FLITSONDERZOEK Mogelijke spanningen in Schiedam in het bijzonder de wijken Nieuwland, Oost en Groenoord

Vergelijkbare documenten
22 januari Onderzoek: Jouw vrijheid, mijn vrijheid

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Journalistiek en radicalisering Wat is het verband?

Factsheet Schiedam 2014

Onderzoek: Jouw vrijheid, mijn vrijheid

Factsheet Schiedam 2015

Gegevensanalyse Schiedam-Oost. plaats hier uw foto: de guidelines helpen om de juiste afmeting te maken gebruik schaal en crop mogelijkheden

TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

U-shake: Jongeren in Utrecht over radicalisering

Discriminatie in Rotterdam: de resultaten van de Omnibusenquête 2014

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

26 augustus Onderzoek: Leefbaarheid en veiligheid in uw buurt en plannen Rotterdam

Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

16 november Onderzoek: Veiligheidsgevoel na aanslagen Parijs

6,4. Antwoorden door een scholier 1268 woorden 14 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Opgave 1 Jeugdwerkloosheid in Europa

Een Islamitische Verrassing

Tolerantieklimaat sportverenigingen Noord-Holland Noord Samenvatting I&O Research Art.1 Bureau Discriminatiezaken NHN Maart 2014

Uit huis gaan van jongeren

Omgaan met radicalisering: Doelen

Jaarrapport Integratie Bijlagen hoofdstuk 8 1

30 mei Onderzoek: Racisme in Nederland?

Voel je thuis op straat!

Verschuivende machtsrelaties in allochtone gezinnen Trees Pels

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Buurtenquête hostel Leidsche Maan

Fort van de Democratie

Wat is er tot nu toe ondernomen teneinde het vertrouwen tussen de bewoners en de politie te herstellen en/of te versterken?

Religieuze toewijzing, autochtone Nederlanders, 2015 (in procenten)

Docenten en jeugdwerkers

1 maart Onderzoek: De Stelling van Nederland

13 januari Onderzoek: Veiligheidsgevoel na aanslagen Parijs

B en W-nummer ; besluit d.d Onderwerp

Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Inhoud. Inleiding Algemene gegevens Gevoel van veiligheid De mate waarin agressie voorkomt Omgaan met agressie...

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl I

Veiligheid in Westerpark

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

2014, peiling 4b november 2014

Antwoorden Maatschappijleer Pluriforme samenleving

Resultaten Vragenlijst Buurtbemiddeling Harderwijk De enquête is in december 2011 verstuurd naar 125 adressen De respons was 26 %

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Voorstel voor een Maatschappelijke Verkenning naar de beleving van het begrip Veiligheid door de inwoners van Maassluis

Eindexamen havo maatschappijwetenschappen pilot 2014-II

Allochtone Nederlanders thema 21

3 september Onderzoek: Internationale spanningen en conflicten

leerlingen sociale veiligheid

Koepel Adviesraden Sociaal Domein Zalmsteek 23, 3192 MC Hoogvliet-Rt T

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

Discriminatieklimaat Groningen

Kwantitatief onderzoek naar de houding en opvattingen van Turkse en Marokkaanse jongeren jegens het conflict in de Gazastrook 1-meting Factsheet

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland

Plegers seksuele straatintimidatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Bijlagen bij hoofdstuk 7 Sociaal-culturele integratie Sandra Beekhoven (SCP) en Jaco Dagevos (SCP)

Als het economisch tegenzit, worden zij hard getroffen. Ze zitten vaker dan gemiddeld in de bijstand.

Maatschappelijke participatie

Plak jij een etiket op mensen?

Opvoeden in andere culturen

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de politiechef van de regionale eenheid Noord- Nederland.

Inge Test

Maatschappelijke participatie

Samenvatting. Achtergrond

NIEUWSBRIEF BURGERPANEL OVERSCHIE

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk.

Samenvatting (Summary in Dutch)

Bewoners aan zet. Gouda-Oost. Wijkanalyse en visie Colofon: Auteur: Hester van Dijk (gemeente Gouda) Colofon:

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Digitaal Panel West 2012

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis

Onderwerp: Beantwoording van de schriftelijke vragen van het raadslid A.S. Mosch (Leefbaar Rotterdam) over overlast moskee Putselaan.

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

Wat zeur je nou?! Discriminatie gestript

Inhoud. Inleiding... 4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van de rechten... 6 Hoofdstuk 2 De belangrijkste rechten...12

Samen eenzaam. Frida den Hollander

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Factsheet Schiedam 2016

Praktische opdracht Maatschappijleer Criminaliteit en etniciteit

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht

BIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos

Vragenlijst leerlingen (Sociale Veiligheid/Burgerschap)

Rotterdam in evenwicht?

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland

Informatie over de deelnemers

Verbindingsactietraining

Fietsparkeren in Leiden

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen

WERELDBEELDEN EN WEERBAARHEID VAN TURKS-NEDERLANDSE JONGEREN. F. Geelhoed (VU) en R. Staring (EUR)

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

5. CONCLUSIES. 5.1 Overlast

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Transcriptie:

FLITSONDERZOEK Mogelijke spanningen in Schiedam in het bijzonder de wijken Nieuwland, Oost en Groenoord

COLOFON Onderzoek Kim van Drie Tekst Kim van Drie Rita Schriemer Uitgave RADAR, voor gelijke behandeling tegen discriminatie Grotekerkplein 5 3011 GC Rotterdam t: 010-4113911 e: info@radar.nl w: www.radar.nl Juni 2015

INHOUDSOPGAVE INLEIDING ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 3 WAAROM DIT RAPPORT? -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 3 DOELSTELLING VAN HET ONDERZOEK ------------------------------------------------------------------------------------------------------- 3 WELKE ONDERZOEKSVRAGEN WORDEN BEANTWOORD? ---------------------------------------------------------------------------------- 3 KWALITATIEVE ANALYSE: DIEPTE-INTERVIEWS ---------------------------------------------------------------------------------------------- 4 VALIDITEIT, BETROUWBAARHEID EN REPRESENTATIVITEIT --------------------------------------------------------------------------------- 4 LEESWIJZER ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 4 AFKADERING EN BESCHRIJVING VAN DE ONDERZOEKSWIJKEN -------------------------------------------------------------- 6 POLARISATIE. WAT IS HET EN HOE MEET JE HET? ------------------------------------------------------------------------------------------ 6 MOSLIMRADICALISERING. WAT IS HET EN HOE MEET JE HET? ----------------------------------------------------------------------------- 6 RELATIE TUSSEN POLARISATIE EN RADICALISERING ----------------------------------------------------------------------------------------- 7 SFEERBEELDEN: NIEUWLAND, OOST EN GROENOORD ------------------------------------------------------------------------------------- 8 POLARISATIE EN RADICALISERING IN SCHIEDAM ------------------------------------------------------------------------------- 10 SAMENLEVEN IN NIEUWLAND, OOST EN GROENOORD IN 2011 EN 2015 ------------------------------------------------------------- 11 SIGNALEN VAN MAATSCHAPPELIJKE SPANNINGEN (POLARISATIE) ----------------------------------------------------------------------- 13 SIGNALEN VAN RADICALISERING ----------------------------------------------------------------------------------------------------------- 14 EEN KORTE SAMENVATTING --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 17 AANBEVELINGEN -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 18 DE BELANGRIJKSTE AANBEVELINGEN VOOR SCHIEDAM ---------------------------------------------------------------------------------- 18 LITERATUUR -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 19 BIJLAGE 1: VRAGENLIJST FLITSONDERZOEK SCHIEDAM 2015---------------------------------------------------------------- 20

