Sociale samenhang op grond van gedeelde normen en waarden



Vergelijkbare documenten
Inhoud. Deel 1 Politiek liberalisme, neutraliteit en de scheiding tussen kerk en staat

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

Eindexamen filosofie vwo I

Charter van de Vlaamse Interlevensbeschouwelijke Dialoog

Beginselen van de politieke partijen die in 2006 in de Tweede Kamer vertegenwoordigd waren

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU

Religie, christendom en politiek vanuit filosofisch perspectief

dat organisaties als Sharia4Belgium en steekpartijen in metrostations die vooroordelen in de hand werken.

Aantekening Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: Waarden en normen

Liefde. De sociale leer van de Kerk

Beleidsplan VDGH "Ploegen, zaaien en oogsten "

Actief burgerschap en sociale integratie op de Schakel 1 november 2015

CHRISTENEN IN DE SAMENLEVING

Actief burgerschap en sociale integratie op de Schakel Mei 2014.

12 RICHTLIJNEN VOOR INTERRELIGIEUZE DIALOOG OP LOKAAL NIVEAU

COMPENDIUM VAN DE SOCIALE LEER VAN DE KERK

Beginselverklaring van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie, 1980

PROCESDOEL 3 HUMANISEREN VAN HET SAMENLEVEN MET ANDEREN

Luc Van den Brande Laten we samen aan Europa bouwen

Preek De vrouw die Jezus beslissing veranderde. Lieve gemeente,

Bijzonder procesdoel 3: ontdekken van mensenrechten

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Brussel, SG-Greffe(2008)D/

filosofie havo 2016-I

INLEIDING. De Europese Alliantie voor de Vrijheid verdedigt de volgende belangrijke veranderingen:

Majesteit, Koninklijke Hoogheid, excellenties, dames en heren,

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Voorstel van resolutie. betreffende de invoering van een nieuw onderwijsvak rond burgerschap, filosofie en levensbeschouwing

Inspiratie voor mensenrechteneducatie. Going Glocal lezingenserie Prof. B.M. Oomen 25 April 2012

Geloven in Jezus Christus

De Verlichting. De Verlichting

Alle religies zijn hetzelfde? Evangelisatiegesprekken voeren met pluralisten

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie

Maandblad van het Religieus Genootschap der Vrienden (Quakers) 85e jaargang nr. 7 Juli/Augustus 2014

leren omgaan met Diversiteit In je gemeente

Identiteit in woorden Stichting St. Josephscholen Nijmegen

GRONDWET EN GELIJKHEID

BEGINSELVERKLARING. Vastgesteld door de 125 e algemene vergadering op 15 november 2008 te Rotterdam

Pinksteren oogst van de vruchten. Bij Exodus 20 : Handelingen 2 : 1-11

THEMA 3: EEN BIJBELSE MENSVISIE

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat

De drie-engelenboodschap, ACTUEEL!

Ouder worden en de kracht van verhalen. Levensverwachting bij geboorte. Ingesleten opvattingen uit de 19 e eeuw

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heer Chokri Mahassine c.s. houdende evenredige participatie op de arbeidsmarkt AMENDEMENTEN

Keurmerk: Duurzame school

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

Openingsgebeden INHOUD

Zondag 8 november 2015 Sint Maarten de oogst van ons leven

Hij heelt de gebrokenen van hart AANVAARD WIE JE BENT

Israël: uit het oog, uit het hart. Een onderzoek naar de houding van Nederland ten opzichte van Israel. N.a.v. 65 jaar staat Israel

opdrachtsverklaring centrum voor volwassen personen met handicap MOZAÏEK

Weten waar we goed in zijn 1

4. Wat zijn de rechten en plichten van een asielzoeker in België?

De C van het Vlaamse CD&v

Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst)

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot

Wijsheid (343, 369,374, 395, 400, 446) 343. Het Licht in de mens

Doel van Bijbelstudie

Samenvattingen Geloof ABC

Emmaüsviering 12 februari Zevende zondag door het jaar.

