Internationalisering binnen de lerarenopleidingen



Vergelijkbare documenten
Ryckevelde vzw. Internationalisering van A tot Z voor het secundair onderwijs. Programma. Mogelijkheden. Beweging voor Europees burgerschap

Europese. samenwerking. in de lerarenopleiding

Internationalisering binnen de lerarenopleidingen

ERASMUS+ Stages. april 2015

Versie De Europese en andere programma s

Generieke Beurzen buiten Europa Academiejaar Informatie voor studenten van Universiteit Gent

studiebeurs Voorwaarden voor het secundair onderwijs

Hogescholen en Universiteiten met een open blik

Verwelkoming. Het is beter een mijl te reizen dan om duizend boeken te lezen (Confucius)

ERASMUS DUAAL. Buitenlandse stagemogelijkheden voor Duaal Lerenden. Uitgebreide info

EUROPEES LABEL VOOR INNOVATIEF TALENONDERWIJS 2008

Vraag nr. 788 van 20 augustus 2013 van JOS DE MEYER

1. STAF MOBILITEIT (ONDERWIJSOPDRACHTEN EN STAFTRAINING)

13/10/2014. Erasmus + Waarom exchange?

Procedure Erasmus

KA 1 Credit Mobility Hoger Onderwijs. Joy Plokker

Mogelijkheden. Internationalisering van A tot Z voor het basisonderwijs. 1. Prins Filipfonds. 2. Buurlandenbeleid

Hogescholen en Universiteiten met een open blik Editie 2012

Erasmus Mobiliteitsproject van de EU en andere exchange mogelijkheden pag. 1

Dienst Studieadvies. PROJECT GO INTERNATIONAL 26 oktober Infosessie: Financiering van een buitenlandse stage

Hogescholen en Universiteiten met een open blik

S T U D E N T E N O V E R E E N K O M S T S T U D I E ( S M S )

LEREN VAN EN IN HET BUITENLAND

Europass. Laat zien wat je kunt

Voorwaarden voor het secundair onderwijs

Meer informatie over de seminaries is op aanvraag beschikbaar bij de Nationale Agentschappen.

onderwerp Procedure Erasmus

Het Europese programma Een Leven Lang Leren in vogelvlucht

Het Europese subsidieprogramma Erasmus+ ( ) is de opvolger van onder andere het Leven Lang Leren programma (LLP, ).

Versie Studeren en onderzoek

UITWISSELING IN EUROPA

Indeling hoger onderwijs

Factsheet Europees Vrijwilligerswerk (EVS) - Youth in Action

Voorlichtingsbijeenkomst Mobiliteit Nieuwkomers

ERASMUS+: HOGER ONDERWIJS OPROEP 2016 HANDLEIDING KERNACTIE 1 INDIVIDUELE LEERMOBILITEIT

Specifieke lerarenopleiding

Betreft: Participeren en studeren in het buitenland. Knelpunten voor studenten met een functiebeperking

AFKORTINGEN EN BEGRIPPENKADER Ervaringsbewijs begeleider buitenschoolse kinderopvang

IV. AANVRAAG STAGE OF STUDEREN IN HET BUITENLAND

adviesnota de doelstelling m.b.t. de hogeronderwijsmobiliteit

Uitwisselingsprogramma s KU Leuven, campus Brussel Milieu en Preventie Management

HANDLEIDING OPMERKING VOORAF C.3 BACKGROUND AND EXPERIENCE

Dienst Studieadvies. PROJECT GO INTERNATIONAL 26 oktober Infosessie: Financiering van je buitenlandse studies

RICHTLIJNEN UITGAANDE ERASMUSSTUDENTEN - STUDIEVERBLIJVEN

Procedure Erasmus

FAQ s voor lopende mobiliteit projecten. Via CTRL+klikken op een van de onderstaande vragen komt u vanzelf bij het antwoord terecht.

Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding

Is de jongere gestopt met studeren? Vul het formulier in a.u.b, onderteken het en stuur het dadelijk terug.


Handleiding Mobility Online online application Erasmus Study

READY FOR TAKE OFF BUITENLANDSE STAGE EN STUDIE

Handleiding Mobility Online online application Erasmus Placement

De directie van het centrum kan vrijstellingen van opleidingsonderdelen (modules) verlenen. Deze kunnen leiden tot studieduurverkorting.

Procedure voor aanvraag vrijstelling op basis van EVC EVK. Specifieke lerarenopleiding

Handleiding voor het invullen van een Europass-Mobiliteit door sturende organisaties in Vlaanderen en Brussel

Versie Europese wetgeving

Internationalisering Sint-Janscollege Poperinge. Ria De Wilde VLOR Seminarie internationalisering 16 februari 2016

Gids met algemene informatie rond Cultuur en Onderwijs in België

SPECIFIEKE LERARENOPLEIDING PROCEDURE VOOR VRIJSTELLING OP BASIS VAN EVC-EVK

VGC-infodag 01/03/2016 ERASMUS+ VOLWASSENENEDUCATIE BEROEPSOPLEIDING

JINT zoekt assessoren voor projecten in Erasmus+/Youth in Action

PROGRAMMA EEN LEVEN LANG LEREN GIDS 2013 DEEL IIB. LLP-Gids Deel II b Toelichting per actie

Jaarlijks wordt er een lijst van deze bilaterale akkoorden met partnerinstellingen bekendgemaakt.

Handleiding Mobility Online online application Erasmus Placement

Erasmus+ Femke During, HU Grant Office Liliana Dušati, International Office

ERASMUS DUAAL. Uitgebreide info

Comenius 2.2a. Praktijkvoorbeelden. Walter Baeten, PhD Arteveldehogeschool

Erasmus voor iedereen Veelgestelde vragen (zie ook IP/11/1398)

Handleiding voor het invullen van een Europass-Mobiliteit door ontvangende organisaties in Vlaanderen en Brussel

Veelgestelde vragen Stages voor universitair afgestudeerden (Schuman)

Het hoger onderwijs verandert

Erasmus+: Internationalisering. Helena Bijnens, UCLL, Sanju Gielen, THHI Tessenderlo

KA1 PERSONEEL SO BO VO

KA 1 Mobiliteit Jeugd. Marrie Kortenbosch & Mireille Unger

Comenius monitoring dagen. focus: verslaggeving. 7 mei 2015, Alden Biesen. 26 mei 2015, Brugge

Aanvraag tot vrijstelling van een of meerdere modules

Algemene informatie 2014/2015

STAGEREGLEMENT WERKPLEKLEREN FBO

Aanvraagdossier master en master-na-master opleidingen

Toelating tot arbeid en verblijf de gecombineerde vergunning/single permit voor buitenlandse werknemers

Handleiding Mobility Online Erasmus Placement - Erasmus Belgica Placement - Non Erasmus Placement

Aanvraag tot vrijstelling van een of meerdere modules

Handleiding Mobility Online Online application Erasmus Placement/Erasmus Belgica Placement / non-erasmus Placement

Handboek Mobiliteit van studenten uit het hoger onderwijs tussen de drie Gemeenschappen van België

Handleiding Mobility Online online application Non-Erasmus Study

Oproep experts Erasmus+ jeugd

Buitenlandse Stages voor Magistraten, Griffiers en Secretarissen

1. Graag had ik volgende gegevens ontvangen betreffende de arbeidsmigratie in de social profit:

Oproep experts Erasmus+

Your Future Awaits You

Algemene informatie 2012/2013

SUBSIDIEREGLEMENT STUDENTENSTEUN

Handleiding Mobility Online Online application Erasmus Study/ Erasmus Belgica Study/ non-erasmus Study

Het Huis der Talen. «Immersie onderwijs in de provincie Luik» Luik Agnes De Rivière

INTERNATIONALE SAMENWERKING AANVRAAGFORMULIER Internationale uitwisselingen

Internationale trajecten gids door procedure en aanbod. 16 oktober 2018

Make it work! Virtuele mobiliteit in internationale stages integreren: een snelgids