INLEIDING Waarom dit rapport? In een gesprek dat RADAR voerde met de wethouder, werd duidelijk dat Gemeente Schiedam meer zou willen weten over mogelijke radicalisering, interetnische en maatschappelijke spanningen in de eigen gemeente, met een focus op de wijken Nieuwland, Oost en Groenoord. In het kader van efficiëntie, is het onderzoek uitgevoerd op basis van de bij RADAR reeds aanwezige kennis over polarisatie en de verhouding tussen bevolkingsgroepen in Schiedam. In 2010 deed RADAR onderzoek naar maatschappelijke spanningen (polarisatie) in Schiedam (en zestien andere gemeenten in de regio Rotterdam-Rijnmond). Gezien de landelijke signalen van radicalisering en polarisatie is er de behoefte om na te gaan of de bevindingen van destijds in Schiedam nog gelden en om nader in te zoomen op lokaal aanwezige risicofactoren voor radicalisering. Het onderzoek dat in dit rapport gepresenteerd wordt bestaat uit grofweg twee delen: een literatuuronderzoek om meer te weten te komen over radicalisering en maatschappelijke spanningen; en veldwerk om erachter te komen of dergelijke processen zich in Schiedam afspelen en zo ja, waar die zich afspelen. Doelstelling van het onderzoek Met dit onderzoek wordt beoogd mogelijke signalen van maatschappelijke spanningen (polarisatie) in relatie tot de kans op radicalisering van mensen of groepen in Schiedam in kaart te brengen. Tevens dient dit onderzoek om zo de kennis over diversiteit en de mogelijke problemen daaromtrent in Schiedam te vergroten. Op basis van de resultaten is het mogelijk om te reflecteren op de noodzaak van een aanpak maatschappelijke onrust (eerder bekend onder de naam sociaal calamiteitenplan). Welke onderzoeksvragen worden beantwoord? Centrale vraag: Is er sprake van maatschappelijke spanningen (polarisatie) en/of radicalisering in Schiedam? Welke signalen van maatschappelijke spanningen nemen we waar (zijn er mensen die zich afwenden van de samenleving in Schiedam? Zijn er groepen tussen wie er spanningen ontstaan?)? Wat valt daarover te zeggen voor wat betreft radicalisering? Deelvragen: 1. Hoe gaat het samenleven in de verschillende wijken (Nieuwland, Oost en Groenoord) in Schiedam en is er een verschil met 2011? 2. Welke signalen van maatschappelijke onrust nemen de respondenten waar? Hoe wordt de kans op (toekomstige) confrontaties of wrijving tussen groepen ingeschat door respondenten uit verschillende bevolkingsgroepen? 3. Wat is radicalisering? 4. Welke omstandigheden vergroten de kans op radicalisering en zijn die factoren in Schiedam aanwezig? Welke signalen zijn er en hoeveel? 5. Over welke onderwerpen leeft er frustratie of onrust bij respondenten van verschillende groepen? Hebben de spanningen in het Midden-Oosten volgens sleutelfiguren een effect op groepen in Schiedam? Zo ja, welke effecten?

Kwalitatieve analyse: diepte-interviews Wat hebben de respondenten waargenomen aan uitingen van intolerantie, spanningen, tegenstellingen en mogelijke radicalisering en waar speelden die zich af en welke gevolgen hebben ze? De respondenten vertegenwoordigen verschillende bevolkingsgroepen in Schiedam en zijn in samenwerking met medewerkers van Gemeente Schiedam uitgekozen op basis van hun informatiepositie. Het zijn professionals uit verschillende beroepsgroepen die vanuit hun werk ervaring hebben met interacties tussen mensen of die in contact staan met kwetsbare groepen. RADAR had contact met een jongerenwerker, (ex-)opbouwwerkers, vrijwilligers van zelforganisaties, mensen die actief zijn bij een moskee, wijkagenten en wijkprocesmanagers. De vragenlijst die is gebruikt voor de interviews valt grofweg uiteen in zes delen/hoofdvragen (zie bijlage 1 voor de volledige vragenlijst). De respondenten krijgen eerst de vraag de gemeente/woonomgeving te karakteriseren. Daarna vroegen we ze naar de verschillende groepen in de gemeenschap en het onderling samenleven. Vervolgens stelde de onderzoeker vragen over het samenleven in de wijk en vroeg zij naar spanningen of incidenten tussen groepen of uitingen van polarisatie of radicalisme en over mogelijke recente veranderingen. Ook vroegen we de respondenten in te schatten of het om op zichzelf staande voorvallen ging of frequent terugkerende uitingen, spanningen of conflicten en wat volgens hen het risico is op escalatie. Vervolgens vroegen we hen naar ontwikkelingen of factoren die in hun ogen een remmende of bevorderende invloed hebben op polarisatie en radicalisering en naar hun visie op interventies die zij zinvol dan wel contraproductief achten in de bestrijding van polarisatie en radicalisering. Alle respondenten deden vrijwillig aan het onderzoek mee. We benaderden hen met de vraag of zij wilden deelnemen aan een onderzoek naar mogelijke maatschappelijke spanningen in hun wijk. Validiteit, betrouwbaarheid en representativiteit Benadrukt dient te worden dat polarisatie lastig is vast te stellen, omdat het gaat om deels verholen sentimenten en onderhuidse spanningen. Zolang ze zich onder de oppervlakte afspelen wordt het problematisch om gegrond een uitspraak te doen over de aan- of afwezigheid ervan. Binnen de randvoorwaarden van het onderzoek kunnen we dan ook geen generaliserende uitspraken doen over de stand van zaken wat betreft polarisatie in Schiedam en in het bijzonder in de wijken Nieuwland, Oost en Groenoord. Wel levert het onderzoek een gedegen weergave op van de meningen ten aanzien van de ervaren kwaliteit van het samenleven en hun inschattingen betreffende mogelijke radicalisering van Schiedammers door respondenten, die daar vanuit hun functie en ervaring kennis van hebben. Hetzelfde geldt voor radicalisering. Uit eerder uitgevoerd onderzoek blijkt dat radicalisering van individuen niet te voorspellen valt, wat het moeilijk maakt radicalisering in individuele gevallen te voorkomen. Wel zijn er enkele factoren te onderscheiden die mensen ontvankelijk maken voor radicalisering. Het in kaart brengen van deze factoren en de aard en omvang van mogelijke radicalisering, alsmede de mogelijke kans op escalatie is het doel van het onderzoek. Tot slot kan dit onderzoek aanleiding geven een bepaalde groep of wijk nader te onderzoeken. Leeswijzer In het volgende hoofdstuk wordt het theoretisch kader geschetst op basis van literatuuronderzoek. Toegelicht wordt wat in dit onderzoek wordt verstaan onder polarisatie en radicalisering en de relatie tussen de twee wordt toegelicht. Tot slot geven we een sfeerbeeld van de wijken Nieuwland, Oost en Groenoord.

De lezers die op de hoogte zijn van de theoretische achtergrond van polarisatie en radicalisering of weinig tijd hebben, adviseren wij direct door te bladeren naar het hoofdstuk Polarisatie en Radicalisering in Schiedam. In het dat hoofdstuk wordt de theorie toegepast op de situatie in Schiedam en staan zowel gevoelens als signalen van polarisatie en radicalisering in Schiedam. We eindigen het rapport met aanbevelingen betreffende de noodzaak van een aanpak maatschappelijke onrust, alsook de aanpak van polarisatie en radicalisering in Schiedam.