Examen VMBO-GL en TL 2006

Actief burgerschap en sociale integratie van De Wijde Blik

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

Inhoudsopgave. Voorwoord 5. Inleiding 11

Thema bijeenkomst. Introduceren en stimuleren van de dialoog binnen het gezin

Tijd van pruiken en revoluties

Verklaring omtrent de sociale rechten en de industriële betrekkingen bij LEONI

GELIJKE KANSEN IN BELGIË

Ons opvoedingsproject

Deel 1: Waar staan we voor als Werkwinkel? Netwerk jij mee?

Identiteitsdocument Sprank

Het belangrijkste verhaal is eigenlijk een samenvatting van alles wat Hij gedaan heeft

Hoofdstuk 4. Rede en religie als praktijken

I N F O R M A T I E B R O C H U R E

Module 1. Bewustwording.

RECHT EN SAMENLEVING ANDERS BEKEKEN

Observatiefiche zaal 1

obs Jaarfke Torum CL Scheemda Postbus ZH Scheemda

kracht TWEEDE WERELDOORLOG VERSUS MENSENRECHTEN

INHOUD. SCHEIDING VAN KERK EN STAAT OF ACTIEF PLURALISME? EEN ORIËNTERING VAN HET DEBAT PAUL DE HERT en KAREN MEERSCHAUT... 1

Geloven is niet zomaar instemmen met een geheel aan abstracte waarheden. Geloven is een weg gaan, die voert tot gemeenschap met de levende God.

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

VERKLARING VAN EUSKADI

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

Zondag 19 januari Viering in de Week van Gebed. voor de eenheid van de christenen. Paulusgemeenschap en. Protestantse Gemeente de Eshof

Maatschappelijke kwetsbaarheid. Deskundige en onafhankelijke ondersteuning. Gemeenschappelijke problemen

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

EUROPA: HET IS ONZE TOEKOMST

3. Tussen idee en praktijk Nationalisme en Liberalisme p

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

2. Als ik nu voor mijn kind(kinderen) een school moest kiezen zou mijn voorkeur weer uitgaan naar een katholieke school

Actuele vragen met betrekking tot de vrijheid van onderwijs. Fenneke Zeldenrust

Kijktip: Nieuwsuur in de Klas

Identiteit van de Koos Meindertsschool

EUROPA: HET IS ONZE TOEKOMST

Visie pastoraal in Monsheide

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

Uit God geboren. Weekoverweging. Kerstgeloof is geloof in de goddelijkheid van de mens

levensbeschouwelijke identiteit van catent Scholen zijn als bomen Leven niet alleen Zonder grond en wortels Leeft geen school, niet één

Eindexamen filosofie vwo I

Transcriptie:

Wouter Beke Sociale samenhang op grond van gedeelde normen en waarden Sociale samenhang in een multiculturele samenleving wordt niet bereikt door iedereen terug te laten plooien op zichzelf. Maar ook niet door de idee voor te houden dat we in dit tijdperk van globalisering kunnen terugkeren naar een homogene samenleving. Sociale samenhang veronderstelt wel dat een aantal fundamentele waarden en normen worden gedeeld om iedereen elkaars vrijheid in verantwoordelijkheid te kunnen geven. Sinds het einde van de jaren vijftig raakt de mens meer en meer op zichzelf gericht. De menselijke ontplooiing wordt gemaximaliseerd in de mate dat hij of zij persoonlijke ambities kan waarmaken, individuele begeertes kan vervullen, zijn vrijheid kan vergroten en zich richt op zijn persoonlijk eigenbelang. Maar hierdoor kan ook de sociale samenhang onder druk komen. Deze laatste wordt verder nog in vraag gesteld door de evolutie naar een multiculturele samenleving. Hierdoor is een geactualiseerde visie op het algemeen belang nodig die niet in strijd is met de onderlinge verschillen maar wel de aandacht vestigt op onze feitelijke verbondenheid in ons maatschappelijk handelen. Teruggrijpen naar de idee van een homogene samenleving zal niet volstaan om de sociale samenhang opnieuw te vergroten. De verzuilde samenleving, waar de roomskatholieke kerk een sociologisch dominante positie ja, wel haast een monopolie innam, is al enige tijd voorbij. Onze samenleving kent rooms-katholieken, protestanten, moslims, joden, randgelovigen, niet-gelovigen, enz. Ook de idee van een Vlaanderen met alleen maar stamboomvlamingen zal niets bijdragen aan een grotere of herwonnen sociale samenhang. Hieruit kan de idee groeien dat religies en een veelheid van nationaliteiten de samenleving alleen maar verdelen. Dat is niet zo. Nationaliteitsgevoelens en religies maken mensen bewust van het feit dat ze voortkomen uit en lid zijn van een bepaalde gemeenschap. En dit creëert het besef dat er zaken zijn die men samen te delen heeft. Mensen zijn niet teruggeworpen op zichzelf maar verbonden met anderen. Het is die veelvuldige verbondenheid met verschillende gemeenschappen binnen het kader van een samenleving (civil society) die wij het actief pluralisme noemen. 19

