Handreiking 'Geen Nood Bij Brand'!



Vergelijkbare documenten
Hans Wijnbergen CCZ. Adviseur Veiligheid. Afdeling Advies & Monitoring

Hoe brandveilig is uw bedrijf?

Brandveiligheidsanalyse DJI

Hierbij zenden wij u het antwoord op de door u gestelde vragen op grond van artikel 32 reglement van orde van de gemeenteraad.

Projectevaluatie. Naleefanalyse brandveiligheid kinderdagverblijven Harold van Uden, medewerker team Stedelijke Bedrijvigheid

Beleidskader Bedrijfshulpverlening beleidskader BHV 1

OAI afgestemd op ontruiming INTEGRALE BRANDVEILIGHEID

Brandveiligheid. volgens het boekje

Inspecties van brandveiligheid

Notitie Informatie. BRANDVEILIG LEVEN van én voor iedereen

Checklijsten Stappenplan Brandveiligheidsanalyse borging

Beleidsnotitie BRANDVEILIGHEID. ( brandveiligheid, een hot item )

Veiligheidregio s en zorginstellingen Samen werken aan zorgcontinuïteit

Bestuurlijke keuzes en brandveiligheid: wat is veilig (genoeg)? Marco Zannoni NIBHV congres, 10 november 2014

Jaaroverzicht 2015 Uitgeest. Regionaal. Nieuwe controlesystematiek. Brandveilig leven

Notitie functioneringsgesprekken

BRANDVEILIGHEID INTEGRAAL BEKEKEN BINNEN ZORGINSTELLINGEN

Brandveilig Leven: Bedreven in Brandveilig Leven kennis opdoen en delen op de netwerkdag

EEN MAATWERK CONCEPT VAN FACILITY PORTAL VOOR DE OPTIMALE (BRAND)VEILIGHEID

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER)

Stappenplan voor het juist inrichten van uw BHV-organisatie Een essentieel onderdeel van integrale (brand)veiligheid

2012D Is er een rol voor cliëntenraden bij deze problematiek en zo ja, wat is deze?

Bijlage 10: Werkafspraken Brandweer SED

Bedrijfshulpverlening Alle regels op een rij

VOORTGANG PLAN BRANDWEERZORG

Meldplicht Datalekken Boetebevoegdheid toezichthouder Sebyde Privacy Impact Programma

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Nood- & ontruimingsplannen

Bijgevoegde documenten Onderstaand geeft u aan of alle voor de toetsing benodigde informatie is bijgevoegd.

Instructie Geen nood bij brand! voor de preventist

De ontwikkeling van een evaluatiesystematiek voor ontruimingsoefeningen in de zorg

Raadsstuk. Aan de Raad der gemeente Haarlem. Datum: 7 oktober 2008 Raadsvragen ex art 38 RvO Onderwerp: Brandveiligheid woningen

Definitie zelfredzaamheid

Checklist voor controle (audit) NEN 4000

Methodiekbeschrijving Januari Laat Zien Wat Je Kunt

Bouwbesluit brandveiligheid = voldoende brandveiligheid?

handleiding Veiligheidsplanner voorwoord inleiding De stappen van de Lokale stap 01 profiel stap 02 wat is het probleem? stap 03 wat doen wij al?

BHV plan. Naam bedrijf. Plaats, datum. Inhoud. 1. Basisgegevens bedrijf. 2. BHV organisatie. 3. BHV materialen. 4. Instructies voor het personeel

Samen werken aan betere zorg. Handreiking voor begeleiding van cliëntenraden betrokken bij verbetertrajecten

Rampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen

Breda s Toetsingskader

Handleiding voor het opstellen van een bedrijfsnoodplan

Pilot Basistraining Ethiek in Sociaal Werk succesvol afgerond

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Preventie van radicalisering. Aanbod en expertise

'Geen nood bij brand!' in de zorg. Proces- en effect evaluatie van een nieuwe brandweeraanpak. M. Dijkstra C. van der Sman

Nieuwegein. Datum 19 maart 2015 Portefeuillehouder A.J. Adriani

Training. EHBO 1 voor MZ

Hand-out 'Digitale toegankelijkheid op een hoger niveau, aanpak bij de Koninklijke Bibliotheek'

Handreiking Samenwerken aan (On)Beperkte Opvang

Een introductie op de Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E)

Samen op weg naar meer veiligheid. Wat kan (zelf)redzaamheid betekenen voor BHV (bedrijfshulpverlening) in de zorg?