AFKADERING EN BESCHRIJVING VAN DE ONDERZOEKSWIJKEN Polarisatie. Wat is het en hoe meet je het? De overheid spreekt van polarisatie wanneer tegenstellingen tussen groepen versterken met segregatie en spanningen tot gevolg. 1 De verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving die kan resulteren in spanningen tussen deze groepen, en de toename van segregatie van etnische en religieuze groepen. Voor het onderzoek gedaan in 2010 hebben wij die definitie al iets aangescherpt op basis van ander onderzoek naar polarisatie en op theoretische inzichten in sociale processen die aan polarisatie verwant zijn. In dit onderzoek wordt dezelfde definitie gebruikt als in dat onderzoek om zo in staat te zijn de situatie toen en nu te vergelijken. Voor dit onderzoek wordt daarom, net als in het onderzoek uit 2010, onder polarisatie verstaan: Waargenomen tegenstellingen tussen burgers van verschillende (bevolkings)groepen, die tot uiting komen in wij-zijdenken, een harde toon ten opzichte van andere groepen, vermijding van contact, confrontaties en/of een gebrek aan vertrouwen. Verder wordt polarisatie vaak gedefinieerd als een tegenstelling tussen etnische of etnischreligieuze groepen. In dit onderzoek kwam dat echter lang niet altijd erg sterk naar voren. Daarom worden ook andere tegenstellingen beschreven, zoals tegenstellingen tussen verschillende generaties of tussen jongeren en politie. Polarisatie laat zich lastig direct meten. Er is een tendens om sociaal vertrouwen onder burgers te meten. Sociaal vertrouwen zou de tegenhanger zijn van polarisatie: hoe meer sociaal vertrouwen, hoe minder polarisatie en vice versa (Boutellier, Van Wonderen, Tan, De Groot & Nieborg, 2007). In 2014 kreeg de wijk Oost voor sociale binding 2 het rapportcijfer 3,8, de wijk Nieuwland een 4,8 en de wijk Groenoord een 6,8. Hoewel het rapportcijfer van Oost het laagst is, scoren zij niet het laagst op vertrouwen in de toekomst. Dat is Nieuwland met het cijfer 4,7, gevolgd door Oost met een 5,4 en Groenoord steekt er met kop en schouders bovenuit met het cijfer 8,9 (Onderzoek & Statistiek 2014: 5). Het onderzoek naar polarisatie in en radicalisering in Schiedam bestond uit een literatuuronderzoek, zeven interviews en zes surveys. Voor het kwalitatieve deel van het onderzoek zijn diepte-interviews gehouden met professionals. Aan de hand van vragen over de verhoudingen en het contact tussen groepen hebben we de onderlinge binding, sociale cohesie en vertrouwen gemeten. (Belangen)tegenstellingen zoals overlast, problematische (interetnische) contacten tussen inwonersgroepen en incidenten als gevolg van tegenstellingen bevorderen het wij-zijdenken en polarisatie. Overlast, pesten en intimidatie door (etnische) groepen op straat en op buurtniveau zijn bewezen risicofactoren voor polarisatie (Boutellier et al., 2007). In de gesprekken vroegen we naar zowel knelpunten als factoren die het samenleven positief beïnvloeden. Moslimradicalisering. Wat is het en hoe meet je het? Volgens de AIVD is het jihadisme in Nederland na 2010 sterk gegroeid; waar jihadistische netwerken in Nederland in en voor 2010 bestond uit een verzameling van kleine, relatief geïsoleerde en onzichtbare netwerken, heeft de beweging momenteel naar schatting enkele honderden 1 Nationaal Actieplan Polarisatie en Radicalisering 2007-2011. 2 Het cijfer voor sociale binding is het gemiddelde cijfer bestaande uit 1. het cijfer voor het aantal verhuisbewegingen, 2. het cijfer voor gevoelens van binding en 3. het cijfer voor het vertrouwen in de toekomst. Wanneer een cijfer lager is dan een 3,0 spreekt Gemeente Schiedam over een probleem, tussen een 3,0 en een 4,7 wordt een wijk als zeer zwak aangemerkt, tussen 4,7 en 6,3 als kwetsbaar, een wijk scoort voldoende als het scoort tussen 6,3 en 7,9 en boven 7,9 wordt de wijk aangemerkt als sterk.

aanhangers en enkele duizenden sympathisanten in Nederland. Een klein aantal daarvan is gericht op daadwerkelijke jihadgang, in juni 2014 zijn er ongeveer 120 Nederlanders voor de jihad naar Syrië gegaan (AIVD 2014: 5 6). Een belangrijke kanttekening is dat veel van de uitspraken van onder andere de AIVD naar (ontvankelijkheid voor) radicalisering gestoeld zijn op dun bewijsmateriaal. Bij het natrekken van de meldingen over vermeend radicalisme blijkt veelal sprake blijkt te zijn van multi-problematiek of orthodoxe religieuze uitingsvormen. De koppeling radicalisering wordt te snel gemaakt (Notten & Witte 2011: 65 66). Vaak is polarisatie ( ) het eigenlijke probleem en niet radicalisering (ibid.: 55). Er zijn twee centrale aangrijpingspunten voor moslimradicalisering: (1) een religieuze dimensie, namelijk een zeer orthodoxe geloofsinvulling en (2) een politieke dimensie, het idee dat er door de politiek en in de maatschappij onrechtvaardig wordt omgegaan met moslims en dat de islam daardoor bedreigd wordt (Slootman & Tillie 2006). De religieuze en politieke dimensie zijn onafhankelijk van elkaar. Dat wil zeggen dat orthodoxie niet automatisch tot politieke onvrede en daarmee mogelijke radicalisering leidt en vice versa. Op individueel niveau is het eenvoudigweg onvoorspelbaar of iemand gaat radicaliseren en op welke manier. Duidelijk is ook dat radicalisering zich niet in individueel isolement afspeelt. Men leert van elkaar, al dan niet via internet, en verschillende radicale stromingen beconcurreren elkaar fel; elke stroming is overtuigd van zijn gelijk (Slootman & Tillie 2006). Wel zijn er enkele karakteristieken aan te wijzen waarmee de aanwezigheid van zowel de politieke als religieuze overtuigingen samengaan: Leeftijd (16 18 jaar) Middelbaar opleidingsniveau Sterke verbondenheid met de etnische groep Grote perceptie van discriminatie Groot politiek wantrouwen Sociaal isolement Relatie tussen polarisatie en radicalisering Dat brengt ons bij de relatie tussen polarisatie en radicalisering. Zij kunnen elkaar wederzijds beïnvloeden. Polarisatie is een basisvoorwaarde voor radicalisering; het is de vruchtbare bodem die radicale denkbeelden voedt. Radicalisme voedt door extreme denkbeelden of acties op haar beurt polarisatie. Factoren die tot radicalisering leiden zijn complex en veelvuldig. Experts beschrijven radicalisering als een trapsgewijs (Moghaddam, 2005) of piramidaal traject (McCauly & Moskalenko, 2008). Elke tree kan als opstap dienen, maar vaker blijven mensen op de onderste lagen/treden. Slechts een enkeling doorloopt het gehele traject. In radicaliseringprocessen spelen persoonlijke kenmerken en sociale condities een rol. Achterstelling, gebrek aan binding en vertrouwen, zijn enkele relevante sociale condities. Een zwak maatschappelijk middenveld blijkt de kans op radicalisering ook te vergroten, omdat het maatschappelijk middenveld een belangrijke rol speelt in de verspreiding van politiek en maatschappelijk vertrouwen (Slootman & Tillie 2006). Voor rechtsextremisme worden polarisatie en xenofobie eveneens tot precondities gerekend (Balogh et al., 2010). Een schouw van enkele risicofactoren in relatie tot de regionale context levert de volgende ruwe schets op. Toenemende armoede door het verliezen van een baan of van een uitkering (of het lastiger krijgen van een uitkering) zorgen volgens verschillende respondenten voor een toename in overlastgevend gedrag: hangen in portieken en bijvoorbeeld diefstal werden genoemd. Of, zoals een respondent het omschreef: Leven wordt overleven. Enkele respondenten ervaren een afname in vertrouwen en daarmee binding. Iemand werd vaker nageroepen, men maakt grapjes en vraagt of hij vandaag geen aanslag gaat plegen. Iemand anders heeft nu problemen in de buurt in verband

