Pagina 1 / 16 Huwelijk en armoede Het huwelijk blijkt de kans op armoede als kind en volwassene te verkleinen. Kinderen uit gebroken gezinnen hebben een grotere kans op armoede tijdens het opgroeien. De negatieve financiële gevolgen van een scheiding zijn meestal groter voor vrouwen en kinderen dan mannen. Het huwelijk zou een substantieel aantal arme, werkloze ongehuwde moeders uit hun armoede kunnen redden. Kinderen uit gebroken gezinnen hebben een groter risico op armoede tijdens de jeugd. Uit het onderzoek bleek dat 68 procent van zesjarige kinderen met ongehuwde ouders minstens een jaar armoede meegemaakt hadden, vergeleken met 12 procent van kinderen met gehuwde ouders. Op
Pagina 2 / 16 twaalfjarige leeftijd hebben 78 procent van de kinderen met ongehuwde ouders minstens een jaar armoede meegemaakt, tegen 18 procent van kinderen met gehuwde ouders. Op zeventienjarige leeftijd is dat respectievelijk 81 procent en 22 procent. De onderzoekers concluderen dat eenjarige kinderen met ongehuwde ouders een grotere kans op armoede hebben dan kinderen van gehuwde ouders tijdens hun
Pagina 3 / 16 eerste 17 levensjaren. 1 Kinderen uit huishoudens geleid door volwassenen met minder dan een middelbareschooldiploma maken meer armoede mee. Van de kinderen uit huishoudens die geleid worden door een volwassene die minder dan 12 jaar onderwijs gevolgd heeft, heeft 49 procent op zesjarige leeftijd kans armoede te hebben
Pagina 4 / 16 meegemaakt tegen 14 procent bij kinderen die opgroeien in een huishouden dat geleid wordt door een volwassene die meer dan 12 jaar onderwijs heeft gevolgd. Op twaalfjarige leeftijd is dat respectievelijk 58 en 20 procent. Ook heeft 22 procent van de kinderen uit huishoudens geleid door een volwassene die minder dan 12 jaar onderwijs gevolgd heeft op zesjarige leeftijd de kans om bittere armoede (op of onder
Pagina 5 / 16 50 procent van de officiële armoedegrens) meegemaakt te hebben vergeleken met zes procent voor kinderen uit huishoudens geleid door een volwassene die minimaal 12 jaar onderwijs gevolgd heeft. Op twaalfjarige leeftijd is dat respectievelijk 32 en negen procent; op zeventienjarige leeftijd is dat 37 en 12 procent. 2 Onder kinderen van gescheiden ouders is de kans op armoede het kleinst bij hertrouwde moeders.
Pagina 6 / 16 Onder kinderen van gescheiden ouders waarvan de moeder hertrouwde nam armoede af met 66 procent; als de moeder ging samenwonen, nam het af met 40 procent. Het aantal kinderen in armoede van hertrouwde moeders was 9.4 procent, terwijl dit bij kinderen van samenwonende moeders 28.8 procent was. Het aantal kinderen in armoede bij ouders die single bleven na hun scheiding was 42.4 procent. 3 Getrouwde vrouwen hebben een kleinere kans op armoede. Getrouwde vrouwen hebben een veel
Pagina 7 / 16 kleinere kans op armoede vergeleken met nooit getrouwde vrouwen, onafhankelijk van etniciteit, familieafkomst, buitenechtelijke kinderen of opleiding. Het armoedecijfer onder vrouwen die ooit getrouwd zijn is ongeveer eenderde lager vergeleken met nooit getrouwde vrouwen. Onder gehuwde vrouwen is de kans op armoede nog lager ongeveer tweederde lager dan bij andere vrouwen. 4 Vroege seksuele activiteit staat in verband met meer armoede tijdens jeugd. Ten tijde van het
Pagina 8 / 16 onderzoek leefde 27 procent van de moeder die seksueel actief werden op 13- of 14-jarige leeftijd in armoede, vergeleken met 11.7 procent van de moeders die op 21- of 22-jarige leeftijd seksueel actief werden. 5 Ongetrouwde moeders van een kind hebben een grotere kans op armoede en afhankelijkheid van
Pagina 9 / 16 bijstand. Vrouwen die hun eerste kind buiten het huwelijk hebben een grotere kans op armoede (30.1 procent vs. 8.4 procent), grotere kans om 180 procent beneden de armoedegrens te leven (52.3 procent vs. 20 procent) en een grotere kans voedselbonnen te ontvangen (35.7 procent vs. 7.8 procent) vergeleken met vrouwen die hun eerste kind binnen het huwelijk krijgen. Het verband tussen
