De succesfactoren van een kennisnetwerk



Vergelijkbare documenten
Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

6.1 De Net Promoter Score voor de Publieke Sector

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie

MEER UIT JE COMMUNITY. Versterk De Verbinding, Vergroot Je Impact

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Geaccepteerd voorstel Onderwijs Research Dagen 28, 29 en 30 juni 2017 te Antwerpen

Aan de slag met IVZO.net

De Grote (kleine) voic -poll

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties

Klantonderzoek: de laatste inzichten!

Eerste uitgave: maart Copyright 2015 Saskia Steur Druk:

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Summary 215. Samenvatting

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

Response 879 entries, vanwege te veel missende waarden uiteindelijk 563 bruikbare responses

Informal Interpreting in Dutch General Practice. R. Zendedel

Curatr als tool voor organisatie-ontwikkeling

BEOORDELINGSFORMULIER

Trendonderzoek Interne Communicatie 2017 Rapportage kwantitatieve resultaten. Involve, specialisten in interne communicatie Vakblad Communicatie

Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft.

Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving

Kennisdeling in lerende netwerken

Onderzoeksopzet Communicatie

Introductie stage-scriptie combi. Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011

Trendonderzoek Interne Communicatie 2019 Rapportage kwantitatieve resultaten

Inspiratie voor kennis innovatie

Nationale monitor Social media in de Interne Communicatie

Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)?

1. De methodiek Management Drives

Onderzoek bij een ambulancedienst

Plan van Aanpak. Campagneproject. Slow Food Rijnzoet. Lili Ujvari Sean Nauta

Onderzoeksrapportage Leadership Connected 2016

Professionaliseren in Netwerken. Emmy Vrieling

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden

Welkom bij jezelf. Powered by

Leaflet. Het sociaal intranet; kennis delen als krachttool

1 Voor de medewerker is duidelijk waarom het voor de organisatie belangrijk is om de motieven voor vertrek te horen

Onderzoeksrapport Onderzoek in de opleiding

Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18. In de startblokken 19

Bedrijfsoverdracht in Vlaanderen

Informatie over de deelnemers

Onderwijs in programmeren in het voortgezet onderwijs: een benadering vanuit de Pedagogical Content Knowledge

Bijeenkomst. Voor Elkaar. 25 januari Utrecht

Bron: Handleiding bij feedbackkader, Marjoleine Dobbelaer, Onderwijsinspectie 2013

Brink, P. van den, (2003)

LEREN IN EEN COMMUNITY OF PRACTICE

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

ONTWIKKEL JE ONDERNEMERSCHAP!

Het belang van gespreid leiderschap voor innovatief gedrag Een casus van Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek (PWO): Hoe pak je dit aan?

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Scriptiegroep. Bijeenkomst 08

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL?

Samenvatting. Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6

EEN ONLINE PROGRAMMA VOOR HET DIGITAAL AANBIEDEN VAN WISKUNDE OPGAVEN

Kennisdeling op internet tussen leraren in Kennisnet Vakcommunities. De belangrijkste resultaten. Management samenvatting

HET NIEUWE WERKEN IN RELATIE TOT PERSOONLIJKE DRIJFVEREN VAN MEDEWERKERS. Onderzoek door TNO in samenwerking met Profile Dynamics

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Online Training Basis LinkedIn (LI) Profiel

Het onderzoeksverslag

Succesvolle(re) Virtuele Kantoren

(Samen)werken aan christelijk leraarschap

MEDEZEGGENSCHAP EN SUCCESFACTOREN. Ruysdael onderzoek 2015

Case Medewerkerstevredenheiden betrokkenheidscan

Leren in netwerken met OpenU. Wilfred Rubens

Social Media Workshop. YM consulting

Business Lounge: uw klant aan de bestuurstafel!

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

ONTWERPER IN UITVOERING Kansen voor middelgrote architectenbureaus in de rol van bouwend architect

Resultaten Wie zoekt Wie op het internet onderzoek April

Doelstelling van deze enquete

Samenvatting Hoofdstuk 1

Masterclass Best Practices in Social Media voor communicatiemedewerkers t.b.v. Building Business

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

Onderzoek naar de effectiviteit van Business Control 2016

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

De Marketeer is niet meer; leve de Geomarketeer! Over de integratie van lokatie in marketing

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Waarom mensen zich niet verdiepen in partnerpensioen

Onderzoek naar de effectiviteit van Business Control 2018

Samenvatting. Belangrijke kanttekeningen

smartops people analytics

18 december Social Media Onderzoek. MKB Nederland

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak

Onderzoeksopdracht Crossmedialab. Titel Blended Learning & Crossmedia

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Burgerparticipatie in de openbare ruimte. Juni, 2014

De opvattingen en houdingen van zorgverleners omtrent prenatale diagnostiek

ehealth binnen de thuiszorg van Noorderbreedte

Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers

TravelNext LOBKE

Wijzer in de professionele ruimte

De Agile Business Scan

Rapportgegevens Nederlandse persoonlijkheidstest

10 basis tips voor een goed LinkedIn profiel

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel

Transcriptie:

Onderzoeksrapport De succesfactoren van een kennisnetwerk Amsterdam, oktober 2008 Hiroshi Coen de Bruijn Begeleiders: Dr. Bart van den Hooff Drs. Femke de Leeuw van Weenen vanuit de Vrije Universiteit Amsterdam vanuit Viadesk bv Dit onderzoeksrapport is een ingekorte Nederlandstalige versie van de master scriptie The Success Factors of a Network of Practice van Hiroshi Coen de Bruijn (hiroshicoen@live.nl).

