Pedagogisch werkplan Sport en spel BSO de Speedboot



Vergelijkbare documenten
Samenvatting pedagogisch beleid Kinderopvang Natuurlijk. Doel Doelstelling Doelgroep

Visie (Pedagogisch werkplan)

Pedagogisch plan Bengels kinderopvang

Pedagogisch beleidsplan. Inleiding. BSO Vrij Spel

Pedagogisch beleidsplan buitenschoolse opvang het Zwammeke

Pedagogisch werkplan peuteropvang Morgenster

Pedagogisch werkplan. peuteropvang Morgenster. Pedagogisch werkplan de Morgenster 2018

Pedagogisch Werkplan BSO In de Manne

Stichting Kinderopvang Alkmaar. Protocol Tussenschoolse opvang

Pedagogisch beleid Kinderdagverblijf de Harlekijn

Ouderbeleid van BSO De Bosuil

Appendix bij Pedagogisch Beleidsplan voor Buiten Schoolse Opvang

Observeerbare Termen. Pedagogisch basisdoel: Sociale en emotionele veiligheid. Pedagogisch basisdoel: Sociale en emotionele veiligheid 2

Buitenschoolse opvang De speelark is onderdeel van kinderopvang Robbedoes. Informatieboekje. Buitenschoolse opvang. De Speelark Heel.

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal Ot en Sien

Inhoudsopgave pedagogisch werkplan

Een tijd om nooit te vergeten!

1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving

PEDAGOGISCH WERKPLAN PEUTERSPEELZAAL OT EN SIEN

werkplan kinderdagverblijf

Pedagogisch werkplan Peuteropvang t Wakertje

Werkplan. Buitenschoolse opvang De Driehoek.

Inhoudsopgave pedagogisch werkplan

Beleid veiligheid en gezondheid. Inhoud

STICHTING DE BROODTROMMEL. Pedagogisch Beleid Tussenschoolse Opvang

Informatieboekje van. Peuterspeelschool Opijnen

Pedagogisch beleid Lunchkids

Bijlage 1: Matrix vierogenprincipe (Deze matrix wordt ingevuld aan het pedagogisch werkplan toegevoegd)

Pedagogisch Werkplan gastouder

Pedagogisch beleidsplan Sport en spel BSO de Speedboot

Versie 1.06 Datum Informatieboekje Gastouderbureau Beiler Sprookjesboom

Méér dan Spelen. Hier houden wij ons aan bij Spring! Ouderinformatieboekje

Pedagogisch werkplan BSO Uilennest (Groep 1+2, 4-6 jaar)

Kennismaking op de Buitenschoolse Opvang (BSO) Kennismaking op de Buitenschoolse Opvang. Kindercentra De Roef

Informatieboekje van. Peuterspeelschool Haaften

PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN KOBA

Kinderopvang Het Kinderpaleis is een particuliere organisatie. In dit boekje willen we u informeren over onze Kinderopvang.

Pedagogisch beleid. buitenschoolse opvang. Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd en/-of verspreid zonder. maatwerk kinderopvang voor elk gezin

PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN G.O.B. DE DUIVENTIL. Gastouderbureau De Duiventil

Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien

Pedagogisch werkplan. Peutercentrum t Kwetternest

BUITENSCHOOLSE OPVANG DE HEKSENKETEL

1.2 BIJLAGE BIJ PEDAGOGISCH BELEID

Voorschoolse opvang Eben Haëzer

Pedagogisch beleidsplan van. Kinderopvang Pippi Langkous

INFORMATIEGIDS van de peutergroep. Ds. Pieter van Dijkeschool.

Informatieboekje van. Peuterspeelzaal M!eters

Wenbeleid Voor de kinderopvang van KieKeBoe

Pedagogisch Beleidsplan Peuterspeelzaal De Torteltuin Mariaschool Paterswolde

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal t Klinkertje

Pedagogisch beleids- en werkplan overblijf Maerten van den Velde Versiedatum:

Informatiegids

Pedagogisch werkplan Kinderopvang De Cirkel KDV Den Ham Zuidmaten

1.2 BIJLAGE BIJ PEDAGOGISCH BELEID

Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Kweenie

De Buitenschoolse opvang van Stichting Kinderopvang t Planzoentje.

Praktische informatie

1 SEPTEMBER 2015 PEDAGOGISCH BELEID KINDEROPVANG SKW

Pedagogische werkwijze BSO De Wilgenboom, versie december 2015 Vera Snelle, locatiemanager

2 Algemene doelstelling en visie

Pedagogisch werkplan Kinderopvang De Gele Uil (0-1½ jaar)

Pedagogisch plan Bengels kinderopvang

Pedagogisch werkplan. Peuterspeelzaal t Klinkertje

Bijlage 1: Matrix vierogenprincipe (Deze matrix wordt ingevuld aan het pedagogisch werkplan toegevoegd)

Kinderopvang Het Kinderpaleis is een particuliere organisatie. In dit boekje willen we u informeren over onze Kinderopvang.

Bijlage 1: Matrix vierogenprincipe (Deze matrix wordt ingevuld aan het pedagogisch werkplan toegevoegd)

Kids2b. Een koffer vol bagage. Kleine kinderen worden groot. REIS vormt de kern van ons handelen; RES PEC VOOR. Het pedagogisch beleid

Tussenschoolse opvang de Kyckert werkplan

Informatiegids

Ouderfolder Buitenschoolse opvang

Pedagogisch beleid Kids&Co

Pedagogisch beleid. kinderdagverblijf

Pedagogische werkwijze BSO De Capelle, februari 2019 Renate Piet, locatiemanager

Pedagogisch beleidsplan. De Avonturiers BSO

Algemene informatie kinderdagverblijf DE COMPANY

werkplan buitenschoolse opvang met centrale vakantieopvang

Pedagogisch werkplan BSO Uilenclub (Groep 5 t/m 8, 8-13 jaar)

Inspectierapport BSO De Zevenklapper (BSO) Pampusstraat LJ RIJSENHOUT Registratienummer

Informatie voor Ouders

werkplan buitenschoolse opvang met centrale vakantieopvang

Pedagogische werkwijze BSO Johanna Margaretha, februari 2016 Ellen Hemmelder, locatiemanager

Pedagogisch beleid Tussenschoolse opvang

Wenbeleid buitenschoolse opvang

Pedagogisch Beleidsplan. Fris! Kinderdagverblijven

Informatieboekje. BSO Met Juf Buiten (onderdeel van Bij Juf Thuis )

Pedagogisch beleidsplan. Buitenschoolse Opvang Goirle

Pedagogisch beleidsplan.

