s (varianten excl. kernenergie) nagenoeg gelijk. De gemiddelde elektriciteitskosten (af-centrale) liggen in de orde van 13~5 à 14 ct per kwh (glds-1980). Dit is ca. 2 ct hoger dan in 1980. De zeer geringe verschillen in elektriciteitsprijzen tussen de scenario s kunnen als volgt verklaard worden. De stuurgroep scenario s laten de laagste kwh-kosten zien, vanwege de "maximale" benutting van (goedkope) kolen voor overigens "sehone" elektriciteitsopwekkingo Het AD-scenario komt 0, I ct/kwh hoger uit dan het IH-scenario~ doordat in het AD-scenarlo het gebruik van industriëli W/K wat lager is, in verband met de lagere industrlële groei. ~ In het EZ-scenario wordt (iets) meer olle ingezet bij de openbare centrales. Daarnaast is de inzet van stadsverwarming wat kleiner dan in de stuurgroep scenario s. Dit verklaart het verschil (0~3 ct/kwh) in elektriciteitsprijzen. Het CE-scenario komt 0,6 ct/kwh hoger uit dan het IH-seenario. Dit wordt veroorzaakt doordat de openbare voorzianing grotendeels op aardgas gebaseerd is. Daarnaast werkt ook de grote inzet van W/Kinstallaties (enigszins) kostenverhogend, met name omdat deze voor het overgrote deel gasgestookt zijn. Opgemerkt moet worden dat in het CE-s enario voor het windvermogen van 2000 MWe een hogere bedrijfstijd is gehanteerd dan bij de overige scenarlo s (2500 in plaats van 2000 uur hedrijfetljd/jaar). Zou dit niet gebeurd zijn, dan zouden de totale kesten in het CEscenario ca, f. 150 mln hoger komen te liggen en de gemiddelde kwhprijs zou met 0,3 ct stijgen. - Bij handhaving van dezelfde tariefstructuur als in 1980" liggen de finale elektriciteitsprijzen in 2000 ca. 3 ct hoger dan in 1980. Zo * Dit betekent dat de verdeling van de kosten van transmissie en distributie in 2000 dezelfde is als ìn 1980.

- 172 - geldt voor de gezinnen in 2000 een elektrieiteitsprijs van ca. 22 ct/kwh (1980 ca. 19 ct/kwh). Doordat bij het CE-scenario het elektriciteitsverbruik via het openbare net aanzienlijk lager ligt dan in 1980 zullen de finale prijzen van elektriciteit, die via het openbare net geleverd wordt, wellicht wat hoger liggen. Dit wordt veroorzaakt doordat de grotendeels vaste kosten van het transmissie- en distrubitienet over een kleinere hoeveelheid elektriciteit verdeeld moeten worden. Een ea ander hangt natuurlijk nauw samen met vervangingen en nitbreidingen van het elektrlciteltsnet. De inzet van 3000 MWe kernenergie!evert in het EZ-, IH- en AD-scenario een totaal kostenvoordeel van ca. f. 400 mln (zie hoofdstuk 7)o Dit betekent een daling van de gemiddelde kwh-prljs van ca. 0~5 et. Als dit kostenvoordeel geheel aan de industrie ten goede zou komen geeft dit een industrìële kwh-prijs die 0~7 à 0~8 ct lager ligt. 8]/102/pk!t.