met zijn godsdienst. Uit een groot onderzoek onder radicaliserende jongeren in Amsterdam bleek dat een jongere sneller radicaliseert in een samenleving met een zwak maatschappelijk middenveld dan wanneer er een sterk maatschappelijk middenveld is. In dit licht baren de aangekondigde bezuinigingen ons zorgen. Zorgen die ook geuit zijn door nagenoeg alle respondenten. We gaan dieper in op het hiervoor genoemde in het volgende hoofdstuk. Sfeerbeelden: Nieuwland, Oost en Groenoord De gemeente Schiedam heeft op 1 januari 2015 bijna 76.500 3 inwoners. Vanwege het industriële karakter is het aandeel arbeidsmigranten altijd groot geweest. Door de teloorgang van de industrie is ook in Schiedam de werkloosheid toegenomen. De crisis en veranderend beleid op het gebied van sociale zekerheden heeft deze teloorgang niet doen keren. Voor de sfeerbeelden maken we gebruik van de Factsheet Schiedam 2014, de beschrijvingen die we maakten voor het onderzoek in 2010 en enkele uitspraken van respondenten. Nieuwland Nieuwland is één van de grootste wijken van Schiedam en bestaat uit twintig buurten die ieder van elkaar verschillen. Het percentage allochtonen in de wijk is hoog en zeer divers; er zijn ongeveer honderd verschillende nationaliteiten vertegenwoordigd. De Turkse gemeenschap is de grootste. Er is sinds Nieuwland in 2007 de kwalificatie Vogelaarwijk (ook wel aandachtswijk of krachtwijk ) kreeg veel geïnvesteerd in de verbetering van de leefomgeving en sociaaleconomische situatie van de wijk. Nu krijgen we echter de indruk dat daaraan een eind gekomen is. Men maakt zich zorgen of de geboekte vooruitgang gehandhaafd kan blijven nu er juist bezuinigd wordt op projecten die het contact tussen bewoners moeten stimuleren. De wijk Nieuwland scoort op de Sociale Index uit 2014 (Onderzoek & Statistiek 2014: 5) het laagst met gemiddeld een 4,4. Daarmee is het een zeer zwakke wijk. Vooral op persoonlijke kansen wordt erg laag gescoord (2,9). De inkomens zijn er laag, de huisvesting scoort slechts een 3,1 en er zijn relatief veel mensen werkeloos en ook niet bezig met een opleiding. Daar staat tegenover dat Nieuwland alleen de wijk Kethel voor zich moet dulden als het gaat om maatschappelijke inzet. Tegelijkertijd is de omgang van bewoners becijferd als zeer zwak (4,1) en de sociale contacten als kwetsbaar (5,0). Oost Schiedam Oost is nauw verbonden met de deelgemeente Delfshaven van de stad Rotterdam. De buurten in de wijk variëren in bevolkingssamenstelling en karakter. Zo wonen in de ene buurt opvallend veel alleenstaanden, in de andere buurt veel allochtonen. Alleen in Nieuwland wonen procentueel gezien meer allochtonen dan in Oost en ook in Oost is de Turkse gemeenschap het grootst. Vooral voor de buurten met etagewoningen geldt dat de verhuismobilteit hoog is. Volgens een respondent van het onderzoek in 2010 is er in Oost veel ellende achter de voordeuren. Er is ook veel armoede. Het is de wijk van Schiedam met het laagst besteedbaar inkomen (Onderzoek & Statistiek 2014: 2). Oost heeft zoals al opgemerkt te maken met veel verhuisbewegingen alsook met zeer zwakke gevoelens van binding (3,2) (Onderzoek & Statistiek 2014: 5). Deze wijk scoort dan ook het laagst van alle wijken op sociale binding (3,8). Op de vlakken persoonlijke kansen en leefomgeving scoort de wijk zeer zwak, respectievelijk 4,4 en 4,8, en wat betreft meedoen is Oost kwetsbaar (5,1). Alleen de deelname aan activiteiten is (krap) voldoende met een 6,3. Anderzijds zijn alleen de verhuisbewegingen problematisch, waar Nieuwland in de Sociale Index op vier gebieden problematisch scoort. 3 Inwoneraantal op 1 januari 2015, bron: http://home.kpn.nl/pagklein/gemprov.html geraadpleegd op 23 februari 2015.

Groenoord In Groenoord staan veel galerij- en portiekflats en er wonen in vergelijking met andere wijken veel ouderen. Problemen lijken zich op basis van de informatie uit het onderzoek dat gedaan is in 2010 en dit onderzoek vooral af te spelen tussen generaties, maar ook is er alleen in deze wijk een aanwijzing voor mogelijke radicalisering gevonden. Veel ouderen zijn uit de buurt rond de Obrechtstraat weggetrokken, daar wonen nu veel allochtone gezinnen, waarvan een groot deel afkomstig is uit de sloopflats van Nieuwland. In die buurt concentreren zich sociale problemen en wordt veel verhuisd, wat niet bevorderlijk is voor de sociale samenhang in de buurt (Mink & Schriemer 2011). Groenoord is een kwetsbare wijk die eruit springt wat betreft het vertrouwen in de toekomst (8,9) en in dat opzicht alle andere wijken ver achter zich laat (Onderzoek & Statistiek 2014: 5). Groenoord scoort het laagst van alle wijken op sociale contacten (3,7) en alleen Nieuwland scoort lager voor persoonlijke kansen (Nieuwland 2,9, Groenoord 3,4).