Pedagogisch beleidsplan

Kinderkoepel. Pedagogisch werkplan. Lunchkids

Pedagogisch beleid gastouderbureau OOK-Thuis

werkplan buitenschoolse opvang

Informatiebrochure Hoera Maasbree. Locatie de Violier, peuters

Bijlage 1. Een goed begin is het halve werk

Pedagogische werkwijze op de locatie

Pedagogische Visie en Beleid

Pedagogisch Beleid. Inschrijving

Pedagogisch Beleid. Nanny Association

Buitenschoolse opvang BSO Kikkersloot. Louis Couperrusstraat CX Utrecht

Inspectierapport 't Kasteeltje, locatie Kempenland (BSO) Kempenlandstraat GK VUGHT Registratienummer

Wenbeleid peuteropvang

Transcriptie:

Sport en spel BSO de Speedboot Pastoor Geerdinkstraat 35 7587 AP de Lutte Telefoonnummer 06- E-mail: info@kinderopvangdekijkdoos.nl LRKP-nummer BSO: 330272743 Versienummer: 1-2014 Akkoord directie Akkoord oudercommissie Ja/Nee, datum Ja/Nee, datum

Inhoudsopgave Pedagogisch werkplan Inleiding...3 Hoofdstuk 1. Pedagogisch beleid...4 1.1 Pedagogische visie en missie...4 1.2 Creëren van ontwikkelingsmogelijkheden...4 1.3 Pedagogisch handelen...5 1.4 Diversiteit...5 Hoofdstuk 2. Kwaliteitszorg...5 2.1 Personeel en inspectie...5 2.2 Achterwacht...6 2.3 Structureel en incidenteel afnemen van extra dagen...6 2.4 Algemene onderwerpen...6 2.4.1 Lichaamsbesef...6 2.4.2 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling...7 2.4.3 Kinderen en ziekte...7 2.4.4 Medicijn toediening...7 2.4.5 Ingrijpende gebeurtenissen...8 2.5 Hygiëne, gezondheid en veiligheid...8 Hoofdstuk 3. Ouders...9 3.1 Oudercontacten...9 3.1.1 Individuele contacten...9 3.1.2 Schriftelijke communicatie...9 3.2 Oudercommissie... 10 3.3 Privacy... 10 3.4 Klachtenprocedure... 10 Hoofdstuk 4. Bij ons op locatie... 10 4.1 Beschrijving locatie... 10 4.2 Inrichting en materiaal... 11 4.3 Intake en gewenning... 11 4.4 Brengen en halen... 12 4.5 Dagprogramma... 12 4.6 Kinderen met een beperking... 13 4.7 Zorg... 14 4.8 Verzorging... 14 4.8.1 Eten en drinken...14 4.8.2 Toiletgebruik... 14 4.8.3 Hygiëne... 14 4.9 Regels en Rituelen... 14 4.9.1 Regels over omgang met elkaar... 15 4.9.2 Beloningen en correcties... 15 Pagina 2 van 16

Inleiding Dit is het pedagogisch werkplan van. Het pedagogisch werkplan is gebaseerd op het pedagogisch beleidsplan. Het pedagogisch beleidsplan is de rode draad voor de pedagogisch medewerkers in hun werk bij BSO de Speedboot. Dit beleidsplan geeft enerzijds ouders/verzorgers inzicht in de werkwijze en het opvoedingsklimaat dat de organisatie beoogt zodat zij hun kind(eren) in tevredenheid achter kunnen en durven laten. Anderzijds geeft het pedagogisch medewerkers richting, inspiratie en houvast bij het pedagogisch handelen in de groep. Voor beiden is het een middel om de dagelijkse gang van zaken te toetsen en waar nodig bij te stellen om te komen tot een optimale kwaliteit van de BSO. En natuurlijk moet dit alles leiden tot een plek waar kinderen het fijn vinden om te verblijven! Het pedagogisch beleidsplan is de basis van waaruit overig beleid en werkplannen worden ontwikkeld. Het pedagogisch werkplan beschrijft de afspraken en het pedagogisch handelen die volgen uit het beleidsplan en de bestaande wet- en regelgeving. Het pedagogisch beleidsplan is het uitgangspunt, maar de uitwerkingen en accenten die gelegd worden, zijn vastgelegd in het werkplan. Het pedagogisch werkplan wordt jaarlijks opnieuw bekeken en eventueel aangepast. Dit werkplan is toegespitst op het jaar 2014. De leidinggevenden dragen er zorg voor dat alle medewerkers op de hoogte zijn van het algemeen pedagogisch beleid en het specifieke beleid, beschreven in de werkplannen, en dat dit in hun gedachtegoed en handelen uitgedragen wordt. Om het leesgemak van dit plan te bevorderen is ervoor gekozen om in de hij-vorm te schrijven, in plaats van hij kunt men ook zij lezen. Daarnaast wordt gebruikt gemaakt van ouders, wat ook gelezen kan worden als verzorgers. Pagina 3 van 16

Hoofdstuk 1. Pedagogisch beleid Hieronder wordt kort uitgelegd wat er in het pedagogisch beleidsplan beschreven staat. Het pedagogisch beleidsplan in zijn geheel lezen op de website www.kinderopvangdekijkdoos.nl 1.1 Pedagogische visie en missie wordt door ons gezien als vrijetijdsbesteding, net als thuis, waarbij ontspanning en gezelligheid voor op staan. Wij proberen de kinderen zoveel mogelijk vrij te laten in hun keuze voor deelname aan activiteiten. De deskundige begeleiding van pedagogisch medewerkers speelt hierbij een belangrijke rol, namelijk tegemoet te komen aan de behoeften van het kind en het kind laten ontwikkelen samen met andere leeftijdsgenootjes. De houdings- en gedragsaspecten van de pedagogisch medewerker bevordert de ontwikkeling van het kind. Het kerndoel van het opvangwerk is het bieden van optimale ontwikkelingsmogelijkheden voor alle kinderen met als leidraad sport en spel. biedt een hoogwaardige voor- en naschoolse voorziening voor kinderen van vier tot dertien jaar. De basis van waaruit wij werken is dat het kind centraal staat. Hoe we werken wordt bepaald door de visie die we op kinderen en hun ontwikkeling hebben. Kinderen krijgen binnen de gelegenheid om te ontdekken, op onderzoek uit te gaan, te experimenteren en de nieuwsgierigheid en leergerichtheid te bevredigen binnen de veilige ruimte van de groep in interactie met de leiding en andere kinderen. Door kinderen de mogelijkheid te bieden hun ervaringen, belevenissen, gedachten en gevoelens uit te drukken kan hun persoonlijkheid zich vormen. Om deze doelstellingen te behalen werken pedagogisch medewerkers samen en zijn als team verantwoordelijk. Onze medewerkers zijn enthousiaste professionals die verantwoordelijkheid kunnen en willen dragen. Daarnaast creëren wij een open cultuur waarin pedagogisch medewerkers kunnen ontwikkelen door met elkaar te leren en elkaar aan te spreken op positieve en negatieve punten. Daarom stimuleert de ontwikkeling van haar medewerkers middels coaching, begeleiding en voortdurende scholing. Binnen is de samenwerking met ouders van groot belang. Pedagogisch medewerkers en ouders trekken gezamenlijk op in de opvoeding en begeleiding van kinderen. Hierbij leren we van elkaars deskundigheid en hebben we respect voor elkaar. Iedere ouder moet zich welkom voelen. We zijn een deskundige, flexibele en betrouwbare partner waar ouders op kunnen rekenen. 1.2 Creëren van ontwikkelingsmogelijkheden Wij gaan ervan uit dat kinderen van nature een eigen temperament hebben. De opvoeding en omgeving waarin het kind opgroeit hebben invloed op het kind met zijn eigen temperament. Dit en alle ontwikkelingen die het kind doorloopt gedurende zijn groeiperiode vormen de persoonlijkheid van het kind. De vorming van het karakter en de persoonlijkheid hangt samen met de ontwikkeling van het kind. Ieder kind ontwikkelt op zijn eigen manier. De volgende ontwikkelingsgebieden onderscheiden: Motorische ontwikkeling. Hieronder vallen de veranderingen in motorisch gedrag die worden vormgegeven door de genetische aanleg en de stimulering uit de omgeving. De motorische ontwikkeling wordt onderverdeeld in de grove/grote motoriek en de fijne/kleine motoriek. Sociaal-emotionele ontwikkeling. Hieronder vallen de ontwikkelingen van de eigen persoonlijkheid en de verwachtingen en gedragingen uit de sociale context. Cognitieve ontwikkeling (taalontwikkeling). Hieronder valt het vermogen om taal en denken te beheersen en ernaar te handelen verstaan. Onderdelen hiervan zijn de ontwikkeling van waarnemen, denken, taal, ruimtelijk inzicht, tijd en rekenen. Ontwikkeling identiteit. Hieronder valt de bewustwording van het kind dat het een persoon is met een eigen ik. Gepaard met de ontwikkeling van identiteit gaat het besef dat ze anders zijn dan anderen en daarmee ook andere dingen kunnen. Ontwikkeling zelfredzaamheid. Hieronder valt het proces van een groeiende zelfstandigheid; voor jezelf kunnen zorgen en jezelf kunnen redden zonder hulp van anderen. Pagina 4 van 16

