Inleiding 2 Wat is prenatale screening? 2 2. Welke testen zijn er mogelijk bij prenatale screening? Bij welke zwangerschapsduur vindt prenatale



Vergelijkbare documenten
Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie VERLOSKUNDE PRENATALE SCREENING. Versie 1.5. Verantwoording

In het kort. Welke testen zijn er mogelijk bij prenatale screening? Wat is prenatale screening?

Prenatale screening: het berekenen van de kans op aangeboren afwijkingen in het begin van de zwangerschap. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Auteur: A. Franx Redacteur: dr. E. Bakkum Bureauredacteur: Jet Quadekker

Prenatale screening. Gynaecologie en verloskunde

Nekplooimeting. gecombineerd met vroege bloedtest in de zwangerschap mogelijk tot 13 6/7 weken zwangerschapsduur. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Prenatale screening: de combinatietest Kansbepaling vroeg in de zwangerschap op het syndroom van Down

de combinatietest NT meting en eerste trimester serumtest inhoudsopgave voorwoord

Maatschap Gynaecologie. Nekplooimeting en serumtest

Echo onderzoek tijdens de zwangerschap De termijnecho, combinatietest en de 20 weken echo

Prenatale screening: de combinatietest. Kansbepaling vroeg in de zwangerschap op het syndroom van Down, Edwardssyndroom en Patausyndroom

Echo onderzoek tijdens de zwangerschap De termijnecho, combinatietest en de 20 weken echo

Echoscopie. in Gynaecologie en verloskunde. Gynaecologie

Combinatietest. Echo en bloedonderzoek bij weken zwangerschap

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie GYNAECOLOGIE ECHOSCOPIE. Versie 2.4. Datum Goedkeuring Verantwoording

Prenatale screening op Downsyndroom en lichamelijke afwijkingen

Prenatale screening op Downsyndroom en lichamelijke afwijkingen. Algemene informatie

Er zijn twee onderzoeken mogelijk: 1. Met de combinatietest wordt onderzocht of er een verhoogde kans bestaat dat uw ongeboren kind Downsyndroom

Onderzoek naar de gezondheid van je kindje... 2 Er zijn vijf soortem prenatale testen:... 2 Combinatietest Down-, edwards-, patausyndroom...

Tabel 1: Kans op het krijgen van een kind met het syndroom van Down uitgezet tegen de leeftijd.

Prenatale diagnostiek

Prenatale screening Down

Obstetrie & Gynaecologie Verloskunde De 20-weken echo

Echoscopie tijdens de zwangerschap

Echoscopie tijdens de zwangerschap

Echoscopie tijdens de zwangerschap ONDERZOEK

Echoscopie tijdens de zwangerschap


Als u zwanger wilt worden 6 De zwangerschap 6 7. Diabetes type 1 en Tot slot 9 Colofon 10


DIABETES EN ZWANGERSCHAP. Versie 1.0

Er zijn verschillende neuralebuisdefecten. Open rug en open schedel komen het meest voor. Andere neuralebuisdefecten komen heel weinig voor.

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie ALGEMENE INFORMATIE NORMALE CYCLUS. Versie 1.3. Datum Goedkeuring Verantwoording

PRENATALE DIAGNOSTIEK

Gynaecologie/Verloskunde

Prenatale diagnostiek

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie PATIËNTENVOORLICHTING

Gynaecologie / Verloskunde. Patiënteninformatie. Serotiniteit. Slingeland Ziekenhuis

Prenatale diagnostiek

Downsyndroom In dit informatieblad leest u meer over Downsyndroom. Pagina 1 van 3

NVOG Voorlichtingsbrochure GEBRUIK VAN SSRI-MEDICATIE VOOR EN TIJDENS DE ZWANGERSCHAP EN IN HET KRAAMBED

Echoscopie tijdens de zwangerschap

informatie voor u Bevallen na een eerdere keizersnede

Echoscopie tijdens de zwangerschap

Bevallen na een eerdere keizersnede. Poli Gynaecologie

Serotiniteit (overdragenheid)

Obstetrie. Echoscopie zwangerschap

Prenatale diagnostiek

Diabetes en zwangerschap

Prenataal onderzoek Informatie over de combinatietest, 20 weken echo, vlokkentest, vruchtwaterpunctie en geavanceerd ultra geluid onderzoek (G.U.O.

