PTO S EN HYDRAULISCHE POMPEN. Toepassingsgebieden Berekeningshandleiding



Vergelijkbare documenten
Maximale belasting binnen koppelbereik (Nm) Brandweerwagen, waterpomp X X Brandweerwagen, "water tender"

Krachtafnemers voor toepassingen. Algemene informatie

Componenten voor hydraulische uitrusting. Algemeen. Maatregelen vóór het starten van een nieuw hydraulisch systeem

DE NIEUWE VOLVO FM METHAAN-DIESEL. Een doorbraak voor gasaangedreven zware voertuigen

Technologie die werkt en vooruitgaat. ZF-Duodrive: de hydrostatische aandrijving

motor D16K euro 6 Nettovermogen volgens: EC 582/2011 D16K750 D16K650 D16K550 D16K550 Motortoerental (t/min)

980 mm 1363 mm. 319 Compacte graafmachines

GEMAAKT OM TE LEVEREN DRIVEN BY QUALITY

MOTORCODE - CARROSSERIEVERSIE

P Als twee van de drie eenheden P, U of I bekend zijn, dan kan de derde worden berekend aan de hand van de volgende formule (zie de afbeelding):

DAF, a World of Applications Waste & Environmental Transport

...een product van BEKA

QAC 1450 TwinPower TM. Een dubbele flexibiliteit. Tweemaal zoveel vermogen!

HOLLE AS AXIAAL PLUNJERMOTOREN Met vaste opbrengst En regelbaar

Homokinetische aandrijfsystemen van Python-Drive.

Jabsco Lobben - en impellerpompen. Verdringerpompen

Volvo FH met I-Save BRANDSTOF BESPAREN VOELDE NOG NOOIT ZO GOED

E08 E10. Compacte graafmachines

SCANIA BOUWVOERTUIGEN. Robuust, sterk en flexibel

(zie afbeelding 3) Nm (65 mm) Nm (57 mm) (zie afbeelding 3) Nm (60 mm) Nm (11 mm)

DE nieuwe EuRo 6 BouwVoERtuIgEn DRIVEN BY QUALITY DRIVEN BY QUALITY TRUCKS PARTS FINANCE TRUCKS PARTS FINANCE

y Verwarming op brandstof 87

Zuigercompressoren. met benzine- of dieselmotoren. voor geheel onafhankelijke perslucht. Benzine-diesel aangedreven compressoren.

Activeren voetplaat volgens EN Functie

Brandrisico en schade met betrekking tot hete componenten

Technische specificaties modeljaar De Transporter Chassis en Pick-up

Hogedruk rioolreinigingsinbouwmachines

De Hiab Multilift XR18S Pro Future : uiterst effi ciënt!

Duurzaam rijden, samen met ECOdrive

Trekeenheden. Algemene informatie over trekeenheden PGRT

STW34/STW37/STW40. Uitzonderlijke betrouwbaarheid, eenvoudige bediening, ongeëvenaarde prestaties en krachtige motoren kenmerken de nieuwe STW-serie.

Nieuwe motoren van Hyundai

2.0 l 75 kw 2.0 l 90 kw 2.0 l 103 kw 2.0 l 130 kw

ET16. Compacte bewegingsvrijheid in de 1,5-tons-klasse

WINNING by PERFORMANCE! ISEKI SFH 200 SERIE COMPACT EN DUURZAAM SFH 220 SFH 240

Eén serie tractoren. Meerdere toepassingen.

NEW HOLLAND TZ EN TCD TZ21 TZ24 TC21D TC24D

Finnik Autorapport Citroen Berlingo 1.9 D 600

Originele ruilonderdelen. De sleutel tot optimaal waardebehoud.

8003 Compacte graafmachines > 6 t Binnendraai-graafmachine - sterk en wendbaar.

Opel Combo Cargo Gesloten Bestelwagen

Gebruiksaanwijzing Vloeistof stand kachels BINAR-5S BINAR-5S diesel BINAR-5S.24 diesel

VITRA. multi tool carrier

AIRWORKS ZUIGERCOMPRESSOREN

Schroefcompressoren SONETTO-serie. capaciteiten: 0,24 1,43 m 3 /min

Warmtekrachtkoppeling. Waarom Vaillant? Om eenvoudigweg dubbel gebruik te maken van energie. ecopower

Remeha Neptuna. Comfort het hele jaar door 4/6/8/11/16/22/27. the comfort innovators

Gemaakt op 27 april :45. Technische specificatie 220 TJ+ Telescopische kraan Diesel Hoogwerkers

NEW TCD-A New Holland Serie TCD-A tractoren Modellen TC27DA, TC40DA en TC45DA

Motortoerentalregeling tijdens kiepen. Achtergrondinformatie

GOED REMMEN. BETER RIJDEN. INTARDER!

Leidingreparatie en -onderhoud

Verdermag Magneetgedreven centrifugaalpomp. Centrifugaalpompen

15. Lieren. 0,2 tot 35 ton


Activering EK-krachtafnemer. Algemene informatie

ammannyanmar_doctechnique_sv05-nl_10p.qxp 09/01/ :16 Page 1

Finnik Autorapport Ford Puma V

Technische specificaties per januari De nieuwe Amarok

Automatische transmissie

Efficiëntie ontmoet performance. MAN TGX met nieuwe D38-motoren.

Finnik Autorapport Mercedes-Benz GLC-klasse 220 d 4M. Edition 1

Technische specificaties modeljaar De Transporter Kombi

Finnik Autorapport Mercedes-Benz E-klasse Estate 200 CDI Bns Class

Lucht ARIANEXT NIEUW GAMMA WARMTEPOMPEN

SXG 216 /323 /326. Krachtige en betrouwbare dieselzitmaaiers

Finnik Autorapport Mercedes-Benz E-klasse 350 e Lease Edition

ammannyanmar_doctechnique_sv08-nl_10p.qxp 16/01/ :29 Page 1

E08 E10. Compacte graafmachines

ZDR-INTERFACE MET VOERTUIGHOOFDPROCESSOR VOOR EXTERNE TOERENTALREGELINGEN BIJ TRUCKNOLOGY GENERATIE

RC030/RC035 Pneumatisch (handmatig) vloeistof afzuigapparaat. Instructies

ET16. Compacte bewegingsvrijheid in de 1,5-tons-klasse

Sweepmaster 900 / 980 R Voor comfortabel en stofvrij vegen, binnen en buiten

Finnik Autorapport Mercedes-Benz GLC-klasse 250 d 4M. Ambition

Finnik Autorapport Volvo V CNG Summum

Wacker Neuson EW65 PRO / EW65 PRO XL

Compacte graafmachines

De Caddy Van en Maxi Van

Finnik Autorapport Citroen Nemo 1.4 HDi

Finnik Autorapport Renault Captur 0.9 TCe Dynamique

Transmissietechniek in motorvoertuigen (4)

Finnik Autorapport Volvo C30 1.6D S/S Kinetic

Quinta Pro Cascade Systemen

50 JAAR HOOGWAARDIGE TECHNOLOGISCHE INNOVATIE. Diafragmakoppeling

Activering krachtafnemer automatische transmissie

PHAROS Gamma combi-condensatievloerketels

Technische Gegevens Transporter 6 Pick-Up

Finnik Autorapport - Volkswagen Up!

TXG 237. De compacte allrounder voor de professionele gebruiker

Productinformatie. Volvo FE hybride Volvo FE hybride. D7F-motor Euro 5. Specificatie D7F 300 pk 340 pk. Dieselmotor met parallelle hybride.