1.3 Pedagogisch handelen Hoe een kind zich ontwikkelt op bovenstaande ontwikkelingsgebieden is per kind verschillend. Ieder kind heeft zijn eigen niveau en tempo. Om voor ieder kind de ontwikkeling zo goed mogelijk te laten verlopen zijn een viertal aspecten onderscheiden waar de pedagogisch medewerkers naar handelen: 1. Bieden van voldoende fysieke en emotionele veiligheid. Werken aan de fysieke veiligheid betekent het bieden van een schone, veilige en overzichtelijke ruimte met genoeg bewegingsmogelijkheden. Werken aan emotionele veiligheid betekent zorgen voor een emotioneel veilige basis waar kinderen zich kunnen ontspannen, zichzelf kunnen zijn, zich geborgen voelen en zich te kunnen ontwikkelen. Buitenschoolse opvang zien wij als vrijetijdsbesteding, net als thuis waarbij ontspanning en gezelligheid voor op staan. 2. Bieden van mogelijkheden om persoonlijke competenties te ontwikkelen. Bij de ontwikkeling van persoonlijke competenties wordt gericht op de brede persoonskenmerken van het kind, zoals: veerkracht, zelfstandigheid, zelfvertrouwen, flexibiliteit en creativiteit. De kinderen worden gestimuleerd om uitdagingen aan te gaan, keuzes te maken en dingen te ontdekken. Ieder kind is anders. En heel natuurlijke diversiteit. 3. Bieden van mogelijkheden om sociale competenties te ontwikkelen. De nadruk wordt gelegd op de ervaring die kinderen op doen door samen te zijn met andere kinderen en pedagogisch medewerkers, om zich zo verbonden te voelen. Zo kan het kind binnen BSO de Speedboot niet alleen zich zelf sociaal ontwikkelen, maar zich ook ontwikkelen samen met andere kinderen en pedagogisch medewerkers. 4. Overdracht van waarden en normen. Kinderen hebben van huis uit eigen regels en afspraken, waarden en gewoontes die te maken hebben met godsdienst, cultuur en de omgeving waar in het kind opgroeit. De normen en waarden van de kinderen gerespecteerd. Daarnaast worden de normen en waarden die gelden binnen aangeleerd aan de kinderen. 1.4 Diversiteit We leven in een samenleving waarbij we ernaar streven elkaar te respecteren ongeacht opvatting, afkomst, religie, gewoonten, normen en waarden. vindt respect voor elkaar erg belangrijk en wil dit in de omgang met de kinderen nadrukkelijk laten zien en meegeven. Kinderen leren omgaan met de verschillen tussen mensen, meestal gericht op verschillen in kleding, uiterlijk, eten en leefwijze. Open staan voor anderen, zonder onze eigen opvatting te negeren, is bij verweven in het handelen. Kinderen krijgen zo meer begrip voor de overeenkomsten en de verschillen tussen mensen. De pedagogisch medewerkers laten kinderen uit andere culturen kennis maken met Nederlandse gewoonten, gebruiken, feesten en normen en waarden. Daarnaast wordt bij kinderen uit andere levensovertuigingen waar mogelijk rekening gehouden met aangepaste gebeurtenissen, voeding, rituelen en dergelijke. Hoofdstuk 2. Kwaliteitszorg Dagelijks wordt gestreefd naar het leveren van een zo groot mogelijke kwaliteit. Onder kwaliteitszorg verstaan wij enerzijds de zorg die wij bieden en de borging daarvan en anderzijds een aantal gezamenlijke afspraken. 2.1 Personeel en inspectie De BSO groep wordt begeleid door pedagogisch medewerkers. Zij hebben de dagelijkse verantwoordelijkheid voor de groep kinderen. Zij zorgen voor een goede sfeer en een leuke uitdagend activiteitenaanbod. Om de kwaliteit zo groot mogelijk te maken is een aantal eisen gesteld aan het personeel. Ten eerste moet op locatie een EHBO-er aanwezig zijn. Binnen hebben beide pedagogisch medewerkers de cursus gevolgd. Ten tweede is elke pedagogisch medewerker in het bezit van minimaal een MBO-3 diploma of een HBO diploma. Tot slot is iedereen die werkzaam is bij in het bezit van een VOG (verklaring omtrent gedrag). Pagina 5 van 16

