Een kind opgeven kan niet. Samenwerken naar een plan voor de jongere na 18 jaar.



Vergelijkbare documenten
Een kind opgeven kan niet.

Suggesties van ouders, uit de tekst:

Gerechtelijke jeugdhulp, ervaringen en vragen van ouders. oudergroep Gent maart 2007

Op weg naar +18 en nazorg in de jeugdhulp vanuit de ervaringen van ouders RWG 17 en 21 oktober 2016

stemmen van ouders Of zoals een moeder het formuleerde: Hoe meer uitleg, hoe meer je iets verstaat. Hoe meer je begrijpt, hoe beter je kan meewerken.

Vzw Roppov Martelaarslaan Gent tel 09/ web

Hulpverlening in de Bijzondere Jeugdbijstand: de ervaring aan de andere kant

Vzw Roppov Martelaarslaan Gent tel 09/ web

jeugdbijstand en de consulenten jeugdrechtbank. (Oudergroep Geraardsbergen, februari 2007)

Ouders over de hulpverleners

Problemen met je kind en problemen met de hulpverlening.

Integrale Jeugdhulpverlening: een nieuw plan in de maak

Rechten voor ouders: verwachtingen van ouders, zoals geformuleerd in getuigenissen.

Omschrijving Roppov-ouderwerking. Inleiding

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder!

Kinderen met een handicap op de schoolbanken

Samen maken. mogelijk. wij meedoen voor jeugd ONDERSTEUNING BIJ LEVEN MET EEN BEPERKING

Er is geen slachtoffer en dader; beide partijen zijn even sterk. Plagen kan de sociale weerstand van kinderen vergroten. Vaak speelt humor een rol.

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Onderzoek Advies- en Meldpunt Kinderbescherming

Ouders over tevredenheidmetingen.

Directe Hulp bij Huiselijk. U staat er niet alleen voor!

de Mee-ander thuisbegeleidingsdienst

Pestprotocol BS de Kersenboom

Wat doet Thuisbegeleiding? Informatie over Thuisbegeleiding

Ervaringen van ouders binnen de Bijzondere Jeugdbijstand. Over samenwerken en overleggen met ouders.

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

Rotterdam Rijnmond. Zorg voor jongeren en hun gezin. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor jongeren BEGELEID WONEN INDIVIDUELE BEGELEIDING

Advies en steun voor uw kind en uzelf

MET HART EN ZIEL VOOR KINDEREN IN DE KNEL

Zorgmogelijkheden na NAH: Waar vinden we hulp? Katrijn Van Den Driesche - maandag 3 oktober 2011

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Dit PESTPROTOCOL heeft als doel:

vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik

Samenstelling tekst Beppie Brood (teamleider ATC s Amstelduin) Monique van Kollenburg (trainer ATC Amstelduin)

EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGdZORG

Anti-pestbeleid OBS De Schakel Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Opvoeding & Ontwikkeling

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

SAMENSPRAAK Perspectieven in het omgaan met verontrusting en maatschappelijke noodzaak

Leer uw kind De Ondergoedregel.

Intensieve Kortdurende Thuisbegeleiding. Onthaalbrochure voor jongeren. Deze brochure is van:

Wat vinden wij belangrijk? Er zijn een aantal zaken die wij erg belangrijk vinden in Van Celsthuis.

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

vooruitkomen OUDERS & OPVOEDERS

Alle kinderen moeten zich in hun basisschoolperiode veilig kunnen voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen

Opvoeding & Ontwikkeling

JEUGDBESCHERMING NOORD. Voogdij

Stichting Breder is een zorgaanbieder die hulp biedt aan kinderen, tieners, volwassenen en gezinnen.

Info avond. Pleegzorg Oost-Vlaanderen Kortrijksepoortstraat 252 B 9000 Gent 0471/

Bijlage 5 Verslag panelgesprekken met deelnemers

NAH, HOE VERDER? Kies de hulp die bij je past

Adviesrapport Decentralisatie Jeugdzorg Wageningen 2013

Thuis wonen met ondersteuning Sterker in de samenleving.

