EEN BESCHOUWING VAN VIRTUELE VALUTA IN DE OMZETBELASTING. Een alternatief voor legitieme valuta?

Vergelijkbare documenten
Omzetbelasting -- Deel 1

Datum van inontvangstneming : 07/07/2014

HRo - Omzetbelasting -- Deel 1

HRo - Omzetbelasting -- Deel 1

Bachelor Thesis Fiscale Economie 2012/2013. De onbelastbare subsidie en het recht op aftrek van voorbelasting.

Besluit van 25 januari 2013, nr. BLKB 2013/82M, De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Een onderzoek naar de reikwijdte van de vrijstelling voor het beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen

HOOFDSTUK 1 Een systematiek voor het oplossen van btw-problemen

Subsidies. in de omzetbelasting

UNIVERSITEIT VAN TILBURG

De vergoeding in natura en het neutraliteitsbeginsel

Axel Spiessens BTW BIJ INVOER RESULTATEN UIT ACADEMISCH ONDERZOEK

Belastingheffing digitale economie: lange en korte termijn oplossing

BTW. Academiejaar samenvatting - Jeroen De Mets 1

Per 1 januari 2019: nieuwe btw-regels voor vouchers, zegels en waardebonnen

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 3 maart 1994 *

RB bijeenkomst Btw actualiteiten

Sponsoring in de omzetbelasting De verschillende soorten sponsoring en het waarderen van de tegenprestatie in natura.

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 22 oktober 2015 (*)

Utrecht 21 april 2015

Subsidies en de aftrek van voorbelasting binnen de BTW

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

Circulaire 2019/C/22 betreffende werken uitgevoerd door een Btw-belastingplichtige in een gebouw dat hij huurt

Collegeaantekeningen Fiscale aspecten Registergoederen. Week 1

Virtuele valuta in de btw

Omzetbelasting. Aftrek omzetbelasting met betrekking tot auto s e.d.

Betalingsverkeer. Vertrouwen of innoveren? Wandena Birdja-Punwasi en Erus Schuurman. 22 mei 2014

Hypothese. Voorbeeld. 2018/0042 De hoogte van de 30%-vergoeding onder de werkkostenregeling SAMENVATTING

Wetswijziging medische vrijstelling

Bachelor Thesis. De waardering van een vergoeding in natura. : Walter Govers. Administratienummer : Datum : mei G.J.

1 Het geding in feitelijke instanties

Informatie voor ondernemers

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd:

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 september 2009 (23.09) (OR. en) 13057/09. Interinstitutioneel dossier 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 112

Gemeente Utrecht mevrouw mr. M.C. Don prof. dr. R.N.G. van der Paardt - belastingadviseur. fiscale aspecten omzetten erfpacht naar vol eigendom

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en)

ECLI:NL:RBNNE:2017:3135

ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING DONDERDAG 8 OKTOBER UUR

Aftrek van voorbelasting:

Aftrek en/of compensatie van btw definitief na verwerken factuur?

Bachelor Thesis. De afnemer van de prestatie. Naam: B.J.G. Verberne. Studierichting: Fiscale Economie

ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

Als u vragen heeft over dit onderwerp of over de intrekking van mededeling 26, dan kunt u uiteraard contact opnemen

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )

BLOCKCHAIN TECHNOLOGIE IN HET ONDERWIJS Teun van Essen

Verkoop van deelnemingen in de economische en niet-economische sfeer

Hoofdstuk 270 / De winst- en verliesrekening 270.1

De reikwijdte van de vrijstelling voor het betalingsverkeer ten aanzien van moderne betalingsmethoden

BTW-nieuwtjes

Levering van goederen

NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP de Groep belastingvraagstukken Indirecte belasting (BTW) Betreft: BTW - Plaats van levering van gas en elektriciteit

2014 KPMG Meijburg & Co, belastingadviseurs, is een samenwerkingsverband van besloten vennootschappen en maakt deel uit van KPMG International

De btw-behandeling van vouchers;

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juni 2016 (OR. en)

No.W /III 's-gravenhage, 21 augustus 2015

Crypto's (bitcoins) en witwassen

De Nederlandse BV als een vaste inrichting van een buitenlandse vennootschap

Betalen; een hele prestatie?

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

TIPS. Internationaal zaken doen en BTW (deel 2)

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

De Nederlandse integratieheffing in Europees perspectief: Is het einde van de Nederlandse integratieheffing nabij?

Type belastingen in het systeem van nationale rekeningen Curaçao, 2013

MEMO. Betreft : Reactie op berichten over bezwaarmogelijkheid tegen BTW-heffing privé gebruik lease auto s Datum : 21 oktober 2011

Advies Betaling via inkooporganisatie

Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet op het financieel toezicht.

Hoe kan er in de omzetbelasting een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen economische activiteiten en niet-economische activiteiten?

(verzoek van het VAT and Duties Tribunal, Manchester, om een prejudiciële beslissing)

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

Het aftrekrecht voor handelingen die buiten de werkingssfeer van de btw vallen

BTW en vouchers

MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN. 1. Inleiding

Kosten voor gemene rekening

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

Algirda Šemeta, Commissaris voor belastingen, douane-unie, audit en fraudebestrijding. 2

Zeijerstroeten TD Ubbena BTW en Zonnepanelen

Crypto s: Emissie, handel en beleggen

Discretionair beheer Btw update. VV&A vergadering Breukelen, februari 2013 Martijn Jaegers

Fiscaal memo (aangifte 2017)

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

(Niet-)economische activiteiten betreffende aandelen en het recht op aftrek van btw op kosten

Addendum behorende bij de vaststellingsovereenkomst Belastingplicht Woningcorporaties (d.d. 15 januari 2007) Projectgroep Belco 14 maart 2007

De BTW-afwikkeling bij de verstrekking van zegels en waardebonnen wordt geregeld door de artikelen 20 en 21 Uitvoeringsbesluit OB.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 december 2009 (OR. en) 13812/09 Interinstitutioneel dossier: 2007/0238 (CNS) FISC 120

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning

Over bitcoins, cryptomunten en ICO s

PUBLIC 10927/03 Interinstitutioneeldosier: 2002/0286(CNS)

Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010

Het leerstuk kosten voor gemene rekening

Fiscaal bouwrecht. belastingplichtige onder bezwarende titel worden verricht; 2. de invoer van goederen.'

Masterscriptie Fiscale Economie

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Bachelorthesis. De afnemer van de prestatie voor de btw

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Transcriptie:

EEN BESCHOUWING VAN VIRTUELE VALUTA IN DE OMZETBELASTING Een alternatief voor legitieme valuta? Naam: Azem Sahin ANR: 920863 Vak: Masterscriptie 2014/15 Opleiding: Fiscale economie Instelling: Tilburg School of Economics, Tilburg University Begeleidster: E.G. Bakker LLM. Examencommissie: Prof. Dr. G.J. van Norden & E.G. Bakker LLM. Datum: 25 februari 2015

Lijst van gebruikte afkortingen 4 1. Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2. Probleemstelling 6 1.3. Verantwoording opzet 7 2. De drie categorieën virtuele valuta 9 2.1. Inleiding 9 2.2. De eerste categorie virtuele munten 9 2.2.1. Algemeen 9 2.2.2. World of Warcraft gold 10 2.3. De tweede categorie virtuele munten 10 2.3.1. Algemeen 10 2.3.2. De Nintendo point 11 2.4. De derde categorie virtuele munten 12 2.4.1. Algemeen 12 2.4.2. Bitcoin 12 2.4.3. De werking van Bitcoin 13 2.4.4. De voorraad van Bitcoin 15 2.4.5. Pre-mine 16 2.5. Conclusie 17 3. Omzetbelasting 19 3.1. Inleiding 19 3.2. De belastingplichtige 19 3.2.1. Inleiding 19 3.2.2. De ondernemer 19 3.2.3. De economische activiteit 19 3.2.4. Levering van goederen en dienstverleningen 21 3.3 De maatstaf van heffing 22 3.3.1. Inleiding 22 3.3.2. De vergoeding in geld 22 3.3.3. De vergoeding in natura 22 3.4. De vrijstelling 24 3.4.1. Inleiding 24 3.4.2. De financiële vrijstellingen 25 3.4.3. Chartaal geld 25 3.4.4. Betalingsverkeer 26 3.4.5. Effecten en andere waardepapieren 26 3.5. Conclusie 27 4. Computerspel valuta 29 1