Minder en eenvoudiger regels: tòch brandveilig! Drs. Harry Boschloo Ministerie VROM Wonen, Wijken en Integratie

Rapportage KPI scores informatieen archiefbeheer over Auteur: Wil Mettes. Eenheid Bestuur en Organisatie - Team Informatie & ICT

Locatie: Expeditie d.d.: Door de deelnemers: Nummer: J:\PPP\Voorlichting\project geen nood\veiligheidsexpeditielijst 1

Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk

Openbaar. Datum beslissing B & W B MT PB RE S. Akkoord Bespreken. Registratienummer

Bijlage. Uitvoeringsplan. Deel 1: Wat gaat er veranderen?

Informatieblad. Opleiding ploegleider BHV

Brandveiligheid in de Zorg

Toelichting bij de vragen uit de Veranderplanner. 1. Verkennen van het probleem

Laagdrempelige toegang voor mensen met een beperking

Notitie Beleid Brandveilig leven Kennemerland

Informatieblad. Instructie kleine blusmiddelen

Toetsing Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RIE) BS De Klimop

Opleidingscatalogus: Bedrijfshulpverlening V15.1

Kennis is de norm. KAM Opleidingen. ISO trainingen. Telefoon:

Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling.

Presentatie concept convenant brandveiligheid in de zorg

Waar staat Preventief voor?

Lessons learned: pilot Dapper App

Handreiking voor vaststellen van verantwoord 1-op-1 vrijwilligerswerk

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 januari 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Brandweerzorg in samenhang en Regionaal Dekkingsplan Veiligheidsregio Groningen / advies zienswijze

Voorwoord: status model RI&E SW

CLIËNTERVARINGSONDERZOEK

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Schoolondersteuningsprofiel. 14GF00 De Zeester

Asbestcommunicatie. DEEL 4 Bij geplande asbestverwijdering. juni Vereniging Bouw- & Woningtoezicht Nederland

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2

INTRODUCTIE TOOLBOX voor GEBRUIKERS. duurzame plaatsing van werknemers met autisme

SILOAH BHV BELEID. Beleid BedrijfsHulpVerlening

FACTSHEET VOORLICHTING NA BRAND

Edo ter Maat, Persoons Gebonden Begeleiding

Competentieprofiel. Maatschappelijk werker

EMERGOS voor een scherpe bedrijfsnoodorganisatie. Beurs brandveiligheid in de zorg

Ondernemend werken in welzijnsorganisaties

Informatieblad. Opleiding beheerder brandmeldinstallatie (BBMI)

Onderzoek klanttevredenheid Proces klachtbehandeling Antidiscriminatievoorziening Limburg

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Opleiding Middenkaderfunctionaris bouw en infra

SYMPOSIUM ONDERWIJS EN CRISIS

SCHEMA TOOLBOX, VERSIE juni 2017

Programma. Problematisch middelengebruik voorkomen bij mensen met LVB. Alcohol- en drugsgebruik bij LVB. Definitie LVB

Digitaal Wabo-toezicht met itoezichtprotocol.

Digitaal ontruimingsplan. Precare BV

Impressie resultaten ICT Benchmark GGZ 2013 VERBETEREN DOOR TE VERGELIJKEN

De b-learning is bedoeld voor verzorgenden werkzaam in de thuiszorg of in het verpleeg- of verzorgingshuis.

Onderwerp: Vestiging opvanglocatie voor dak- en thuislozen met OGGZindicatie aan de Wilhelminastraat 10-12

Bij deze bieden wij u de resultaten aan van het onderzoek naar de eerste effecten van de decentralisaties in de gemeente Barneveld.