Handleiding Mobility Online Erasmus Study-Erasmus Belgica Study-Non Erasmus Study

Scholarship 2016 District /01/2016 Rotary Foundation District 2170

Transcriptie:

Internationalisering binnen de lerarenopleidingen Uitwisselingen en projecten voor studenten en cursisten STAGES BINNEN EUROPA Academiejaar 2010-2011 www.schoolofeducation.eu

Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 1 VOORWOORD... 3 BUITENLANDSE STAGES: SITUERING... 5 STAGES BINNEN EUROPA... 7 INLEIDING... 7 Een Leven Lang Leren in Europa... 7 Gecentraliseerde en gedecentraliseerde acties... 7 STAGES VAN MINSTENS DRIE MAANDEN... 9 Inleiding... 9 Erasmus Work Placement Grants (SMP): Erasmusbeurzen voor stage... 9 Samenwerking en uitwisselingen binnen het kader van COMENIUS-ASSISTENTSCHAPPEN... 11 Samenwerking en uitwisselingen binnen het kader van GRUNDTVIG-ASSISTENTSCHAPPEN... 12 STAGES VAN MINDER DAN DRIE MAANDEN (MAX. 12 WEKEN)... 14 Erasmus Work Placement Grants (SMP)... 14 Andere korte stages van max. 12 weken... 14 STAGES IN DE FRANSE EN DUITSTALIGE GEMEENSCHAP IN BELGIË... 15 INLEIDING... 15 ERASMUS BELGICA... 15 IMMERSIESTAGES... 15 KENNISMAKINGS- OF INLEEFSTAGES... 16 ORGANISATIES DIE (BUITENLANDSE) STAGES AANBIEDEN OF FACILITEREN... 17 NATIONAAL AGENTSCHAP VAN HET DEPARTEMENT ONDERWIJS VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP... 17 BEMIDDELING DOOR DE AMBASSADES VAN DE EUROPESE LANDEN... 17 HET VLAAMS-EUROPEES VERBINDINGSAGENTSCHAP... 18 TAALVOORBEREIDING... 19 VERDERE AANDACHTSPUNTEN... 21 DE PARTNERINSTELLINGEN... 21 BINNEN EUROPA... 21 BIJLAGEN... 23 BIJLAGE 1. SCHOLEN DIE IMMERSIESTAGES AANBIEDEN... 23 Waals-Brabant... 23 Brussel... 23 BIJLAGE 2. EUROPASS... 24 Inleiding... 24 Individueel aan te maken... 24 In te vullen door de bevoegde instanties... 24 Europass Mobiliteitswizard... 24 1

2

Voorwoord Deze brochure richt zich tot de lerarenopleidingen, zowel de geïntegreerde als de specifieke. Ook studenten en cursisten kunnen van deze informatie gebruik maken. De brochure heeft als doel een overzicht te bieden van een reeks mogelijkheden voor internationale stages binnen EUROPA. De lerarenopleidingen kunnen deze stages organiseren als onderdeel van de praktijkcomponent bij de professionele vorming van studenten/cursisten. Epos vzw 1 heeft onlangs een brochure gepubliceerd waarin een overzicht van de verschillende mogelijkheden van professionele vorming van lerarenopleiders in internationaal perspectief wordt gegeven. Voor informatie hieromtrent verwijzen we naar hun website. De meeste informatie over uitwisselingen en projecten binnen Europa is ook terug te vinden op de website van het Nationaal Agentschap: www.epos-vlaanderen.be. Verdere informatie kan verkregen worden bij de coördinator (buitenlandse) stages van je eigen onderwijsinstelling. Daarnaast zijn er nog een hele reeks andere mogelijkheden om een buitenlandse ervaring op te doen in de vrije tijdssfeer los van de opleiding. Hiervoor verwijzen we o.a. naar de website van JINT (www.jint.be). Deze brochure werd samengesteld door de werkgroep Internationalisering van het ENW School of Education Associatie K.U.Leuven. In deze werkgroep zijn de verschillende types van lerarenopleidingen vertegenwoordigd: de geïntegreerde lerarenopleidingen, de academische lerarenopleidingen (universiteit en hogescholen) alsook de centra voor volwassenenonderwijs. Mevrouw Renilde Reynders was zo vriendelijk deze brochure na te lezen en we danken haar voor alle tips. De brochure is slechts een momentopname. Ieder jaar zijn er nieuwe mogelijkheden. Daarom een oproep deze te signaleren om de brochure actueel te houden (info@schoolofeducation.eu). 3 1. EPOS vzw staat voor 'Europese Programma's voor Onderwijs, Opleiding en Samenwerking'. EPOS vzw is het Nationaal Agentschap van Vlaanderen dat instaat voor het implementeren van het Europees Programma «Een Leven Lang Leren». www.epos-vlaanderen.be

4

Buitenlandse stages: situering Jarenlang is het lopen van een stage in een buitenlandse school beperkt gebleven tot didactische oefeningen die slechts een klein gedeelte van het studieprogramma uitmaakten. Binnen Europa richtten de buitenlandse stages binnen het kader van Leonardo-projecten zich hoofdzakelijk tot het economisch, industrieel en beroepsonderwijs. Het nieuwe Lifelong Learning Programma (LLP) van de Europese Commissie maakt het sinds 2007 mogelijk dat ook lerarenopleidingen hun studenten/cursisten op stage sturen binnen Europa en zo werkervaring opdoen in een andere onderwijscontext. Intussen heeft de toenemende globalisering ervoor gezorgd dat de NOORD-ZUID problematiek meer onder de aandacht komt en groeit de behoefte tot meer sensibilisatie voor deze problematiek met het oog op het versterken van internationale solidariteit, wereldburgerschap en interculturele competentie. In het bijzonder worden de lerarenopleidingen gesensibiliseerd om hun studenten/cursisten internationale ervaringen te laten opdoen om zo toekomstige leraren op te leiden voor het creëren van leeromgevingen en -ervaringen voor jongeren en ouderen in de verruimde wereldcontext en om hen voor te bereiden op het omgaan met culturele verscheidenheid in de samenleving. Een van de belangrijkste instrumenten hiertoe voor nationale beleidsontwikkeling m.b.t. de ontwikkeling van lerarencompetenties en -kwalificaties is volgens de Europese Commissie MOBILITEIT 2 : Mobility should be a central component of initial and continuing teacher education programs. Teachers should be encouraged to participate in European projects and spend time working or studying in other European countries for professional development purposes. Deze mobiliteit hoeft niet steeds ver van huis te zijn. Binnen het kader van het Filipfonds 3 worden mogelijkheden gecreëerd om de verstandhouding en het wederzijds begrip tussen de verschillende taalgemeenschappen in België te bevorderen. Een betere beheersing van de andere landstaal is daartoe een belangrijke troef. Tijdens de recente visitatieronde van 2006-2007 bij de geïntegreerde lerarenopleidingen in Vlaanderen wezen de visitatiecommissies erop dat internationalisering in deze lerarenopleidingen nog verder ontwikkeld moet worden en dat de internationale dimensie binnen de opleiding grondiger moet worden uitgewerkt om meer/alle studenten/cursisten te bereiken. 4 5 Deze sensibilisatie binnen een lerarenopleiding kan een dubbel effect hebben: de sensibilisatie van de toekomstige leraar leidt hopelijk ertoe dat hij/zij op zijn/haar beurt deze gevoeligheid wakker maakt bij zijn/haar leerlingen. Een belangrijke return met multiplicatie-effect. 2. EUROPESE COMMISSIE, Common European Principles for Teacher Competences and Qualifications, online op http://ec.europa.eu/education/policies/2010/doc/principles_en.pdf. 3. Zie hiervoor het akkoord onder de Ministers van onderwijs van de drie taalgemeenschappen van 27 mei 2009 (zie Bijlage 1). 4. Zie hiervoor de visitatierapporten van de opleidingen leraar kleuter-, lager en secundair onderwijs (deze rapporten zijn te raadplegen op de website van de Vlaamse Hogescholenraad, VLHORA: www.vlhora.be).