Samenvatting De Vrije Universiteit en Viadesk bv hebben samen een onderzoek uitgevoerd naar het succes van kennisnetwerken, of communities. Het uitgangspunt is dat het succes van een kennisnetwerk tweeledig is: dit wordt bepaald door de mate waarin kennis wordt gedeeld en door de mate waarin de leden meerwaarde ervaren van het netwerk. Deze twee componenten worden gezien als de dimensies van succes, dat wil zeggen dat ze onderling gerelateerd zijn: hoe meer kennis wordt gedeeld, hoe meer waarde men ervaart en hoe meer waarde wordt ervaren, hoe meer kennis men deelt. Onderzoekmethode Voor het onderzoek is een vragenlijst verspreid onder klanten van Viadesk. Deze online vragenlijst is door 152 respondenten ingevuld. Om de kwantitieve onderzoeksresultaten te kunnen onderbouwen en te verklaren zijn negen interviews uitgevoerd en zijn de activiteiten van een netwerk op een online platform geobserveerd. Praktische relevantie Van de factoren die invloed hebben op het succes van een netwerk, komt de relevantie met de dagelijkse praktijk het sterkst naar voren. Hoe dichter het behandelde onderwerp van een netwerk ligt bij de dagelijkse werkzaamheden van de leden, hoe waardevoller het netwerk voor hen is. Puur omdat het onderwerp on top of their mind is, of sterker nog: hun passie is. Houding ten opzichte van kennis delen Een andere factor is de houding van de leden ten opzichte van kennis delen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt naar willingness to share en eagerness to share. De eerste houding gaat uit van een meer collectieve instelling: kennis wordt met name gedeeld wanneer dit relevant wordt geacht voor de groep. Het gaat hierbij ook meer om een groepsproces: er wordt verwacht dat leden reageren op elkaars bijdragen. De tweede instelling is meer individueel: iemand vindt het onderwerp interessant en deelt hier graag kennis over. Hierbij weegt het minder zwaar of het interessant is voor de andere netwerkleden. Uit het onderzoek blijkt dat met name die laatste houding tot meer kennis delen leidt. Voor een kennisnetwerk is het daaorm de meest ideale situatie als beide houdingen vertegenwoordigd zijn. Dit zal het netwerk in beweging houden: eagerness is nodig om kennisdeling op gang te brengen, willingness om deze in stand te houden. Onderlinge verbondenheid 2

In hoeverre de leden onderling van elkaar weten wie ze zijn en hoe ze te bereiken zijn, wordt structureel kapitaal genoemd. Deze factor heeft ook een positieve invloed op de mate waarin kennis wordt gedeeld en geeft een meerwaarde aan het netwerk. Dit is te verklaren, want door te weten wie de leden zijn, is makkelijker in te schatten of iets interessant voor hen is. Ook is er voor kennis delen enige vorm van vertrouwen nodig en dit begint met te weten met wie er kennis wordt gedeeld. Hoe beter het beeld van de personen in de groep, hoe meer er een vertrouwensband zal ontstaan en hoe groter het succes van het netwerk. Communicatiemiddelen Alhoewel de nadruk in het ICT-gebruik ligt op het plaatsen van informatie, hebben met name de meer interactieve vormen van kennis delen een positieve invloed op kennis delen. Het achterblijven van het gebruik van dit type middelen, wordt door de geïnterviewden verklaard door onbekendheid. Onbekend, maakt bovendien onbemind: door sommige leden wordt ook niet het voordeel gezien van het gebruik van interactieve middelen. Het merendeel van de geïnterviewden merkt op dat hierin een generatieverschil te bemerken is: de jongere generatie is bekend met meer interactieve toepassingen van andere sites en heeft daarmee minder last van koudwatervrees om hiermee aan de slag te gaan. Toch blijkt dat voor een belangrijk deel kennis delen met name faceto-face plaatsvindt en een belangrijk deel via e-mail. Het persoonlijke aspect blijft duidelijk een belangrijk onderdeel innemen in de communicatie. Netwerkleider Er werd verondersteld dat de netwerkleider een positieve invloed heeft op kennis delen, maar dit kon in de data-analyse niet statistisch worden onderbouwd. In de interviews en uit de reacties op open vragen komt de rol van een netwerkleider echter zeer sterk naar voren. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen twee soorten netwerkleiders: allereerst een moderator: een formele rol, waarbij de netwerkleider met name een sturende en faciliterende rol heeft. Daarnaast zijn minder formele netwerkleiders te herkennen, te typeren als stimulators. Deze zijn onder te verdelen in experts en actieve leden. Vanuit hun expertise of interesse zijn zij actief in het netwerk en daarmee stimuleren ze anderen ook kennis te delen. Toch typeren (succesvolle) netwerken zich door hun informele karakter: vrijheid voor de leden en niet al te veel sturing is daarom aan te raden. Do s & Don ts Naar aanleiding van het onderzoek zijn verschillende do s & don ts te formuleren bij het opzetten of organiseren van een netwerk: 3