4.1. Inleiding 29 4.2 De spelontwikkelaar als ondernemer 29 4.2.1. De economische activiteit 29 4.2.2. Het computerspel 30 4.2.3. De uitgifte van virtuele valuta 31 4.3. De maatstaf van heffing 31 4.3.1. De betaalde geldsom 31 4.4. De vrijstelling 32 4.4.1. De levering van een computerspel 32 4.5. Conclusie 32 5. De Nintendo point 34 5.1. Inleiding 34 5.2. Nintendo als ondernemer 34 5.2.1. De economische activiteiten 34 5.2.2. Multi-purpose telefoonkaart 35 5.2.3. Het voorstel betreft de fiscale behandeling van vouchers 36 5.2.3.1. Inleiding 36 5.2.3.2. Definitie Voucher 36 5.2.3.3. Verschillende soorten vouchers 37 5.2.3.4. Tussenconclusie 38 5.2.4. De Nintendo point 38 5.3. De maatstaf van heffing 39 5.3.1. Inleiding 39 5.3.2. De nominale waarde 39 5.4. De vrijstelling 40 5.4.1. Inleiding 40 5.4.2. De vrijstelling voor handelingen inzake effecten en andere waardepapieren 40 5.5. Conclusie 41 6. Bitcoin 43 6.1. Inleiding 43 6.2. Verschillende handelingen 43 6.2.1. Inleiding 43 6.2.2. De vier partijen 43 6.3. Ondernemer 44 6.3.1. Inleiding 44 6.3.2. De ontwikkelaar 44 6.3.3. De miners 45 6.3.4. De gebruikers 47 6.3.5. De handelaren 48 6.3.6. Tussenconclusie 49 6.4. De kwalificatie van Bitcoin 50 2

6.4.1. Inleiding 50 6.4.2. Bitcoin als wettig betaalmiddel 50 6.4.3. Bitcoin als een vorm van geld 52 6.4.4. Interpretatie verschillen 53 6.5. Maatstaf van heffing 55 6.5.1. Inleiding 55 6.5.2. De vergoeding in geld 55 6.5.3. De vergoeding in Bitcoin 56 6.6. Vrijstelling 56 6.6.1. Inleiding 56 6.6.2. De vrijstelling voor handelingen betreffende chartaal geld 56 6.6.3. De vrijstelling voor handelingen betreffende betalingsverkeer 57 6.6.4. De vrijstelling voor handelingen betreffende effecten en andere waardepapieren 58 6.6.5. Tussenconclusie 60 6.7. Fiscaal neutraliteitsbeginsel 61 6.7.1. Inleiding 61 6.7.2. Allocatieneutraliteit 61 6.7.3. Gevolgen bij heffing over Bitcoin 62 6.7.3.1. Betalingen met Bitcoin 62 6.7.3.2. Handelingen inzake Bitcoin 64 6.7. Conclusie 65 7. Conclusie en aanbevelingen met betrekking tot wenselijk recht 67 7.1. Conclusie 67 7.2. Aanbevelingen met betrekking tot wenselijk recht 69 Literatuurlijst 73 Jurisprudentie 77 3

Lijst van gebruikte afkortingen A-G BNB Btw Advocaat-Generaal Beslissingen in belastingzaken, Nederlandse belastingrechtspraak belasting over de toegevoegde waarde Btw-richtlijn Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, PbEU 2006 L 347/1 BW c.q. DNB e.a. ECB HvJ EU Hoge Raad i.e. nr. Burgerlijk Wetboek casus quo De Nederlandsche Bank en anderen Europese Centrale Bank Hof van Justitie van de Europese Unie Hoge Raad der Nederlanden id est nummer p. pagina Wet OB Wet op de Omzetbelasting 1968 Wft Wet op het Financieel Toezicht 4

1. Inleiding 1.1 Aanleiding De in 2008 ontstane kredietcrisis heeft zijn sporen na gelaten in de maatschappij. Een groot aantal bedrijven waren en zijn nog steeds gedwongen om bezuinigingen door te voeren. Als gevolg raakten mensen werkeloos en zijn verscheidene werknemers nog altijd onzeker van hun baan. 1 De werkloosheidcijfers blijven stijgen en dat is een van de vele redenen voor het scepticisme, dat heerst onder de bevolking. 2 Weliswaar is een akkoord gesloten over Europees toezicht op banken, maar vooralsnog blijft het vertrouwen in de banken en het monetair beleid laag. 3 Met man en macht wordt gezocht naar een oplossing voor de economische malaise. Zo introduceerden enkele Spanjaarden in Malaga ruilhandel als protest tegen het monetair beleid van Europa. 4 Ik betwijfel of teruggrijpen op ruilhandel de oplossing is, maar desalniettemin vind ik het een ludieke actie. Een beter alternatief ligt wellicht verscholen in de virtuele wereld. In 2009 werd onder het pseudoniem Satoshi Nakamoto een paper gepubliceerd over een ogenschijnlijk verbeterd betaalsysteem: Bitcoin. 5 Dit betaalsysteem zou namelijk moeten voorkomen dat in de toekomst een dergelijke kredietcrisis zich wederom zal voordoen, omdat geen centrale instantie, bijvoorbeeld de Europese Centrale Bank, in staat is de koers van bitcoins kunstmatig aan te passen. 6 Alhoewel aan de hand van wiskundige modellen een betaalmethodiek wordt ontwikkeld, projecteert Satoshi Nakamoto in feite zijn eigen visie op de economie als wetenschap met decentralisatie als uitgangspunt. Aanvankelijk maakte slechts een select gezelschap gebruik van dit systeem, maar inmiddels heeft het enorm aan populariteit gewonnen, met als gevolg een excessieve waardestijging van de munt. 7 Daarbij wordt de virtuele munt door steeds meer bedrijven, waaronder de computerfabrikant Dell, geaccepteerd als vergoeding voor goederen en 1 Zie bijvoorbeeld: http://www.nrc.nl/nieuws/2014/02/04/kpn-schrapt-nog-eens-1-500-tot-2-000-banen/ of http://www.bloomberg.com/news/2014-03-06/jobless-claims-in-u-s-fall-to-lowest-level-in-three-months-1-.html 2 http://www.nrc.nl/nieuws/2014/01/23/werkloosheid-in-2013-met-100-000-toegenomen-record-aanfaillissementen/ en http://statline.cbs.nl/statweb/publication/?vw=t&dm=slnl&pa=71738ned&d1=22,26&d2=a&d3=0&d 4=0&D5=6,11,16,21,26,31,36,41,46,51,60,65,l&HD=140304-1008&HDR=T,G1&STB=G3,G2,G4 3 http://www.volkskrant.nl/politiek/akkoord-over-europees-toezicht-op-banken~a3362479/ 4 http://www.niburu.nl/financieel/4683-alternatieve-betaalmiddelen-en-tijdbanken-erg-populair-in-spanje 5 De identiteit van Satoshi Nakamoto is tot op heden onbekend: https://bitcoin.org/en/faq#who-created-bitcoin 6 Van Hilten 1992, Bancaire en financiële prestaties in de Europese BTW, p.10, p.11. 7 www.coindesk.com/price/ 5