6

Stages binnen Europa Inleiding Een Leven Lang Leren in Europa Het Europese Levenlang Leren Programma (LLP) is een subsidieprogramma, dat onderwijs en training ondersteunt in Europa. Het programma is opgebouwd uit verschillende sectorale programma s voor alle fases van een Levenlang Leren: activiteiten op school, op het college, op de universiteit, op de werkplek en in de gemeenschap. Leven Lang Leren Programma Het LLP loopt zeven jaar, van 2007 tot 2013, en bevordert onderlinge uitwisseling, samenwerking en mobiliteit tussen de onderwijs- en opleidingsstelsels in de Europese Gemeenschap, om te komen tot een kwaliteitsreferentie op wereldniveau. Leven Lang Leren past in de context van de strategische doelstellingen van Lissabon. Het programma is bedoeld ter ondersteuning van de modernisering en aanpassing van de onderwijs- en opleidingsstelsels in de lidstaten. Het geïntegreerde programma bestaat uit 4 sector programma s: Leven Lang Leren Programma 7 Comenius Schoolonderwijs Erasmus Hoger Onderwijs Leonardo da Vinci Beroepsonderwijs Grundtvig Volwasseneneducatie Gecentraliseerde en gedecentraliseerde acties Decentrale acties Deze sectorprogramma s kennen elk op zich weer twee onderdelen: centrale acties en decentrale acties. Bepaalde onderdelen, de zogeheten gedecentraliseerde acties, worden door het Nationaal Agentschap beheerd. Dit zijn voor Comenius bijvoorbeeld de schoolpartnerschappen of de mobiliteitsbeurzen van Erasmus. Voor vragen over deze acties kunt en moet u terecht bij het Nationaal Agentschap 5. Centrale acties Andere onderdelen echter, de gecentraliseerde acties, worden in opdracht van de Europese Commissie uitgevoerd door het Executive Agency 6 in Brussel waar je ook jouw aanvraag naar moet richten. Dit be- 5. In Vlaanderen is dit vzw Epos-Vlaanderen, www.epos-vlaanderen.be 6. The Education, Audiovisual and Culture Executive Agency (EACEA) is verantwoordelijk voor het organiseren van bepaalde Europese programma s op educatief, cultureel en audiovisueel vlak. http://eacea.ec.europa.eu

treft bijvoorbeeld het onderdeel Development of Innovation van Leonardo da Vinci of de Netwerken van Grundtvig. Daarnaast vallen ook het Transversale Programma en Jean Monnet onder de gecentraliseerde acties. Specifiek aan het transversale programma is dat de acties zich richten naar meer dan één sectorprogramma (Comenius, Erasmus, Leonardo da Vinci, Grundtvig). Een ICT-project dat de brug wil slaan tussen het secundair en het hoger onderwijs valt dus onder het transversale programma, een ICT-project specifiek voor volwasseneneducatie hoort thuis in Grundtvig. Het Transversale Programma bestaat uit vier sleutelactiviteiten (Key Activities) die focussen op beleidssamenwerking, talen, informatie- en communicatietechnologieën, effectieve disseminatie en exploitatie van projectresultaten: Key Activity 1 Policy cooperation and innovation in education and training Key Activity 2 Languages and language learning Key Activity 3 Development of ICT-based content and services Key Activity 4 Dissemination and exploitation of results of the programme 8 Voorbeelden van transversale programma s zijn: Sleutelactiviteit 1: studie en vergelijkbaar onderzoek, netwerking, ondersteunen van het LLL programma. Bijvoorbeeld: Onderzoek naar de indicatoren van ouderparticipatie aan het verplicht onderwijs. Of: Ontwikkeling van zakelijke competenties op school. Sleutelactiviteit 2: projecten waarbij taal centraal staat om emancipatie te bevorderen en grenzen te verruimen. Bijvoorbeeld: Multilingualiteit in Europa als een bron van integratie. Of: Talen ontmoeten sport: bevordering om talen te leren via sport. Sleutelactiviteit 3: projecten waarbij ICT gebruikt wordt om twee of meer educatieve sectoren te betrekken. Deze sleutelactiviteit behoort ook tot subprogramma s van Comenius, Erasmus, Grundtvig en Leonardo. Bijvoorbeeld: Sounds, een netwerk voor educatieve technologieën, of Bevordering en verbetering van eerder verworven ICT competenties en welzijn bij inter-generatieve en multi-sectorale educatie. Sleutelactiviteit 4: projecten waarbij disseminatie en LLP centraal staat, als ook programma s die deze kerndoelstelling mee helpen realiseren en ondersteunen. Bijvoorbeeld: Interculturele professionalisering van leerkrachten, of Tools om internationale werkstages te beheersen en begeleiden om zo de verworven competenties te erkennen en de kwaliteit van het leerproces te garanderen. LET OP: Het Nationale Agentschap kan wel algemene informatie geven over de centrale acties, maar voor specifieke vragen en subsidies dien je je te wenden tot het Executive Agency (EACEA) in Brussel. Op de website van het EACEA (http://eacea.ec.europa.eu/llp/index_en.htm) vind je een overzicht van de diverse subprogramma s, resultaten en aankondigingen van informatiedagen. Meestal vinden deze dagen in januari plaats. Op de volgende webpagina vind je de e-mailadressen van de diverse helpdesks, meer over de aanvraagprocedures, FAQ en diverse documenten: http://eacea.ec.europa.eu/llp/funding/2009/call_lifelong _learning_2009.htm Het Jean Monnet programma beoogt het bevorderen van onderwijs, onderzoek en reflectie op de Europese integratie van instellingen voor Hoger Onderwijs verspreid over heel de wereld. Bijvoorbeeld: ondersteuning voor universitaire associaties van professors en onderzoekers, bezig met Europese integratie. De projecten van Jean Monnet worden geselecteerd op basis van hun academische meerwaarde en relevantie. Zo zijn er momenteel ongeveer 3000 onderwijsprojecten binnen het veld van Europese integratie studies, waaronder verscheidene aangeboden Europese modules en permanente cursussen. De projecten van Jean Monnet bereiken jaarlijks 250000 studenten en 1500 professoren.