Nieuwe OPEL Combo. Technische specificaties. Nieuwe Opel Combo Gesloten bestel L1 H1 L1 H2 L2 H1. Motoren voor de nieuwe Opel Combo Gesloten Bestel

803 dual power Rupsgraafmachines met conventionele achterkant. 1 graafmachine, 2 aandrijvingen: 803 dual power

CRAYLER F3 SERIE STERKE MEENEEMHEFTRUCKS VOOR VEELEISENDE KLANTEN

ET18. ET18 - de evolutie binnen uw sector.

TM 3215/3265. Uw professionele veelzijdige partner

ET18 Rupsgraafmachines met conventionele achterkant

ZD 600/900 COMPACT SILENT COMBI

Finnik Autorapport Mercedes-Benz C-klasse 220 CDI Bl.E.Ed.Avan

ven sproeisystemen voor isolatiematerialen Thermoblow Geavanceerde inblaas

300.9D. Hydraulische minigraafmachine

Transcriptie:

PTO S EN HYDRAULISCHE POMPEN Toepassingsgebieden Berekeningshandleiding

INHOUD VOLVO S PTO S EN HYDRAULISCHE POMPEN KOPPELINGSAFHANKELIJKE PTO S KOPPELINGSONAFHANKELIJKE PTO S PTO S VOOR VERSCHILLENDE TOEPASSINGSGEBIEDEN EN VERMOGENSAFNAMES GEBRUIKSWAARDEN EN VERMOGENSAFNAMEWENSEN SPECIFICATIE VAN PTO S PROCEDURE VOOR SPECIFICATIE VAN PTO S KEUZE VAN HYDRAULISCHE POMP HYDRAULISCHE POMPEN VOORBEELDBEREKENING - BOSBOUWKRAAN PTO-OVERBRENGINGSVERHOUDING (Z) VOLVO FH EN FM PTO-OVERBRENGINGSVERHOUDING (Z) VOLVO FL PTO-OVERBRENGINGSVERHOUDINGEN (Z) VOLVO FE 3 4 5 6 7 11 12 14 16 17 18 19 21 2 Inhoud

VOLVO S PTO S EN HYDRAULISCHE POMPEN Opdat een vrachtwagen rationele en renderende transporten zou kunnen uitvoeren, moet de laadhanteringsuitrusting afgestemd zijn op de transporttaak. Om de laadhanteringsuitrusting van het voertuig aan te drijven, moet het voertuig uitgerust worden met een extra krachtvoorzieningsmogelijkheid, een PTO. Eén of meer PTO s brengen kracht van de motor over om het werkgereedschap of de laadhanteringsuitrusting aan te drijven. De PTO is de belangrijke schakel tussen de krachtbron en de functie. EXTRA UITRUSTING BEPALEND Om verschillende redenen is het belangrijk om af fabriek de juiste PTO te specifi ceren en te bestellen met het chassis. De vier belangrijkste redenen zijn een optimale werking, een hogere kwaliteit, een gemakkelijkere opbouw en een lagere totale prijs. Afhankelijk van het toepassingsgebied van het voertuig, worden er verschillende types extra-uitrusting met aandrijving aangesloten op de PTO, die de kracht overbrengt naar de functie die aangedreven moet worden. Het zijn de prestatievermogeneisen van de extra uitrusting die bepalen welke PTO het meest geschikt is. Volvo s eigen PTO s zijn ontwikkeld om een zo hoog mogelijke kwaliteit te garanderen en zijn perfect afgestemd op de hoge eisen die door de transportbranche worden gesteld. Omdat de samenwerking tussen PTO en aandrijfl ijn van doorslaggevend belang is voor de kwaliteit, zijn Volvo s PTO s volledig geconstrueerd in functie van Volvo s motoren en versnellingsbakken. Dit levert behalve een hoge betrouwbaarheid een groot aantal voordelen op, zoals een laag gewicht en eenvoudiger onderhoud. VOORBEREID VOOR PTO Alle vrachtwagens zijn af fabriek uitgerust met een besturingssysteem voor een PTO. Voor voertuigen die twee pompen moeten aandrijven of een andere geavanceerde PTO-besturing nodig hebben, kunnen er speciale elektrische aansluitingen voor de opbouw besteld worden. Voor de meeste voertuigen met een PTO zijn er kabels voor extra schakelaars nodig. Uw verkoper helpt u om het juiste besturingssysteem voor uw vrachtwagen te specifi ceren. COMPLETE HYDRAULISCHE SYSTEMEN Voor de PTO s zijn er ook complete hydraulische systemen met hydraulische pompen, tanks, leidingen, aansluitingen en ophangdetails, die aangepast zijn aan Volvo s chassis. Door een compleet hydraulisch systeem van Volvo te installeren, wordt een hoge beschikbaarheid verkregen, dankzij Volvo s complete servicenet, waardoor men over reserveonderdelen en competente servicewerknemers kan beschikken.. 3 Volvo s PTO s en hydraulische pompen

KOPPELINGSAFHANKELIJKE PTO S Koppelingsafhankelijke PTO s worden gemonteerd op handgeschakelde versnellingsbakken en I-Shift. Zij kunnen alleen worden gebruikt als het voertuig stilstaat. De PTO kan eenvoudig worden geïnstalleerd en is licht van gewicht. De PTO wordt aangedreven via de tussenas van de versnellingsbak en is tegen de achterwand van de bak gemonteerd. Het toerental en afgegeven vermogen van de PTO worden bepaald door het motortoerental en de overbrengsverhouding van de versnellingsbak. Koppelingsafhankelijke PTO s kunnen alleen worden gebruikt als het voertuig stilstaat en de PTO via een pneumatisch systeem is ingeschakeld. VERSCHILLENDE VOORDELEN Een van de koppeling afhankelijke PTO heeft een laag gewicht in vergelijking met een van de koppeling onafhankelijke PTO. Bovendien kost hij geen motorvermogen, omdat de hydraulische olie niet doorlopend rond wordt gepompt in een van de koppeling onafhankelijk systeem. De constructie is eenvoudig en robuust, vereist een minimum aan onderhoud en de installatiekosten kunnen laag worden gehouden. Dat de PTO niet ingescha keld kan worden wanneer het voertuig in beweging is, kan positief zijn uit veiligheidsoogpunt. Van de koppeling afhankelijke PTO s zijn de beste keuze als het voertuig een handgeschakelde versnellingsbak heeft en de PTO niet gebruikt moet worden tijdens het rijden. Van de koppeling afhankelijke PTO s met gemonteerde hydraulische pomp. 4 KOPPELINGSAFHANKELIJKE PTO S