Bij ziekte en vakantie van de pedagogisch medewerkers komen invalkrachten van onze hoofdlocatie Kinderopvang de Kijkdoos naar. Indien mogelijk (bij plotselinge ziekte wat lastig) zal deze pedagogisch medewerker(s) voor de tijd al een uurtje meedraaien om de groep kinderen te leren kennen en het activiteitenaanbod te bekijken, aangezien dit een specifieke Sport en Spel BSO is zullen niet alle pedagogisch medewerkers deze groep kunnen draaien. Dit alles om de structuur van de dag zoveel mogelijk gelijk te houden. Daarnaast wordt geïnspecteerd door de GGD. Hierbij bekijkt de inspecteur of er kwalitatief goede BSO wordt geleverd. Er wordt gekeken of er voldaan wordt aan de kwaliteitseisen op het gebied van ouderinspraak, personeel, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte, het aantal kinderen per pedagogisch medewerker, het pedagogisch beleid en de pedagogische praktijk, en klachten. Het GGD rapport staat met een link van het LRKP (Landelijk Register Kinderopvang en Peuteropvang) op de website van Kinderopvang de Kijkdoos. 2.2 Achterwacht Indien er slechts één pedagogisch medewerker aanwezig is bij de BSO en het leidster- kind ratio niet wordt overschreden, dan is een achterwachtregeling van toepassing. Deze moet binnen 15 minuten op de locatie aanwezig zijn. Deze telefoonnummers staan weergeven op de sociale kaart, deze zit voor in de GGD map. Deze ligt in de knutselkast op de groep. 2.3 Structureel en incidenteel afnemen van extra dagen Het kan zijn dat er een dagdeel geruild moet worden of extra afgenomen moet worden, dit kan mits er plek is op de groep. Dit gaat in goed overleg met de pedagogisch medewerker. Gaat het om een structurele ruiling of afname van extra dagdelen, dan wordt er verzocht contact op te nemen met de administratie. Bij zullen kinderen worden opgevangen in hun eigen stamgroep. 2.4 Algemene onderwerpen 2.4.1 Lichaamsbesef Vanaf een paar maanden oud wordt een kind zich al bewust van het eigen lichaam. Het begint met het ontdekken van de handjes en de voetjes en wat je ermee kunt doen. Later komen ook andere lichaamsdelen aan bod. De verkenning van het eigen lichaam is natuurlijk heel onschuldig maar het is wel belangrijk hoe we hiermee omgaan. De seksuele ontwikkeling bij kinderen kent verschillende fasen, voor kinderen in de leeftijd van vier tot twaalf jaar. Kinderen van vier tot acht jaar: Spelen soms spelletjes zoals vadertje en moedertje of doktertje. Mogelijk begin van schaamtegevoelens. Gaan soms vragen stellen over seks en voortplanting Kinderen van acht tot tien jaar: Kunnen voor het eerst verliefd worden Seksualiteit wordt interessanter, kinderen gaan meer op ontdekking uit. Kinderen van tien tot dertien jaar: Sommige meisjes worden voor het eerst ongesteld. Verliefdheden kunnen wat serieuzer worden, meer doelgericht Gaan experimenteren met seksualiteit De pedagogisch medewerkers stellen zich open op naar alle kinderen. Kinderen kunnen over alle onderwerpen vragen stellen, waarbij pedagogisch medewerkers een luisterend oor bieden en interesse tonen in dat wat kinderen vertellen of wat ze bezig houden. Waar nodig vindt een overdracht met de ouders hierover plaats. Als kinderen nieuwsgierig worden naar hun lichaam of dat van anderen gaan wij daar zo normaal mogelijk mee om. Als kinderen de verschillen tussen jongens en meisjes gaan opmerken, worden deze verschillen benoemd door de pedagogisch medewerker. Hier geven kinderen zelf de grenzen aan, waar de pedagogisch medewerkers, als het nodig is, bij in springen. Pagina 6 van 16

Troosten en aanhankelijkheid Binnen wordt ingegaan op de behoefte van het kind, ook als het gaat om aanhankelijkheid. Kinderen geven zelf de grenzen aan, zowel naar de pedagogisch medewerkers als naar de andere kinderen en volwassenen. Als een kind aangeeft dat het geknuffeld of getroost wilt worden, wordt hier op ingegaan door de pedagogisch medewerker. Het kind mag even op schoot of naast de pedagogisch medewerker zitten. Gestreefd wordt dat het kind zo snel mogelijk weer op zichzelf is, als het hier aan toe is, zodat de zelfredzaamheid zo goed mogelijk gestimuleerd wordt. 2.4.2 Meld code huiselijk geweld en kindermishandeling Binnen is het van belang dat alle pedagogisch medewerkers kindermishandeling kunnen signaleren. Wanneer pedagogisch medewerkers het vermoeden hebben dat een kind mishandeld of seksueel misbruikt wordt, vindt een intern overleg plaats tussen de pedagogisch medewerkers en de aandacht functionaris. Er wordt gehandeld volgens de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling van Brancheorganisatie Kinderopvang (versie juli 2013). Deze Meldcode bevat 3 te volgen routes, wanneer er sprake is van vermoeden van kindermishandeling: 1. Route bij signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling 2. Route bij signalen van kindermishandeling door een beroepskracht 3. Route bij signalen van seksueel-overschrijdend gedrag tussen kinderen onderling. Hierbij zijn lijsten opgenomen van voorbeelden en definities van ongewenste omgangsvormen en signalen die kunnen duiden op kindermishandeling. Daarnaast bevat de Meldcode een observatielijst waar de signalen en observaties op kunnen worden bijgehouden. De Meld code zal in 2014 worden geëvalueerd en is als naslagwerk te vinden op locatie. 2.4.3 Kinderen en ziekte Als er sprake is van ziekte wordt uitgegaan van de Gezondheidsrisico s in een basisschool of buitenschoolse opvang uit februari 2014 van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Deze is op locatie in te zien. Hierin staat alles beschreven over infectieziekten, vaccinaties, zieke kinderen in het kindcentrum, hygiëne, geneesmiddelenverstrekking, een gezond binnen en buiten milieu en de uitleg van verschillende ziekten. Bij ziekte wordt onderscheid gemaakt tussen het welbevinden van het zieke kind en besmettingsgevaar voor andere kinderen en medewerkers. Het welbevinden van het zieke kind Als een kind zich duidelijk niet prettig voelt, pijn lijdt, of koorts (boven 38,5 C altijd ophalen) heeft, heeft het behoefte aan rust, verzorging en extra aandacht. In zo n geval worden de ouders op de hoogte gesteld en wordt geadviseerd het kind op te halen van de BSO. Daarom is het van belang dat ouders ten alle tijden bereikbaar zijn als het kind op de BSO is. Besmettingsgevaar Als er sprake is van een risico voor de andere kinderen en beroepskrachten om besmet te worden, wordt het zieke kind geweigerd op de BSO, dit gebeurd in overleg met de ouders en op advies van de GGD. Hierbij gaat het om besmettelijke ziekte zoals de mazelen. Ook kinderen die luizen hebben worden tijdelijk geweigerd op de BSO. Over het algemeen geldt dat kinderen met luizen worden toegelaten als de eerste behandeling is geweest. De pedagogisch medewerkers hangen, in overleg met de GGD, op de deur van de BSO een briefje als er sprake is van een besmettelijke ziekte. Soms is het niet te vermijden dat andere kinderen ook besmet worden, omdat in veel gevallen de ziekte besmettelijk is voordat er symptomen optreden. Via deze mededeling zijn alle ouders op de hoogte en kunnen zij eventueel meer informatie inwinnen over de desbetreffende ziekte. 2.4.4 Medicijn toediening Als een kind (nog) medicijnen gebruikt als het naar de BSO gaat, wordt verwezen naar het protocol gebruik geneesmiddelen, dat op locatie aanwezig is. Voor de gezondheid van het kind is het van belang dat zorgvuldig wordt omgegaan met het toedienen van medicijnen. Ouders dienen dit formulier in te vullen en te ondertekenen als er sprake is van medicijntoediening. Pagina 7 van 16

