Gevoegde zaken C-18 0/98 C-184/98. P. Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten



Vergelijkbare documenten
Zaak C-475/99. Firma Ambulanz Glöckner tegen Landkreis Südwestpfalz

Zaak T-155/04. SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:

Zaak C-303/98. Sindicato de Médicos de Asistencia Pública (Simap) tegen Conselleria de Sanidad y Consumo de la Generalidad Valenciana

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016

Zaak T-193/02. Laurent Piau tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL N. FENNELLY van 11 mei 2000 *

Zaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

De deontologische beperkingen op de reclame gelet op het voorstel voor een richtlijn over de evenredigheidstoets en de rechtspraak van het HvJ-EU

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE BETREFFENDE DE WERKING VAN HET NETWERK VAN MEDEDINGINGSAUTORITEITEN

Zaak T-308/00. Salzgitter AG tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-5/02. Tetra Laval BV tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

ARREST VAN HET HOF 12 september 2000 *

Interdepartementale Commissie Europees Recht (ICER)

1 PB nr. C 24 van , blz PB nr. C 240 van , blz PB nr. C 159 van , blz. 32.

ECLI:NL:RBBRE:2011:5319

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van mondelinge vraag 0063/03

Zaak T-29/92. Vereniging van Samenwerkende Prijsregelende Organisaties in de Bouwnijverheid e. a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-65/98. Van den Bergh Foods Ltd tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-205/99. Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

MEDEDELING AAN DE LEDEN

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Publicatieblad van de Europese Unie L 335/43

GEMOTIVEERD ADVIES VAN EEN NATIONAAL PARLEMENT INZAKE DE SUBSIDIARITEIT

Datum van inontvangstneming : 07/09/2018

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Zaak C-446/04. Test Claimants in the FII Group Litigation tegen

1. DOEL EN TOEPASSINGSBEREIK

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

14899/09 HD/mm DG H 2 A

Zaak C-415/93. VZW Koninklijke Belgische Voetbalbond e. a. tegen J.-M. Bosman e. a.

M. Cortes Jimenez e.a. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak C-377/98. Koninkrijk der Nederlanden tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie

Boek I, titel 2 van het Wetboek van economisch recht Hoofdstuk 5. Definities eigen aan boek XIV:

Zaak C-380/03. Bondsrepubliek Duitsland tegen. Raad van de Europese Unie

BESLUIT. Zaaknummer 1587/30 ATG vs St. OOMT Betreft zaak: ATG vs. SOOMT. I. Inleiding

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

L 283/36 Publicatieblad van de Europese Unie RICHTLIJNEN

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie

Jurisprudentie van het Hof van Justitie 1995 bladzijden I-3551

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken en interne markt. 19 november 2002 Par2. In het voorstel van de Commissie aan te brengen wijzigingen

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 juli 1999 *

Tekst van de artikelen 33 tot en met 37 met toelichting

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

Brussel, 16 april 2003 (23.04) SECRETARIAAT

Ontwerp. VERORDENING (EU) nr. /.. VAN DE COMMISSIE

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

ARREST VAN HET HOF VAN 12 DECEMBER 1974.

Datum van inontvangstneming : 28/06/2012

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Uittreksel van het arrest van het Hof van Justitie, AETR, zaak (31 maart 1971)

JURISPRUDENTIE VAN HET HVJEG 1987 BLADZIJDEN 3611

MEMO. AAN Detailhandel Nederland VAN Iskander Haverkate DOSSIER DN / Advies DATUM 5 november Winkeltijdenwet BETREFT.

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 *

(" ZIEKTEVERZEKERING VOOR BEJAARDEN "). (VERZOEK OM EEN PREJUDICIELE BESLISSING, INGEDIEND DOOR DE NATIONAL INSURANCE COMMISSIONER TE LONDEN).