Addendum Handreiking ROPI-R (revised) April 2017

Transcriptie:

Handreiking 'Geen Nood Bij Brand'! Een positieve verschuiving op attitude, risicoperceptie en bewustwording van brandveiligheid binnen de zorginstelling

Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Geen Nood Bij Brand! in praktijk 5 2.1 Introductiegesprek 5 2.2 Introductie op locatie 5 2.3 Nulmeting brandveiligheidsniveau locatie 6 2.4 Veiligheidsexpeditie 6 2.4.1 Expeditielijst 7 2.4.2 Expeditieverslag 8 2.5 Nabespreking veiligheidsexpeditie 8 2.6 E-learning 8 2.7 Ontruimingsoefening 9 2.8 Vervolgmeting brandveiligheidniveau locatie 9 2.9 Vervolgtraject 10 3. Tijdsduur/ middelen 11 4. Processchema 13 2

Bijlagen: 1. Convenant 14 2. Veiligheidsexpeditielijst 19 3

1. Inleiding Voor u ligt de handreiking van het project Geen nood bij brand!. In dit document worden de verschillende facetten waaruit het project is opgebouwd met de bijhorende richtlijnen en uitgangspunten beschreven. 1.1 Het is goed om inzicht in de risico s te hebben Het project Geen nood bij brand! start vanuit mogelijke brandscenario s in de zorginstelling. Het doel is om ervoor te zorgen dat binnen het gebouw van een zorginstelling, op den duur een (nog) betere voorbereiding is op mogelijke noodsituaties. Hierdoor neemt de veiligheid in die gebouwen toe. Door te focussen op situaties waarbij de kwetsbaarheden van de bewoners, organisatie en het gebouw worden blootgelegd zal ook inzicht worden verkregen in de gevolgen van andere risico s en noodsituaties. Uit ervaring weten we dat het ontruimen van een pand vol kerngezonde mensen al een hele opgave is, dus wat als er brand uitbreekt in een zorgcentrum dat wordt bewoond door mensen met fysieke en/ of verstandelijke beperkingen die verminderd zelfredzaam zijn? De brand in onder andere het detentiecentrum op Schiphol, maar ook in verschillende zorginstellingen bewijst dat veiligheidsmaatregelen in dit soort bijzondere gebouwen van levensbelang zijn. Hierbij blijkt ook dat het menselijk handelen een cruciale rol blijft spelen. Uit de evaluatie van de Schipholbrand heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken lessen getrokken. Eén van de belangrijkste is dat de meeste winst qua veiligheid te behalen is door bewoners en personeel van bijzondere panden bewust te maken van de risico s van hun eigen verblijfplaats. Veiligheidsbewustzijn en zelfredzaamheid hebben meer effect dan strengere regels, meer controles of technische aanpassingen. 1.2 Veiligheidsbewustzijn en zelfredzaamheid Aan de basis van Geen nood bij brand! liggen de conclusies uit de Schipholbrand. Met die conclusies in gedachten is een nieuwe methode voor veiligheidscontroles ontwikkeld die zich o.a. richt op zorginstellingen. Geen nood bij brand! helpt bewoners en personeelsleden in de zorg bij het verbeteren van het veiligheidsbewustzijn. Dit gebeurt aan de hand van de praktijk. De brandweer zoekt daarom de samenwerking met de zorginstelling. De werkwijze van de brandweer verandert daarmee. De brandweer gaat aan de voorkant meedenken en adviseren over de brandveiligheidsvoorzieningen. We willen inzicht geven in de risico s, in plaats van technische tekorten te constateren en vervolgens te dreigen met een boete als de problemen niet worden opgelost. Geen nood bij brand! vraagt betrokkenheid en inlevingsvermogen van alle partijen: gebruikers van het gebouw (professionals en clienten) en brandweer. Alleen daarmee is het doel te bereiken. 4