Stages van minstens drie maanden Inleiding Er zijn verschillende mogelijke acties om naar het buitenland te gaan binnen het kader van studies. De verschillende acties hebben elk hun specifieke vereisten qua duur, beursbedrag, inhoudelijke voorwaarden enzovoort. Wij maken hier een onderscheid tussen stages van minstens drie maanden en stages van minder dan drie maanden (zie Stages van minder dan drie maanden = max. 12 weken ). Zo biedt bijvoorbeeld het vernieuwde Socrates-programma Lifelong Learning Education and Training een aantal financiële tegemoetkomingen aan in de vorm van beurzen voor uitwisselingen van minimum drie maanden in het buitenland. Daarnaast kunnen er budgetten toegekend worden voor bezoeken en uitwisselingen van minder dan drie maanden zoals mogelijk is binnen het kader van Grundtvig. De verschillende mogelijkheden om binnen het kader van een stage van minstens drie maanden, waarbij de kern op werkplekleren ligt, komen in dit onderdeel aan bod. Tijdens zijn verblijf dient de student(e) namelijk een actieve rol te spelen en zijn/haar eigen leren in handen nemen en zal de stage vooral op werkplekleren gebaseerd zijn. Deze ervaringen dienen te worden gekoppeld aan de inzichten en denkkaders die tijdens de opleiding werden aangereikt. Het verblijf in het buitenland betekent ook een aanpassing van het studiecontract. Het nieuwe contract geeft aan van welke opleidingsonderdelen de student(e) wordt vrijgesteld en welke (leer)activiteiten hij/zij in de plaats moet opnemen. Het uitschrijven van een Training Agreement and Quality Commitment voor het vertrek gebeurt op basis van de leerdoelen van de student(e), het aanbod van de partnerschool en het akkoord van de thuisinstelling. We gaan dieper in op volgende types van stageverblijven: Erasmusbeurzen voor stage (Work Placement Grant), stages voor Hoger Onderwijs. Comenius Assistentschap, Schoolonderwijs: invulling en aanpak. Grundtvig Assistentschap, specifiek voor volwasseneneducatie. 9 Iedere actie heeft zijn eigen aanpak en regels (zie hiervoor www.epos-vlaanderen.be). De documenten en deadlines voor het komende jaar worden in het najaar aangepast op de website. De meeste projecten worden vanuit de lerarenopleiding zelf aangestuurd door de projectverantwoordelijke of doorgespeeld via de verantwoordelijke internationalisering. Erasmus Work Placement Grants (SMP 7 ): Erasmusbeurzen voor stage Doelstellingen Erasmus is een onderdeel van het onderwijsprogramma Levenslang Leren (LLP) van de Europese Commissie om samenwerking te bevorderen tussen deelnemende landen op alle onderwijsniveaus. Het programma stelt Erasmusbeurzen beschikbaar voor stages voor studenten van hogescholen en universiteiten bij ondernemingen, opleidingscentra, onderzoekscentra en organisaties in een ander deelnemend land. Naast deze SMP (Erasmusbeurs voor stage) is er ook een Erasmusbeurs voor studie (SMS 8 ) waar we hier niet verder op ingaan. Voorwaarden voor toekenning van de beurzen Aan Erasmus doen momenteel in totaal 31 landen mee: alle 27 lidstaten van de Europese Unie, plus IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Turkije. De bestemmingen hangen echter af van de afspraken die de universiteit of hogeschool heeft gemaakt met andere instellingen in het buitenland over het aantal studenten dat op stage kan (zie bilaterale akkoorden). 7. SMP: Student Mobility for Work Placement 8. SMS: Student Mobility for Study

10 1. De instelling voor Hoger Onderwijs bepaalt autonoom welke buitenlandse stages in aanmerking komen voor SMP. Bij haar beslissing kan ze rekening houden met een aantal principes: a. De stage moet onderdeel uitmaken van de opleiding en meetellen voor de aangevatte studie in Vlaanderen; b. De onderwijsinstelling dient de in het buitenland doorgebrachte stageperiode volledig te erkennen; c. De student(e) moet een leerovereenkomst van de stageperiode aangeboden krijgen. Zo n leerovereenkomst dient zowel door de eigen onderwijsinstelling als door het stagebedrijf / organisatie waar stage doorgaat bekrachtigd te worden; d. De stage in het buitenland dient fulltime te zijn; e. De stage is minimaal 3 maanden en maximaal 12 maanden. 2. De instelling voor Hoger Onderwijs selecteert autonoom de deelnemers die een beurs krijgen. Hiertoe organiseert ze een informatie- en selectiestrategie waarbij volgende principes gerespecteerd worden: a. De strategie moet fair, transparant, coherent en gedocumenteerd zijn; b. Belangenconflicten moeten worden vermeden; c. De selectiecriteria worden vooraf vastgelegd en bekend gemaakt; d. Bij de selectie wordt voorrang verleend aan kandidaten die een stage willen lopen in een ander land dan hun land van herkomst. 3. De studenten die zich kandidaat stellen voor een beurs moeten: a. Onderdaan zijn van een van de deelnemende landen aan het LLP-programma, ofwel erkend zijn als vluchteling of staatloos, ofwel een permanente verblijfplaats hebben in één van de deelnemende landen; b. Ingeschreven zijn als student(e) aan een hogeschool of universiteit die deelneemt aan het Erasmusprogramma en een European University Charter (EUC) heeft; c. Studenten die het eerste jaar volgen, komen eveneens in aanmerking voor SMP. 4. Elk bedrijf, elke onderneming met economische activiteiten in de publieke of privaatrechtelijke sector komt in aanmerking als stageplaats los van grootte, legale status en economische sector. 5. Europese instellingen, organisaties die Europese programma s beheren en nationale diplomatieke vertegenwoordigingen gelinkt aan de nationaliteit van de stagiair komen niet in aanmerking. Financiële tegemoetkoming De Erasmusbeurs wordt toegekend voor een fulltime 9 stage van minimaal drie en maximaal twaalf maanden. Deze verleende beursen zijn bedoeld als tegemoetkoming in de extra mobiliteitsuitgaven van de student, te weten: reiskosten, zo nodig de kosten voor een taalkundige voorbereiding, eventueel de hogere kosten van levensonderhoud in het gastland en andere bijkomende extra kosten. Deze beurs beoogt niet de volledige kosten van het buitenlandverblijf te dekken. Categorie A Voor stages van minimaal drie maanden (max. 12 maanden) wordt het beursbedrag bepaald op basis van bedragen uitgedrukt in maanden. Het beursbedrag omvat zowel het verblijf als het transport en wordt forfaitair toegekend. Voor ieder bijkomende week tussen 3-12 maanden wordt het bedrag van short term higher vocational education gebruikt (zie categorie B op pagina 14). Categorie C Voor overzeese gebieden bestaat het beursbedrag per deelnemer uit een verblijfsvergoeding (forfaitair) en een transportvergoeding (te bewijzen) van max. 600 Euro. Het beursbedrag toegekend voor Studentenmobiliteit Work Placement (SMP) moet hoger zijn dan het beursbedrag voor Studentenmobiliteit Study Grants (SMS). Voor SMP kent het Nationaal Agentschap (EPOS Vlaanderen) een aparte lump sum 10 toe aan instellingen die over een extended EUC 11 beschikken alsook de consortia die een Erasmus Work Placement 9. Het aantal uren van een fulltime stage moet in lijn zijn met de uren die het personeel per week werkt in Europa. 10. Lump sum: Is een bepaald bedrag dat forfaitair wordt toegekend en waarvoor geen gedetailleerde verantwoording moet worden gegeven bv. via facturen of onkostennota s. 11. Toelagen voor studentenmobiliteit betreffende studie, onderwijsopdrachten en stafmobiliteit kunnen slechts aan onderwijsinstellingen worden toegekend die in het bezit zijn van een geldig EUC (European University Charter). Betreft de studentenmobiliteit een stage, dan dient de instelling in het bezit te zijn van een geldig Extended EUC.