diensten. In Nederland verschuilt Bitcoin zich eveneens niet. Onlangs is in Arnhem een record gevestigd qua aantal bedrijven, waarbij het mogelijk is een betaling te voldoen met bitcoins. 8 Reeds is de valuta ook onder de aandacht van de Nederlandsche Bank gebracht. Zij waarschuwen echter voor gebruikersrisico s en concluderen dat het vooralsnog geen bruikbaar alternatief is voor geld. 9 Tevens zijn in de Tweede Kamer vragen gesteld aan de Minister van Financiën, wie heeft aangegeven op de hoogte te zijn van de virtuele betaalmethode. Daarbij verschafte hij enige richtlijnen betreft de wijze van belastingheffing voor bijvoorbeeld de inkomstenbelasting. 10 Voor de ECB was de opkomst van Bitcoin de aanleiding om virtuele valuta nader te onderzoeken en werd in oktober 2012 een paper over virtual currency schemes, virtuele muntstelsels gepubliceerd. In de paper wordt niet alleen de focus gelegd op Bitcoin, maar ook op andere virtuele valuta. Zodoende verschaft de ECB aan de hand van casussen de volgende definitie van een virtuele valuta: ongereguleerd, digitaal geld, dat wordt uitgegeven en gecontroleerd door de ontwikkelaars, en gebruikt en aanvaard door de leden van een specifieke virtuele gemeenschap. 11 Drie categorieën worden onderscheiden naar de verkrijgbaarheid en het gebruik van de munt. Daarnaast worden verscheidene facetten door de ECB nader beschouwd: de vergelijking met wettig betaalmiddelen, het (ontbrekende) juridische kader en de eventuele risico s met betrekking tot het gebruik van de virtuele valuta. 1.2. Probleemstelling Vanuit een omzetbelasting perspectief bezien is in het bijzonder interessant in hoeverre een virtueel betaalmiddel gelijk kan worden gesteld aan wettige betaalmiddelen. Immers zijn handelingen betreffende legitieme valuta vrijgesteld van omzetbelasting; een verbruiksbelasting beoogt niet geld, voor zover het dient als het hulpmiddel bij ruil, te belasten. 12 Derhalve is eveneens in kwestie of een virtuele valuta als een vorm van geld dient te worden aangemerkt. Tegenwoordig kent geld niet alleen een fysiek tastbare verschijning, maar neemt het door technologische ontwikkelingen meerdere vormen aan. Zo worden 8 http://www.coindesk.com/gallery-arnhem-record-bitcoin-acceptance-bitcoincity/ geraadpleegd op 1-12-2014. 9 http://www.dnb.nl/nieuws/nieuwsoverzicht-en-archief/dnbulletin-2014/dnb307263.jsp geraadpleegd op 1-12- 2014. 10 Antwoord van Minister van Financiën op vragen van het lid Nijboer(PvdA) aan de minister van Financiën over de opkomst van de Bitcoin als digitale betaaleenheid (ingezonden 10 april 2013) 11 European Central Bank 2012, Virtual currency Schemes p.5. 12 Van Hilten 1992, Bancaire en financiële prestaties in de Europese BTW, p.16. 6

betalingen digitaal verricht via de chipknip en de PIN, versturen we betalingsopdrachten aan de bank via het internet en met behulp van de Near Field Communication chip, die is ingebouwd in mobiele telefoons, is het mobiel betalen eveneens vergemakkelijkt. Deze innovatieve betaalmethodes zijn vooralsnog binnen het huidig juridisch kader in te passen. De vraag is welke fiscale behandeling moet worden toegepast op virtuele valuta s, die een bestaan kennen in een virtuele wereld zijnde een cyberspace. De onderzoeksvraag van deze thesis luidt dan ook als volgt: Dienen verscheidene virtuele valuta, als gecategoriseerd door de Europese Centrale Bank, als een wettig betaalmiddel of een vorm van geld te worden aangemerkt en op welke wijze moeten deze worden behandeld voor de omzetbelasting? 1.3. Verantwoording opzet De categorisering van de virtuele valuta door de ECB zal als leidraad worden genomen in deze thesis. In het tweede hoofdstuk worden de verschillende soorten virtuele valuta uiteen gezet aan de hand van de voorbeelden, die eveneens zijn gebruikt in het rapport. Hoofdstuk drie bestaat uit een beschrijving van enkele basiselementen van de omzetbelasting. Allereerst wordt behandeld wie belastingplichtig is, waarbij eveneens een onderscheid wordt gemaakt tussen de belastbare feiten. Vervolgens wordt ingegaan op de maatstaf van heffing. Tot slot volgt een beschouwing van de vrijstellingen in de omzetbelasting, waarbij de nadruk voornamelijk zal worden gelegd op de financiële vrijstellingen. Het vierde hoofdstuk bevat een analyse van de fiscale gevolgen voor een virtuele valuta, die verkrijgbaar is tegen inwisseling van wettige betaalmiddelen en slechts als betaalmiddel geldt voor virtuele- goederen en diensten. Hoofdstuk vijf beschrijft de gevolgen voor de omzetbelasting in het geval dat een virtuele valuta niet alleen wordt geaccepteerd voor virtuele-, maar ook voor reële prestaties. Hierbij zal enigszins worden aangesloten bij de fiscale behandeling van multi-purpose telefoonkaarten en multi-purpose vouchers. In het laatste hoofdstuk wordt ingegaan of Bitcoin al dan niet in de omzetbelasting dient te worden betrokken. Daarbij wordt nagegaan in hoeverre de cryptocurrency een wettig betaalmiddel is, ofwel een vorm van geld. Tevens worden de zienswijze van verschillende landen uiteengezet. Ter afsluiting volgt een opsomming van de bevindingen betreffende de manier, 7

waarop verschillende virtuele valuta worden behandeld voor de omzetbelasting. Daarnaast worden enkele aanbevelingen met betrekking tot wenselijk recht gegeven. 8

2. De drie categorieën virtuele valuta 2.1. Inleiding De ECB bracht in het najaar van 2012 een rapport uit betreffende virtuele valuta. Aanleiding van het rapport is de toenemende populariteit van virtuele munten, waaronder Bitcoin. In het rapport wordt in het bijzonder onderzocht wat de opkomst van deze cryptocurrency betekent voor de huidige economie en of het daadwerkelijk een substituut voor legitieme valuta is. De ECB besloot echter niet alleen onderzoek te verrichten naar Bitcoin, maar ook naar andere virtuele muntstelsels. Die verschillende muntstelsels komen in dit hoofdstuk aan bod. Elke categorie zal apart worden beschreven aan de hand van praktijk voorbeelden, die eveneens zijn gebruikt door de ECB. 2.2. De eerste categorie virtuele munten 2.2.1. Algemeen De eerste categorie, die wordt beschreven in het rapport, bestaat volgens de ECB uit virtuele munten die louter kunnen worden gebruikt om goederen en diensten in een virtuele wereld aan te kopen. 13 Daarnaast is het van belang dat de munt niet kan worden verkregen tegen inwisseling van legitieme valuta. 14 Hieronder volgt een illustratie van de werking van een virtuele munt behorend tot de eerste categorie. Figuur x Legitieme valuta Virtuele valuta Virtuele goederen en diensten 13 European Central Bank 2012, Virtual currency Schemes, p.13. 14 European Central Bank 2012, Virtual currency Schemes, p.13. 9