KOPPELINGSONAFHANKELIJKE PTO S De van de koppeling onafhankelijke PTO s zijn leverbaar in verschillende varianten en kunnen overal gemonteerd worden, ongeacht het type aandrijfl ijn waarmee het voertuig is uitgerust. De PTO s kunnen gebruikt worden wanneer het voertuig rijdt én wanneer het stilstaat. Van de koppeling onafhankelijke PTO s kunnen ook vanaf de buitenkant van het voertuig in- en uitgeschakeld VAN DE KOPPELING ONAFHANKELIJKE PTO S VOOR HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAKKEN De PTO wordt aangedreven via het vliegwiel van de motor en wordt tussen de motor en de versnellingsbak gemonteerd. Het toerental en vermogen worden uitsluitend gestuurd door de motor. De PTO s hebben een elektrisch-pneumatisch/hydraulisch inschakelsysteem met een plaatskoppeling. VAN DE KOPPELING ONAFHANKELIJKE PTO S VOOR AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAKKEN Van de koppeling onafhankelijke PTO voor handgeschakelde versnellingsbak.. De PTO wordt vooraan op het bovenste gedeelte van de versnellingsbak gemonteerd. Hit wordt aangedreven door het vliegwiel van de motor via het koppelomvormerhuis dat met behulp van een krachtig rondsel de aandrijfkracht overbrengt op de PTO. Dit betekent dat hij niet wordt beïnvloed door het toerental van de koppelomvormer, maar uitsluitend wordt gestuurd door het toerental van de motor. De inschakeling van de PTO gebeurt met een elektrisch en hydraulisch systeem, dat inschakelen tijdens het rijden mogelijk maakt. Van de koppeling onafhankelijke PTO, gemonteerd op Powertronic versnellingsbak.. KOPPELINGSONAFHANKELIJKE PTO S OP MOTOR GEMONTEERD De PTO wordt op de motor gemonteerd en aangedreven door de distributietandwielen. Dit betekent dat de PTO altijd ingeschakeld is als de motor draait, ongeacht of het voertuig stilstaat of in beweging is. Activering van het hydraulisch circuit verloopt via een ontlastklep die is gemonteerd op de hydraulische pomp. De installatie van de D9, D13 en D16 kan worden uitgerust met een DIN-pompaansluiting of een aansluitfl ens. Een motorgemonteerde PTO met hydraulische pomp, hier op de D13. 5 KOPPELINGSONAFHANKELIJKE PTO S

PTO S VOOR VERSCHILLENDE TOEPASSINGSGEBIEDEN EN VERMOGENSAFNAMES Hoe vaak de PTO wordt gebruikt, is afhankelijk van het toepassingsgebied, terwijl de vermogensbehoefte van elk toepassingsgebied varieert binnen een ruim gebied. Het schema op de volgende bladzijde geeft een idee van hoe vaak de PTO wordt gebruikt, afhankelijk van het toepassingsgebied, en wat de vermogensbehoefte van dat toepassingsgebied is. Een bulkvoertuig gebruikt de PTO bijvoorbeeld tussen 1000 en 4000 uren tijdens een periode van vijf jaar en vereist een relatief hoge vermogensafname. Een kieper gebruikt de PTO echter slechts 600 uren gedurende dezelfde periode en heeft een aanzienlijk lagere vermogensbehoefte. Op de volgende bladzijden volgen een aantal korte gegevens over de meest gebruikelijke toepassingsgebieden waar Volvo s PTO s de betrouwbare schakel vormen tussen krachtbron en functie. De aangegeven vermogens- en koppelwaarden moeten gezien worden als richtwaarden. Verschillende toepassingsgebieden stellen verschillende eisen aan het hydraulisch systeem. Voor meer informatie over de verschillende PTO s verwijzen we naar de informatiebladen, neem contact op met uw Volvo-dealer. Bij het kiezen van een PTO en het hydraulisch systeem is het belangrijk dat men op de hoogte is van de volgende punten: Warmte van het uitlaatsysteem Als de motor onder een hoge belasting werkt, zijn de uitlaatgassen en uitlaatsystemen zeer warm. Bij werkzaamheden waarbij het voertuig stilstaat en de PTO is ingeschakeld, worden zowel het voertuig als de grond onder het voertuig opgewarmd. Hierbij is er geen substantieel verschil tussen Euro 3 (gewone demper) en Euro 4/5 (katalytische demper). Alleen wordt bij de laatste demper de warmte iets langer vastgehouden als gevolg van de grotere massa van de demper. De uitlaatpijpen zijn optioneel in verschillende richtingen leverbaar. Bij voertuigen met een zware PTO-belasting moeten de uitlaatpijprichtlijnen uit de onderstaande tabel worden opgevolgd (groene kleur). Door een hogere systeemdruk te gebruiken, kunnen er kleinere leidingdimensies en hydraulische pompen gebruikt worden, die minder plaats innemen en lichter zijn. Rechtstreekse aansluiting van de hydraulische pomp op de PTO zorgt voor een goedkopere installatie. Een grotere overbrengingsverhouding in de PTO. CHH-STD CHH-MED CHH-LOW CHH-XLOW 60 kw 80 kw 100 kw 120 kw 160 kw >160 kw ESH-VERT / ESV-VERT ESH-LEFT ESH-REAR ADR1/-2, ESH-LEFT/REAR ESH-RIGH ESH-VERT / ESV-VERT ESH-LEFT ESH-REAR Bij uitlaatrichtingen en PTO-vermogens die buiten deze richtlijnen vallen, moet extra aandacht worden besteed aan de warmte op de grond wanneer de PTO op vol vermogen wordt gebruikt. Bij een stationair toerental van 600 tpm is de temperatuur niet gevaarlijk. Dit is onafhankelijk van het PTO-vermogen of de chassishoogte. Bij een stationair toerental van 1000 tpm kan de temperatuur te hoog worden als de PTO-installatie niet aan de bovenstaande richtlijnen voldoet. 6 PTO S VOOR VERSCHILLENDE TOEPASSINGSGEBIEDEN EN VERMOGENSAFNAMES

GEBRUIKSWAARDEN EN VERMOGENSAFNAMEWENSEN 17. Betonpomp 16. Cementmolen 15. Spoelwagen/Rioolwagen 14. Bulkcompressor 13. Hoogtewerker met ladder 12. Laadbakwisselaar 11. Liftdumper 10. Vuilniswagen 9. Bosbouwkraan 8. Stukgoedkraan 7. Containerlift 6. Tanktransport chemische tank 5. Koel- en diepvriestransport 4. Hoogtewerker met skylift 3. Kieper 2. Autotransport 1. Melktransport Het diagram toont in grote lijnen hoe vaak de PTO wordt gebruikt en wat de vermogensbehoefte van het toepassingsgebied is. kw = vermogensafname, u = geschatte gebruiksduur in uren gedurende 5 jaar 7 Toepassingen

MELKTANK Melktanktoepassingen kunnen een laag debiet hebben, omdat de molk langzaam wordt gepompt. De vermogensbehoefte van melktanks is circa 10 kw. Het hydraulisch systeem wordt meestal aangedreven door een van de koppeling afhankelijke PTO, maar er zijn ook toepassingen met een van de koppeling onafhankelijke PTO. AUTOTRANSPORTEN Voor autotransporttoepassingen zijn er relatief lage vermogens nodig, 15-20 kw. Het hydraulisch systeem wordt aangedreven door een van de koppeling afhankelijke PTO, omdat de PTO alleen gebruikt wordt wanneer het voertuig stilstaat. KIEPER Kiepers zijn het meest gebruikelijke toepassingsgebied voor PTO s. Van alle toepassingsgebieden binnen Europa staat de kiepertoepassing voor 60%. Het hydraulisch systeem is uitgerust met een enkel werkende hydraulische cilinder die gevuld wordt met behulp van de hydraulische pomp en die leeggemaakt wordt door het gewicht van de opbouw. De PTO wordt gedurende korte periodes gebruikt en het systeem vereist een vermogen van 20-60 kw. Voor bouwvoertuigen met kieper worden gewoonlijk PTO s met een rechtstreeks gemonteerde hydraulische pomp gebruikt. Wanneer een kieper gecombineerd wordt met een sneeuwploeg of een zout- of zandstrooier, is er een van de koppeling onafhankelijke PTO vereist, omdat deze toepassing aangedreven moet kunnen worden wanneer het voertuig in beweging is. HOOGTEWERKER MET SKYLIFT/LADDER Voor de middelzware voertuigvarianten zijn er relatief lage vermogens nodig, 18 30 kw. Voor de laddertoepassingen zijn er relatief hoge vermogens nodig, 65 kw tijdens een kort interval. Het hydraulisch systeem wordt aangedreven door een van de koppeling afhankelijke PTO, omdat het gebruik van de toepassing vereist dat het voertuig stilstaat, maar vaak worden ook van de koppeling onafhankelijke PTO s gebruikt. Op de zware voertuigvarianten wordt de skylifttoepassing gebruikt voor brandbestrijdingsvoertuigen. KOEL- EN DIEPVRIESTRANSPORT Het koelen van de laadruimte van het voertuig wordt uitgevoerd door een koelaggregaat dat wordt aangedreven door een dynamo van 380 volt of een afzonderlijke motor. De dynamo wordt aangedreven door de transmissie van de motor, of rechtstreeks of via een variabele hydraulische pomp. De vermogensbehoefte van de toepassing is ruim 20 kw. Het hydraulisch systeem wordt meestal aangedreven door een van de koppeling onafhankelijke motor-pto. CHEMISCHE TANK Tankwagens hebben een variërende debietbehoefte afhankelijk van de densiteit van de vloeistof. Dit kan olie, benzine, petroleum of andere vloeistoffen zijn. De vermogensbehoefte van een chemische tank is 20-30 kw. Het hydraulisch systeem kan zowel door een van de koppeling afhankelijke als een van de koppeling onafhankelijke PTO aangedreven worden. 8 Toepassingen