De praktische relevantie is een belangrijke voorwaarde voor het succes van een netwerk of community. Wanneer de praktische relevantie niet duidelijk is, start er dan niet mee, want dan zal het een toevalstreffer zijn als het netwerk succesvol wordt. Maak de leden duidelijk wat de praktische relevantie is en overtuig hen ervan. Wanneer de leden een beeld hebben van de praktische relevantie, kunnen ze beter inschatten wat relevant is voor de groep en daarom zullen ze sneller kennis delen. Is de informatie die deelnemers delen minder relevant, rem hen dan toch zo min mogelijk af. Ze zullen het netwerk juist op gang helpen. Verwijderen kan altijd nog! Inzicht in wie er in de groep zitten, stimuleert het succes van de community. Faciliteer en stimuleer dit daarom waar kan. Bijvoorbeeld door het beschikbaar maken en actief gebruiken van persoonlijke profielen met foto s. Verlies niet het persoonlijke aspect uit het oog: organiseer regelmatig face-to-face bijeenkomsten. Geef uitleg over interactieve vormen van communicatie en demonstreer de voordelen. Gebruik van interactieve vormen van communicatie zal het kennis delen stimuleren en daarmee het succes van het netwerk vergroten. Stel een moderator aan. Niet alleen voor het gebruikersbeheer, maar ook voor het stimuleren van het netwerk. Betrek experts of enthousiastelingen en vraag hen om actief bij te dragen. Wanneer zij actief bijdragen, zullen er meer volgen. 4

Inhoudsopgave 1 Inleiding... pagina 6 2 Probleemstelling... pagina 7 3 Begripsomschrijving... pagina 8 3.1 Kennisnetwerk... pagina 8 3.2 Succes in de context van een kennisnetwerk...pagina 9 3.3. De factoren die succes kunnen beïnvloeden... pagina 10 4 Onderzoeksopzet... pagina 11 5 Resulaten... pagina 12 6 Conclusie en discussie... pagina 19 6.1 Conclusie... pagina 18 6.2 Discussie... pagina 19 7 Referenties... pagina 22 5

1. Inleiding Tegenwoordig behoort iedereen wel tot een bepaald netwerk, dit kan bijvoorbeeld een sociaal online netwerk zijn zoals Hyves of Myspace, of een aan het werk gerelateerd netwerk op een bepaald vakgebied. Er zijn netwerken waarbij een bepaalde gezamenlijke interesse de mensen verbindt met als doel van elkaars ervaringen te leren - in dat geval spreekt men over een kennisnetwerk. In sommige gevallen ontstaan kennisnetwerken doordat mensen zelf het initiatief nemen om een netwerk te starten rondom hun gezamenlijke interesse. In andere gevallen is het management van een bedrijf of afdeling de initiator van een kennisnetwerk. Kennisnetwerken waarin veel kennis wordt gedeeld en ook nieuwe kennis wordt gecreëerd, zijn waardevol voor de netwerkleden en stimuleren hen ook kennis te delen. Met de kennis die de leden uit het netwerk halen, kunnen zij bijvoorbeeld werkgerelateerde problemen oplossen. De waarde die leden hechten aan een kennisnetwerk beïnvloedt de mate waarin zij kennis delen en daarmee ook het succes van een netwerk. In dit onderzoek is het begrip succes ingedeeld in twee onderdelen; kennis delen en de ervaren waarde van het netwerk. Het ene kennisnetwerk is meer succesvol dan het andere kennisnetwerk. De vraag is: welke factoren bepalen het succes van een kennisnetwerk? Deze vraag staat centraal in het onderzoek en is door middel van kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden onderzocht. In hoofdstuk 2 wordt de probleemstelling behandeld en wordt er kort ingegaan op de hoofdvraag Welke factoren bepalen het succes van een kennisnetwerk? en de hier uit voortvloeiende deelvragen. Hoofdstuk 3 behandelt de opzet van het onderzoek. In hoofdstuk 4 wordt uitgelegd wat er wordt verstaan onder de begrippen kennisnetwerk en succes. Ook komen de verschillende factoren aan bod die het succes van een kennisnetwerk kunnen beïnvloeden. Hoofdstuk 5 bespreekt de getoetste hypotheses en bevindingen. Het laatste hoofdstuk behandelt de conclusie en discussie, hier wordt antwoord op de hoofdvraag gegeven en worden aanbevelingen gedaan. 6

2. Probleemstelling Het doel van dit onderzoek is een antwoord te vinden op de volgende onderzoeksvraag: Welke factoren bepalen het succes van een kennisnetwerk? Allereerst moet een aantal deelvragen beantwoord worden. Uit deze onderzoeksvraag zijn vier deelvragen afgeleid: 1. Wat is een kennisnetwerk? 2. Hoe kan succes van een kennisnetwerk gedefinieerd worden? 3. Welke factoren die het succes van een kennisnetwerk positief kunnen beïnvloeden zijn er te vinden in de literatuur? 4. Welke factoren die het succes van een kennisnetwerk positief kunnen beïnvloeden zijn er te vinden in de praktijk? 7