2. Geen nood bij brand! in praktijk De opbouw van het project Geen nood bij brand! is in chronologische volgorde in onderstaande paragrafen uiteengezet. 2.1 Introductiegesprek(ken) Een medewerker van Brandweer Brabant-Zuidoost (onderdeel van Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost) maakt een afspraak met de persoon van de instelling die verantwoordelijk is voor brandveiligheid. Tijdens dit gesprek wordt het project Geen nood bij brand! toegelicht. Er wordt besproken op welke manier de brandweer wil meedenken en adviseren over de brandveiligheidsvoorzieningen in de zorginstelling. Daarbij wordt ingegaan op hoe de kennis en bewustwording vergroot kan worden bij de cliënten, bewoners, medewerkers en management. Het project gaat ervan uit dat er meerdere contactmomenten nodig zijn met de verschillende doelgroepen. De inhoud van deze contactmomenten én de ontwikkelde tools worden tijdens het eerste introductiegesprek kort uiteengezet door de medewerker van de brandweer. De medewerker(s) van de zorginstelling krijgen tijdens het introductiegesprek de mogelijkheid om vragen te stellen. Na het introductiegesprek dient het bestuur te bepalen of ze met het project willen starten. Wanneer door de zorginstelling wordt besloten om deel te nemen, volgt een gesprek om concretere afspraken te maken. Zo wordt dan bijvoorbeeld een inventarisatie gemaakt voor de locaties die in aanmerking komen voor het project Geen nood bij brand!. Als er na het eerste introductiegesprek nog vragen zijn, is het altijd mogelijk om een extra afspraak te maken. Het is namelijk de bedoeling dat alle betrokkenen volledig geïnformeerd zijn om een beslissing te kunnen nemen over de deelname omdat er tijdens het project ook veel van hen verwacht wordt. Wanneer door de zorginstelling wordt besloten om deel te nemen aan het project, dient door de brandweer en de zorginstelling een convenant (bijlage 1) te worden ondertekend. In het convenant zijn voorwaarden en uitgangspunten van deze overeenkomst opgenomen. De tijdsduur van het convenant bedraagt vijf jaar. 2.2 Introductie op locatie Nadat er een keuze is gemaakt op welke locatie(s) van de zorginstelling Geen nood bij brand! kan starten, volgt een introductie op locatie. Tijdens deze eerste kennismaking op de locatie zijn vanuit de zorginstelling de teamleider/locatiemanager en eventueel een medewerker aanwezig. De medewerker van de brandweer licht het project Geen nood bij brand! toe. Daarnaast wordt het wederzijds verwachtingspatroon besproken. 5

Het belang van deelname door de verschillende partijen aan de veiligheidsexpeditie (zie paragraaf 2.4) wordt ook besproken. Er wordt tijdens de expeditie namelijk vanuit verschillende oogpunten naar veiligheid gekeken. Tijdens het introductiegesprek moet duidelijk worden of er vanuit alle partijen door een of meer personen deelgenomen kan worden aan de veiligheidsexpeditie. Bij voorkeur wordt er ook direct een datum gepland voor de veiligheidsexpeditie. 2.3 Nulmeting brandveiligheidsniveau locatie Voorafgaand aan de veiligheidsexpeditie is een nulmeting noodzakelijk. De nulmeting maakt de startsituatie inzichtelijk, waardoor uiteindelijk het effect van het project Geen nood bij brand! gemeten kan worden. De nulmeting wordt bij voorkeur door een medewerker van de brandweer verricht die verder niet betrokken is bij het project. Dit is de beste garantie voor een objectieve meting. De nulmeting is vergelijkbaar met een controle van een gebruiksmelding of omgevingsvergunning van het brandveilig gebruik (voorheen gebruiksvergunning). De meting vindt plaats in het gehele gebouw. Door de medewerker van de brandweer wordt een checklist gebruikt die is gebaseerd op de veiligheidsexpeditielijst van Geen nood bij brand!. Hiervan wordt een rapport opgesteld om later het effect van het project te kunnen meten. Dit rapport is alleen voor intern gebruik en er zal geen officiële (verzoek)brief verzonden worden. 2.4 Veiligheidsexpeditie Als er gekozen wordt om met Geen nood bij brand! te starten, worden de inspecties van de brandweer vervangen door een veiligheidsexpeditie. Deze expeditie staat centraal in het project en gaat uit van drie basisprincipes: horen, zien en doen. Hierbij worden mensen geïnformeerd (horen), worden aandachtsgebieden vastgelegd (zien) en wordt er getracht het veiligheidsbewustzijn en gedrag positief te beïnvloeden (doen). Deelnemers Vanuit de zorginstelling moet ervoor gezorgd worden dat verschillende functies vertegenwoordigd zijn tijdens de veiligheidsexpeditie. De expeditiegroep bestaat bijvoorbeeld uit een bewoner, cliënt/patiënt(-vertegenwoordiger), personeelslid, leidinggevende/bestuurslid, bedrijfshulpverlener. Van elke functie kunnen meerdere personen deelnemen aan de expeditie. Vanuit de brandweer loopt er een medewerker mee op de ronde door het gebouw. Een medewerker van de zorginstelling loopt voorop tijdens de veiligheidsexpeditie. Hij/ zij kent de omgeving het beste en daar wordt gebruik van gemaakt. De brandweermedewerker loopt mee om situaties te signaleren, maar laat de anderen in de expeditiegroep zelf ontdekken hoe het hierbij gesteld is met de (brand)veiligheid. 6