POLARISATIE EN RADICALISERING IN SCHIEDAM Is er sprake van maatschappelijke spanningen (polarisatie) en/of radicalisering in Schiedam? Er is sprake van maatschappelijke spanningen (polarisatie), maar polarisatie in de wijken kan niet altijd worden versimpeld tot spanningen tussen verschillende etnische of etnisch religieuze groepen. Meestal lijken spanningen zich tussen generaties af te spelen, is er een bepaalde rivaliteit tussen jongeren uit verschillende wijken, of gaat het om alledaagse spanningen tussen buren of buurtbewoners. Spanningen worden door de respondenten vaak toegeschreven aan een toenemende armoede onder bewoners en een afname van subsidies die de organisatie van verschillende activiteiten mogelijk maken. Van de honderd zaken die Buurtbemiddeling Schiedam krijgt, gaan er tachtig over geluidsoverlast, de rest betreft pesterijen en soms bedreigingen (zonder geweld, want dan is het een zaak voor de politie). Hoewel de projectleidster opmerkt dat mensen sneller van zich afbijten en grover in de mond zijn dan eerder, wordt er niet vaak gediscrimineerd. Daarbij vermeldt ze dat herstel van communicatie altijd het doel is van buurtbemiddeling en dat er lang niet altijd naar onderliggende redenen voor het probleem met de buren gekeken wordt. Als iemand zegt dat de buren teveel lawaai maken, dan gaan we bezig met geluidsoverlast. We komen niet te weten of dat komt omdat het volgens de klager een rotturk is of iets dergelijks. Discriminatie is niet altijd de oorzaak van een burenconflict of woonoverlast, maar wel vaak een onderliggend probleem. Vaak zorgt discriminatie bij een dergelijk conflict een escalerend effect. Met name omdat discriminatie op iemand persoonlijk is gericht, kan het leiden tot gevoelens van minderwaardigheid, onveiligheid en wanhoop en daarmee andere problemen teweegbrengen (Landelijk Platform Woonoverlast 2013: 3). Ook deze respondent zegt dat werkloosheid en armoede bijdragen aan maatschappelijke spanningen. Enerzijds is iemand nu de hele dag thuis, waardoor ze de hond opeens horen blaffen en anderzijds maakt armoe kwetsbaar. Je hebt geen geld en je participeert niet meer in de samenleving. Het is belangrijk dat mensen ergens aan kunnen haken. Dat wil niet zeggen dat er helemaal geen interetnische of interreligieuze spanningen zijn. Zeker na de gebeurtenissen in Parijs en in de tijd waarin IS kranten en journaals vult, worden (vermeende) moslims volgens drie respondenten aangesproken op hun geloof. Soms onder het mom van een grapje en soms heeft de confrontatie veel weg van een bedreiging. Er is één concrete aanwijzing dat er sprake is van islamitische/moslimradicalisering in Schiedam, namelijk in de wijk Groenoord. Het zou gaan om enkele jongens van Turkse afkomst uit die wijk. De jongeren vertelden mensen bij de moskee op het Marconiplein dat zij geen goede moslim zijn en de jongens zouden zich steeds radicaler kleden. Zij zijn echter niet meer gezien sinds eind 2014. De respondent denkt dat zij al vertrokken zijn naar Syrië. We kunnen niets zeggen over de mogelijke invloed die zij op dit moment nog hebben in Schiedam. Toch zijn er meerdere respondenten die wel denken dat de Schiedamse jeugd vatbaar kan zijn voor radicalisering. Vooral werkloosheid, discriminatie en het niet serieus genomen worden zouden redenen zijn voor een toenemende vatbaarheid voor radicalisering. Ook het nog niet begrijpen van wat de Islam echt is en een tekort aan imams die goed antwoord kunnen geven op de vragen van jongeren vergroten de ontvankelijkheid voor radicalisering. Belangrijk is dat tijdens de gesprekken en in de surveys die wijkagenten en wijkprocesmanagers voor dit onderzoek invulden, regelmatig aangegeven wordt dat men het over een gevoel heeft dat niet altijd goed te onderbouwen is. Die kanttekening is zo belangrijk, omdat uit andere onderzoeken al gebleken is dat de perceptie van zowel polarisatie als radicalisering vooral gestuurd

wordt door de dan geldende discours en niet zozeer door concrete aanwijzingen. Tevens geven de meeste respondenten aan dat ze wel het gevoel hebben dat er iets speelt, maar niet in hun directe omgeving. Hieronder gaan we dieper in op bovenstaande. Eerst vergelijken we de uitkomsten van onze peiling in 2011 met die van 2015. Vervolgens lichten we de signalen van maatschappelijke spanningen (polarisatie) toe en we sluiten dit hoofdstuk af met de signalen van (mogelijke) radicalisering in Schiedam. Samenleven in Nieuwland, Oost en Groenoord in 2011 en 2015 Hoe gaat het samenleven in de verschillende wijken (Nieuwland, Oost en Groenoord) in Schiedam en is er een verschil met 2011? Tijdens het onderzoek dat RADAR in 2011 in Schiedam uitvoerde, viel op dat inwoners van Nieuwland het meest positief waren over hun wijk, terwijl de mensen uit Oost het aandeel bewoners dat vond dat de wijk achteruit was gegaan het hoogst was (Mink & Schriemer 2011: 9). Nu nog zijn de Schiedammers uit Oost in het algemeen het meest negatief over hun wijk en de bewoners uit Nieuwland het meest positief. De uitzondering in Nieuwland is het Alevitisch Cultureel Centrum Rijnmond; zij voelen zich onveilig in de wijk door de opgelopen spanningen in onder andere Turkije. In dit onderzoek geven wijkagenten en wijkprocesmanagers een lager cijfer voor het samenleven in de wijk, dan de respondenten die werken als jongerenwerker of actief zijn bij een moskee, bewoners- of belangenbehartigingsorganisatie. Wijkagenten geven een zes voor het samenleven, net als de meeste wijkprocesmanagers. Alleen Schiedam-Oost scoort lager volgens de wijkprocesmanager: een vier à vijf. Cijfers bij de overige respondenten variëren tussen de zeven en de tien. De vooruitgang die geboekt is in de laatste jaren wordt door bijna iedereen benadrukt, net als de noodzaak om te blijven investeren in bewonerscontact, activiteiten en vroegsignalering van problemen. Uit het onderzoek dat RADAR uitvoerde in 2011, bleek dat de verhouding tussen verschillende groepen niet zozeer wordt gekenmerkt door discriminatie of andere uitingen van polarisatie, als wel door afstand en segregatie. De zichtbare aanwezigheid van groepen en het geringe onderlinge contact zorgen ervoor dat veel in termen van wij en zij wordt gesproken. Professionals en bewoners constateren in 2011 voornamelijk afstand en in mindere mate tegenstellingen tussen verschillende etnische groepen in Schiedam. Een respondent uit Nieuwland stelt dat het nu veel rustiger is, dan bijvoorbeeld tien jaar geleden. Vanaf tien jaar geleden was er veel onrust tussen Turkse en Marokkaanse jongeren, maar met de komst van jongerenwerkers is dat nu OK. Ze doen nu ook dingen samen. Ook noemt hij dat er veel is samengewerkt door alle buurtbewoners. Bijvoorbeeld voor de Voedselbank en het kerstdiner, waarbij niet alleen allerlei bewoners hielpen maar ook hoge piefen zoals de burgemeester en de wethouder, dat is toch mooi? Anderzijds zegt de respondent dat, hoewel het beter gaat sinds er twee keer per week bijeenkomsten voor ze worden georganiseerd in het buurthuis, er nog wel overlast is van Antillianen. Alcohol is bij hun normaal met de overlast van dien. Een collega van hem zou zelfs bang [zijn] voor Antillianen. Een duidelijk voorbeeld van een stereotype van een cultuur of een groep mensen: alcohol is voor alle Antillianen normaal. Er wordt nog steeds gemakkelijk gesproken in termen van wij en zij en er zijn nog steeds mensen bang voor een etnische groep. Andere respondenten geven ook aan dat zij moeite hebben mensen met andere achtergronden te trekken naar activiteiten. Bijeenkomsten in buurthuizen en dergelijke worden veelal georganiseerd voor bijvoorbeeld Antillianen zoals in bovenstaand voorbeeld, voor Marokkaanse vrouwen, wat het contact tussen verschillende bevolkingsgroepen niet bevordert.