CONTAINERLIFT Voor containertoepassingen is een middelhoog tot hoog hydraulisch debiet vereist. De PTO die vier grote cilinders aandrijft, wordt gedurende korte periodes gebruikt en het systeem vereist een vermogen van 30 60 kw. Het hydraulisch systeem wordt meestal aangedreven door een van de koppeling afhankelijke PTO. STUKGOEDKRAAN Kraantoepassingen voor stukgoederen werken meestal met een tweecircuitsysteem om zo de wendbaarheid te verhogen. Dit vereist een hydraulische pomp met een gedeelde verplaatsing of dubbele hydraulische pompen met een vaste verplaatsing. Voertuigen met een stukgoedkraan worden meestal uitgerust met een enkele PTO en een hydraulische pomp met gedeelde verplaatsing. Deze PTO- en pompcombinatie wordt gebruikt wanneer de stuk-goedkraan wordt gecombineerd met een kieper. De vermogensbehoefte van stukgoedkranen is 35-70 kw. Het hydraulisch systeem wordt meestal aangedreven door een van de koppeling afhankelijke PTO, maar er worden ook van de koppeling onafhankelijke PTO s gebruikt. BOSBOUWKRAAN Bosbouwkranen stellen hoge eisen aan de PTO-uitrusting, omdat de belasting erg varieert. De kraantoepassing van bosbouwkranen werken meestal met enkelcircuitsystemen met vast of variabel debiet. De vermogensbehoefte van bosbouwkranen is 40-65 kw. Het hydraulisch systeem wordt meestal aangedreven door een van de koppeling afhankelijke PTO. VUILNISWAGEN Vuilnisophaaltoepassingen worden intensief gebruikt en zijn uitgerust met gecompliceerde hydraulische circuits. Dit stelt hoge eisen aan de betrouwbaarheid van de PTO en vereist dat de PTO en het hydraulisch systeem geruisloos werken. Omdat bepaalde markten toelaten dat vuilniswagens het hydraulisch systeem gebruiken wanneer het voertuig in beweging is, is er een van de koppeling onafhankelijke PTO vereist. De vermogensbehoefte van vuilniswagens is 30-40 kw. LIFTDUMPER Voor liftdumpertoepassingen zijn er een hoog hydraulisch debiet en een vermogensafname van 45-55 kwvereist. Het is steeds gebruikelijker dat de voertuigen zo worden gebouwd dat ze zowel met een liftdumper als met een laadbakwisselsysteem gebruikt kunnen worden. In deze gevallen wordt de PTO gedimensioneerd volgens het laadbakwisselsysteem omdat dit een hoger vermogen vereist. Het hydraulisch systeem wordt meestal aangedreven door een van de koppeling onafhankelijke PTO. LAADBAKWISSELAAR Het hydraulisch systeem van de laadbakwisselaar vereist een hoog pompdebiet en een PTO met een vermogen van 50-65 kw. Omdat de meeste laadbakwisselsystemen tijdens het achteruitrijden de vanghaak moeten kunnen bewegen, is een van de koppeling onafhankelijke PTO vereist. 9 Toepassingen

BULK Voor bulktoepassingen worden door de cardanas aangedreven compressoren met een hoog toerental gebruikt, wat een PTO met een hoge overbren-gingsverhouding en hoog vermogen vereist. Om kloppen in de versnellingsbak te voorkomen wanneer men bulkproducten pomt, wordt voor het kantelen van het bulkreservoir een riemaandrijving gebruikt in combinatie met een rechtstreeks gemonteerde pomp. De compressor kan dan aangedreven worden via een cardanas van de naar achter gerichte hogetoerentaluitgang en de kantelfunctie via de overeenkomstige naar voor gerichte uitgang met een rechtstreeks gemonteerde hydraulische pomp. De vermogensbehoefte van bulktoepassingen is 40-60 kw. Het hydraulisch systeem wordt meestal aangedreven door een van de koppeling afhankelijke PTO. SPOELWAGEN/RIOOLWAGEN Deze toepassingen hebben verschillende eisenniveaus met betrekking tot de krachtafnamevermogens. Dit is afhankelijk van of de toepassing uitsluitend uitgerust is met een slibzuigaggregaat of of ze uitgerust is met zowel een slibzuig- als een hogedrukspuitaggregaat. Bovendien is er soms extra kracht-afnamevermogen vereist om de tank te kunnen kantelen en om zware luiken en slanghaspels te kunnen bedienen. De vermogensbehoefte van het slibzuigeraggregaat is 30-80 kw,, terwijl het spuitaggregaat circa 110 kwnodig heeft. In de meeste gevallen voorzien de PTO s van Volvo in de vermogensbehoefte, maar wanneer de voertuigen worden uitgerust met de aggregaten die het hoogste vermogen vereisen, moeten die aangedreven worden via een verdeelbak met aansluitingen voor een zuig- en spuitaggregaat. De gebruikelijkste PTO s voor spuit- en slibzuigtoepassingen zijn van de koppeling afhankelijke dubbele PTO s. CEMENTMOLEN Cementmolens zijn er in lengtes van 4 tot 10 m 3. De vermogensbehoefte is 40-90 kw. Een cementmolen werkt met twee vermogensniveaus, een hoger voor het leegmaken en een lager voor het roteren tijdens het transport. De vermogensbehoefte om de cementmolen tijdens het rijden te roteren bedraagt 15 20 kw terwijl het starten van de leegmaakfase wanneer de rotatierichting van de trommel wordt omgekeerd een vermogen van 40 90 kw vereist, afhankelijk van de grootte van de cementmolen, om daarna terug te dalen naar 15 20 kw tijdens de rest van de leegmaakfase. Dit houdt in dat het volledige vermogen slechts gedurende korte periodes wordt gebruikt. Bovendien is er soms extra krachtafnamevermogen vereist om de transportband te kunnen aandrijven en bedienen. Het gebruikelijkste PTO-type voor cementmolens is een van de koppeling onafhankelijke PTO omdat het hydraulisch systeem moet kunnen werken wanneer het voertuig rijdt. BETONPOMP Betonpompen hebben een hoog vermogen nodig, tot 160 kw, in uitzonderlijke gevallen zelfs tot 220 kw. Vermogens van meer dan 100 kw vereisen een verdeelbak. Het hydraulisch systeem wordt aangedreven door een van de koppeling afhankelijke PTO, omdat het gebruik van de toepassing vereist dat het voertuig stilstaat, maar er worden ook van de 10 Toepassingen