Over de triple-test Gynaecologie

Echoscopie tijdens de zwangerschap

Echoscopie tijdens de zwangerschap

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie PATIËNTENVOORLICHTING

Vlokkentest of vruchtwaterpunctie

De ontwikkeling van de schildklier bij de baby 3 Schildklierziekten 3 4. Schildklier en zwangerschap 6 8. Tot slot 9

Diabetes en zwangerschap

Obstetrie. Diabetes en zwangerschap

Informatie over de 20 wekenecho

Diabetes en zwangerschap

Patiënteninformatie. Gynaecologie Prenatale screening en diagnostiek

Gebruik van SSRI-medicatie voor en tijdens de zwangerschap en in het kraambed

Informatie over prenataal onderzoek

Schildklierafwijkingen en zwangerschap

NVOG Voorlichtingsbrochure GROEP B STREPTOKOKKEN EN ZWANGERSCHAP

Als je nog zwanger bent na je uitgerekende datum (Serotiniteit) Poli Gynaecologie

Inhoud. Combinatietest Structureel echoscopisch onderzoek Geavanceerd ultrageluid onderzoek NIPT Invasieve diagnostiek Vruchtwaterpunctie Vlokkentest

Gynaecologie. of SIS.

Gebruik van SSRI-medicatie voor en tijdens de zwangerschap en in het kraambed

Combinatietest: Nekplooimeting en doubletest Gynaecologie

Groep B streptokokken en zwangerschap

Prenataal testen met de NIPT

ONDERZOEK IN VLOKKEN OF VRUCHTWATER BIJ ECHOAFWIJKINGEN

Gespreksleidraad voor counselors prenatale screening. Informeren over NIPT

Fysiotherapie bij bekkenbodemproblemen

Schildklierafwijkingen en zwangerschap

Echo-onderzoek bij weken zwangerschap. Gynaecologie

Wat zijn de klachten bij eierstokkanker? operatie: Stadiëring 6. Het bepalen van het stadium tijdens en na de. Kans op genezing 8 9

ICSI Intracytoplasmatische sperma-injectie

Echocentrum Slingeland

Informatie over de screening op Downsyndroom Prenatale screening

Gel contrastecho (GIS)

Prenataal testen met de NIPT

Prenataal testen met de NIPT

Prenatale diagnostiek

Schildklierafwijkingen en zwangerschap

Verloskunde. Bevallen na een keizersnede. Adresgegevens

Zwanger in Laurentius Polikliniek gynaecologie en echoscopie/prenataal onderzoek

Informatie over de screening op down-, edwards- en patausyndroom. Prenatale screening Mei 2019

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie PATIËNTENVOORLICHTING. Bloedgroep, rhesusfactor en irregulaire antistoffen No 16

ZWANGER WORDEN EN ZIJN

man, vrouw en kind info voor de ouders Downsyndroomscreening

Vlokkentest en vruchtwaterpunctie

DE PRENATALE SCREENING OP DOWNSYNDROOM EN HET STRUCTUREEL ECHOSCOPISCH ONDERZOEK

Controles tijdens de zwangerschap

Watercontrastechoscopie, waterecho of SIS

Zwangerschap langer dan 42 weken

Patiënteninformatie. Kanker van de vulva. Informatie over de behandeling van kanker van de huid rondom de schede

Transcriptie:

Inleiding De meeste kinderen worden gezond geboren, maar een klein percentage (ongeveer 3 tot 4%) van alle kinderen heeft bij de geboorte een aangeboren aandoening, zoals het Down-syndroom ('mongooltje') of een open rug (neuraal buis defect of spina bifida). Soms is het mogelijk bij het ongeboren kind een dergelijke aandoening op te sporen (prenatale diagnostiek) of vast te stellen of er een verhoogde kans is op een dergelijke aandoening (prenatale screening). Wat is prenatale screening? 'Prenataal' betekent 'voor de geboorte'. Een screening is een onderzoek door middel van een test. Inleiding 2 Wat is prenatale screening? 2 Welke testen zijn er mogelijk bij prenatale 2 screening? Bij welke zwangerschapsduur vindt prenatale 3 screening plaats? Wie komt in aanmerking voor prenatale screening? 3 Welke aandoeningen kunnen bij prenatale 3 screening onderzocht worden? Soorten testen voor prenatale screening 6 Testen: samenvatting 8 Wat betekent een uitslag bij prenatale screening? 9 Zelf kiezen bij prenatale screening 10 Overweeg met uw partner wat u met de uitslag wilt. 10 Hoe verloopt prenatale screening in de praktijk? 11 Tot slot 11 Adressen 12 Prenatale screening is onderzoek tijdens de zwangerschap om te beoordelen of het ongeboren kind een verhoogde kans heeft op een aangeboren afwijking. Prenatale screening is dus een vorm van kansbepaling. Alle screeningstesten berekenen de kans dat uw kind een aangeboren aandoening zou kunnen hebben. Dat wil dus zeggen dat de testen niet met zekerheid kunnen vaststellen of uw kind een aandoening heeft, maar dat zij alleen maar een indruk kunnen geven of uw kind een verhoogde kans heeft op een bepaalde aandoening. Als uit de test blijkt dat deze kans verhoogd is, komt u in aanmerking voor verder onderzoek. Dit vervolgonderzoek wordt prenatale diagnostiek genoemd. Welke testen zijn er mogelijk bij prenatale screening? Voor prenatale screening bestaan er verschillende testen: echoscopisch onderzoek waarbij de dikte van het vocht in de huidplooi van de nek van de baby wordt gemeten: de nekplooimeting (NT-meting, nuchal translucencymeting) een vroege bloedtest (serumscreening) een combinatie van de nekplooimeting en de vroege bloedtest: de combinatietest een late bloedtest (tripeltest) structureel echoscopisch onderzoek. 1 2

Bij welke zwangerschapsduur vindt prenatale screening plaats? meting van de nekplooi: zwangerschapsduur van 11 tot 14 vroege bloedtest: zwangerschapsduur van 9 tot 14 late bloedtest: zwangerschapsduur van 15 tot 19 structureel echoscopisch onderzoek: zwangerschapsduur van 18 tot 22 Als bij prenatale screening blijkt dat uw kind een verhoogde kans op het Downsyndroom heeft, komt u in aanmerking voor prenatale diagnostiek. De kans op het Down-syndroom neemt toe met uw leeftijd (zie onderstaande tabel). Wie komt in aanmerking voor prenatale screening? Alle zwangere vrouwen kunnen vragen om een prenatale screening. Zo'n screening staat los van uw leeftijd, uw gezondheid en de vraag of er erfelijke en/of aangeboren aandoeningen in uw eigen familie of die van uw partner voorkomen. Dit is anders dan bij prenatale diagnostiek: bent u 36 jaar of ouder en 18 of langer zwanger, hebt u een bepaalde ziekte waarbij een verhoogde kans bestaat op aangeboren afwijkingen zoals bijvoorbeeld suikerziekte of komt er in uw familie of in die van uw partner een erfelijke en/of aangeboren aandoening voor, dan kunt u ook in aanmerking komen voor prenatale diagnostiek als dat voor die aandoening mogelijk is. Welke aandoeningen kunnen bij prenatale screening onderzocht worden? Er zijn verschillende aandoeningen waarvoor de kans bepaald kan worden: aandoeningen die zijn veroorzaakt door afwijkingen in de chromosomen (o.a. Down-syndroom), en aandoeningen waarbij lichamelijke afwijkingen op de voorgrond staan (o.a. spina bifida, open rug). Chromosoomafwijkingen: Down-syndroom Chromosomen bevatten onze erfelijke informatie. Elke cel in ons lichaam heeft 23 paar chromosomen. Bij het Down-syndroom is er een extra chromosoom, chromosoom nummer 21. Dit is niet te genezen. Het Downsyndroom gaat gepaard met een verstandelijke handicap en karakteristiek uiterlijke kenmerken, zoals bijvoorbeeld een dikke tong. Daarnaast hebben deze kinderen een grotere kans op lichamelijke aandoeningen, zoals een aangeboren hartafwijking. Bij het Down-syndroom is niet te voorspellen wat het kind verstandelijk en lichamelijk zal kunnen bereiken. Een kind met het Down-syndroom werd vroeger ook wel een mongooltje genoemd. Andere chromosoomafwijkingen Soms wordt bij prenatale screening een verhoogde kans op een andere chromosomale afwijking gevonden. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat uw kind een extra chromosoom 13 (syndroom van Patau) of 18 (syndroom van Edward) heeft. Deze afwijkingen leiden tot ernstige aandoeningen die vrijwel niet met het leven te verenigen zijn. Andere chromosoomafwijkingen zijn zeer zeldzaam en de betekenis en de ernst zijn erg wisselend. Niet alle chromosoomafwijkingen kunnen worden ontdekt met prenatale screening. 3 4