Gezichtspunten Door samen te kijken naar de veiligheid in de zorginstelling krijgen de betrokkenen een eenduidig beeld van wat er kan verbeteren en wat juist goed is geregeld. De betrokken partijen leren elkaars gezichtspunten kennen. Ze leren van de ervaringen van elkaar en worden zich bewust van de noodzaak tot verandering en samenwerking. De kennis die de betrokkenen delen heeft betrekking op diverse onderwerpen zoals: 1. kennis over regelgeving; 2. bewustwording van het belang van brandveiligheidsvoorschriften; 3. noodzakelijke regels binnen de dagelijkse werkzaamheden; 4. kennis en vaardigheden bij de uitvoering van maatregelen in de eigen organisatie; 5. oplossen van dilemma s bij het organiseren van oefeningen; 6. arbo- aspecten. Beeldvorming Er worden door de deelnemers ook foto s gemaakt van situaties die men tegenkomt. Het is de bedoeling dat zowel goede als minder goede situaties in beeld gebracht worden. Daarmee ontstaat er een compleet beeld van de situatie in de zorginstelling. Tijdens het uitvoeren van de veiligheidsexpeditie gaat het dus niet zozeer om het constateren van overtredingen. Het is de bedoeling dat het bouwwerk en inrichting door de ogen van alle betrokken partijen wordt bekeken en inzicht wordt verkregen in de huidige situatie en mogelijke verbeterpunten. 2.4.1 Expeditielijst De ervaringen tijdens de expeditie worden vastgelegd in de expeditielijst (bijlage 2). In de lijst staan alle facetten waarnaar gekeken wordt tijdens de rondgang. Elk expeditielid bepaalt een eigen score voor ieder punt. De score bestaat uit een cijfer (0 t/m 5): 0 = niet van toepassing 1 = onvoldoende, aanpassing direct noodzakelijk 2 = onvoldoende, aanpassing op termijn noodzakelijk 3 = aandachtspunt en belangrijk om met anderen te delen 4 = goed, maar wel aandachtspunt en belangrijk om met anderen te delen 5 = uitstekend Tevens kan er een extra toelichting worden gegeven op de laatste pagina van het document. Het is de bedoeling dat alle betrokkenen een eigen lijst invullen. Vanuit alle functies binnen de organisatie komen dan de aanbevelingen op het gebied van veiligheid in beeld. Bij het registreren worden de ervaringen van de verschillende functiegroepen, zoals cliënt/bewoner, de directie/beheerder en de brandweer gebundeld. Door alles te inventariseren en te vergelijken kunnen er in een later stadium prioriteiten worden gesteld en eventuele noodzakelijke maatregelen worden getroffen. 7