SPECIFICATIE VAN PTO S DE JUISTE PTO Om verschillende redenen is het belangrijk om af fabriek de juiste PTO te specifi ceren en te bestellen met het chassis. Dit zijn de belangrijkste redenen: Er kan een optimale werking gegarandeerd worden, vooral wat het geluidsniveau, het brandstofverbruik, de emissieniveaus en de functie betreft. Betere kwaliteitsborgingsmogelijkheden omdat er achteraf geen ingrepen nodig zijn in bijvoorbeeld de ver-snellingsbak. Dit garandeert een goede afdichting en reinheid. Kortere doorlooptijd omdat het chassis beter voorbereid is voor de opbouw. Gereduceerde totale prijs omdat de montage van PTO s en de installatie van slangen en kabels voor de besturing in de productie kunnen gebeuren. FUNCTIE VAN DE OPBOUW De PTO wordt vaak gebruikt om een hydraulische pomp aan te drijven die deel uitmaakt van het hydraulisch systeem dat aangepast is aan de functie van de opbouw. Daarom is de specifi catie van de PTO afhankelijk van de vormgeving van de opbouw. De functie van de opbouw wordt bepaald door de behoeften van de klanten op het beoogde toepassingsgebied, wat betekent dat de opbouw meestal uniek is voor de klant. Daarom is het de taak van de opbouwer om de opbouw dusdanig te construeren dat op een effi ciënte manier in deze behoeften wordt voorzien. Een opbouw die in dezelfde behoeften voorziet, kan op een andere manier geconstrueerd zijn, afhankelijk van het opbouwbedrijf dat de constructie heeft bedacht. TECHNISCHE VARIABELEN Bij het specifi ceren van een PTO is het belangrijk om de combinatie motor, versnellingsbak, PTO en hydraulische pomp te optimaliseren. Een goed geoptimaliseerd sys-teem is gunstig voor het prestatievermogen, het geluidsniveau, het gewicht en de kosten. Als de technische variabelen van het hydraulisch systeem niet gekend zijn, is het onmogelijk om een PTO correct te specifi ceren. Voorbeelden van belangrijke variabelen: Het benodigde hydraulisch debiet De maximumdruk van de hydraulica in verschillende circuits Eisen die aan van de koppeling afhankelijke PTO worden gesteld De plaats van de PTO Het werktoerental van de motor Om sommige van deze variabelen te bepalen, moet de constructie van de opbouw gekend zijn. Het volstaat niet om te weten voor welk toepassingsgebied de opbouw geconstrueerd is, omdat verschillende opbouwers verschillende opbouwconstructies voor het hetzelfde doel-einde hebben. Bij het specifi ceren van een PTO is het dan ook erg belangrijk om informatie op te vragen bij de opbouwer in kwestie. 11 SPECIFICATIE VAN PTO S

PROCEDURE VOOR SPECIFICATIE VAN PTO S Hieronder volgen twee voorstellen voor de werkwijze bij het specifi ceren van PTO s. Het eerste voorstel gaat ervan uit dat de PTO een hydraulische pomp moet aandrijven. Het tweede voorstel gaat ervan uit dat de PTO via een cardanas een compressor, een pomp of iets dergelijks moet aandrijven. Rekenvoorbeeld op blz 17. AANDRIJVING VAN RECHTSTREEKS GEMONTEERDE HYDRAULISCHE POMP De werkwijze gaat ervan uit dat de PTO een hydraulische pomp moet aandrijven. Een PTO moet altijd gespecifi ceerd worden in combinatie met een hydraulische pomp. Een pomp die bepaald is door de opbouwer of door de verkoper. 1. Bepaal de bedrijfsomstandigheden door met de carrosseriebouwer en de klant overleg te plegen met betrekking tot: Hydraulisch debiet, Q (l/min) en, wanneer de carrosseriebouwer de hydraulische pomp heeft gekozen, de cilinderinhoud van de hydraulische pomp, D (cm 3 /omw) Maximale systeemdruk, p (bar). Toerental van de dieselmotor (dit moet zo laag mogelijk zijn), (tpm). Vereiste van koppelingsonafhankelijke uitvoering of niet. Andere vereisten zoals positie, dubbele PTO-installatie, dubbele hydraulisch pompen of variabele hydraulische pompen, enzovoort. Type versnellingsbak en motor. 2. Bepaal een geschikte PTO met behulp van punt 1 hierboven en de PTO-informatiebladen. De punten zouden voldoende gegevens moeten verstrekken om het aantal mogelijke PTO s aanzienlijk te reduceren. De overbrengingsverhouding die de PTO moet hebben, is afhankelijk van het motortoerental en het gewenste pompdebiet. Een vuistregel is de hoogste overbrengingsverhouding voor de PTO kiezen zonder de beperkingen van de hydraulische pomp te overschrijden. 3. Lees de overbrengingsverhouding z voor de geselecteerde PTO af. Zie de tabellen Overzicht van PTO-overbrengingen (z) op pagina 18 en 19. 4. Selecteer de pomp door de benodigde cilinderinhoud, D ben, te berekenen met de volgende formule: D ben = Q 1000 <=> Q = D ben z n mot / 1000 z n mot Kies met behulp van de informatiebladen voor de hydraulische pompen de kleinste pomp met een cilinderinhoud D > D ben. 5. Controleer of het maximum toegelaten toerental van de hydraulische pomp n (tpm) niet wordt overschreden volgens de formule: n eng z < n Bij het specifi ceren van de motor-pto is het belangrijk er rekening mee te houden dat de PTO en daarmee de rechtstreeks geschakelde pomp niet uitgeschakeld kunnen worden. Dit betekent dat de hydraulische pomp ook het toerental moet toelaten dat verkregen wordt wan-neer er met het voertuig wordt gereden. 6. Controleer of het maximum toegelaten koppel van de PTO M perm (Nm) niet wordt overschreden volgens de volgende formule: M = Dp p < M 63 perm Als het koppel wordt overschreden, moet er een andere PTO worden gekozen. Ofwel met een hogere overbrengingsverhouding of met een hoger toegelaten koppel. Begin opnieuw bij punt 2. 7. Het is belangrijk dat de motor het relevante koppel bij het gekozen motortoerental kan leveren. Controleer of de motor het koppel M (Nm) maal de overbrengingsverhouding z van de PTO levert bij een specifi ek motortoerental (tpm). Als er meerdere PTO s tegelijk worden gebruikt, moet de motor het totaal benodigde koppel kunnen leveren. Het leverbare koppel van de motor is vooral belangrijk bij gebruik van kleinere motoren voor zware toepassingen. 8. Controleer of het maximum toegelaten vermogen van de PTO P perm (kw), niet wordt overschreden volgens de volgende formule: P = M z n eng 3.14 < P perm 30000 Als het vermogen P(kW) hoger is dan P perm (kw) moet er een andere PTO, die het vereiste vermogen kan leveren, gekozen worden. Begin opnieuw bij punt 2. 9. Neem contact op met de desbetreffende opbouwer wanneer de PTO gekozen is. Breng hem op de hoogte van de karakteristiek van de PTO en op welke hydraulische pomp de PTO-keuze gebaseerd is. 12 SPECIFICATIE VAN PTO S