Richtlijn 85/577/EEG van de Raad van 20 december 1985 betreffende de bescherming van de consument bij buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten

Zaak Nr COMP/M DELTA LLOYD VERZEKERINGSGROEP / NUTS OHRA. VERORDENING (EEG) nr. 4064/89 CONCENTRATIEPROCEDURE

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Publicatieblad Nr. L 082 van 22/03/2001 blz

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 1989 *

HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL

Vertaling C-365/13-1. Zaak C-365/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 april 2012 (OR. en) 8179/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2012/0014 (NLE) AVIATION 55 RELEX 282 MACAO 4 OC 175

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 25 VAN 15 OKTOBER 1975 BETREFFENDE DE GELIJKE BELONING VOOR MANNELIJKE EN VROUWELIJKE WERKNEMERS

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

M.S. Wirtz, 'Collisie tussen CAO's en mededingingsrecht' Voorwoord. 1 Inleiding 1

Samenvatting van het arrest

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260

wet aangenomen, maar ratificatie nog niet bekendgemaakt

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 28 mei 1998 *

De toepassing van de Verordening betreffende wederzijdse erkenning op procedures van voorafgaande machtiging

Datum van inontvangstneming : 19/12/2016

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

L 162/20 Publicatieblad van de Europese Unie

Verzoek tot het geven van een prejudiciële beslissing in de

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 9 november 2000 *

Zaak T-306/01. Ahmed Ali Yusuf en Al Barakaat International Foundation tegen Raad van de Europese Unie en Commissie van de Europese Gemeenschappen

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 13 december 2001 *

Wet Toezicht CBO s, tarieven

Publicatieblad Nr. L 018 van 21/01/1997 blz

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

M1 RICHTSNOER VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS)

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

RECTIFICATIES. a) Bladzijde 19, artikel 1, punt 17, ad artikel 9 C, lid 6, tweede alinea, tweede zin

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

ZAAK NO. 143/79. Eiser Margaret Walsh. Gedaagde National Insurance Officer

Prof.mr. P.H.Kooijmans

Transcriptie:

Gevoegde zaken C-18 0/98 C-184/98 P. Pavlov e.a. tegen Stichting Pensioenfonds Medische Specialisten (verzoek van het Kantongerecht te Nijmegen om een prejudiciële beslissing) Verplichte deelneming in beroepspensioenfonds Verenigbaarheid met mededingingsregels Kwalificatie van beroepspensioenfonds als onderneming" Conclusie van advocaat-generaal F. G. Jacobs van 23 maart 2000 I - 6456 Arrest van het Hof van 12 september 2000 I-6497 Samenvatting van het arrest 1. Mededinging Gemeenschapsregels Materiële werkingssfeer Collectieve overeenkomsten waarmee doelstellingen van sociale politiek worden nagestreefd Besluit van leden van vrij beroep om aanvullendpensioenregeling te treffen en overheid te verzoeken deelneming in fonds verplicht te stellen Daaronder begrepen Overeenkomst binnen vrij beroep, niet vallend onder zelfde regeling als collectieve overeenkomst tussen sociale partners [EG-Verdrag, art. 85, lid 1 (thans art. 81, lid 1, EG), en art. 118 en 118 B EG- Verdrag (de art. 117-120 EG-Verdrag zijn vervangen door art. 136 EG-143 EG); overeenkomst betreffende sociale politiek gesloten tussen lidstaten van Europese Gemeenschap met uitzondering van Verenigd Koninkrijk, art. 1 en 4] I - 6451

