Milieuzorg in het lokaal cultuurbeleid: wat doet u?



Vergelijkbare documenten
De Groene Aap komt uit de mouw

Over duurzaamheid en transitie in de kunsten. Steven Vromman, Greentrack Gent

4. Samenwerking. 78 Hoofdstuk 6

RAPPORT VVC en LOCUS

Tweede adviesnota. van het STEM-PLATFORM. aan de stuurgroep. donderdag, 12 december Brussel, Koning Albert II - Laan.

IN WELKE CONTEXT WERKEN DE CULTUUR- EN GEMEENSCHAPSCENTRA? Ontmoetingsdag CC Strombeek Donderdag 7 september 2017

Voor 1980: groei aan vormen en spelers (ook overheid speelt mee) => exponentiële groei aan mogelijkheden om te participeren

Jouw sportinfrastructuur en omgeving ECOSPORTIEF

KUNSTENDAG VOOR KINDEREN 2013 : ENQUÊTE

Toespraak Sven Gatz Minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel CultuurContentement Brussel, dinsdag 13 maart 2018.

Interview met minister Joke Schauvliege

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.3 - December

Call for ideas: sollicitatiefeedback

TRANSITIEREGLEMENT VOOR DE SUBSIDIËRING VAN CULTURELE PROJECTEN MET EEN BOVENLOKALE UITSTRALING

5 november Vlaamse beleidsprioriteiten voor het lokaal cultuurbeleid

RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN

FUNCTIEFAMILIE 4.2 Beleidsthemabeheerder

Bios2 Thema in de kijker Activiteiten in de bibliotheek

Vluchtelingencrisis: gisteren, vandaag, morgen VLUCHTELINGENWERK VLAANDEREN

DE KRACHT VAN MUZIEK, OOK IN UW GEMEENTE!

Evaluatie Nieuwsbrief Duurzame Mobiliteit

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.8 - Mei

Bios2 Thema in de kijker Activiteiten in de bibliotheek

Functiebeschrijving: Projectportfoliobeheerder

Cijfers Enque te Rekenkamercommissie WVOLV

Workshop HR-scan. Naar een duurzaam HRM beleid

Subsidiereglement voor bovenlokale projectondersteuning 2020

Vertrek van je eigen brede kijk op jeugd en jeugdbeleid

Instroom 1. Inclusie. Uitstroom. Doorstroom. Universiteit Utrecht 1

Promotorenteam en Kennisnetwerk EVC. Een introductie

Lokale ouderenraden op de kaart

CRITERIALIJST VOOR SUBSIDIEAANVRAGEN TER PROMOTIE VAN EEN BREED SPORTAANBOD DOOR EVENEMENTEN MET EEN BOVENLOKAAL EN COMPETITIEF KARAKTER

Subsidiereglement voor bovenlokale projectondersteuning 2019

Lokale implementatie en handhaving van de regelgeving voor muziekactiviteiten

voor systemen voor duurzame voeding in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

VIGeZ, De evaluatiematrix: Een planningsmodel voor de evaluatie van projecten binnen de gezondheidsbevordering, geïntegreerd met RE-AIM.

SUCCESFACTOREN. Checklist

Het museum: - beschikt over een kwaliteitslabel als museum - heeft tijdig een aanvraag ingediend voor Vlaamse indeling en subsidiëring

Samenvattend rapport. Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid

Fair Tourism BELEIDSNOTA. Grant Agreement No.: UK01-KA

Studie naar Innovatiegerichtheid en arbeidsmarktpositie van IWT doctorandi

Dit moet gemotiveerd worden in het projectvoorstel en wordt mee beoordeeld bij de evaluatie.