De ECB geeft in het rapport aan dat voornamelijk virtuele munten, die worden gebruikt in computerspellen, onder de eerste categorie vallen. 15 Het voorbeeld in het rapport is World of Warcraft gold: de virtuele munt van het computerspel World of Warcraft. 2.2.2. World of Warcraft gold World of Warcraft is een online computerspel ontwikkeld door de spelontwikkelaar Blizzard. 16 Het spel bevat een virtuele wereld waarin spelers opdrachten, genaamd quests, moeten voltooien en als beloning ontvangen de spelers punten en goud (World of Warcraft gold). Met behulp van het goud kan een speler virtuele goederen en diensten aanschaffen in de wereld van het spel om vervolgens complexe opdrachten te voltooien. Slechts in de virtuele wereld van World of Warcraft kan de munt worden aangewend als betaalmiddel. Het is niet mogelijk om goederen en diensten in de echte wereld aan te schaffen met World of Warcraft gold en vice versa. 17 Van belang is dat slechts de spelontwikkelaar de mogelijkheid heeft de virtuele munt te verstrekken. Het aantal en de wijze waarop spelers de munt bemachtigen worden door de ontwikkelaar bepaald. Bij World of Warcraft verkrijgen spelers goud middels deelname aan het computerspel. Daarnaast is het mogelijk via zwarte markten te handelen met de valuta. 18 Het is echter verboden om als natuurlijk persoon of rechtspersoon, niet zijnde de spelontwikkelaar, de virtuele munt aan te bieden of te kopen. Blizzard roept dan ook de spelers van World of Warcraft op om niet deel te nemen aan die zwarte markt. 19 2.3. De tweede categorie virtuele munten 2.3.1. Algemeen Met behulp van een tweede categorie virtuele valuta kunnen in beginsel enkel virtuele goederen en diensten worden aangekocht. In sommige gevallen is het eveneens mogelijk de virtuele munt te gebruiken om real life goederen en diensten aan te kopen. De valuta is echter niet in te wisselen voor Euro s of Dollars. Bij deze categorie is sprake van een unidirectional 15 European Central Bank 2012, Virtual currency Schemes, p.13. 16 European Central Bank 2012, Virtual currency Schemes, p.13. 17 European Central Bank 2012, Virtual currency Schemes, p.13. 18 Bijvoorbeeld http://www.worldofwarcraftgold.nl/ geraadpleegd op 26-8-2014. 19 http://eu.battle.net/wow/en/shop/anti-gold/ geraadpleegd op 26-8-2014. 10

flow. 20 In het rapport geeft de ECB als voorbeeld Nintendo points. Facebook credits worden eveneens genoemd, maar die virtuele munt is reeds afgeschaft. Om die reden wordt slechts de Nintendo point behandeld. Hieronder volgt een illustratie van een categorie twee virtuele munt. Figuur x Legitieme valuta Virtuele valuta Virtuele- en reële goederen en diensten 2.3.2. De Nintendo point Nintendo points zijn virtuele munten gecreëerd door de ontwikkelaar Nintendo. 21 De verkrijging van de virtuele munt geschiedt door inwisseling van legitieme valuta bij Nintendo tegen een vaste koes, die is bepaald door de spelontwikkelaar. 22 Anders dan bij World of Warcraft gold is het niet mogelijk Nintendo points te verdienen door een computerspel te spelen. Het wordt gebruikt om virtuele goederen en diensten aan te kopen in de virtuele wereld van een door Nintendo ontwikkeld spel. Daarnaast kunnen ook reële producten zoals een computerspel worden aangekocht. Evenals bij de eerste categorie is het niet mogelijk om de virtuele munt terug in te wisselen voor Euro s of Dollars. Teven is het niet toegestaan om als een natuurlijk- of rechtspersoon, niet zijnde de verstrekker, Nintendo points aan te bieden. 20 European Central Bank 2012, Virtual currency Schemes, p.14. 21 https://www.nintendo.nl/wii/online/nintendo-points/nintendo-points-wii-online-wii-nintendo-622132.html geraadpleegd op 26-8-2014. 22 European Central Bank 2012, virtual currency schemes, p.14 en https://wiipointscard.nintendoeurope.com/php/index.php?lang=nl_nl geraadpleegd op 26-8-2014. 11

2.4. De derde categorie virtuele munten 2.4.1. Algemeen Tot de derde categorie behoren virtuele munten waarmee zowel virtuele-, als ook real life goederen en diensten kunnen worden aangekocht. 23 Tevens is het mogelijk na aanschaf de virtuele munt in te wisselen voor Euro s of Dollars. De ECB spreekt in het rapport van een bidirectional flow. 24 In de eerste- en tweede categorie is sprake van één- richtingsverkeer, maar bij categorie drie is juist sprake van twee stromen. Om die reden hebben volgens de ECB virtuele munten, die tot deze laatste categorie behoren, mogelijk een invloed op de reële economie. 25 Hieronder volgt een illustratie van de derde categorie virtuele munten. figuur x Legitieme valuta Virtuele valuta Virtuele- en reële goederen en diensten 2.4.2. Bitcoin In 2009 publiceerde Satoshi Nakamoto een paper met daarin een nieuwe betaalmethode beschreven: Bitcoin. Deze betaalmethode is gebaseerd op cryptografie: het hele systeem is gefundeerd op complexe algoritmes. 26 Dit is echter niet het enige vernieuwende aspect aan de wijze van betaling. Bitcoin maakt het mogelijk transacties te verrichten via een peer-to-peer netwerk zonder tussenkomst van banken of andere tussenpersonen. Een peer-to-peer netwerk 23 European Central Bank 2012, virtual currency schemes, p.14. 24 European Central Bank 2012, virtual currency schemes, p.14. 25 European Central Bank 2012, virtual currency schemes, p.14. 26 European Central Bank 2012, virtual currency schemes, p.21 en https://en.bitcoin.it/wiki/block_hashing_algorithm. geraadpleegd op 26-8-2014. 12

is een netwerk tussen elektronische apparaten, waarbij gebruik wordt gemaakt van het internet. 27 Zonder tussenkomst van banken of tussenpersonen blijven de transactiekosten beduidend laag. Ook zijn de eenvoud en de snelheid van de betaalmethode naar mijn mening voordelen; met slechts een druk op de knop verricht men binnen enkele seconden een transactie met bitcoins. Daarnaast brengt Bitcoin een mate van anonimiteit met zich mee. Weliswaar heeft elke gebruiker een opslagplaats voor zijn of haar bitcoins, de wallet, maar die bestaat uit een reeks van cijfers en letters. 28 Uit die reeks van cijfers en letters kan niet eenvoudig worden opgemaakt aan welke gebruiker de wallet toe behoort. Daarbij wordt die reeks willekeurig gegenereerd. 29 Volgens Blundell-Wignall is de mogelijkheid om anoniem transacties te verrichten geen voordeel ten opzichte van andere betaalmethoden. 30 Zo zou het eenvoudig worden om met behulp van cryptocurrency criminele activiteiten te financieren. In het rapport van de OECD wordt verwezen naar het online forum Silkroad. Op dat forum werd drugs tegen betaling van bitcoins aangeschaft, opdat niet kon worden achterhaald wie de drugs leverde of afnam. 31 De FBI heeft reeds Silkroad uit de lucht gehaald, maar het online forum was niet de enige plaats waar illegale producten tegen betaling van bitcoins aangekocht werden. 32 Tevens werd en wordt Bitcoin wellicht nog steeds gebruikt voor het witwassen van geld. 33 Hobson merkt echter op dat die anonimiteit deels schijn is, omdat het niet onmogelijk is een gebruiker te vinden door het adres van de wallet in de zoekfunctie van Google in te voeren. 34 2.4.3. De werking van Bitcoin Twee verschillende sleutels zijn noodzakelijk om een transactie te verrichten: een private key en een public key. 35 De private key fungeert als een wachtwoord voor de wallet van de gebruiker. Enkel de gebruiker heeft dan ook de private key in zijn bezit. De public key is de 27 http://technet.microsoft.com/nl-nl/library/cc527483(v=ws.10).aspx geraadpleegd op 26-8-2014. 28 Hobson 2013, What is Bitcoin? 29 Hobson 2013, What is Bitcoin? 30 Blundell-Wignall 2014, The Bitcoin question: Currency versus Trust-less Transfer technology, p.13. 31 http://www.usatoday.com/story/news/nation/2013/10/21/fbi-cracks-silk-road/2984921/ geraadpleegd op 28-8- 2014. 32 http://www.forbes.com/sites/jameslyne/2014/03/21/116-million-bitcoins-found-at-mtgox-and-how-to-protectyour-wallet/ geraadpleegd op 28-8-2014. 33 Blundell-Wignall 2014, The Bitcoin question: Currency versus Trust-less Transfer technology, p. 11 en http://money.cnn.com/2014/01/27/technology/security/bitcoin-arrest/ geraadpleegd op 26-8-2014 34 Hobson 2013, What is Bitcoin? 35 Hobson 2013, What is Bitcoin? 13