PESTPROTOCOL DE BOOG. Koudenhovenseweg Zuid AC Eindhoven T: E:

Voor kinderen die meer willen weten over echtscheidingen. uitgave 2005

JIJ EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGDZORG

Ondersteuning aan kind en gezin in Lelystad

Ondersteuning aan kind en gezin in Lelystad

Welkom bij GGNet Jeugd! Informeren en deelnemen

De stem van de ouders een plaats geven.

VISIETEKST. Pesten op school

Gezinsondersteuning bij opvoeding Sterker in de samenleving.

Mantelzorg, waar ligt de grens?

Lisa Van Damme. Ik hou ervan om het juiste moment af te wachten!

een weg is, als we maar genoeg mogen proberen.

AWBZ zorg bij Bureau Jeugdzorg (BJz)

UIT&THUIS. Samen werken aan jouw toekomst. Introductiefolder voor jongeren, ouders en verwijzers

WAAR BEMOEI IK ME MEE?

Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is:

Intensieve Kortdurende Thuisbegeleiding. Onthaalbrochure voor ouders

Ik heb een vraag over. zorg... ondersteuning... opvoeding... jeugdhulp... mijn arbeidsbeperking... mijn uitkering... werk...

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

Nummer 1 December Cursusaanbod 2012 Gedeeld verdriet Mindfulness Laat je zelf zien

Samenvatting Kinderrechtenmonitor 2012 voor kinderen en jongeren

JIJ EN HET ONDERSTEUNINGS CENTRUM JEUGDZORG.

Scheiden doe je samen. Ieder kind reageert anders

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Leren & Werken

VIEREN DOOR/VOOR JONGEREN

Centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie

Voorwoord. Voor algemene vragen kunt u altijd contact opnemen met de afdeling Entree van XONAR: entree@xonar.nl

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

Zelf doen wat kan en ondersteuning waar moet.

Veel gestelde vragen overgangsrecht persoonsgebonden budget (PGB) Jeugd

Vertel aan je kind dat het nodig is de school in te lichten om het pesten te laten stoppen;

Op De Schuthoek weten we hoe het hoort, daar doet niemand iets wat een ander stoort.

[2015] Oplossingsgericht werken met Kinderen. "Kids Skills" Gerrit van de Vegte

1. Voorwaarden voor het aanpakken van pesten.

overleggroep gezondheid; agendapunt samenwerking CGG s en verenigingen 02 februari 2010

Vluchtelingen op bivak. Tips & Tricks

Wet investeren in jongeren (WIJ)

H u i s w e r k b e l e i d

De handreiking Gegevensuitwisseling in het kader van Bemoeizorg ( 2005) biedt een helder kader voor besluitvorming binnen netwerken.

even VoorSTELLEN Met Cardea kun je verder!

Introductie 1. Waarvoor hebben de studenten een mentor nodig? 2. Wie kan mentor worden? Iemand die:

Daarvoor gaat u naar Minters

6 Coaching van de cliënt

Opvoeding & Ontwikkeling

Invulling vragenlijst op vraag van het project Participatieve basishouding Integrale Jeugdhulp Oost- Vlaanderen.

JEUGDBESCHERMING NOORD. Ondertoezichtstelling (OTS)

Keuzedeel mbo. Wijkgericht werken. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0186

Transcriptie:

Vzw Roppov Martelaarslaan 212 9000 Gent tel 09/224.09.15 fax 09/233.35.89 e-mail info@roppov.be web www.roppov.be Een kind opgeven kan niet. Samenwerken naar een plan voor de jongere na 18 jaar. Standpunten en ervaringen van de ouders uit de Roppov-oudergroep Gent. September 2008 Deze tekst werd samengesteld op basis van ervaringen die ouders vertelden in de oudergroep van Gent. Daarnaast werden voorbeelden en standpunten aangevuld uit een schriftelijke inbreng van ouders en een rondvraag over wat ouders belangrijke aandachtspunten vinden bij de voorbereiding van de meerderjarigheid binnen de Bijzondere Jeugdbijstand. Woord vooraf van de redactie: Deze bijdrage werd geschreven vanuit het perspectief van de ouders. De auteur heeft geprobeerd om zo getrouw mogelijk de ervaringen en standpunten van de ouders neer te schrijven. Deze resultaten leren ons iets over verwachtingen enerzijds op vlak van samenwerking vóór de leeftijd van 18 jaar van de jongere en anderzijds op vlak van samenwerking in functie van verdere hulp na de leeftijd van 18 jaar. Samenwerking vóór de leeftijd van 18 jaar impliceert dat er over de grenzen van de Bijzondere Jeugdbijstand heen wordt gekeken, dat er samenwerking wordt gezocht met andere diensten, dat er breder wordt gekeken zodat o.a. ook school, voorbereiding op werk, vrije tijd deel kunnen uitmaken van het volledige plaatje - of beter: dat school, voorbereiding op werk en vrije tijd niet moeten wijken voor het aanbod vanuit de hulpverlening. De ouders wijzen ons op een aantal belangrijke knelpunten, als gevolg van de 'hokjesmentaliteit' eigen aan het hulpverleningsaanbod. De oproep om het hulpverleningsaanbod te proberen in te passen in het plan van de jongere en niet omgekeerd klinkt nog steeds zeer actueel. Deze prangende vraag werd reeds opgemerkt bij de start van het concept van de integrale hulpverlening zo'n tien jaar geleden, maar blijk vandaag dus jammer genoeg nog steeds onvoldoende beantwoord. Het concept 'vraaggericht werken' zou hier een antwoord op moeten geven. De ouders merken blijkbaar nog te weinig hoe deze visie binnen onze werkingen in de Bijzondere Jeugdbijstand wordt geïmplementeerd? De ouders stellen zich terecht de vraag in welke mate er wordt gewerkt naar een voorbereiding op zelfstandig leven van de jongere en in welke mate de eigenheid van de jongere doorheen het hulpverleningsaanbod ook echt wordt gerespecteerd? Ook de samenwerking in functie van verdere hulp na de leeftijd van 18 jaar, lijkt nog geen evident gegeven. De ouders wijzen ons op de verantwoordelijkheid van het hulpverleningsaanbod van de Bijzondere Jeugdbijstand om het aanbod ook te leren plaatsen op een tijdslijn waarbij na 18/20 jaar continuïteit - indien nodig - verzekerd wordt. Wanneer we met ouders spreken over hun ervaringen met jongeren, die de leeftijd van 18 jaar naderen binnen de Bijzondere Jeugdbijstand, wordt duidelijk dat volgende zaken heel belangrijk zijn: 1

Een kind opgeven kan niet! Deze zin zegt dat ouders nooit hun kind kunnen opgeven omdat hun kind in alles steeds met hen verbonden is. De vraag naar jeugdhulp is dan ook een vraag naar mede-engagement van de hulpverlening. Een engagement dat verder gaat dan het eigen aanbod. Een engagement dat niet abrupt stopt op 18 jaar, ook al wordt dit door de regelgeving mogelijk gemaakt. Het is een pijnlijke ervaring wanneer ouders vaststellen dat gevraagde hulp zal stoppen met 18 jaar terwijl duidelijk is dat de jongere en de ouders alleen niet verder kunnen. Samenwerken naar een plan voor de jongere is dan weer de hoop die ouders hebben opdat voor een aantal jongeren, die overal uitvallen, toch een plan kan opgesteld worden dat past en misschien werkt. Samenwerken is voor de ouders ook samenwerken over de grenzen van diensten en sectoren hen, in samenspraak mét de ouders en de jongere. Samenwerken met als doel een plan uit te tekenen op basis van de eigenheid van de jongere, niet op basis van de eigenheid van de dienst of de sector waar men toevallig in terecht komt. Een kind opgeven kan niet Er moeten steeds nieuwe kansen gegeven worden. Concreet betekent dit dat een begeleiding nooit zomaar mag stoppen. Uit negatieve ervaringen die ouders inbrengen blijkt dat men het gevoel heeft dat een begeleiding soms gestopt wordt omdat men tot de conclusie komt dat de jongere niet past in de instelling, soms omdat men het opgeeft. Ook 18 jaar is zo n grens. Deze grens wordt aangegeven zowel door de jeugdhulp als door de jongeren zelf. Ouders signaleren dat voor vele jongeren zo n abrupt stopzetten van de hulp, zware gevolgen heeft. Vooral bij jongeren die kampen met bv. een bijkomend probleem (autisme, psychische problemen, verslaving) of het erg moeilijk hebben om zich zelfstandig te handhaven in deze wereld. Eens deze jongeren 18 zijn, steunt de hulpverlening op de motivatie tot hulp. Wanneer de jongere zelf niet wil, sta je als ouder alleen. Soms lijkt het dan of er zit niets anders op dan toekijken en bang afwachten tot je zelf ten onder gaat, of de jongere verloren loopt, of nog erger: tot er zich een ernstig feit voordoet. De voorbereiding naar 18 jaar houdt dus ook in dat een jongere en zijn ouders voorbereid worden op het feit dat de jongere hulp kan weigeren. Motivatie van de jongere zelf ligt moeilijk wanneer deze de eigen situatie verkeerd inschat. Het is bijna evident dat de jongere zelf zijn meerderjarigheid (en dus ook onafhankelijkheid van hulp) graag opneemt. Doch ook de ouders hebben op dat moment nood aan steun. Ouders vragen in die zin hulp bij de opvang van deze meerderjarigheid. Hulp om de jongere niet in de steek te laten. Thuisbegeleiding die ook na 18 jaar doorloopt zou een oplossing kunnen zijn. Voor de jongere zelf wijzen ouders op het belang van een vertrouwenspersoon die de jongere reeds kent. Deze persoon kan motiverend werken voor de start van gesprekken of een begeleiding ook na 18 jaar. De nodige stappen zetten, meegaan naar het aanbod binnen de vrijwillige volwassenen hulp, ook al is de jongere reeds of bijna 18, is een zorg die soms te weinig benut wordt. 2