Pagina 10 / 16 buitenechtelijke geboorte van het eerste kind en de drie armoedetoetsen was in alle gevallen statistisch significant en gold voor alle etnische groepen. De percentages verschillen wel per etnische eenheid. 6 Mannen die buiten het huwelijk vader worden hebben een grotere kans op armoede. De kans op armoede is voor deze mannen 70-90 procent groter dan mannen die geen kinderen voor het huwelijk
Pagina 11 / 16 hebben. De kans op armoede varieert op basis van de leeftijd waarop zij vader worden. 7 Het huwelijk verkleint de kans op armoede voor werkende en werkloze alleenstaande moeders. De kans op armoede voor werkloze alleenstaande moeders nam in het onderzoek af van 100 tot 35 procent als de moeder met de vader van de kinderen trouwt: door het huwelijk nam het gezinsinkomen meer dan
Pagina 12 / 16 twee keer toe. Onder eerder alleenstaande moeders die een parttime baan hadden voor 1000 uur per jaar, nam in een huwelijk de kans op armoede af van 55 procent tot 17 procent. Door het huwelijk neemt het gezinsinkomen in deze gevallen toe met 75 procent en dit laat 83 procent van zulke huishoudens boven de armoedegrens komen en 46 procent boven 150 procent van de armoedegrens. Onder moeders met een
Pagina 13 / 16 fulltime baan haalt een huwelijk ongeveer tweederde van de huishoudens boven 150 procent van de armoedegrens. Samengevat deed het huwelijk het gemiddelde gezinsinkomen van de moeders in dit onderzoek toenemen met tussen $10.200 en $11.400 per jaar en nam de kans op armoede af met tenminste tweederde. 8 De kans op armoede na een scheiding is groter voor de moeder dan de vader. Onder huishoudens
Pagina 14 / 16 die voor de scheiding boven de armoedegrens leven, is de kans op armoede in het eerste jaar na de scheiding het grootst voor de moeder: in het onderzoek zakten 19 procent van de moeders onder de armoedegrens tegen slechts 3 procent van de vaders. 9 Als een echtscheiding plaatsvindt in een arm gezin is de kans voor de moeder kleiner dan voor de
Pagina 15 / 16 vader om uit de armoede te komen. Onder huishoudens die onder de officiële armoedegrens leven, hebben de vaders een significant grotere kans om de armoede te boven te komen in het eerste jaar na een echtscheiding dan moeders. In het onderzoek bleef slechts een kwart van de vaders onder de armoedegrens na de scheiding, tegen driekwart van de moeders. 10 Voetnoten 1. Mark R. Rank and Thomas A. Hirschl, The Economic Risk of Childhood in America: Estimating the Probability of Poverty Across the Formative Years, Journal of Marriage and Family 61, No. 4 (November
Powered by TCPDF (www.tcpdf.org) Overzicht Pagina 16 / 16 1999): 1058-1067. 2. Idem 3. Donna Ruane Morrison and Amy Ritualo, Routes to Children s Economic Recovery After Divorce: Are Cohabitation and Remarriage Equivalent? American Sociological Review 65 (August 2000): 560-580. 4. Daniel T. Lichter, Deborah Roempke, and Brian J. Brown, Is Marriage a Panacea? Union Formation Among Economically Disadvantaged Unwed Mothers, Social Problems 50 (2003): 60-86. 5. Robert E. Rector et al., The Harmful Effects of Early Sexual Activity and Multiple Sexual Partners Among Women: A Book of Charts, The Heritage Foundation WebMemo, No. 303 (June 26, 2003). 6. Lichter, Is Marriage a Panacea? : 60-86. 7. Steven L. Nock, The Consequences of Premarital Fatherhood, American Sociological Review 63, (April 1998): 250-263. 8. Robert E. Rector, Increasing Marriage Will Dramatically Reduce Child Poverty, The Heritage Foundation, Center for Data Analysis Report, No. 03-06 (May 20, 2003). 9. Suzanne M. Bianchi, Lekha Subaiya, and Joan R. Kahn, The Gender Gap in the Economic Well-Being of Nonresident Fathers and Custodial Mothers, Demography 36, No. 2 (May 1999): 195-203. 10. Idem Brongegevens Marriage and Poverty Auteur(s): Gepubliceerd in: Karakter onderzoek: Online beschikbaar: Keywords: Heritage Foundation http://www.familyfacts.org/ Overzicht wetenschappelijke literatuur http://www.familyfacts.org/briefs/8/marriage-and-poverty huwelijk, armoede, opleidingsniveau, echtscheiding