data die een gebruiker vanuit zijn wallet verstuurt naar de wallet van een andere gebruiker. Deze data is door iedereen die deel uitmaakt van het netwerk te zien. 36 Van al deze transacties moet een overzicht behouden worden. Nieuwe transacties worden door het systeem verzameld en samengevoegd in een pakket: een block. 37 Het hele systeem bestaat uit verschillende blocks die op chronologische wijze zijn geordend: van blocks die de oudste transacties bevatten, naar blocks die de nieuwste transacties bevatten. De opeenstapeling van blocks wordt de blockchain genoemd. 38 Elke gebruiker kan informatie inzake transacties opdoen door de blockchain te raadplegen. Alvorens een block met nieuwe transacties wordt toegevoegd aan de blockchain, dient het geverifieerd te worden. Via een peer-to-peer netwerk verrichten gebruikers transacties met cryptocurrency en dat maakt het gebruik van elektronische apparaten, die kunnen geworden gelinkt aan een netwerk, noodzakelijk. Elk aan het netwerk verbonden apparaat heet een node. 39 Iedere node registreert en beheert transacties in het systeem. De controle van de transacties wordt echter niet door alle nodes, maar slechts door een enkeling verricht. Het verifiëren van de transacties kost een enorme hoeveelheid aan elektriciteit, omdat een gebruiker over een node met veel rekenkracht moet beschikken. 40 Computers lenen zich het best hiervoor, omdat de grafische kaart in een computer veel rekenkracht bezit. Het kost echter aanzienlijk veel geld om een computer gedurende lange tijd te laten werken, opdat het de transacties kan verifiëren. Daardoor voelt niet elke gebruiker zich geroepen om zijn of haar node in te zetten voor de verificatie van transacties. Het verifiëren van de transacties heet minen. 41 Decentralisatie is een belangrijk begrip binnen cryptocurrency en voornamelijk bij de verificatie van de transacties speelt het een grote rol. Het gedachtegoed is namelijk dat de controle en het beheer niet in handen van een centrale instantie mag zijn. 42 De Bitcoin enthousiasten wijzen naar het beleid van centrale banken en de manier, waarop de rente gecontroleerd wordt om inflatie tegen te gaan. Volgens hen is juist dat monetaire beleid debet aan de huidige economische crisis. In hun optiek zou een cryptocurrency een dergelijke 36 Hobson 2013, What is Bitcoin? 37 Hobson 2013, What is Bitcoin? 38 Hobson 2013, What is Bitcoin? 39 Hobson 2013, What is Bitcoin? 40 Hobson 2013, What is Bitcoin? 41 Hobson 2013, What is Bitcoin? 42 Hobson 2013, What is Bitcoin? 14

krediet crisis voorkomen. 43 Tot slot volgen twee figuren ter illustratie van het onderscheid in de werking van Bitcoin en een betalingsopdracht via de bank. Figuur x De rode pijl geeft de transactiestroom weer; de overige pijlen illustreren de registratie van de transactie door het systeem Figuur y De rode pijlen symboliseren de transactiestroom 2.4.4. De voorraad van Bitcoin De centrale banken hebben de mogelijkheid extra biljetten te drukken of muntgeld te slaan, wanneer zij dat nodig achten. Zo beheren de centrale banken het aanbod van het geld in omloop. 44 Bij een cryptocurrency stelt de ontwikkelaar tijdens de ontwerpfase het totaal aantal munten in en ook op welke wijze deze in omloop worden gebracht. 45 Hierbij is het verificatieproces van belang. De controleur ontvangt een aantal bitcoins van het systeem als 43 http://www.coindesk.com/information/why-use-bitcoin/ geraadpleegd op 30-8-2014 en https://en.bitcoin.it/wiki/myths#bitcoins_don.27t_solve_any_problems_that_fiat_currency_and.2for_gold_does n.27t_solve geraadpleegd op 30-8-2014. 44 Van Hilten 1992, Bancaire en financiële prestaties in de Europese BTW, p.11. 45 Hobson 2013, What is Bitcoin? 15

vergoeding, wanneer een block succesvol geverifieerd is. 46 Dit aantal ligt op het begin hoog, maar na verloop van tijd wordt de vergoeding lager. Ter illustratie: een miner verkreeg vijftig bitcoins voor het succesvol verifiëren van de transacties anno 2009. Momenteel bedraagt die vergoeding vijfentwintig bitcoins. 47 Het verlagen van de vergoeding is echter niet de enige manier om het aanbod te reguleren. In het verificatieproces is eveneens een moeilijkheidsgraad ingebouwd. Hoe meer munten in omloop komen, des te moeilijker wordt het om een block te verifiëren. Desondanks is het is mogelijk om een node te voorzien van extra rekenkracht met behulp van hardware, opdat het proces efficiënter wordt doorlopen. Tevens kunnen miners hun nodes combineren: een verzameling van nodes, waarbij de rekenkracht wordt samengebundeld, heet een miningpool. 48 2.4.5. Pre-mine Bitcoin is weliswaar het bekendste voorbeeld van een cryptocurrency, maar inmiddels zijn meerderen ontwikkeld en op de markt gebracht. Op de website www.coinmarketcap.com is een compleet overzicht te vinden van cryptocurrencies. 49 Bitcoin is de eerste in zijn soort en heeft het fundament gelegd voor toekomstige valuta, die gebruik maken van cryptografie. Het systeem bevat echter nog enkele fouten en als gevolg houden verschillende ontwikkelaars zich bezig met ontwikkelen van een verbeterde versie van Bitcoin. 50 In deze thesis zal niet elke cryptocurrency geanalyseerd en beschreven worden, opdat de thesis enigszins overzichtelijk blijft. Desondanks is naar mijn mening één ontwikkeling interessant, omdat het een nieuwe mogelijkheid aan de mate van verkrijging geeft: pre-mine. Pre-mine creëert nog een derde mogelijkheid om dergelijke munten te verkrijgen: distributie door de ontwikkelaar. Alvorens de munt gelanceerd wordt, zijn reeds transacties verricht en is het verificatieproces doorlopen in een soort testomgeving. 51 Slechts de ontwikkelaar en diegene die het recht krijgen van de ontwikkelaar hebben toegang tot die omgeving. De ontwikkelaar zelf verricht en verifieert de transacties. Als gevolg ontvangt de ontwikkelaar de munten als vergoeding evenals bij het normale verificatieproces. 52 Aldus vergaart een 46 Hobson 2013, What is Bitcoin? 47 http://www.coindesk.com/data/bitcoin/ geraadpleegd op 27-8-2014. 48 Hobson 2013, What is Bitcoin? 49 www.coinmarketcap.com geraadpleegd op 27-8-2014. 50 https://bitcoinmagazine.com/6528/what-proof-of-stake-is-and-why-it-matters/ geraadpleegd op 31-1-2015. 51 Bradbury 2013, Bitcoin s successors: from Litecoin to Freicoin and onwards, The Guardian. 52 Bradbury 2013, Bitcoin s successors: from Litecoin to Freicoin and onwards, The Guardian. 16