Een andere respondent merkt op dat het wij-zij-denken onder jongeren zich niet zozeer uit langs etnische of religieuze lijnen, maar dat de wijk waarin een jongere woont vooral belangrijk is. Waarom dat zo is weet hij niet. De consequenties daarvan zijn volgens de respondent gering. Ze zeggen dan, ja kijk, ik mag hem gewoon niet. Dat is ook niet erg, je kan toch niet iedereen mogen? Maar wat wel zo is, als je hier bent dan moet je iedereen met respect behandelen en dat doet iedereen ook. En als je dat niet uit jezelf doet, dan wordt je gecorrigeerd. Die jongeren hebben grenzen nodig. Thuis krijgen ze die niet. Dat respect voert hij ook door in een door zijn stichting ingestelde buurtpreventie. Als ze hangjongeren tegenkomen maken ze een praatje en nodigen ze de groep uit om bij het clubhuis langs te komen om te gamen of te poolen. Meestal worden ze dan wel nieuwsgierig en komen ze een uurtje later even kijken. Vaak blijven ze en komen ze ook terug. Het wij-zij-denken vindt veelal plaats tussen generaties. Zoals ook bleek in 2011, zijn er tegenstellingen tussen jongeren die zich ophouden op straat en omwonenden, vooral ouderen. Nagenoeg alle respondenten noemen tegenstellingen tussen deze groepen. Verveling is een veelgenoemde oorzaak. Hoewel het volgens een respondent erger [was] dan nu. Vooral ouderen klaagden, dat begint nu opnieuw en dat is ook niet gek. De gemeente heeft jongeren in Groenoord gewoon losgelaten, want er worden allemaal plekken voor jongeren gesloten. Dan gaan ze rondhangen. Of ze gaan naar Nieuwland, daar is meer te doen. Als jongeren bij elkaar komen maken ze lawaai en er is soms agressie. Vooral tussen Turkse en Marokkaanse jongens, maar meestal gaat het tussen jongeren onderling wel goed. In Nieuwland zijn er twee cijfers gegeven voor het samenleven in de wijk; bewoners krijgen een zeven, jongeren een zes. Wel wordt van dezelfde jongeren gezegd dat ze nu meer met elkaar optrekken dan voorheen. Een zorgwekkend signaal is dat volgens het overgrote deel van de respondenten discriminatie alleen maar erger wordt. Vooral de discriminatie van (vermeende) moslims. Er wordt vies gekeken naar vrouwen met een hoofddoekje, vooral meisjes worden uitgescholden. Er wordt gedaan alsof wij die aanslagen in Parijs gepleegd hebben en dat wij steeds sorry moeten zeggen. Buren zeggen opeens tegen een respondent (moslim) dat ze geen mensen zijn, omdat ze allemaal verschrikkelijke dingen doen: Weet dat ik Charlie ben en jij niet. Discriminatie zou ook erger worden door de berichtgeving in verschillende media. Bijvoorbeeld Wilders over Marokkanen, Zwarte Piet, ISIS, Frankrijk Dat zijn Marokkanen hoor, pas op! Als een allochtoon iets doet is het wereldnieuws, maar is het een Nederlander dan hoor je er weinig van. Dat creëert haat en voedt discriminatie. Dat media haat creëren is een ernstige kwalificatie. Iemand anders zegt dat in zijn gemeenschap gezegd wordt dat in Nederland niet de Tweede Kamer, maar de media de grootste macht zijn. De toenemende polarisatie tussen moslims en autochtonen, gevoed door berichtgeving in de media, zorgt ervoor dat veel mensen terug willen naar Turkije. Spanningen tussen religieuze groepen of substromingen in de islam, in het bijzonder tussen Alevieten en andere moslims, zijn eveneens opgelopen. Alevieten zijn bang voor aanslagen en aanvallen van moslimjongeren van vooral de Turkse moskee bij grote activiteiten, omdat Alevieten door veel Turkse en mogelijk ook Marokkaanse moslims gezien worden als een soort heidenen. Vooral tijdens de Ramadan wanneer zij extra opvallen omdat ze niet vasten. Hoewel er geen incidenten in Schiedam geweest zijn, zegt een respondent het hart vast te houden. De onderzoeker heeft geen aanwijzingen gevonden voor een haatdragende houding jegens het Alevitisch Centrum of haar leden. Als het er is, bevindt het zich onder de oppervlakte. Een andere respondent zegt dat de Turkse gemeenschap zich steeds meer zorgen maakt over het opkomen van extreemrechts, waarmee hij doelt op PVV-stemmers. De weg zou worden vrijgemaakt door Wilders. De moslimgemeenschap en dan vooral die één procent moslimstrijders ligt onder een vergrootglas, waardoor extreemrechts zijn gang kan gaan en zijn acties kan goedpraten. De

respondent keurt moslimradicalisering ten zeerste af, maar stelt dat de moslims die naar Syrië vertrekken geen schade doen aan de Nederlandse samenleving, in tegenstelling tot rechts. Zij maken de kloof tussen burgers steeds groter en doen zo schade aan Nederland. Er hebben zich nog geen incidenten voorgedaan, maar de gemeenschap is bang voor toekomstige bedreigingen en de verspreiding van beledigende leuzen waar wij dan niet op mogen reageren, omdat we dan opeens een toekomstig radicaal of extremist zijn. Daar waar in 2011 nauwelijks respondenten dachten dat de maatschappelijke spanningen zouden kunnen leiden tot een escalatie, denkt nu iets meer dan de helft dat wel, met als belangrijkste redenen toegenomen discriminatie, toegenomen armoede, gebeurtenissen en ontwikkelingen elders in de wereld en een afname van subsidies voor de organisatie van verschillende bijeenkomsten en (hulp)projecten. Steeds meer mensen moeten overleven in plaats van leven en hebben het idee dat een plaats in de Nederlandse samenleving hen niet gegund wordt. Er kon door de respondenten geen duidelijke trigger worden aangewezen: mensen zijn het gewoon een keer zat. Signalen van maatschappelijke spanningen (polarisatie) Welke signalen van maatschappelijke spanningen nemen de respondenten waar? De respondenten zijn het er niet over eens of spanningen groepen of individuen aangaat. Het is op basis van de gevoerde gesprekken inderdaad onmogelijk de conclusie te trekken dat spanningen in Schiedam zich in alle of in de meeste gevallen tussen etnische of etnisch-religieuze groepen afspelen. Dat neemt niet weg dat vooral de spanningen tussen verschillende groepen moslims wel wordt waargenomen, alsmede toegenomen spanningen tussen moslims en niet-moslims. Voorbeelden over spanningen tussen jongeren en omwonenden worden ook vaak genoemd. Waar wel nagenoeg alle respondenten het over eens lijken te zijn is dat irritaties en vermijdingen in veel gevallen te maken hebben met onbekendheid met elkaar en verschillende woon- en leefgewoonten. Gebeurtenissen in de wereld en berichten in de media lijken in het algemeen ook sterk bij te dragen aan het beeld dat mensen van anderen hebben. Uit de gedane inventarisatie zijn de volgende concrete signalen van maatschappelijke spanningen naar voren gekomen (gevoelens van (toenemende) polarisatie zijn niet opgenomen): Het aantal klachten van ouderen in Groenoord over (rondhangende) jongeren zou zijn toegenomen. Volgens de respondent komt dat doordat voorzieningen voor jongeren in het kader van bezuinigingen gesloten worden. De integratie in Groenoord zou moeizaam verlopen door de vele verhuisbewegingen en het ontbreken van de Nederlandse taal en kennis van onze cultuur en gebruiken. In Groenoord worden (vermeende) moslims nageroepen, volgens de respondent vooral door Antillianen en Surinamers. Bijvoorbeeld: jullie zijn geen mensen, kijk wat jullie allemaal aanrichten. Hoewel de wijkagent van Groenoord het samenleven in de desbetreffende wijk voldoende vindt, zijn er wel spanningen tussen nationaliteiten waar je bovenop moet blijven zitten. Die spanningen worden beïnvloed door verschillende oorlogen en andere conflicten en zijn dus veranderlijk. In Oost is er veel onbegrip en veel frustratie bij een aantal Nederlanders in de wijk die ontevreden zijn. Oost wordt door hen wel eens Oost-Europa genoemd. Er is sprake van discriminerende uitingen. Er was een tijdje geleden een gerucht dat bewoners wilden gaan demonstreren tegen de Oost-Europeanen in de wijk en er zijn discriminerende borden op straat gezet. Nieuwkomers in een straat [krijgen snel] de schuld, tolerantie ligt laag. Nog een voorbeeld waarbij overlast aan etniciteit wordt gekoppeld, in plaats van aan bijvoorbeeld overbewoning.

