Flexibele Arbeidsrelaties: Vast versus Tijdelijk Contract



Vergelijkbare documenten
BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS

DOORWERKEN TOT 65 JAAR OF LANGER: WENSEN EN VERWACHTINGEN?

Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers

OUDERE WERKNEMERS. Inhoudsopgave

SCHOLING IN CAO-AFSPRAKEN

METING ARBEIDSKLIMAAT OUDERE WERKNEMERS afsluitend rapport

SCHOLING IN CAO-AFSPRAKEN

OUDEREN. Onderzoek op basis van de Loonwijzer AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

Het werkende leven van twintigers

LEVENSLOOP EN POP. Onderzoek op basis van de Loonwijzer AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

Weer aan het werk als uitzendkracht: vaker wisseling van baan en sector na werkloosheid Jeroen van den Berg en Hester Houwing (UWV)

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

De arbeidsmarkt: crisistijd en trends

IS DE COMBINATIE VAN ARBEID EN ZORG

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Arbeidsmarktcijfers Taxibranche

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Werkloosheid 50-plussers

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Wet werk en zekerheid een overzicht 1

De Wet Werk en Zekerheid Alle maatregelen overzichtelijk onder elkaar Payrolling als flexibel alternatief

WERKEN BIJ INTERNATIONALE

Wet werk en zekerheid een overzicht 1

Nieuwsbrief juli 2014 Wet Werk en Zekerheid

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Een halve eeuw arbeidsmarkt. 14 december 2018 Paul de Beer, Wieteke Conen

Aandachtspunten bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd Model - Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd... 17

VERANDERINGEN IN DE UITZEND CAO'S IN DE WET WERK EN ZEKERHEID IN 2015

JONGE MOEDERS EN HUN WERK

WET ARBEIDSMARKT IN BALANS. Wake-Update Van Herwijnen Kreston 18 april 2019

Participatie in arbeid

Please Payroll Postbus 11, 5700 AA Helmond T (gratis) T E info@please.nl

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

OUDEREN OP DE ARBEIDSMARKT

40-jarig jubileum. Programma. Voorbeeldbedrijf. Actualiteitenuurtje 12 juni 2014

RSW Special wet werk en zekerheid Special wet werk en zekerheid INFORMATIE VOOR WERKGEVERS

6.5. Boekverslag door T woorden 2 juni keer beoordeeld

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

Subsidiënt: Ministerie van VWS. Zorgverleners werken liever met interne oproepkrachten dan met personeel van buitenaf

Meer of minder uren werken

Ouderen en de arbeidsmarkt. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013

Flexibele contracten

Werkloosheid nauwelijks veranderd

Wet werk en zekerheid is een feit: wat betekent dit nu?

Wetsvoorstel Wet werk en zekerheid aangenomen door Tweede Kamer

Regionale collega s op weg naar nieuwe arrangementen in samenwerkingen

Actualiteiten Arbeidsrecht

Meerdere keren zonder werk

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

NIEUWSBRIEF. Ouwersloot Kerkhoven Witte Paal 320 a, 1742 LE Schagen. T F

Bekendheid Norm Gezond Bewegen

compensatie voor flexwerkers: wat willen werkgevers?

Gevolgen veranderingen wet- en regelgeving

Ketenbepaling 4. Onderbrekingstermijnen 5. Aanzegtermijn 6. Proeftijd 6. Concurrentiebeding 7. Oproepcontracten 7. Regatlieregel 8.

Stijging werkloosheid vlakt af door terugtrekken jongeren

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen

Mens en Organisatie in het architectenbureau. Peiling juni 2013

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen

Kengetallen Mobiliteitsbranche

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Crisismonitor Drechtsteden

De vaste baan bereikbaar voor alle werknemers

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010)

Evolutie van het aantal alleenwonenden in de volledige werkloosheid

Wet Werk en Zekerheid. wijzigingen voor eigen personeel en uitzendkrachten

VROUWEN EN MANNEN BIJ AKZO NEDERLAND

Werkhervatting na ontslag: een vergelijking van oudere en jongere werknemers

Het werken met arbeidsovereenkomsten. Arbeidsovereenkomsten informatie

Zzp ers in de provincie Utrecht Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep

Nul uren contract, oproepkracht

Pay for People Informatiebrochure WAB Mei Informatiebrochure. Wet Arbeidsmarkt in Balans

12. Vaak een uitkering

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum 8 april 2011 Betreft Evaluatie IOW

Jong en oud op de arbeidsmarkt,

Stel je eens voor. Je hebt een bedrijf. Het bedrijf loopt goed. Je krijgt steeds meer werk aangeboden,

Nulurencontracten 2018

Hartelijk welkom. Met dank aan: 14 december 2012

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

WET WERK EN ZEKERHEID WAT BETEKENT HET VOOR OR?