ontwikkelaar zijn eigen virtuele munt, terwijl het systeem niet toegankelijk is voor potentiële gebruikers. De grootschalige distributie is mogelijk door de voorraad munten die de ontwikkelaar reeds gegenereerd heeft. De Auroracoin is een voorbeeld van een cryptocurrency die door grootschalige distributie in omloop is gebracht. 53 In Nederland is op deze manier de Electronic Gulden coin gelanceerd. 54 Tevens heeft de ontwikkelaar de mogelijkheid om het aanbod te controleren. Door middel van een injectie aan pre-mined munten wordt het aanbod vergroot en het wordt verkleind door met pre-mined munten de eigen munt op te kopen. De ontwikkeling heeft echter een discussie aangewakkerd bij cryptocurrency enthousiasten. Het gedachtegoed van cryptocurrency is namelijk dat decentralisatie gewaarborgd moet blijven. Door pre-mine ontstaat min of meer een centraal punt zijnde de ontwikkelaar. Daarnaast is sprake van zelf verrijking op het moment dat de munt in waarde stijgt en de ontwikkelaar een enorme hoeveelheid aan pre-mined munten als voorraad achter houdt en geen enkele intentie heeft deze in omloop te brengen. 2.5. Conclusie De eerste categorie virtuele munten kunnen louter gebruikt worden om goederen en diensten in een virtuele wereld aan te kopen. De munt is slechts verkrijgbaar in die wereld; het is niet mogelijk de valuta aan te kopen tegen Euro s of Dollars. Voornamelijk munten horend bij een computerspel zullen in categorie één worden ingedeeld. Een voorbeeld is World of Warcraft gold, de valuta van het computerspel World of Warcraft. De tweede categorie virtuele munten hebben wel enige betekenis in de echte wereld. Niet alleen virtuele-, maar ook real life goederen en diensten kunnen worden gekocht tegen inwisseling van de virtuele munt bij de verstrekker. De virtuele munt is echter niet in te wisselen tegen legitieme valuta. Nintendo points is een voorbeeld van een categorie twee virtuele munt. De derde categorie betreft virtuele munten, die een bidirectional flow bezitten: de valuta worden aangekocht tegen inwisseling van wettige betaalmiddelen en vice versa. Met deze virtuele munten zijn zowel virtuele-, als ook echte goederen en diensten aan te kopen. De ECB rekent een cryptocurrency zoals Bitcoin tot de derde categorie. Deze virtuele munt maakt gebruik van het peer-to-peer netwerk en is ontworpen aan 53 Bradbury 2013, Bitcoin s successors: from Litecoin to Freicoin and onwards, The Guardian. 54 http://egulden.org/help/beginners-gids geraadpleegd op 30-8-2014. 17

de hand van cryptografie. De betaalmethode is snel, eenvoudig in gebruik en in zekere mate kunnen gebruikers anoniem transacties verrichten. De vele transacties worden geverifieerd door complexe algoritmes op te lossen: minen. Als vergoeding voor het controleren van de transacties ontvangt de miner een aantal bitcoins, die vervolgens in omloop worden gebracht. Op deze wijze wordt cryptocurrency gedrukt. Echter bevat het systeem nog enkele verbeterpunten. Verscheidene ontwikkelaars pogen dan ook het te verbeteren met als resultaat het ontstaan van talloze cryptocurrencies: altcoins. Binnen de altcoins zijn enkele ontwikkelingen waarneembaar, waaronder pre-mine. Als gevolg van een pre-mine is de valuta tevens te verkrijgen via distributie door de ontwikkelaar. Volgens critici is pre-mine onwenselijk, omdat een deel van het totale aanbod aan munten gegenereerd wordt voor lancering. Slechts de ontwikkelaar en diegene die toestemming van de ontwikkelaar krijgen, hebben toegang tot die munten. Derhalve ontstaat een centraal punt en dat gaat tegen het gedachtegoed van cryptocurrency in. Ter afsluiting volgt een overzicht van de drie categorieën virtuele muntstelsels in de onderstaande tabel. Tabel x Goederen en diensten Conversie Flow Categorie 1 Virtueel Geen Geen Categorie 2 Virtueel en reëel Reëel - virtueel Unidirectional Categorie 3 Virtueel en reëel Reëel - virtueel Virtueel - reëel Bidirectional 18

3. Omzetbelasting 3.1. Inleiding Alvorens nader wordt ingegaan op de fiscale behandeling van een virtuele valuta, worden in dit hoofdstuk enkele basis elementen van de omzetbelasting besproken. Allereerst wordt uiteengezet wie belastingplichtig is met daarbij de soorten belastbare feiten beschouwd. Vervolgens wordt de maatstaf van heffing nader toegelicht. De vierde paragraaf bevat de vrijstellingen in de omzetbelasting, waarbij de nadruk zal liggen op de financiële vrijstellingen. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een opsomming van de bevindingen. 3.2. De belastingplichtige 3.2.1. Inleiding In artikel 2 lid 1 onderdeel a juncto onderdeel b van de Btw-richtlijn wordt beschreven dat belasting wordt geheven over leveringen en diensten, die onder bezwarende titel worden verricht door een als zodanig handelende ondernemer. Aldus is een als zodanig handelende ondernemer belastingplichtig voor de omzetbelasting. 3.2.2. De ondernemer In artikel 9 lid 1 van de Btw-richtlijn wordt beschreven wie als ondernemer voor de omzetbelasting wordt gezien: een ieder, die zelfstandig een economische activiteit verricht, ongeacht het oogmerk of het resultaat van die activiteit. Een ieder kan een ondernemer zijn voor de omzetbelasting. Niet alleen natuurlijke personen, maar ook rechtspersonen zijn mogelijk ondernemer. 55 Een ieder moet eveneens zelfstandig te werk gaan. Artikel 10 van de Btw-richtlijn stelt dan ook dat een werknemer niet kwalificeert als ondernemer voor de omzetbelasting, omdat een werknemer in loondienst is bij een werkgever. Diegene opereert niet zelfstandig, maar onder orders van zijn of haar werkgever. Vervolgens moet worden bepaald, wanneer een activiteit wordt aangemerkt als een economische activiteit. 3.2.3. De economische activiteit Het is van belang dat een activiteit tegen vergoeding wordt verricht. In het arrest Hong Kong Trade Council oordeelde het HvJ EU dat zonder vergoeding geen sprake kan zijn van een 55 Van Hilten en van Kesteren 2010, Omzetbelasting, p.62. 19

economische activiteit. 56 De vergoeding moet tevens zijn bedongen; het HvJ EU bevestigde in het Tolsma arrest dat de activiteit onder bezwarende titel moet worden verricht. 57 Als gevolg ontstaat een rechtstreeks verband tussen de activiteit en de vergoeding. In het Apple and Pear Development Council arrest benadrukt het HvJ EU dat het rechtstreeks verband aanwezig moet zijn, alvorens sprake is van een economische activiteit. 58 In sommige situaties is het niet duidelijk of een rechtstreeks verband aanwezig is. Het arrest Mohr betrof een dergelijke situatie. In dit arrest verschafte de Duitse overheid een subsidie aan de melkboer Mohr. Door de invoering van een melkquotum in de Europese melkmarkt voelden sommige melkboeren, onder wie de heer Mohr, zich genoodzaakt een nieuw bedrijf te starten. De Duitse overheid stimuleerde het opstarten van een nieuw bedrijf door aan de melkboeren een subsidie te verschaffen. 59 Het HvJ EU stelde in het arrest dat de dienstverlening van de melkboer, het stop zetten van de melkproductie, niet voor eigen gebruik van de Duitse overheid bestemd was. 60 De uiteindelijke afnemer van de prestatie was niet identificeerbaar. Het HvJ EU oordeelde dat slechts sprake van verbruik is, wanneer de uiteindelijke afnemer identificeerbaar is. 61 In de literatuur spreekt men van een nieuw criterium dat door het HvJ EU geïntroduceerd werd: het verbruikscriterium. 62 Aan de hand van het verbruikscriterium wordt beoordeeld of een rechtstreeks verband tussen de activiteit en de vergoeding aanwezig is. Van Norden merkt op dat evengoed de ontstane rechtsbetrekking tussen de betreffende partijen als leidraad genomen kan worden om het rechtstreeks verband te achterhalen. 63 Het verbruikscriterium laat zich naar zijn mening niet altijd even praktisch gelden. Aldus zou allereerst naar een rechtsbetrekking gezocht moeten worden. Steun voor deze opvatting kan gevonden worden bij de uitspraak van de Hoge Raad op 8 oktober 2004. In het arrest wordt benadrukt dat de ontstane rechtsbetrekking tussen de betrokken partijen als leidraad moet worden genomen om de afnemer van de verrichtte prestatie te bepalen. 64 56 HvJ EU 1 april 1982, Hong Kong Trade Development Council, nr. C-89/81 (BNB 1982/311). 57 HvJ EU 3 maart 1994, Tolsma, nr. c-16/93, (BNB 1994/27). 58 HvJ EU 8 maart 1988, Apple and Pear Development Council, nr. c-102/86. 59 HvJ EU 29 februari 1996, Mohr, nr. c-215/94 (BNB 1997/32). 60 HvJ EU 29 februari 1996, Mohr, nr. c-215/94 (BNB 1997/32). 61 HvJ EU 29 februari 1996, Mohr, nr. c-215/94 (BNB 1997/32). 62 Nieuwenhuizen en van Sligter 1996, Subisidies? No Mohr btw!, WFR 1996/717. 63 Van Norden 2011, Een betaling voor een betaling: niet per definitie vrijgesteld, BTW- brief 2011/1. 64 HR 8 oktober 2004, nr. 38 482, BNB 2005/6. 20