Lichamelijke afwijkingen: defect in de neurale buis Het ruggenmerg en de hersenen ontstaan vroeg in de zwangerschap uit een structuur die we 'neurale buis' noemen. Als deze aanleg niet goed verloopt, kan er een opening in wervelkolom of schedeldak blijven bestaan. Dit heet ook wel 'neuraal buisdefect'. Bij een open schedel is het schedeldak niet goed gesloten en zijn de hersenen niet beschermd. Kinderen met een open schedel overlijden vrijwel altijd tijdens of vlak na de geboorte. Bij een open rug ligt het eraan hoe ernstig het defect is en waar het zit. Verschillende lichamelijke afwijkingen en beperkingen kunnen het gevolg zijn: niet of slecht kunnen lopen, een gestoorde blaasfunctie, soms een waterhoofd en soms daarbij een verstandelijke handicap. De kans op een defect in de wervelkolom of schedeldak is kleiner dan 1 per 1000. Deze kans neemt niet toe met uw leeftijd, maar is wel groter als u bepaalde ziekten hebt (diabetes) of bepaalde medicijnen gebruikt (bijvoorbeeld tegen epilepsie). Ook als er in uw beide families vaker een open rug voorkomt kan de kans groter zijn. De kans op deze aangeboren afwijkingen wordt lager als u foliumzuurtabletten gebruikt vanaf het moment dat u zwanger wilt worden en tot en met de eerste tien van uw zwangerschap (zie Zwanger! Algemene informatie en www.zwangernu.nl). Soorten testen voor prenatale screening De nekplooimeting (11-14 zwangerschap) De nekplooi wordt door middel van echoscopisch onderzoek gemeten (zie onderstaand figuur). Hoe meer vocht, hoe dikker de nekplooi en hoe groter de kans dat uw kind Down-syndroom of een andere chromosoomafwijking heeft. Voor het berekenen van dit risico zijn ook andere gegevens nodig, zoals uw leeftijd en de exacte zwangerschapsduur. Een verdikte nekplooi kan ook voorkomen bij andere chromosoomafwijkingen en bepaalde lichamelijke aandoeningen zoals een hartafwijking. Een verdikte nekplooi kan ook voorkomen bij een gezond kind. De nekplooi: deze kan gemeten worden om de kans op het Downsyndroom te berekenen. Andere lichamelijke afwijkingen Met het structureel echoscopisch onderzoek kunnen een aantal andere, duidelijk zichtbare afwijkingen worden opgespoord, zoals sommige afwijkingen van de hersenen en het ruggenmerg, het skelet, het aangezicht, de nieren en urinewegen en in mindere mate van het hart. De vroege bloedtest (9-14 zwangerschap; het liefst tussen 9-11 ) Bij de vroege bloedtest worden de waarden van twee stoffen in het bloed gemeten: PAPP-A en vrij bèta-hcg (zie Definities). Om de kans op Downsyndroom te berekenen, worden deze waarden afgezet tegen uw leeftijd, uw gewicht en of u rookt. De combinatietest (11-14 zwangerschap) De combinatietest bestaat uit een nekplooimeting én een vroege bloedtest. De combinatietest berekent nauwkeuriger dan de afzonderlijke testen alleen de kans of uw kind het Down-syndroom zal hebben. 5 6