Dit geldt ook voor het uitvoeren van medische behandeling. Hiervoor bestaat het protocol toestemming uitvoeren medische handeling. Ook deze is op elke locatie aanwezig en dient ingevuld en getekend te worden door de ouders, indien van toepassing. 2.4.5 Ingrijpende gebeurtenissen Sommige gebeurtenissen kunnen een grote impact hebben op kinderen. Hierbij kan gedacht worden aan gebeurtenissen zoals een echtscheiding, sterfgeval, ziekte, verhuizing, ongeluk of trauma. Ieder kind reageert hier op een andere manier op. Dit kan liggen aan de ontwikkelingsfase waarin een kind zich bevind. Bij sommige kinderen heeft een ingrijpende gebeurtenis effect op het gedrag of zelfs op de ontwikkeling. Veel voorkomende reacties om ingrijpende gebeurtenissen bij kinderen van vier tot dertien jaar zijn: ongewoon stil zijn of juist heel druk en uitbundig gedrag vertonen; verminderde interesse; onrustig slapen (nachtmerries); verminderde schoolprestaties; angstig gedrag; niet alleen durven zijn; kunnen zich verantwoordelijk voor de gebeurtenis en kunnen schuldgevoelens hebben; reageren sterk op voorvallen die ze herinneren aan wat er gebeurd is; signaleren verdriet en angst bij anderen en zijn daar bezorgd over; vertonen lichamelijke klachten; kunnen prikkelbaar zijn; kunnen agressiever en brutaler zijn; plotseling radicale beslissingen willen nemen. Het is van belang dat er op een liefdevolle manier wordt gereageerd op het kind en goede begeleiding wordt ingezet. Binnen worden de kinderen goed geobserveerd na of tijdens een ingrijpende gebeurtenis en is er extra aandacht voor het kind. Het is belangrijk om een stabiele situatie voor het kind te creëren. Hierbij is een nauw contact met de ouders van belang. Daarnaast wordt ingegaan op de behoefte van het kind. Het is van belang dat, als het in het bereik van het kind ligt, het kind verder zoveel mogelijk op een normale manier mee draait in de groep. Kinderen verwerken hun belevenissen en ervaringen door spel. Als een kind er behoefte aan heeft wordt het getroost of ermee gepraat. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van materiaal zoals boekjes die de gebeurtenis kunnen beschrijven. Hierbij wordt gestimuleerd dat het kind zijn gevoelens en emoties uit en benoemt wat hij ervaart. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van knutselen of een tekening. Een blijde gebeurtenis kan ook impact hebben op een kind. Hierbij kan gedacht worden aan de geboorte van een broertje of zusje. Ook hier wordt het kind op de eerste plaats geobserveerd. Het is van belang dat het duidelijk is hoe een kind dit ervaart. Als er daadwerkelijk sprake is van blijvende gedragsveranderingen of veranderingen in de ontwikkeling van het kind, wordt in overleg met de ouders hulp gevraagd aan externe partners. 2.5 Hygiëne, gezondheid en veiligheid Door te werken met protocollen, afspraken en duidelijke instructies, wordt er eenduidig gewerkt en wordt een zo gezonde en veilig mogelijke opvang aangeboden. Dat wil niet zeggen dat kinderen niet ziek kunnen worden. We vangen de kinderen op in een omgeving en op een manier, die zo gezond mogelijk is voor kinderen. Dat betekent dat we bij de kinderen uitnodigen tot bewegen en (buiten) spelen, maar dat we hen ook de gelegenheid geven om te rusten. Ons beleid is er op gericht om zo veel mogelijk de risico s te reduceren. Kinderen willen de wereld ontdekken om zich heen, ze ontwikkelen zich snel en zijn nieuwsgierig. Daarbij zien ze vaak geen gevaar. Hoe ouder kinderen worden, hoe beter ze leren wat wel en niet kan en wat wel en wat niet gevaarlijk is. De rol van de pedagogisch medewerker hierbij is, hen te helpen en de weg te wijzen. Wij zorgen er voor dat de kinderen in een zo veilig mogelijk omgeving zich kunnen Pagina 8 van 16

ontplooien. En wijzen de kinderen op risicovolle situaties en helpen hen voorzichtig met gevaar te leren omgaan. Hiervoor gebruiken wij onze huisregels. Binnen wordt gebruik gemaakt van protocollen over voeding, hygiëne, gezondheid en veiligheid en de jaarlijks terugkerende RI (Risico Inventarisatie), volgens de richtlijnen van de GGD. De pedagogisch medewerkers handelen hier naar. Daarnaast worden alle ongevallen en gevaarlijke situaties geregistreerd, dus ook kleine ongevallen. Naar aanleiding van een (klein) ongeval of gevaarlijke situatie worden nieuwe afspraken gemaakt om het betreffende ongeval in de toekomst te voorkomen en de veiligheid in de BSO nog meer te optimaliseren. Mocht er een ongelukje gebeuren dan volstaat doorgaans de kennis en kunde van de EHBO-ers en de inhoud van de EHBO-doos. Afhankelijk van de ernst van de zaak weten we ook wanneer we professionele hulp moeten inschakelen en bellen we eerst met de ouders of rijden we direct naar de Eerste Hulp post van het ziekenhuis in Oldenzaal. Wanneer er sprake is van een levensbedreigende situatie, bellen we direct 112 en bieden we zelf de noodzakelijke eerste hulp. Hoofdstuk 3. Ouders Bij staat goed contact met ouders centraal. Hierbij horen niet alleen de pedagogisch medewerkers, maar ook de staf. Het is de verantwoordelijkheid van de BSO om aan ouders kenbaar te maken wat er wordt gedaan en hoe er wordt gewerkt. Het doel is om beide opvoedingsmilieus (thuis en opvang) zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen voor een optimaal welbevinden van het kind. Daarom is het belangrijk dat ouders bereikbaar zijn in geval van calamiteiten of ziekte. Daarnaast wordt het op prijs gesteld als ouders open zijn over de ontwikkeling van hun kind en over de thuissituatie, als deze van invloed kunnen zijn op het welbevinden van het kind. 3.1 Oudercontacten Naast pedagogisch medewerkers, wordt van ouders verwacht dat ook zij actief deelnemen in het tot stand komen van goede communicatie en een goed contact met de pedagogisch medewerkers. 3.1.1 Individuele contacten maakt gebruik van twee vormen van individueel contact: breng (vakanties) en haal momenten. Tijdens breng- en haalmomenten kunnen ouders meekijken en meeleven met wat hun kind op de BSO beleeft. Het zijn korte, intensieve momenten voor ouders, pedagogisch medewerkers en kinderen, waar ook veel afspraken in worden gemaakt. Bijvoorbeeld omtrent het halen of gebeurtenissen die relevant zijn voor de pedagogisch medewerkers om te weten. gesprekken bij zorg. Als er sprake is van zorgen over de ontwikkeling of het welbevinden van het kind vind vaak een gesprek plaats tussen de ouders en de school. Het kan zijn dat pedagogisch medewerkers van de BSO hier in betrokken worden. 3.1.2 Schriftelijke communicatie maakt gebruik van een aantal schriftelijke vormen van communicatie: brief bij activiteiten of gebeurtenissen. Deze brief geeft aan als er een activiteit of feest gaat plaatsvinden. een nieuwsbrief. Hierin worden een aantal dingen in beschreven, zoals nieuws uit de organisatie, nieuws uit het team, nieuws uit de groep, algemene informatie, een stukje van de oudercommissie, de agenda voor de komende periode en een stukje met verdieping voor de ouders. Hierin wordt ook een maandelijkse activiteit of traktatie beschreven. De informatie uitwisseling zal veelal via de email gaan. Pagina 9 van 16