Volgens Jürgen Habermas ligt de sociale samenhang in een democratie precies in de communicatieve praxis, in de publieke discussie over de sociale samenhang en de grondslag van de samenleving. Habermas formuleert dus eigenlijk volgende paradox: in het gemeenschappelijk zoeken naar de grondslag die ons bindt, leeft de gemeenschappelijke grondslag die we zoeken 1. In een multiculturele samenleving ligt de sociale samenhang dus eerder in een proces dan in een resultaat. Voorwaarde daartoe volgens Habermas is dat we kunnen uitgaan van burgers als in principe redelijke personen die in staat zijn zichzelf tegenover anderen te verantwoorden en de verantwoording van anderen te beoordelen 2. Habermas staat dus ook een actief pluralisme voor. Volgens hem kunnen religies echter pas hun plaats opeisen in de samenleving wanneer men aan een aantal normatieve verwachtingen voldoet. Zo moet men zich het ethos van de democratische rechtsstaat hebben eigen gemaakt. Dit betekent onder meer de erkenning van de godsdienstvrijheid, de egalitaire sociale moraal, de autonomie van de rechtsstaat en van de wetenschap 3. Habermas formuleert nog een aantal andere voorwaarden opdat een actief pluralisme en dus ook de actieve aanwezigheid van religies in onze samenleving mogelijk kan zijn. Ten eerste moeten religies erkennen dat er over bepaalde geloofswaarden een redelijke onenigheid mogelijk kan zijn. Ten tweede moeten religies ook de autonomie van de seculiere wetenschap erkennen en ervoor zorgen dat geloofsovertuigingen en wetenschappelijke kennis elkaar niet tegenspreken. Ten derde moet religie erkennen dat de politieke orde in een moderne pluralistische samenleving gebaseerd is op de prioritaire en universele waarden van vrijheid en gelijkheid 4. Zelfs de 5,6% van het BBP blijft een behoorlijk zware uitdaging, al moet je die ook niet overroepen als je die afzet tegen de verwachte groei van de economie. De Europese vergrijzingsprognoses gaan voor België uit van een gemiddelde jaarlijkse groei van 1,6% van 2010 tot 2060. De huidige moeilijke economische situatie zal immers opnieuw positief kunnen omgebogen worden, nemen we aan. Met de prognose van de vergrijzingscommissie bereiken we tegen 2060 meer dan een verdubbeling van ons binnenlands product: 5,6% is maar een fractie van die aangroei. 5,6% opvangen moet dus haalbaar zijn. Dit vraagt wel een keuze die compleet ingaat tegen wat sommigen ons als maatschappijmodel voorlopig met succes trachten in te pompen. We moeten er in slagen voldoende maatschappelijk draagvlak te creëren voor het reserveren van een (beperkt) stuk van de aangroei van de koek voor de financiering van de vergrijzingskosten. Cultureel minimum Democratie is meer dan het nemen van beslissingen bij meerderheid. Democratie is het aanvaarden en verdedigen van een kern van wezenlijke rechten. Daartoe moeten burgers 20