2.4.2 Expeditieverslag Wanneer de veiligheidsexpeditie is afgerond worden de resultaten in een expeditieverslag vastgelegd. De foto s die tijdens de expeditie zijn gemaakt door de deelnemers worden in het expeditieverslag opgenomen. Het verslag wordt opgesteld door de medewerker van de brandweer. Het is de bedoeling dat het verslag bijdraagt aan het vergroten van het bewustzijn op het gebied van integrale veiligheid in combinatie met verminderde zelfredzaamheid. Daarnaast worden in het verslag ook de concrete verbeterpunten inzichtelijk. Binnen de organisatie van de zorginstelling dient vervolgens op verschillende niveaus de opgedane kennis en ervaring te worden gedeeld. Het verslag kan input leveren voor het bespreken van de verbeterpunten van (brand)veiligheid. In eerste instantie zal de zorginstelling zich waarschijnlijk richten op het bestuur, de directie, calamiteitenmanagers en bewoners. Maar uiteindelijk zal het project Geen nood bij brand! door alle medewerkers van de zorginstelling gedragen moeten worden. 2.5 Nabespreking veiligheidsexpeditie Zodra het expeditieverslag is opgesteld wordt er een afspraak gepland op de locatie waar de veiligheidsexpeditie heeft plaatsgevonden om gezamenlijk (alle deelnemers van de veiligheidsexpeditie) een nabespreking te houden. Door de medewerker van de brandweer wordt uitleg gegeven over verbeterpunten, adviezen, materialen en gebruiksvoorwerpen in het gebouw. Ook de goede punten die bijdragen aan het brandveiligheidsniveau zullen worden besproken. Iedere deelnemer heeft de gelegenheid om vragen te stellen en aanvullingen te geven. Ervaringen die tijdens de expeditie worden opgedaan zijn namelijk niet alleen nuttig voor de betrokkenen vanuit de zorginstelling, maar ook voor de deelnemende brandweermedewerker(s). De nabespreking zal worden afgesloten met een korte evaluatie waarbij er ruimte zal zijn voor de deelnemers om zijn/ haar mening over het project te geven. 2.6 E-learning Het E-learning software programma dat ontwikkeld is door het bedrijf Niveo, kan als onderdeel fungeren van Geen nood bij brand!, mits de zorginstelling zelf niet al reeds over een (gelijkwaardig) programma beschikt. In het E-learning programma zijn interactieve les-, oefen- en toetsingsprogramma s verwerkt op het gebied van brandveiligheid in de zorg. 8

Het E-learning programma heeft als doel om medewerkers op een effectieve manier, het veiligheidsbewustzijn verder bij te brengen. Tevens kan het E-learning programma worden gebruikt ter vervanging van het theoriegedeelte van BHV- trainingen (géén vervanging voor het praktijkgedeelte). Daarnaast is er de mogelijkheid om de foto s die tijdens de expeditie zijn gemaakt, in te voegen in het E-learning programma. Er kan met behulp van deze foto s in het E- learning programma een speciaal trainingsprogramma worden opgesteld voor alle medewerkers dat is toegespitst op de locatie waar men werkzaam is. Indien de zorginstelling reeds gebruik maakt van een (ander) E- learing programma dat voldoet aan de beoogde doelstellingen van Geen nood bij brand!, kan met de brandweer worden besproken om dit programma hiervoor aan te houden. 2.7 Ontruimingsoefening Wanneer Geen nood bij brand! wordt toegepast op een locatie van de zorginstelling, bestaat er de mogelijkheid om samen met de brandweer een ontruimingsoefening te houden. De repressieve dienst van de brandweer kan hieraan meewerken, waardoor de jaarlijkse ontruimingsoefening realistischer wordt. Iedereen kan hier zijn voordelen uit halen. Brandweermensen zien meer zorginstellingen van binnen en ervaren de specifieke moeilijkheden. Personeel en bewoners raken meer vertrouwd met de hulpverleners in volledige uitrusting en hun werkwijze. Daarbij kan het erg geruststellend zijn als men merkt dat de brandweer voorbereid is op een eventuele inzet in zijn/ haar woonomgeving. 2.8 Vervolgmeting brandveiligheidniveau locatie De tweede meting wordt uitgevoerd nadat de nabespreking(en eventueel een ontruimingsoefening) van de veiligheidsexpeditie heeft plaatsgevonden. Het is belangrijk dat de metingen door dezelfde persoon worden gedaan als de nulmeting. Op deze manier is er namelijk hetzelfde waardeoordeel. Deze medewerker is verder niet betrokken geweest bij het project. Het verdient de voorkeur dat de brandweer deze meting onaangekondigd verricht op de locatie. Door middel van deze meting wordt inzichtelijk wat de inspanningen tot dan toe opgeleverd hebben. Op die manier is ook duidelijk wat er op gebied van het brandveiligheidbewustzijn en brandveiligheidniveau eventueel nog te doen valt. 9