3.2 Oudercommissie De oudercommissie op deze locatie zal uit minimaal 2 en maximaal 5 ouders moeten bestaan. heeft nog geen (volledige) oudercommissie. Er wordt gezocht naar ouders voor een oudercommissie. 3.3 Privacy Op het gebied van fotograferen en filmen bestaat de toestemmingsverklaring foto en video. Deze wordt bij de intake geintroduceerd en dient door de ouders getekend te worden. Zo is het voor de pedagogisch medewerkers duidelijk welke kinderen wel en niet gefotograveerd en gefilmd mogen worden. Informatie over het kind en zijn thuissituatie blijft binnen de BSO en mag alleen tussen de medewerkers uitgewisseld worden als het in het belang is van het kind. 3.4 Klachtenprocedure Intern: Klachten dienen ingediend te worden volgens ons klachtenreglement. Daarin staat de procedure van binnenkomst klacht tot gezamenlijke oplossing. De klacht kan per mail of via ons klachten/verbeterformulier (verkrijgbaar bij de pedagogisch medewerker) worden ingediend. Extern: Het kan voorkomen dat er klachten zijn die de ouders, de directie en/of de OC niet samen kunnen oplossen. In dat geval is er de mogelijkheid om Stichting Klachtencommissie Kinderopvang, een externe klachtencommissie in te schakelen. www.klachtkinderopvang.nl. Via info@klachtkinderopvang.nl of telefonisch onder nummer 0900-0400034 Hoofdstuk 4. Bij ons op locatie In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe er wordt gewerkt bij en hoe bovenstaande wordt vormgegeven binnen deze locatie. 4.1 Beschrijving locatie/ groep Groep Leeftijdscategorie Maximale groepsgrootte Beroepskrachten De Schipper Verticale groep 4-13 jaar 20 1 per 10 kinderen Sport en spel is gevestigd in het gebouw van S.V. de Lutte op sportpark De Stockakker. Op minder dan 5 minuten loopafstand van Basisschool St. Plechelmus. De kinderen worden dan ook lopend opgehaald. Er is één stamgroep. is het schooljaar geopend op maandag, dinsdag en donderdag van 07.00 uur tot 08.30 uur en van 14:15 uur tot 18:00 uur. Op woensdag en vrijdag is de BSO geopend van 12.00 uur tot 18.00 uur. Met uitzondering van nationale feestdagen (zoals tweede paasdag, etc. En twee extra dagen naar keuze van de BSO in overleg met De Kijkdoos waaronder in ieder geval de dag na Hemelvaart. Overigens geldt vooralsnog (Mei 2014) dat de voorschoolse opvang, alsook de opvang op maandag, woensdag en vrijdag nog niet wordt aangeboden, omdat hier (nog) geen vraag naar is. Wanneer de openingstijden te krap zijn, dan kan een verlenging uur worden aangevraagd bij de administratie van Kinderopvang de Kijkdoos. Tel: 053-4350303/ info@kinderopvangdekijkdoos.nl Studiedagen; Op deze, voor de kinderen vrije dagen, biedt de Speedboot opvang aan. De kinderen kunnen dan tussen 7:00 uur tot 18:00 uur terecht op de BSO. Studiedagen worden als extra berekend buiten de uren om die op de desbetreffende dag al afgenomen worden. Mocht er geen BSO afname zijn op die dag, dan worden de gehele aantal afgenomen uren als extra gefactureerd. Pagina 10 van 16

Opvang tijdens vakanties vrije dagen; Ook op deze dagen kunnen de kinderen door ons worden opgevangen. Dit kan bij inschrijving aangegeven worden. Er is een contract inclusief de vakantieweken op de dagen dat het kind normaal bij de BSO komt. Als men geen contract heeft met vakantieweken is het natuurlijk ook van harte welkom, er wordt een aparte factuur verstuurd voor extra afgenomen dagdelen. Voor de vakanties wordt een aparte planning gemaakt. Ouders krijgen een aantal weken van te voren een brief met de vraag of zij op bijgevoegd overzicht het aantal dagen met tijden willen invullen waarop ze gebruik wensen te maken van de vakantieopvang. Zo kan er een goed activiteiten aanbod worden gemaakt en een goede planning qua pedagogisch medewerkers. In de vakanties gaan de BSO kinderen van de verschillende locaties vaak bij elkaar spelen. Er is dan meer uitdaging en een wisselend aanbod van activiteiten. De stamgroep pedagogisch medewerkers gaan hierbij mee naar de locaties. Tevens is dan ondervangen dat er door de pedagogisch medewerkers een half uur pauze kan worden genomen. De kinderen kunnen gewoon gebracht en opgehaald worden bij hun eigen locatie de Speedboot. In de tijd tussen 09.30 en 16.00 uur zullen deze uitstapjes worden gepland. Of komen de BSO kinderen van de Kijkdoos met hun stamleidster bij de Speedboot. In de zomervakantie is er op locatie, één week een gezamenlijke gebruiker van Sportpark de Stockakker. In die week is voetbalvereniging AFC Ajax aanwezig. Voorafgaand worden wij door het bestuur van S.V. de Lutte op de hoogte gesteld wanneer dit is. De kinderen kunnen dan gewoon gebracht en opgehaald worden bij hun eigen locatie de Speedboot. Deze week spelen de kinderen tussen 09.30 uur en 16.00 uur bij BSO Kinderopvang de Kijkdoos Bosuilstraat 1 Enschede. Jordy zal de kinderen veilig vervoeren volgens ons vervoersprotocol. 4.2 Inrichting en materiaal De Hal; Via de toegangsdeur kom je in de hal. Jassen kunnen aan de op kind hoogte kapstokken worden opgehangen en de tassen worden er ondergelegd. De toiletvoorzieningen; Aangrenzend aan de hal bevinden zich de aparte toiletten voor jongens en meisjes met handen was mogelijkheden en papieren handdoekjes om de handen af te drogen. De kinderen gaan zelfstandig naar het toilet. Het jeugdhonk; Dit is de plek waar vrij gespeeld mag worden met blokken, auto s een computerspel etc. De kantine; Deze is afgesloten met een harmonicawand van de bar en keuken waartoe kinderen geen toegang hebben. Er zijn tafels en stoelen waar de kinderen aan eten en drinken en kunnen knutselen. De ruimte is groot genoeg om even afgezonderd het huiswerk te kunnen maken. Bij slecht weer worden alle tafels en stoelen aan de kant geschoven, gaan de schilderijen van de muur en worden er binnen activiteiten georganiseerd. Spel en knutsel materiaal liggen opgeborgen in de lange witte kast en in de afgesloten verrijdbare knutselkast. Het buitenterrein; De stoep aan de voorzijde van het gebouw mag in overleg met de pedagogisch medewerkers gebruikt worden om te fietsen. Het overzichtelijke en aangrenzende kunstgrasveld van de voetbalvereniging wordt gebruikt om balsporten uit te oefenen of grote activiteiten uit te voeren. Gedurende de aanwezigheid van de BSO zijn er geen andere gebruikers in het pand. Het gebouw is goed bereikbaar en heeft voldoende parkeermogelijkheden. De BSO voldoet aan de door de GGD gestelde eisen, zoals groepsgrootte, sanitaire voorziening en grootte van de binnen- en buitenspeelplaats. 4.3 Intake en gewenning Ouders kunnen hun kind telefonisch aanmelden bij de administratie van Kinderopvang de Kijkdoos 053-4350303. Voorafgaand aan de eerste dag worden ouders en kind uitgenodigd voor een gesprek. Hierin Pagina 11 van 16