AANDRIJFAS Deze procedure gaat ervan uit dat de PTO een aandrijfas aandrijft. 1. Ga na wat de bedrijfsomstandigheden zijn door met de opbouwer en de klant de volgende punten door te nemen: Vermogenseisen van de toepassing P(kW). Het werktoerental van de dieselmotor n eng (tpm). Onafhankelijk van de koppeling of niet. Andere eisen zoals positie, dubbele PTO s, dubbele hydraulische pompen of variabele hydraulische pompen enz. Type versnellingsbak of motor. 2. Bepaal een geschikte PTO met behulp van punt 1 hierboven en de PTO-informatiebladen. De punten zouden voldoende gegevens moeten verstrekken om het aantal mogelijke PTO s aanzienlijk te reduceren. 3. Controleer of het maximaal toegestane koppel M toeg (Nm) van de PTO niet wordt overschreden. Gebruik hiervoor de volgende formule: M = P 9550 < M toeg (z nmot ) z is de overbrengingsverhouding van de PTO. Zie de tabellen Overbrengingsverhouding van de PTO (z) op pagina 18-19. 4. Het is belangrijk dat de motor bij de gekozen toerentallen het benodigde koppel levert. Controleer of de motor het koppel M (Nm) maal de overbrengingsverhouding z van de PTO levert bij het motortoerental (tpm). Als er meerdere PTO s tegelijk worden gebruikt, moet de motor het totaal benodigde koppel kunnen leveren. Het leverbare koppel van de motor is vooral belangrijk bij gebruik van kleinere motoren voor zware toepassingen. 5. Controleer of het maximaal toegestane vermogen P toeg (kw) van de PTO niet wordt overschreden. Als het vermogen P (kw) groter is dan P toeg (kw) moet gebruik worden gemaakt van een andere PTO die het vereiste vermogen wel aankan. Begin in dat geval bij punt 2 hierboven. 6. Neem contact op met de desbetreffende opbouwer wanneer de PTO gekozen is. Breng hem op de hoogte van de karakteristiek en positie van de PTO. 13 SPECIFICATIE VAN PTO S

KEUZE VAN HYDRAULISCHE POMP Als de PTO het hart van het laadhanteringssysteem van de vrachtwagen is, zouden we het hydraulisch systeem de bloedsomloop kunnen noemen. Zonder de juiste pomp, tanks en slangen kunnen het hoogste rendement en de hoogste betrouwbaarheid niet gehaald worden. Een hydraulisch systeem bestaat o.a. uit een PTO, een cardanas, een hydraulische pomp, een hydraulische olietank met fi lter, consoles en slangen. De pomp wordt in overleg met de opbouwer gekozen. Het is erg belangrijk dat de carrosseriebouwer en de verkoper over het juiste gereedschap beschikken om een correct gedimensioneerd hydraulisch systeem te specifi ceren dat afgestemd is op elke unieke operatie. Op de Volvo Body Builder Instructions (VBI)-homepage (instructies voor carrosseriebouwers) is er een Vrachtwagenpomp/PTO-systeem calculator beschikbaar. Internetadres: http://vbi.truck.volvo.com/ (wachtwoord vereist) Klik op Introduction / Software requirement / Parker Truck diesel engine speed calculator. Gebruik deze calculator altijd om over een correct gedimensioneerd hydraulisch systeem te beschikken. De calculator geeft het maximum toegelaten motortoerental aan wanneer de hydraulische pomp in gebruik is. Voertuigen gespecifi ceerd met een PTO en pomp (met uitzondering van variabele pompen) hebben altijd een af fabriek ingesteld maximum motortoerental (tpm), d.w.z. dat wanneer de PTO in gebruik is, het maximumtoerental niet overschreden kan worden door het gaspedaal in te drukken. Instellingen voor voertuigen met variant UELCEPK, zonder BBM (Body Builder Module/opbouwinterface):* Hydraulische pomp HPE-F41 /-F51/-F61/-F81 HPE-F101 HPE-T53 /-T70 HPE-V45 HPE-V75 /-V120 PTO incl. hydraulische pomp PTES-F41 /-F51 /-F61 /-F81 PTES-F10 Maximaal motortoerental tijdens pompwerking 2000 tpm 1700 tpm 1700 tpm 2000 tpm 1700 tpm 2000 tpm 1700 tpm * Voor een op de versnellingsbak gemonteerde PTO met DIN-uitgang (PTR-D, PTR-DM, PTRD-D1, enzovoort). Geen maximaal motortoerental ingesteld. Instelling voor voertuigen met variant ELCE-CK, met BBM (Body Builder Module/opbouwinterface): PTO incl. hydraulische pomp Alle PTO s en pompen (behalve variabele pompen) Maximaal motortoerental bij werking PTO/pomp 2500 tpm Met het diagnosesysteem VCADS Pro kan het vooraf ingestelde maximale motortoerental worden gewijzigd. De dimensiegegevens, de bedieningsinstructies en de service-instructies van het hydraulisch systeem worden altijd meegeleverd met het voertuig. Volgens de richtlijnen van de Volvo Truck Corporation moet er altijd een laatste afl everingsinspectie van de carrosseriebouw uitgevoerd worden. 14 KEUZE VAN HYDRAULISCHE POMP

De volgende pomptypes worden gebruikt: Eendebietspomp met vaste verplaatsing Tweedebietspomp met vaste verplaatsing Pomp met variabele verplaatsing De volgende pompaandrijvingen worden gebruikt: Rechtstreeks aangedreven pomp Enkele pomp met cardanas Dubbele pomp met cardanas EENDEBIETSPOMP Dit type hydraulische pomp is aangepast voor enkelcircuitsystemen met vaste verplaatsing. De eendebietspomp bestaat uit één circuit gezien van de drukpoort van de pomp tot de aanzuigpoort. De hydraulische pompen F1 Plus zijn van het type eendebietspomp. POMP MET DUBBEL CIRCUIT Dit type hydraulische pomp is geschikt voor systemen met een dubbel circuit met een vast debiet. De pomp met dubbele doorstroming bestaat uit twee geheel onafhankelijke circuits die afzonderlijk worden geregeld. De pomp heeft één aanzuigpoort en twee afzonderlijke uitgangen. De hydraulische pomp F2 Plus is van het type met dubbele doorstroming. POMP MET VARIABEL DEBIET Dit type hydraulische pomp is aangepast voor enkelcircuitsystemen met variabel volume. Pompen voor een variabel debiet hebben net zoals eendebietspompen slechts één circuit gezien van de drukkant naar de aanzuigkant, maar met dat verschil dat het debiet gevarieerd kan worden. Met een variabel debiet kan men een constant debiet aanhouden, ook wanneer het mo-tortoerental varieert. De hydraulische pomp VP1 is van het type pomp met variabel debiet. RECHTSTREEKS AANGEDREVEN POMP Rechtstreeks aangedreven pompen kunnen rechtstreeks op de PTO gemonteerd worden volgens de DIN 5462/ ISO 7653-norm. Alle pompen kunnen rechtstreeks op de PTO gemonteerd worden. ENKELE POMP MET CARDANAS De hydraulische pompen kunnen ook aangedreven worden via een cardanas die wordt aangesloten op de PTO. De aansluiting gebeurt met een fl ens volgens de SAE 1300-norm. Alle pompen kunnen via de cardanas door de PTO aangedreven worden. DUBBELE POMP MET AANDRIJFAS Hydraulische pompen kunnen ook in paren worden aangedreven via overbrengingstandwielen en een aandrijfas die met de PTO is verbonden. Deze verbinding verloopt via een fl ens volgens de SAE 1400-norm. De hydraulische pompen VP1-45 en VP1-75 kunnen ook worden geïnstalleerd als tandemstel met één aandrijfas, aangezien deze een doorlopende as hebben. Alle pompen kunnen paarsgewijs via een aandrijfas vanaf de PTO worden aangedreven. TOEPASSINGSGEBIEDEN Elk pompmodel is verkrijgbaar met verschillende cilinderinhoud- en drukwaarden voor de meest uiteenlopende toepassingsgebieden. De volgende pagina s bevatten een korte beschrijving van de verschillende pompmodellen. 15 KEUZE VAN HYDRAULISCHE POMP