3. Begripsomschrijving In dit hoofdstuk wordt een theoretisch raamwerk gepresenteerd dat inzicht geeft in de factoren die een rol kunnen spelen in het succes van een kennisnetwerk. Het raamwerk bestaat uit verschillende theorieën vanuit kennismanagement, sociologie en psychologie en dient als basis voor het onderzoek. Er wordt uitgelegd wat wordt verstaan onder de begrippen kennisnetwerk en succes. Daarnaast worden de verschillende factoren die invloed kunnen hebben op het succes van een netwerk toegelicht. 3.1 Kennisnetwerk In de wetenschappelijke literatuur worden verschillende begrippen met betrekking tot een kennisnetwerk onderscheiden: community of practice en network of practice. Het begrip kennisnetwerk heeft in de literatuur de benaming network of practice² en komt voort uit het begrip community of practice³. In een kennisnetwerk delen mensen met dezelfde interesse kennis met elkaar. De meeste leden kennen elkaar meestal niet persoonlijk omdat de leden geografisch verspreid zijn. Het verschil met een community is dat de verbindingen tussen de leden van een kennisnetwerk een stuk losser zijn. Daarom is de frequentie van de interactie tussen de leden ook een stuk lager dan bij een community. Er is meestal ook een stuk minder face-fo-face contact. Hierdoor is er dus weinig directe persoonlijke interactie en kunnen bepaalde ervaringen niet gedeeld worden. Ook wordt er dan weinig nieuwe kennis geproduceerd. ICT speelt in een kennisnetwerk een grote rol. ICT neemt barrières van tijd en plaats weg en kan daardoor een ondersteunende rol bieden in het kennis delen. Kennis wordt bijvoorbeeld uitgewisseld via een online platform en face-to-face contact is er weinig tot niet. In dit onderzoek wordt uitgegaan van een brede definitie van een kennisnetwerk: een groep professionals die al dan niet verspreid zijn over verschillende delen van het land en hun kennis delen over hun specifieke vakgebied. Aangezien het onderzoek is uitgevoerd onder klanten van Viadesk wordt er in ieder geval in meer of mindere mate kennis gedeeld via een ICT toepassing, namelijk een online platform (Viadesk). 8

3.2 Succes in de context van een kennisnetwerk In de onderzoeksvraag staat het begrip succes centraal. Wat onder het begrip succes in deze context wordt verstaan, wordt hier toegelicht. De eerste vereiste voor het functioneren van een kennisnetwerk is dat de netwerkleden informatie of kennis met elkaar delen. Dit kan op verschillende wijze plaatsvinden. Leden kunnen face-to-face of via de telefoon met elkaar interactie hebben. Interactie kan ook door middel van ICT plaatsvinden, bijvoorbeeld een discussie via e-mail of een online platform. Participatie van de netwerkleden, ofwel kennis delen, is nodig om het netwerk te laten functioneren. Zonder dit proces zal een kennisnetwerk nooit een succes kunnen worden. Naast kennis delen is er nog een belangrijk onderdeel van succes namelijk: de door de leden ervaren waarde van het netwerk. De één krijgt feedback op zijn online discussies en ervaart daarom het netwerk als waardevol, de ander vindt ervaart meerwaarde door de nieuwe, interessante contacten die hij opdoet tijdens netwerkbijeenkomsten. Deze twee veronderstelde aspecten van succes kunnen niet los van elkaar worden gezien: de waarde van het netwerk bepaalt voor netwerkleden voor een groot deel in welke mate zij kennis delen. Als iemand kennis deelt en hier relevante reacties op krijgt, is dat waardevol voor de kennisdeler. Maar andersom geldt dit ook: heeft het netwerk voor de leden waarde dan zullen zij kennis delen met elkaar. Tussen de twee dimensies van succes bestaat dus een wisselwerking. De afbeelding hieronder geeft deze relatie weer. Hypothese 1: kennis delen heeft een positieve invloed op de ervaren waarde van het netwerk Hypothese 2: de ervaren waarde van het netwerk heeft een positieve invloed op kennis delen Kennis delen Ervaren waarde Succes kennisnetwerk Afbeelding 1: de twee onderling gerelateerde dimensies van succes van een kennisnetwerk 9

3.3 De factoren die succes kunnen beïnvloeden In deze paragraaf worden kort de factoren besproken die invloed hebben op het succes van een kennisnetwerk. Op basis van deze factoren is een zestal hypotheses geformuleerd en vervolgens getoetst door middel van een vragenlijst onder Viadesk-gebruikers. Relevantie voor de praktijk Elk netwerk heeft een bepaald nut voor de leden die erbij betrokken zijn. De relevantie voor de praktijk betekent in welke mate de kennis die in het netwerk wordt gedeeld nuttig is voor de dagelijkse praktijk voor de netwerkleden 4. Wanneer het netwerk relevant is voor de dagelijkse praktijk van een lid zal hij enerzijds meer behoefte hebben aan informatie over dit onderwerp. Anderzijds zal hij ook meer kunnen bijdragen aangezien hij veel weet over het onderwerp. Bovendien hoe relevanter het onderwerp, hoe nuttiger het netwerk voor de leden en hoe meer waarde zij zullen ervaren. Hypothese 3: de relevantie van het netwerk voor de praktijk van de leden heeft een positieve invloed op de mate van (a) kennis delen en (b) de ervaren waarde van het netwerk Houding ten op zichte van kennis delen De motivatie die een persoon aanzet tot kennis delen, verschilt van persoon tot persoon. Vanuit de houding willingness to share deelt iemand vooral wanneer het voor de groep interessant is 4. Bij deze houding wordt er gehandeld vanuit het belang van de hele groep. Bij deze houding is het tevens het groepsproces van belang: er wordt feedback verwacht van de netwerkleden. Vanuit de houding eagerness to share deelt iemand vanuit een sterke interne drive 5. Bij deze houding wordt gehandeld vanuit de individuele interesse in het onderwerp. Deze personen hebben een positieve houding om actief hun persoonlijke kennis te delen met anderen. Bij dit type houding weegt het groepbelang minder zwaar in de overweging wel of niet kennis te delen. Hoewel beide attitudes dus verschillende motivaties hebben, zullen ze toch allebei een positieve invloed hebben op het succes van een netwerk: Hypothese 4: de houding willingness to share heeft een positieve invloed op de mate van (a) kennis delen en (b) de ervaren waarde van het netwerk Hypothese 5: de houding eagerness to share heeft een positieve invloed op de mate van (a) kennis delen en (b) de ervaren waarde van het netwerk 10