wordt verteld wat de gang van zaken is binnen de BSO. Daarnaast maken kind en ouders kennis met de pedagogisch medewerkers en krijgen een rondleiding over de groep. Voor het wennen en het afscheid nemen, nemen we de nodige tijd. Op die manier kan niet alleen het individuele kind, maar ook de groep worden voorbereid. Dit geeft de kinderen duidelijkheid en daarmee een gevoel van veiligheid. Tevens stimuleren we hiermee het groepsproces doordat de kinderen bij elkaar betrokken worden. Voor het welbevinden en de ontwikkeling van het kind en de groep is het van belang goed en snel te wennen. Als een kind komt wennen, mag de eerste keer de ouder mee komen. De ouder loopt met het kind en de groep mee vanuit school naar de BSO, om de route te zien en hoe de ophaalprocedure in zijn werk gaat. De ouder mag nog even blijven kijken op de groep en neemt dan duidelijk afscheid van het kind. Het kind wordt voorgesteld binnen de groep en er wordt gekeken of het kind al andere kinderen kent via de school. Het kind went een kind tot 17:00 uur. 4.4 Brengen en halen Tijdens het kennismakinggesprek met de pedagogisch medewerker wordt afgesproken wanneer wij het kind uit school dienen te halen. Wij verwachtten van de ouders dat zij deze informatie ook doorgeven aan de leerkracht van het kind. Mochten er veranderingen zijn graag dit meldden bij de pedagogisch medewerker en het kind. Wij geven de kinderen nooit mee aan iemand die wij niet kennen en waarvoor u geen toestemming heeft gegeven. 4.5 Dagprogramma Er wordt gezorgd voor een min of meer vaste dagindeling, dit geeft de kinderen houvast en stimuleert zelfstandigheid. In de dagindeling is rekening gehouden met een goede afwisseling tussen gezamenlijke en individuele activiteiten, tussen binnen en buiten, tussen actie en rust. De pedagogisch medewerkers zorgen voor de organisatie van activiteiten. Met name sport- en spel activiteiten. Omdat het sportveld een openbare ruimte is komt het vaak voor dat er vriendjes en vriendinnetjes mee willen spelen met activiteiten. Indien de groepsgrootte het toe laat en hiervoor geen extra personeel ingezet hoeft te worden, mogen zij mee doen met een activiteit. Dit sluit goed aan bij de thuissituatie een geeft de BSO kinderen bovendien de gelegenheid om hun vriendjes te laten zien waar zij wekelijks naar toe gaan. Ophalen van school 14.10 uur 14.30 uur De kinderen worden door de pedagogisch medewerker(s) zelf opgehaald van de Plechelmusschool die zich op loopafstand bevindt. De verzamelplaats is in de school, als je binnen komt onder de trap tegenover de wc s. De kinderen komen van zelf bij je. Bij mooi weer mogen ze nog even op het schoolplein bij de ingang spelen. Is iedereen aanwezig dan lopen we links af langs het schoolplein en dan wachten we allemaal op de hoek bij de grote boom. Daar wachten we met oversteken en worden de kinderen nageteld. Als iedereen er is en de weg is veilig, steken we over. Iedereen loopt op zijn/ haar tempo naar de BSO. Eenmaal bij S.V. de Lutte wachten we op de parkeerplaats tot de pedagogisch medewerkers en de laatste kinderen er ook zijn. Dan geven we een signaal dat iedereen door mag lopen of fietsen naar de BSO. Aankomst bij de BSO Bij de BSO doen wij de groep open, de kinderen moeten wachten tot het alarm er af is. Aan de sleutelbos zit een druppel die houdt je voor het rode lampje gelijk rechts om de deur. De jassen worden opgehangen aan de kapstokken op kind hoogte. De tassen gaan onder de kapstokken. 14.30 uur tot 15.00 uur De kinderen mogen een half uur vrij spelen. Knutselen uit de kast, met de lego, auto s of buiten op het kunstgrasveld. De fruitmaaltijd en het drinken wordt voorbereid. In de keuken van de bestuurskamer liggen alle bekers en bordjes klaar, het fruit en de ranja liggen daar in de koelkast. Pagina 12 van 16

Eten en drinken Kinderen gaan voor het eten toiletteren en handen wassen. Als iedereen het eten en drinken op heeft dan worden de bekers en borden opgestapeld. De kinderen spelen nog even binnen, zodat de pedagogisch medewerkers alles kunnen opruimen en de tafels schoon kunnen maken. Activiteiten Na het opruimen worden er activiteiten met de kinderen gedaan. Spontaan een activiteit bedacht door de pedagogisch medewerkers of de kinderen, of een goed voorbereidde activiteit. Het kunstgrasveld is de verzamelplaats van waar uit de activiteiten beginnen. De activiteiten kunnen zijn; tik/ bal spelen, speurtochten, verstoppertje etc. Voor water activiteiten gebruiken we het handbalveld aan de achterkant van het gebouw. De spelvormen zijn voor alle leeftijden geschikt en kunnen met de hele groep gedaan worden. Maar als een kind iets anders wil doen is dat zijn/haar goed recht. Binnen in de kantine kunnen ook grote spelen gedaan worden. Naar behoefte krijgen de kinderen tussendoor nog drinken. Uitstapjes Onder begeleiding van de pedagogisch medewerkers kunnen er ook uitstapjes worden gemaakt naar bijvoorbeeld de kinderboerderij, de supermarkt of een speeltuin. Ouders geven hier vooraf toestemming voor op de intekenlijst. Jaarfeesten, vieringen Carnaval; kinderen mogen verkleed komen Pasen; eieren verstoppen en zoeken binnen of buiten Verjaardagen vaders moeders opa en oma Geboorte broertje zusje Daarnaast mogen de verjaardagen van de kinderen gevierd worden. Deze is al uitgebreid op school gevierd, maar op de BSO worden er verjaardagliedjes gezongen en de jarige mag uitdelen. Als een kind van de BSO af gaat wordt er een afscheidsfeestje georganiseerd. Deze is vergelijkbaar met een verjaardag, omdat het afscheid meestal samenvalt met de verjaardag van het kind. 4.6 Kinderen met een beperking Alle kinderen zijn welkom binnen, dus ook kinderen met een lichamelijke of geestelijke beperking. Ook voor deze kinderen wordt getracht een liefdevolle omgeving te creëren waarin het kind zich kan ontplooien en ontwikkelen. Er wordt gezocht naar een goede opvang binnen de bestaande mogelijkheden. De toelating van kinderen met een beperking gebeurt in nauw overleg met de ouders en hulpverlenende instanties. Daarbij wordt gelet op de volgende punten: Kunnen wij het kind bieden wat het nodig heeft? Hebben de pedagogisch medewerkers voldoende expertise en mogelijkheden om een goede en veilige opvang te bieden aan het kind? Past het kind in de groep? Zijn er speciale voorzieningen nodig? Ook als het kind geplaatst is, is het van belang dat er regelmatig overleg met de ouders en eventuele betrokken instanties plaatsvindt, zodat de pedagogisch medewerker zich zo goed mogelijk kan afstemmen op het kind. Het belang van het kind blijft voor op staan. Daarnaast kan het voorkomen dat een kind een trauma meemaakt, zoals een ongeluk of ziekte, waardoor het kind lichamelijk of geestelijk beperkt wordt. Als het kind dit meemaakt gedurende de opvangperiode, wordt het kind het liefst niet overgeplaatst naar een andere opvang. Het trauma zorgt voor veel veranderingen. Wij willen een stabiele factor voor alle kinderen zijn en blijven, dus ook voor Pagina 13 van 16