Memorandum flexibele arbeid en ontslag voor cliënten

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004

Onderzoeksrapport Randstad WerkMonitor 2015 kwartaal 1 Gevolgen wet werk en zekerheid (WWZ) Randstad Nederland

Kengetallen mobiliteitsbranche

Wet Werk en Zekerheid

MEMO WIJZIGINGEN ARBEIDSRECHT 2015

Wajongers aan het werk met loondispensatie

Toekomstprojecties voor vier kernindicatoren voor de Sport Toekomstverkenning. Onderdeel van Sport Toekomstverkenning Trendscenario

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie

Data inwerkingtreding. Proeftijd. Overzicht wijzigingen Wijzigingen arbeidsrecht

Crisismonitor Drechtsteden

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

Presentatie NVBU. Wetswijzigingen

Uitleg hoogte WW-uitkering vanaf 1 juli 2015

3 WIJZIGINGEN PER 1 JULI

Transcriptie:

Flexibele Arbeidsrelaties: Vast versus Tijdelijk Contract Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS) Inhoudsopgave Flexibele Arbeidsrelaties: Vast versus Tijdelijk Contract 2 De arbeidsrelaties van werkenden 3 Detachering en uitzendarbeid 4 Arbeidscontracten in de flexibele schil 5 Factoren van invloed op het hebben van een vast contract 7 Conclusie 8 Kea Tijdens Universiteit van Amsterdam/AIAS 31 mei 2012 1

Flexibele Arbeidsrelaties: Vast versus Tijdelijk Contract In mei 2012 hebben vijf politieke partijen in het Lenteakkoord afgesproken dat werkgevers hun werknemers kunnen ontslaan zonder vooraf toestemming te hoeven vragen bij het UWV. Ook wordt de ontslagvergoeding lager en gaat de norm van een kwart maandsalaris per dienstjaar gelden met een maximum van een half jaarsalaris. De werkgever gaat het eerste halfjaar WW betalen van de ontslagen werknemer en de werknemer kan pas na en niet voor het ontslag naar de rechter stappen. Hebben deze maatregelen tot gevolg dat er meer of minder werknemers met een vast contract komen? De effecten van zijn niet op voorhand duidelijk: omdat ontslag van vaste werknemers gemakkelijker wordt zou hun aandeel kunnen dalen en dat van de flexibele werkenden stijgen, maar omdat het goedkoper wordt om vast werknemers in dienst te nemen zou ook het tegendeel kunnen gebeuren. Hoe deze effecten gematerialiseerd zullen worden in de komende jaren blijft afwachten, maar wel kunnen we op voorhand vermoeden dat er leeftijdsspecifieke aspecten aan dit onderdeel van het Lenteakkoord zitten. Derhalve is er alle reden om dieper in te gaan op de flexibele versus de vaste arbeidsrelaties. De Loonwijzer enquête op www.loonwijzer.nl bevat een aantal vragen over de aard van de arbeidsrelatie. Een van de eerste vragen betreft of iemand werk heeft, en zo ja, of dit werk in loondienst is, als zelfstandige of als uitzendkracht. Iemand die in loondienst is, wordt vervolgens gevraagd naar het soort arbeidscontract. Is dit een vast of een tijdelijk contract, en indien tijdelijk, wat voor soort contract? De antwoorden lopen uiteen van tijdelijke contracten met uitzicht op een vast dienstverband tot oproepcontracten. In dit rapport onderzoeken we de aard van het vaste arbeidscontract van werknemers, en we vergelijken deze met flexibele contracten van werknemers en met zelfstandigen en zzp ers. Daarbij splitsen we uit naar leeftijdsgroepen, maar we kijken ook naar de veranderingen in de tijd. De Loonwijzer enquête loopt immers al vele jaren. 2