Structureel kapitaal Een netwerk bestaat uit verbindingen tussen mensen die een bepaalde relatie met elkaar hebben. Deze relaties in een netwerk zijn de basis voor onder andere vertrouwen en het samenwerken tussen de netwerkleden. Dit wordt in de literatuur het concept sociaal kapitaal 6 genoemd. Het concept bestaat uit drie dimensies: structureel kapitaal, relationeel kapitaal en cognitief kapitaal. Structureel kapitaal staat voor de connecties tussen mensen in een netwerk. De mate van de bereikbaarheid tussen de netwerkleden kan van invloed zijn op het kennis delen en of de waarde die de leden ervaren van het netwerk 7. De begrippen relationeel kapitaal en cognitief kapitaal worden in dit rapport buiten beschouwing gelaten. Hypothese 6: structureel kapitaal heeft een positieve invloed op de mate van (a) kennis delen en (b) de ervaren waarde van het netwerk Het gebruik van ICT Netwerkleden zijn meestal verspreid over het land of soms zelfs internationaal verspreid. Er wordt gebruik gemaakt van ICT zodat men niet aan plaats en tijd gebonden is. Het gebruik van ICT kan verschillende functies hebben. Er zijn ICT toepassingen die zich richten op het opslaan en terug vinden van kennis 8. Een voorbeeld is een kennisdatabase waar documenten opgeslagen kunnen worden. Daarnaast zijn er interactieve ICT toepassingen die interactie tussen de gebruikers ondersteunen 8. In plaats van bijvoorbeeld een tekst te interpreteren en te vertalen naar de eigen situatie, kan met interactieve ICT de tekst worden toegelicht. Door op elkaar te reageren, ontstaat een dialoog en kan informatie in de (eigen) context worden geplaatst en wordt zo de informatie verrijkt. Daarom kan verwacht worden dat met het gebruik van interactieve middelen daarom ook de ervaren waarde van het netwerk zal toenemen. Doordat een dialoog een wisselwerking is, waarbij reactie volgt op reactie, zal ook de frequentie van het kennisdelen toenemen. Hypothese 7: het gebruik van interactieve ICT heeft een positieve invloed op de mate van (a) kennis delen (b) de ervaren waarde van het netwerk Netwerkleider Lid worden van een netwerk gaat meestal op vrijwillige en informele basis. Mensen delen de kennis in dat geval omdat zij dat zelf willen; het zelfregulerende karakter speelt hierbij een rol. Een netwerkleider kan naar verwachting invloed hebben op de mate van kennisdeling. Er zijn verschillende type netwerkleiders te onderscheiden die een bepaalde rol vervullen. Er zijn formele en informele netwerkleiders te onderscheiden. 11

Moderator: dit is een formeel aangestelde leider en deze probeert het netwerk sturing te geven en zorgt ervoor dat alles goed verloopt op het online platform. Het is in bepaalde gevallen denkbaar dat de beheerder ook administratieve taken op zich neemt, zoals het gebruikersbeheer. Expert: dit is een informele netwerkleider. Een expert deelt kennis vanuit zijn expertise en houdt daarmee het netwerk in beweging. Actieve leden: ook dit zijn informele netwerkleiders die betrokken zijn vanuit hun interesse, zonder per se expert te zijn. Doordat zij actief kennis delen, stimuleren ze anderen ook kennis te delen. De rol van de twee laatste netwerkleiders liggen in de praktijk vaak dichtbij elkaar. Beide netwerkleiders zorgen voor dynamiek in het netwerk. Een moderator stimuleert vaak experts om bij te dragen en houdt zo beweging in het netwerk. Hypothese 8: een netwerkleider heeft een positieve invloed op de mate van (a) kennis delen en (b) de ervaren waarde van het netwerk 12

4. Onderzoeksopzet Op basis van dit theoretische raamwerk zijn hypotheses geformuleerd die met empirisch onderzoek zijn getest. Het empirische gedeelte van het onderzoek omvat een online enquête, negen interviews en observaties op het online platform van een netwerk. De vragen zijn opgesteld aan de hand van het theoretische raamwerk. De verschillende concepten uit dit theoretische raamwerk zijn geoperationaliseerd in stellingen waarop men kon aangeven het er (1) zeer mee oneens, tot en met (5) zeer mee eens te zijn. Naast deze stellingen werden ook open vragen gesteld. De enquête is digitaal verspreid onder klanten van Viadesk. In totaal hebben 152 respondenten de enquête ingevuld. De resultaten van de enquête zijn statistisch geanalyseerd om de hypotheses te testen. Om meer inzicht te krijgen in de resultaten van de enquête zijn interviews afgenomen en observaties uitgevoerd. Negen netwerkleden van verschillende netwerken zijn geïnterviewd. De vragen waren gebaseerd op dezelfde onderwerpen als van de enquête vragenlijst. De interviews duurden gemiddeld 45 minuten. De observaties zijn uitgevoerd op het online platform van het netwerk van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding Mijn NVBR. Tijdens de observaties is gelet op de kennisdelingsprocessen, zoals hoe en door wie de kennis wordt gedeeld met andere leden. 13