BASISOPLEIDING VOOR MOBILITEITSCOÖRDINATOREN INHOUD VAN DE OPLEIDING

Congres VELOV Elementen voor de toespraak van Pascal Smet Vlaams minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel Mechelen, 26 maart 2014

Uw netwerk voor succesvol ondernemen in de Brusselse metropool. Metropolitan

Vormingssessie SDG s. 1. Afstemming SDG s met bestaande instrumenten 2. Voorstel begeleidingstraject (via Raamcontract) 9 mei 2016

Sporten doe je spoorloos! van sportevenement tot club

ACTIES DIE BETREKKING HEBBEN OP DE PROGRAMMAONTWIKKELING

Evaluatie van Open Bedrijvendag

Platformtaak volgens gemeente

CCinC 2.0 & Lokale monitoring Gegevensregistratie in ontwikkeling

Kennis en gebruik van het FSC label bij Belgische gemeenten

Actieve kinderopvang versus gezonde voeding en beweging

Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed in Vlaanderen

Bevraging Management. De Vlaamse overheid. Resultaten

Bijlage. Beoordelingskader voor de transformatietoets van het ingediende transformatieplan als vermeld in artikel 5

V R A G E N K A A R T THEMA JEUGDHULP

DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, JEUGD, SPORT, BRUSSELSE AANGELEGENHEDEN EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING,

inspireren en innoveren in MVO

Evaluatie van de steunverlening voor bedrijventerreinmanagement. Netwerkbijeenkomst

Pilot Brandveilig Leven in Meerzicht

CRITERIALIJST VOOR SUBSIDIEAANVRAGEN TER PROMOTIE VAN EEN BREED SPORTAANBOD DOOR EVENEMENTEN MET EEN FOCUS OP PARTICIPATIE EN RECREATIE

Bij de voorstelling van het Jaarverslag van het Kinderrechtencommissariaat

Reglement van de cultuur- en erfgoedraad Glabbeek

Regelgeving muziekactiviteiten STUDIE: Lokale implementatie en handhaving

ANTWOORD. Vraag nr. 677 van 24 juni 2013 van PAUL DELVA

3. Inventaris van de respondenten

Openbare bibliotheken en de gereglementeerde boekenprijs

Projectoproep Overkop Huizen voor Jongeren Infosessie 17/1/2017

Overzicht items. Profiel respondenten Huidig en geplande reisaanbod De innovatiestatus Kennis van innovatiemogelijkheden Drempels en motivatoren

nr. 306 van PETER WOUTERS datum: 11 februari 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Paardensport - Veiligheid

BEREIKBAARHEIDSCOMMUNICATIE OP MAAT VAN DE ONDERNEMER OP BASIS VAN OPEN DATA

Resultaten Onderzoek September 2014

Gemeentelijke milieuraden: wat met de nieuwe legislatuur?

Mening van het digitaal Burgerpanel Oss over: Kunst en Cultuur. Gemeente Oss. December 2013

Samenwerking op vlak van cultuur Québec-Vlaanderen

Cultuursensitieve zorg: hoe gaan we verder?

Hoe kunnen we de Vlaming inspireren en motiveren tot duurzame woonkeuzes?

Vlaamse Regering rssjj^f ^^

Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs

Gezonde School. Conferentie MBO Vitaal voor leren en werken 7 april Anneke Meijer

Heroriëntering VVC. Heroriënteren naar een netwerkgedreven kennisknooppunt voor (inter)lokaal cultuurbeleid

Diagnose instrument Organisatie vernieuwing

Rapport Onderzoek Evenementenbeleid Kampen 2015

Sport en tewerkstelling van jongeren. Marc Theeboom / Joris Philips

Vlaamse bedrijven zijn bang van concurrenten maar innoveren niet

COACHING VERKEERSVEILIGHEID VOOR GEMEENTEN VOOR EEN KWALITATIEF LOKAAL VERKEERSVEILIGHEIDSBELEID

Veel gestelde vragen naar aanleiding van de beleidskeuzes in het kader van de overdracht provinciale cultuur- en jeugdbevoegdheden

NT2-docent, man/vrouw met missie

Benchmark uw. productielogistiek. Productiebedrijven in Vlaanderen. met uitsterven bedreigd. springlevend

Memorandum 2019 voor een Digitaal en Mediawijs Vlaanderen

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

Beleidsregel tussentijdse aanvragen 'Back to Basics'

Interventielogica, monitoring en evaluatie VRN in PDPO III Datum: 10/11/2015. VRN: Ariane Van den Steen, Alexander Spriet, Julie Mariën

Begeleiden van kansengroepen rond energie- en waterbesparing en afvalpreventie. Workshops - groepsmethodieken met begeleiding Individuele methodiek

Het Dream-project wordt sinds 2002 op ad-hoc basis gesubsidieerd.

