KIJKWIJZER: THUISTAAL IN EEN KRACHTIGE LEEROMGEVING



Vergelijkbare documenten
KIJKWIJZER: THUISTAAL IN EEN KRACHTIGE LEEROMGEVING. Kleuterklas

KIJKWIJZER: THUISTAAL IN EEN KRACHTIGE LEEROMGEVING

KIJKWIJZER: THUISTAAL IN EEN KRACHTIGE LEEROMGEVING

KIJKWIJZER: THUISTAAL IN EEN KRACHTIGE LEEROMGEVING BASISONDERWIJS

KIJKWIJZER: THUISTAAL IN DE BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG

Indicatoren van kwalitatief goed taalvaardigheidsonderwijs

KIJKWIJZER: THUISTAAL IN EEN KRACHTIGE LEEFOMGEVING IN DE BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG i

Type 1: De Docent TEST LEERKRACHTSTIJL LAGER. Centrum voor Taal en Onderwijs MIJN PROFIEL

Hoe help je meertalige kinderen bij het leren van een tweede taal? Tips voor leerkrachten

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

A. Creëer een positief, veilig en rijk leerklimaat door

VIRBO Directies GO Garderen, 13 maart Magda Deckers

CHECKLIST LEIDSTERVAARDIGHEDEN DE TAALLIJN

OPBOUW OBSERVATIESCHEMA

Creatieve werkvormen voor individueel onderwijs

kijkwijzer hoger onderwijs de les de docent taalontwikkelend lesgeven

Ga positief om met het gebruik van de eigen taal (dialect, andere moedertaal) van de kinderen.

TAALSTIMULERENDE TIPS

De plaats van thuistalen

Positief omgaan met meertaligheid in het basisonderwijs en in de buitenschoolse opvang

LEREN LEREN WAT? HOE?

Inbreken in de klas Werken aan een krachtige leeromgeving: lager onderwijs

Type titel. Interactief voorlezen in 5 stappen. Type naam presentator. Hanneke van Bakel en Loes Luijten

ONDERSTEUNING BIJ HET LEZEN

Werken met visualisaties in de kleuterklas

De Gastheer/vrouw Een veilige leeromgeving

Onderhandelen en afspraken maken

KIJKWIJZER MOEILIJKHEID ACTIVITEITEN. 1. Wereld onderwerp. van eenvoudig naar complex

Luisteren: muziek (A2 nr. 3)

vaardigheden - 21st century skills

Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken.

Taalstimulering voor kinderen en volwassenen. Taal en taalbeleid 3 februari 2014

INTERACTIEVE WERKVORMEN IN DE WISKUNDELES

COMPETENTIEPROFIEL BIJLAGE 3D-MAP

Vragenlijst leerlingen Eureka! Oberon & Eureka!, januari 2012

VOORTRAJECT TAALBELEID

1 De leraar creëert een veilig pedagogisch klimaat

Maak betekenisvolle onderwerpen bespreekbaar Individuele docententraining DAG 3 PPOZO Marije Fris trainer & masterclassdocent St.

Centrum voor Taal en Onderwijs KU Leuven_Pandora Versteden. Inzichten in taalverwervingsprocessen

TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren

klantgerichtheid klanteninzicht groepsdynamica omgaan met diversiteit stemgebruik taalvaardigheid

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS

Streefniveaus NT2 Voorbeelden, kenmerken en inkijkjes in de les Route 2, jaar vmbo basis

Doel van deze presentatie is

Inhoudsopgave. Visie van de Pionier. blz. 3. Visie spelend leren op de Pionier.. blz. 3. Spel blz. 3. De hoeken: een rijke speel-werkplek... blz.

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011

Jong geleerd. Beatrijs Brand en Saskia Snikkers

'Praat rijk, luister lustig'

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Mondelinge taalvaardigheid: Van pingpongen naar tafelvoetballen

Driestar lesschema Pabo

ACTIEF TOEZICHT. Informeren en structurele maatregelen

HANDELINGSGERICHT WERKEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN BELEIDSVOEREND VERMOGEN. Onderwijsbehoeften van de leerling 11/09/2013

Het is goed om een dagelijks ritueel te hebben, bv. even lezen en zingen voor het naar bed gaan.

