Beroepscompetentieprofiel Diagnosetechnicus Personenauto s



Vergelijkbare documenten
Beroepscompetentieprofiel Diagnosetechnicus Bedrijfsauto s

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Kerntaak 1: Voert onderhoud uit aan motorfietsen

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq. Uit handboek beroepsprofielen metaal Dijk12-Juni 2001

Kerntaak 2: Voert reparaties uit aan personenauto's

Beroepstypering Onderhoudsmonteur installatietechniek. Algemene informatie datum: versie: 1

1. Beroepsprofiel Constructiebankwerker/lasser

Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap. 1. Beroepsprofiel Monteur Lichte Staalbouw Buitendienst

Onderhoud kleine verbrandingsmotoren (buitenboordmotoren, tuin- en parkmachines)

Deelnemersinformatie Beoordeling Eerste Autotechnicus. Crebocode 93420, dossier

Formulier Ontwikkelingsgerichte beoordeling

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische installaties woning en utiliteit, Niveau 4, crebo 25263

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen, niveau 4, crebo 25262

Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap. 1. Beroepsprofiel Fijn constructiebankwerker/lasser

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische installaties woning en utiliteit, crebo 25263

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Kerntaak 1: Voert onderhoud uit aan personenauto's

Werkplaats-chef Personenauto s Beroepscompetentieprofiel

Kerntaak 1: Voert onderhoud uit

Kerntaak 1: Voert onderhoud uit

Kerntaak 1: Ontwerpt producten of systemen

Kerntaak 1: Repareert, onderhoudt en maakt standaard revalidatiehulpmiddelen afleveringsklaar

Kerntaak 1: Vervaardigt onderdelen voor vliegtuigen en verricht reparaties en modificaties.

Competenties. Overzicht

Serviceadviseur Mobiliteitsbranche Beroepscompetentieprofiel

Kerntaak 1: Installeert technische installaties

Beroepscompetentieprofiel. Basismedewerker interieurtextiel

Opleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus elektrotechnische systemen, crebo

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

Kerntaak 1: Onderhoud en modificaties uitvoeren

Kerntaak 1: Voert onderhoud uit aan motorfietsen

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Eerste monteur mechatronica, crebo

Overzicht kerntaken, werkprocessen, prestatie-indicatoren gekoppeld aan examenproducten

Opleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind

De planning is realistisch, efficiënt en afdoende afgestemd met de betrokkenen.

Kerntaak 1: Onderhoud en modificaties uitvoeren

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

datum: december 2005 versie: 3 KNVB, KNZB, KNGU en NeVoBo in samenwerking met CINOP 0 vakman/vakvrouw niveau 4

Kerntaak 1: Ontwerpt producten of systemen

Eerste Motorfietstechnicus Beroepscompetentieprofiel. Niveau 3

NEDERLANDSE KANO BOND Aangesloten bij: NOC*NSF / European Canoe Association / International Canoë Fédération Commissie Opleidingen

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Eerste monteur elektrotechnische installaties woning en utiliteit, crebo 25332

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

MARKETEER RESULTAATGEBIEDEN. Wat kan ik doen om de doelen te bereiken? (Activiteiten) Wat moet ik bereiken? (Doelen)

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq. Uit handboek beroepsprofielen metaal Dijk12-Juni 2001

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq. Kenteq d.d Landbouwmechanisatie d.d

FOCWA Branchetoetsdocument. Veilig werken aan e-voertuigen. Vereniging FOCWA Schadeherstel januari 2014

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Eerste monteur elektronische installaties woning en utiliteit, crebo Basisdeel

VCA functie / aanwijzing FORMULIER. Formulier Functieomschrijving Projectmanager (11) FUNCTIEOMSCHRIJVING. Organisatie

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Eerste monteur elektrotechnische systemen, crebo 25339

datum: 19 april 2005 versie: 2

Kerntaak 1: Neemt reparatieopdrachten aan

Beroepsprofiel Tekenaar-constructeur. Algemene informatie datum: versie: 01 Onder regie van

Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Kenteq

FUNCTIEBESCHRIJVING Medior adviseur Expertisecentrum

Voertuigen voor mindervalide gebruikers

Kenteq, kenniscentrum voor technisch vakmanschap. Brondocument(en) Uitwerking van kerntaken, klankbordgroep maart 2003

Toelichten van het oordeel

Autoschadehersteller. Crebonummer / PvB 01. Voertuig afleveringsklaarmaken na reparatie. Handleiding Proeve van Bekwaamheid

Kerntaak 1: Vervaardigt elektrotechnische (deel-)producten

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Eerste monteur elektrotechnische industriële installaties, crebo Basisdeel

Formulier Ontwikkelingsgerichte beoordeling

Formulier ontwikkelingsgericht beoordelen en begeleiden Technicus engineering, crebo

Houdingsaspecten 2.1: Voorkomen van (ver)storingen 2.2: Lokaliseren en verhelpen van (ver)storingen 1 e beoordeling 2 e beoordeling eindbeoordeling

Werkplaats-chef Bedrijfsauto s Beroepscompetentieprofiel

Opleidingsgebied ICT. 2 e beoordeling: Eindbeoordeling:

Kerntaak 1: Bedienen en bewaken van installaties

Kwalificatiedossier Aftersales Mobiliteitsbranche

Motorfietstechnicus Beroepscompetentieprofiel

Puberbrein als Innovatiekans. Beschrijving van de 4 basiscompetenties

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is.

Eerste Scootertechnicus Beroepscompetentieprofiel. Niveau 3

MEDEWERKER ACTIES EN EVENEMENTEN

Casusinformatie behorende bij de functie van Klantmanager 1 GEMEENTE ZOETERMEER Functiefamilie : Functienaam : Niveau : 1. Typering Functiefamilie

Kerntaak 1: Voert onderhoud uit aan verbrandingsmotoren

Eerste Fietstechnicus Beroepscompetentieprofiel. Niveau 3

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

Kerntaak 2: Realiseert en bewerkt licht, beeld en/of geluid

Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag

Praktijkopdracht. Instructie student. Kwalificerend. Ondernemer horeca/bakkerij Meewerkend horeca ondernemer. Uitstroom : Meewerkend horeca ondernemer

Kerntaak 1: Voert beglazingswerkzaamheden uit

Beoordelingsformulier Certificaat B Duurzaamheid Kerntaak 1

Beroepsprofiel Vakman gww

Logistiek in het MKB

Kerntaak 1: Bewerkt materialen

Kerntaak 2: Verricht administratiewerkzaamheden

Ondernemend gedrag (geschikt voor niveau 1 en 2)

Assisteren bij Sport en Recreatie

Kerntaak 1: Voert en verzorgt dieren

Competentie en component(en) Prestatie-indicator. Analyseren Informatie genereren uit gegevens Informatie uiteenrafelen

Beroepscompetentieprofiel Monteur mobiele werktuigen en installaties buitendienst ALGEMENE INFORMATIE datum: versie: 04

Trajectlijn keuzedeel Zorg en Technologie Code K SBU - niveau 3 Gekoppeld aan Verzorgende- IG (3) en Maatschappelijke Zorg (3)

Formulier Ontwikkelingsgerichte beoordeling

Kerntaak 1: Voert schilderwerk uit

PREZZENT Functiebeschrijving. Persoonlijk begeleider. Datum februari 2012 FWG 40 A: DOELOMSCHRIJVING

Kerntaak 1: Voert schilderwerk uit

Beroepsprofiel Installatiemonteur Elektrotechniek. ALGEMENE INFORMATIE datum: 23 december 2004 versie: 1 Onder regie van KBB. Legitimering BCP door:

Opleidingsgebied ICT. Niveau Beginnend *zie omschrijving beoordelingscriteria Gevorderd* Bekwaam* Werkproces(sen) Beoordeling* 1 e 2 e eind

Het mede verzorgen van de dagelijkse restauratieve voorzieningen en de uitbrengmaaltijden.

Transcriptie:

Beroepscompetentieprofiel Diagnosetechnicus Personenauto s Innovam Groep Afdeling Innovam Consult Nieuwegein, februari 2004

Beroepscompetentieprofiel Diagnosetechnicus Personenauto s Algemene informatie datum: februari 2004 versie: 04 Onder regie van kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven Ontwikkeld door: Innovam Innovam Consult Brondocument(en) Legitimering Beroepscompetentieprofiel door: op formatvereisten op inhoud Interviews met medewerkers uit NDA en ABA-bedrijven; Eindtermendocument Diagnosetechnicus, januari 2001 Cd-rom Branchemonitor Mobiliteitsbranche 2001-2002, Cardano Instituut, Nieuwegein. Internetsites van de BOVAG, RAI, OOMT Innovam, Innovam Consult Vergadering BeVam-bestuur, 2 maart 2004 Mogelijke functiebenamingen Diagnosemonteur (Eerste) Auto-elektricien Elektromonteur Master Technician Service Technicus Technisch Specialist Elektro Protechnician Beroepsbeschrijving Beroepscontext/ werkzaamheden Een Diagnosetechnicus (DT er ) werkt een niveaustap hoger dan de Eerste Autotechnicus (EAT er ). Hij werkt als zelfstandig technicus in de werkplaats van grote en kleine personenautodealers of universele autobedrijven. Een DT er voert technische werkzaamheden uit aan personenauto s, die voor een onderhoudsbeurt of een reparatie in de werkplaats staan. Vanwege zijn specialisme is een DT er met name belast met het stellen van diagnoses en oplossen van complexe problemen of klachten. Dit vraagt om specifieke kennis van alle voorkomende complexe systemen, een uitstekend vermogen om in dergelijke systemen diagnose te stellen en creativiteit bij het oplossen van problemen. Bovendien is een DT er vaak een vakman op een bepaald onderdeel, bijvoorbeeld: APK-keurmeester, leermeester voor de begeleiding van leerlingen; specialist in uitlijning, motormanagement of Auto-airco Monteur (STEK). Een groot deel van taken van de DT er betreft fysieke werkzaamheden. Daarvoor moeten zijn primaire zintuigen goed functioneren. Voor het bedienen van (meet)gereedschappen ten behoeve van onderhoud, reparatie en diagnose moet hij beschikken over een goed ontwikkelde motoriek en oog-handcoördinatie. BCP Diagnosetechnicus PA 2

Rol en verantwoordelijkheden De Diagnosetechnicus (DT er) is de hoogst gekwalificeerde vakman in de werkplaats voor het opsporen en oplossen van complexe problemen of klachten. Hij is dé specialist en troubleshooter van de werkplaats. Bij het oplossen van klachten legt hij contacten met de importeur of fabrikant. Hij is in staat om de juiste informatie te verwerven en dit te vertalen naar zijn situatie. Een andere belangrijke rol is het ondersteunen van collega s bij het stellen van diagnoses bij problemen waar zij zelf niet uitkomen. Hij treedt op als begeleider van minder ervaren collega s en leerlingen. Een DT er draagt vrijwel dezelfde verantwoordelijkheden als een Eerste Autotechnicus. Hij is eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen werk en controleert tevens de collega s met wie hij samenwerkt. Hij werkt volgens de bedrijfsregels, procedures en wettelijk Arbo, veiligheids- en milieu-eisen. Een DT er legt verantwoording af aan de werkplaatschef. Bij grotere bedrijven werkt men vaak in teams. Sommige DT ers treden dan soms op als meewerkend voorman. In deze rol stuurt hij een team van technici aan (collega AT ers en EAT ers). Een DT er heeft contact met de klant bij het uitvoeren van onderhoudsbeurten of reparaties. Indien nodig benadert hij hen voor extra informatie bij klachten of legt hen achteraf uit wat er aan de hand is. Complexiteit De focus van een DT er is het zelfstandig oplossen van complexe problemen of klachten waarvoor geen vaste aanpak of procedures bestaan. In de werkplaats is hij de specialist en hij bezit vaak als enige de vereiste kennis om complexe problemen in mechanische, pneumatische, hydraulische, elektrische en elektronische systemen op te lossen. Dit vraagt een hoog probleemoplossend vermogen, planmatig werken en een hoge snelheid van zoeken. In veel gevallen is de opdracht (werkorder) weinig concreet en de vooraf ingeschatte tijd en omvang zijn minder zeker. In zijn werk moet een DT er een evenwichtige balans zien te vinden tussen de tijd die hij besteedt aan het zelfstandig uitvoeren van zijn eigen taken en het begeleiden van collega s. Door zijn grote expertise krijgt hij enerzijds de complexe en zware klussen die veel tijd en aandacht vergen, anderzijds wordt hij op verschillende momenten in een werkdag gevraagd om collega s te ondersteunen bij problemen waar zij op dat moment niet uitkomen. Bij het samenwerken met anderen is het van belang dat een DT er zijn sociale vaardigheden inzet en inlevingsvermogen toont bij het begeleiden van zijn collega s. Typerende beroepshouding Een DT er krijgt met name de zware en vage problemen toegewezen. Dit vraagt een klant- en servicegerichte instelling, goede communicatieve vaardigheden, flexibiliteit, maar vooral ook een hoge kwaliteitsnorm en een focus op het oplossen van problemen. Het werk verlangt daarnaast ook planmatig en snel werken, kostenbewustzijn en verantwoordelijkheidsgevoel ten opzichte van zijn eigen werk en dat van anderen. BCP Diagnosetechnicus PA 3

Trends/innovaties Marktontwikkelingen Doordat de markt transparanter wordt is de consument beter geïnformeerd en wordt de consument mondiger en kritischer (grote invloed van het internet); De consument wil steeds meer middels on stop shopping geholpen worden; Wijziging in de verordening 1475/95 (exclusieve en selectieve distributie van auto s) met mogelijke toename van de macht van de fabrikanten over de dealers en dus kansen voor de universele autobedrijven; Toename van informatie- en computertechnologie in de autobranche (bijvoorbeeld software voor het uitlezen van storingen en het doen van diagnose); Toename van samenwerking met collega-universele-bedrijven; Toename concurrentie in de occasionhandel (ook via internet); Schaalvergroting zowel bij fabrikanten als bij dealers; Grote afnemers (fleetowners en leasemaatschappijen) zullen meer en meer afspraken maken met fabrikanten of importeurs, buiten de dealers om. Arbeidsmarkt Van een tekort aan personeel tot ca 2001 is momenteel een duidelijke kentering merkbaar; vertrekkend personeel wordt niet meer als vanzelfsprekend vervangen, investeringen worden uitgesteld. Eisen aan (toekomstig) personeel worden steeds hoger (zowel op technisch als op sociaal vlak). Wetgeving/ overheidsregulering Technologische ontwikkelingen Een DT er werkt volgens de geldende ARBO, milieu- en veiligheidseisen. Voor een aantal werkzaamheden gelden wettelijke eisen waarvoor de DT er een certificaat of speciale bevoegdheid moet hebben (bijv. APK en koudemiddelen). Verdergaande automatisering en de snelheid waarmee aanpassingen en uitbreidingen hierin worden doorgevoerd zijn een bron voor scholing van de Diagnosetechnicus. De toenemende technische gecompliceerdheid van auto s heeft ook gevolgen voor de Diagnosetechnicus. Hij moet op de hoogte zijn van de nieuwste technische snufjes in auto s en deze kunnen vertellen en uitleggen aan de klant. Meer aandacht voor het milieu door o.a. hergebruik van materialen, zuinige en stille motoren en een lagere emissie-uitstoot. Minder onderhoudsbeurten en een langere interval tussen de onderhoudsbeurten van de auto s door een hogere kwaliteit van de materialen, componenten en vloeistoffen. Een toenemende complexiteit en geavanceerdheid van technologie in de auto s, het gereedschap en testapparatuur. Bijvoorbeeld: boordcomputers en tracking- en tracingsystemen, meer geavanceerde managementsystemen. BCP Diagnosetechnicus PA 4

Bedrijfsorganisatorische Ontwikkelingen De tendens is dat losse componenten of elementen niet meer gerepareerd worden in de werkplaats, maar in hun geheel worden vervangen door ruildelen. Het traditionele werk van zoek en repareer verschuift naar zoek en vervang. Het specialistisch reparatiewerk wordt vanwege kostenreductie door een importeur uitbesteed aan toeleveranciers. Een andere ontwikkeling is de toename van de kwaliteit van voertuigen. Hierdoor worden de onderhoudsintervallen aan een voertuig steeds groter. De werkzaamheden aan een auto zijn per onderhoudsbeurt wel omvangrijker. Tot slot is de toegepaste technologie in voertuigen steeds complexer en geavanceerder. Wanneer problemen of klachten optreden, zijn deze moeilijker op te sporen en op te lossen. Consequenties: Door toename van complexe technologie binnen voertuigen wordt van een DT er verwacht dat hij diagnoses kan stellen die ingewikkelder van aard zijn dan nu. Er zijn dan ook bewegingen gesignaleerd waarbij de functie van EAET er en ook die van Diagnosetechnicus (DT er) verdwijnen als een aparte functie en integreren als specialisme binnen de functie EAT er. Vanwege het principe van zoek en vervang zullen onderhouds- en vervangingswerkzaamheden steeds vaker door minder gekwalificeerde monteurs uitgevoerd worden. Internationale Ontwikkelingen Loopbaanmogelijkheden Niet alleen nationaal, maar ook internationaal verandert door de aan te passen Europese richtlijn de positie van merkdealers ten opzichte van de importeurs en fabrikanten. Dat geeft kansen voor universele autobedrijven. In universele autobedrijven hebben over het algemeen de werkplaatsmedewerkers meer contact met de klant dan bij de merkdealerbedrijven. Dat betekent dat in de nabije toekomst bij meer werknemers een beroep gedaan wordt op competenties op het gebied van klantgerichtheid en communicatie. Een DT er heeft als vooropleiding de studie Diagnosetechnicus (KSB, niveau 4) afgerond. Om vakman te worden is daarnaast minimaal een aantal jaren praktijkervaring vereist. Een DT er heeft een beperkt aantal mogelijkheden om door te groeien of zich te verbreden. Een groot aantal mogelijkheden geldt ook voor het niveau van Eerste Autotechnicus. Doorstroom- en verbredingsmogelijkheden: (Meewerkend) Voorman Werkplaatschef APK 2-keurmeester Leermeester Auto-aircomonteur (STEK) Inbouwspecialist autobeveiligingssystemen met alarmvolging (SCM) Benzine- en/of Dieselmotormanagement Servicetechnicus (EPD- Servicetechnicus Personenauto s) EPD-Specialist BCP Diagnosetechnicus PA 5

Kerntaken van het beroep Diagnosetechnicus Personenauto s 1. Stelt complexe diagnose 2. Voert complexe reparaties uit 3. Begeleidt collega s bij diagnosestellen 4. Onderhoudt contacten met klanten Kerntaak 1: Stelt complexe diagnose Een klant geeft opdracht voor het oplossen van één of meerdere vage en complexe klachten. De werkplaatschef wijst de opdracht toe aan een DT er. De werkorder met de opdracht is vaak weinig concreet en de vooraf ingeschatte tijd en omvang zijn onzeker. Een DT er werkt oplossingsgericht. Hij diagnosticeert de klacht aan de hand van de werkorder met een beschrijving en een mogelijke oorzaak. Systematisch analyseert hij de storing in complexe en geïntegreerde systemen. Hij doet dit door te meten en te testen, de gegevens te analyseren en hierover een oordeel te vormen. Hij zet hiervoor verschillende testapparatuur en methoden in. Het komt regelmatig voor dat hij door middel van trial and error de oorzaak van storingen achterhaalt. Voorbeelden hiervan zijn het in/uitschakelen van (delen van) systemen en het vervangen van onderdelen. De DT er zal regelmatig tijdens de voortgang van diagnosestellen documentatie en schema s raadplegen om de structuur achter het probleem te achterhalen. Hij stelt de diagnose en benoemt de oorzaak. Hij meldt zijn bevindingen aan de werkplaatschef. Deze neemt vervolgens contact op met de klant voor toestemming voor het wel of niet repareren van de gebreken. Na het repareren van het gebrek (niet altijd door een DT er uit te voeren) controleert de technicus die de reparatie heeft uitgevoerd, of de klachten verholpen zijn (eventueel in samenwerking met de DT er). Op de werkorder noteert de DT er de gebruikte materialen en onderdelen, de gewerkte tijd en opmerkingen die van belang zijn. Rol en verantwoordelijkheid Een DT er is eindverantwoordelijk voor het stellen van de diagnose voor toegewezen opdrachten. Bij problemen met het stellen van een diagnose voert hij overleg met de werkplaatschef, andere specialisten of de importeur. Hij is specialist en troubleshooter binnen de werkplaats die alle complexe problemen en klachten moet kunnen diagnosticeren. Hij is vraagbaak en ondersteuner van collega s die bij het stellen van diagnoses problemen hebben. BCP Diagnosetechnicus PA 6

Complexiteit Betrokkenen (Hulp-)middelen Kwaliteit van proces en resultaat De tijd voor het stellen van een diagnose is vooraf niet altijd goed in te schatten. Hij bewaakt zelf de voortgang en houdt hierover contact met de werkplaatschef. Overlegt bij afwijkingen naar eigen inzicht met de werkplaatschef. Tijdens het werk kan een DT er met problemen geconfronteerd worden die hij niet zelfstandig kan oplossen omdat hij de vereiste expertise onvoldoende bezit. Hij moet dit zelf op tijd afwegen (kostenbewustzijn). Hij moet dan contact opnemen met andere specialisten, de importeur of hij raadpleegt andere bronnen. Een klacht kan tot meerdere storingen leiden in verschillende systemen die vooraf niet te voorzien zijn. Inzicht in de exacte werking van systemen en de interactie met andere systemen is daarbij essentieel. Bij deze complexe en vage klachten is hij gedwongen creatief om te gaan met manieren van zoeken en te kijken naar verbanden tussen systemen. Probleemoplossing vereist hierbij veel ervaring, alsmede inventiviteit en improvisatie. In voorkomende gevallen kan het noodzakelijk zijn met de klant contact op te nemen om meer informatie over de klacht te verzamelen. Goed doorvragen in heldere taal is hierbij van belang. Een DT er krijgt vaak als eerste te maken met nieuwe voertuigen, apparatuur, software en technologie. Enerzijds moet hij hiermee nog bekend raken, anderzijds zijn problemen die hierbij kunnen optreden vaak nog niet bekend. Diagnosticeren is specialistisch en nauwgezet werk. Als een DT er van zijn werk wordt gehaald voor begeleiding van een collega bij een complex probleem of een passant moet helpen, kan hij problemen ondervinden bij het verder gaan met zijn vorige klus. Diagnosticeren in moderne en complexe systemen kan vanwege de grote hydraulische drukken en krachten en de grote elektrische stroomsterktes en hoge spanningen ook gevaarlijk zijn, wanneer niet volgens de veiligheidsvoorschriften en met de juiste hulpmiddelen gewerkt wordt. Diagnosestellen is zelfstandig werk op basis van werkorder of klacht. Bij problemen of twijfel vindt overleg plaats met collega s, werkplaatschef en/of de klant of de klant. Standaard gereedschap, merkspecifieke of universele meet- en testapparatuur, fabrieksgegevens (op papier, digitaal of online). Het stap voor stap systematisch diagnosticeren leidt tot een duidelijke rapportage aan de werkplaatschef (mondeling of op papier), waaruit blijkt wat uiteindelijk de oorzaak van de storing is geweest. De werkplaatschef neemt vervolgens contact op met de klant voor toestemming voor het wel of niet repareren van de gebreken. BCP Diagnosetechnicus PA 7

Keuzes en dilemma s De diagnose kan een reparatie of vervanging indiceren die economisch niet verantwoord is, gezien de waarde van het voertuig. De toelichting van de DT er naar de werkplaatschef of klant kan de beslissing van de klant beïnvloeden. Het is soms verleidelijk uit kostentechnische overwegingen de hand te lichten met de veiligheidsvoorschriften, met name ten aanzien van elektriciteit en drukken. Toch moet de DT er zich hier consequent aan houden en hij moet ook het goede voorbeeld geven aan de collega s die hij begeleidt. Bij moderne elektronische (diesel)inspuitsystemen en ook bij hybride aandrijvingen komen hoge spanningen voor bij grote stroomsterktes en zeer hoge brandstofdrukken. Dit kan bij onvoorzichtig werken en bij draaiende motor een serieus veiligheidsrisico inhouden. Een lastig dilemma kan zich voordoen wanneer de klant besluit op economische gronden een reparatie of vervanging niet uit te voeren, terwijl de DT er op grond van verkeersveiligheidsoverwegingen dit wel noodzakelijk acht. Bij een patstelling kan de DT er in overleg met de werkplaatschef en/of servicemanager besluiten het voertuig vast te houden, tenzij de klant via ondertekening van een formulier de volledige verantwoordelijkheid op zich neemt. Kerntaak 2: Voert complexe reparaties uit Een DT er heeft zojuist een diagnose gesteld bij een complexe en vage klacht. Bij complexe problemen, die boven de expertise van een EAT er uitstijgen, voert een DT er zelf de reparatie uit. Hij stemt af met de werkplaatschef over goedkeuring voor het uitvoeren van de reparatie. Op basis van de gestelde diagnose demonteert, repareert en/of vervangt een DT er één of meerdere onderdelen, programmeert hij systemen of past hij software aan, met als resultaat dat het gebrek of storing is verholpen. Na het verhelpen van het gebrek of storing controleert hij of de klachten verdwenen zijn (visueel, auditief of met behulp van (test)apparatuur). Indien nodig maakt hij een proefrit. Als laatste noteert hij op de werkorder de gebruikte materialen en onderdelen, de gewerkte tijd en opmerkingen die van belang zijn. Rol en verantwoordelijkheid Complexiteit Een DT er is eindverantwoordelijk voor het deskundig repareren van het geconstateerde probleem binnen de daarvoor geldende tijd. Indien anderen het probleem repareren, controleert hij de kwaliteit van het uitgevoerde werk. Hij meldt problemen die consequenties hebben voor meerkosten en geplande tijd aan de werkplaatschef. Omdat een reparatie ingrijpender kan zijn dan eerst gedacht werd, kan het herstellen hiervan de geplande tijd en kosten overschrijden. Hij voert hier overleg over met de werkplaatschef. Wanneer onderdelen niet voorradig zijn en dezelfde dag ook niet binnen komen, kunnen gebreken niet dezelfde dag worden gerepareerd. Hij voert hier overleg over met de werkplaatschef. Tijdens het werk kan een DT er met problemen geconfronteerd worden die hij niet zelfstandig kan oplossen omdat hij de vereiste expertise niet of onvoldoende bezit. Hij overlegt met zijn collega s of met externe partijen. Een DT er krijgt vaak als eerste te maken met het repareren van nieuwe voertuigen, software en technologie. Enerzijds moet hij hiermee nog bekend raken, anderzijds is de beste aanpak vaak nog niet bekend. Zorgvuldig werken is noodzakelijk. Fouten of veronachtzamingen kunnen grote of fatale gevolgen hebben. BCP Diagnosetechnicus PA 8

Betrokkenen (Hulp-)middelen Kwaliteit van proces en resultaat Keuzes en dilemma s In principe is het repareren van gebreken en het opsporen van storingen zelfstandig werk op basis van vastgelegde standaard procedures. Bij afwijkingen van de standaard kan toelichting van de werkplaatschef en van de klant aan de orde zijn. Ook een proefrit kan samen met de klant (en/of de werkplaatschef en/of een collega) uitgevoerd worden. Werkorder, checklist, standaard gereedschappen, vervangingsonderdelen, diagnoseapparatuur (universeel of merkgebonden), fabrieksgegevens (papier, digitaal of online). Alle reparaties zijn volgens de geldende fabrieks- of bedrijfsrichtlijnen uitgevoerd en de storingen zijn opgespoord en verholpen. Ook eventuele niet door de klant aangegeven onregelmatigheden zijn opgemerkt, gemeld en indien nodig verholpen. De auto kan weer veilig en betrouwbaar de weg op. Als de DT er geconfronteerd wordt met complicaties waardoor de geplande tijd en kosten dreigen te worden overschreden, moet hij de werkplaatschef inlichten en misschien de klant. Wellicht moet hij ook een collega inschakelen om toch de afspraak na te kunnen komen. Het is moeilijk in te schatten of en wanneer hij deze beslissing moet nemen. Kerntaak 3: Begeleidt collega s bij het diagnosestellen Een DT er begeleidt collega s door bij te springen wanneer zij vastlopen in het werk. De vragen van zijn collega zijn leidend. Een DT er bevraagt eerst zijn collega waar hij niet uitkomt, over de al uitgevoerde acties en het resultaat. Vervolgens zal de DT er de werkzaamheden nalopen, zijn collega suggesties geven om het verder aan te pakken, meedenken en voorstellen geven voor een verdere diagnosestelling en/of oplossing van het probleem. Indien nodig springt hij bij door direct mee te kijken of delen van de werkzaamheden over te nemen. Hierbij legt hij uit wat hij aan het doen is en waarom. Als zijn collega zelfstandig verder kan vervolgt de DT er zijn eigen werkzaamheden. Rol en verantwoordelijkheid Een DT er is (eind)verantwoordelijk voor de kwaliteit van de uitgevoerde werkzaamheden die hij tijdens het bijspringen van zijn collega verricht. Hij begeleidt en controleert de kwaliteit van het werk dat onder zijn supervisie wordt uitgevoerd. Een DT er fungeert als vraagbaak en probleemoplosser voor minder ervaren collega s. Doel is de aanpak van het probleem door te nemen, zodat zijn collega zelfstandig verder kan en een volgende keer minder hulp nodig heeft. BCP Diagnosetechnicus PA 9

Complexiteit Betrokkenen (Hulp-)middelen Kwaliteit van proces en resultaat Keuzes en dilemma s Het onjuist inschatten van het niveau van een collega kan leiden tot vertraging van de reparaties. De geplande tijd en kosten lopen uit, wat invloed heeft op de nog uit te voeren werkzaamheden en de kwaliteit van de ondersteuning. Een DT er moet het werk afstemmen op het niveau van de collega. Door het niveauverschil kunnen er problemen in de communicatie ontstaan. Een DT er vraagt te veel expertise, is niet duidelijk of is inhoudelijk té technisch! Een DT er kan geneigd zijn om vanwege tijdsdruk de opdracht van zijn collega over te nemen. Het gevolg is dat de collega niets opsteekt. De werkzaamheden van een DT er zijn specialistisch en nauwgezet. Als een DT er van zijn werk wordt gehaald om een collega te ondersteunen bij werkzaamheden waarbij deze persoon vastloopt, kan hij problemen ondervinden met het oppakken en de voortgang van zijn eigen werk. Bij de ondersteunings- en leeractiviteiten zijn uitsluitend de DT er (als leermeester) en de hulpzoekende collega (als leerling) betrokken. Eventueel kan hij de hulp inroepen van een nog meer gespecialiseerde collega op het betreffende (elektrotechnische) gebied of externe hulp (importeur of leverancier van de specifieke componenten die de problemen veroorzaken). De standaard gereedschappen en test- en meetapparatuur en fabrieksgegevens, waarbij de nadruk ligt op instructie over het op de juiste manier gebruiken, raadplegen en interpreteren van deze hulpmiddelen (kennisoverdracht). De collega leert stap voor stap welke handelingen hij moet verrichten (en waarom) om tot het gewenste resultaat te komen. In het vervolg kan de collega zelfstandig de opdracht uitvoeren. De DT er moet terughoudend zijn tegenover zijn eigen neiging om het snel zelf te doen. Toch moet de opdracht binnen een commercieel verantwoorde tijd worden uitgevoerd. Dit kan dwingen tot compromissen, waarbij de collega de nieuwe kennis en vaardigheden niet of niet volledig aanleert. BCP Diagnosetechnicus PA 10

Kerntaak 4: Onderhoudt contacten met klanten Wanneer een klant technische vragen heeft over zijn auto of niet tevreden is over een uitgevoerde reparatie of onderhoudsbeurt, komt hij in eerste instantie bij de receptie. Vaak kan daar de vraag worden beantwoord of het probleem worden opgelost door alsnog het nietuitgevoerde deel van de opdracht uit te (laten) voeren wanneer bijvoorbeeld blijkt dat een deel van de werkorder vergeten is of niet goed gelezen is. Als de receptionist of werkplaatschef van oordeel is dat een technische toelichting nodig is, zal de DT er erbij gehaald worden. De DT er kan gedurende de dag diverse klanten te woord staan. Veelal betreft het adviseren omtrent de noodzaak of keuze van reparatie, gebruik of onderhoud van auto s of het oplossen van problemen of klachten. De DT er luistert naar de klantvraag of klantopmerking. Hij vraagt zonodig door en komt met een bevredigend(e) advies of oplossing over hoe met de klacht om te gaan of deze te voorkomen. Vooral bij kleinere bedrijven zal de DT er vaker zelf met klanten contact opnemen, om hij vaak beter in staat is klanten op basis van deskundigheid te overtuigen dan een verkoper of de ondernemer. Uitgangspunt is dat klant tevreden gesteld wordt. Daar kunnen extra kosten mee gemoeid zijn, zowel voor de klant als voor het bedrijf. De DT er moet zich hier tijdens het gesprek voortdurend van bewust zijn. Ingeval van een klacht wordt deze schriftelijk vastgelegd en gearchiveerd en eventueel in het werkoverleg besproken om herhaling te voorkomen. Rol/verantwoordelijkheden Complexiteit Betrokkenen (Hulp-)middelen Kwaliteit van proces en resultaat Keuzes en dilemma s De werkplaatschef is (eind)verantwoordelijk voor het tevreden stellen en houden van klanten. De DT er neemt daarvan desgevraagd het technisch adviserende deel voor zijn rekening. Het onderhouden van contacten met klanten is beperkt complex. Vanuit zijn technische expertise en ervaring is de DT er in staat klanten tevreden te stellen enerzijds en het behalen van rendement anderzijds. Klanten, collega s, werkplaatschef Klantenbestanden, telefoon, E-mail De DT er koppelt zonodig klachten terug naar de werkplaats en spreekt AT ers of EAT ers daarop aan. Hij heeft een adviserende rol en weet zonodig de klant te overtuigen van te nemen acties. Hij is in staat om niet-standaard vragen van klanten op zelfstandige en adequate wijze op te lossen. Wanneer de DT er klachten krijgt over een reparatie, een (E)AT er of een factuur weet hij daar adequaat op te reageren en kan eventueel op afstand, een oplossing aandragen die de klant tevredenstelt. Hij maakt daarbij de oplossing, eventuele consequenties en de kosten inzichtelijk. Tevens benut de DT er de commerciële kansen die het klantcontact bieden. Hij bekijkt in hoeverre, naast de klantvraag, verdere service kan worden verleend. Omdat de klanten divers van aard kunnen zijn, is de DT er in staat op verschillende niveaus te communiceren. De DT er beoordeelt in overleg met de werkplaatschef welke (E)AT er hij inzet op de werkorder wanneer hij weet dat hij te maken heeft met een extra veeleisende klant. De DT er is in staat om het werk waarmee hij bezig was te laten liggen op het moment dat een onverwachte klant binnenkomt. BCP Diagnosetechnicus PA 11

Kernopgaven van het beroep Diagnosetechnicus: 1. Diagnosestellen met nieuwe test- en meetapparatuur 2. Werken met nieuwe technologische toepassingen of software 3. Diagnosestellen zonder ondersteuning van juiste of volledige schema s 4. Diagnosestellen of repareren van een merk-vreemd voertuig 5. Uitleggen van werkzaamheden aan collega s 6. Informatie inwinnen bij importeur of fabrikant 7. Stappen overslaan door brede oriëntatie Kernopgaven van het beroep Diagnosetechnicus Personenauto s Kernopgave 1: Diagnosestellen met nieuwe test- en meetapparatuur Een DT er komt voor de opgave te staan om diagnoses te stellen van problemen en klachten met behulp van compleet nieuwe test- en meetapparatuur. Hierbij is een complicerende factor dat een DT er weliswaar een gerichte technische training heeft ontvangen, maar nog weinig ervaring bezit in het gebruik en het lezen van de meetresultaten met de testapparatuur en de bijbehorende software. Er is sprake van een achterstand in expertise en ervaring, terwijl het probleem wel moet worden opgelost (vaak onder tijdsdruk). Kernopgave 2: Werken met nieuwe technologische toepassingen of software Een DT er komt voor de opgave te staan om diagnoses te stellen of gebreken te repareren aan nieuwe technologische toepassingen of software. Een complicerende factor hierbij is dat hij de werking en functionaliteit van deze nieuwe toepassingen en software (nog) niet kent en derhalve niet kan terugvallen op zijn huidige expertise en routines om het probleem op te kunnen lossen binnen de beschikbare tijd. Kernopgave 3: Diagnosestellen zonder ondersteuning van juiste of volledige schema s Een DT er komt voor de opgave te staan om een probleem op te sporen en op te lossen zonder hulp van een juiste of volledige schematische tekening. Hierbij is een complicerende factor dat een DT er geen volledig zicht heeft op de werking van het systeem en problemen kan ondervinden bij het systematisch zoeken naar de oorzaak van het probleem. Hij moet gaan diagnosticeren op basis van zijn ervaring en een aanpak kiezen die bij vergelijkbare klachten succesvol is gebleken. Kernopgave 4: Diagnosestellen of repareren van een merk-vreemd voertuig Een DT er komt voor de opgave te staan dat hij een diagnose moet stellen van een complex probleem of klacht bij een personenauto die voor hem merk-vreemd is. Hierbij is een complicerende factor dat hij geen ervaring heeft met de betreffende auto (merk/type), dat de systemen mogelijk anders opgebouwd zijn of functioneren dan die van een bekend merk en dat de DT er diagnose moet stellen zonder merkspecifieke diagnose- of testapparatuur. De werkzaamheden kosten meer tijd en moeite. Kernopgave 5: Uitleggen van werkzaamheden aan collega s Een DT er komt voor de opgave te staan om een door hem onderzocht en gediagnosticeerd probleem uit te leggen aan collega s met wie hij samenwerkt of aan wie hij het werk overdraagt. Een complicerende factor hierbij is dat het probleem dermate complex van aard kan zijn, dat een DT er moeite heeft om het probleem duidelijk en gestructureerd aan anderen uit te leggen. De technische aspecten kunnen zo complex zijn dat dit voor een gemiddelde EAT er (net) te ver voert omdat hij de vereiste expertise en ervaring niet bezit om het probleem snel te doorgronden. BCP Diagnosetechnicus PA 12

Kernopgave 6: Informatie inwinnen bij importeur of fabrikant Een DT er komt voor de opgave te staan dat hij informatie moet inwinnen bij een importeur of fabrikant om bepaalde problemen op te lossen. Hierbij is te denken aan aanvullende informatie over de werking van onderdelen of systemen, het raadplegen van gegevens, het opvragen van bestanden, handleidingen of schematische tekeningen. Een complicerende factor hierbij is dat een DT er het probleem goed onder woorden moet brengen en een schijnbaar onoplosbaar probleem duidelijk moet maken via de telefoon of on-line. Daarnaast moet hij zelfstandig de aanwijzingen en adviezen van de importeur/fabrikant vertalen naar zijn eigen situatie en op basis hiervan beslissingen nemen. Kernopgave 7: Stappen overslaan door brede oriëntatie Een DT er komt voor de opgave te staan om snel in een systeem een storing te vinden. Een complicerende factor hierbij is dat hij een allround zoeker is in alle voorkomende systemen van voertuigen, maar geen specialist is in de afzonderlijke systemen. Door deze brede oriëntatie kan hij tijdens het zoekproces geneigd zijn om stappen over te slaan en indicaties over het hoofd te zien. Het is verleidelijk om de meest waarschijnlijke oorzaak eerst uit te proberen in plaats van een vaste stappenvolgorde in het zoekproces te hanteren. BCP Diagnosetechnicus PA 13

Overzichtsschema beroepscompetenties Kerntaken van het beroep Diagnosetechnicus Personenauto s 1. Stelt complexe diagnose 2. Voert complexe reparaties uit 3. Begeleidt collega s bij diagnosestellen 4. Onderhoudt contacten met klanten. Kernopgaven Diagnosetechnicus Personenauto s 1. Diagnosestellen met nieuwe test- en meetapparatuur 2. Werken met nieuwe technologische toepassingen of software 3. Diagnosestellen zonder ondersteuning van juiste of volledige schema s 4. Diagnosestellen of repareren van een merk-vreemd voertuig 5. Uitleggen van werkzaamheden aan collega s 6. Informatie inwinnen bij importeur of fabrikant 7. Stappen overslaan door brede oriëntatie Beroepscompetenties Kerntaken Kernopgaven 1 2 3 4 1 2 3 4 5 6 7 1 Planmatig werken X X X X 2 Controleren van systemen en onderdelen X X X X X 3 Analyseren van gegevens X X X X X X X X 4 Oordeelsvorming X X X X X X X X X 5 Zorg voor kwaliteit X X X 6 Creatief denken X X X X X X X X 7 Klant- en servicegerichtheid X X 8 Kostenbewustzijn X X X 9 Flexibiliteit X X 10 Mondeling communiceren X X X X X 11 Schriftelijk communiceren X 12 Samenwerken X X X X X X 13 Inlevingsvermogen X X X 14 Begeleiden en ontwikkelen X X X 15 Expertise opbouwen X X X X X X X X X X X BCP Diagnosetechnicus PA 14

NB: Bij / zijn de competentie-elementen die specifiek betrekking hebben op de Kernopgaven, voorzien van een sterretje (*). Beroepscompetenties met succescriteria 1 Planmatig werken Beroepscompetentie De DT er is in staat om op adequate wijze zelfstandig de aanpak en de werkzaamheden van hemzelf en die van zijn collega met wie hij samenwerkt te plannen bij een complex probleem, in te grijpen bij afwijkingen of problemen en de voortgang te bewaken. Niveau C Maakt een indeling naar complexiteit van de diagnosewerkzaamheden Controleert de voortgang en het resultaat van het werk van hemzelf en zijn collega s Stelt vast welke reparatie- en vervangingswerkzaamheden aan complexe systemen uitgevoerd moeten worden en in welke volgorde Verdeelt de diagnosetaken bij complexe problemen tussen zichzelf en de collega s met wie hij samenwerkt en bepaalt de volgorde Noteert en controleert tijdsbesteding, gebruikte materialen en hulpmiddelen van het eigen werk en dat van collega s Overlegt met de werkplaatschef over toestemming van de klant Bewaakt en controleert de voortgang en het resultaat van het werk van zijn collega s Stuurt de werkzaamheden bij wanneer daar aanleiding voor is (zoals bij tijdsoverschrijdingen en kwaliteitsverlies) * Structureert de aanpak van de diagnosewerkzaamheden De DT er stelt de werkzaamheden en de benodigde hulpmiddelen vast en tijdens de uitvoering wordt op de meest effectieve manier gewerkt. 2 Controleren van systemen en onderdelen Beroepscompetentie De beroepsbeoefenaar is in staat om op adequate wijze zelfstandig de gegevens die nodig zijn voor het oplossen van zeer complexe problemen en klachten in geïntegreerde systemen die geen direct aanwijsbare oorzaak hebben, te bepalen, deze gegevens te verzamelen, verbanden hiertussen te leggen, de mogelijke oorzaak te benoemen en eveneens collega s hierbij te ondersteunen. Niveau D Varieert en combineert verschillende controlemogelijkheden bij de controle van systemen en onderdelen Controleert de werking van systemen en onderdelen met behulp van complexe meeten testapparatuur Benoemt mogelijke oorzaken van een complex probleem, op basis van verzamelde gegevens Kiest op basis van ervaring snel de juiste aanpak van diagnose stellen of repareren van zeer complexe problemen Varieert en combineert verschillende controlemogelijkheden wanneer een eerdere poging geen goed resultaat heeft opgeleverd Hanteert complexe meet- en testapparatuur snel en systematisch om afwijkingen, gebreken of storingen vast te stellen Legt zijn werkwijze van storingen zoeken en repareren van gebreken aan collega s uit * Controleert systemen en onderdelen op een systematische en gestructureerde manier * Beslist of controle zonder juiste of volledige schema s mogelijk is * Controleert systemen en onderdelen van merk-vreemde voertuigen De DT er controleert op basis van vastgestelde normen de kwaliteit van onderdelen en de werking van systemen, met behulp van daarvoor geëigende gereedschappen, hulpmiddelen en meet-, regel- en testapparatuur. Het probleem wordt gesignaleerd. BCP Diagnosetechnicus PA 15

3 Analyseren van gegevens Beroepscompetentie 4 Oordeelsvorming De DT er is in staat om op adequate wijze zelfstandig de gegevens te bepalen die nodig zijn voor het oplossen van zeer complexe problemen en klachten in geïntegreerde systemen die geen direct aanwijsbare oorzaak hebben, deze gegevens te verzamelen, verbanden hiertussen te leggen, de mogelijke oorzaak te benoemen en collega s hierbij te ondersteunen. Niveau D Bekijkt complexe problemen aan systemen en onderdelen vanuit meerdere invalshoeken, op basis van eerdere ervaringen Weet snel tot de kern van een complex probleem door te dringen Legt verbanden tussen verschillende gegevens en gegevens uit verschillende bronnen Kan het belang voor de analyse van bepaalde gegevens uitleggen aan een minder ervaren collega Vertaalt de probleembeschrijving van de collega naar mogelijke oorzaken en gebreken, op basis van zijn ervaring Kiest de juiste manier van controleren, meten en testen om de oorzaak van een complex probleem te achterhalen Raadpleegt verschillende interne en externe bronnen (zoals informatie van importeurs of leveranciers) om de oorzaak van complex probleem te achterhalen * Kan snel gebruik maken van nieuwe meet- en testapparatuur * Kan informatie achterhalen bij importeur of fabrikant over een specifiek probleem * Is op de hoogte van de werking van nieuwe toepassingen en software in bedrijfsauto s De DT er stelt vast wat belangrijke informatie is, en spoort ter zake doende gegevens en de verbanden daartussen op, zodat mogelijke oorzaken van de problemen bekend raken. Collega s hebben ook vaardigheid in deze werkwijze gekregen. Beroepscompetentie De DT er is in staat om op adequate wijze zelfstandig voor zeer complexe problemen en klachten in geïntegreerde systemen die geen direct aanwijsbare oorzaak hebben, aan de hand van geanalyseerde gegevens, een keuze uit meerdere complexe alternatieven te maken. Niveau D Doet een uitspraak over de oorzaak van complexe problemen of klachten, op basis van (uiteenlopende) geanalyseerde gegevens Gebruikt verschillende soorten gegevens om tot een oordeel over complexe problemen te komen Volgt een gestructureerd stappenplan om de oorzaak van complexe problemen te achterhalen Houdt bij het oordeel over zeer complexe problemen en klachten rekening met zaken als risico s, milieu-aspecten, tijd en kosten, belang van de klant Vormt zich snel een oordeel over een complex probleem of klacht, op basis van eigen ervaring en wat de collega al over het probleem weet Maakt voor zeer complexe problemen een keuze uit verschillende alternatieven, op basis van de geanalyseerde gegevens * Leest resultaten van nieuwe meet- en testapparatuur op de juiste manier uit en interpreteert deze * Gebruikt zijn ervaring of externe informatie om tot een oordeel te komen, ook als juiste of volledige schema s/ informatie ontbreken Op basis van de beschikbare informatie weegt de DT er alternatieven tegen elkaar af en kiest hij de beste optie, rekening houdend met aanwezige risico s. Het werk wordt nauwkeurig en ordelijk uitgevoerd. BCP Diagnosetechnicus PA 16

5 Zorg voor kwaliteit Beroepscompetentie De DT er is in staat om op adequate wijze kansen te signaleren om de kwaliteit van werkprocessen en geleverde diensten te verbeteren en hierop actie te ondernemen. Niveau D 6 Creatief denken Voert complexe reparatie- en vervangingswerkzaamheden zelfstandig uit, ook van merk-vreemde voertuigen Controleert de kwaliteit van het werk van collega s Stelt eisen aan de zorg voor kwaliteit van het werk van collega s Oriënteert zich op de externe markt (technologische ontwikkelingen, nieuwe meet- en diagnoseapparatuur, e.d.) om de eigen producten en diensten te kunnen verbeteren en onderneemt hierop actie Houdt zich, in overleg met collega s, voortdurend bezig met het verbeteren van de werkprocessen In het werk streeft de DT er naar een hoge kwaliteit en naar voortdurende verbetering daarvan. De DT er controleert het werk van zichzelf en van anderen. Beroepscompetentie De DT er is in staat om op adequate wijze vaste werkmethodes en procedures los te laten indien deze ineffectief zijn, en zelfstandig een alternatieve aanpak te bedenken buiten de gebruikelijke regels of procedures. Niveau C 7 Klant- en servicegerichtheid Probeert nieuwe methoden uit om de oorzaak van complexe problemen aan systemen en onderdelen te achterhalen Accepteert aanvaardbare risico s bij de toepassing van nieuwe methoden voor diagnose en analyse van complexe problemen Combineert de eigen mening met die van anderen (collega s en externe deskundigen) om tot de juiste diagnose te komen. * Bepaalt snel alternatieve oplossingsstrategieën, als relevante informatie of schema s ontbreken * Bedenkt verschillende manieren om de oorzaak van complexe problemen te achterhalen Voor problemen, waarvan de oorzaak niet geheel duidelijk is, bedenkt de DT er inventieve oplossingen. Voor gebruikelijke methoden of benaderingen bedenkt de DT er nieuwe werkwijzen of alternatieven. Beroepscompetentie De DT er is in staat om op adequate wijze direct op klachten van de klant te reageren, diens behoeften in te schatten en alles in het werk te stellen om aan diens verwachtingen te voldoen. Niveau D Informeert zelfstandig bij de klant naar de specifieke problemen en symptomen Informeert zelfstandig naar de wensen en verwachtingen van de klant Maakt in overleg met de werkplaatschef afspraken met de klant Zorgt ervoor dat de afspraken met de klant worden nagekomen De klant weet dat hij serieus wordt genomen. Aan de wensen van de klant wordt in overleg met de klant zoveel mogelijk tegemoetgekomen BCP Diagnosetechnicus PA 17

8 Kostenbewustzijn Beroepscompetentie De DT er is in staat om op adequate wijze actief te zoeken naar mogelijkheden om kosten te besparen, voortdurend de kosten en opbrengsten van zijn eigen werk en dat van anderen te controleren en tijdig afwijkingen te signaleren. Niveau C 9 Flexibiliteit Bedenkt manieren om sneller en effectiever te werken, op basis van zijn ervaring Laat collega s effectief werken door duidelijke werkopdrachten te geven Controleert het werk van zijn collega s Neemt initiatieven om met collega s over kostenbesparing in werkmethode en materialen te spreken Signaleert tijdig afwijkingen van de planning, zowel van het eigen werk als dat van collega s De DT er is zich voortdurend bewust van de kosten die gemaakt worden tijdens de uitvoering van het werk. Beroepscompetentie De DT er is in staat om op adequate wijze de planning en werkzaamheden van anderen in de gaten te houden en zijn eigen werkzaamheden en aanpak hierop af te stemmen. Niveau D 10 Mondeling communiceren Stelt vast wat zijn collega al heeft gedaan Overlegt met de collega de vervolgwerkzaamheden Stelt samen met de collega de vervolgwerkzaamheden vast en zijn aandeel daarin De DT er is, wanneer de omstandigheden daarom vragen, in staat te switchen tussen verschillende werkzaamheden en hij regelt dit ook voor zijn collega s Beroepscompetentie De DT er is in staat om op adequate wijze zeer complexe en abstracte informatie uit verschillende bronnen te combineren en kernachtig over te brengen, afgestemd op de doelgroep. Niveau D Luistert actief naar de formulering van complexe problemen door werkplaatschef, klant of externe deskundige en vraagt door op onduidelijkheden Overlegt kernachtig en duidelijk met collega s over de aanpak van complexe problemen Brengt informatie over complexe problemen duidelijk over op collega s, zodat deze de werkzaamheden kunnen uitvoeren Koppelt het resultaat van de eigen diagnosewerkzaamheden en die van collega s terug aan werkplaatschef, klant of collega s * Vraagt door bij importeur of fabrikant over specialistische technische informatie rond complexe problemen * Instrueert collega s op een duidelijke en passende manier over complexe werkzaamheden die zij moeten uitvoeren De informatie die nodig is om het werk effectief uit te kunnen voeren, wordt mondeling helder overgebracht. BCP Diagnosetechnicus PA 18

11 Schriftelijk communiceren Beroepscompetentie De DT er is in staat om op adequate wijze een kernachtige en aansprekende tekst op basis van complexe en abstracte informatie uit verschillende bronnen op te schrijven. Niveau C 12 Samenwerken Vult zijn eigen werkzaamheden en die van anderen duidelijk en correct op een werkorder in Controleert werkorders en magazijnbestellingen van collega s met wie hij samenwerkt Kan kernachtig zijn diagnose en de bijbehorende reparatie- en vervangingswerkzaamheden omschrijven Kan een werkinstructie voor collega s schrijven Schrijft informatie op een duidelijke en begrijpelijke manier op, zodat anderen het begrijpen. Beroepscompetentie De DT er is in staat om op adequate wijze bewust aan samenwerking te bouwen (ook over afdelingen heen), en bij beslissingen rekening te houden met de consequenties voor andere afdelingen door dit zorgvuldig af te stemmen. Niveau D 13 Inlevingsvermogen Verstrekt duidelijke opdrachten aan collega s over reparatiewerkzaamheden aan complexe systemen en onderdelen Vertelt collega s de verwachte resultaten van hun werk en controleert hun werk hierop Houdt bij planning en verdeling van werkzaamheden rekening met belangen en wensen van klant, de beschikbaarheid van andere afdeling en collega s Combineert de eigen mening met die van collega s bij het bedenken en uitvoeren van reparatiewerkzaamheden Ondersteunt collega s op een manier die aansluit bij hun kennis en ervaring * Overlegt met collega s en externe bronnen over ontbrekende informatie en de manier waarop deze informatie ingewonnen kan worden * Signaleert wanneer collega s hulp nodig hebben om complexe werkzaamheden uit te voeren * Helpt collega s complexe werkzaamheden uit te voeren De DT er levert met anderen een gezamenlijke prestatie om doelen te realiseren. Beroepscompetentie De DT er is in staat om zich op adequate wijze in de situatie van een collega of klant te verplaatsen en vanuit diens gezichtspunt mee te denken. Niveau C Heeft oog voor non-verbale signalen om ondersteuning of hulp Biedt ongevraagd hulp aan collega Toont begrip voor de situatie waarin klant of collega zich bevindt Houdt rekening met de wensen en behoeften van klant en collega * Toont geduld bij de uitleg van complexe werkzaamheden aan collega s * Toetst of de collega of klant het daadwerkelijk begrepen heeft Verplaatst zich in de positie van collega of klant, teneinde de communicatie en dienstverlening optimaal te laten plaatsvinden BCP Diagnosetechnicus PA 19

14 Begeleiden en ontwikkelen Beroepscompetentie De DT er is in staat om op adequate wijze de capaciteiten van een collega in een realistisch beeld weer te geven en mee te denken over diens capaciteiten en mogelijke loopbaanstappen. Niveau D 15 Expertise opbouwen Kan met gerichte vragen zich een realistisch beeld vormen van het kennis- en ervaringsniveau van collega s Kan relevante leersituaties benoemen voor minder ervaren collega s Laat collega s reflecteren op hun aanpak en werkwijze bij het uitvoeren van complexe werkzaamheden Denkt actief mee met collega s over hun ontwikkelingsmogelijkheden en benoemt deze Helpt collega s hun kennis en vaardigheden te vergroten, hun mogelijkheden optimaal te benutten en te groeien in hun vakmanschap. Beroepscompetentie De DT er is in staat om op adequate wijze actief deel te nemen in netwerken om specialistische kennis verder uit te diepen, te vergaren en verder te ontwikkelen. Niveau D Zoekt actief naar specialistische informatie bij externe bronnen zoals importeur en technische documentatie Vertaalt informatie van de importeur en externe bronnen naar de uit te voeren werkzaamheden Integreert nieuwe informatie zelfstandig in zijn werkzaamheden Overlegt nieuwe informatie over de aanpak van complexe problemen aan de collega s Past voorschriften en werkinstructies aan op basis van nieuwe kennis Organiseert kennisbijeenkomsten waarin hij de aanpak van complexe problemen uitlegt aan zijn collega s Neemt deel aan extern georganiseerde kennisbijeenkomsten * Oefent en experimenteert met nieuwe meet- en testapparatuur om deze op de juiste wijze te kunnen gebruiken * Legt bruikbare toepassingen/ oplossingen voor complexe problemen vast en deelt deze met collega s, ook als deze afwijken van de standaard-procedures * Ondersteunt collega s bij de ontwikkeling van hun technische expertise * Toetst of de collega s complexe werkzaamheden werkelijk begrijpen / doorgronden De DT er bouwt kennis en vaardigheden op door informatie te verwerven, deze zich eigen te maken en effectief toe te passen om bij te dragen aan het te bereiken resultaat. BCP Diagnosetechnicus PA 20

NIVEAUS VAN COMPETENTIES De competenties in dit woordenboek zijn beschreven op vier niveaus. De niveaus staan omschreven in onderstaande tabel. De niveaus zijn van toepassing op de gehele mobiliteitsbranche, dus zowel sales, after-sales en techniek. Niveau A Assistent beroepsbeoefenaar Routinematige, eenvoudige werkzaamheden met een operationeel, uitvoerend karakter Gebruik van eenvoudige hulpmiddelen/gereedschap Beperkt onderdeel van de totale productiecyclus Eenvoudig proces, systeem of onderdeel Afgebakende taak, volgen van vaste werkwijze, gering in omvang Uitvoering in opdracht, onder toezicht van ervaren collega Verantwoordelijk voor goed uitvoeren van de toegewezen opdracht Niveau B - Basisberoepsbeoefenaar Praktische uitvoerende werkzaamheden Zelfstandige uitvoering binnen de grenzen van aangeleerde of door ervaring verkregen technieken Gebruik van weinig complexe hulpmiddelen/gereedschap en testapparatuur Geïntegreerd proces, systeem of onderdeel Afgebakende taak van redelijke omvang, varieert indien nodig in vaste werkwijze Zelf oplossen van vaak voorkomende problemen Verantwoordelijk voor goed uitvoeren van de toegewezen opdracht Niveau C - Vakman Complexe (uitvoerende) werkzaamheden Opdracht niet dichtgetimmerd, uitvoering niet routinematig Controleren en begeleiden van de toepassing van geautomatiseerde routines en het toepassen van standaardprocedures door anderen Gebruik van complexe hulpmiddelen/gereedschap en testapparatuur Complex, geïntegreerd proces, systeem of onderdeel Taken van grote omvang, bij oplossen storingen is omvang taak niet voorspelbaar Bedenkt de procedures, in het licht van werkvoorbereidings- en beheersactiviteiten Brede inzetbaarheid Zelfstandig oplossen van complexe problemen en klachten Hiërarchische verantwoordelijk voor kwaliteit eigen werk en die van zijn collega s Niveau D - Specialist Lost complexe problemen en klachten op met behulp van alle mogelijke bronnen en middelen Voert complexe werkzaamheden uit aan geïntegreerde processen, systemen of onderdelen Inzetbaar op specialisme, zeer detaillistisch en competent op een specifiek onderdeel Taken van grote omvang, bij oplossen storingen is omvang taak niet voorspelbaar Probleemoplossend vermogen is zeer hoog Opdracht grote mate van vrijheid, zelfstandigheid. Ondersteunt collega s bij lastige situaties Is verantwoordelijkheid voor planning en/of administratie en/of beheer op een zelfstandige en onafhankelijke wijze Verantwoordelijk voor oplossen van complexe problemen Niveau D - Middenkader Aansturen, controleren en begeleiden van medewerkers Wijst opdrachten toe aan de medewerkers Maken van keuzes bij dilemma s in het werk van medewerkers Ontwikkelen van nieuwe werkprocedures Verantwoordelijk voor de algehele, dagelijkse leiding in de groep (omvang: circa 20 man) op de werkplek Is verantwoordelijkheid voor planning en/of administratie en/of beheer op een zelfstandige en onafhankelijke wijze Eindverantwoordelijk voor de planning en beheer van de groepsactiviteiten Verantwoordelijk voor oplossen van complexe problemen BCP Diagnosetechnicus PA 21