Bios2 Thema in de kijker Personeel in de bibliotheek

Tussen instrumentalisering en ontspanning: de rol van sport in de zorgsector. Marc Theeboom Jasper Truyens Tessa Commers

BAROMETER 2018 SMART CITIES IN BELGIË

VOOR BESTUREN EN ORGANISATIES. Presentatie door: Caroline Van Cauwelaert, Yellow Window Joep Paemen, Namahn

Transcriptie:

Milieuzorg in het lokaal cultuurbeleid: wat doet u? Tine Bosschaert, Ecolife en Philippe Liesenborghs, LOCUS Klimaatconferenties, de oprichting van Pulse (het transitienetwerk cultuur), lokale initiatieven als Green Track, publicaties en studiedagen over goede duurzame praktijken en transitieexperimenten, culturele organisaties en kunstenaars die zich ecologisch in de kijker zetten Eco en cultuur. Je kan er niet meer om heen! Ook binnen het lokaal cultuurbeleid zijn steeds meer organisaties op zoek naar manieren om hun ecologische impact te verkleinen. Met steun van het subsidiefonds voor Duurzaam Lokaal Milieubeleid van de Vlaamse Overheid (DuLoMi) willen Ecolife en LOCUS met het project Groene apen de sector hierin ondersteunen, in samenwerking met partners VVBAD, Bibnet, VVC, VVSG en het Agentschap Sociaal- Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen. Groene apen wil instrumenten ontwikkelen voor en begeleiding aanbieden aan actoren in het lokaal cultuurbeleid bibliotheken, cultuur- en gemeenschapscentra die werk willen maken van een structurele aanpak van interne milieuzorg. Het project verloopt in twee fasen. Tijdens een pilootfase die loopt tot oktober 2013 testen we een aantal nieuwe milieuzorginstrumenten uit, en passen we bestaande instrumenten aan om deze op maat te maken van het lokaal cultuurbeleid. Daarvoor doen we een beroep op de hulp van acht pilootorganisaties. Vanaf oktober 2013 zullen deze beproefde instrumenten en trajectbegeleiding op maat vervolgens ook aan andere bibliotheken, cultuuren gemeenschapscentra aangeboden worden, via de website www.groeneapen.be. WHAT S IN A NAME? De naam Groene apen verwijst naar het concept van de zogenaamde red monkeys, van innovatie-expert Jef Staes. Een rode aap is een kruising tussen een aap en een rode vis, door de interactie tussen beide op de grens tussen de jungle en de oceaan. Het red monkey-concept stelt dat de kiem voor innovatie te vinden is aan de rand van organisatiesystemen, daar waar ideeën uit verschillende contexten elkaar kruisen. Binnen het lokaal cultuurbeleid is die kruisbestuiving alomtegenwoordig: tussen cultuur-, gemeenschapcentra en bibliotheken onderling, in de interactie met het publiek, of in de interactie met de kunstensector of het lokaal beleid, Pas dit concept toe in de context van milieuzorg en de Groene apen zijn geboren! BEVRAGING Om een beter zicht krijgen op de stand van zaken en de noden en kansen met betrekking tot milieuzorg binnen het lokaal cultuurbeleid in Vlaanderen en Brussel startten we het project Groene apen met een bevraging van de sector. Het ging om een online bevraging van zowel bibliotheken als cultuur- en gemeenschapscentra, die werd verspreid via de bovenvermelde projectpartners. We ontvingen 130 volledig ingevulde vragenlijsten, afkomstig van 111 verschillende gemeenten. Wanneer we dit vergelijken met de 308 gemeenten in Vlaanderen en 19 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, kunnen we beslui- gemeenten bereikt hebben. Van de 618 organisaties en diensten ontvingen we van 129 verschillende organisaties en diensten ingevulde vragenlijs- van de organisaties en diensten bezorgden geen ingevulde vragenlijst. De responsgraad is lager in vergelijking met andere bevragingen die via de partners in de sector gelanceerd worden. Deze non respons hangt mogelijk samen met het thema van de bevraging en het minder prioritaire belang dat bij meerdere organisaties in de sector hieraan wordt toegekend. Deze vragenlijst is exploratief opgevat om beter zicht te krijgen op wat er momenteel leeft in BINNEN HET LOKAAL CULTUURBELEID IS DIE KRUISBESTUIVING ALOMTEGENWOORDIG. de sector eerder dan dat we (wetenschappelijke) representativiteit nastreven. De resultaten zijn beschrijvend en exploratief van karakter. Kijken we naar de grootte van de gemeenten die we bereikten per type kernactiviteit, dan zien we dat we zowel kleine en middelgrote gemeenten als centrumsteden bereikten. Indien we dit vergelijken met META 2013 6 19