HYDRAULISCHE POMPEN F1 PLUS-POMP MET EEN ENKEL CIRCUIT F1 Plus is een verbeterde versie van de F1-pomp. De werkingshoek van de zuigers is verhoogd naar 45 en de pomp heeft een nieuw lagerhuis. De pompen uit de F1 Plus-serie hebben een hoge bedrijfszekerheid en zijn door hun compacte afmetingen eenvoudig en goedkoop te installeren. De F1 Plus-serie bestaat uit vijf verschillende pompen. Alle vijf modellen hebben dezelfde inbouwmaten voor de aansluitfl ens en as en voldoen aan de huidige ISO-norm. F2 PLUS TWEEDEBIETSPOMP De F2 Plus is de tweedebietsvariant van de F1 Plus. De tweedebietspomp maakt het mogelijk om met één pomp twee debieten te produceren die volledig onafhankelijk zijn van elkaar. De voordelen van een dergelijke pomp zijn dat met een bepaalde opbouw van het hydraulisch systeem, met hetzelfde motortoerental van de vrachtwagen drie verschillende debieten mogelijk zijn. Met de tweedebietspompen kan het hydraulisch systeem beter geoptimaliseerd worden, waardoor er minder energie wordt verbruikt, er een lager risico op warmlopen is, het gewicht lager is, de installatie eenvoudiger is en er gestandaardiseerde systeemoplossingen gebruikt kunnen worden. Met de tweedebietspomp kunnen er twee debieten onafhankelijk van elkaar geproduceerd worden, wat een hogere snelheid en een betere rijprecisie oplevert. Verder zijn ook een groot debiet samen met een klein debiet of twee even grote debieten mogelijk. Met een tweedebietspomp zijn alle alternatieven mogelijk. Verder kan één van de debieten van de pomp ook gebruikt worden in combinatie met een hoge systeemdruk en later, wanneer het drukniveau in het systeem gedaald is, kunnen beide debieten gebruikt worden. Dit elimineert het risico op overbelasting van de PTO terwijl het tegelijkertijd meer optimaal werken mogelijk maakt. De astap en de bevestigingsfl ens voldoen aan de geldende ISO-norm en zijn aangepast voor rechtstreeks montage op de PTO. De F2 Plus is geschikt voor grote stukgoedkranen, bosbouwkranen, laadwisselaars, kantellaadbakken gecombineerd met een kraan en voor vuilniswagens F1 Plus-pomp met enkel circuit en ontlastklep voor montage op motor. F2-pomp met een dubbel circuit voor montage op motor. VP1-POMP MET VARIABEL DEBIET De VP1-pomp kan direct op een PTO op de versnellingsbak worden gemonteerd, of op een koppelingsonafhankelijke PTO op het vliegwiel of het distributiemechanisme van de motor. De variabele doorstroming van de VP1-pomp is vooral geschikt voor toepassingen die een lastgevoelig hydraulisch systeem vereisen, zoals een truck met kraan. De pomp voorziet het hydraulisch systeem op het juiste moment van de juiste doorstroming. Dit verlaagt het brandstofverbruik en reduceert de warmteontwikkeling. Hierdoor wordt een stiller systeem met lager brandstofverbruik verkregen. De VP1-pomp heeft een hoge effi ciëntie, compacte inbouwafmetingen en is licht van gewicht. De pomp is betrouwbaar, zuinig en eenvoudig te installeren. De zuiger en de tuimelschijf kunnen een hoek van 20 ten opzichte van elkaar maken, waardoor de pomp compact kon worden uitgevoerd. De VP1-45 en VP1-75 hebben een doorlopende as voor tandemkoppeling of een extra pomp, bijvoorbeeld een F1-pomp met een vaste cilinderinhoud. Alle pompen hebben compacte inbouwafmetingen. De assen en aansluitfl enzen voldoen aan de ISO-norm. Pomp VP1-120 met variabel debiet. 16 Hydraulische pompen

VOORBEELDBEREKENING - BOSBOUWKRAAN Het onderstaande voorbeeld illustreert de werkwijze voor het specifi ceren van PTO s met hydraulische pomp voor een Volvo FH uitgerust met een bosbouwkraan. WERKOMSTANDIGHEDEN 1. Op basis van de gesprekken met de klanten en opbouwers kunnen de volgende werkomstandigheden bepaald worden: De kraan vereist een hydraulisch debiet, Q = 95 l/min. Maximum systeemdruk van het hydraulisch systeem, p = 250 bar. De klant en de opbouwer geloven dat het geschikte toerental; n eng =900 tpm is. Een bosbouwkraan wordt altijd gebruikt wanneer het voertuig stilstaat, daarom is er geen van de koppeling onafhankelijke PTO vereist.. Voor het voertuig wordt een enkele pomp met variabele verplaatsing aangeraden. Voor het voertuig wordt een enkele pomp met variabele verplaatsing aangeraden. Het motortype is de D13 en het versnellingsbaktype is de V2514. 2. Met de bovenstaande bedrijfsomstandigheden kan een geschikte PTO worden gekozen. Er is geen koppelingsonafhankelijke PTO vereist, zodat een op de versnellingsbak gemonteerde PTO kan worden gekozen. Bovendien moet de PTO geschikt zijn voor een direct gemonteerde hydraulische pomp. Als vuistregel geldt dat het beste een PTO met een hoge overbrengsverhouding kan worden gekozen. De PTO-informatiebladen geven aan dat de PTR-DH een geschikte keuze is. 3. De tabel op de volgende bladzijde PTO-overbrengingsverhouding (z) toont dat de overbrengingsverhouding van versnellingsbak V2514 bij hoge split en PTO PTR-DH z = 1.53is. 4. Selecteer de pomp door eerst de vereiste cilinderinhoud te berekenen: D Q 1000 95 1000 = = ben 69 cm 3 /toeren. z n mot 1.53 900 Kies met behulp van de informatiebladen voor de hydraulische pompen de kleinste pomp met voldoende cilinderinhoud D > D ben. De informatiebladen geven aan dat VP1-75 de kleinste variabele pomp is die aan deze criteria voldoet, D = 75. Het motortoerental van 900 tpm is ook de laagst mogelijke waarde voor deze toepassing. 17 VOORBEELDBEREKENING 5. Controleer of het maximum toegelaten toerental van de hydraulische pomp n (tpm) niet wordt overschreden. Met behulp van de formule: n eng z =900 1.53 =1377 tpm ziet men dat het toerental lager is dan het maximum toegelaten toerental van de pomp n =1700 tpm (zie pompgegevens). Dit betekent dat het toerental van de hydraulische pomp niet wordt overschreden. 6. Controleer of het maximum toegelaten koppel van de PTO M perm (Nm) niet wordt overschreden. M = D p = 75 250 = 298 Nm 63 63 M = 298 Nm is lager dan het maximum toegelaten koppel van de PTO M perm = 400 Nm (zie informatieblad van de PTO) wat betekent dat de gekozen PTO voldoet aan de koppeleisen van de toepassing. Het is ook belangrijk dat de motor in staat is om het benodigde koppel te leveren bij het gekozen toerental. Dit houdt in dat de motor in staat moet zijn om koppel M te leveren, vermenigvuldigd met de overbrengingsverhouding van de PTO z bij het toerental n eng. In dit geval moet de motor in staat zijn om; 298 1.53 =456 Nm, bij 900 tpm. 7. Controleer of het maximum toegelaten vermogen van de PTO P perm (kw) niet wordt overschreden. P = M z n eng 3.14 = 298 1.53 900 3.14 = 43 kw 30000 30000 Voor PTR-DH is het maximum toegelaten vermogen 65 kw (zie informatieblad). Dit betekent dat de PTO kan voorzien in de vermogensafname van de toepassing. 8. Conclusie: Uit de berekeningen hierboven blijkt dat de PTO PTR-DH een geschikte PTO is samen met variabele pomp VP1-75. Breng de opbouwer op de hoogte van met welke PTO het voertuig wordt gespecificeerd en op welke hydraulische pomp de specificatie gebaseerd is.