een aantal wezenlijke politieke deugden in zich dragen want anders wordt de democratie uitgehold. Deze deugden (zoals de mensenrechten, de democratie zelf, vrijheid en gelijk respect) zijn volgens Habermas schatplichtig aan een christelijke erfenis en het zou fout zijn om ons van deze bron van solidariteit en betekenis af te snijden 5. Individuele vrijheden in een democratie kunnen maar gegarandeerd worden wanneer en in de mate dat deze politieke deugden door iedereen aanvaard, gedeeld en verdedigd worden. Het beste bewijs dat democratie meer is dan het nemen van meerderheidsbeslissingen, is de plaats die de mensenrechten in ons politiek en maatschappelijk bestel krijgen. Mensenrechten zijn niet opgenomen in een gewone wet maar in de grondwet verankerd en dus slechts via een bijzondere procedure te wijzigen. Bovendien zijn ze Europees en internationaal in officiële verklaringen opgenomen en kunnen burgers zich op deze Europese en internationale verklaringen beroepen. De democratie moet dan ook de mogelijkheidsvoorwaarden formuleren om zo n proces toe te laten. Er kunnen zich in een samenleving dus meningsverschillen voordoen; sterker nog: er zullen conflicten ontstaan. Essentieel is echter dat er een minimum aan gemeenschappelijke band moet bestaan. Maar deze opvatting van democratie kan ook alleen maar gehandhaafd worden wanneer de fundamentele waarden en normen door iedereen gerespecteerd worden. Er is dus een cultureel minimum dat aanvaard moet worden om een minimum aan sociale samenhang te hebben. De C van actief pluralisme De gemeenschappelijke basis van een samenleving wordt vertolkt in waarden, die gearticuleerd worden in normen en wetten, geboden en verboden. Precies de C van de christendemocratische partij legt de nadruk op een belangrijke historische grondslag van die waarden. Of zoals het Kerstprogramma stelde in 1945: De partij is christelijk omdat ze wil bouwen op de menselijke waarden welke de grondvesten van onze westerse beschaving uitmaken. Historisch werden ze door het christendom aangebracht. Maar vandaag zijn ze gemeenschappelijk bezit zowel van gelovigen als van ongelovigen 6. De wortels van de partij, die diep-, amper-, anders- en niet-gelovigen onder haar kiezers, leden en mandatarissen telt, liggen o.a. in een christelijk verleden. Een actief pluralisme kan maar wanneer er een minimum aan gedeelde normen en waarden bestaat. Over welke ordeningsprincipes en waarden spreken we dan? Voor mij gaat het over twee ordeningsprincipes en vier fundamentele waarden. Vooreerst is er het principe van de scheiding tussen kerk en staat, dat bijvoorbeeld in de centrale tekst van het christendom het evangelie vertolkt wordt. Wanneer aan Jezus gevraagd wordt of het geoorloofd is belastingen te betalen aan de Romeinse Keizer, verzoekt Jezus een belastingmunt te tonen. Welke beeltenis staat hierop?, vraagt hij. Die van de Keizer, wordt er geantwoord. Daarom zegt Jezus: Geef aan God wat God 21