Certificaten verworven hebben en effectief work placements, of stages, zullen organiseren. Deze lump sum omvat zowel de financiering van de organisatie van mobiliteit als de beurzen voor de deelnemers. Als parameters worden de gemiddelden gebruikt van de percentages verwachting voor het komende jaar (duurtijd en kostprijs) en de realisatie van het voorbije jaar, waarbij de past performance het zwaarst doorweegt. In te leveren documenten Training Agreement and Quality Commitment Student Mobility for Placement: Final Report Form Voor verdere inlichtingen Zie www.epos-vlaanderen.be ERASMUS acties Mobiliteit - Stages voor studenten in ondernemingen, opleidingscentra, onderzoekscentra en andere organisaties Neem contact op met de ERASMUS coördinator van je onderwijsinstelling. Deadline voor aanvraag Te bepalen door de onderwijsinstellingen in onderling overleg. Samenwerking en uitwisselingen binnen het kader van COMENIUS-ASSISTENTSCHAPPEN Doelstellingen Met de actie Comenius-assistentschappen krijgen leraren in spe de kans om meer inzicht te verwerven in de Europese dimensie van leren en lesgeven, en hun kennis van vreemde talen, andere Europese landen alsook de buitenlandse onderwijsstelsels te vergroten en de eigen didactische vaardigheden uit te breiden/verruimen. Activiteiten Assistenten dienen volledig betrokken te worden bij het dagelijks leven in een gastinstelling die kleuter-, lager en/of secundair onderwijs aanbiedt. Ze kunnen op verscheidene scholen tegelijk - maar niet meer dan drie - gestationeerd zijn, hetzij om hun de nodige variatie in het werk te bieden, hetzij om tegemoet te komen aan de specifieke behoeften van scholen in de directe omgeving. De gastinstelling dient een gediplomeerde, ervaren onderwijsgevende te belasten met de supervisie van de werkzaamheden van de assistent. De taken die een assistent mag uitvoeren zijn onder meer: Assistentie verlenen bij klassikaal onderwijs en ondersteuning bieden bij groepswerk en bij projectgerichte lesactiviteiten. De passieve en actieve beheersing van vreemde talen van de leerlingen verbeteren door les te geven in de eigen moedertaal. Ondersteuning bieden aan leerlingen met speciale onderwijsbehoeften, informatie verstrekken over het eigen land. De Europese dimensie in de gastinstelling introduceren of versterken. Verdere concretisering en operationalisering zijn hierbij nodig. 11 Selectie Onder leraren in spe verstaat de Europese Commissie: Wie minstens 2 jaar studie die toegang geeft tot het lerarenambt, succesvol heeft afgerond bij de start van het assistentschap. Deze beurzen zijn dus ook toegankelijk voor de cursisten van de CVO s. Wie een dergelijke studie succesvol heeft afgerond maar nog niet eerder tewerkgesteld was als leerkracht. Assistenten worden op basis van leerprestaties en motivatie door het Nationaal Agentschap van hun thuisland 12 geselecteerd. Het Nationaal Agentschap voert ook de matching uit tussen de vragende gastschool en de geïnteresseerde kandidaat. Deze kan in zijn aanvraag bepaalde voorkeuren te kennen gegeven (cf. punt 5: Preferred Profile of Assistantship). Een Comenius-assistentschap kan slechts eenmaal worden toegekend. 12. In Vlaanderen is dit vzw Epos-Vlaanderen.

Planning Deadline voor aanvraag is januari. Kijk voor de juiste datum op de website van EPOS vzw. Voor elke ontvangen aanvraag versturen ze een ontvangstbewijs met een dossiernummer (begin februari). Aanvragen worden gecontroleerd op ontvankelijkheid. Wie een onontvankelijke aanvraag indiende, wordt daarvan op de hoogte gebracht (februari). Aanvragen worden inhoudelijk beoordeeld en gerangschikt volgens score (maart). In volgorde van score en rekening houdend met het beschikbaar budget, worden kandidaat-assistenten aan buitenlandse gastscholen gekoppeld (april). Kandidaat-assistenten ontvangen van EPOS-Vlaanderen een voorstel van gastschool of het bericht dat hun aanvraag niet werd goedgekeurd (mei). Duurtijd: min. 3 maanden tot een volledig schooljaar Uitvoering: in periode tussen 1 augustus en 31 juli van het jaar daarop. Kijk voor de juiste data op de website van EPOS vzw. Financiële tegemoetkoming De subsidie die assistenten ontvangen, is bedoeld voor een assistentschap van drie maanden tot maximaal één schooljaar aan een onderwijsinstelling (basis en/of secundair onderwijs) in een ander land dat aan het programma Een Leven Lang Leren deelneemt. EPOS vzw zal in eerste instantie slechts beurzen toekennen voor max. 20 weken. De Comenius-assistent ontvangt eveneens een forfaitaire beurs voor reis- en verblijfkosten. Voor concrete getallen kan je terecht op de website van EPOS vzw. Er kan een bijdrage toegekend worden op basis van een forfaitaire vergoeding voor pedagogische, taalkundige en culturele voorbereiding. Gelieve de website van uw Nationaal Agentschap 13 te raadplegen voor meer informatie over het bedrag. Activiteiten die in aanmerking komen zijn voorbereidende bijeenkomsten, culturele voorbereiding, taalkundige voorbereiding en/of de pedagogische voorbereiding van Content en Language Integrated Learning (CLIL). De ontvangende Vlaamse school die een buitenlandse Comenius-assistent aanvraagt, krijgt geen subsidies. 12 Voor verdere inlichtingen Zie www.epos-vlaanderen.be Programma s COMENIUS vooral: Oproepen en deadlines, alsook de rubriek: Zoekertjes Downloads LLP Comenius: Application Form 2010 for Comenius Assistantships (Individuals) FAQ i.v.m. assistentschappen Externe links Zie ook: de gespecialiseerde website rond Comenius - assistentschappen die werd ontwikkeld in samenwerking met de Stichting Ryckevelde: http://comeniusassistent.ryckevelde.be Deadline voor de aanvraag De student/cursist moet zijn aanvraag indienen bij het Nationaal Agentschap Vlaanderen, EPOS vzw, Hendrik Consciencegebouw 7C, Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel via het geëigende aanvraagformulier (zie downloads) en dit tegen eind januari van het academiejaar dat voorafgaat aan het academiejaar waarin de student/cursist zijn assistentschap als stage plant. Het kan ook ingediend worden in het laatste jaar van zijn studies, met het oog op een assistentschap nadat de studies werden afgerond. Samenwerking en uitwisselingen binnen het kader van GRUNDTVIG-ASSISTENTSCHAPPEN Doelstellingen Dankzij een Grundtvig-assistentschap kan huidig, ex- en toekomstig personeel in de volwasseneneducatie - formeel of informeel - gedurende een periode van 13 tot 45 weken als Grundtvig-assistent werken in een organisatie voor volwasseneneducatie in een ander Europees land dat deelneemt aan het programma een 13. www.epos-vlaanderen.be

Leven Lang Leren. Het programma richt zich zowel op cursisten van de CVO voor volwasseneneducatie als op instellingen van Hoger Onderwijs 14. Het Grundtvig programma zoekt een antwoord op de uitdagingen die zich stellen door de veranderingen in de maatschappij en de arbeidsmarkt. Volwassenen worden genoodzaakt hun kennis bij te stellen; er is nood aan opleidingsmogelijkheden waardoor ze hun knowhow en competenties kunnen verbeteren en ze zich kunnen aanpassen aan deze evoluerende, vergrijzende maatschappij. Activiteiten De taken waartoe een Grundtvig-assistent kan bijdragen, omvatten onder meer: De toegankelijkheid en de kwaliteit van mobiliteit voor mensen die betrokken zijn in de volwasseneneducatie verbeteren; het aantal mobiliteitsactiviteiten doen toenemen tot min 7.000 individuen per jaar tegen 2013. De kwaliteit en het aantal samenwerkingsverbanden tussen de organisaties uit de volwasseneneducatie in Europa doen stijgen. Het ondersteunen van mensen uit kwetsbare groepen en uit een sociaal-zwakke context; met bijzondere aandacht voor ouderen en ongekwalificeerden zodat ook zij via andere wegen toegang verkrijgen aan de volwasseneneducatie. De ontwikkeling van vernieuwende methoden in de volwasseneneducatie en de transfer ervan naar andere landen. De ontwikkeling van vernieuwende ICT-gebaseerde inhoud, diensten, pedagogische toepassingen in de context van een leven lang leren. De pedagogische benaderingen van en het management in de organisaties van de volwasseneneducatie verbeteren. Grundtvig-assistenten moeten volledig opgenomen worden in het leven aan de gastinstelling. Aangezien de Assistentschappen toegankelijk zijn voor alle personeel uit de volwasseneneducatie, verschillen het ervaringsniveau en de anciënniteit van de deelnemers aanzienlijk. Afhankelijk van zijn/haar specifieke profiel, kan de Assistent: Vooral een assisterende rol spelen in de gastinstelling door te helpen bij verschillende onderwijs- of managementactiviteiten. Volledig verantwoordelijk zijn voor één of meer cursussen of een speciaal aspect van het management aan de gastinstelling (in dergelijke gevallen spreekt men van "Expert-assistentschappen"). Assistenten moeten tijdens hun Assistentschap aan één specifieke organisatie verbonden zijn. Zij mogen echter activiteiten uitoefenen in verschillende gastinstellingen, om variatie in hun werk te brengen of om aan bepaalde noden van naburige instellingen voor volwasseneneducatie tegemoet te komen. 13 Selectie Wie komt in aanmerking? Leerkrachten en ander personeel uit de volwasseneneducatie, opleiders die aan dergelijk personeel nascholing geven, voormalige leerkrachten (of ander voormalig onderwijspersoneel) die na een periode van afwezigheid opnieuw professioneel in de volwasseneneducatie aan de slag gaan, afgestudeerden met een diploma in de volwasseneneducatie / andragogiek, en studenten die voor een dergelijk diploma studeren en het grootste deel van hun opleiding al afgewerkt hebben (meer informatie vindt u in de Oproep 2009). Zowel de student, de uitzendende organisatie als de ontvangende organisatie moeten lid zijn van een land dat deelneemt aan het LLP. 1. Kandidaten moeten zelf een gastorganisatie uitzoeken waar ze hun assistentschap willen doorbrengen maar kunnen een beroep doen op het Nationaal Agentschap 15 (NA) Vlaanderen dat gegevens kan doorspelen. De goedkeuring van de gastorganisatie moet worden gevoegd bij de aanvraag. Het verbonden zijn aan één bepaalde organisatie neemt niet weg dat de assistent stage kan lopen in meerdere organisaties hetzij om meer variatie in het werk in te bouwen, hetzij om tegemoet te komen aan specifieke lokale behoeften in lerende organisaties voor volwassenen. 2. Organisaties die een assistent willen ontvangen, worden gevraagd zich te registreren in de daarvoor voorziene Europese databank. Meer informatie hierover is op aanvraag te verkrijgen bij de NA's. 14. Organisaties en instellingen die vorming geven aan volwassenen, en hun personeel, verenigingen en vertegenwoordigers uit de volwasseneneducatie, met inbegrip van leraren- en cursistenverenigingen, personen en instanties die op lokaal, regionaal en nationaal niveau verantwoordelijk zijn met één of meer aspecten van de volwasseneneducatie, ondernemingen, (zie www.epos-vlaanderen.be). 15. www.epos-vlaanderen.be