2.9 Vervolgtraject Afhankelijk van de resultaten van de tweede meting wordt een vervolgtraject ingezet. Als het traject Geen nood bij brand! heeft bijgedragen aan een verbetering van het brandveiligheidbewustzijn- en niveau op locatie, kunnen de veiligheidsexpedities in het vervolg jaarlijks door de zorginstelling zelf worden georganiseerd. De brandweer krijgt de ingevulde expeditielijst van de zorginstelling en kijkt zo vanaf een afstand mee. Verder voert de brandweer na drie jaar een volledige brandveiligheidsinspectie uit op locatie. De uitkomsten daarvan worden geëvalueerd met de zorginstelling. Wanneer er geen of weinig verbeterpunten geconstateerd worden bij de tweede meting, kan besloten worden door de brandweer dat het jaarlijks toesturen van de ingevulde veiligheidsexpeditielijst afdoende is in het kader van dit project. 10

3. Tijdsduur/ middelen Onderstaande tabel toont de schematische weergave van de maximale tijdsduur, plaats, deelnemers en middelen van Geen nood bij brand! Onderwerp Tijdsduur? Wie? Locatie? Benodigdheden? Introductiegesprek max. 1 ½ uur Locatiemanager, hoofd BHV er en brandweer Uitgekozen locatie(s) van zorginstelling waar Geen nood bij brand! wordt toegepast - Instructiemap Geen Nood Bij Brand! Nulmeting brandveiligheidsniveau op locatie max. 1 ½ uur Brandweer Uitgekozen locatie(s) van zorginstelling waar Geen nood bij brand! wordt toegepast -Checklist Voorbereiden Veiligheidsexpeditie Veiligheidsexpeditielijst en draaiboek: max. 30 tot 45 minuten Voorbespreking veiligheidsexpeditie: max. 30 minuten Alle deelnemers veiligheidsexpeditie Uitgekozen locatie(s) van zorginstelling waar Geen nood bij brand! wordt toegepast - Veiligheidsexpeditielijsten - Fotocamera s (3 stuks) Veiligheidsexpeditie: max. 1 ½ uur Nabespreking veiligheidsexpeditie: max. 15 minuten 11

Opstellen expeditieverslag max. 3 uur Brandweer Kazerne Post Woensel (Eindhoven) Nabespreking veiligheidsexpeditie max. 1 ½ uur Alle deelnemers veiligheidsexpeditie Uitgekozen locatie(s) van zorginstelling waar Geen nood bij brand! wordt toegepast - Expeditieverslag Ontruimingsoefening max. 1 ½ uur Personeel van zorginstelling & Brandweer In overleg tussen brandweer en zorginstelling op locatie(s) waar Geen nood bij brand! wordt toegepast Vervolgmeting brandveiligheidniveau locatie max. 1 ½ uur Brandweer Uitgekozen locatie(s) van zorginstelling waar Geen nood bij brand! wordt toegepast 12

4. Processchema 13

Bijlage 1: Convenant 14

15

16

17

18

Bijlage 2: Veiligheidsexpeditielijst 19

20

21

22

23

24

25

26

27