5. Resultaten In het vorige hoofdstuk zijn kort de theorieën besproken die de basis vormen voor de hypotheses. Deze hypotheses zijn getoetst aan de hand van de survey data. In dit hoofdstuk worden de bevindingen behandeld van de getoetste hypotheses, interviews en online observaties. 5.1 Bevindingen Hypothese 1: kennis delen heeft een positieve invloed op de ervaren waarde Hypothese 2: de ervaren waarde heeft een positieve invloed op kennis delen Uit de onderzoekresultaten kon statistisch worden vastgesteld dat kennis delen invloed heeft op het succes en de ervaren waarde invloed heeft op het succes. De interviews wijzen hetzelfde uit: wanneer er nieuwe informatie op het platform wordt geplaatst (hiervan ontvangen de deelnemers een notificatie), lokt dit direct meer bezoeken uit. Tijdens de observartie valt uit de reacties van de leden op te maken dat de geplaatste informatie als zeer waardevol wordt ervaren. De betrokkenheid van de leden blijkt uit ook uit de opkomst en de actieve particapatie tijdens netwerkbijeenkomsten. Hypothese 2: de relevantie van het netwerk voor de praktijk van de leden heeft een positieve invloed op (a) kennis delen en (b) de ervaren waarde De onderzoeksresultaten wijzen uit dat er een positieve relatie bestaat tussen de relevantie van het netwerk met de praktijk en het succes van het netwerk. Daarnaast blijkt dat de relevantie voor de praktijk positieve invloed heeft op de ervaren waarde, de tweede dimensie van succes. Ook bijna alle negen geïnterviewden gaven aan het kennis delen binnen hun netwerk gerelateerd was aan de dagelijkse praktijk en daarmee ook waardevol voor de leden. Zoals de webmaster van het kennisnetwerk voor de Brandweer verklaarde: in de meeste gevallen wordt het netwerk door de leden gebruikt voor de dagelijkse gang van zaken van de brandweer. Met name in de meer uitzonderingssituaties konden zij leren van ervaringen van anderen in het netwerk. De geïnterviewde deelnemer van het netwerk ENVIU verklaarde dat er meer indirecte dan directe relevantie was van het netwerk met de praktijk. Dit is direct te verklaren gezien het feit dat het netwerk voornamelijk bestaat uit vrijwilligers met nog een andere baan. 14

Hypothese 3: de houding willingness to share heeft een positieve invloed op (a) kennis delen en (b) de ervaren waarde De resultaten geven aan dat willingness to share een positieve invloed heeft op het succes van een kennisnetwerk. Het bleek dat er een positieve relatie bestaat tussen willingness to share en kennis delen. Er is geen relatie tussen willingness to share en de ervaren waarde. Ook uit de interviews komt duidelijk naar voren dat de houding willingness to share in elke geval een positieve invloed heeft op het kennis delen. De meeste geïnterviewden verklaren dat kennis in hun netwerk wordt gedeeld omdat dit in het belang van de groep is en dat hierop vaak ook reacties volgen uit de groep. Sommigen verklaarden dat er niet altijd op hun bijdragen een reactie volgt vanuit de groep. Dit kan worden verklaard door het feit dat sommige geïnterviewden de rol van beheerder hebben. Hun primaire doel is om de leden up-to-date te houden en te voorzien van nieuwe informatie en zij verwachten daarom ook niet direct respons. De moderator van het online platform van het ENVIU netwerk verklaart dat hij van veel mensen de achtergrond kent en daarom goed kan inschatten of zijn gedeelde kennis interessant is. Op het online platform waterongevallen blijkt dat de moderator de houding willingness to share heeft. Hij deelt namelijk de meeste kennis in het netwerk, waarbij hij rekening houdt met de relevantie voor de groep. Wanneer bij de observaties de activiteiten van de moderator onder de loep worden genomen, blijkt uit positieve en inhoudelijke reacties op zijn bijdragen dat deze inderdaad relevant zijn. Hypothese 4: de houding eagerness to share heeft een positieve invloed op (a) kennis delen en (b) de ervaren waarde Uit de statistische analyse blijkt dat er een positieve relatie bestaat tussen eagerness to share en kennis delen. Dit betekent dat deze houding belangrijk is voor het succes van het netwerk. Een netwerk met mensen die deze houding hebben, zal stimulerend werken voor kennis delen. In bepaalde gevallen zal iemand met deze houding de stilte in het netwerk doorbreken. Hypothese 5: structureel kapitaal heeft een positieve invloed op (a) kennis delen en (b) de ervaren waarde 15