Vlaanderen is er een ondervertegenwoordiging van kleine gemeenten (14% t.o.v. 26%) een oververtegenwoordiging van middelgrote gemeenten (79% t.o.v. 70%) en van de centrumsteden (7% t.o.v. 4%). DE RESULTATEN ORGANISATIE Wanneer we kijken naar de kernactiviteit, zien we dat de hoogste respons afkomstig is van de bibliotheken (36%) gevolgd door de overige organisaties met ongeveer gelijke respons (Cultuurdienst 23%, Gemeenschapscentra 22%, Cultuurcentra 19%). In absolute cijfers betekent dit dat 57 bibliotheken antwoordden van de 312 bereikte gesubsidieerde openbare bibliotheken in Vlaanderen en Brussel. Dit betekent een respons van 18% van de bibliotheken. Verder kregen we antwoord van 29 cultuurcentra (vergeleken met de 66 gesubsidieerde cultuurcentra, betekent dit dus een respons van bijna 44%), 34 gemeenschapscentra (vergeleken met 182 gesubsidieerde gemeenschapscentra betekent dit dus een respons van 19%) en 37 verschillende cultuurdiensten. Hierbij merken we wel op dat er overlap is tussen de types cultuurdiensten en gemeenschapscentra. SAMENWERKINGEN Uit de resultaten blijkt dat meer dan de helft van de organisaties die op de bevraging reageerden, samenwerkt met de milieudienst van de stad of gemeente. Wanneer we dit resultaat verder analyseren per organisatietype, blijkt dat gemeenschapscentra en cultuurdiensten substantieel meer samenwerken met de milieudienst dan de bibliotheken en cultuur- gemeenschapscentra en cultuurdiensten. Voor cultuurcentra is dit iets minder dan de helft. In 25% van de 111 steden en gemeenten, die de vragenlijst beantwoordden, is geen duurzaamheidsambtenaar actief. In gemeenten waar een duurzaamheidsambtenaar actief is, wordt in 61% van de gevallen hiermee samengewerkt. Vooral bij de cultuurcentra valt het op dat ze in maar in 16 gevallen of ongeveer de helft een effectieve samenwerking hebben, hoewel er in 94% van de situaties een duurzaamheidsambtenaar is. Een gelijkaardige vaststelling die we konden doen bij de vraag samenwerking met milieudienst trekt zich ook door naar vraag samenwerking met duurzaamheidsambtenaar : in de gemeenschapscentra en bij de cultuurdienst zien we in meer gevallen een samenwerking dan bij de bibliotheken en cultuurcentra. In onderstaande grafieken wordt alleen rekening gehouden met de gemeenten waar een duurzaamheidsambtenaar aanwezig is om deze beter vergelijkbaar te maken met de vorige rubriek. MAATREGELEN ROND INTERNE MILIEUZORG Welke maatregelen nemen organisaties nu al? Welke maatregelen worden intern genomen, enerzijds op vlak van infrastructuur en procedures, en anderzijds rond sensibilisering van het personeel? Is er ook aandacht voor milieuzorg in de relatie met andere stakeholders? Bestaan met artiesten, auteurs, verenigingen of andere derden, of speelt duurzaamheid een rol in de keuze van leveranciers of In welke mate neemt uw organisatie maatregelen rond milieuzorg? Grafiek 1: Algemeen Duurzame infrastructuurmaatregelen 25 40 23 Procedures, processen en werkafspraken 18 44 25 Sensibilisering naar personeel 5 49 33 Duurzame voorzieningen voor het publiek 16 54 16 16 56 9 32 47 4 23 30 32 Sensibiliseren van publiek 19 35 33 20 META 2013 6