Er is de verwachting dat hulpverleners zich engageren, over de grenzen van instellingen en sectoren heen. Uit de getuigenissen van ouders wordt duidelijk dat een aantal bezorgdheden gevolg zijn van het feit dat de jeugdhulp te veel vanuit aparte hokjes kijkt naar de jongere. Ouders hebben de hoop hun kind een betere toekomst te kunnen geven, met steun van de jeugdhulp. Het contact met de hulpverlening brengt mee dat verschillende professionele buitenstaanders instappen in het gezin. Deze maken allen een deel uit van de puzzel die naar het aanvoelen van ouders nooit samengelegd wordt. Enkel de jongere zelf en zijn ouders ervaren de grote lijn. Voor hen is de jeugdhulp geen tijdelijk aanbod maar een deel van de levensloop van de jongere. Zij hebben dan ook de vraag naar een samenhang die past in een plan voor de jongere. Deze vraag botst soms op de beperktheden van diensten en sectoren. Men mist een overzicht, iemand die de grote lijn volgt. Iemand die samen met de ouders de bezorgdheid deelt voor de jongere tijdens de hele periode van hulp. In dit prentje passen ook zaken als school, vrije tijd, voorbereiding op werk. Net als bij andere gezinnen zijn deze zaken belangrijk en bepalen ze het leven en de toekomst van de jongere. Het volgende voorbeeld illustreert dit: Wanneer een jongere (misschien voor de 3 e keer) naar een andere voorziening moet, wordt er telkens van school veranderd of niet naar school gegaan. Dit geeft de indruk dat school niet belangrijk is. De jongeren worden op die manier in een straatje geduwd waarbij een goede opleiding genieten en een diploma halen geen streefdoel meer lijkt. De jongere is opgegeven, hij krijgt een dagbesteding, geen opleiding in functie van de toekomst. Jongeren gaan soms helemaal niet meer naar school door een plaatsing. Is dit dan niet meer belangrijk? Voor ouders lijkt het hulpaanbod te veel afhankelijk van de deskundigheid en beperktheden van een dienst. De jongere en de ouders worden ingepast, of passen soms niet in het aanbod. Een aanbod stopt wanneer gezien vanuit professionele hoek niets meer te bieden valt. Maar het leven van de jongere en zijn gezin stopt niet. Ook de vraag naar ondersteuning stopt niet. Verschillende vragen van ouders illustreren de nood aan een betere en gerichtere opvolging van jongeren doorheen de hele periode van hulp. Vooral wanneer verschillende diensten betrokken zijn, of de jongere verhuist van de éne sector naar de andere. Sommige voorbeelden spreken over het gebrek aan samenwerking, andere over gebrek aan overeenstemming tussen de verklaringen die hulpverleners geven voor de problemen die zich voordoen. Vanuit de oudergroep kwamen verschillende suggesties om dit te vermijden: - Een begeleiding of plaatsing kan maar stopgezet op vraag van de voorziening, wanneer een andere voorziening gevonden is. - Thuisbegeleiding zou ook na 18 jaar moeten doorlopen. - Men moet op zijn minst de nodige informatie doorgeven over andere diensten die ondersteuning kunnen bieden (Kind en Gezin, Algemeen Welzijnswerk). Het is goed daarvoor al de nodige contacten te leggen en de nodige gesprekken te starten alvorens de jongere 18 jaar wordt. 3