In Nieuwland wordt er nog overlast door Antillianen ervaren, vaak is daar alcohol bij betrokken, al is dat al wel afgenomen. De uitspraak alcohol is bij hun heel gewoon wijst op het voortbestaan van het wij-zij-denken, waarbij leden van etnische groepen over één kam geschoren worden. Hoe wordt de kans op (toekomstige) confrontaties of wrijving tussen groepen ingeschat door respondenten uit verschillende bevolkingsgroepen? Toenemende werkloosheid, armoede, verminderde subsidies, gebeurtenissen als de aanslagen in Parijs, de politieke ontwikkelingen in Turkije, IS(IS) of het voortdurende conflict in en om Israël hebben hun weerslag op de Schiedamse samenleving. Verschillende moslims hebben aangegeven nageroepen te worden op straat door voornamelijk Antilliaanse en Surinaamse Schiedammers. Ook wordt een toenemende spanning onder moslims waargenomen, waarbij het vooral draait om wie een ware of goede moslim is en wie niet. Turkse moslims zijn bang voor opkomend extreemrechts, gesteund door de politieke discours (vooral door de PVV). Ouderen in Groenoord zouden nu meer klagen over rondhangende jongeren dan zij voorheen deden. De kans op escalatie wordt verschillend ingeschat. De kans op een escalatie tussen verschillende etnische groepen wordt als zeer klein ingeschat, maar een escalatie gevoed door armoede of het ontbreken van toekomstperspectief als zeer groot. De kans op een botsing tussen (extreem)rechts en voornamelijk islamitische groepen in Schiedam wordt, mits de politieke ontwikkelingen blijven gaan zoals ze nu gaan, eveneens als zeer hoog ingeschat. Islamitische organisaties en moslims vinden het vervelend om eenzijdig onder de loep genomen te worden, want de teneur van verdachtmakingen voedt achterdocht. Een respondent die veel met Schiedamse jongeren in contact komt stelt dat: Als het zo door blijft gaan, dan escaleert het zeker een keer. Er is discriminatie, mensen hebben geen werk, de druk op groepen neemt toe, het wordt steeds moeilijker om een uitkering te krijgen en je moet toch overleven. Ja dan ga je stelen. Door al die dingen ga je boksen met elkaar. De angst voor een toename van criminaliteit wordt door meerdere respondent geuit, met als uitleg de toegenomen armoede in combinatie met het dichtdraaien van de subsidies voor activiteiten die mensen op het rechte pad moeten houden. De wijkagent van Nieuwland ziet ook een grotere kans voor een conflict tussen arm en rijk, dan voor een conflict tussen bepaalde etnische groepen. De escalatie zou bestaan uit personen zonder toekomstperspectief, die zich bezig gaan houden met criminele activiteiten. Ook hier zijn vooral jongeren verdachte voor mogelijke escalaties. In dit geval gaat het dus vooral op een gevreesde toename van criminaliteit en niet in de eerste plaats om polarisatie. Polarisatie zou echter wel een gevolg kunnen zijn van de toegenomen criminaliteit. Bij escalaties omwille van spanningen tussen religieuze groepen, wordt vaak de link gelegd met radicalisering. Daarom gaan we dieper in op de kans op een escalatie tussen deze groepen in het volgende deel: signalen van radicalisering in Schiedam. Signalen van radicalisering Welke factoren vergroten de kans op radicalisering en zijn die factoren in Schiedam aanwezig? Over welke onderwerpen leeft er frustratie of onrust bij respondenten van verschillende groepen? Hebben de spanningen in het Midden-Oosten volgens sleutelfiguren een effect op groepen in Schiedam? Onderwerpen van frustratie en onrust in de Groenoord zijn volgens zowel een wijkagent als een andere respondent uit dezelfde wijk verschillende brandhaarden in de wereld. Aangezien er vele oorlogen zijn en er veel vluchtelingen in de wijk wonen kan het niet anders dan dat rivaliserende nationaliteiten bij elkander wonen. Dit geeft conflicten. Vooral Somalische jongeren zouden

vatbaar zijn voor moslimradicalisering. Israël en IS zouden van grote invloed zijn op de Somalische bewoners van Groenoord. Beide conflicten hebben een veel groter effect op de Somalische Schiedammers dan bijvoorbeeld Wilders, volgens de respondent. Imams en anderen die zich aan de IS gelieerd hebben zetten filmpjes op Youtube die massaal bekeken worden en die de jongere Somaliërs weglokken van de goede Islam. Discriminatie in de Nederlandse samenleving en werkloosheid worden als laatste zetje voor radicalisering genoemd. Zoals we eerder uitlegden, is het onmogelijk om radicalisering op individueel niveau te voorspellen, maar zijn er zoals uit onderzoek gebleken is, wel enkele karakteristieken voor mensen die gevoeliger zijn voor radicalisering dan anderen. Dat zijn: Leeftijd (16 18 jaar) Middelbaar opleidingsniveau Sterke verbondenheid met de etnische groep Grote perceptie van discriminatie Groot politiek wantrouwen Sociaal isolement Op basis van de interviews en surveys gedaan voor dit onderzoek, voegen we daar werkloosheid aan toe, omdat dit intolerantie en onverdraagzaamheid lijkt te voeden. Hieronder gaan we in op enkele van de karakteristieken. Grote perceptie van discriminatie Een respondent vatte als het ware samen wat veel andere respondenten ook aangaven: Je moet mensen een goede plek in de samenleving geven, anders voel je je niet lekker. Je loopt steeds tegen discriminatie aan. Dan word je gevoelig voor radicalisering, het ligt aan de samenleving. Want als er dan iemand naar je toe komt en zegt als je dit en dat doet dan krijg je macht, ja dan wil je dat wel. Het is moeilijk om je in Nederland thuis te voelen, door alle vooroordelen. Dan denk je na een poosje fuck de maatschappij. Dat ronselen gebeurt vooral via sociale media en wordt gevoed door de overheid [het aanwakkeren van tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen en het vermoeilijken van het ontvangen van een inkomen, zoals een uitkering, red.], maar vanuit Schiedam heb ik geen signalen ontvangen. De onmacht die allochtone Schiedammers voelen betreffende hun plek in de maatschappij en hun toekomstperspectief frustreert en die frustratie en onvrede zou het laatste zetje kunnen zijn naar radicalisering. Het is daarom belangrijk om enerzijds daadwerkelijke discriminatie aan te pakken en om anderzijds het gevoel van aansluiting van Schiedammers te verminderen. Aan de hand van dit onderzoek kunnen geen uitspraken gedaan worden over de mogelijke gevoelens van vervreemding of achterstelling van autochtone Schiedammers. Het verdient de aanbeveling daar nader onderzoek naar te doen. Sterke verbondenheid met de etnische groep Hoewel Schiedam gekenmerkt wordt door een groot aantal belangenbehartigers, actiegroepen en bewonersverenigingen, lijken de groepen en activiteiten veelal te zijn gericht op een etnische, culturele of religieuze groep. Anderen worden vaak weliswaar uitgenodigd om te komen kijken hoe het bij ons is, zoals enkele respondenten het noemde, maar de focus op de eigen etnische groep blijft sterk aanwezig. Dat hoeft geen probleem te zijn, mits er buiten de activiteiten en de organisatie daarvan ook daadwerkelijk samengeleefd wordt met andere groepen. Uit zowel het onderzoek uit 2011 als uit dit onderzoek blijkt dat bewoners van Schiedam vooral langs elkaar leven en niet met elkaar. Hoewel het een lastige opgave is, dient er aandacht geschonken te blijven worden aan de bevordering van het samenleven van verschillende groepen in Schiedam.