De arbeidsrelaties van werkenden Welke arbeidsrelaties hebben de werkenden in de Loonwijzer? In hoeverre behoren zij tot de flexibele schil of tot de vaste kern van een bedrijf? Een antwoord op deze vraag hangt natuurlijk af van de definities. Hier onderscheiden we de werkenden in vier groepen: zelfstandigen, werknemers met een vast contract, werknemers met een tijdelijk contract met uitzicht op een vast dienstverband, en werknemers met een tijdelijk contract. Grafiek 1 laat zien dat veruit de grootste groep werkenden bestaat uit werknemers met een vast arbeidscontract. Zoals te verwachten is dit in de oudere leeftijdsgroepen aanmerkelijk hoger dan bij de jongere groepen. Vijf op de tien werkende twintigers is een werknemer met een vast contract, terwijl dit bij de werkende vijftigers en zestigers acht op de tien is. Ook zal het niet verbazen dat onder de jongeren er relatief veel werknemers zijn met een tijdelijk contract, terwijl dit onder de werkenden van 50 jaar en ouder weinig voorkomt. Daarentegen zien we onder de jongeren slechts een gering aandeel van zelfstandigen, terwijl onder de 50-plussers deze relatief juist vaker voorkomen. Ruim een op de tien is een zelfstandige. Onder invloed van de afgelopen crisisjaren zien we wel veranderingen. Tussen 2008 en 2010 daalt het aandeel werknemers met een vast contract van ruim zeven op de tien naar iets minder dan zes op de tien. In 2011 zien we een hele lichte stijging. Opvallend is de sterke stijging van het aandeel zelfstandigen in deze jaren, zoals ook al in andere publicaties is geconstateerd. Was in 2008 nog minder dan een op de tien een zelfstandige, in 2010 is dat bijna twee op de tien. Nadere analyses, niet getoond in de grafiek, laten zien dat de daling van het aandeel werknemers met vast contract over deze jaren het sterkst plaatvindt onder jongeren en het minst onder ouderen. Grafiek 1 Verdeling van werkenden over typen arbeidsrelatie, uitgesplitst naar leeftijd en naar kalenderjaar. 29 of jonger Zelfstandige 30-39 40-49 50 of ouder Werknemer met tijdelijk contract 2008 2009 2010 2011 Werknemer, tijdelijk contract, uitzicht op vast werk Werknemer met vast contract Bron: Loonwijzer data Jan. 2008 - Dec. 2011, selectie: werkenden. N= 144,096. Ongewogen data. 3

Detachering en uitzendarbeid Soms wordt ook wel een andere definitie van flexibele arbeid gebruikt: namelijk het uitzenden van personeel. In dat geval werkt een werknemer bij een ander bedrijf dan het bedrijf waarmee deze persoon een arbeidsrelatie heeft. Dit geldt bijvoorbeeld voor detachering, zoals die plaatvindt bij ondermeer interim managers of IT ers, of voor uitzendarbeid, waarbij de werknemer een arbeidselatie heeft met het uitzendbureau en de werkzaamheden bij derden worden verricht. Ook een deel van de sociale werkplaatsen en de arbeidspools vallen hieronder. De Loonwijzer vragenlijst bevat een vraag of men werkt in het bedrijf waarmee men een arbeidsrelatie heeft. Deze vraag wordt uiteraard alleen gesteld aan werknemers; voor zelfstandigen is de vraag niet van toepassing. De resultaten zijn te zien in Grafiek 2. Acht op de tien werknemers werkt bij het bedrijf waarmee men ook een arbeidsrelatie heeft. Bij de twintigers is dit ruim zeven op de tien, terwijl in alle drie leeftijdsgroepen vanaf 30 jaar bijna negen op de tien werkt bij het bedrijf waarmee men ook een arbeidsrelatie heeft. Uitzendkrachten komen vooral voor onder jongeren. Vanaf 30 jaar is het aandeel van de uitzendkrachten onder de werknemers nog slechts drie op de honderd. Het tweede deel van Grafiek 2 geeft de ontwikkeling tussen 2008 en 2011 weer. Te zien is dat het aandeel van werknemers dat werkt bij het bedrijf waarmee men ook een arbeidsrelatie heeft gestaag is toegenomen. Onder invloed van de crisis krimpt het flexibele deel van de arbeidsmarkt. Nadere analyses, niet in de grafiek, wijst uit dat dit vooral onder de jongeren plaatsvindt doordat zowel het aandeel uitzendkrachten als het aandeel gedetacheerden terugloopt. De grafiek laat zien dat het aandeel uitzendkrachten redelijk stabiel blijft, en dat het aandeel gedetacheerden in 2011 iets afneemt. Bij de groep overigen zien we een gestage daling vanaf het jaar 2009. Grafiek 2 Verdeling van werknemers naar detachering en uitzendarbeid, uitgesplitst naar leeftijd en kalenderjaar. 29 of jonger 30-39 40-49 50 of ouder 2008 2009 2010 2011 Anders Gedetacheerd Uitzendkracht Geen uitzending of detach. Bron: Loonwijzer data Jan. 2008 - Dec. 2011, selectie: werknemers. N= 132,490. Ongewogen data. 4