toekomt, en aan de Keizer wat de Keizer toekomt. De staat heeft dus een eigen legitimiteit die door de religie niet in vraag gesteld mag worden, maar religies hebben ook hun plaats in de samenleving die door de staat erkend moet worden. Ten tijde van Jezus was het jodendom een toegelaten godsdienst in het Romeinse rijk. Maar de joden hadden niet het recht om iemand ter dood te veroordelen, dus moesten ze in het geval van Jezus beroep doen op de Romein Pilatus. Het principe van de scheiding tussen kerk en staat is dus geen uitvinding van de Franse revolutie maar vindt reeds veel vroeger verschillende uitdrukkingen. In de vijfde eeuw is het door Augustinus verder uitgewerkt in het omvangrijke werk De Civitate Dei. Dat boek moet gelezen worden als een verweerschrift tegen de kritiek dat het de oorzaak van het christendom was dat Rome in politiek verval is geraakt. Door het edict van Milaan in 313 was het christendom toegelaten geworden en enkele decennia later tot staatsgodsdienst, waarop nauwelijks honderd jaar later het Romeinse rijk implodeerde. Dit experiment was voor Augustinus niet voor herhaling vatbaar en hij ontwikkelde de tweestedenleer: de aardse stad heeft haar eigen orde, haar eigen recht en eigen wetten en het is volgens hem de plicht van christenen deze te respecteren en te dienen als loyale burgers. Daarnaast moeten christenen ook streven naar de juiste liefde, de echte rechtvaardigheid en de ware vrede. Die zal alleen gerealiseerd kunnen worden in de stad van God 7. Een ander ordeningsprincipe betreft het subsidiariteitsbeginsel. Dit principe werd voor het eerst geformuleerd in 1891 in de sociale encycliek van paus Leo XIII, Rerum Novarum, en veertig jaar later uitgewerkt in de encycliek Quadragesimo Anno van paus Pius XI. In deze encyclieken wordt gesteld dat politieke maatregelen het samenleven van burgers moeten stimuleren en vooruit helpen, maar niet vervangen: Het is onrechtvaardig en bovendien nadelig, ja noodlottig voor de goede orde om wat door een kleinere en ongeschikte gemeenschap gedaan en tot stand gebracht kan worden, naar een grotere en hogere gemeenschap te verwijzen. Immers, iedere sociale bemoeienis is volgens haar eigen natuur en begrip subsidiair: zij dient hulp te brengen aan de leden van een sociaal lichaam, maar mag ze noot vernietigen of absorberen 8. In de encyclieken Mater et Magistra (1961), Pacem in Terris (1963) en Centesimus Annus (1991) is dit verder uitgewerkt. Betreffend subsidiariteitsbeginsel vinden we als politiek ordeningsprincipe op verschillende manieren terug. In de Europese Unie wordt het subsidiariteitsbeginsel juridisch vertaald in artikel 5 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap (EG-Verdrag): De Gemeenschap treedt op gebieden die niet onder haar exclusieve bevoegdheid vallen slechts op indien en voor zover de doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang of de gevolgen van het overwogen optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt. Het beginsel is bedoeld om een leidraad te zijn tussen de verschillende, met elkaar concurrerende bevoegdheden tussen de Europese Unie, haar lidstaten en de eventuele deelstaten van die lidstaten. Het is aan het Europees Hof van Justitie om hierover te waken en zich hierover uit te 22