Groot politiek wantrouwen Vooral het opkomen van de PVV en andere rechtse (kleine) partijen baren sommige respondenten zorgen. In het huidige politieke klimaat zou discriminatie van allochtone Nederlanders niet alleen toenemen, maar ook vergoelijkt worden. Ook de hypocrisie van de politiek rondom bijvoorbeeld de aanslag op Charlie Hebdo is geenszins bevorderlijk voor het politiek vertrouwen van vooral Schiedamse moslims. Zo noemt een respondent het hypocriet dat moslims moesten laten zien dat ze afstand nemen van de terreurdaden van idioten die in naam van de islam mensen vermoorden, maar dat er geen enkele regeringsleider of geen enkel land Christenen vroeg om afstand te doen van bijvoorbeeld het bloedbad dat Breivik aanrichtte op het eiland Utøya waar de jongerenorganisatie van de Noorse Arbeiderspartij op dat moment een zomerkamp hield. Sociaal isolement Met dit onderzoek kan geen goed antwoord gegeven worden op de vraag of er Schiedammers zijn die zich zijn gaan afzonderen van de maatschappij. De enige mogelijke sociale afzondering is die van de groep Turkse jongeren die sinds een paar maanden niet meer gezien worden bij de moskee op het Marconiplein en waarvan de respondent denkt dat ze al naar Syrië vertrokken zijn. Het lijkt verstandig hiervoor een aparte inventarisatie te houden, door bijvoorbeeld een gesprek aan te gaan met wijkagenten en professionals, bijvoorbeeld van maatschappelijk werk en van verschillende moskeeën, om meer zicht te krijgen op individuen die zich in sociaal isolement bevinden. Werkloosheid Het thema werkloosheid (en armoede) is vaak teruggekomen en zorgt voor grote onvrede en dat men los komt te staan van de maatschappij. Dit maakt dat men kwetsbaarder kan worden voor radicalisering door een toegenomen sociaal isolement, een verscherping van de verschillen tussen groepen in Schiedam, een grotere perceptie van discriminatie wanneer zij na verschillende keren solliciteren niet worden aangenomen en oplopende spanningen tussen de persoon in kwestie en zijn of haar buurtgenoten. Werkloosheid kan dus op verschillende manieren bijdragen aan de gevoeligheid voor radicalisering. Het is daarom belangrijk om daar waar mogelijk deelname aan de samenleving te blijven stimuleren en belonen. Welke signalen van radicalisering nemen de respondenten waar? Nu IS (of ISIS) veel in het nieuws is, hebben veel mensen wel het gevoel dat er moslims in Nederland radicaliseren, maar de meesten zeggen niet het idee te hebben dat het moslims uit hun omgeving betreft. Respondenten die actief zijn bij een moskee zeggen dat er bij hen moskee geen sprake is van radicalisering. Eén respondent zegt: Als dat wel zo is, dan lossen we dat zelf op. Als er opeens een jongen van zeventien, achttien met een baard en een jurk naar de moskee komt, dan vragen we hem wat hij aan het doen is. Een andere respondent benadrukt ook dat moslimradicalisering alleen tegengegaan kan worden door mensen met kennis van de Islam. Volgens hem zijn goede imams nodig, die het Nederlands machtig zijn en die goed kunnen reageren op vragen van voornamelijk jongere moslims. De gemeente Schiedam zou er goed aan doen om in de (opzet van een plan ter) bestrijding van moslimradicalisering hierop in te zetten. Een respondent ziet de leden van de Turkse moskee in Nieuwland als vatbaar voor radicaliseing, maar heeft geen concrete voorbeelden of bewijzen. Uit een gesprek met een respondent die nauw betrokken is bij de Turks-islamitische gemeenschap bleek echter een grote afkeer van de acties van IS en dat er zwaar ingezet wordt op de voorkoming van radicalisering door het organiseren van lezingen en dergelijke. Een respondent heeft aangegeven dat Turkse moslims bang zijn voor opkomend extreemrechts in het kielzog van Wilders, maar er zijn nog geen incidenten voorgevallen. Of dit voor alle Turkse moslims geldt is op basis van dit onderzoek niet te zeggen.

Uit de gedane inventarisatie zijn de volgende concrete signalen van (mogelijke) radicalisering naar voren gekomen (gevoelens van (mogelijke) radicalisering zijn niet opgenomen): Vorig jaar was eer een groep Turkse jongens uit Groenoord die zich bij de moskee op het Marconiplein ophielden en tegen onder andere de respondent zeiden dat hij niet de moskee binnen mocht om te bidden, omdat hij geen goede moslim zou zijn. Ook zouden zij zich steeds radicaler gekleed hebben. De respondent denkt dat zij ongeveer een half jaar geleden vertrokken zijn naar Syrië. Een wijkagent uit Groenoord zegt zicht te hebben op reeds geradicaliseerde individuen. Hij stelt dat vooral Turkse, Marokkaanse en Somalische jongeren gevoelig zijn voor radicalisering. Een Somalische stichting heeft het signaal afgegeven dat Somalische jongeren gevoelig lijken voor radicalisering. Hoe wordt de kans op (toekomstige) radicalisering ingeschat door respondenten uit verschillende bevolkingsgroepen? Volgens een respondent is elke jongere gemakkelijk over te halen, een andere respondent is voorzichtiger, maar ook hij stelt dat als de jongeren die hij te zien krijgt geen plaats in de maatschappij vinden, de kans op radicalisering groter wordt. Vooral respondenten met een islamitische achtergrond schatten de kans op radicalisering relatief hoog in. Anderzijds zeggen zij dat de kans binnen hun eigen gemeenschap klein is en als dat wel het geval blijkt, ze kunnen voorkomen door als gemeenschap op te blijven letten en in te grijpen zodra radicalisering waargenomen wordt. Naast verdenkingen en verwachtingen van radicalisering, zijn er ook gevoelens dat radicalisering zomaar zou kunnen. Zo zegt iemand: Ik denk wel dat er groepen zijn die gevoelig zijn voor radicalisering, ik kan niet zomaar groepen aanwijzen of mensen maar ik denk dat het er gewoon is. Islamitisch zou ook heel goed kunnen maar ik heb weinig zicht op waar er o.a. binnen de koffiehuizen over gesproken wordt en wat er werkelijk leeft. Een korte samenvatting Ondanks dat er wel degelijk verbetering waar te nemen is in de wijken in vergelijking met 2011, is er nog steeds sprake van vermijding; men leeft vooral naast elkaar en niet met elkaar. Dat leidt niet altijd tot spanningen, maar er zijn wel aanwijzingen dat de spanningen tussen moslims en niet moslims oplopen. Belangenverenigingen, actiegroepen en andere samenwerkingen lijken vaak gefocust op de eigen groep, al worden anderen wel uitgenodigd. Schiedammers hebben vooral het gevoel dat er mensen (vooral moslims) radicaliseren, maar er zijn slechts enkele concrete voorbeelden. Bovendien zeggen de meeste respondenten dat ze niet het idee hebben dat er individuen of groepen in hun directe omgeving gevoelig zijn voor radicalisering of dat zij reeds radicaliseren. Bij spanningen die doen denken aan radicalisering moet altijd goed bekeken worden of het probleem daadwerkelijk radicalisering is en niet polarisatie.