- Er is een persoon nodig die alle puzzelstukken overziet en samen met de ouders de hulp opvolgt. Deze persoon denkt samen met de jongere en de ouders ook verder dan hulp alleen: deze bekijkt ook hoe school en vrije tijd verloopt. - Er moet verantwoordelijkheid opgenomen worden voor de samenhang en opvolging van de hulp, zodat een gezin niet meer doorgeschoven wordt of zonder hulp komt te vallen wanneer een bepaalde dienst de begeleiding stopzet. - Het is nodig dat er overleg is tussen alle betrokkenen in het bijzijn van ouders en jongere. In dit overleg vormt het gezamenlijk plan voor de jongere dé basis. Samenwerken naar een plan voor de jongere Ouders concretiseren de voorbereiding op 18 jaar, binnen de hulpverlening * enerzijds als de voorbereiding op het zogenaamde normale leven * anderzijds als het werken aan een planning aangepast aan de eigenheid van de jongeren. Deze voorbereiding kan niet zonder de ondersteuningsfiguren. Dit zijn zowel de vervangende opvoeders als de ouders. De aanwezigheid en betrokkenheid van het gezin is belangrijk om er telkens weer op te wijzen waar de noden van de jongere en de ouders liggen. Ouders hebben het gevoel dat er soms te veel gedacht wordt vanuit het probleem. Welke diagnose gesteld wordt, hoe hulpverleners naar de problematiek kijken, weegt te zwaar door. Dit heeft ook als gevolg dat te weinig gekeken wordt naar de jongere zelf en wat die nodig heeft in functie van zijn huidige en toekomstige leven. Een benadering die vertrekt vanuit de jongere met zijn eigenheid, in overleg met de jongere en de ouders, kan andere klemtonen leggen. Voorbereiding op een zelfstandig leven. Voorbereiding op 18 jaar, en dus wellicht op het beëindigen van hulpverlening moet vroeger starten. Wanneer jongeren slechts de laatste 6 maand informatie en training krijgen naar zelfstandigheid, is het wellicht al te laat. Ouders denken hierbij aan verschillende zaken die al vroeg aangeleerd kunnen worden: - huishoudelijke werkjes: koken, schoonmaken, was en strijk - informatie opzoeken in functie van de meerderjarigheid - solliciteren, werk zoeken en zich aanbieden - formele documenten leren kennen en bijhouden - formele documenten leren invullen of weten waar men kan helpen hierbij - omgaan met geld Dit zou ingebakken moeten zijn bij alle vormen van jeugdhulp en niet alleen bij begeleid zelfstandig wonen of kamertraining. In kleine groepen min of meer zelfstandig leven binnen een grotere instelling, werd genoemd als een goede aanpak hiervoor. De overgang naar zelfstandigheid is iets dat meer aandacht nodig heeft. Soms zijn 4

