Lestip 'Hip en Pip' Over het boek. Aanzet



Vergelijkbare documenten
Lestip 'Die hoed zit goed'

Lestip 'Jacques naar de stad'

Lestip 'De avonturen van Kapitein Onderbroek'

Je eigen nieuwjaarsbrief

De Drakendokter: Gideon

Lestip 'Mevrouw wit konijn'

Lestip 'Verdriet' Over het boek. Aan de slag. Voor het lezen. a. Werken met twee prenten

Lestip 'Hoe maak ik tijd?'

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Echte helden. Alice Pantermüller Christiane Hansen GEGEVENS BOEK: KORTE INHOUD: ISBN ,99. Uitgeverij Bakermat

Lesbrief bij Niemand mag het weten. Trudy van Harten

Lestip 'Het is een boek!'

Lou en Lena: NEE tegen geweld!

Lestip 'Groot!' Over het boek. Aanzet. Vertelbeurt

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

B. Lessuggesties bij het lied Zeg, Roodkapje, waar ga je heen? 1. Wilde dieren versus huisdieren

Tekst lezen en vragen stellen

Lestip 'De ongelooflijk bijzondere boekeneter'

Informatie voor ouders

akelige doosjes Dag 3 Monsters in Lesdoelen Materialen Voorbereiding Coöperatieve werkvormen in deze les

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILE: HOE MAAK IK HET UIT? VAN LIEF NAAR EX.

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Copyright Beertje Anders

Begrijpend luisteren. Annemarieke Kool. CPS Onderwijsontwikkeling en advies

Liefde, voor iedereen gelijk?

Beertje Bruin zegt dan: Ik heb van moeder Beer gehoord dat je erg verdrietig

Zoveel heb ik jou lief

Wielewoelewool, ik ga naar school! Toelichting

Lestip 'Roodkapje was een toffe meid'

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

LESTIPS JEUGDBOEKENWEEK. eerste leerjaar. Stichting Lezen presenteert.

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Lestip 'Meneer Minuscuul en de walvis'

Lestip 'De vader met de grote schoenen'

Lestip 'Job en de duif schrikken zich een bult'

Je kan dit ook als individuele schriftelijke opdracht geven voor de kinderen het verhaal lezen.

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Vogelgriep. Auteur: Chris Vegter Illustraties: Dirk van der Maat. Boekverslag van:... Klas:...

VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX LEERJAAR 4 TAAL

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

lesmateriaal Taalkrant

Lestips bij het boek 'De vijand'

Lestip 'Pomelo groeit'

Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid

Lesbrief. Voetstappen Kader Abdolah

Werkwijzer Verslagkring:

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen.

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Document vertellen en presenteren voor de groepen 1, 2, 3 en 4. Doelen van vertellen en presenteren in groep 1 en 2:

Dag 2 Gevoelensgedichten

Lestip 'Louize en de Listige Kat'

De leerlingen leren omgaan met gevoelens van zichzelf en anderen, met name gevoelens die horen bij hun leeftijd.

Lestip 'Het geheim van Rosie en Moussa'

Lestip 'Otto-Jan zegt nee tegen lezen'

Lestip 'Huisbeestenboel'

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Mirjams mama en moekie

De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien.

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

Wanneer ze op het schoolplein rond keek, dan zag ze dat sommige kinderen blij waren en andere kinderen verdrietig.

Eerst je eigen toekomst bedenken, voordat je samen een toekomst bedenkt. Aantrekkelijk voelen Pak je echte wens

Lestip 'Gijsje' Over het boek. Aanzet

Lestip 'Raaf, ree, lees je mee?'

Juf Sabine en juf Maaike

De manus branding stichting

Lesbrief bij Als honden konden bidden van Margriet Cobben

Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling

Pol Van Damme. Leesfiches

Creatief en flexibel toepassen van Triplep. Maarten Vos Doe, laat zien, lach, oefen en geef applaus

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Spreekbeurt, en werkstuk

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Lestip 'William wil de wereld zien'

Hoe bereid ik een spreekbeurt voor?

LES 2 THEMA S UIT DE FILM GODS LAM EN PANTOMIME

Uitleg bij de spellingskaartjes.

Instructie 1. Heb jij je voelsprieten uitstaan? De relatie met je cliënt

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Studielessen voor kinderen van 4-7 jaar

Echte helden. ALICE PANTERMULLER, Christiane Hansen ISBN NUR 273 D/2014/6186/20. Uitgeverij Bakermat. Suggesties: Emy Geyskens

HANDIG ALS EEN HOND DREIGT

taalkaart 1 Mijn diploma Mijn diploma

Lestip 'Watson of Hoe je een meisje verovert met 23 uitvindingen en 1 muis'

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Oplossingsgerichte vragen (Het Spel van Oplossingen IKB & TS)

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Begrijpend luisteren

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Gedichtendag 2012 Stroom. Naar aanleiding van de gedichtendag op 26 januari Leerkracht: Cara Figoureux Nederlands

en zelfbeeld Lichamelijke ontwikkeling Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Kinderboeken: Les 1: Wie ben ik Lesoverzicht

Gedicht over de Loonse en Drunense Duinen (Uit: Bergen Zand met hoedjes op van Elle van Lieshout en Erik van Os)

Elk van deze oefeningen kan aangevuld worden met het stappenplan: veters knopen (zie bijlage) het knutselblad Veterdiploma (zie bijlage en A.

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

Stellingen en normering leerlingvragenlijst

Lesbrief voor leerlingen: hoe ontwerp je een omslag voor een boek

Activiteiten bij 'De tovenaar die vergat te toveren'

Lesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Transcriptie:

Lestip 'Hip en Pip' Over het boek Hip houdt van zijn luilekkerhondenleventje bij Eef. Als Eef de pup Pip in huis haalt, moet Hip alle aandacht delen. Dat vindt hij maar niks en hij bedenkt de ene na de andere list om de kleine indringer te doen verdwijnen Hip is een gedroomd hoofdpersonage: nors, hooghartig en vooringenomen, maar stiekem ook lief, bezorgd en teder. De expressieve illustraties in zwart, wit en oker zetten het contrast tussen de grote Hip en de kleine Pip mooi in de verf. Dit grappige verhaal over jaloezie en vooroordelen is er voor beginnende lezers. Auteur(s) Loes Hazelaar, Richard Verschraagen (illustrator) Uitgeverij Lannoo / 2010 Aantal pagina's 94 p. ISBN 9789020990522 Genre Fictie Doelgroep 1ste leerjaar Trefwoorden Auteur lestip Sofie Daniëls, Katrien Goeman Aanzet Kopieer de omslag (cover en achterflap) van het boek. Knip vervolgens alle onderdelen van de (gekopieerde) omslag uit : de naam van de auteur, de uitspraak over de illustraties en de naam van de illustrator, de titel, de prent op de cover, de rug van het boek, de korte inhoud op de achterflap (met de groene zin erbij), de kleine tekening op de achterflap, de informatie onderaan de achterflap (de streepjescode en de website van de uitgeverij), de technische gegevens die de bib toevoegt aan de omslag (als je het boek leent van de bibliotheek). De kinderen krijgen alle uitgeknipte onderdelen. Zelf hebben ze een ringmap of een oud boek nodig, en plakband. Je toont het boek van Hip en Pip dat ingepakt is. Vertel hen dat ze alle gegevens hebben gekregen van het nieuwe, nog ingepakte boek, waarmee ze gaan werken in de Jeugdboekenweek. Op hun map of boek kleven ze de onderdelen waar zij denken dat ze moeten komen. De opdracht kan je als partnerwerk, groepswerk of als hoekenwerk laten uitvoeren. Kies je voor groepswerk, kopieer de omslag dan op A3formaat en knip daarna de vergrote onderdelen uit. Geef de groepjes ook een groot boek om de onderdelen op te kleven. Voordeel van

groepswerk is de interactie tussen kinderen. Zelf observeer je, je komt niet tussen. Is iedereen klaar? Dan stellen de leerlingen, individueel of in groep, hun boekomslagen voor. Of je brengt de onderdelen zelf aan op het bord. Boots daarbij een boek na door de zijborden dicht te klappen : het rechterbord is dan de cover, het linkerbord de achterflap. Ook de kinderen vouwen hun ontwerp open. Zo kunnen ze makkelijk meevolgen. Bespreek elk onderdeel : Hip en Pip : Wat voor tekst is dat? Hoe staat die tekst gedrukt? ( De tekst staat groot gedrukt. Het is de titel ). Loes Hazelaar : Dat is een naam van een persoon. Wie zou dat zijn? Hoe noemen we zo iemand? ( auteur, schrijfster ). Hoe groot staat de naam gedrukt? ( Kleiner dan de titel, maar toch nog erg groot ). Sta stil bij alle onderdelen, ook bij de tekening en de gevoelens die de prent uitstraalt. Bespreek, indien van toepassing, ook de bibliotheekinfo op het boek. Elk boek uit de bibliotheek heeft een eigen code, elke bibliotheek deelt zijn boeken in op een bepaalde manier. Waarvoor dient de streepjescode van de bib, denken ze? Neem tot slot ook een kijkje op de website van de uitgever (www.lannoo.com) die onderaan de achterflap vermeld staat. Stel alle nieuwe boekomslagen tentoon en pak het échte boek uit. Ziet dat eruit zoals ze verwacht hadden? Bespreek de afwijkende composities die de kinderen hebben gemaakt voor hun eigen, nieuwe boek. Kan hun ontwerp ook? Waarom wel? Waarom niet? Lager - Nederlands - Lezen 3.5 Lager - ICT - 6 Lager - Nederlands - Schrijven 4.8 Lager - Sociale vaardigheden - domein relatiewijzen 1.5 Lager - Sociale vaardigheden - domein samenwerking 3 Lager - Nederlands - Strategieën 5.3 Lager - Nederlands - Strategieën 5.4 Lager - Nederlands - Strategieën 5.1 Verwerkingsactiviteiten Klasboek Lees Hip en Pip voor tot en met pagina 23. In dit stukje wordt Pip voorgesteld en beslist Hip dat Pip weg moet, al weet hij niet hoe. Na het voorlezen van deze passage mogen kinderen reageren. Daarna lees je pagina 24 tot 35 voor. Daarin voert Hip zijn eerste plannetje uit waarmee Pip moet verdwijnen. Wat vinden ze van Hips plannetje? Kunnen ze zelf nieuwe plannen bedenken om Pip te laten verdwijnen? Alleen of samen met anderen mogen ze die verdwijntrucs verwerken. Stimuleer hen om de talenten te bundelen. Suggesties voor verwerking zijn : een nieuw plan van Hip bedenken en uitbeelden, een stripverhaal maken, kamishibai-prenten maken De kamishibai zelf, een Japans vertelkastje, kan je ontlenen in de bib of zelf maken. Meer uitleg daarover staat op: http://www.steunpuntgok.be/downloads/goktip_kamishibai.pdf of http://www.abcweb.be/nl/abc-kamishibai. Alle werkjes worden gepresenteerd in één map : de kamishibai-prenten, de stripverhalen Van de toneelstukjes maak je foto s die ook in de map komen. Je kan kiezen voor één van de mappen waarop de kinderen de onderdelen van het boek hebben gekleefd. Wat ontbreekt er nog op dat boek, denken ze? ( De namen van alle kinderen van de klas, want zij zijn nu ook medeauteur of mede-illustrator van dit boek ). Op een blanco strook schrijven de jonge auteurs hun naam na die van Loes Hazelaar, op een andere blanco strook noteren de illustratoren dan weer hun naam na die van Richard Verschraagen. Dat wordt dan het nieuwe klasboek. Zorg er wel voor dat er naast het nieuwe klasboek één map of boek blijft staan met de originele onderdelen van het boek.

Zo blijft het verschil helder voor de kinderen. Kleuter - Nederlands - Spreken 2.7 Lager - Nederlands - Schrijven 4.4 Lager - Nederlands - Schrijven 4.8 Lager - Muzische vorming - Beeld 1.6 Lager - Muzische vorming - Drama 3.1 Lager - Muzische vorming - Beweging 4.2 Lager - Sociale vaardigheden - domein relatiewijzen 1.5 Lager - Sociale vaardigheden - domein samenwerking 3 Filosoferen Lees verder voor. Zo leert de klas de nieuwe plannetjes van Hip kennen. Herkennen ze hun eigen ideetjes? Hou een filosofisch getinte nabespreking: Waarom doet Hip dit? Hoe voelt hij zich? Begrijpen jullie hem? Heb jij je ook al eens zo gevoeld? Heb jij je ook al eens zorgen gemaakt om iets of iemand nieuws in je buurt? Focus daarna op het begrip delen : Wat kan je allemaal delen? ( voorwerpen, ruimte, liefde, aandacht, kennis, mensen ). Stuur zelf het gesprek in een zo breed mogelijke richting zodat de kinderen niet enkel bij voorwerpen blijven. Laat de kinderen daarna situaties bedenken waarin ze op verschillende manieren voorwerpen, liefde, aandacht moeten delen. Vraag bij elke situatie: Hoe zou jij reageren? Waarvan of van wie kan je reactie afhangen? Laat het boek in de klas staan zodat de kinderen er verder kunnen in lezen. Als je merkt dat de klas erg gegrepen is door het verhaal, kan je elke dag een stukje verder voorlezen. Lager - Nederlands - Spreken 2.7 Lager - Sociale vaardigheden - domein relatiewijzen 1.6 Lager - Wereldoriëntatie - Mens (ik en mezelf) 3.1 Lager - Wereldoriëntatie - Mens (ik en mezelf) 3.2 Rijmen Hip hoort niet goed meer, en maakt zo ongewild rijmpjes. Lees onderstaande stukjes voor en laat de kinderen de rijmwoorden ontdekken: Doe eens lief, Hip zegt Eef, Pip is je zus. Niet echt, maar wel een soort van zus. Wat zeg je? Een soort van mus? blaft Hip. (p. 13) Wat moet jij met de krant van Eef? Eef leest de krant. Jij toch niet? Neee, ik plas op de krant, waft Pip. Wat zeg je? Pas jij op de krant? blaft Hip.(p. 27) Daarna mogen ze nieuwe zinnen bedenken, met een slechthorende juf, mama in de hoofdrol. Geef zelf eerst een voorbeeld. Wat zou de juf kunnen antwoorden als een kind vraagt: Mag ik naar het toilet? ( Wat zeg je? Wil jij een kroket? ). En wat zou de moeder kunnen antwoorden als haar dochter of zoon zegt: Mama! Ik ben thuis ( Wat zeg je? Is er een muis? ). Laat de kinderen nieuwe situaties bedenken: thuis, in de klas, om het even waar. Is dat te moeilijk voor hen, dan geef jij hen een eerste zin waarop zij slechthorend en rijmend moeten antwoorden.de antwoordzin moet niet precies hetzelfde zijn opgebouwd als de zin die jij

opgeeft. Belangrijk is vooral dat er twee rijmende woorden inzitten. Dat lukt het best met eindrijm. Je kan deze opdracht ook in duo s laten uitvoeren. Daarna spelen ze hun vondsten na voor de klas. Dit is een opdracht die niet lang hoeft te duren, en die de kinderen beslist leuk vinden. Lager - Nederlands - Luisteren 1.9 Kleuter - Nederlands - Spreken 2.7 Lager - Nederlands - Taalbeschouwing (taalsysteem) 6.5 En verder Ik ben een hond Kunnen honden spreken? Op welke manier? Eef begrijpt haar hond door zijn geblaf. Laat de kinderen duo s vormen: de ene is het baasje, de ander de hond. De honden mogen enkel blaffen, geen menselijke gebaren maken. De baasjes raden wat de hond zegt. Verzin met de kinderen leuke situaties, bijvoorbeeld: Je moet dringend plassen en je wil dat je baasje de deur open doet. Je bent erg boos want iemand wil je baasje pijn doen en jij wil hem verdedigen. Je wil een knuffel. Je ligt in je mand te dromen over een stout plan. Je bent bang, het dondert. Je bent heel blij want je mag een wandeling gaan maken in het park. Je kan deze expressie oefening ook met de hele klas samen in een grotere ruimte doen. Verdeel de groep dan in honden (spelers) en baasjes (kijkers) en maak duo s. Dat neemt de angst weg ( Voldoe ik wel? ), en maakt opbouw en verbetering mogelijk. Voorzie af en toe een moment waarop de kinderen die dat willen één van hun blafscènes voorstellen voor de groep. De kijkers raden dan wat het blaffende kind zou bedoelen. Lager - Muzische vorming - Drama 3.3 Lager - Muzische vorming - Drama 3.5 Lager - Muzische vorming - Attitudes 6.4 Dieren raden Pip heeft nog nooit een poes gezien. Hip legt het uit. Lees die passage op pagina 40 voor, vanaf Ik zie een poes tot het einde van de pagina. De passage is de perfecte introductie voor een spreekoefening. De kinderen, elk apart of in een groepje, nemen een dier in gedachten. Ze praten er één minuut over zonder de naam van het dier zelf te gebruiken. Na één minuut mogen de andere kinderen raden. Antwoorden zoeken ze per twee, in overleg. Ze schrijven de naam van het dier op een briefje of een klein white board. De briefjes of bordjes gaan tegelijkertijd de lucht in. De spreker of het groepje sprekers vertelt welke dierennaam de juiste was. Lager - Nederlands - Spreken 2.6 Lager - Nederlands - Spreken 2.7

Stapmeditatie Pip beleeft heel wat dingen voor de eerste keer. Zo denkt ze dat ze op water kan lopen. Ze springt het meer in, zinkt naar beneden en wordt kletsnat. Zonder dat ze het goed beseft, begint ze te zwemmen. Dat staat te lezen op pagina s 44 tot 47. Hetzelfde geldt voor mensen en in het bijzonder voor kinderen. Zijn er dingen die ze onbewust doen, net zoals Pip? Wat kunnen ze nu dat ze vorig jaar nog niet konden? Doe daarna met de klas een stapmeditatie. Je laat hen rondwandelen en opdrachten uitvoeren, bij voorkeur in een grote ruimte als de turnzaal. Door de opdrachten beseffen ze nauwelijks dat ze wandelen. Ze krijgen meer inzicht in hun lichaam en bewegingen, ze worden rustiger en zijn zich meer bewust van wat ze kunnen. Alles over stapmeditatie lees je hier: http://www.aandacht.be/nl/hulpbronnen_inspiratie.html Hou je niet van meditatie, leer de kinderen dan gewoon iets verrassends nieuws, bijvoorbeeld schrijven met de voeten. Laat de kinderen verwoorden wat ze voelen, denken, zien, ervaren bij het uitvoeren van de nieuwe opdracht. Lager - Muzische vorming - Attitudes 6.1 Lager - Muzische vorming - Attitudes 6.5 Lager - Wereldoriëntatie - Natuur (algemene vaardigheden) 1.1 Lager - Wereldoriëntatie - Mens (ik en mezelf) 3.1 Lager - Wereldoriëntatie - Mens (ik en mezelf) 3.2 Lager - Lichamelijke opvoeding - Motorische competenties (zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties) 1.6 Lager - Lichamelijke opvoeding - Motorische competenties (zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties) 1.7 Lager - Lichamelijke opvoeding - Motorische competenties (zelfredzaamheid in kindgerichte bewegingssituaties) 1.8 Lager - Lichamelijke opvoeding - Motorische competenties (oplossen van kind-aangepaste bewegingsproblemen) 1.28