spreken. In het recente Verdrag van Lissabon is ook een nieuwe belangrijke toepassing van het subsidiariteitsprincipe ingevoerd. Europa dient expliciet rekening te houden met de regionale of lokale dimensies bij het opmaken van nieuwe regels en de nationale parlementen moeten via de zogenaamde subsidiariteitstoets hierop toezien. Maar ook in de Belgische staatsstructuur is het beginsel van het subsidiariteitsprincipe ingeschreven. Zo bepaalt artikel 35 van de Belgische grondwet dat de federale overheid enkel beschikt over bevoegdheden die haar uitdrukkelijk zijn toegewezen. Datgene waarvoor zij niet uitdrukkelijk bevoegd is, komt toe aan de deelstaten. Dit artikel is in 1993 in de grondwet gevoegd maar nog steeds niet uitgevoerd. Op geregelde tijdstippen wordt het debat in het kader van discussies over de staatshervorming echter gevoerd om dit artikel toch uitvoering te geven en op die manier een verdere voltooiing van het Belgisch federalisme vorm te geven. Het subsidiariteitsbeginsel is ook het ordeningsprincipe inzake het actief pluralisme. De overheid moet zich niet in de plaats stellen van de civiele samenleving. Wat mensen zelf kunnen doen, moet niet door de overheid worden overgenomen. De overheid slaagt er vandaag al nauwelijks in haar kerntaken behoorlijk waar te maken, zodat ze zich niet onnodig in de plaats moet willen stellen. Naast de scheiding tussen kerk en staat en het subsidiariteitsbeginsel gaat het over vier fundamentele waarden die een sterke onderlinge samenhang vertonen: verantwoordelijkheid, solidariteit, rentmeesterschap en het personalisme. Deze vier waarden heb ik methodisch omgezet in vier werkwoorden: versterken, verzorgen, verduurzamen en verbinden. Vooreerst is er het versterken. Mensen zijn geen abstracte wezens maar concrete mensen met een voorgeschiedenis en met de opdracht en verantwoordelijkheid elk zelf een klein stukje geschiedenis te schrijven. Het is ook deze persoonlijke verantwoordelijkheid die ons verplicht ons te verzetten tegen een systeemdenken waarbij de individuele mens ondergeschikt wordt gemaakt aan een groot verhaal. Een verzorgingsstaat moet in een geglobaliseerde wereld de verantwoordelijke vrijheid van zijn burgers versterken door hun alle kansen te geven om hun talenten ten volle te benutten en te ontwikkelen: via onderwijs, garanties op goede gezondheidszorg en begeleiding op de arbeidsmarkt. Door empowerment wordt duidelijk dat de verzorgingsstaat vanuit een nieuwe invalshoek moet worden gerealiseerd: beter voorkomen dan genezen. Concreet: beter voorkomen van uitsluiting dan de gevolgen te moeten opvangen; beter voorkomen van ziektes dan levenslang uitkeringen te moeten betalen; beter voorkomen van werkloosheid door een aangepast onderwijs en activeringsbeleid dan werkloosheidsvergoedingen te moeten uitbetalen. Naast empowerment is er het verzorgen. Wie ziek is of bejaard, een ongeval heeft gehad of met een handicap geboren is, moet verzorgd kunnen worden, professioneel en door zijn eigen kring. Goede kwaliteit en brede toegankelijkheid, met keuzevrijheid, 23

staan hier voorop. Zorg voor elkaar toont zich het meest zichtbaar in de verzorging ten aanzien van zij die daar nood aan hebben. Een samenleving die geen aandacht heeft voor zorgbehoevenden is het niet waard samen-leving te heten. Waar we zorgzaam omgaan met elkaar, bedacht op ieders tekorten en talenten, wordt de sociale samenhang van een maatschappij bevorderd en het geluk van eenieder aangemoedigd. Ten derde heb ik het over vooruitzien of duurzaamheid. De mondiale economische ontwikkeling vereist een massaal gebruik van grondstoffen en energie. Deze behoeften veroorzaken ook tekorten, wat de welvaart van de huidige en nog meer van de toekomstige generaties bedreigt en ook militaire conflicten dichterbij kan brengen. Vermits de mondiale economie vooral gebaseerd is op fossiele brandstoffen, komt het leven op de planeet zelf in het gedrang. Inzake duurzaamheid wordt de samenleving dan ook uitgedaagd om tegelijkertijd een mondiale welvaartsspreiding te aanvaarden, verder te zorgen voor de eigen welvaart, de kansen van de komende generaties te vrijwaren en te voorkomen dat het leven van mens, plant en dier op onze planeet in het gedrang komt. In een globaliserende en mondialiserende wereld wordt de functie van het verbinden nog belangrijker. Het is het bewustzijn dat in een snel veranderende wereld een plek bestaat waar je thuis kunt zijn en die je kansen geeft om verantwoordelijkheden te nemen, maar waar je ook op kan rekenen bij tegenslag. Dat verbinden gebeurt in eerste instantie door de familie. Het is de plaats waar je jezelf kan ontplooien en waar je kan opgroeien, waar waarden en kennis worden doorgegeven, waar je leert omgaan en rekening houden met anderen, waar je je veilig en beschermd kunt voelen, waar je de kracht vindt om de buitenwereld aan te kunnen. Maar het gaat over meer dan de familie. Ook de lokale buurt, het verenigingsleven en de taalgemeenschap zorgen voor deze thuis, waardoor je kan terugvallen op anderen én verantwoordelijkheid kan opnemen ten behoeve van hen en allen. Wie pleit voor normen en waarden, pleit voor sociale samenhang: de mens die niet teruggeworpen wordt op zichzelf maar zorgzaam is voor de ander. Vrijheid en verantwoordelijkheid Zowel de Grieks-Romeinse als de christelijke wortels van onze samenleving en niet in het minst van de christendemocratische partij, dragen een grote klemtoon in zich op vrijheid en verantwoordelijkheid 9. Het appel dat van het evangelie uitgaat, gaat er immers a priori van uit dat er vrijheid is of gecreëerd wordt om er in de concrete werkelijkheid gevolg en dus gestalte aan te geven. Precies die gestalte is teken van het feit dat we onze verantwoordelijkheid opnemen. In het perspectief van het dienen van het algemeen belang ga ik ervan uit dat de vrijheid tot verantwoordelijkheid gegarandeerd moet worden aan allen opdat elkeen naar eigen mogelijkheden zijn/haar verantwoordelijkheid effectief kan opnemen. 24