Arbeidscontracten in de flexibele schil Hier zoemen we in op de werknemers met een tijdelijk contract zonder uitzicht op vast werk. Welke soorten arbeidscontracten komen in deze flexibele schil voor? De Loonwijzer vragenlijst vraagt aan alle werknemers met een tijdelijk contract welk soort contract zij hebben. We hebben de antwoorden gegroepeerd in zeven categorieen, zoals te zien is in Grafiek 3 op de volgende pagina. Veruit de grootste groep in de flexibele schil vormen de werknemers met de tijdelijke arbeidscontracten. Drie op de tien werknemers in de flexibele schil heeft een jaarcontract en nog ruim een op de tien een ander tijdelijk arbeidscontract. Jaarcontracten en tijdelijk contracten komen vaker voor onder de dertigers en de veertigers en iets minder vaak onder de jongeren en de ouderen. Uitzendkrachten vormen de op-een-na-grootste groep in de flexibele schil. Bij de dertigers, veertigers en vijftigers betreft het ruim twee op de tien werknemers in de flexibele schil, bij de twintigers is het minder dan twee op de tien. Oproepkrachten vormen de op-twee-na-grootste groep in de flexibele schil. Bij dit type contract zien we weinig verschillen tussen de leeftijdsgroepen, maar ze komt iets vaker voor bij de twintigers, veertigers en vijftigers dan bij de dertigers. Leerling- of stage-overeenkomsten komen voornamelijk voor bij de jongeren. Van de jongeren in de flexibele schil heeft ruim een op de tien zo n overeenkomst. Onder de deretigers, veertigers en vijftigers is het aandeel verwaarloosbaar. Tenslotte is er een kleine groep werknemers die geen schriftelijk contract heeft. Deze groep vertoont weinig variatie naar leeftijdsgroep. Resteert een groep overige contracten, waaronder een veelheid van contractsoorten valt, van arbeidspools, tewerkstellingsprojecten, militaire dienst, projecten voor gedeeltelijk arbeidsgehandicapten, reintegratie trajecten en andere soorten tijdelijke arbeid. Het gaat bij de twintigers in de flexibele schil om minder dan een op de tien, terwijl het bij de vijftigers om twee op de tien gaat. In Grafiek 3 is te zien dat de contract-compositie van de flexibele schil niet aan grote schommelingen onderhevig is geweest tussen 2008 en 2011, met uitzondering van een forse daling van het aandeel werknemers zonder schriftelijk contract. Over de reden van de daling kunnen we slechts gissen. 5

Grafiek 3 Verdeling van met een tijdelijk contract zonder uitzicht op vast werk naar soort contract, uitgesplitst naar leeftijd en kalenderjaar. Overig Geen schriftelijk contract Oproep contract Uitzendkracht Leerling- of stage overeenkomst Tijdelijk contract Jaarcontract 29 of jonger 30-39 40-49 50 of ouder Overig Geen schriftelijk contract Oproep contract Uitzendkracht Leerling- of stage overeenkomst Tijdelijk contract Jaarcontract 2008 2009 2010 2011 Bron: Loonwijzer data Jan. 2008 - Dec. 2011, selectie: werknemers met een tijdelijk contract zonder uitzicht op vast werk. N= 18,940. Ongewogen data. 6