SAMENVATTING GEVOEGDE ZAKEN C-180/98 C-184/98 2. Mededinging Gemeenschapsregels Onderneming Begrip Zelfstandige medisch specialisten Daaronder begrepen Bijdrage aan één beroepspensioenfonds Artsen handelend als ondernemingen [EG-Verdrag, art. 85, 86 en 90 (thans art. 81 EG, 82 EG en 86 EG)] 3. Mededinging Gemeenschapsregels Onderneming Begrip Beroepsorganisatie met publiekrechtelijke status Daaronder begrepen Vereniging van medisch specialisten [EG-Verdrag, art. 85 (thans art. 81 EG)] 4. Mededinging Mededingingsregelingen Oprichting van beroepspensioenfonds door beoefenaren van vrij beroep Toelaatbaarheid Besluit van overheid om deelneming in fonds verplicht te stellen Geoorloofdheid [EG-Verdrag, art. 5 en 85 (thans art. 10 EG en 81 EG)] 5. Mededinging Gemeenschapsregels Onderneming Begrip Pensioenfonds Daaronder begrepen Ontbreken van winstoogmerk Solidariteitsaspecten Sociale doelstelling Geen invloed [EG-Verdrag, art. 85 e.v. (thans art. 81 EG e.v.)] 6. Mededinging Openbare bedrijven en ondernemingen waaraan lidstaten bijzondere of uitsluitende rechten verlenen Pensioenfonds belast met beheer van bepaalde verzekeringsdiensten binnen beroepsgroep Machtspositie Misbruik Beoordelingscriteria Daarvan uitgesloten [EG-Verdrag, art. 86 en 90 (thans art. 82 EG en 86 EG)] 7. Mededinging Openbare bedrijven en ondernemingen waaraan lidstaten bijzondere of uitsluitende rechten verlenen Ondernemingen belast met beheer van diensten van algemeen economisch belang Pensioenfonds belast met beheer van aanvullendpensioenregeling van beoefenaren van vrij beroep [EG-Verdrag, art. 86 en 90 (thans art. 82 EG en 86 EG)] 1. De in het kader van collectieve onderhandelingen tussen sociale partners gesloten overeenkomsten, bedoeld ter verbetering van de arbeidsvoorwaarden, moeten wegens hun aard en doel weliswaar worden geacht buiten de werkingssfeer van artikel 85, lid 1, van het Verdrag (thans artikel 81, lid 1, EG) te vallen, maar deze uitsluiting van de werkingssfeer van deze bepaling kan niet worden uitgebreid tot een overeenkomst die beoogt alle leden van een beroepsgroep een bepaald pensioenniveau te garanderen, en dus een van de arbeidsvoorwaarden van die leden, namelijk hun beloning te verbeteren, maar die niet is gesloten in het kader van collectieve onderhandelingen tussen sociale partners. In het Verdrag staan dienaangaande geen bepalingen die, gelijk de artike- I - 6452

PAVLOV E.A. len 118 en 118 B van het Verdrag (de artikelen 117-120 van het Verdrag zijn vervangen door de artikelen 136 EG- 143 EG) en de artikelen 1 en 4 van de overeenkomst betreffende de sociale politiek, gesloten tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschap met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk, de beoefenaren van de vrije beroepen aanmoedigen, collectieve overeenkomsten te sluiten ter verbetering van de arbeidsvoorwaarden, en die beogen dat dergelijke overeenkomsten, op verzoek van de leden van deze beroepsgroepen, door de overheid voor alle leden van deze beroepsgroepen verplicht worden gesteld. (cf. punten 67-69) 2. Zelfstandige medisch specialisten, die in hun hoedanigheid van zelfstandige deelnemers aan het economisch verkeer diensten verrichten op een markt, namelijk die van de gespecialiseerde medische diensten, en die voor deze diensten van hun patiënten een beloning ontvangen en de aan deze activiteit verbonden financiële risico's dragen, oefenen een economische activiteit uit en zijn derhalve ondernemingen in de zin van de artikelen 85, 86 en 90 van het Verdrag (thans artikelen 81 EG, 82 EG en 86 EG); daaraan doet niet af dat hun diensten complex en technisch van aard zijn, noch dat de uitoefening van hun beroep aan regels gebonden is. Wanneer deze specialisten binnen hun landelijke organisatie besluiten gezamenlijk één beroepspensioenfonds op te richten, handelen zij voorts als ondernemingen in de zin van de artikelen 85, 86 en 90 van het Verdrag en niet als eindverbruikers. (cf. punten 76-77, 82) 3. De publiekrechtelijke status van een beroepsorganisatie staat niet in de weg aan toepassing van artikel 85 van het Verdrag (thans artikel 81 EG), welke bepaling volgens de bewoordingen ervan van toepassing is op overeenkomsten tussen ondernemingen en besluiten van ondernemersverenigingen. Het juridisch kader waarin een besluit van een ondernemersvereniging wordt genomen, alsmede de juridische kwalificatie die in de nationale rechtsorde aan dit kader worden gegeven, zijn niet van invloed op de toepasselijkheid van de communautaire mededingingsregels en inzonderheid van artikel 85 van het Verdrag. Het feit dat de voornaamste taak van een vereniging van medisch specialisten is, het behartigen van de belangen van deze specialisten, met name hun inkomen, waartoe ook de aanvullende pensioenen behoren, in het kader van de onderhandelingen met de overheid over de kosten van de gezondheidszorg, is niet van dien aard dat deze beroeps- I - 6453