jongeren te veel bezig met hun nieuwe vrijheid en hebben ze op dat moment niet de nodige vaardigheden getraind. Soms is de invloed van vrienden ook groter dan deze van opvoeders. Wanneer jongeren dan in de problemen raken moeten ze onmiddellijk kunnen vinden waar ze zich kunnen laten helpen. Aanleren dat het geen schande is om hulp te vragen is ook een belangrijk onderwerp tot gesprek met de jongeren. Ouders melden ook dat er een grote alertheid moet zijn op het gebruiken van informatie in hun voordeel. Informatie over bijvoorbeeld OCMW kan uitlokken dat men zich enkel nog focust op nietwerken. Enkele goede voorbeelden die aangehaald werden: Het is goed dat voor de leeftijd van 18 jaar, de jongeren reeds een stageplaats of vakantiejob zouden hebben. Er bestaan folders voor buitenlanders die hen wegwijs maken in de Belgische regelgeving en administratie. Zij krijgen ook cursussen hierover. Dit zou ook voor de jongeren systematisch moeten georganiseerd worden. Op zijn minst kan men met de jongeren op bezoek gaan bij de diensten die dit geven. Planning aangepast aan de eigenheid van de jongeren. Aan hulpverleners wordt gevraagd efficiënt, kortdurend en gericht te werken. Hulpverleners zijn vaak een steun voor ouders, en doen hun uiterste best, doch ze worden ook belemmerd door het kader waarbinnen ze werken. De nadruk ligt vaak op aanpassing in de gewone maatschappij, ook al houden ouders rekening met de mogelijkheid dat dit mislukt. De reden waarom deze aanpassing niet lukt, wordt dan aangegrepen om zo vlug mogelijk een diagnose te stellen. Vooral bij jongeren die een complexe problematiek vertonen is dit een groot probleem. Doorheen de zoektocht naar de juiste diagnose verliest men soms de aandacht voor de nood van de jongere en zijn gezin. Dit heeft enkele negatieve gevolgen: - Ieder hulpaanbod lijkt verder te werken in de richting waarvoor zij de deskundigen zijn. Met als gevolg dat, naar het aanvoelen van de ouders, te lang gewacht wordt met de conclusie dat het niet werkt. - Wanneer dan toch duidelijk wordt dat het niet werkt, wordt een diagnose gebruikt om de ouders weer terug te sturen met de boodschap dat de jongere niet past in het aanbod. In heel dit verhaal wordt de draagkracht van de ouders vaak overschat. Zij leven met de jongere, zij verlangen naar steun in hun streven naar een aanvaardbaar en leefbaar toekomstperspectief voor de jongere. Zij worden ook geconfronteerd met een variatie aan verklaringen die elk hun eigen weg gaan en hun tijd nemen. Doorheen dit alles raken ouders de rode draad kwijt omdat al deze puzzelstukken nooit samenkomen in een aanpak die aangepast is aan de jongere zelf. Ondertussen worden jongeren langzaam maar zeker 18 jaar en naderen het einde van de jeugdhulp. De eigenheid van de jongere, de mate waarin hij zelfstandigheid bereikt en de mogelijkheden die hij daarvoor heeft, zijn volgens ouders een betere richtlijn. Inschatten van de kansen op zelfstandigheid, bekijken hoe de jongere evolueert (bijvoorbeeld door een toets met een zelfstandigheidschaal) is 5

belangrijker dan de discussie tussen visies. Dit kan best ingeschat worden door een groep van mensen die elk vanuit hun ervaring en kennis van de jongere meedenken op langere termijn. De puzzelstukken van verschillende soorten hulp moeten lang voor de jongere 18 jaar wordt, samen gebracht worden. Uit een ervaring die een moeder bracht werd duidelijk dat het samenzetten van alle hulpverleners voor henzelf meer duidelijkheid bacht. In deze situatie konden zelfs enkele hulpverleners geschrapt worden terwijl de ouders toch nog de geruststelling hadden dat er mensen waren om op terug te vallen indien nodig. Ook hier is er nood aan een moderator, iemand die de jongere volgt en alle hulpverleners samen brengt. Ook hier moet over de grenzen gekeken worden. Jongeren uit Bijzonder Jeugdbijstand kunnen niet terugvallen op de voordelen van bijvoorbeeld jongvolwassenen met een handicap. Toch kan ook voor hen een langdurig soort beschermd wonen of beschermd werken belangrijk zijn. De arbeidsmarkt kent meerdere mogelijkheden die misschien te weinig benut worden (sociale fondsen, voordelen die werkgevers genieten zoals Vivo-contracten). Ouders merken ook op dat tijdens de jeugdhulp de gewone schoolcarrière te gemakkelijk onderbroken wordt. De jongere volgt dan een alternatieve daginvulling. Eens 18 jaar zijn er echter veel minder alternatieven met extra zorg, beschikbaar..en waar staan de ouders.. Wanneer we vragen naar het gevoel dat bij ouders leeft als hulp op 18 jaar plots stopt, komen de volgende zaken naar voor: Onmacht en angst om er alleen voor te staan. In een zoektocht naar verdere hulp tegen een muur aanlopen. Van pier naar pol gestuurd worden. Bij complexe problematieken (of dubbeldiagnose ) het gevoel dat velen proberen en het uiteindelijk ook opgeven. Zelf op de toppen van je tenen lopen.voor de keuze staan zelf kopje onder te gaan of moeten toezien hoe je kind als een vogel voor de kat is. Ouders vertellen ook dat enkel lotgenoten dit begrijpen. De reactie van sommige buitenstaanders om je kind los te laten, is misschien goed bedoeld maar komt hard aan. Dit is geen keuze die men kan maken. Je kind opgeven kan je niet. 6