Daarbij is het niet voldoende dat een activiteit slechts eenmalig wordt verricht, maar deze moet op continue basis worden uitgevoerd: het duurzaamheidsvereiste. 65 Indien aan alle voorwaarden voldaan zijn, wordt de activiteit aangemerkt als economische activiteit. Vervolgens dient de aard van die economische activiteit te worden bepaald. 3.2.4. Levering van goederen en dienstverleningen De omzetbelasting kent verscheidene belastbare feiten: levering van goederen, dienstverleningen, invoer en intra communautaire leveringen. In deze thesis zullen slechts de eerste twee soorten belastbare feiten worden besproken. Voordat enig onderscheid kan worden gemaakt tussen een levering van een goed en een dienstverlening, moet worden bepaald of het subject een goed is in de zin van de omzetbelasting. 66 Daarvoor wordt artikel 14 van de Btw-richtlijn als leidraad genomen. In dit artikel wordt met het begrip goed in eerste instantie lichamelijke zaken bedoeld. Artikel 15 van de Btw-Richtlijn voegt daaraan toe zaken als elektriciteit, gas, warmte, koude en soortgelijke zaken. 67 Artikel 14 lid 1 van de Btw-Richtlijn stelt dat in ieder geval de eigendomsoverdracht van een lichamelijke zaak tot een levering van een goed wordt gerekend. Daarnaast wordt de overdracht of overgang van de macht om als een eigenaar over een goed te beschikken als een levering van een goed gezien. Het HvJ EU oordeelde in het Safe-C arrest dat de juridische eigendomsoverdracht niet hoeft over te gaan; het begrip levering omvat elke overdrachtshandeling van een lichamelijke zaak door een partij, die de andere partij in staat stelt daadwerkelijk over die lichamelijke zaak te beschikken als ware zij daarvan eigenaar. 68 Zodoende valt niet alleen de juridische-, maar ook de economische eigendomsoverdracht onder artikel 14 lid 1 van de Btw-Richtlijn. Al wat geen levering van een goed is, is een dienstverlening ad artikel 24 lid 1 van de Btw-richtlijn. Dit begrip is bijzonder ruim, maar volgens van Hilten en van Kesteren begrijpelijk gelet op het rechtskarakter van de omzetbelasting. Alle consumptie dient in de 65 Van Hilten en van Kesteren 2010, Omzetbelasting, p.76. 66 Van Hilten en van Kesteren 2010, Omzetbelasting, p.104 67 Van Hilten en van Kesteren 2010, Omzetbelasting, p.104. 68 HvJ EU 8 februari 1990, Safe and Forwarding Enterprise Safe, nr. c-320/88. 21

heffing te worden betrokken en daarmee is een ruime uitleg van het begrip dienst gerechtvaardigd. 69 3.3 De maatstaf van heffing 3.3.1. Inleiding Mits eenmaal de belastbare feiten bekend zijn, moet de verschuldigde omzetbelasting worden bepaald. De grondslag, waarover de belasting wordt berekend, wordt de maatstaf van heffing genoemd. Voorts zal worden uiteen gezet waaruit die maatstaf van heffing bestaat. 3.3.2. De vergoeding in geld In artikel 73 van de Btw-richtlijn wordt beschreven dat alles wat een dienstverrichter of een prestatieverlener als tegenprestatie voor de verkrijgt of moet verkrijgen de maatstaf van heffing vormt. Aangezien die tegenprestatie veelal zal bestaan uit een geldsom, moet het betaalde bedrag in ieder geval tot de vergoeding, c.q. maatstaf van heffing, worden gerekend. 70 Hierbij dient de verschuldigde omzetbelasting niet in te worden betrokken volgens artikel 78 onderdeel a van de Btw-richtlijn. Een voorbeeld van een vergoeding in geld is het bedrag, dat een consument betaalt voor een prestatie. De betaalde geldsom, exclusief de omzetbelasting, is dan de maatstaf van heffing volgens artikel 73 juncto artikel 78 onderdeel a van de Btw-richtlijn. De vergoeding kan echter eveneens bestaan uit een goed of een dienst gelet op de algemene formulering van het wetsartikel. In dat geval is sprake van een vergoeding in natura. 71 3.3.3. De vergoeding in natura Bij een vergoeding in natura is het niet eenvoudig de maatstaf van heffing te bepalen, omdat allereerst een waarde moet worden toegekend. Voor de waardering van een vergoeding in natura zou aangesloten kunnen worden bij de waarde in het economische verkeer van het betreffende goed of dienst. De omzetbelasting gaat echter uit van een subjectieve waarde. Het HvJ EU heeft zich over deze problematiek uitgelaten in het arrest Naturally Yours en in het arrest Empire Stores. 69 Van Hilten en van Kesteren 2010, Omzetbelasting, p.128. 70 Van Hilten en van Kesteren 2010, Omzetbelasting, p.183. 71 Van Hilten en van Kesteren 2010, Omzetbelasting, p.183. 22

Het arrest Naturally Yours betrof een groothandel in cosmetica die onder voorwaarde een product voor een bijzonder lage prijs aan een beauty consultant verkocht. 72 Die voorwaarde hield in dat de beauty consultant een bijeenkomst moest organiseren, waarbij andere producten van de groothandel werden aangeboden. In kwestie was of een correctie moest plaats vinden ten aanzien van de maatstaf van heffing. Het HvJ EU bevestigde dat die lage prijs de maatstaf van heffing was wat betreft de levering van het goed. 73 Daarnaast stelde het HvJ EU dat een tweede belastbaar feit zich voordeed: het organiseren van de bijeenkomst werd gezien als een dienstverlening van de beauty consultant aan de groothandel. De maatstaf van heffing van deze dienstverlening bestond volgens het HvJ EU uit het verschil tussen de normale groothandel prijs en de werkelijk betaalde prijs. 74 Van Hilten en van Kesteren merken op dat het HvJ EU door dit oordeel een objectivering van de maatstaf van heffing hanteert, maar dit is volgens hun niet zonder meer juist. Zij stellen dat de maatstaf van heffing bij een vergoeding in natura bestaat uit de waarde van de tegenprestatie, die het voor de presterende ondernemer heeft. 75 In Naturally Yours ging het de groothandel niet alleen om het product, maar ook om de bijeenkomst die de beauty consultant organiseerde. Zodoende waardeerde de groothandel het product hoger dan de prijs waarvoor het product verkocht werd. In het arrest Empire Stores bevestigde het HvJ EU de subjectivering van de maatstaf van heffing bij een vergoeding in natura. Deze casus betrof een postorderbedrijf dat nieuwe leden een goed als welkomstcadeau aanbood. Voor dat goed betaalde een nieuw lid geen extra kosten. Als gevolg was sprake van een vergoeding in natura. Het HvJ EU oordeelde dat de waarde van de vergoeding in natura bestaat uit de waarde, die de presterende ondernemer toekent aan de diensten of goederen die hij in ruil wilt. 76 Die waarde komt tevens overeen met hetgeen de presterende ondernemer bereid is om te betalen. Het subjectieve aspect wordt benadrukt, omdat voornamelijk van belang is welke waarde de presterende ondernemer toekent aan de diensten of goederen die hij in ruil wilt. Van Hilten en van Kesteren plaatsen nog één kanttekening. Wanneer een vergoeding in natura een goed betreft, kan gekeken worden naar de inkoopprijs van dat goed en wordt die 72 HvJ EU 23 november 1988, Naturally Yours, nr. c-230/87. 73 HvJ EU 23 november 1988, Naturally Yours, nr. c-230/87. 74 HvJ EU 23 november 1988, Naturally Yours, nr. c-230/87. 75 Van Hilten en van Kesteren 2010, Omzetbelasting, p.190. 76 HvJ EU 2 juni 1994, Empire Stores, nr. c-33/93, FED 1995/502. 23