IK-DOELEN BIJ DE DALTONUITGANGSPUNTEN

ACHTERGROND EN TIPS VOOR LEERKRACHTEN EN DIRECTIES IN DE VERVOLGSCHOOL BIJ DE OPVANG VAN EX- ONTHAALKLASSERS

Schets van het onderwijsprogramma. Route 2, 16+ mbo entree. april 2016

luisteren: ET 4, 6 spreken: ET 15, 18, 23 lezen: ET 10, 12 schrijven: ET 28, 30, 31, 34 mondelinge interactie: 24, 27

Taalleermechanisme het kind praat uitgebreid en op eigen initiatief: hij gebruikt zo creatief en actief mogelijk zijn kennis van de taal

Luisteren: muziek (B2 nr. 1)

Geletterde peuters en kleuters spelen met taal!

Aanvulling Woordenschat NT2

COCP COCP. Workshop. Doel COCP-programma. Wat is daarvoor nodig? Methodische kern COCP. Inhoudelijke kern. Margriet Heim

Sociale vaardigheden: Partners in het leerproces

Voorbespreken en voorbereiden van een nieuw blok uit de rekenmethode

KIJKWIJZER MOEILIJKHEIDSGRAAD voor INFORMATIEVERWERKENDE TAKEN

8/11/2011 ER IS EEN PROBLEEM!!! Talenten kiemen in de kleuterklas GINO HET DEFICIT-MODEL. dat stukje waarin het TEKORT schiet. Een enge blik TALENT?!

Vragen Hoe kan je veiligheid inbouwen zodat je alle leerlingen kan betrekken? Vraag Hoe kan je de ideeënbus actief en betekenisvol maken?

GESPREKS- EN DOELEN VANDAAG 6/1/2016 SPREEKVAARDIGHEID IN DE ISK ONDERWIJSACTIVITEITEN. Hoe zeg je dat?

Leren is leuk! inhoud.

Feedback aan leerkrachten

TOETSTIP 9 SEPTEMBER 2005

Groot gelijk?! Gelijke onderwijskansen in Vlaanderen 23 november 2004

Steunpunt Gelijke Onderwijskansen. Diversiteit

Notitieboekje. Allemaal Taal

Gelijke onderwijskansen Leerlingen- en ouderparticipatie

Taalbewust beroepsonderwijs. Vijf vuistregels voor effectieve didactiek 1

EEN SCHOOLEIGEN HUISWERKBELEID

Hoe kun je meertalige ouders bereiken en ondersteunen? Tips voor schoolteams

TAALLEREN IN INTERACTIE

Hoeken talig verrijken vanuit de drie cirkels van taalvaardigheid

DE 12 VAN DOK12. Dit ben ik

18/09/2013 TALENSENSIBILISERING ZEGT EEN POOLSEKOE OOK BOE? Iris Philips Europese dag van de talen 27 september 2013.

SWPBS: meer dan behaviorisme? W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g

attitudes zelfstandig leren kennis vaardigheden

Rups-nieuwtje. Best, september Beste ouders,

Beroepsgerichte Vorming, opleiding handel en administratie of Project Algemene Vakken

5 pedagogisch medewerkers

Ontwikkelingslijn: Interactie Ontwikkelingsveld 1: Basiscommunicatie en schriftelijke correctie Eigenaar: Inge Kiers

Zorgboekje. Kindgegevens

Workshop Oriëntatie op Nederlands voor taalvrijwilligers

Voor het eerst naar school

LESBESCHRIJVING HOGESCHOOL ROTTERDAM PABO. Hoofdfase

De Puk-poster. Goed voorbeeldgedrag. Een baby ontwikkelt zich razendsnel. Vaak lijkt. dit vanzelf te gaan. Toch is het belangrijk om ook

Hoe werken met de portfolio s? In de portfolio s is een duidelijke leerlijn ingebouwd.

Pedagogisch Werkplan gastouder

Transcriptie:

KIJKWIJZER: THUISTAAL IN EEN KRACHTIGE LEEROMGEVING Lager onderwijs VEILIG Specifiek toegespitst op Doe ik dit al? Leerkrachten- KLASKLIMAAT Voorbeelden/specificaties thuistaal/thuiscultuur (Evt. andere voorbeelden) competenties? Klasinrichting/opstelling 1. Wat hangt aan de muren, ligt in de klas? Elementen uit of verwijzingen naar de leefwereld van de kinderen: foto s, gebruiksvoorwerpen, Werkjes van kinderen hangen in de klas en weerspiegelen diversiteit Hulpmiddelen (algoritmen, heuristieken, stappenplannen) 2. Klasopstelling. Klassiek, blokken, u-vorm, groepen en hoeken, 3. Hoeken. Zijn er diverse hoeken aanwezig in de klas bijv. een leeshoek, luisterhoek, computerhoek, constructiehoek, stempelhoek, winkeltje, De leeshoek, luisterhoek zijn aanwezig, en min of meer afgescheiden zodat kinderen rustig kunnen lezen. Ik zorg ervoor dat de thuiscultuur en thuistaal zichtbaar aanwezig zijn in de klas (opschriften, posters, foto s, voorwerpen, ). Is er (in de hoeken) anderstalig materiaal aanwezig? Boekjes, cd s, liedjes, in andere talen. Verkleedkleren uit andere culturen, verpakkingen van producten uit andere culturen (winkel), Ik moedig kinderen aan om te kiezen voor materiaal in hun thuistaal of andere

Klasmanagement 4. Duidelijke afspraken, doelgericht. 5. Structurele elementen om zelfredzaamheid te bevorderen. 6. Krijgen kinderen keuzes aangeboden in wat ze mogen/moeten? 7. Wordt er gewerkt in kleine groepjes? Welbevinden Qua tijd, ruimte, orde, taakuitvoering: kinderen weten wat van hen verwacht wordt, lopen niet verloren. Rode draad is zichtbaar (niet van de hak op de tak). Visuele ondersteuning bijv. pictogrammen, keuze- en takenborden, hulpmiddelen (algoritmen, heuristieken, stappenplannen) Materiaal dat kinderen zelfstandig kunnen nemen, op oog- en handhoogte. Dit alles zodat de kinderen weten wanneer en waar ze wat moeten doen, wat ze nodig hebben, waar ze het kunnen vinden. Zinvol alternatief voor kinderen die niet aan centrale activiteit deelnemen. Bieden hoeken voldoende relevante prikkels? talen. Ik zet de thuistaal in ter verduidelijking van instructies (bijv. via hulp van medeleerlingen of de leerkracht kent/gebruikt een lijstje met belangrijke woorden T1). Ik gebruik de thuistaal in visuele ondersteuning (bijv. bordjes met dagindeling activiteiten, aanduiding van waar welk materiaal thuishoort). Op deze manier zet ik de thuistaal in om de zelfredzaamheid van kinderen te bevorderen. Ik geef kinderen bij keuzemomenten de expliciete keuze / moedig ze aan om iets te kiezen in hun thuistaal of andere talen. Ik stimuleer hierbij overleg/interactie/uitleg/hulp in de eigen taal?

8. Ik zorg voor welbevinden en een veiligheidsgevoel. 9. Ik verhoog het competentiegevoel van de kinderen. 10. Positieve omgang van kinderen met elkaar bevorderen. Op gelijke hoogte gaan zitten, kind op schoot nemen, knipogen, oogcontact, Niet enkel talige feedback Bijv. ook door houding/mimiek van de leerkracht Permanente aandacht voor: naar elkaar luisteren, onderhandelen met elkaar, aandacht hebben voor verschillen, elkaar ruimte bieden voor eigen inbreng. Impulsiviteit van / monopoliseren door sterkere kinderen onderdrukken, beurten/aandacht verdeeld over alle kinderen. Ik gebruik woordjes in de thuistaal om een kind te troosten, op het gemak te stellen, te begroeten, Ik laat interactie in de thuistaal toe bij informele momenten tussen kinderen (bijv. bij uiten van gevoelens, bij vrije spelmomenten, bij binnenen buitengaan van de klas, in de speeltijd, tussen twee opdrachten). Wij zingen en beluisteren ook liedjes in de eigen taal van de kinderen. Ik bekrachtig de eigen taal van de kinderen. Ik bekrachtig wat de kinderen meebrengen vanuit hun thuiscultuur. Ik stimuleer waardering en bewondering voor de thuistaal of het gebruik van andere talen door de kinderen. 11. Ik stigmatiseer zwakkere Aanhalen op negatieve manier van aspecten Ik let erop het gebruik van de

kinderen niet. zoals taalachterstand, etnische achtergrond, 12. Ik zet aan tot initiatief Mogen kinderen zelf iets uitproberen, mag er al eens iets misgaan? Talig klimaat globaal over de taken heen 13. Ik reageer (globaal) Actief positief op thuistaal van de kinderen Passief thuistaal niet als negatief te stigmatiseren. Laat jij kinderen toe zelf iets uit te proberen in hun thuistaal? En mag er hierbij al eens iets misgaan (bijv. controle?) Ik stimuleer het gebruik van de thuistaal tussen kinderen expliciet op bepaalde momenten / tijdens bepaalde onderdelen van taken. Ik stimuleer het gebruik van de thuistaal door aan kinderen te vragen hoe ze een woord in hun eigen taal noemen, door een voorbeeld van iets te laten geven in de thuistaal. Ik vertaal Nederlandse woorden soms in de thuistaal om een voorwerp of begrip duidelijk te maken. Ik pik in op wat door een kind in de thuistaal wordt aangebracht, ik negeer deze input niet. Ik laat interactie tussen kinderen in de thuistaal toe en ga hier niet expliciet tegen in.

14. Ik verplicht kinderen niet om te spreken. 15. Niet te veel nadruk op taalcorrectheid, de boodschap wordt centraal gesteld. BETEKENISVOLLE TAKEN Geen systemen van voorzeggen of laten herhalen. Geen pijnlijke stiltes laten vallen. Het communicatieproces wordt niet afgeremd door opmerkingen over taalcorrectheid, uitspraak Ik ga in eerste instantie in op / ik beoordeel uitingen in de thuistaal vanuit de boodschap, niet vanuit de gebruikte taal. De taken 16. Authentieke, functionele, betekenisvolle taken 17. Proactief én reactief elementen van diversiteit in de taken incorporeren. Dingen van thuis laten meebrengen. Ervaringen en meningen van kinderen betrekken. Kinderen inbreng geven in een thema. Ik bied taken aan waarin de thuistaal of andere talen functioneel worden ingezet (bijv. bij opzoekingswerk). Ik stimuleer inbreng in de thuistaal of andere talen in een taak (bijv. ik laat dingen in de thuistaal of andere talen van thuis uit meebrengen of laat in de eigen taal iets opzoeken op internet). Ik doe iets met dingen die kinderen uit hun thuiscultuur meebrengen. Ik zet taken in met als doel talensensibilisering (bijv. ik laat kinderen aanvoelen hoe het voelt om een taal te horen die je

Motivatie en betrokkenheid 18. Uitdagende motiverende leeromgeving en taken die kinderen gelegenheid geven Sluiten de activiteiten aan bij de interesses van het kind? Zijn ze betrokken? Wordt het leren steeds gekoppeld om te oefenen, dingen te aan dingen doen? doen. 19. Ik zorg ervoor dat alle Alle vormen van positieve aandacht, ook kinderen gemotiveerd blijven. fysiek Kansen voor rijk taalaanbod en taalproductie/interactie 20. Natuurlijk, kwalitatief, rijk en functioneel taalaanbod van de leerkracht. Taalaanbod dat natuurlijkerwijze uit de taak voortvloeit. Spreektaal, geen schrijftaalwoorden, geen geforceerde woordenschat. Geen babytalk, niet alle moeilijke woorden weglaten. Niet te veel woorden die kinderen niet echt nodig hebben. Geen niet kent). Ik stimuleer in het opgeven van taken ook output in de thuistaal of andere talen (bijv. een schrijfopdracht in de thuistaal). Als een kind zijn thuistaal gebruikt, blijf ik het motiveren en positieve aandacht geven. Ik kies taken die aansluiten bij de thuiscultuur / gebruik maken van de thuistaal van het kind om de motivatie te verhogen. Ik geef leerlingen positieve aandacht wanneer ze hun thuistaal gebruiken. Is er in mijn klas ook taalaanbod in de thuistaal of andere talen?

21. Veel variatie in taalaanbod. 22. Principe van taalaanbod de hele dag 23. De leerkracht stimuleert interactie in klassikale interactie. woordenschatlijstjes rond 1 thema. Verhalen, instructies, liedjes, rijmpjes, poppenkast, spelletjes, andere gesprekspartners, allerhande boekjes om in te kijken, De leerkracht verwoordt elke handeling die hij/zij en de kinderen stellen, plakt begrippen op gezichtsuitdrukkingen, verwoordt niet-talige vragen (ook bij instructies voor het verlaten van de klas, jas aandoen, ). De leerkracht biedt veel kansen tot interactie: open vragen, vragen naar meningen en ervaringen, reacties uitlokken via foute In de klas zingen en beluisteren we ook liedjes in andere talen, spelen we spelletjes in andere talen, lezen we boekjes in andere talen. Ik zet ouders in om in hun thuistaal een verhaal te komen vertellen, iets te demonstreren, muziek te maken, Kinderen in mijn klas mogen ook opzoekingen doen op internet in hun eigen taal. Ik laat toe dat kinderen in hun thuistaal communiceren om doorheen de dag hun zelfredzaamheid te bevorderen. Ik ga op een andere manier om met de thuistaal in niettaallessen: ik laat ze vaker toe ter ondersteuning. Ik bouw ook verder op / verbind ook talige productie van kinderen in hun thuistaal

24. De leerkracht stimuleert interactie tussen de kinderen. Werkvormen 25. Werkvormen die actieve leerhouding stimuleren en kinderen verantwoordelijk maken voor hun eigen leren. 26. De leerkracht zet tijdens groepswerk telkens veronderstellingen, geen invulzinnetjes, De leerkracht bouwt voort op talige productie of niet-talige reacties. De leerkracht verbindt een reactie van de ene leerling met een reactie van een andere. De leerkracht schept kansen voor kinderen om te overleggen, ervaringen en meningen te verwoorden, elkaar uitleg geven, vragen te stellen, in interactie gaan (cf. ook volgend punt). De leerkracht laat kinderen in duo s of groepjes werken en organiseert het zo dat de samenwerking en interactie bevorderd wordt, dus niet overwegend klassikale/individuele opdrachten. De leerkracht biedt ondersteuning binnen de groepjes. Ik stimuleer kinderen om op bepaalde momenten ook te overleggen in hun thuistaal bij een taak. Ik stimuleer kinderen om elkaar uitleg te geven in hun thuistaal, zowel over de instructies als over de inhoud. Ik stel groepjes niet steeds met opzet taalheterogeen samen. Ik stel ook met opzet taalhomogene groepjes samen om interactie, onderlinge ondersteuning of output in de thuistaal te bevorderen. Ik voorzie werkvormen die aanleiding geven tot interactie in de thuistaal. Tijdens groepswerk zet ik kinderen aan tot

aan tot interactie. 27. Bewust heterogeen samenstellen van groepjes GERICHTE ONDERSTEUNING 28. De leerkracht is alert voor wat kinderen doen en zeggen en pikt daarop in. 29. De leerkracht gaat in op problemen die kinderen signaleren, doet zelf pogingen om problemen van kinderen met de taak op te sporen. 30. Kinderen krijgen de kans om zelf oplossing te zoeken, de leerkracht ondersteunt via hints, vragen, hardop reflecteren. 31. De leerkracht controleert het begrip van kinderen en herfraseert interactie in de thuistaal. Tijdens groepswerk laat ik de thuistaal toe. Tijdens groepswerk sanctioneer ik het gebruik van de thuistaal niet. Ik stel groepjes soms bewust homogeen samen op basis van de thuistaal, bijv. om het veiligheidsgevoel te bevorderen Ik ga als leerkracht evenzeer in op wat kinderen zeggen in hun thuistaal. Ik ga als leerkracht evenzeer in op vragen of signalen van kinderen in hun thuistaal. De thuistaal mag hierin voor mij ook een functie vervullen. Ik zet de thuistaal in om begrip van kinderen te controleren (bijv. hoe zeg

uitingen, onderhandelt over de betekenis en/of maakt zichzelf met handen en voeten duidelijk. 32. De leerkracht voorziet ankers waaraan taal kan worden vast gehangen. 33. De leerkracht ondersteunt kinderen in het uiten van een boodschap. 34. De leerkracht corrigeert taalfouten op een positieve manier. Taal vasthangen aan handelingen, aan visuele, tactiele, auditieve ervaringen, aan taalaanbod dat kinderen al begrijpen, aan eerdere ervaringen. Onaffe boodschappen ontrafelen, betekenisonderhandeling, herformuleren, verwoorden van niet-talige reacties. Herformuleren, aanvullen, aandacht blijft bij de boodschap. je dat in je eigen taal? ). Ik herfraseer ook uitingen van kinderen in hun thuistaal. Ik maak zelf gebruik van de thuistaal om mezelf duidelijk te maken. Ik probeer ook (onaffe) uitingen van kinderen in hun thuistaal te ontrafelen. In betekenisonderhandeling wordt ook gebruik gemaakt van de thuistaal van de kinderen. Ik ga in eerste instantie in op / ik beoordeel uitingen in de thuistaal vanuit de boodschap, niet vanuit de gebruikte taal. Ik herformuleer (delen van) uitingen in de thuistaal. Naar: Bultynck, K., Sierens, S., Slembrouck, S., Van Avermaet, P. & M. Verhelst (2008), Vooronderzoek m.b.t. de plaats van de thuistalen van de allochtone kinderen binnen onderwijs en opvang in vier scholen van het project Thuistaal op school. Gent: Steunpunt Diversiteit en Leren & Leuven: Centrum voor Taal & Onderwijs. Gebaseerd op: Verhelst, M. & K. Van den Branden (1999), OBSERVEREN in KLEUTERKLASSEN. Indicatoren voor krachtige leeromgevingen voor taalvaardigheidsonderwijs. Leuven: Steunpunt NT2. Herwerkt door: Ria Carette en Evita Willaert