Welke hulpverlening moet er voorzien worden na 18? Suggesties van de ouders: Vormen van beschut wonen voor jongeren/jongvolwassenen (zoals bij psychiatrie, gehandicaptenzorg, ). Er zijn wel trainingscentra voor kamertraining maar dat is beperkt. Thuisbegeleiding die kan doorlopen nadat jongere 18 wordt, budgetbegeleiding, Kind en Gezin (bij jonge moeders/vaders), hulp bij administratie, Thuisbegeleiding zou ook na 18 mogelijk moeten zijn, zoals andere hulpvormen. Zo kunnen ouders verder ondersteund worden. Thuisbegeleiding moet er voor de kinderen zijn, maar ook voor de ouders. Het is taak van hulpverleners en van de verwijzers (comité en jeugdrechtbank) om te zorgen voor vervolghulp. De hulp die beloofd wordt, moet er ook komen. Er moet iemand zijn die al voor 18 jaar bereikt wordt, de hulpverlening ter voorbereiding overkoepelt, en kijkt welke hulpverlening mogelijk en nodig is, ook na 18 jaar Ook hier kan gewerkt worden met (centrale) wachtlijsten in afwachting dat de betrokkenen kunnen samenwerken met ondersteunende netwerken (al dan niet professioneel), met de bedenking dat wachtlijsten op dat cruciaal moment van 18 jaar nefast zijn. Niet alleen de ouders maar ook hulpverleners voelen die onmacht rond de meerderjarigheid, ook al wordt dat anders ervaren dan wanneer het uw eigen kind is. Voor jongeren betekent 18 worden vaak: eindelijk af van het gezaag en de bemoeienis van de volwassenen. Hulpverlening wordt vaak als een druk ervaren, zelfs als de hulp daarnaast ook als een steun ervaren wordt. De leeftijd van 18 is ook een periode van spanning: zelfstandig worden, woning zoeken die duur is, druk om te gaan werken Jongeren kunnen hulp weigeren op 18, maar ouders vallen dan ook uit de boot. Zij zeggen: ik kan zelf wel hulp gebruiken, ook al weigert mijn kind hulp. Er is geen continuïteit, we moeten dan ergens anders hulp zoeken bij nieuwe mensen terwijl mensen (bijvoorbeeld in de Bijzondere Jeugdzorg) onze situatie al kennen. Als uw kind geen vraag heeft, blijf je zelf ook zonder steun zitten of moet je die gaan vragen waar ze u niet kennen. Je moet vaak alleen uitzoeken en te weten komen waar je naar toe kan Ook andere kinderen die in een gezin zitten met een probleemjongere hebben het lastig, en krijgen soms weinig steun. Er zijn ook heel wat problemen op scholen. Scholen grijpen te weinig constructief in bij geweld, aanhoudende pesterijen. Er wordt bij jongeren die het moeilijk hebben al veel stress opgehoopt op school. Leerkrachten kunnen ook niet alles aan. School zou ook een plaats moeten zijn waar aandacht is voor sociale vaardigheden. Waar gewerkt wordt rond geweld en krenkingen, sociale vaardigheden als: hoe leren samenwerken, positieve ervaringen opdoen (ook voor jongeren die het moeilijker hebben), omgaan met pesten, diefstal, allerlei andere vormen van gedrag dat de stress en het onveiligheidsgevoel bij jongeren verhoogt. Liefst preventief en niet alleen bestraffend. Namens de deelnemers van de Roppov-oudergroep Gent en de ouders die vroeger of op andere wijze hun inbreng deden omtrent dit thema, Ingrid Crabbe vzw Roppov 7

Martelaarslaan 212 9000 Gent 8