De tweespan van vrijheid en verantwoordelijkheid kan slechts gedijen in een context van gedeelde waarden en normen. Pas dit delen maakt van vrijheid gedeelde vrijheid en van verantwoordelijkheid gedeelde verantwoordelijkheid : gedeeld in de zin van samen gedragen. Waar een minimum aan delen van waarden en normen afwezig is, wordt niet bijgedragen aan de ruimte om elkaar vrijheid en verantwoordelijkheid te gunnen, en al zeker niet om beide in alle billijkheid te laten zegevieren. De waarden en normen die we op grond van ons verleden hebben aangeleverd gekregen, maken dat vrijheid niet mag verworden tot zelf beschikkingsrecht, en dus dat verantwoordelijkheid nooit kan perverteren tot baas in eigen buik. De relationaliteit van de centrale waarden en normen en van vrijheid en verantwoordelijkheid, maken dat een individuele egocentrische rationaliteit nooit de bovenhand kan halen. Dat is de negatieve verwoording van al het positieve dat het personalisme als vanouds voorstaat. Wie die overtuiging niet deelt hetzij als autochtoon, hetzij als allochtoon, om het woord en de tweedeling te noemen heeft zich niet alleen afgescheurd van de waarden en normen die het verleden als rijkdom heeft overgeleverd, maar ook van de samen van onze samen-leving. [Wouter Beke is algemeen voorzitter van CD&V] 1 E. Borgman, Overlopen naar de barbaren: Het publieke belang van religie en christendom, Kampen: Klement / Kalmthout: Pelckmans, 2009, p. 64. 2 Borgman, Overlopen naar de barbaren, p. 63. 3 J. Habermas & J. Ratzinger, Dialectiek van de secularisering: Over rede en religie, Kampen: Klement / Kalmthout: Pelckmans, 2009, p. 15. 4 P. Loobuyck & S. Rummens, De uitdaging van het postseculiere perspectief: Jürgen Habermas over religie en de publieke rede, in Tijdschrift voor Filosofie 71 (2009), p. 339. 5 Habermas & Ratzinger, Dialectiek van de secularisering, p. 29-30. Zie ook: Loobuyck & Rummens, De uitdaging van het postseculiere perspectief, p. 336. 6 Wie zal de bouwmeester zijn? De Christelijke Volkspartij (Politieke en Sociale Uitgaven), Brasschaat: Dienen, 1945, herdruk: Tongerlo: Sint-Norbertusdrukkerij, 1995, p. 7. 7 B.J. De Clercq, Macht en principe: Over de rechtvaardiging van de politieke macht, Tielt: Lannoo, 1994, p. 36-39. 8 Borgman, Overlopen naar de barbaren, p. 68. 9 Cf. Wouter Beke, De mythe van het vrije ik: Pleidooi voor een menselijke vrijheid, Averbode: Altiora, 2007. 25