prijs als maatstaf van heffing genomen. 77 Bij een dienst zal volgens van Hilten en van Kesteren uit moeten worden gegaan van de kosten, die de presterende ondernemer maakt voor het verrichten van de dienst. 78 Zij stellen echter dat dit praktisch onuitvoerbaar is, met in het bijzonder arbeidsintensieve diensten. 79 Derhalve zal naar hun mening in sommige gevallen niet worden ontkomen aan een objectivering van de maatstaf van heffing bij een vergoeding in natura. 80 3.4. De vrijstelling 3.4.1. Inleiding Een ondernemer hoeft niet in alle gevallen omzetbelasting af te dragen over de verrichtte activiteiten; een aantal economische activiteiten zijn vrijgesteld van omzetbelasting. Zodoende kunnen de economische activiteiten van een ondernemer worden opgesplitst in twee categorieën: belaste- en vrijgestelde economische activiteiten. In artikel 135 van de Btw-richtlijn zijn de activiteiten opgesomd, waarvoor een vrijstelling van omzetbelasting geldt. De ratio achter een vrijstelling van omzetbelasting verschilt per prestatie. Verscheidene activiteiten bevatten een maatschappelijk karakter en als gevolg mag geen omzetbelasting op die activiteiten drukken. Een voorbeeld van een economische activiteit met een maatschappelijk karakter is de zorgverlening in het ziekenhuis. 81 Wanneer een vrijstelling van toepassing is, heeft dit gevolgen voor de ondernemer. Zo hoeft geen omzetbelasting te worden afgedragen, maar tegelijkertijd heeft de ondernemer geen recht op aftrek van voorbelasting. De omzetbelasting die drukt op de gemaakte kosten kan niet in aftrek worden gebracht op grond van artikel 168 van de Btw-richtlijn. Dit geldt in het geval de ondernemer slechts vrijgestelde economische activiteiten verricht. Bij een combinatie van vrijstelde- en belaste economische activiteiten bestaat een pro rata recht op aftrek van voorbelasting ad artikel 173 juncto artikel 174 van de Btw-richtlijn. 82 77 HvJ EU 2 juni 1994, Empire Stores, nr. c-33/93, FED 1995/502. 78 Van Hilten en van Kesteren 2010, Omzetbelasting, p.191. 79 Van Hilten en van Kesteren 2010, Omzetbelasting, p.191. 80 Van Hilten en van Kesteren 2010, Omzetbelasting, p.191. 81 Van Hilten en van Kesteren 2010, Omzetbelasting, p.238, p.239. 82 Een nadere beschouwing op het recht op aftrek van voorbelasting valt buiten de reikwijdte van dit onderzoek. 24

3.4.2. De financiële vrijstellingen In deze thesis worden in het bijzonder de vrijstellingen voor financiële economische activiteiten besproken. Het begrip financiële prestatie laat zich niet eenvoudig definiëren, omdat veel verschillende transacties als financiële prestatie aangemerkt worden. 83 Desondanks zijn in artikel 135 van de Btw-richtlijn activiteiten genoemd om enigszins een idee te geven: - Kredietverrichtingen; - Handelingen met betrekking tot zekerheids- en garantieverbintenissen; - Handelingen betreffende deposito s, rekening-courantverkeer, betalingen, overmakingen, schuldvorderingen, cheques en andere handelspapieren; - Handelingen betreffende deviezen, bankbiljetten en munten; en - Handelingen inzake aandelen, deelnemingen in vennootschappen of verenigingen, obligaties en andere waardepapieren en het beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen. 3.4.3. Chartaal geld Een algemene verbruiksbelasting poogt slechts de consumptie te belasten. Dit kan worden bewerkstelligd door de bestedingen van een particuliere consument in de heffing te betrekken. 84 Derhalve dient geen omzetbelasting te worden geheven over het middel, waarmee die bestedingen worden verricht. Om die reden lijkt de levering van munten en bankbiljetten van omzetbelasting te zijn vrijgesteld ad artikel 135 lid 1 onderdeel e van de Btw-richtlijn. 85 Van Hilten en van Kesteren betwijfelen of een vrijstelling wel de correcte manier is om chartaal geld buiten de heffing te houden. 86 Een vrijstelling suggereert dat een belastbaar feit zich voordoet, terwijl volgens van Hilten daar geen sprake van kan zijn indien geld fungeert als ruilmiddel. Immers geld vormt niet de besteding, maar de maatstaf van de betreffende besteding. 87 Daarnaast blijft mogelijkerwijs omzetbelasting drukken bij een ondernemer, die vrijgestelde prestaties verricht. De ondernemer heeft namelijk niet de mogelijkheid om de in rekening gebrachte omzetbelasting in aftrek te brengen. Tot slot wordt 83 Van Hilten en van Kesteren 2010, Omzetbelasting, p.262, p.263. 84 Van Hilten en van Kesteren 2010, Omzetbelasting, p.263 85 Van Hilten en van Kesteren 2010, Omzetbelasting, p.263 86 Van Hilten en van Kesteren 2010, Omzetbelasting, p.263 87 Van Hilten 1992, Bancaire en financiële prestaties in de Europese BTW, p.15. 25

door van Hilten en van Kesteren aangehaald dat deze vrijstelling toepasbaar is op bankbiljetten en munten, die in enig land de hoedanigheid van wettig betaalmiddel hebben. 88 3.4.4. Betalingsverkeer Handelingen betreffende overmakingen, rekening-courantverkeer en handelingen met betrekking tot schuldvorderingen, alsmede handelingen met betrekking tot cheques en dergelijk zijn vrijgesteld op grond van artikel 135 lid 1 onderdeel d van de Btw-richtlijn. In kwestie is of dit wetsartikel dermate uitgelegd kan worden dat betalingsverkeer, dat een nieuwe technologie bevat, onder de reikwijdte blijft vallen. In het SDC arrest zijn criteria opgesomd, waaraan een prestatie moet voldoen alvorens het wordt aangemerkt als een handeling betreffende betalingsverkeer. Allereerst vormt de activiteit een afzonderlijk geheel, die essentieel en kenmerkend is voor de vrijgestelde handeling. 89 De handeling moet leiden tot een overmaking van geld en als gevolg moeten juridische- en financiële wijzigingen tot stand zijn gebracht. 90 Tot slot dient de handeling geen eenvoudige materiële of technische dienst omvatten: de aansprakelijkheid moet niet alleen zien op de technische elementen van de behandeling. 91 Middels deze criteria moet worden beoordeeld of een nieuwe betalingsmethode onder deze vrijstelling valt. 3.4.5. Effecten en andere waardepapieren De handelingen met betrekking tot effecten en waardepapieren, inclusief bemiddeling, zijn vrijgesteld, met uitzondering van: a) De bewaring van effecten en andere waardepapier; b) Het beheer van effecten en andere waardepapieren; c) Handelingen met betrekking tot waardepapieren die goederen vertegenwoordigen. Van Hilten en van Kesteren menen dat niet alleen effecten (aandelen, obligaties, en andere deelnemingen in vennootschappen of verenigingen), maar ook schatkistpromessen en dergelijke als waardepapier gezien dienen te worden. 92 88 Van Hilten en van Kesteren 2010, Omzetbelasting, p.263 89 HvJ EU 5 juni 1997, Sparekassernes Datacenter, nr. c-2/95. 90 HvJ EU 5 juni 1997, Sparekassernes Datacenter, nr. c-2/95. 91 HvJ EU 5 juni 1997, Sparekassernes Datacenter, nr. c-2/95. 92 Van Hilten en van Kesteren 2010, Omzetbelasting, p.264. 26