3. De selectie van de kandidaten gebeurt door het Nationaal Agentschap (NA) Vlaanderen. Het NA Vlaanderen (EPOS) geeft prioriteit aan aanvragers die kandideren voor een land waar een LWULT (Less Widely Used Less Taught 16 ) taal een officiële taal is. Planning De student/cursist moet zijn aanvraag indienen bij het Nationaal Agentschap Vlaanderen, EPOS vzw, Hendrik Consciencegebouw 7C, Koning Albert II-laan15, 1210 Brussel met het geëigende aanvraag formulier: Aanvraagformulier voor GRUNDTVIG - assistenten 2010. En dit tegen einde maart van het academiejaar dat voorafgaat aan het academiejaar waarin de student/cursist zijn assistentschap als stage plant. Kijk voor de juiste data en formulieren op de website van Epos-Vlaanderen vzw. Financiële tegemoetkoming De Grundtvig - assistenten ontvangen een beurs die bijdraagt in hun reis- en verblijfskosten. De beurs kan slechts eenmaal om de drie jaar aan dezelfde persoon worden toegekend. Een aanvullende beurs kan worden toegekend voor taalvoorbereiding of het bijwonen van een introductiecursus. Voor pedagogische, culturele en/of taalvoorbereiding kan een forfaitaire toelage van max. 75 euro worden toegekend. Verdere inlichtingen www.epos-vlaanderen.be programma s GRUNDTVIG downloads www.epos-vlaanderen.be oproepen en deadlines Stages van minder dan drie maanden (max. 12 weken) 14 Erasmus Work Placement Grants (SMP) Categorie B Stages in het kader van short term higher vocational education hebben een minimum duurtijd van 2 weken (max. 12 weken). De verblijfsvergoeding is afhankelijk van de duurtijd en het land van bestemming en wordt forfaitair toegekend. De transportvergoeding (H/T) is afhankelijk van de afstand met een max. van 600 euro. De transportvergoeding wordt terugbetaald op basis van de reële transportkosten. De maxima die kunnen worden toegekend, zijn afhankelijk van de afstand Brussel en plaats van bestemming in vogelvlucht 17. Andere korte stages van max. 12 weken Er zijn verschillende organisaties die korte stages ondersteunen, zoals service clubs, UNESCO, multilaterale organisaties zoals de Verenigde Naties, de OESO of de Raad van Europa. Ook het Fonds voor Wetenschappelijk onderzoek ondersteunt korte stages voor studenten verbonden aan de universiteit. Volgende links kunnen je alvast op weg helpen: www.fwo.be www.unesco.org www.oeso.org www.serviceclubs.eu www.un.org www.coe.int 16. LWULT: weinig gesproken, weinig onderwezen taal 17. www.geobytes.com/citydistancetool.htm

Stages in de Franse en Duitstalige Gemeenschap in België Inleiding De beheersing van verschillende talen is niet enkel een belangrijke troef op de arbeidsmarkt maar slaat ook bruggen tussen de verschillende culturen en maakt het mogelijk elkaar beter te begrijpen en samen te leven. Door de kennis van elkaars taal leren we elkaar maar ook onszelf beter kennen. Het taalonderwijs in België staat voor een uitdaging op het pedagogische, politieke en sociaal vlak, vooral op niveau van de sociale cohesie. Erasmus Belgica Omschrijving Voor de Europese Unie is België een unitaire staat en geen deelstaat met drie taalgemeenschappen. Wallonië of de Duitstalige gebieden worden niet gezien als buitenland en een officieel ERASMUS-verblijf in Wallonië of de Oostkantons kan dus niet. Hetzelfde geldt voor de Frans- of Duitstalige studenten die naar Vlaanderen willen komen. Om deze uitwisselingen toch te ondersteunen werd het programma ERASMUS BELGICA gecreëerd, een intern Belgisch Erasmus-programma onder toezicht van het Prins Filipfonds (www.prins-filipfonds.org). De mogelijkheid richt zich tot zowel studenten als docenten. De docenten kunnen een uitwisseling doen met een andere Belgische hogeschool. De bedoeling is docenten en studenten vooral een taal- en cultuurbad te geven. De organisatie en modaliteiten lopen gelijk met de klassieke Erasmus-uitwisselingen (bv. ingeschreven zijn aan de uitzendende onderwijsinstelling en daar geselecteerd worden voor een uitwisseling, het sluiten van een bilateraal akkoord tussen de partnerinstellingen, e.d.). Dit fonds subsidieert vanaf 2007-2008 naast studieverblijven ook stages van drie of meer maanden aan weerszijden van de taalgrenzen. Meestal ontvangen de studenten een eenmalige premie van 100 euro bij vertrek en nog eens 100 euro per maand wanneer ze ter plaatse verblijven. De stage gaat door in Fransof Duitstalige scholen en de onderwijstaal is Frans of Duits. De stage wordt gesuperviseerd door de Fransof Duitstalige partnerschool waarmee de Vlaamse onderwijsinstelling een bilateraal akkoord heeft afgesloten. 15 Deadline voor aanvraag Te bepalen door de onderwijsinstellingen in onderlinge afspraak. Informatie www.epos-vlaanderen.be Erasmus Belgica. Onderaan de tekst kan de informatiebrochure worden afgehaald www.prins-filipfonds.org Erasmus Belgica docenten of studenten Immersiestages Omschrijving Een bijzondere vorm van stage is de immersiestage waarbij bepaalde vakken in Frans- of Duitstalige scholen in het Nederlands worden gegeven door Nederlandstalige leraren en omgekeerd, in Vlaamse scholen door Frans- of Duitstalige leraren in het Frans, respectievelijk Duits. Het Prins Filipfonds ondersteunt deze projecten vanuit haar doelstellingen de onderlinge verstandhouding tussen de gemeenschappen te bevorderen en de beheersing van de andere landstalen te stimuleren. Vooral rond de taalgrens is

