t SPOOR = een afdeling voor jongeren met: - ontwikkelingsstoornissen -psychose
Wie is wie Ellen Tombeur = psychomotorisch therapeute Sigrid Smets= creatieve therapeute Bernard Castelein= ergotherapeut
Doe-therapie middel / medium / invalsweg = doen / handelen / ondernemen
Opzet Huidige werking doe-therapie voorstellen elk vanuit onze specifieke invalshoek met oog voor de specifieke noden van de doelgroep Raakvlakken en wisselwerking verkennen aan de hand van een casusbespreking Vragen en discussie
Situering afdeling t Spoor = verpleegeenheid in ZNA Stuivenberg Afdeling EOPS = Eenheid voor Ontwikkelings-en Psychotische Stoornissen Departement adolescenten UKJA = Universitaire Kinder- en Jeugdpsychiatrie Antwerpen
Voorstelling t Spoor 16 jongeren in residentieelverband met een gemiddelde opnameduur van 6 maanden 4 jongeren in dagbehandeling Ambulante werking
Focus werking t Spoor Het opnieuw op de rails krijgen van het globale functioneren van de jongeren in zijn of haar context (copingsvaardigheden) Inzicht verwerven in eigen problematiek (psycho-educatie) Verwerken en doorwerken van een dieper liggende problematiek
Doelgroep t Spoor Jongeren met een pervasieve ontwikkelingsstoornis Jongeren met een (acute) psychose Verhouding is 4 op 1 Zo goed als altijd sprake van comorbiditeit (ADHD, leerstoornis, angststoornis, depressie,...)
Populatie t Spoor Gemengde groepen van meisjes en jongens verhouding is 1 op 4 Gemiddelde leeftijd= 15 jaar en 4 maanden Gemiddeld TIQ= 87.14 (cijfers gebaseerd op een onderzoek over de periode 2005-2009)
Werking t Spoor Een cognitief-gedragstherapeutische aanpak Cognitief = betekenis geven aan gedrag inzicht in denkprocessen stoornissen in denken en doen detecteren Gedragstherapeutisch = werken met het concrete gedrag in het hier en nu Samenhang van gedachten en gevoelens
Werking t Spoor Werken in een multidisciplinair team psychiaters psychologen, gesprekstherapeuten gezinswerkers ergo-, creatief en psychomotorisch therapeuten groepsleiding en hoofdverpleegkundige leerkrachten binnenschool (ziekenhuisschool) Huidige werking doetherapeuten: vooral gericht op DE JONGERE ZELF
Aanpak t Spoor Voorspelbaarheid en duidelijkheid kernbegrip vanuit auti-aanpak in elk aspect van de werking als persoon ervan doordrongen zijn ook aangewezen bij psychose
Valkuilen PMT = sport? PMT = les lichamelijke opvoeding?
Uitgangspunten 3 uitgangspunten Eenheid lichaam geest Gesitueerd binnen de leer vh menselijk bewegen Onderlinge relatie soma psychè- omgeving
Eenheid lichaam -geest Essentie van ons mens-zijn Beïnvloeden elkaar constant Centraal staat het persoonlijk functioneren van de persoon steeds een motorisch-cognitieve en een sociaalaffectieve aspect samen betrokken bij het uitvoeren van een motorische activiteit (Nakken, 1979) = beïnvloeden van de totale persoonlijkheid (P)
Cognitie (leerstijl) P Motoriek sociaalaffectief
Leer van het menselijk bewegen Middelen binnen de pmt die gebruikt worden om het persoonlijk functioneren te beïnvloeden = het bewegen = de lichamelijkheid
Interactie persoon -omgeving Opdat een persoon gezond zou kunnen functioneren, is het van belang dat dit kan gebeuren in een stimulerende omgeving evenwicht nodig voor alle omgevingsstimuli: op motorisch + cognitief + sociaal-affectief vlak
Soorten PMT Functietraining wanneer er getracht wordt om het motorische aspect van de persoonlijkheid te verbeteren Wanneer via de motoriek een bijdrage geleverd wordt aan de cognitieve ontwikkeling Psychomotorische (psycho)therapie Wanneer er via de motoriek getracht wordt om op het sociaal-affectieve aspect van de persoonlijkheid in te werken
Middelen in de PMT (bewegingsvormen)
Middelen in de PMT Al deze bewegingsvormen kunnen aangeboden worden in tal van variatiemogelijkheden. Hierin spelen 3 factoren een rol: persoon (gebruik van lichaamsschema / wijze van werken) omgeving (prikkel / ruimte / tijd) materiaal Variabelen manipuleren om ideale situatie te creëren Houding therapeut + regels en afspraken
Op t Spoor: Functietraining of pmt? In hoofdzaak psychomotorische psychotherapie Samenspel en samenwerking Positie in de groep Expressiviteit in het bewegen Verbale en non-verbale communicatie Omgaan met leiding en begeleiding Nadruk op sociaal-affectievemet 2 subdomeinen: Zelfconcept (zelfbeeld, lichaamsbeeld en zelfvertrouwen) Regulatievermogen (omgaan met regels, rigiditeit, beheersing en frustratietolerantie)