Factoren van invloed op het hebben van een vast contract Welke factoren zijn van invloed op het hebben van een vast contract? Daarvoor vergelijken we de werknemers met vaste contracten met de drie andere groepen: de zefstandigen, de werknemers met een tijdelijk contract met uitzicht op vast werk en de groep werknemers met een tijdelijk contract zonder uitzicht op vast werk. Naast de eigen leeftijd en het kalender jaar, die in de vorige paragrafen uitgebreid besproken zijn, onderzoeken we ook de invloed van het geslacht, de opleiding, de arbeidsduur en de bedrijfsgrootte van werknemers. Hebben vrouwen andere een andere kans op een vast contract dan mannen, of voltijders in vergelijking tot deeltijders? Uit de analyses in Tabel 5 blijkt het volgende. De kans dat werkenden van 50 jaar en ouder een werknemer zijn met een vast contract is ruim vijf keer groter dan voor jonge werknemers tot 29 jaar. De kans dat werkenden met een lage opleiding werknemer met een vast contract zijn is iets kleiner dan die van werkenden met een midden en hoge opleiding, terwijl die voor werkenden met een hoge opleiding juist iets groter is ten opzichte van de midden en lage groep. De kans dat de vrouwen werknemer met een vast contract zijn is aanmerkelijk lager als vergeleken wordt met de mannen. De kans dat voltijders werknemer met een vast contract zijn is aanmerkelijk hoger als vergeleken wordt met de deeltijders. Naarmate de werkenden bij een groter bedrijf werken, neemt hun kans dat zij werknemer met een vast contract zijn toe. In het tweede deel van tabel 5 is te zien dat in alle jaren na 2008 de kans van een werkende om een vast arbeids contract te hebben kleiner is dan in 2008. Tabel 5 Logistische regressie voor de kans van een werkende om een vast arbeidscontract te hebben, zonder en met jaartallen Exp(B) Sig. S.E. Exp(B) Sig. S.E. 30-39 jr 2.786 ***.018 2.777 ***.018 40-49 jr 4.057 ***.020 4.103 ***.020 50 jr en ouder 5.044 ***.026 5.173 ***.026 Lage opleiding.929 ***.019.914 ***.019 Hoge opleiding 1.054 **.017 1.061 ***.017 Vrouw.687 ***.016.696 ***.016 Voltijder 1.671 ***.017 1.671 ***.017 Bedrijfsgrootte (1-5) 1.130 ***.005 1.125 ***.005 2009.902 ***.021 2010.738 ***.020 2011.699 ***.020 Constant.858 ***.025.994.026 Chi-square (df 9/12) 12717.41 13161.85-2 Log likelihood 117097.23 116652.79 N 117,142 117,142 Bron: Loonwijzer data Jan. 2008 - Dec. 2011, selectie: werkenden. Referentie groepen: Leeftijd 29 jaar en jonger, Opleiding midden, Kalenderjaar 2008. *** p<0.001, ** p<0.005; * p<0.010 7

Conclusie Wat is de betekenis van de versoepeling van het ontslagrecht voor oudere werkenden? Deze versoepling beoogt het onslaan van werknemers met een vast contract te vereenvoudigen en goedkoper te maken. In dit onderzoek hebben we de arbeidsrelaties geanalyseerd op basis van gegevens uit de Loonwijzer vragenlijst. Het blijkt dat oudere werkenden vaker een vast contract hebben of zelfstandige zijn, en minder vaak een tijdelijk contract hebben dan de jongere leeftijdsgroepen. In de crisisjaren vanaf 2008 is het aandeel werknemers met een vast contract ondere de ouderen nauwelijks gedaald. We hebben onderzocht of ouderen vaker te maken hebben met detachering of uitzendarbeid. Twee op de tien werknemers werkt bij het bedrijf waarmee men ook een arbeidsrelatie heeft. Dit komt vooral voor onder twintigers en veel minder onder dertigers en ouder. We hebben daarna onderzocht welke arbeidscontracten de werkenden in de fexibele schil hebben. Veruit de grootste groep daarin vormen de werknemers met de tijdelijke arbeidscontracten, gevolgd door uitzendarbeid. Onder ouderen vormen de jaarcontracten en de uitzendarbeid de helft van alle werkenden in de flexibele schil. Onder jongeren is dit aandeel kleiner en komen andere vormen vaker voor. Onder invloed van de crisis krimpt dit flexibele deel van de arbeidsmarkt. De kans dat werkenden van 50 jaar en ouder een werknemer zijn met een vast contract is ruim vijf keer groter dan voor jonge werknemers tot 29 jaar. Dat maakt ouderen extra kwetsbaar voor de maatregelen in het Lenteakkoord. ****** 8