er een groeiend aanbod van dit soort stages zowel in kleuter-, lager als secundair onderwijs. Zie bijlage 1 voor een lijst van scholen die immersiestages aanbieden in Waals Brabant en Brussel. In tegenstelling tot ERASMUS BELGICA volstaat een gewone stageovereenkomst. Een bilateraal akkoord is niet noodzakelijk. Vooral vanuit het Franstalig onderwijs is er een grote vraag naar (stagiaire-)lesgevers en lesgeven in het Frans- of Duitstalige onderwijs is een extra ervaring. Deadline voor aanvraag Meestal te regelen via de stagecoördinator van de lerarenopleiding. Kennismakings- of inleefstages Op 27 mei 2009 sloten de ministers van Onderwijs een onderling akkoord om de samenwerking en contacten tussen de drie taalgemeenschappen te bevorderen o.a. stages voor studenten in de Geïntegreerde Lerarenopleidingen van de drie gemeenschappen: in de eerste plaats Bachelors in Onderwijs: Secundair Onderwijs. Gasthogescholen kunnen na goedkeuring van hun project 500 euro krijgen voor de ontvangst van studenten. De betrokken student(e) ontvangt een basisbedrag van 200 euro voor een stage van 3 à 4 weken + 50 euro per extra week (vanaf week 5), met een max. van 500 euro per student(e). De departementen Onderwijs zijn volop bezig met de verdere uitwerking van dit initiatief. Deadline voor aanvraag Meestal te regelen via de stagecoördinator van de lerarenopleiding. Het akkoord voorziet ook mogelijkheden om extra onderwijsbevoegdheid te verwerven in een bepaald vak en denkt op langere termijn aan kansen tot bidiplomering tussen hogescholen van de verschillende taalgemeenschappen. 16

Organisaties die (buitenlandse) stages aanbieden of faciliteren Nationaal Agentschap van het Departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap 1. Voor Erabel- en Erasmusuitwisselingen gelden de bilaterale akkoorden tussen twee onderwijsinstellingen. De internationale coördinator van de onderwijsinstelling vraagt de beurzen bij het Nationaal Agentschap in Brussel aan. De beurzen zelf worden gestort op de rekening van de onderwijsinstelling die ze aan de studenten uitbetaalt. 2. Voor de Comenius-assistenschappen koppelt het Nationaal Agentschap de kandidaat aan de organisatie die een stage aanbiedt. De onderwijsinstelling onderhandelt dan verder over de modaliteiten waaraan de stage moet voldoen. De uitbetaling van de beurs gaat rechtstreeks naar de Comeniusassistent. 3. Voor de Grundtvig-assistenschappen moet de kandidaat zelf - eventueel met hulp van het Nationaal Agentschap dat gegevens doorspeelt - een buitenlandse organisatie contacteren en een contract met deze organisatie toevoegen aan zijn aanvraag bij het Nationaal Agentschap. De uitbetaling van de beurs gebeurt rechtstreeks aan de Grundtvig-assistent. Bemiddeling door de ambassades van de Europese landen 17 Er werden 32 Europese ambassades in Brussel aangeschreven met de vraag om informatie betreffende een gecentraliseerde bemiddelingdienst en de stagevoorwaarden in het onderwijs van hun land. Van de aangeschreven ambassades heeft ongeveer 1/3 geantwoord. De rode draad doorheen de antwoorden komt in hoofdzaak hierop neer: Er is in de Europese landen geen gecentraliseerde dienst die bemiddelt voor stages in het onderwijs. Het contact dient rechtstreeks te verlopen met de individuele onderwijsinstellingen (cf. Bilaterale akkoorden voor ERASMUS). De meeste landen wijzen ook op het taalprobleem wanneer een stagiaire in een vreemde taal moet lesgeven. Het is echter een belangrijk pluspunt voor je beroepsleven om vakken te leren geven in een andere instructietaal, dit noemt men ook: CLIL (Content and Language Integrated Learning). In heel wat landen boekt men hiermee goede resultaten, evenals met het vervroegd leren van talen. Door de gevoeligheden op vlak van het taalbeleid hinkt Vlaanderen op deze beide terreinen achterop ten opzichte van andere landen. Een student(e) / leraar / cursist(e) die in het buitenland een vak/discipline onderwijst in een andere taal kan ervaring opdoen met CLIL. Dit is een zeer nuttige ervaring want vermoedelijk zal Vlaanderen CLIL noch het invoeren van het vervroegd leren van talen kunnen blijven negeren. De diensten wijzen ook op het belang van afspraken rond de stages m.a.w. de aanvragende onderwijsinstelling zal een soort kader moeten aanreiken waarbinnen de stageactiviteiten dienen te passen. Bv. de duur van de stage, de periode waarin de stagiaires kunnen komen, in welke taal ze zullen/willen onderwijzen, wie verantwoordelijk is voor de begeleiding van de stagiaires, in welke mate de stagescholen zelf betrokken worden in de begeleiding i.s.m. het buitenlandse opleidingsinstituut, enz. De meeste aangeschreven landen stuurden ook adressen en websites door waarop geïnteresseerden de nodige contactinformatie kunnen vinden.

Het Vlaams-Europees Verbindingsagentschap Het Vlaams-Europees Verbindingsagentschap (vleva) heeft als taak het Vlaamse middenveld en de Vlaamse overheden (lokaal en regionaal) enerzijds te benadrukken op Europees beleidsniveau en anderzijds het Vlaamse middenveld en de Vlaamse overheden zo goed mogelijk te informeren over Europese dossiers en financieringsmogelijkheden. Vleva streeft ernaar om een zo volledig mogelijk overzicht te bieden van Europese subsidies: http://www.vleva.eu/subsidiewijzer. 18

Taalvoorbereiding Criteria voor de taalvoorbereiding van studenten worden door elke instelling hoger onderwijs individueel vastgelegd. Uit de praktijk zijn volgende criteria bekend: De student(e) beheerst de taal die men in het land van bestemming spreekt. Het is niet mogelijk lessen te volgen (of te geven) als men de taal niet begrijpt of zich niet verstaanbaar kan maken. De taalvoorbereiding is echter een individueel initiatief van iedere student(e). Studenten, die kiezen voor een buitenlandse stage, volgen tijdens het semester voor vertrek (intern en zover dit mogelijk is) lessen in de taal van het land van bestemming. Vanuit de opleiding kan een aantal initiatieven aangereikt worden (bv. organiseren van taalcursussen). Voor taalcursussen die niet door de instelling aangeboden worden, is een financiële tegemoetkoming mogelijk. De student(e) volgt de taal in de avondschool. De studiepunten tellen soms mee als een keuzevak. Als het een in het secundair onderwijs gevolgde taal (Engels, Frans of Duits) betreft, kan er een intakegesprek gehouden worden door de opleidingsinstelling om te zien of de kandidaat zich vlot kan voorstellen en uitdrukken in die taal. Het aanvraagformulier op Epos-Vlaanderen is enkel beschikbaar in het Engels. Het formulier kan evenwel ook in het Nederlands of het Frans worden ingevuld. Hou er echter rekening mee dat het aanvraagformulier doorgestuurd wordt naar de partnerschool waar men het Nederlands gewoonlijk niet machtig is. Vandaar dat het aanvraagformulier niet vertaald is naar het Nederlands en enkel in het Engels beschikbaar gesteld wordt. Opmerking: bepaalde instellingen organiseren ook specifieke taalcursussen als voorbereiding voor studenten en stagiaires die in het land komen studeren of stage lopen.(cf. Instituut voor Levende Talen). Deze taalcursussen worden vaak tijdens de zomermaanden aangeboden of bij het begin van het wintersemester. Deze cursussen worden door Europa gefinancierd. 19