Op t Spoor: Functietraining of pmt? Op indicatie wel functietraining (BOT2) Meer algemene functietraining tijdens PMT Concentratie en taakspanning Geheugen Initiatiefname activatie
Concrete werking pmt op t Spoor Een standaard aanbod persoonlijk programma Kennismakingsgesprek Uitleg geven Info verzamelen Aandachtspunten bepalen Op basis van de samenwerkingsovereenkomst In samenspraak met de jongere Specifiek voor de pmt
Concrete werking pmt op t Spoor 1. Fitness (Motorisch cognitief + regulatie + zelfconcept) Taakgericht en doelbewust handelen, taakspanning en concentratie, ontspanning, zelfstandigheid en initiatiefname Gezondheidsgerelateerde aspect speelt ook een rol Groepje van max. 5 jongeren Wekelijks een sessie van 50 min. Middel = fysical fitness
Concrete werking pmt op t Spoor 2. Thema-activiteit (sociaal-affectief + regulatie + zelfconcept) 2 weken werken rond een bepaald thema, 3 de week mogen jongeren zelf de activiteit bepalen Motorische vaardigheden verbeteren, samenspelen en -werken, regulatievermogen + zelfbeheersing, zelfbeeld en lichaamsbeeld, emotieregulatie Groepje van max. 6 jongeren 1 maal per week gedurende 50 min. Middel = bewegingssituaties, sportspelsituaties en lichamelijkheidstechnieken
Concrete werking pmt op t Spoor 3. Sport en spel (sociaal-affectief + regulatie + zelfconcept) Geen concreet thema, heel uiteenlopende activiteiten Aandacht voor gezonde levensstijl Zelfde werkdoelen als de thema-activiteit Grote groep max. 10 jongeren + groepsleiding Wekelijks een sessie van een uur Middelen zijn dezelfde als bij de thema-activiteit
Concrete werking pmt op t Spoor Na 3 weken : tussentijdse bespreking Eerste observatieverslag Eerste controle-punt Na 2 maanden: eerste bespreking Verslag over de pmt Doelstellingen komende periode opstellen Wijziging aanbod Eventueel uitbreiding van het pmtaanbod
Concrete werking pmt op t Spoor 4. Relaxatietherapie (regulatie) In het kader van spanningsklachten Aanleren van verschillende methodes Stressreductie en ontspanning, bewustwording van het eigen lichaam, psycho-educatie rond spanning Individueel of in groep Wekelijks een sessie van 50 minuten + huiswerk Middel = lichamelijkheidstechnieken en bewustmakende bewegingsvormen
Concrete werking pmt op t Spoor 5. Agressieregulatietherapie (regulatie) Problemen met het uiten van boosheid Woede leren kanaliseren, omgaan met frustratie, ontwikkelen van alternatief gedrag, bewustwording van lichamelijke signalen bij boosheid Individuele therapie Wekelijks een sessie van 50 minuten + huiswerk Middel = lichamelijkheidstechnieken en bewustmakende bewegingsvormen
Werken met adolescenten op zoek naar hun eigen persoon, wie ze zijn en wie ze gaan/willen worden Leeftijdscategorie die gepaard gaat met de nodige onzekerheid en negatief zelfbeeld Leren keuzes maken Verantwoordelijk leren zijn Aanbod afstemmen op hun leefwereld/interesses
Overzicht Creatieve therapie (CT) Indiv. beeldende therapie (BT) Indiv. muziektherapie (MT) Groepscreatieve therapie (GCT) Gebruikte werkwijzen Verloop CT tijdens opname
Valkuilen CT = kunst, moet mooi zijn CT = krea = knutselen
Creatieve therapie (CT) Therapievorm binnen therapeutisch kader Processen op gang brengen Methodisch toepassen van creatieve middelen CT in team
Mogelijke thema s Emoties bij bepaalde gebeurtenis kanaliseren, moduleren en afstand nemen Inzicht in zichzelf, zelfbeeld Sociale vaardigheden uitstippelen verder traject Andere
Mogelijke thema s Emoties bij bepaalde gebeurtenis kanaliseren, moduleren en afstand nemen Inzicht in zichzelf, zelfbeeld Andere Sociale vaardigheden uitstippelen verder traject
Beeldende therapie (BT) Individueel Voor welke jongeren doelen geen woorden vinden sterk rationaliseren moeite hebben met het ordenen en begrenzen van emoties moeilijk contact maken met de eigen belevingswereld
BT vervolg Kenmerken BT: doen en ervaren gevoelsexpressie resultaat geven betekenis relatie jongere therapeut werkstuk Proces = belangrijk eindresultaat = van ondergeschikt belang
BT materialen Harde materialen: wasco, oliepastels, (kleur)potlood, stiften en pen Zachte materialen: softpastels en houtskool Vloeibare materialen: ecoline, inkt, acrylverf, aquarelverf en plakkaatverf Kneedbare materialen: chamotteklei en pottenbakkersklei
Muziektherapie (MT) Individueel Voor welke jongeren doelen Geen woorden vinden Stereotiep gedrag Problemen met herkennen en reguleren van emoties Contactproblemen Zwakke egofunctie