partners? Is er een duurzaam aanbod voor het publiek; in de keuze van programmatie of activiteiten, of wordt dat publiek zelfs actief aangespoord tot meer duurzaamheid in de publiekswerking? (zie grafiek 1) Als we meer specifiek naar de bibliotheken gaan kijken, scoren die doorgaans beter dan gemiddeld voor het sensibiliseren van personeel en publiek, en het voorzien van een duurzaam aanbod. Op andere vlakken zien we dat bibliotheken gelijkaardige scores behalen als de andere spelers in het lokaal cultuurbeleid. (zie grafiek 2) BELEMMERENDE ASPECTEN BINNEN MILIEUZORG Als er weinig aandacht is voor milieuzorg is het belangrijk om te weten waaraan dit te wijten is. Daarom werd aan de respondenten gevraagd om de belangrijste belemmeringen aan te geven. Die kunnen zich situeren op vlak van kennis ( weten ), draagvlak ( willen ) en capaciteit ( kunnen ). De aspecten die binnen de organisaties als meest belemmerend ervaren worden, zijn respectievelijk een gebrek aan financiële middelen, gebrek aan instrumenten, personeelsgebrek en tijdsgebrek. Belangrijk hierin is dat interne milieuzorg op termijn als een prioriteit ervaren wordt, zodat hier tijd en budget voor vrijgemaakt kan worden. Ook een gebrek aan praktijkervaring, kennis en goede praktijkvoorbeelden wordt in ongeveer 40% ofwel 52 organisaties als belemmerend ervaren (volledig van toepassing + veel van toepassing). De motivatie draagvlak bij zowel gemeentebestuur, IN MEER DAN 60% VAN DE ORGANISATIES WORDEN MOMENTEEL WEINIG TOT GEEN MAATREGELEN GENOMEN ROND MILIEUZORG. bestuur van de organisatie als bij medewerkers wordt minder als belemmerend ervaren. Het weten (kennis over milieuzorg), willen (draagvlak en bereidheid bij bestuur en medewerkers) en kunnen (financiële en personeelscapaciteit) blijken ook hier belangrijke voorwaarden voor de effectieve verdere implementatie van milieuzorg in de werking van lokale cultuurorganisaties. De resultaten voor de bibliotheeksector wijken niet noemenswaardig af. Grafiek 2: Bibliotheken 15 51 25 13 52 25 5 57 30 16 59 18 16 55 16 26 58 8 18 54 20 15 54 25 Geen Weinig Veel Zeer veel Geen idee Niet van toepassing META 2013 6 21