20

Verdere aandachtspunten Naast de richtlijnen van de Europese Commissie, het Nationaal Agentschap en de eigen onderwijsinstelling zijn er ook nog de richtlijnen van de partnerinstelling in het land waarheen de student/cursist trekt, waarmee rekening gehouden moet worden. De partnerinstellingen Meestal vermelden de partnerinstellingen hun toelatingsvoorwaarden voor een verblijf of stage op hun inschrijvingsformulier of registration form. Het gaat dan om de toevoeging van bv. Resultaten van eerder afgelegde opleidingsonderdelen in de lerarenopleiding. Een bewijs van beheersing van het Engels/Frans of andere vreemde taal. Een uittreksel uit het strafregister. Een bewijs van ziekteverzekering. Een bewijs van een ongevallenverzekering, repatriëring,. Ook de organisatie van de huisvesting verschilt van partner tot partner: de aard van huisvesting: studentenresidentie, in familie, op de privémarkt, de hulp bij het zoeken van huisvesting: meestal wordt de huisvesting beheerd door een afzonderlijke dienst. Binnen Europa 21 Binnen Europa zijn er ook een aantal aandachtspunten. Een verblijf van 90 dagen kan gewoon met een toeristenvisum. Een verblijf van meer dan 90 dagen vraagt heel wat meer administratie. Dan zijn er nog de verschillen per land: Belgen moeten voor Turkije een visum hebben. Voor bepaalde landen heb je een paspoort nodig, voor andere niet. De website (www.diplomatie.be/nl/default.asp) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is hiervoor een goede informatiebron. Enkele aandachtspunten: Identiteitskaart of paspoort en visum. Gangbare munt en wisselkoers. Gezondheidszorg en medische aanbevelingen. Veiligheid. Politieke situatie. Verder valt het te overwegen in welke mate het nuttig is een annulatie- en/of reisverzekering af te sluiten. Ga hiervoor ook na wat de verzekering van de eigen onderwijsinstelling dekt.

22

Bijlagen Bijlage 1. Scholen die immersiestages aanbieden Waals-Brabant Onderwijsniveau Naam Directeur/directrice Adres Telefoon E-mail Secundair Onderwijs Institut Saint-Albert M. Philippe Tock Avenue Fernand Charlot 35 1370 Jodoigne Secundair Onderwijs Collège du Christ-Roi M. Guerriat Rue de Renivaux 25 1340 Ottignies 010/811250 stalbert.jodoigne@sec.cfwb.be 010/420470 pierre.guerriat@sec.cfwb.be Brussel Onderwijsniveau Naam Directeur/directrice Adres Telefoon E-mail Basisonderwijs Secundair Onderwijs Secundair Onderwijs Secundair Onderwijs Secundair Onderwijs Basis- en Secundair Onderwijs Secundair Onderwijs Secundair Onderwijs Basisonderwijs Secundair Onderwijs Basis- en Secundair Onderwijs Onderwijsniveau niet bekend Institut Marie Immaculée Monjoie Institut des Sœurs de Notre-Dame M. Moyson Rue des Résédas 51 1070 Anderlecht M. Littré Rue de Veeweyde 40 1070 Anderlecht Institut Saint André Mme Deleixhe Avenue de l Hippodrome 180 1050 Bruxelles Institut Saint Boniface M. Klimis Rue du Viaduc 82 1050 Ixelles Institut Sainte Ursule Mme Croes Avenue des Armures 39 1190 Forest Institut Saint-Louis Mme Maquet Rue du Marais 113 1000 Bruxelles Institut de la Sainte Famille d Helmet Centre Scolaire Notre- Dame de la Sagesse Collège du Sacré-Cœur Institut de la Vierge Fidèle Mme Beckers Rue Chaumontel 5 1030 Schaerbeek Mme Ponchon Avenue Van Overbeke 10 1083 Ganshoren M. Zocastello Rue Louis Delhove 65 1083 Ganshoren M. Hastrais Place Jamblinne de Meux 14 1030 Scaerbeek Collège Saint-Pierre M. Claude Voglet Avenue Coghen 213 1180 Bruxelles Institut des Dames de Marie Mme Drouart Rue Vergote 40 1200 Woluwe-Saint-Lambert 02/5216325 ph.moyson@hotmail.com 02/5210441 fhubert@isnd.be 02/6486288 direction@isaxl.be 02/5115349 michelklimis@saint-boni.be 02/3441288 joelle.croes@belgacom.net 02/2091711 isl.human@skynet.be 02/2166181 cbeckers.1003@ens.irisnet.be 02/4281127 ch.ponchon@ndsagesse.net 02/4258722 zocastello@sacrecoeurganshoren.be 02/7368497 marc.hastrais@vf-bxl.be 02/3445058 direction.sec.cspu@swing.be 02/7432790 drouartmf@yahoo.fr 23

Bijlage 2. EUROPASS Inleiding Europass is een initiatief van de Europese Commissie om mobiliteit bij werken en leren binnen Europa te vergemakkelijken. Er is zowel een Europass voor werknemers als voor werkgevers. Europass helpt Europese burgers om hun kwalificaties en competenties zichtbaar te maken over de grenzen heen. Met Europass kan je duidelijk maken wie je bent, wat je geleerd hebt en wat je kan. Zo wordt solliciteren een stuk makkelijker, en dit in heel Europa. Europass is een verzamelmap (portfolio) van documenten waarmee je je hele loopbaan in kaart kan brengen. De Europass-documenten bestaan in alle talen van de Europese Unie, de Europese Economische Ruimte (EER) en de kandidaat-lidstaten en zien er in alle talen identiek uit. De 5 Europass documenten zijn: 1. Europass-CV 2. Europass Taalpaspoort 3. Europass-Mobiliteit 4. Europass Diplomasupplement 5. Europass Certificaatsupplement Individueel aan te maken Het Europass-CV (Curriculum Vitae) Het Europass-CV is een standaard CV dat er in alle Europese talen identiek uitziet. Het CV geeft de ruimte om competenties te beschrijven die in of buiten het onderwijs verworven zijn. De taalvaardigheden kunnen nauwkeurig omschreven worden en op die manier helpt Europass om in heel de Europese Unie te solliciteren. 24 Het Europass-Taalpaspoort Met het Europass-Taalpaspoort kan de taalkennis precies in kaart gebracht worden en deze documenteren met bijlagen. Iedere Europese burger kan het Europass-CV of Taalpaspoort aanmaken op europass.cedefop.europa.eu. In te vullen door de bevoegde instanties De Europass-Mobiliteit De Europass-Mobiliteit is een document dat de buitenlandse leerervaring zichtbaar maakt. De Europass- Mobiliteit kan niet zelf aangemaakt worden, maar de organisatie die de Europese leerervaring begeleidt, meestal een onderwijs- of opleidingsinstelling levert deze af. Organisaties die de Europass-mobiliteit willen uitreiken voor hun leerders, kunnen terecht bij het Nationale Europass Centrum (www.europassvlaanderen.be). Daar is de informatie over de noodzakelijke kwaliteitscriteria en een applicatie om de Europass-Mobiliteit elektronisch aan te vragen beschikbaar. Het Europass-Diplomasupplement (in het hoger onderwijs) Het Europass-Diplomasupplement is een document dat samen met een diploma hoger onderwijs krijgt. Het verduidelijkt de inhoud van de studies en de structuur van het onderwijs in het land van uitwisseling. Zo is het voor de buitenlandse werkgever gemakkelijker om het diploma te begrijpen en te vergelijken. Het Europass-Certificaatsupplement (voor beroepsopleiding) Het Europass-Certificaatsupplement is een document dat samen met een certificaat van beroepsopleiding ontvangen wordt. Het Certificaatsupplement beschrijft de competenties verworven tijdens de opleiding en geeft een lijst van beroepen die met het certificaat uitgeoefend kunnen worden. De Vlaamse certificaatsupplementen zijn te downloaden onder www.europass-vlaanderen.be/cs. Europass Mobiliteitswizard De Europass Mobiliteitswizard is een handig hulpmiddel dat snel leidt naar informatie over scholing, stage of werk in het buitenland (www.europass.nl/nl/default.asp). Externe links: www.europass.cedefop.europa.eu : de Europese Europass-website www.europass-vlaanderen.be : de Vlaamse Europass-website contact: europass@vdab.be