kinderen met een trauma. De opvang wordt zo goed mogelijk aangepast, waarbij wordt gekeken naar bovenstaande punten. 4.7 Zorg Het kan soms opvallen dat een kind zich anders ontwikkeld dan verwacht. Het hoeft niet zorgwekkend te zijn, maar het is voor de pedagogisch medewerkers wel een teken dat er gestructureerde naar het kind gekeken moet worden. Indien een pedagogisch medewerker zich zorgen maakt over een kind zal deze zorg besproken worden met de ouders. De pedagogisch medewerker zoekt samen met de ouders naar ondersteuningsmogelijkheden om het kind/ het gezin te helpen. Daarnaast zal deze zorg (in overleg met ouders) ook met de school, besproken worden, om te bespreken of de leerkrachten deze zorg ook hebben. Indien ouders hier voor toestemming geven kan de pedagogisch medewerker aansluiten bij een Zorg gesprek op school of een beroep doen op een deskundige van de GGD. Zo kan er gezamenlijk gestreefd worden naar oplossingen en ondersteuningen voor het kind/ het gezin. 4.8 Verzorging 4.8.1 Eten en drinken De eetmomenten gebeuren zoveel mogelijk op vaste momenten in het dagritme, tenzij dit anders met ouders wordt afgesproken. Als een kind vanwege gezondheidsredenen of culturele en/of religieuze redenen eventuele diëten volgt, wordt hier een aantekening van gemaakt in het voedingsschema, zodat pedagogisch medewerkers hier rekening mee kunnen houden. BSO 15:00 uur: fruit en drinken 16:30 uur: snoepje/koekje met drinken Vakantiedagen en studiedagen 10:00 uur: fruit en drinken 12:00 uur: broodmaaltijd met melk aan tafel. Dit wordt door de kinderen zo veel mogelijk zelfstandig gesmeerd. 14:30 uur: drinken met een gezond tussendoortje (fruit/groente) 16:30 uur: snoepje/koekje en drinken 4.8.2 Toiletgebruik In het gebouw bevinden zich aparte toiletruimten. Voor jongens en voor meisjes. Kinderen moeten na elk toiletbezoek hun handen wassen en afdrogen met papieren doeken. De kinderen mogen de gehele middag zonder te vragen gebruik maken van het toilet, tenzij buiten de groep gespeeld wordt. De regel is dat maximaal twee kinderen tegelijk naar het toilet mogen gaan. 4.8.3 Hygiëne De hygiëne voorschriften worden goed nageleefd op. Hierbij kan gedacht worden aan het handen wassen en schoonmaken van de kinderen voor het eten. De groepsruimte en toiletten worden dagelijks schoongemaakt door de pedagogisch medewerkers en wekelijks door de schoonmaakdienst van S.V. de Lutte. Samen zorgen ze ervoor dat de ruimtes zo schoon mogelijk blijven. 4.9 Regels en rituelen De regels die worden gehanteerd hebben een functie voor de veiligheid, geborgenheid of het samenzijn van de groep. De regels moeten consequent worden nageleefd. Door het handhaven maar vooral ook door het voortleven en de uitleg van de regels worden waarden en normen op het kind overgedragen. Vaste rituelen bij activiteiten en dagindeling geven een kind houvast en kunnen heel leuk zijn. Hierbij wordt er op gelet dat er niet teveel rituelen en vaste zaken zijn, het zijn middelen en geen doelen. Pagina 14 van 16

Het is belangrijk dat alle pedagogisch medewerkers op één lijn zitten, zodat alle kinderen altijd weten waar ze aan toe zijn. 4.9.1 Regels over omgang met elkaar De pedagogisch medewerkers vormen een meerwaarde in het overdragen van regels en rituelen door: het goede voorbeeld te zijn (zorgzaamheid, betrouwbaarheid, eerlijkheid, respectvol en behulpzaam); spelenderwijs de huisregels over te brengen en te handhaven; consequent te zijn; te letten op eigen taalgebruik (kinderen bij naam noemen, kinderen aankijken tijdens het praten) Er is een aantal beschreven regels waardoor iedereen weet waar hij aan toe is: elkaar respecteren; wij lachen elkaar niet uit en pesten niet; op elkaars beurt wachten; samen spelen samen delen; samen conflicten oplossen; geen gevaarlijke dingen doen; naar elkaar luisteren; elkaar geen pijn doen; aan tafel blijven zitten totdat iedereen klaar is; geen onderscheid maken; elkaar niet beoordelen op geloof, huidskleur of seksuele voorkeur; respect hebben voor materiaal. Pedagogisch medewerkers spreken elkaar onderling aan op regels die niet zijn nageleefd of als consequenties op een andere manier beter tot zijn recht konden komen. De kinderen leren spelenderwijs de regels over de omgang met elkaar. De regels worden in het spel door de pedagogisch medewerkers benoemd en de goede manier wordt voorgedaan door de pedagogisch medewerkers. 4.9.2 Beloningen en correcties Sociale problemen De kinderen worden gestimuleerd om zelf hun sociale problemen op te lossen. Als er een conflict ontstaat tussen twee kinderen speelt de pedagogisch medewerker hier rustig op in wanneer dat nodig is. Hierbij laat de pedagogisch medewerker beide kinderen in hun waarde. Belangrijk bij een probleem is dat de pedagogisch medewerker duidelijk laat merken dat zij het gedrag van het kind afkeurt en niet het kind zelf. Een minder weerbaar kind wordt door de pedagogisch medewerker gemotiveerd om voor zichzelf op te komen en complimenteert het kind wanneer dit lukt. Ongewenst gedrag De nadruk ligt op het benoemen van positief gedrag. Goed gedrag wordt door pedagogisch medewerkers gestimuleerd door het geven van complimentjes en door middel van non verbale communicatie. Sommige kinderen moeten afgeremd worden in hun gedrag, ook dit gebeurt met een positieve inslag. De pedagogisch medewerker geeft een waarschuwing waarbij de situatie wordt besproken. Er wordt aangegeven welk gedrag niet gewenst is en waarom dit niet gewenst is. De regels en grenzen die gesteld zijn in het belang van de veiligheid en leefbaarheid, worden hierbij ook benoemd. Tot slot wordt aangegeven welk gedrag wel gewenst is. Als het ongewenste gedrag van het kind herhaald wordt, wordt bij de derde keer het kind tijdelijk uit de situatie gehaald om na te denken. Het is hierbij belangrijk dat het kind niet buiten de groep gestraft wordt, of op een strafstoeltje wordt gezet, omdat er dan niet wordt voldaan aan positief opvoeden. De pedagogisch medewerker die het kind uit de groep heeft gehaald, lost het ook altijd weer met hem op en betrekt het kind weer bij de groepssituatie. Het kind krijgt een compliment als het zich na de correctie op een juiste manier gedraagd. Als het kind een ander kind onrecht heeft aangedaan, moet er excuses Pagina 15 van 16

worden aangeboden. Op deze manier wordt een kind op een positieve manier, actief aangeleerd hoe ze hun ongewenste gedrag kunnen ombouwen tot ander, efficiënter en sociaal wel geaccepteerd gedrag. Pesten Binnen is weinig ruimte voor pesten. Dit komt ten eerste doordat de groep zo klein is dat het nauwelijks voorkomt. Daarnaast houden de pedagogisch medewerkers hier nauw toezicht op. Als er gepest wordt, wordt dit besproken en duidelijk gemaakt dat dit niet kan. Bij ernstig pesten wordt de school hierbij betrokken om te kijken of dit ook voorkomt bij situaties op school of in de klas. Dit wordt binnen de hele groep besproken, zodat het pesten wordt gestopt. Pagina 16 van 16