OPROEP Vanaf oktober 2013 moet www.groeneapen.be de plek zijn waar bibliotheken, gemeenschapscentra en cultuurcentra terecht kunnen voor informatie en instrumenten rond milieuzorg in de brede zin van het woord. Maar dat is niet alles. Tijdens het tweede projectjaar van Groene apen (tot oktober 2015) kunnen een twintigtal bibliotheken, gemeenschapscentra of cultuurcentra dankzij de financiering van het DuLoMiprojectfonds ook een beroep doen op ondersteuning door een eco-coach van Ecolife bij het gebruiken van de aangeboden instrumenten, door het organiseren van workshops of het doorlopen van een begeleid milieuzorgtraject op maat. Interesse? Voor meer informatie of om uw organisatie kandidaat te stellen voor een begeleiding op maat, kan u contact opnemen met Tine Bosschaert van Ecolife via tel. 016 22 21 life.be. BELANGRIJKE THEMA S BINNEN MILIEUZORG Milieuzorg wordt klassiek ingedeeld in een aantal thema s: energie & water, afval, mobiliteit, materialen, We vroegen welke thema s voor de respondenten de meeste aandacht verdienden. Het blijkt duidelijk dat energie en infrastructuur binnen het thema van interne milieuzorg als heel belangrijk worden ervaren. Dit zijn dan ook de klassieke thema s met een grote impact, niet in het minst op financieel vlak. Ook papierverbruik en afvalpreventie worden als heel belangrijk tot belangrijk ervaren, wat vermoedelijk toe te schrijven is aan het belang van promotie en publiciteit binnen de sector, en de niet te negeren afvalstromen die gegenereerd worden bij de organisatie van evenementen. Opvallend is dat uit de bevraging blijkt dat het thema mobiliteit als minder belangrijk ervaren wordt, terwijl de impact hiervan voornamelijk door de publieksmobiliteit voor deze sector toch relatief hoog is. Een impactmeting kan de organisaties hier op wijzen. Laatst in de rij scoren groenbeheer en catering, vooral omdat deze thema s niet altijd relevant of beheerbaar blijken voor cultuurorganisaties. We zien duidelijk dezelfde prioriteiten bij de bibliotheken terugkeren : (heel belangrijk); ventie (belangrijk); aankoopbeleid (tamelijk belangrijk); rijk); (niet belangrijk). EVALUATIE VAN DE INSTRUMENTEN Groene apen wil lokale cultuurspelers ondersteunen in hun inspanningen om de milieu-impact van hun werking te verkleinen. Het aanbieden van een aantal instrumenten op maat van de sector die die impact in kaart kunnen brengen of verkleinen is daarbij één van de manieren om dat te doen. Met de bevraging werd nagegaan welke instrumenten relevant kunnen zijn voor het lokaal cultuurbeleid. Zowel al bestaande instrumenten (die enkel op maat gemaakt moeten worden) als nog te ontwikkelen instrumenten kwamen daarbij aan bod: MONITORING en werking personeel KENNIS EN INFORMATIE beelden concrete vragen terecht kan gie in het algemeen milieuzorg men ten naar medewerkers werking fieke milieuthema s ONDERSTEUNING ning infrastructuurmaatregelen ning voor personeelscapaciteit ling kennis en ervaringen van milieu-impact werkerbetrokkenheid Met de bevraging wilden we nagaan voor welke instrumenten het in de pilootfase nuttig is om ze uit te testen in de praktijk, teneinde na de pilootfase een zo relevant mogelijke toolkit aan de sector te kunnen aanbieden. Het blijkt dat er zowel in het algemeen als voor de bibliotheken in het bijzonder geen instrumenten zijn die uitgesproken als niet nuttig ervaren worden. Met andere woorden, het merendeel van de opgelijste instrumenten wordt als nuttig beoordeeld. Op basis van deze bevraging behielden we in de pilootfase dan ook alle voorziene instrumenten. Enkele opvallende vaststellingen: van goede praktijkvoorbeelden komt in de bevraging naar boven als het meest nuttige instrument dat binnen het project Groene apen realiseerbaar is, In de pilootfase van het project zal dus extra aandacht geschonken worden aan het vinden van een haalbare manier om zoveel mogelijk goede praktijkvoorbeelden te verzamelen, en deze vervolgens kenbaar te maken aan de sector. vergelijking met de andere instrumenten minder overtuigd van het nut van een CO2-meetinstrument. Dit wordt vooral gezien als nuttig, maar eerder op termijn tot niet nuttig. Toch werd dit instrument behouden in de pilootfase die loopt tot oktober 2013, om na te gaan of de respondenten het potentieel van dit instrument voldoende kunnen inschatten. De praktijkervaring in andere sectoren (bijv. kunstenorganisaties of evenementen) leren immers dat een dergelijk instrument toch belangrijk is voor het maken van een impactanalyse van de organisatie en de factoren met grote impact te traceren. financiële ondersteuning naar voor als erg nuttig op korte termijn. Andere instrumenten (netwerken, checklists, begeleidingen en sensibiliseringsinstrumenten) worden als relatief even belangrijk geëvalueerd en zijn 22 META 2013 6