PTO-OVERBRENGINGSVERHOUDINGEN (Z) VOLVO FH EN FM VERSNELLINGSBAK-PTO S PTR- PTRD- F FL FH D DM DH F D / D1 D2 1 buiten 2 buiten 2 buiten 1 binnen V2009 0,70 0,73 1,23 0,70 1,06 1,23 1,30 1,30 1,30 0,60 V2214 Lage split 0,70 0,73 1,23 0,70 1,06 1,23 1,30 1,30 1,30 0,60 Hoge split 0,88 0,91 1,53 0,88 1,32 1,53 1,62 1,62 1,62 0,75 VO2214 Lage split 0,88 0,91 1,53 0,88 1,32 1,53 1,62 1,62 1,62 0,75 Hoge split 1,10 1,14 1,91 1,10 1,65 1,91 2,02 2,02 2,02 0,94 V2514 Lage split 0,70 0,73 1,23 0,70 1,06 1,23 1,30 1,30 1,30 0,60 Hoge split 0,88 0,91 1,53 0,88 1,32 1,53 1,62 1,62 1,62 0,75 VO2514 Lage split 0,88 0,91 1,53 0,88 1,32 1,53 1,62 1,62 1,62 0,75 Hoge split 1,10 1,14 1,91 1,10 1,65 1,91 2,02 2,02 2,02 0,94 V2814 Lage split 0,70 0,73 1,23 0,70 1,06 1,23 1,30 1,30 1,30 0,60 Hoge split 0,88 0,91 1,53 0,88 1,32 1,53 1,62 1,62 1,62 0,75 VO2814 Lage split 0,89 0,92 1,56 0,89 1,34 1,56 1,64 1,64 1,64 0,76 Hoge split 1,12 1,16 1,96 1,12 1,68 1,96 2,06 2,06 2,06 0,95 V2412IS / V2412AT / Lage split 0,70 0,73 1,23 0,70 1,06 1,23 1,30 1,30 1,30 0,60 V2512AT / V2812AT Hoge split 0,90 0,93 1,57 0,90 1,35 1,57 1,65 1,65 1,65 0,77 VO2512AT / VO3112AT Lage split 0,90 0,93 1,57 0,90 1,35 1,57 1,65 1,65 1,65 0,77 Hoge split 1,15 1,18 2,00 1,15 1,72 2,00 2,10 2,10 2,10 0,98 DISTRIBUTIE-PTO S D9A D9B D13A D16C D16E Achterbevestiging: PTER-DIN / PTER1400 1,08 1,08 1,26 1,26 1,26 PTER1300 1,08 1,08-1,26 - KOPPELINGSONAFHANKELIJKE PTO S VOOR HANDGESCHAKELDE EN AUTOMATISCH SCHAKELENDE VERSNELLINGSBAKKEN PTOF-DIF 1,0 PTOF-DIH 1,0 KOPPELINGSONAFHANKELIJKE PTO S VOOR AUTOMATEN MET KOPPELOMVORMER PTPT-D 1,0 PTPT-F 1,0 18 Tabel, PTO-overbrengingsverhouding (z) Volvo FH en FM

PTO-OVERBRENGINGSVERHOUDINGEN (Z) VOLVO FL (Modeljaar vóór 2007) VERSNELLINGSBAK-PTO S BKT6057 BKHT6057 BKT6091 BKHT6091 BKR8061 BKR8081 BKHR8081 BKR8121 BKHR8121 T600A 0.57 0.57 0.84 0.84 T600B 0.68 0.68 1.00 1.00 T700A 0.57 0.57 0.84 0.84 T700B 0.68 0.68 1.00 1.00 TO800 0.84 0.84 1.25 1.25 R800 0.61 0.81 0.81 1.21 1.21 KOPPELINGSONAFHANKELIJKE PTO S VOOR HANDGESCHAKELDE EN AUTOMATISCH SCHAKELENDE VERSNELLINGSBAKKEN KOBL85 KOBLH85 T600B 0.85 0.85 T700A 0.85 0.85 R800 0.85 0.85 KOPPELINGSONAFHANKELIJKE PTO S VOOR AUTOMATEN MET KOPPELOMVORMER SKMD100 SKMDH100 SKMD140 MD3060P5 0.93 0.93 1.4 MD3560P5 0.93 0.93 1.4 19 Tabel, PTO-overbrengingsverhouding (z) Volvo FL

PTO-OVERBRENGINGSVERHOUDINGEN (Z) VOLVO FL (Modeljaar vanaf 2007) VERSNELLINGSBAK-PTO S ZTO1006 ZTO1109 PTR-ZF2 1.90 PTR-ZF3 1.90 PTR-ZF4 1.70 PTR-ZF5 1.70 PTR-ZF6 2.03 PTR-FH1 0.97 PTR-PH1 0.97 PTR-FH2 1.25 PTR-PH2 1.25 PTR-FH5 0.96 1.78 PTR-PH4 0.96 1.78 Extra kraftuttag PTRA-PH1 0.97 PTRA-PH2 1.25 PTRA-PH3 0.96 1.78 DISTRIBUTIE-PTO S PTER1400 1.0 PTER-DIN 1.0 KOPPELINGSONAFHANKELIJKE PTO S VOOR AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK AL306 PR-HF4S 0.93 PR-HF6S 0.93 PR-HP4S 0.93 PR-HP6S 0.93 PR-HP4SH 1.61 PR-HF4SH 1.61 20 Tabel, PTO-overbrengingsverhoudingen (z) Volvo FL

PTO-OVERBRENGINGSVERHOUDINGEN (Z) VOLVO FE (Modeljaar vanaf 2007) VERSNELLINGSBAK-PTO S ZTO1006 ZTO1109 PTR-ZF2 1.90 PTR-ZF3 1.90 PTR-ZF4 1.70 PTR-ZF5 1.70 PTR-FH1 0.97 PTR-PH1 0.97 PTR-FH2 1.25 PTR-PH2 1.25 PTR-FH5 0.96 1.78 PTR-PH4 0.96 1.78 Extra kraftuttag PTRA-PH1 0.97 PTRA-PH2 1.25 PTRA-PH3 0.96 1.78 DISTRIBUTIE-PTO S PTER1400 1.0 PTER-DIN 1.0 PTER-100 1.0 KOPPELINGSONAFHANKELIJKE PTO S VOOR AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK AL306 PR-HP4T 1.40 PR-HP6T 1.97 PR-HP6TH 1.40 PR-HP6TL 1.13 PR-HP4TL 1.13 21 Tabel, PTO-overbrengingsverhoudingen (z) Volvo FE

2007-06-15 DUT Version 08