Structureel kapitaal heeft inderdaad een positieve invloed op het succes van een kennisnetwerk. Ook blijkt dat het een positieve invloed heeft op de ervaren waarde van de het netwerk. Deze positieve relatie betekent dat het belangrijk is hoe de netwerkleden met elkaar verbonden zijn. Uit de data-analyse komt naar voren dat er een verband bestaat tussen structureel kapitaal en de verschillende houdingen om kennis te delen: eagerness en willingness to share. Dat kan betekenen dat doordat mensen weten hoe ze netwerkleden kunnen bereiken, ze ook de weg weten om kennis te delen. Dit zal voldoende zijn om kennis te delen voor leden met eagerness to share. Leden kennen bovendien beter de achtergrond van leden en kunnen zo beter inschatten wat relevant is voor andere leden. Dit zal een stimulerend effect hebben op het kennis delen van de leden met de houding willingness to share. Hypothese 6: het gebruik van interactieve ICT heeft een positieve invloed op (a) kennis delen (b) de ervaren waarde Het gebruik van interactieve ICT heeft inderdaad een positieve relatie met kennis delen. Het gebruik van interactieve ICT omvat het gebruik van e-mail en vier toepassingen binnen Viadesk: vraag stellen, discussie, enquête en poll. De resultaten van de survey geven aan dat de interactie binnen een kennisnetwerk voor 35% wordt gefaciliteerd door e-mail, 19% van de interactie komt voor rekening van een online platform (Viadesk) en staat daarmee met 1% boven het traditionele communicatiemiddel: de telefoon. Een groot deel van de interactie verloopt face-to-face (28%), wat aangeeft hoe belangrijk het in netwerken blijft om elkaar in real live te ontmoeten. Interactie Percentage Email 35% Face-to-Face 28% Online platform (Viadesk) 19% Telefoon 18% Table 1: interactie binnen een kennisnetwerk Uit de survey komt naar voren dat de discussie- en vraag-tool de meest gebruikte interactie tool zijn in Viadesk. Wel zijn niet-interactieve ICT toepassingen, zoals berichten en het uitwisselen van documenten meer gebruikt. Maar uiteindelijk draagt het gebruik van de interactieve ICT toepassingen meer bij aan het kennis delen en daarmee aan het succes van het netwerk. Uit de interviews komt naar voren dat bij het in gebruik nemen van ICT in een netwerk, ICT toepasingen waar men minder mee bekend is ook minder worden gebruikt. In bepaalde 16

netwerken worden interactieve mogelijkheden minder gebruikt en ligt de nadruk vooral op het plaatsen van informatie. De geïnterviewden gaven aan dat een generatieverschil hierin een verklarende rol kan spelen. De jongere generatie is meer gewend met interactieve tools om te gaan en gebruiken dit sneller dan andere generaties. Onbekend maakt bovendien onbemind: deze onbekendheid hangt maakt dat de waarde voor en mogelijkheden van de interactieve ICT voor kennis delen niet wordt gezien. Hypothese 8: een netwerkleider heeft een positieve invloed op op (a) kennis delen en (b) de ervaren waarde. Uit de data-analyse kon niet worden opgemaakt dat een netwerkleider een significante rol speelt in het succes van een kennisnetwerk. Uit de open vragen en de twee andere kwalitatieve bronnen, de interviews en de online observaties, blijkt wel degelijk dat de netwerkleider een rol speelt in het kennis delen. De analyses van de verschillende interviews wijzen uit dat er binnen elk van de netwerken iemand of een kleine groep personen is waar een groot deel van het kennis delen af hangt. Per netwerk was de rol van de netwerkleider anders en uiteindelijk kon er uit de analyses van de interviews en observaties een onderscheid gemaakt worden tussen twee type netwerkleiders, in lijn met het onderscheid dat eerder is gemaakt. Het eerste type netwerkleider kan omschreven worden als moderator. Dit type leider is in veel gevallen officieel aangesteld en heeft als doel het online platform te onderhouden en de gang van zaken te beheren. Deze leider deelt vaak kennis om de leden up-to-date te houden met betrekking tot het vakgebied die het netwerk betreft. De moderator zet in bepaalde gevallen ook andere netwerkleden aan om kennis te delen. Zo kan een moderator om extra aandacht vragen voor een discussie waar weinig beweging in zit. Het tweede type netwerkleider kan omschreven worden als de stimulator. Deze leider is een informele leider en deelt veel kennis en stimuleert daarmee andere leden kennis te delen. Vaak zijn het de actieve leden of experts die deze rol vervullen. Uit de interviews en observaties wordt deze bevinding ondersteunt: er is altijd een netwerkleider die een positieve uitwerking heeft op de mate van kennis delen. Een geïnterviewde van het netwerk SenterNovem afval, geeft aan dat de netwerkleider een grote rol speelt in het kennis delen 17

op het online platform. Zonder deze netwerkleider zal er weinig tot geen participatie zijn op het online platform. Ook in de projectgroepen van RIVM zijn verschillende enthousiaste leden die frequent kennis delen en op die manier andere leden stimuleren hetzelfde te doen. Daarmaast zijn in de observaties duidelijke netwerkleiders te onderscheiden. Zij informeren de leden via nieuws up-dates en houden zo leven in het netwerk. 18

6. Conclusie en discussie 6.1 Conclusie In het onderzoek zijn acht hypotheses onderzocht met betrekking tot het succes van een kennisnetwerk. Hiervan zijn zeven hypotheses statistisch onderbouwd. De factoren inclusief het kennis delen en de ervaren waarde hebben allemaal een positieve invloed op het succes. Het blijkt dat het succes van een kennisnetwerk vooral afhankelijk is van de mate van de relevantie met de praktijk. Netwerkleden zullen eerder kennis gaan delen wanneer het netwerk daadwerkelijk relevantie heeft met de dagelijkse praktijk en zij ervaren meerwaarde aan een netwerk dat relevant is voor hun dagelijkse praktijk. De houding eagerness to share van de leden, de houding van de mensen die een sterke drang hebben om kennis te delen, speelt een belangrijke rol in het succes van het netwerk. Ook speelt de willingness to share van de mensen een rol. Deze netwerkleden delen wat zij denken dat relevant is voor de groep. Het is goed voor het netwerk als beide houdingen zijn vertegenwoordigd in een netwerk. De eerste groep zal het kennis delen op gang brengen en de andere groep zal in de gaten houden dat de informatie die wordt gedeeld ook relevant is voor de groep. Zo blijft het netwerk in beweging zonder zijn doel voorbij te schieten. De meerwaarde die de leden uit het netwerk kunnen halen, bepaalt of de netwerkleden kennis delen maar ook vice versa: de mate van kennis delen heeft een positieve invloed op de waarde die leden ervaren. Deze waarde wordt, zoals hierboven omschreven, onder andere gecreëerd door de mate van de relevantie met de praktijk. Maar ook door de aanwezigheid van structureel kapitaal: hoe de leden zijn verbonden aan elkaar; wie zijn de netwerkleden en hoe kun je ze bereiken. De positie en de beschikbaarheid van die persoon is hierbij belangrijk. Ook het gebruik van interactieve ICT toepassingen draagt bij aan het kennis delen en daarbij aan het succes van een kennisnetwerk. Uit de resultaten blijkt inderdaad dat een netwerkleider een belangrijke rol kan spelen voor het kennis delen binnen het online platform van een netwerk. Wanneer er minder beweging zit in het netwerk, kan een netwerkleider zorgen dat mensen weer gaan participeren. Er komen twee type netwerkleiders naar voren: een moderator. Deze formeel aangestelde leider houdt de online 19

community in de gaten en stuurt bij als het nodig is. Deze beheerder kan bijvoorbeeld anderen vragen om een reactie te plaatsen bij een discussie waar nog weinig reacties op zijn. Een stimulator is een actief netwerklid die frequent iets bijdraagt en zo andere leden stimuleert bij te dragen. Actieve leden en experts hebben regelmatig deze rol. Door actief bij te dragen, houden ze beweging in het netwerk en ontlokken reacties bij andere leden. 6.2 Discussie Relevantie voor de praktijk Bij het opzetten van een netwerk moet men rekening houden met de relevantie van het netwerk voor de dagelijkse praktijk van de netwerkleden. Is een netwerk relevant voor de praktijk dan wordt dit ervaren als waardevol, en deze relevantie creëert betrokkenheid bij de leden en heeft daarom invloed op het kennis delen. Te weinig relevantie van het netwerk zal niet uitnodigen actief bij te dragen. De houding van de leden Binnen een netwerk is het belangrijk dat er netwerkleden zijn met zowel de houding eagerness to share als willingness to share. De combinatie van deze twee houdingen is nodig om het kennis delen in een netwerk in beweging te houden. De leden met de houding willingness to share zullen bij het kennis delen rekening houden met de relevantie voor de groep of het netwerk. De mensen die eager zijn, zorgen ervoor dat er ook kennis wordt gedeeld wanneer er weinig netwerkleden kennis bijdragen. Elkaar kunnen bereiken In een netwerk moet het inzichtelijk zijn wie de netwerkleden kunnen bereiken, wat zij weten en waar zij hun kunnen bereiken. Het is ook belangrijk dat men bereikbaar is voor anderen. Om inzichtelijk te maken wie er in een netwerk zit, is het belangrijk dat de netwerkleden hun online profiel up-to-date houden en met achtergrondinformatie aanvullen. Netwerkleider Voor een online platform is het aan te bevelen om een netwerkleider aan te stellen. Een formele netwerkleider, zoals een moderator die een bepaalde mate van sturing geeft in een online platform kan positieve invloed hebben op het kennis delen. Te veel invloed door een leider moet echter vermeden worden, omdat dit uiteindelijk negatieve impact heeft op het kennis delen. 20

Experts en of actieve leden in een netwerk kunnen ook handelen als informele netwerkleiders om andere leden te stimuleren te participeren. ICT Bij het in gebruik nemen van interactieve ICT toepassingen zal aan de mensen die hiermee minder bekend zijn uitleg moeten worden gegeven hoe ze deze het best kunnen gebruiken. Bovendien zal hen inzicht moeten worden gegeven hoe deze toepassingen het kennis delen binnen het netwerk kunnen bevorderen. 21

Referenties 1. Cooper, D.R. & Schindler, P.S. (2006). Business Research Methods. N.Y. McGraw-Hill Companies Inc. 2. Brown, J.S., & Duguid, P. (2001). Knowledge and Organization: A Social-Practice Perspective. Organization Science 12(2): 198-213. 3. Lave J., & Wenger, E.C. (1991). Situated Learning: Legitimate Peripheral Participation. Cambridge University Press, New York, USA. 4. Agterberg, M., Van den Hooff, B., Huysman, M. & Soekijad, M. (2008). Keeping the wheels turning: multi-level dynamics in organizing networks of practice. Research Memorandum 2008-003. Amsterdam: VU University. 5. De Vries, R.E., Van den Hooff, B. & De Ridder, J.A. (2006). Explaining knowledge sharing: the role of team communication styles, job satisfaction and performance beliefs. Communication Research, Vol. 33(2), 1-21. 6. Nahapiet, J. & S. Ghoshal. "Social Capital, Intellectual Capital, and the Organizational Advantage." Academy of Management Review 23(2), 1998. 7. Agterberg, M., Huysman, M. & Van den Hooff, B. (2007). The importance of embeddedness of knowledge networks. Paper presented at the International Conference on Organizational Learning, Knowledge and Capabilities, London, Ontario, June 14-17, 2007. 8. Zack, M.H. (1999) Managing codified knowledge. Sloan Management Review, Vol. 40 (4), 45-58. 22