MT vervolg Kenmerken MT: Emoties via associaties Symbolische expressie Analoge expressie Activering lichaam dialoog
MT instrumenten Piano Gitaar Verschillende trommels, slaginstrumenten Conga s Metallofoon, xylofoon Zang Teksten
Groepscreatieve therapie In groep Stimuleert het sociaal functioneren Communicatie stimuleren Zicht op functioneren in groep
Gebruikte werkwijze Supportieve werkwijze en Reconstructieve werkwijze Re-educatieve en Palliatieve werkwijze Zelf meedoen Emotieschriftje
Emotieschriftje
Aandachtspunten Jongere centraal Weerstand Duidelijke omkadering Verschil jongeren met ASS en psychose
Aandachtspunten Jongere centraal Weerstand Duidelijke omkadering Verschil jongeren met ASS en psychose
CT tijdens opname Kennismakingsgesprek 7-tal observatie-opdrachten Doelstellingen CT bepalen Start indiv. CT of GCT
Sessie CT Emotieschriftje Samen thema beslissen Start beeldend werk of muziek Nabespreking Opruimen emotieschriftje
Creatieve therapie besluit Veranderingsprocessen op gang brengen via specifieke werkwijzen Op t Spoor: Beeldende therapie Muziektherapie Hoofdzakelijk individueel Emoties
Valkuilen Ergotherapie = houtbewerking Ergotherapie = een plaats waar jongeren mooie dingen maken
Fout beeld bijstellen via een meer theoretischebenadering van de feitelijke doelstellingen via de manier waarop ik de jongerenop t Spoor zelf laat kennismaken met die ergotherapie
Enerzijdsricht de ergotherapie zich op een specifiek aspect van functioneren : m.n. op het verwerven van vaardigheden en attitudes die nodig zijn om zich te kunnen handhaven in een taakgerichte leer/werk situatie Sleutelwoorden hierbij zijn: zelfstandigheid / initiatiefname concentratievermogen / taakspanning leren planmatig werken / organiseren omgaan met leiding en begeleiding zich handhaven tussen leeftijdsgenoten
Anderzijdsricht de ergotherapie zich ook heel duidelijk op: het verstevigen van het zelfwaardegevoel de IK-sterkte het (opnieuw) beleven van succeservaring Sleutelwoorden zijn: zelfvertrouwen zelfwaardegevoel vat krijgen op faalangst succeservaring
Schematische voorstelling Taakgerichte attitudes verwerven Zelfwaardegevoel versterken Activeren/ evenwicht zoeken tussen draagkrachten draaglast Zelfstandigheid vergroten Initiatiefname stimuleren Vat krijgen op impulsiviteit
Activeren vs. evenwicht draagkracht / draaglast Vaak duidelijk verschil in benadering van de jongeren met ASS en aanverwante ontwikkelingsstoornissen en jongeren met psychose Bij ASS= rechttoe / rechtaan activeren, losweken uit de impasse van bv. alleen maar achter de pc zitten Bij psychose= factor omzichtigheid om hun draagkracht niet te overschatten en overbelasten
Uitleg jongeren Individueel kennismakingsmoment = Sleutelmoment
Uitleg jongeren 3 peilers : Een eigen inbreng hebben Leren omgaan met taken in opdracht Je kunnen handhaven tussen leeftijdsgenoten
Eigen inbreng Sluit aan bij het gegeven van het adolescent zijn. Een adolescent die de touwtjes in handen wil hebben, die zelfbepalend wil zijn Klinkt mooi, maar is voor heel veel jongeren een aartsmoeilijke opdracht zeker voor jongeren met ASS, die vaak besluiteloos zijn Blijkt een heel sterke motivationele hefboom te zijn Link naar de theoretisch geformuleerde werkdoelen zelfvertrouwen / zelfwaardegevoel / zelfstandigheid / initiatiefname / succeservaring
Leren omgaan met taken in opdracht Appelleert naar de wijde wereld met al zijn verwachtingen, eisen, normen. Ze daarop voorbereiden is de onderliggende boodschap Link naar de theoretisch geformuleerde werkdoelen taakgerichte attitudes verwerven / activeren / balans tussen draagkracht-draaglast
Handhaven tussen leeftijdsgenoten Relatief laagdrempelig Kleine groepjes (voorkeur voor 3) Eigen project Wel delen van werkruimte, gereedschap, aandacht,... Respect voor anderen vs gepast opkomen voor jezelf Link naar de theoretisch geformuleerde werkdoelen: onderdeel van taakgerichte attitudes / vat krijgen op impulsiviteit / omgaan met spanning / relativeringsvermogen uitbreiden
Kennismakingsgesprek Werkruimte verkennen Jongere zelf aan het woord laten Samen overlopen van de SWO (samenwerkingsovereenkomst) Opdracht om over na te denken = eerste project
Opvolging Tussentijdse bespreking Eerste evaluatie bespreking Werkbesprekingen met collega s Overleg met de jongere zelf Tes / Eva-map / spiegelschriftje = Afhankelijk van de jongere
ERROR: ioerror OFFENDING COMMAND: image STACK: