Voorwoord. Céline Claessens Beleidsmedewerker a.i. Vlaamse overheid voor de Hulpgevangenis van Leuven

Vergelijkbare documenten
Organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

ulp- en dienstverlening aan gedetineerden ulp- en dienstverlening aan gedetineerden Wat? H H

Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Hulpgevangenis Leuven

Ontwerp van decreet betreffende de organisatie van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden DE VLAAMSE REGERING,

Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Centrale Gevangenis Leuven Jaarverslag 2009

Diensten binnen de gevangenis een introductie. Sociale plattegrond 21/10/2014 Gent

Voorwoord. Inge Vandeurzen Beleidsmedewerker Vlaamse overheid voor de gevangenis van Antwerpen 1 april 2012

Brussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands

Hulpgevangenis Leuven

Verdere informatie is te vinden in de statuten van de vzw, zoals gepubliceerd in het staatsblad van 22/03/2007.

HULP- EN DIENSTVERLENING AAN GEDETINEERDEN. Foto: Gevangenis Dendermonde. Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden in de gevangenis van Dendermonde

JAARVERSLAG - BIJLAGE Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Gevangenis Mechelen 2012

over de organisatie van de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

Actieplan Centrale Gevangenis Leuven 2016 juni 2018

Actieplan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden PI Beveren

Voorwoord. Een jaarverslag is een bundeling van bijdragen van verschillende partners. Aan ieder een hartelijke dank voor hun bijdrage.

decreet Werk- en zorgtrajecten Goedgekeurd in plenaire zitting Vlaams parlement 23 april 2014

Hulp- en Dienstverlening. Gevangenis Dendermonde

Voorwoord. Beste lezer,

De organisatie van vorming, opleiding en arbeidstoeleiding als voorbereiding sociale re-integratie in Vlaamse gevangenissen

Actieplan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Strafinrichting Wortel

Voorwoord. Inge Vandeurzen Beleidsmedewerker Vlaamse overheid voor de gevangenis van Antwerpen 15 april 2011

Actieplan hulp- en dienstverlening Hulpgevangenis Leuven juni 2018 december 2020

2 Evaluatie door de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden

Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden in de strafinrichting van Oudenaarde

Voorwoord. Beste lezer,

Aanbod hulp- en dienstverlening in de gevangenis van Beveren

nr. 793 van LORIN PARYS datum: 16 juli 2015 aan JO VANDEURZEN Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden - Strategisch plan

Beleidsvisie Sociaal Werk

Voorwoord. Isabel Ongenaert. Beleidsmedewerker Vlaamse overheid Gevangenis Ieper

Voorwoord. Een jaarverslag is een bundeling van bijdragen van verschillende partners. Aan ieder een hartelijke dank voor hun bijdrage.

Voorwoord. Gert Vanherk Beleidsmedewerker gevangenis Hasselt. jaarverslag 2010 hulp- en dienstverlening aan gedetineerden in de gevangenis van Hasselt

Hoofdstuk 7: algemene conclusie Bijlage: fiches... 49

Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest inzake de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

Integrale Jeugdhulpverlening: een nieuw plan in de maak

JAARVERSLAG 2010 Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Centrale gevangenis Leuven

HULP- EN DIENSTVERLENING AAN GEDETINEERDEN. Foto: Olivier Michiels. Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden in het Penitentiair Complex Brugge

Hulp- en dienstverlening van de Vlaamse gemeenschap in de gevangenis van Antwerpen

Missie De Rode Antraciet vzw

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Hulp- en dienstverlening van de Vlaamse gemeenschap in de gevangenis van Antwerpen

Jaarverslag 2010 Hulp en dienstverlening aan gedetineerden PSC Hoogstraten

Voorwoord. Een jaarverslag is een bundeling van bijdragen van verschillende partners. Aan ieder een hartelijke dank voor hun bijdrage.

over het Besluit van de Vlaamse Regering ter uitvoering van het decreet algemeen welzijnswerk

Het proces van gedetineerde tot (maat) werk

(Net)werking van een PAAZ

Voor meer info: Hilde Rekkers

Actieplan Brusselse gevangenissen juli juli Contextschets

5 jaar CGG Eclips binnen de gevangenismuren Een evaluatie

VERENIGING WAAR ARMEN HET WOORD NEMEN

Actieplan Gevangenis Dendermonde 15/01/2016

DRAAIBOEK SAMENWERKING TUSSEN WERKWINKEL EN AMBULANTE ZORGSETTING

Combinatiefunctie Wijkwerk-coach (Wijkwerken Zuid-West-Vlaanderen) & Trajectbegeleider Anzegem/Deerlijk Functiebeschrijving en competentieprofiel

DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID

Prison Cloud. onlinehulp in een gesloten instelling. Congres onlinehulp voor welzijn en gezondheid 28 maart Philippe Bocklandt Dana Mariën

Functiebeschrijving: Projectportfoliobeheerder

Brusselse gevangenissen

Vacature CAW Centraal-West-Vlaanderen BELEIDSMEDEWERKER & KWALITEITSCOÖRDINATOR

Mechelen PrOS-project

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

JAARRAPPORT 2009 AANBOD HULP- EN DIENSTVERLENING AAN GEDETINEERDEN EN HUN SOCIALE OMGEVING

Budget 2015 OCMW BEVEREN

Duurzaam samenwerken in een buurtgericht netwerk voor kinderen en gezinnen

JAARVERSLAG 2010 Hulp- en Dienstverlening aan Gedetineerden Brusselse gevangenissen

Checklist afsprakenkader en actieplan Brede School in Brussel

Kwaliteitsvolle vraagverduidelijking

Jaarverslag hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

Decreet betreffende de organisatie en ondersteuning van het geestelijk gezondheidsaanbod

De doelstellingen van directie en personeel worden expliciet omschreven in een beleidsplan en worden jaarlijks beoordeeld door de directie.

Lokale bestrijding. kinderarmoede. Groeiactieplan. kinderarmoede

Fokus op Emancipatie

Het Centraal AanmeldPunt voor druggebruikers in de gevangenis

Orthopsychiatrie en ambulante forensische kinderen jeugdpsychiatrie. Kinderen en Jeugdigen. Informatie voor ouders/verzorgers

NAAR EEN INTEGRALE AANPAK IN SINT-PIETERS-LEEUW Inspiratiedagen AG I&I VVSG Gent 5/9/2016 Leuven 26/9/2016

Naam van de schoolexterne interventie: ipot Groep INTRO Brussel

Internering. Analyse dossiers vanuit brugfunctie justitie zorgsector

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

Teamcoördinator Regioteam Mortsel

Bibliotheekvoorzieningen in verzorgingsinstellingen. Rode Kruis Vlaanderen dienst Ziekenhuisbibliotheken

Eén gezin één plan. Meer capaciteit en samenwerking in de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp

Vacature coördinator Rungproject

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

Basiseducatie en het Strategisch Plan Geletterdheid. An Bistmans 29 november 2010

Wat is het CAW? Iedereen heeft het wel eens moeilijk. Ook voor jongeren. Het CAW versterkt welzijn. Daarvoor is het CAW er

Doelstelling BOV Meer bewegen op maat van de deelnemer Bewegen als continuüm Gezondheidswinst op fysiek, mentaal en sociaal vlak

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

VR DOC.1168/1BIS

Inzetten op welzijn in Halle- Vilvoorde

Strafinrichting Oudenaarde. Actieplan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

Algemeen Welzijnswerk

Hulp- en Dienstverlening. Gevangenis Dendermonde

JAARVERSLAG Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden (Penitentiair Complex Brugge) 2012

Al gehoord van de 107? Mieke Craeymeersch, directeur Similes

Naar een organisatie van de Preventieve Gezinsondersteuning in Gent krijtlijnen voor de realisatie van de Huizen van het Kind

VLAAMS MINISTERIE VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN

Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden

Introductie: gebruik van het CIPO beoordelingskader

Naam van de schoolexterne interventie: Arktos HERGO

DIVERSITEIT VERBINDINGEN PARTICIPATIE. Kijkwijzer Brede School in Brussel 1

Transcriptie:

JAARVERSLAG Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden Hulpgevangenis Leuven 2012

Voorwoord In dit jaarverslag blikken we terug op het afgelopen jaar en geven we een overzicht weer van het aanbod van de hulp- en dienstverlening in de Hupgevangenis van Leuven. Omdat er lang geen beleidsmedewerker geweest is, is dit het tweede jaarverslag (na 2009) voor deze gevangenis. Dit maakt dat er geen vergelijking mogelijk is met de voorbije jaren. We kijken in dit jaarverslag naar de uitgebouwde samenwerkingsstructuren en de achterliggende ontwikkelingsprocessen om deze hulp- en dienstverlening tot stand te brengen. We vermelden per hoofdstuk de conclusies en formuleren uitdagingen naar de toekomst. Mijn dank gaat uit naar de diverse partners die de hulp- en dienstverlening in de Hulpgevangenis van Leuven het afgelopen jaar verder hielpen uitbouwen en mee hun steentje bijdroegen aan het jaarverslag. Ook dank aan de directie en het penitentiair personeel om de uitbouw van de hulpen dienstverlening mee mogelijk te maken en te ondersteunen. Graag wil ik de lezer van dit jaarrapport uitnodigen om contact met mij op te nemen, indien het lezen ervan vragen, bedenkingen of suggesties oproept. Céline Claessens Beleidsmedewerker a.i. Vlaamse overheid voor de Hulpgevangenis van Leuven

3 Inhoudstafel Voorwoord 2 Inhoudstafel..3 Lijst met afkortingen 5 Inleiding.6 Hoofdstuk 1: Situering van de gevangenis 7 1.1 Historiek van de inrichting...7 1.2 Infrastructuur..7 1.3 Bevolking.8 Hoofdstuk 2: Samenwerkingsmodellen en organisatievormen voor de uitbouw van een kwalitatief aanbod (strategie 3)..9 2.1 PMD-werking.9 2.2 Actoren betrokken bij de hulp- en dienstverlening..12 Beleidsmedewerker..12 Organisatieondersteuner.12 Trajectbegeleiders 13 Onderwijscoördinator 14 Sportfunctionaris 15 Sociaal-cultureel werker 16 Detentieconsulent VDAB..16 Penitentiaire bewakingsassistenten verantwoordelijk voor de bibliotheekwerking en de coördinatie van de fitness.16 2.3 Conclusies en toekomstperspectieven 16 Hoofdstuk 3: uitbouw van een kwalitatief aanbod (strategie 1)...18 3.1 Welzijn..19 3.2 Gezondheid..20 3.3 Onderwijs. 22 3.4 Tewerkstelling.. 24 3.5 Sport. 24 3.6 Cultuur.. 25 3.7 Bibliotheek.. 28 3.8 Herstel. 29 3.9 Conclusies en toekomstperspectieven Hoofdstuk 4: profilering van het hulp- en dienstverleningsaanbod (strategie 2)...31 Conclusies en toekomstperspectieven..31 Hoofdstuk 5: verkrijgen vergroten van het draagvlak (strategie 4)...33 5.1 Bekendmaking van het strategisch plan hulp- en dienstverlening aan het bewakend personeel.33 5.2 Profilering van de hulp- en dienstverlening binnen het bredere netwerk 33 5.3 Activiteiten naar de bredere samenleving 33 5.4 Conclusies en toekomstperspectieven.34 Hoofdstuk 6: een HRM- en Organisatieontwikkelingsbeleid (strategie 5)..34 6.1 Ondersteuning op niveau van de gevangenis 35

4 6.2 Ondersteuning op niveau van de diversie organisaties 36 6.3 Conclusies en toekomstperspectieven 36 Hoofdstuk 7: algemene conclusie 37 Actiepunten - aandachtpunten 2013..38

5 Lijst met afkortingen AA BAL BM CAP CAW CGG DRA GPA JWW L4 OC OHL OO PA PBA PMD PSD RISE SAW SCW SIB SF TB VCA VDAB VLACC VLV VI VOC Anonieme Alcoholisten Bemiddelingsdienst Arrondissement Leuven Beleidsmedewerker Centraal Aanmeldingspunt (drugs) Centrum Algemeen Welzijnswerk Centrum Geestelijke Gezondheidszorg De Rode Antraciet Gezamenlijk Plan van Aanpak Justitieel Welzijnswerk Leven lang leren in Leuven Onderwijscoördinator Oud-Heverlee Leuven Organisatieondersteuner Penitentiair Assistent Penitentiair Bewakingsassistent Planningsteam Maatschappelijke Dienstverlening Psychosociale dienst Reintegration into society trough learning Steunpunt Algemeen Welzijnswerk Sociaal-Cultureel Werk Slachtoffer In Beeld Sportfunctionaris Trajectbegeleider Veiligheid Checklist Aannemers Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding Vlaamse Centrale Catalogus Voorlopige Invrijheidstelling Voorwaardelijke Invrijheidstelling Vlaams Onderwijscoördinatoren Overleg

6 Inleiding In 2002 ging in vijf gevangenissen in Vlaanderen de implementatie van het Vlaams strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden van start. Sinds 2008 is dit plan in werking in alle gevangenissen in Vlaanderen en Brussel. In 2009 heeft de Vlaamse Regering beslist om de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden in een decreet te verankeren. De voorbereidingen rond dit decreet startten in 2010 en werden gefinaliseerd in 2012. De missie en de strategische doelstellingen van het strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden zijn integraal behouden en worden hierbij decretaal verankerd. De missie van de Vlaamse gemeenschap staat centraal bij de uitvoering van dit plan: De Vlaamse gemeenschap waarborgt het recht van alle gedetineerden en hun directe sociale omgeving op een integrale en kwaliteitsvolle hulp- en dienstverlening zodat ook zij zich harmonisch en volwaardig kunnen ontplooien in de samenleving. Deze missie vertaalt zich in 5 strategische doelstellingen: - Uitbouwen van een kwalitatief aanbod - Profileren van het hulp- en dienstverleningsaanbod - Ontwikkelen en implementeren van samenwerkingsmodellen en organisatievormen - Verkrijgen en vergroten van het draagvlak bij de actoren van de Vlaamse gemeenschap, bij de stakeholder Justitie en bij de samenleving - Ontwikkelen en implementeren van een HRM- en Organisatieontwikkelingsbeleid De uitbouw van een kwaliteitsvolle hulp- en dienstverlening voor gedetineerden stoelt op een optimale samenwerking. Zowel op bovenlokaal niveau als in de lokale gevangenis zijn structuren uitgebouwd ter bevordering van de samenwerking tussen de verschillende Vlaamse partners en van de samenwerking met Justitie. Dit jaarverslag richt zich op de lokale ontwikkelingen op vlak van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden. Het rapport kwam tot stand i.s.m. de Vlaamse partners aanwezig in de gevangenis en werd gecoördineerd door de beleidsmedewerker. Ieder hoofdstuk stemt overeen met één van de 5 strategieën van het Vlaams strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden. Naast een omschrijving van de gerealiseerde initiatieven, wordt ook de samenwerking, wisselwerking en inspanningen van alle Vlaamse actoren om tot een kwaliteitsvolle hulp- en dienstverlening aan gedetineerden te komen uitgebreid toegelicht. Op basis van deze actuele situatie en de gemaakte reflecties worden tevens aandachtspunten geformuleerd naar de toekomst toe.

7 Hoofdstuk 1: Situering van de gevangenis 1.1 Historiek van de inrichting De aanbesteding van de Hulpgevangenis van Leuven had plaats in 1865. Ze werd gebouwd als een stergevangenis volgens de principes van E. Ducpétiaux, de eerste Inspecteurgeneraal van het Belgische gevangeniswezen. Volgens zijn overtuiging moest het verblijf in de gevangenis door een zeer strikte cellulaire afzondering en individuele morele begeleiding, bijdragen tot de morele verbetering van de delinquent. De gevangenis werd dan ook helemaal in functie van een individueel afzonderingsregime gebouwd. De naam Hulpgevangenis verwijst, volgens de toenmalige opvattingen, naar haar functie als arresthuis voor zowel mannen als vrouwen bij de correctionele rechtbank. (in tegenstelling tot de centrale gevangenis die een landelijke functie had als huis van uitvoering voor lange straffen) Door de groeiende wetenschappelijke belangstelling voor de oorzaak en de behandeling van afwijkend gedrag veranderde de penitentiaire praktijk in ruime mate. De penitentiair antropologische dienst ontstond en in een aantal gevangenissen werd een psychiatrische annex opgericht. In 1923 werd de psychiatrische annex van de Hulpgevangenis in gebruik genomen. De grote aandacht voor de psychiatrische patiënt is nu nog steeds een belangrijk beleidspunt in de Hulpgevangenis. Pas na de Tweede Wereldoorlog werd het strikt individueel regime een beetje herzien. De eerste (beperkte) ateliers voor arbeid in gemeenschap werden opgericht in de tweede helft van de jaren zeventig. Net als een gemeenschappelijke wandelplaats waarop gedetineerden vrijuit met elkaar konden praten. Vanaf 1966 werden er geen vrouwen meer opgesloten in de Hulpgevangenis. 1.2 Infrastructuur De Hulpgevangenis is een typische stergevangenis met drie vleugels. Twee ervan worden effectief gebruikt voor het opsluiten van gedetineerden. Omdat ze gebouwd is in functie van een strikt individueel regime zijn er nauwelijks faciliteiten voor gemeenschapsactiviteiten. De gevangenis situeert zich ook in het stadscentrum waardoor uitbreidingen nauwelijks mogelijk zijn. De infrastructuur die beschikbaar is voor het inrichten van activiteiten voor gedetineerden is beperkt. Dit heeft een grote invloed op de organisatie van de hulp- en dienstverlening in deze gevangenis. Een goede planning en afstemming zijn nodig om ervoor te zorgen dat de beperkte ruimte zo efficiënt mogelijk gebruikt wordt. Het probleem is het grootst met betrekking tot de individuele hulp- en dienstverlening. Trajectbegeleiders kunnen beschikken over een eigen gesprekslokaal. Eén gesprekslokaal voor de drie trajectbegeleiders is echter beperkt. De andere diensten, zijnde het OCMW, het CGG, de drughulpconsultatie en de VDAB-detentieconsulent, delen een lokaal. Duidelijke afspraken rond het lokaalgebruik zijn dan ook noodzakelijk. Dit maakt dat er weinig ruimte is om hier flexibel mee om te gaan. De gevangenis beschikt over een eigen bibliotheek met eigen leeszaalfunctie. De bibliotheek probeert een aangename sfeer te creëren door het ruimtegevoel, de lichtinval en het kleurengebruik. Deze aspecten bevorderen de toegankelijkheid en het verblijfscomfort in de bibliotheek.

8 In de Hulpgevangenis is één wandelkoer beschikbaar voor de gedetineerden. Gedurende het grootste deel van de dag wordt deze gebruikt voor de wandeling. Aangezien het de enige beschikbare buitenruimte is, dienen sportactiviteiten op deze wandelkoer te gebeuren. Dit zorgt voor een enorme beperking van de mogelijkheden. De Hulpgevangenis van Leuven beschikt over een oude directiewoning. Het is een woning die verbonden is met de gevangenis maar er toch volledig van gescheiden is. Ze werd ingericht als vergaderruimte. Aangezien ze over een aparte ingang beschikt, kan ze ook makkelijk gebruikt worden voor activiteiten met burgers. De oude inkom van de gevangenis, die niet meer als dusdanig gebruikt wordt, sluit aan op deze woning en wordt ook gebruikt voor activiteiten gericht op de samenleving. Het is een unieke manier om burgers in contact te brengen met de gevangenis zonder ze helemaal binnen te laten, waardoor de impact op het regime zo goed als nihil is. 1.3 Bevolking De Hulpgevangenis is in hoofdzaak een arresthuis waar gemiddeld tussen de 170 en de 200 gedetineerden verblijven. Het is de laatste jaren een tendens dat de dagpopulatie systematisch stijgt. Dit heeft een impact op de hulp- en dienstverlening. Kenmerkend voor de populatie is de grote roulatie. De populatie kan onderverdeeld worden in drie categorieën: beklaagden, veroordeelden en geïnterneerden. Ongeveer 20% van de populatie zijn geïnterneerd. Een deel ervan verblijft op de annex waar ze in gemeenschapsverband samenleven. Een deel verblijft op individuele cellen. Vanuit het zorgteam worden afzonderlijke activiteiten georganiseerd voor deze groep van gedetineerden. Zij hebben ook op andere momenten dan de veroordeelden en beklaagden wandeling. Sommige activiteiten staan wel open voor alle gedetineerden en ook geïnterneerden kunnen er zich op inschrijven. Ongeveer 40% van de gedetineerden is beklaagd en 40% is veroordeeld. Hoewel het aanvankelijk niet de bedoeling was dat gedetineerden lange straffen uitzitten in de Hulpgevangenis zien we dat een grote groep van de veroordeelden een straf heeft van meer dan drie jaar. Een beperkte analyse van de dagpopulatie 1 bevestigt dat het grootste deel van de gedetineerden uit de wijde omgeving van Leuven komt. De meeste zijn tussen 20 en 35 jaar oud. Gemiddeld verblijft het grootste deel van de gedetineerden tussen de één à drie maanden in de Hulpgevangenis. Hierbij leeft wel het aanvoelen dat deze groep steeds kleiner wordt en dat meer mensen langer in de Hulpgevangenis verblijven. Daartegenover staat dan een beperktere groep van gedetineerden die slechts op doortocht zijn. 1 De BM heeft samen met de directie van de gevangenis de dagpopulatie geturfd waaruit deze resultaten gekomen zijn.

9 Hoofdstuk 2: Samenwerkingsmodellen en organisatievormen voor de uitbouw van een kwalitatief aanbod (strategie 3) Om vanuit de Vlaamse Gemeenschap een kwalitatief hulp- en dienstverleningsaanbod te realiseren in de gevangenissen, is er nood aan het ontwikkelen en implementeren van samenwerkingsmodellen en organisatievormen. Hierbij is er aanhoudend aandacht voor de grootst mogelijke efficiëntie en effectiviteit van een integrale hulp- en dienstverlening. Er wordt tevens naar gestreefd de samenwerkings- en overlegstructuren zo transparant mogelijk te maken. 2.1 PMD-werking De organisatie van de hulp- en dienstverlening in een gevangenis is geen evidentie, enerzijds zijn er de beperkingen in infrastructuur en regime, anderzijds heeft de hulp- en dienstverlening een impact op het regime en de veiligheid. De gedetineerden maken meer bewegingen waardoor de veiligheid in het gedrang kan komen. Deze afstemming blijft een belangrijk aandachtspunt in 2013. De afstemming tussen de coördinatiefuncties (OO, SF, SCW, OC) en de beleidsmedewerker situeert zich normaalgezien binnen de PMD-structuur. Deze was echter in volle opbouw in 2012. Doordat er een lange tijd geen beleidsmedewerker geweest is, is de PMD-structuur blijven liggen. In afwachting van die structuur was er regelmatig overleg tussen de beleidsmedewerker en de diverse coördinatiefuncties. Overlegstructuren hulp- en dienstverlening Met betrekking tot de hulp- en dienstverlening bestonden reeds een aantal overlegmomenten. Voor de dagelijkse werking was er een werkgroep activiteiten en het Archipel.

10 De werkgroep activiteiten wordt omschreven als het overlegorgaan waarin de coördinatie van de hulp- en dienstverlening met betrekking tot de groepsactiviteiten gebeurt. De organisatieondersteuner organiseert en coördineert deze werkgroep. Hier wordt de planning opgemaakt en praktisch bekeken wie welke taken kan opnemen in de concrete organisatie van bepaalde activiteiten. De diverse coördinatiefuncties zijn hierin vertegenwoordigd alsook de TB. Daarnaast gebeurt tijdens deze werkgroep ook de afstemming met justitie. In de werkgroep activiteiten zetelt ook de directie, een penitentiair assistent, de PSD en iemand van het zorgteam. Op deze manier wordt onmiddellijk afgetoetst wat de mogelijkheden binnen het regime zijn. Signalen rond de praktische organisatie van de activiteiten komen hier samen en worden opgenomen. Deze werkgroep komt maandelijks samen. Er werden drie domeinspecifieke werkgroepen in het leven geroepen: een werkgroep sport, een werkgroep onderwijs en een werkgroep sociaal-cultureel werk. Elke maand heeft, aansluitend op de werkgroep activiteiten, een domein specifieke werkgroep plaats. Om de afstemming tussen de diverse domeinen te behouden, werd ervoor gekozen om dezelfde samenstelling te behouden als in de werkgroep activiteiten. In december 2012 hebben we de werkgroep activiteiten geëvalueerd. De verschillende partners gaven aan dat deze werkgroep niet werkte zoals men gehoopt had. Uit deze evaluatie zijn een aantal zaken naar boven gekomen. Men wil graag naar een jaarplanning toe werken, de signalen van de verschillende partners terug opnemen, een stand van zaken geven, evaluatie van de activiteiten doen, themagroepen organiseren, Met een aantal zaken zijn we al begonnen. We nemen de signalen die partners over de gevangenis/samenwerking geven terug op, we voegen elke maand een tweemaandelijkse activiteitenkalender aan het verslag toe, In 2013 gaan we verschillende extra werkgroepen oprichten die niet aansluiten op de werkgroep activiteiten, waaronder: sport, onderwijs en tewerkstelling. Dit doen we om in de kleine werkgroepen de voorstellen verder concreet uit te werken, om deze dan voor te kunnen stellen op de werkgroep activiteiten. Verdere afstemming en uitwerking van de evaluatie is nodig in 2013. Elke maand komen de BM-OO-OC-SF-SCW-vormingsagenten samen op het Archipel. De verschillende, gezamenlijke, voorstellen rond het aanbod worden hier concreet uitgewerkt om dan voor te stellen op de werkgroep activiteiten. De praktische organisatie en afstemming tussen de coördinatoren wordt hier ook besproken. Een goede afstemming tussen de organisatieondersteuner en de coördinatiefuncties is onontbeerlijk. Deze functies komen immers heel dicht op het terrein van de organisatieondersteuner die als de draaischijf van de praktijk valt te omschrijven en tegelijkertijd een inhoudelijke opdracht heeft. De afstemming tussen deze functies gebeurt momenteel op de werkvloer, op de werkgroep activiteiten en op het Archipel. Een duidelijke afstemming met de nodige flexibiliteit is noodzakelijk in de Hulpgevangenis. Veel van de coördinatiefuncties hebben slechts een deeltijdse opdracht in de Hulpgevangenis. Om een gedifferentieerd en continu aanbod te brengen is een goede samenwerking nodig. Een goede afbakening van de eigen opdracht waarmee flexibel omgegaan kan worden zodat er voor elkaar kan ingesprongen worden indien nodig, is aangewezen. Deze afstemming dient in de toekomst nog verder te gebeuren. Samenwerkingsovereenkomst In de samenwerking tussen het CAW Regio Leuven en de beleidsmedewerker is het Gezamenlijk plan van aanpak tussen deze twee actoren een belangrijk instrument. De geformuleerde acties hebben vooral betrekking op de verdere uitbouw van de sleutelfuncties binnen het strategisch plan. In het najaar van 2012 werd er een aanvullend gezamenlijk plan van aanpak opgemaakt voor 2013. Het bouwt verder op de doelstellingen die in het GPA 2010-2012 geformuleerd

11 werden. Volgende doelstellingen werden geformuleerd: de begeleidingstaak van trajectbegeleiding verder concretiseren, de prioriteiten binnen de opdracht van organisatieondersteuning vastleggen en verder uitwerken, het beter afstemmen van het hulpen dienstverleningsaanbod met betrekking tot het domein welzijn op het aanbod van de welzijnssector in Leuven. Bij deze laatste doelstelling ligt de focus op huisvesting en het betrekken van de diverse deelwerkingen van het CAW binnen het begeleidingsluik van trajectbegeleiding. Voor de opvolging van de doelstellingen binnen het GPA is er regelmatig overleg tussen het CAW Regio Leuven en de beleidsmedewerker. Voor een volledig overzicht kan u het gezamenlijk plan van aanpak opvragen bij het CAW of bij de beleidsmedewerker. Door de wekelijkse aanwezigheid van de beleidsmedewerker op het voorrapport was er een informatiedoorstroming mogelijk rond de hulp- en dienstverlening aan het hele directieteam. In de gevangenis zijn twee penitentiair bewakingsassistenten verantwoordelijk voor de bibliotheek en de fitness. Zij delen een bureau met de organisatieondersteuner. Afstemmingsoverleg In de praktijk loopt de samenwerking tussen de PSD en TB heel vlot. Om de samenwerking op te volgen en verder uit te werken is er twee keer per jaar een structureel overleg. De nood voor dit overleg is niet heel groot. De fysieke nabijheid van de bureaus van beide diensten is hierin zeker een pluspunt. Het CGG, de trajectbegeleiders, de PSD en het zorgteam zitten twee keer per jaar samen om het aanbod maximaal op elkaar af te stemmen. Om de drie maanden komen verschillende partners (Zorg, medische dienst, CAP, PSD, BM, ) samen in de stuurgroep drugs. We merken op dat er minder en minder partners naar de vergadering komen. Het is de vraag hoe iedereen gestimuleerd kan blijven om te blijven komen naar deze stuurgroep. Met de gedetineerde wordt verschillende trajecten uitgetekend: een hulp- en dienstverleningstraject, een detentietraject, een reclasseringstraject. Het is de bedoeling dat deze trajecten maximaal op elkaar afgestemd geraken. Aangezien de diensten vanuit de Vlaamse overheid op vrijwillige basis werken en gebonden zijn aan het beroepsgeheim kan deze afstemming slechts gebeuren als de cliënt hiervoor openstaat. In de mate van het mogelijke wordt overleg tussen diverse diensten ook georganiseerd in aanwezigheid van de cliënt. De trajectbegeleider tekent met de gedetineerde zijn hulp- en dienstverleningstraject uit. Diverse partners tekenen de deeltrajecten verder uit. Het gaat hier bijvoorbeeld om de onderwijscoördinator, de VDAB-detentieconsulent, de therapeut van het CGG, het Zorgteam, Om de trajecten op elkaar af te stemmen en dubbel werk te vermijden is er overleg tussen de individuele trajectbegeleider en de diverse aanbodverstrekkers waar gewenst en nodig. Dit overleg is niet gestructureerd maar wordt door elkeen als voldoende beschouwd. Uit deze ervaring kwam men tot de bemerking dat de dienstverlening aan geïnterneerden vanuit trajectbegeleiding en vanuit het Zorgteam elkaar vaak overlapten. Daar het voor trajectbegeleiders op dit moment onmogelijk is om aan elke gedetineerde een trajectbegeleiding te aan te bieden, werd ervoor gekozen om de inzet naar de geïnterneerden te beperkten tot een minimum. De TB sturen een standaardantwoord terug met de boodschap dat ze zich met hun vragen tot het zorgteam of de PSD moeten richten. Uitzonderingen zijn altijd mogelijk.

12 Om de afstemming tussen het hulp- en dienstverleningstraject en het reclasseringstraject en detentietraject te optimaliseren is er regelmatig overleg (niet structureel) tussen de PSD en de TB met toestemming van de cliënt. Het overleg wordt door beide partners als een meerwaarde ervaren. Tussen de PSD en de VDAB is er elke week een informeel overleg. De detentieconsulent van de VDAB gaat elke morgen en avond langs bij de PSD om, indien nodig, overleg te hebben over de cliënten. In 2013 gaan we een structureel overleg tussen de PSD-VDAB opbouwen. 2.2 Actoren betrokken bij de hulp- en dienstverlening Functie VTE Organisatie Standplaats Beleidsmedewerker 1 Vlaamse overheid dep. WVG Gevangenis Organisatieondersteuner 0.8 CAW Leuven Gevangenis Trajectbegeleider 2.5 CAW Leuven Gevangenis Sociaal-cultureel werker De Rode Antraciet Gevangenis Sportfunctionaris 0.25 De Rode Antraciet Gevangenis Onderwijscoördinator 0.5 L4 volwassenenonderwijs Gevangenis Vormingsagenten 2 Justitie Gevangenis Detentieconsultent 0.3 VDAB Leuven VDAB Leuven Beleidsmedewerker De beleidsmedewerker is een personeelslid van de Vlaamse overheid en is tewerk gesteld binnen de afdeling Welzijn en Samenleving van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. De beleidsmedewerker leidt samen met de gevangenisdirectie en de verantwoordelijken van de verschillende hulp- en dienstverleningsorganisatie het geheel aan hulp- en dienstverlening in goede banen. Hij/ zij coördineert de hulp- en dienstverleningsinitiatieven in de gevangenis en zorgt ervoor dat de verschillende actoren samenwerken en hun werking plannen, bijsturen en op elkaar afstemmen. De beleidsmedewerker vertegenwoordigt de Vlaamse overheid en de hulp- en dienstverleners bij de gevangenisdirectie en tracht in overleg het aanbod af te stemmen op de penitentiaire context en de noden van de doelgroep. De vervangende beleidsmedewerker is gestart in februari 2012. De eerste maanden gingen vooral om de kennismaking met de verschillende partners en afstemming van de noden van deze partners. Tegen eind 2012 heeft de beleidsmedewerker een aantal processen op gang kunnen brengen zoals de evaluatie van de werkgroep activiteiten. Meer hierover vindt u verder in dit jaarverslag. Organisatieondersteuner De organisatieondersteuner is een medewerker van de dienst Justitieel Welzijnswerk (JWW) binnen het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW). In samenwerking met de beleidsmedewerker zorgt de OO er ervoor dat de hulp- en dienstverleners hun werk goed kunnen doen. De organisatieondersteuner staat in voor de praktische organisatie van de hulp- en dienstverlening in de gevangenis zoals bekendmaking van activiteiten, het peilen naar verwachtingen van gedetineerden,. Daarnaast staat de OO er ook in voor het voorbereiden van nieuwe initiatieven in afstemming op de noden en behoeften van de doelgroep en het evalueren van het bestaande aanbod. De organisatieondersteuner maakt deel uit van de dienst justitieel welzijnswerk, deelwerking van het CAW. Voor de Hulpgevangenis Leuven is 0.8 VTE organisatieondersteuner actief.

13 Het hoofdaccent binnen deze functie lag in 2012 op 3 deelgebieden: - Aansturen van de werkgroep activiteiten in de gevangenis - Ondersteuning van externe aanbodverstrekkers - Afstemming met de beleidsmedewerker Voor een evenwichtige taakinvulling van de organisatieondersteuner is een dialoog met de beleidsmedewerker en de domeinspecialisten (onderwijscoördinator, sportfunctionaris, ) van belang. Het goede verloop van het geheel aan hulp- en dienstverlening is immers een gedeelde verantwoordelijkheid van alle betrokken actoren. De lokale taakinvulling van de beleidsmedewerker, de domeinspecialisten en de organisatieondersteuner beïnvloeden elkaar. Het vrijwaren van een evenwichtige taakinvulling van de organisatieondersteuner waarbij zowel inhoudelijke als praktisch-organisatorische opdrachten deel uitmaken van de jobinhoud werd dit jaar als een noodzaak ervaren. Ook de verdere afstemming met de penitentiarie bewakingsassistenten werd in 2012 als belangrijk ervaren. Actiepunten 2013 - Organiseren van welzijnsactiviteiten - Organiseren activiteiten binnen-buiten - Kwaliteit huidig aanbod verbeteren - Vast stramien uitwerken voor aanbodverstrekkers van buiten - Herstelactiviteiten plannen - Aandacht aanbod anderstaligen - Invoering van het GOS - Signalen meer integreren in het aanbod Trajectbegeleiders Ook de trajectbegeleiders zijn medewerkers van de dienst JWW binnen het CAW. Ze wijzen de gedetineerden de weg doorheen de waaier aan hulp- en dienstverlening tijdens en na de detentie en motiveren de gedetineerden om aan hun persoonlijke situatie te werken. Ze gaan na welke vragen, noden en behoeften de gedetineerden hebben. Ze informeren hen over het bestaande aanbod binnen de gevangenis, oriënteren hen en leiden hen naar het aanbod toe. Ze volgen het verloop van het hulp- en dienstverleningstraject en evalueren het. Bovendien kan de trajectbegeleider gedetineerden helpen bij het uitbouwen van hun reclassering. Bij dat alles werkt de trajectbegeleider nauw samen met de psychosociale dienst en met andere relevante diensten van de gevangenis. De inzet van de trajectbegeleiders in 2012 was gericht op de invoering van een nieuw onthaalsysteem en de samenwerking met andere diensten. Invoering nieuw systeem onthaal: Vanaf begin 2012 werd minstens om de twee weken en indien mogelijk elke week een dagdeel onthaal voorzien. Op dat moment werd bekeken wie recent een aanvraag voor een gesprek deed en aan het wachten was op dat gesprek. De langst wachtenden werden opgeroepen voor een gesprek met een trajectbegeleider. De module onthaal wordt in de visie van het Algemeen Welzijnswerk vormgegeven als directe hulp, vraagverduidelijking en eventueel toewijzing aan het achterliggend aanbod. In Leuven hulp beperken ze zich tot de directe hulp en vraagverduidelijking. Tijdens het onthaal wordt bekeken wat de noden zijn van de gedetineerde. Indien mogelijk wordt er diezelfde week nog een antwoord gegeven op de vragen. Als een langere begeleiding nodig is wordt op een teamvergadering eerst afgesproken wie de begeleiding kan opnemen en wat de doelstellingen zullen zijn. Gegeven de context, Leuven hulp is een arresthuis, is de tijdsinvestering in onthaal groter dan wanneer effectieve begeleidingen worden opgestart.

14 Samenwerking met andere diensten: Reeds verschillende jaren wordt de samenwerking met andere diensten in de gevangenis stelselmatig uitgebouwd. De TB s hebben een goed contact met de PSD, CGG, CAP, OCMW, VDAB (met psychiater hebben ze niet zoveel contact). Met hen worden goede werkafspraken gemaakt, vaak op casusniveau. Op die manier wordt dubbel werk zoveel mogelijk vermeden en wordt trajectbegeleiding concreet ingevuld. Zo werd ook afgesproken dat geïnterneerden die begeleid worden door het zorgteam in eerste instantie niet meer door trajectbegeleiders zullen worden gezien. Naar aanleiding van een aantal casussen werd ook tijd geïnvesteerd in het organiseren van overlegmomenten met alle hulpverleners die bij een cliënt betrokken zijn. Dat gebeurt meer en meer en zeker wanneer het gaat over herstel van contacten met het sociale netwerk. Dit kan louter en alleen de coördinatie van deze gesprekken inhouden waarin de cliënt dan zelf een stem krijgt en actief kan deelnemen. Evengoed kan de TB samen met de cliënt actief deelnemen, dit is afhankelijk van de sterkte van de cliënt en de situatie. Doorheen de geschiedenis zijn er afspraken gegroeid met de directie en de PSD over de voorbereiding, opvang en begeleiding van een gedetineerde tijdens een assisenproces. Met de vernieuwde opdrachten van onthaal en begeleiding vanuit het CAW is het zoeken naar een evenwicht qua tijdsinvestering. Belangrijk hierbij is dat TB dit op regelmatige basis evalueert met het oog op het afwegen van prioriteiten. Voor de relatie met familiebegeleiding: zie verder in het jaarverslag. In de overgangsperiode 2012-2013 wordt werk gemaakt van een herverdeling van de uren tussen de beide Leuvense gevangenissen. Daardoor groeit het team van Leuven Hulp beperkt aan, ten koste van het team van Leuven Centraal. Deze herverdeling leek noodzakelijk door de eigenheid van een arresthuis (snelle wissels van gedetineerden, veel praktische vragen) en door de voortdurende schommelingen van de capaciteit/overbevolking. We willen nog eens wijzen op het structureel tekort van 1VTE voor de Leuvense gevangenissen in vergelijking met de rest van Vlaanderen. In 2013 wordt in JWW Leuven de nadruk gelegd op de verdere verfijning van het onderscheid tussen onthaal en begeleidingen, op een goede doorstroom van informatie van trajectbegeleiding naar organisatie-ondersteuner en zal worden geïnvesteerd in de relatie met de nabije context/sociale netwerken. Daarnaast hopen we dat het nieuwe decreet hulp- en dienstverlening in Leuven hulp zal kunnen leiden tot een versterking van de overlegstructuren in de gevangenis. Onderwijscoördinator De onderwijscoördinator wordt vanuit L4 volwassenenonderwijs vzw ingezet in de Leuvense gevangenissen. Twee dagen per week is de OC aanwezig in de Hulpgevangenis, de andere twee dagen is zij aanwezig in Leuven Centraal en één dag op L4. De opdracht van L4-volwassenenonderwijs met betrekking tot onderwijs aan gedetineerden wordt in het decreet volwassenenonderwijs als volgt geformuleerd: de coördinatie en de ondersteuning van de centra bij de uitwerking van een onderwijs- en vormingsbeleid voor gedetineerden, de organisatie van het detecteren van de onderwijs- en vormingsbehoeften van gedetineerden en de begeleiding van het onderwijstraject van gedetineerden. Meer specifiek heeft L4-volwassenenonderwijs drie grote opdrachten. Een eerste opdracht is het detecteren van opleidingsbehoeften bij de gedetineerden. Op basis hiervan dient er een behoeftedekkend onderwijsaanbod in de gevangenis georganiseerd te worden, wat de tweede grote opdracht is. Dit vergt veel coördinatie en afstemming. Een laatste opdracht betreft de uitbouw van een systeem van leertrajectbegeleiding voor gedetineerden.

15 De individuele leertrajecten staan in de Hulpgevangenis minder centraal. Gedetineerden verblijven hier gemiddeld niet zo lang en zijn vaak met andere dingen bezig dan met onderwijstrajecten. Wel wordt er voldoende informatie bezorgd aan de trajectbegeleiders zodat zij hun cliënten al deels op weg kunnen zetten. Indien het aangewezen is, wordt er dan contact opgenomen met de onderwijscoördinator voor meer specifieke informatie. Eind 2012 werd er een selectieprocedure opgestart voor een educatief consulent voor Leuven Centraal. Na overleg met de directie van de Hulpgevangenis is er besloten dat er ook beroep gedaan mag worden op de educatief consulent als het gaat om gedetineerden met een onderbroken schooltraject. Sportfunctionaris Parallel aan de werking van sportdiensten verbonden aan steden en gemeenten, streeft de sportfunctionaris van De Rode Antraciet ernaar om, in samenwerking met anderen, zoveel mogelijk gedetineerden in de gevangenis aan te zetten om gezond te bewegen of te sporten in kwaliteitsvolle omstandigheden. Het voeren van een algemeen sportbeleid in de gevangenis is een ander belangrijk aspect. Hierbij hoort ook het materieel en financieel beleid met betrekking tot sport. In samenwerking met diverse interne (bewakingsassistenten, sportmonitoren, ) en externe partners staat de sportfunctionaris in voor de uitbouw van een continu, duurzaam en kwaliteitsvol sportaanbod. De SF zet samenwerkingsverbanden op met externe sportorganisaties, biedt ondersteuning aan medewerkers, werkt vernieuwde sportinitiatieven uit die inspelen op de behoeften van de gedetineerden, staat mee in voor het goede verloop van bijvoorbeeld sporttornooien en geeft advies bij de (her)inrichting van de sportinfrastructuur. De sportfunctionaris wordt vanuit de Rode Antraciet voor 50% tewerkgesteld voor de twee Leuvense gevangenissen. In de Hulpgevangenis van Leuven zijn ook twee penitentiair bewakingsassistenten verantwoordelijk voor de praktische organisatie van de sport. Gezien de beperkte aanwezigheid van de sportfunctionaris in de Hulpgevangenis is de afstemming met de organisatieondersteuner en de twee penitentiaire bewakingsassistenten zeer belangrijk. Daar waar de sportfunctionaris verantwoordelijk blijft voor de opvolging en het overzicht van de sportactiviteiten zorgen de organisatieondersteuner en de penitentiaire bewakingsassistenten voor de praktische organisatie. Er zijn ook twee lesgeefster in dienst voor de Fitball, Total Body Impact en de buitensporten. Er is sinds enkele jaren een sterke samenwerking met de stad Leuven. Deze samenwerking is veelzijdig: het delen van expertise, materiaal en inzet van financiële middelen. Daarnaast zorgt de stad Leuven ook voor het ontsluiten van haar netwerk, bv. bij de invulling en verspreiding van de sportkalender voor de zomer, waardoor volleybal en voetbalploegen van buiten de muren naar de gevangenis komen. Leuven onderzoekt, samen met De Rode Antraciet, de piste om in 2013 de Eindejaarscorrida (loopwedstrijd) ook in de Leuvense gevangenissen te laten doorgaan. Sociaal-cultureel werker De sociaal-cultureel werker van De Rode Antraciet begeleidt binnen de gevangenis de ontwikkeling van een evenwichtig en gediversifieerd sociaal cultureel aanbod. Binnen deze sociaal-culturele werking gaat speciale aandacht naar cursuswerk, sociaal-artistieke projecten, bibliotheekwerking, enzovoort. De sociaal-cultureel werker schept de voorwaarden, initieert, begeleidt, organiseert en/of ondersteunt sociaal-culturele initiatieven. Op deze manier creëert de SCW er de ruimte, binnen de penitentiaire context waarbinnen gedetineerden kunnen werken aan zelfontplooiing en zelfontwikkeling.

16 Een aantal taken staat hierbij centraal: het creëren van een draagvlak, het organiseren van overleg, de toeleiding naar het aanbod en het zorgen voor een gevarieerd aanbod in de gevangenis. Verder worden er door de sociaal-cultureel werker sociaal culturele of sociaal artistieke projecten opgezet. De SCW er wordt projectmatig ingezet naar geland de vraag van de gevangenis. Detentieconsulent VDAB De detentieconsulent van de VDAB biedt in de gevangenis dezelfde dienstverlening aan als buiten de gevangenis. Het gaat vooral over het geven van informatie en het voorbereiden van en het helpen bij het zoeken naar werk. Meer informatie kan je verder in het jaarverslag vinden. Penitentiaire bewakingsassistenten verantwoordelijk voor de bibliotheekwerking en de coördinatie van de fitness Vanuit de Hulpgevangenis van Leuven worden twee penitentiair bewakingsassistenten vrijgesteld voor de ondersteuning van de bibliotheek en de fitness. In hoofdzaak bestaat hun taak in het organiseren van deze activiteiten. Met betrekking tot de bibliotheek oefenen zij niet enkel een bewakingsfunctie uit maar ook de functie van bibliothecaris. Dit wil zeggen dat ze de collectie onderhouden, aankopen en afvoeren en ook leesbevordering activiteiten opzetten. In dit alles worden zij ondersteund door de bibliotheekmedewerkers van Tweebronnen stadsbibliotheek Leuven. In eerste instantie is de afstemming met de organisatieondersteuner belangrijk. Deze personen delen ook een bureau. Daarnaast is er ook een afstemming met de sportfunctionaris, de onderwijscoördinator, de sociaal-cultureel werker en de bibliotheekmedewerker van Tweebronnen. Deze PBA s sluiten ook aan op de werkgroep activiteiten en de diverse domeinwerkgroepen. Voor de praktische organisatie van de fitness en de bibliotheek kunnen zij rekenen op respectievelijk een sportmonitor en twee bibliotheekmedewerkers. Dit zijn allen gedetineerden. Het feit dat de gedetineerden over het algemeen niet lang in de Hulpgevangenis verblijven, maakt dat continuïteit hier moeilijk is. 2.3 Conclusies en toekomstperspectieven We hebben eind 2012 een evaluatie van de werkgroep activiteiten gedaan. Het signaal kwam er van verschillende partners dat deze werkgroep niet werkte zoals men gehoopt had. Uit deze evaluatie hebben we een aantal zaken al overgenomen. We nemen de signalen terug op, we voegen elke maand een tweemaandelijkse activiteitenkalender toe. In 2013 gaan we verschillende extra werkgroepen oprichten waaronder: sport, onderwijs en tewerkstelling. In de kleine werkgroepen gaan we de voorstellen concreet uit werken om deze dan voor te kunnen stellen op de werkgroep activiteiten. In 2012 is het Archipel met de verschillende coördinatiefuncties terug samen gekomen. We blijven dit elke maand verder zetten. Hier werken we concrete voorstellen uit (meer de domein overkoepelende) en brengen we die op de werkgroep activiteiten. Er zal in 2013 een structureel overleg plaatsvinden tussen de PSD en de VDAB. Dit omdat we merken dat de andere structurele overlegmomenten tussen de PSD en de TB en deze tussen het CGG en de andere hulpverleners een meerwaarde bieden aan de samenwerking tussen de verschillende partners.

17 De lokale partners zijn ingewerkt en er wordt verder gezocht naar nog betere afstemmingen tussen de verschillende partners onderling. In 2013 zouden we starten met verschillende werkgroepen. Meer informatie hierover in de volgende hoofdstukken. We kunnen nu rekenen op twee penitentiaire bewakingsassistenten die ons bijstaan in de bibliotheek en de fitness. Daarenboven doen zij ook de registratie van de aanwezigheden in een zelfontworpen registratiesysteem en begeleiden ze de leerkrachten. Dit ervaren wij als een enorme meerwaarde en wij hopen dat wij in 2013 nog beroep op hen mogen blijven doen.

18 Hoofdstuk 3: uitbouw van een kwalitatief aanbod (strategie 1) Binnen dit derde hoofdstuk wordt per gevangenis een omschrijving gegeven van de uitbouw van een kwalitatief hulp- en dienstverleningsaanbod. Dit aanbod wordt getoetst aan de volgende kwaliteitscriteria: toegankelijk, kwaliteitsvol, continu (voor, tijdens en na detentie), laagdrempelig en op maat van de gedetineerde. Per beleidsdomein worden de belangrijkste realisaties van het afgelopen werkjaar benoemd en de structurele werkpunten en aanbevelingen omschreven.

19 3.1 Welzijn Een maatschappelijk werkster van het Team Schuldhulpverlening van het OCMW van Leuven houdt een halve dag per week een zitdag in de Hulpgevangenis van Leuven. In 2011 lag de nadruk vooral op het schrijven van brieven naar de schuldeisers met de vraag tot uitstel van betaling. We zien in 2012 een verschuiving: de nadruk lag meer op het effectief afbetalen van de schulden. Het gaat hier dan vooral om het afbetalen van gerechtskosten en de burgerlijke partij. We willen hier in 2013 nog meer de nadruk op leggen. Het aanbod aan naastbestaanden van gedetineerden in de twee Leuvense gevangenissen wordt opgenomen door één voltijdse familiebegeleidster. De familiebegeleidster valt onder het CAW Leuven. Zij verzorgt vooral individuele onthaal- en begeleidgingsgesprekken met naastbestaanden die hier zelf vraag naar hebben of die door een andere dienst of door de gedetineerde zelf worden doorverwezen. Deze gesprekken met naastbestaanden gebeuren zowel telefonisch, als op het CAW zelf, op huisbezoek (binnen het juridische arrondissement) als in de gevangenis. In 2012 lag er extra nadruk op de afstemming met de rest van het team (een goede manier van overleggen met de trajectbegeleiders en organisatie-ondersteuners), betrokkenheid op de activiteiten die in beide gevangenissen doorgaan voor de naastbestaanden (bvb Valentijn, Pasen, Moederdag,...) en is er extra geïnvesteerd in bekendmaking in de gevangenissen zelf. Zo is de familiebegeleidster zich verschillende malen (op verschillende momenten) gaan voorstellen in de wachtzalen en in de bezoekzalen en is er extra aandacht besteed aan opvallende affiches en foldertjes over het aanbod van familiebegeleiding. Over het algemeen kwam hier positieve respons op, zowel van de naastbestaanden als van het personeel van de gevangenissen. Daarnaast heeft de familiebegeleidster twee assisenprocessen vrij intensief gevolgd, op vraag van de familie, die hier graag ondersteuning bij wensten. In 2012 waren er 51 aanmeldingen, verspreid over de twee gevangenissen, waarvan er nog 14 doorlopen in 2013. Dit kan zowel gaan over lange onthalen, als over begeleidingen. De belangrijkste doelstelling voor 2013 is het uitbouwen van sociale netwerken. Hiervoor zal er sneller en mogelijks intensiever worden samengewerkt tussen de Trajectbegeleiders en de familiebegeleidster. De algemene taken en aandachtspunten van 2012 blijven evenwel behouden in 2013. Feestdagen zijn voor gedetineerden vaak moeilijkere momenten. Het zijn dagen die traditioneel doorgebracht worden met de familie. Daarom wordt geprobeerd om in de Hulpgevangenis naar aanleiding van feestdagen zo veel mogelijk een aanbod te organiseren die de band met de familie op deze dagen tracht te behouden of te versterken. Hierbij wordt ook rekening gehouden met feestdagen van diverse religies. De gedetineerden die hier aan deelnemen ervaren dit als een meerwaarde. Meestal wordt er naar aanleiding van een feestdag een speciaal bezoek georganiseerd waarbij de gedetineerden en hun familie op een andere manier samen kunnen zijn. Veelal wordt er eten voorzien. Het samen kunnen eten met partner en/of familie wordt door de deelnemers als zeer positief ervaren. Jaarlijks terugkerende activiteiten in dit kader zijn Valentijn, Suikerfeest of Offerfeest en Kerstmis. Met Sinterklaas komt de Sint op bezoek tijdens het kinderbezoek. Tijdens de kerst- en de paasperiode wordt de bezoekzaal ook feestelijk versierd. Dit gebeurt steeds door gedetineerden samen met vrijwilligers. In 2013 zal het aanbod er wat gelijkaardig uitzien. Op vraag van gedetineerden zal Moederdag gevierd worden in de Hulpgevangenis van Leuven. Gedetineerden kunnen dan hun eigen moeder in de bloemetjes zetten.

20 Het onderhouden van de relatie met je kind is geen evidentie vanuit de gevangenis. Het gewone bezoek is ook helemaal niet afgestemd op kinderen. Om de omgang tussen vader en kind zoveel mogelijk te normaliseren wordt er om de veertien dagen een speciaal kinderbezoek ingericht op zondagnamiddag. Tijdens dit bezoek zorgt Crefi voor een kindvriendelijk aanbod. Dit kan bijvoorbeeld gaan om knutselen. Elk kinderbezoek komen er ongeveer een tiental gedetineerden met hun kinderen. Zij ervaren het als een meerwaarde dat ze tijd kunnen doorbrengen met hun kinderen. Tijdens het kinderbezoek is de organisatie Kip met kop vzw zinloos geweld, het toneelstuk De Neus komen opvoeren. Dit was speciaal bedoeld voor kinderen tussen de 4-8 jaar oud. Het was een zeer interessant toneelstuk. Er hebben zich een zestal gedetineerden met hun kinderen voor ingeschreven. Ze vonden het een leuk stuk en waren allen aandachtig aan het luisteren, alleen het laatste kwartier verloren de kinderen hun aandacht. Artforum is tijdens het kinderbezoek komen voorlezen voor de kinderen en hun papa s. Het verhaal ging over Anton die kan toveren. Omdat zijn grote hoed regelmatig naar beneden valt denkt Anton dat hij dingen/mensen kan wegtoveren. De kinderen kregen een groot boek met alleen prenten in waardoor ze het verhaal mee konden volgen. Na het voorlezen hebben de animatoren van Crefi samen met de kinderen een toverhoed geknutseld. 3.2 Gezondheid De Zorgequipe van de Hulpgevangenis werd opgestart begin 2007. Zij maakt deel uit van Penitentiaire Gezondheidsdienst, en heeft als belangrijkste opdracht het verbeteren van de kwaliteit van het zorgaanbod in de gevangenis voor geïnterneerden en gedetineerden met psychische of psychiatrische problemen. Het voornaamste doel hierbij is de overgang naar de volgende stap in de behandelingsfase (forensische of reguliere psychiatrie, of ambulante behandeling) te vergemakkelijken. Tot de doelgroep horen vnl. geïnterneerden, maar ook beklaagden en veroordeelden kunnen beroep doen op het zorgaanbod. Gemiddeld worden een 50-tal personen bereikt. De consultaties van de psychiater m.b.t. het verstrekken van psychofarmaca staan open voor heel de gevangenispopulatie De basis van het therapeutisch aanbod ligt in de uitwerking van een specifiek regime, het zgn. annexregime, op de twee zorgafdelingen binnen de gevangenis. De zorgafdelingen bestaan uit, enerzijds een geïndividualiseerd cellulair regime met enkele en duo-cellen op de 1e sectie en anderzijds een gemeenschapsregime met zeven duocellen op de psychiatrische annex, een leefeenheid waar de nadruk ligt op een gestructureerde dagbesteding in gemeenschap. Voor beide zorgafdelingen bestaat er o.m. een aparte annexwandeling, een begeleiding-op-maat op vlak van zelfzorg en hygiëne, en een aantal therapeutische groepsactiviteiten. Vanuit de Zorgequipe worden groepsactiviteiten aangeboden die openstaan voor de geïnterneerden en gedetineerden van beide zorgafdelingen, en in bepaalde gevallen ook voor geïnterneerden van het gewone regime. Het aanbod bestaat uit: - fitness - crea-atelier - themawerking - muziekactiviteit - bewegingstherapie: individuele en groepssessies - kookactiviteit (enkel op annex) - weekafsluiting (enkel op annex) - wekelijks ontbijtmoment (enkel op annex) - jaarlijks kerstfeest Daarnaast is er ook een aanbod van individuele begeleiding. Men kan bij de psychiater en/of de psycholoog terecht voor individuele gesprekstherapie. De psychiater is bovendien

21 verantwoordelijk voor de medicamenteuze behandeling; hij wordt tijdens de consultaties bijgestaan door een psychiatrisch verpleegkundige. Verder kan men, op indicatie, terecht bij de bewegingstherapeut voor individuele bewegingstherapie of sportactiviteit. Ook de begeleiding bij hygiëne en poetsen gebeurt vnl. op individuele basis. Tenslotte voorzien de Zorgequipe in de gepaste begeleiding bij het doorlopen van intakeprocedures voor psychiatrie of andere externe voorzieningen, en bij de overbrenging naar de psychiatrische instelling. In april 2009 is het Centrum Geestelijke Gezondheidszorg van Leuven gestart met een individueel therapeutisch aanbod binnen het kader van het Strategisch Plan. Het betreft een tweedelijnsaanbod dat zoveel mogelijk gelijkenissen vertoont met het reguliere aanbod van het CGG. De gesprekken kunnen dan ook niet als voorwaarde opgelegd of voorgesteld worden in het kader van een juridische maatregel. Aanvankelijk werd gestart met één therapeut die gedurende een halve dag consultaties deed. Dit werd al snel uitgebreid. Momenteel zijn er drie therapeuten werkzaam die in totaal twee volle dagen consultatie houden in de Hulpgevangenis. De gedetineerde maakt zijn vraag kenbaar aan de trajectbegeleider of aan een medewerker van de psychosociale dienst van de gevangenis. Deze maakt de vraag over aan de CGGtherapeut. De therapeut nodigt vervolgens de gedetineerde uit voor een verkennend gesprek. Tijdens dit gesprek wordt er stilgestaan bij de vragen en/of psychische moeilijkheden. Elke Nederlandstalige persoon die psychische moeilijkheden ondervindt en daarover wil praten, komt in aanmerking voor de therapie. Problemen die aan bod komen, zijn: relationele moeilijkheden, zich depressief voelen, verlies van vrienden en familie, problemen met alcohol en drugs, gespannen zijn, snel boos worden, vragen bij seksualiteitsbeleving, vragen bij wat er mis gelopen is en hoe het zover is kunnen komen. Het kader waarbinnen de gesprekken plaatsvinden is vergelijkbaar met dit van de reguliere hulpverlening: men spreekt vanuit de vrijwilligheid, de hulpverlener is gebonden aan het beroepsgeheim en de cliënt bepaalt waarover hij al dan niet wil spreken. Overleg met andere diensten is mogelijk als de cliënt hiermee instemt. Het feit dat enkel Nederlandstalige gedetineerden in aanmerking komen voor het aanbod is een probleem. In de Hulpgevangenis van Leuven verblijven veel anderstaligen die op deze manier in de kou blijven staan. Het aanbieden van een therapie in een andere taal is echter geen evidentie. De regelmaat van de gesprekken wordt in overleg tussen de therapeut en de cliënt vastgelegd. Voor gedetineerden die slechts korte tijd in de Hulpgevangenis verblijven wordt getracht om wekelijks een gesprek aan te bieden. Op die manier kan kort op de bal gespeeld worden. Op vraag van cliënten kan er voor een overdracht gezorgd worden naar het CGG buiten als ze vrij gaan. Gedetineerden die de voorwaarde van begeleiding opgelegd krijgen wanneer ze vrij gaan, dienen eerst een intake te doen bij het forensisch team van het CGG. Vanuit de keuze het werk binnen het kader van het Strategisch Plan gescheiden te houden van de voorwaardelijke hulpverlening, gebeurt de intake door een andere collega dan deze die de therapeutische begeleiding opneemt binnen de gevangenismuren. Zorgen voor continuïteit van de therapie is soms moeilijk door de beperkte infrastructurele mogelijkheden. Indien één van de therapeuten niet aanwezig kan zijn op zijn/haar vaste dag, is het praktisch onmogelijk om de gesprekken op een andere dag te plannen, met soms een groot tijdsinterval tussen gesprekken als gevolg. Cliënten zijn vaak op zoek naar houvast, stabiliteit, zekerheid en voorspelbaarheid. Binnen de therapie tracht men enerzijds een veilig kader aan te bieden waarbinnen dit mogelijk is en anderzijds wil men de continuïteit blijven garanderen omdat dit op zichzelf ook houvast en zekerheid biedt. Dit laatste is praktisch moeilijk realiseerbaar. In totaal waren er in 2012 22 aanmeldingen waaruit er 15 begeleidingen ontstonden.