PILOTEN Op basis van de conclusies uit de bevraging en input van de projectpartners worden nog tot oktober 2013 een aantal instrumenten en begeleidingen uitgetest bij 8 pilootorganisaties: de cultuurcentra De Borre (Bierbeek), Muze (Heusden-Zolder) en Nova (Wetteren); de gemeenschapscentra t Heilaar (Beerse) en Heuvelland (Heuvelland); de bibliotheken van Sint-Pieters-Woluwe, Sint-Niklaas en Leuven. Deze piloten testen momenteel één of meerdere concrete instrumenten uit, of doorlopen samen met Ecolife een milieuzorgtraject, dat zowel impactanalyse, visie als het ondernemen van concrete acties omvat. Op basis van de ervaringen uit deze pilootfase zal dan vanaf oktober 2013 een definitief aanbod voor de sector samengesteld worden. Dat aanbod zal enerzijds bestaan uit een toolkit van do-it-yourself-instrumenten (DIY) en anderzijds uit ondersteuning door Ecolife, in de vorm van trajectbegeleidingen of workshops. Het aanbod zal verder gaan dan de klassieke (interne) milieuzorginstrumenten. We zetten vooral in op instrumenten, domeinen en ondersteuning die specifiek zijn voor de sector: het aanbod (lijsten met duurzame sprekers, voorstellingen, educatieve materialen, ) en de publiekswerking, maar ook de publieksmobiliteit (in kaart brengen en verduurzamen) en het duurzaam organiseren van evenementen. Tenslotte wordt verder onderzocht hoe we zo veel mogelijk goede praktijkvoorbeelden op een aantrekkelijke manier kunnen verzamelen en communiceren binnen de sector. opgenomen in het instrumentarium dat we in de piloot- (apr - okt 2013) en uitrolfase (okt 2013 - sept 2014) van het project zullen aanbieden. BESLUITEN De trends die we opmerken, zien we vaak terugkomen bij de verschillende organisatietypes, wat wijst op gelijkaardige noden en belemmeringen. Dit ondersteunt onze aanpak om voor de verschillende organisatietypes (bibliotheken, culturele centra, gemeenschapscentra en cultuurdiensten) eenzelfde aanbod en begeleiding weliswaar met de nodige accentverschillen te ontwikkelen. In het algemeen blijkt dat een samenwerking met een milieudienst of -ambtenaar in meer dan de helft van de gevallen al aanwezig is en dat er nog maar relatief weinig maatregelen rond milieuzorg genomen worden. Dit resultaat bevestigt de noodzaak om verder werk te maken van een draagvlak voor milieuzorgmaatregelen op maat van de sector en de sector hierin ook actief te ondersteunen. Uit de bevraging blijkt een nood aan instrumenten en kennisuitwisselingen (kennis) en net dit willen we met dit project aanbieden. Het gebrek aan personeelstijd (capaciteit) zou echter een belemmering kunnen vormen. Belangrijk hierin is dat interne milieuzorg op termijn als een prioriteit ervaren wordt (draagvlak), zodat hier tijd voor gemaakt kan worden. Het weten (kennis over milieuzorg), willen (draagvlak en bereidheid bij bestuur en medewerkers) en kunnen (financiële en personeelscapaciteit) blijken ook hier belangrijke voorwaarden voor de verdere implementatie van milieuzorg in de werking van lokale cultuurorganisaties. Uit de bevraging blijken de klassieke thema s als energie, infrastructuur, papier en afval als meest relevant beschouwd te worden. Het lijkt een uitdaging om ook andere belangrijke thema s zoals mobiliteit hoger op de agenda te plaatsen. Bij de evaluatie van de instrumenten zijn er geen echte uitschieters waardoor we op basis hiervan nog geen grote verschuivingen zullen doorvoeren binnen het instrumentarium dat we willen aanbieden. Wel wordt er extra aandacht besteed aan het uitwerken van praktijkvoorbeelden. We besluiten dat de bevraging een aantal trends bevestigt: de aandacht voor milieuzorg binnen het lokale cultuurbeleid is aanwezig en groeiend, er zijn verschillende opportuniteiten aanwezig om milieuzorg verder uit te bouwen en te verankeren in de werking van de cultuurorganisaties. De bevraging heeft de noodzaak van dit project van Ecolife en LOCUS en de overige kernpartners mee aangetoond en verduidelijkt en de motivatie om milieuzorg op de agenda te plaatsen binnen het lokale cultuurbeleid verder aangewakkerd. META 2013 6 23