SAMENVATTING GEVOEGDE ZAKEN C-180/98 C-184/98 organisatie daardoor buiten de werkingssfeer van artikel 85 van het Verdrag komt te vallen. overheid om de deelneming in dit fonds verplicht te stellen. (cf. punten 85-86) (cf. punten 95, 97-101, dictum 1) 4. Het besluit van de beoefenaren van een vrij beroep om een beroepspensioenfonds op te richten dat belast is met het beheer van een aanvullendpensioenregeling, en de overheid te verzoeken de deelneming in dit fonds voor alle leden van de beroepsgroep verplicht te stellen, is niet in strijd is met artikel 85, lid 1, van het Verdrag (thans artikel 81, lid 1, EG). Het besluit om dit pensioenfonds op te richten beperkt de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt immers niet merkbaar, aangezien de kosten van de aanvullendpensioenregeling slechts van marginale en indirecte invloed zijn op de totale kosten van de door de leden van de beroepsgroep aangeboden diensten. Voorts is het verzoek aan de overheid om deelneming verplicht te stellen, gedaan in het kader van een regeling die overeenkomt met het in verscheidene lidstaten bestaande stelsel voor de uitoefening van de regelgevende bevoegdheid op sociaal gebied. Een dergelijk stelsel beoogt de opbouw van aanvullende pensioenen van de tweede pijler te bevorderen en bevat een aantal waarborgen. De artikelen 5 van het Verdrag (thans artikel 10 EG) en 85 van het Verdrag staan dan ook niet in de weg aan een besluit van de 5. Een pensioenfonds dat zelf de hoogte van de premies en de uitkeringen bepaalt en dat werkt volgens het kapitalisatiebeginsel, dat belast is met het beheer van een door een representatieve organisatie van beoefenaren van een vrij beroep getroffen aanvullendpensioenregeling waarin deelneming door de overheid voor alle beroepsgenoten verplicht is gesteld, is een onderneming in de zin van de artikelen 85, 86 en 90 van het Verdrag (thans de artikelen 81 EG, 82 EG en 86 EG). Noch het ontbreken van winstoogmerk van een dergelijk fonds, noch de solidariteitsaspecten in zijn functioneren zijn voldoende om het zijn hoedanigheid van onderneming in de zin van de mededingingsregels van het Verdrag te ontnemen. Verplichtingen als het nastreven van een sociaal doel, de eerdergenoemde solidariteitsaspecten en de beperkingen of controles inzake de investeringen van het fonds, beletten I - 6454

PAVLOV E.A. niet dat de activiteit van een dergelijk fonds als een economische activiteit is te beschouwen. maakt, of indien deze rechten een situatie kunnen creëren waarin die onderneming tot een dergelijk misbruik wordt gebracht. (cf. punten 117-119, dictum 2) 6. Een pensioenfonds dat een wettelijk monopolie bezit voor de levering van bepaalde diensten op verzekeringsgebied voor een bepaalde bedrijfstak in een lidstaat en daarmee op een wezenlijk deel van de gemeenschappelijke markt, moet dan ook worden geacht een machtspositie in de zin van artikel 86 van het Verdrag (thans artikel 82 EG) in te nemen. Van een dergelijk met artikel 90, lid 1, van het Verdrag strijdig misbruik is met name sprake wanneer de lidstaat aan een onderneming een uitsluitend recht verleent om bepaalde activiteiten te verrichten en een situatie in het leven roept waarin deze onderneming kennelijk niet in staat is aan de vraag van de markt naar dergelijke activiteiten te voldoen. (cf. punten 126-127) Niettemin is het enkele feit dat een lidstaat door het verlenen van uitsluitende rechten als bedoeld in artikel 90, lid 1, van het Verdrag (thans artikel 86, lid 1, EG) een machtspositie creëert, als zodanig niet onverenigbaar met artikel 86 van het Verdrag. De lidstaat handelt slechts in strijd met de in deze twee bepalingen vervatte verboden, wanneer de betrokken onderneming door de enkele uitoefening van de haar toegekende uitsluitende rechten misbruik van haar machtspositie 7. De artikelen 86 en 90 van het Verdrag (thans de artikelen 82 EG en 86 EG) staan niet eraan in de weg, dat de overheid een pensioenfonds het uitsluitend recht verleent om de aanvullendpensioenregeling van de beoefenaren van een vrij beroep te beheren. (cf. punt 130, dictum 3) I - 6455