De late bloedtest (15-19 zwangerschap) Testen: samenvatting Bij de late bloedtest (ook wel de tripeltest genoemd) worden de waarden van drie stoffen in het bloed gemeten: serum-"fp, hcg en oestriol (zie Definities). Deze waarden worden gecombineerd met uw leeftijd, gewicht en exacte zwangerschapsduur. Met de late bloedtest kan naast de kans op het Downsyndroom ook de kans op een open rug worden berekend. Structureel echoscopisch onderzoek (18-22 zwangerschap) Met echoscopie kunnen sommige lichamelijke afwijkingen die duidelijk zichtbaar zijn, worden opgespoord. Structureel echoscopisch onderzoek vindt plaats met speciale echoapparatuur en wordt uitgevoerd door een speciaal opgeleide echoscopist. Als er bij dit onderzoek geen afwijkingen worden gevonden, is dat nog geen garantie dat er helemaal geen afwijkingen bij uw kind aanwezig zijn. Niet alle afwijkingen zijn zichtbaar; sommige lichamelijke afwijkingen worden alleen zichtbaar bij zeer uitgebreid echoscopisch onderzoek. Nekplooi- meting Wanneer? 11-14 Waarop? Down- syndroom, sommige chromo- soom- afwijkingen, hart- afwijkingen vroege bloedtest 9-14 Downsyndroom combinatietest 9-11 Downsyndroom, sommige chromosoomafwijkingen late bloedtest 15-19 Downsyndroom, neuraal buisdefect structureel echoscopisch onderzoek 18-22 duidelijk zichtbare aangeboren lichamelijke afwijkingen Hoe? echoscopie via de buik of inwendig bloedonderzoek bloedonderzoek en echoscopie bloedonderzoek echoscopie via de buik of inwendig Uitslag? direct ongeveer 2 ongeveer 2 ongeveer 2 direct Risico geen geen geen geen geen Kans hoog? vruchtwaterpunctie, vlokkentest, uitgebreid echosopisch onderzoek vruchtwaterpunctie, vlokkentest vruchtwaterpunctie, vlokkentest vruchtwaterpunctie, vlokkentest uitgebreid echoscopisch onderzoek 7 8

Wat betekent een uitslag bij prenatale screening? Alle testen geven alleen een kans op een bepaalde aangeboren aandoening aan. Bij een lage kans kan de aandoening toch aanwezig zijn. Bij een hoge kans staat nog niet vast dat de aandoening daadwerkelijk aanwezig is. Wel komt u in aanmerking voor vervolgonderzoek: prenatale diagnostiek (zie Prenatale diagnostiek). Dit kan zijn een vruchtwaterpunctie (zie afbeelding), een vlokkentest (zie afbeelding) of uitgebreid echoscopisch onderzoek bij 20. Alleen bij het structureel echoscopisch onderzoek is soms direct duidelijk dat er een afwijking bestaat maar volgt meestal ook verder onderzoek. Al deze vervolgonderzoeken zijn niet verplicht. Vlokkentest Via de schede worden enkele cellen van de moederkoek afgenomen voor onderzoek. Vruchtwaterpunctie Via de naald worden uit het vruchtwater enkele losse cellen van de baby opgezogen voor onderzoek. Zelf kiezen bij prenatale screening Wilt u gebruik maken van prenatale screening? U krijgt eerst een gesprek met een deskundige, die u en uw partner kan helpen bij de keuze om wel of geen prenatale screening te laten verrichten en ten aanzien van eventueel vervolgonderzoek. U kunt op elk moment besluiten om af te zien van de onderzoeken. Als u al wat langer zwanger bent, is soms geen keuze meer mogelijk omdat de testen binnen een vastgestelde zwangerschapsduur moeten plaatsvinden. Bespreek met uw arts als er sprake is van een afwijking, tot welke termijn en waar de zwangerschap eventueel mag worden afgebroken. Na 24 zwangerschapsduur kan dit bijvoorbeeld alleen als het strikt medisch noodzakelijk is voor de gezondheid van uzelf of als het kind niet levensvatbaar is. Overweeg met uw partner wat u met de uitslag wilt. Zou u verder onderzoek willen bij een verhoogde kans op een aangeboren aandoening? Zou u de zwangerschap wel of niet afbreken als er sprake blijkt te zijn van een aangeboren aandoening? Wilt u zich zo goed mogelijk voorbereiden op een kind dat eventueel een aangeboren aandoening heeft? Voelt u zich goed geïnformeerd over de aandoening waarop gescreend gaat worden? 9 10

Overweeg, indien u in aanmerking komt voor prenatale diagnostiek, wat u zou doen als de uitslag bij prenatale screening aangeeft dat uw kind een normale kans heeft op een aangeboren aandoening. Bij prenatale diagnostiek bestaat er bij de meeste testen een licht verhoogde kans op een miskraam, bij prenatale screening niet. Wilt u toch meer zekerheid, dan lijkt prenatale screening misschien minder verstandig omdat dit kansbepalende testen zijn die geen absolute zekerheid bieden. Bij prenatale screening is een aantal afwegingen van belang: de voor- en nadelen van de test eventuele bijwerkingen en/of complicaties van de test wat te doen bij een onverwachte uitkomst? wat te doen bij onzekerheid over de ernst van de aandoening waarop gescreend wordt? wat te doen bij een verhoogde kans? Adressen Erfocentrum: www.erfelijkheid.nl www.zwangernu.nl Vereniging Samenwerkende Ouder en Patiëntenorganisaties: www.vsop.nl Stichting Down Syndroom: www.downsyndroom.nl Vereniging van motorisch gehandicapten en hun ouders: www.bosk.nl Hoe verloopt prenatale screening in de praktijk? Na het gesprek met de deskundige besluiten u en uw partner of u wel of geen prenatale screening wilt. Wilt u dit wel, dan volgt de keuze voor een test. U spreekt met de arts of verloskundige af hoe u de uitslag krijgt en wat eventueel te doen bij een verhoogde kans. Bij een normale kans wordt in principe geen verder onderzoek verricht. Tot slot Het besluit wel of geen prenatale screening te laten verrichten, kan veel consequenties hebben. Zorgvuldigheid is dus belangrijk. U en uw partner kunnen soms tijd nodig hebben voor de uiteindelijke beslissing. Besef dat u zelf de keuze moet maken. Gevoel en verstand kunnen hierbij door elkaar lopen. 11 12

augustus2006 NVOG Het copyright en de verantwoordelijkheid voor deze folder berusten bij de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) in Utrecht. Leden van de NVOG mogen deze folder, mits integraal, onverkort en met bronvermelding, zonder toestemming vermenigvuldigen. Folders en brochures van de NVOG behandelen verschillende verloskundige en gynaecologische klachten, aandoeningen, onderzoeken en behandelingen. Zo krijgt u een beeld van wat u normaliter aan zorg en voorlichting kunt verwachten. Wij hopen dat u met deze informatie weloverwogen beslissingen kunt nemen. Soms geeft de gynaecoloog u andere informatie of adviezen, bijvoorbeeld omdat uw situatie anders is of omdat men in het ziekenhuis andere procedures volgt. Schriftelijke voorlichting is altijd een aanvulling op het gesprek met de gynaecoloog. Daarom is de NVOG niet juridisch aansprakelijk voor eventuele tekortkomingen van deze folder. Wel heeft de Commissie Patiëntenvoorlichting van de NVOG zeer veel aandacht besteed aan de inhoud. Dit betekent dat er geen belangrijke fouten in deze folder staan, en dat de meerderheid van de Nederlandse gynaecologen het eens is met de inhoud. Andere folders en brochures op het gebied van de verloskunde, gynaecologie en voortplantingsgeneeskunde kunt u vinden op de website van de NVOG: www.nvog.nl, rubriek patiëntenvoorlichting. Deze folder is tot stand gekomen in samenwerking met de VSOP en Erfocentrum. Auteurs: A. Franx Redacteur: E..A. Bakkum Bureauredacteur: Jet Quadekker Illustraties: S. Blankevoort De NVOG sluit iedere aansprakelijkheid uit voor de opmaak en de inhoud van de voorlichtingsfolders of richtlijnen, alsmede voor de gevolgen die de toepassing hiervan in de patiëntenzorg mocht hebben. De NVOG stelt zich daarentegen wel open voor attendering op (vermeende) fouten in de opmaak of inhoud van deze voorlichtingsfolders of richtlijnen. Neemt u dan contact op met het Bureau van de NVOG (e-mail: info@nvog.nl ). Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie VERLOSKUNDE PRENATALE SCREENING Versie 1.5 Datum Goedkeuring 01-03-2006 Verantwoording NVOG 13 gyn 56 14

15 16