ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 9151



Vergelijkbare documenten
ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 8916

ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 9461

ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 9400

PUBLICATIE VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 8298

ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 8852

ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 9334

ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 9296

FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU BRUSSEL, 09/04/2009

ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr

Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG)

Inhoudstafel per onderwerp volume 2 experimenten op de mens en menselijk lichaamsmateriaal

Veel gestelde vragen Menselijk lichaamsmateriaal Laatst bijgewerkt op 28 februari 2010

ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 8903

Weefseltransplantatie

ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 8723

VVK Wintervergadering Sectie Neonatologie 18 januari 2013

Gelet op de aanvraag van het Universitair Medisch Centrum Sint-Pieter ontvangen op 28/10/2013;

15 FEBRUARI Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen

Algemeen kader Onafhankelijkheid van de expertise een prioriteit van de Raad

Weefselbanking. Kwaliteitsbeheer & donorselectie. Glorieux Sarah, PhD, ir. Matthys Conny, Dr. 07 november Universitair Ziekenhuis Gent 1

POSITION PAPER VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 9206

Briefrapport /2009 C. Wassenaar B. Wilbrink. Evaluatie CCKL-Praktijkrichtlijn versus wettelijke eisen voor donortestlaboratoria

PUBLICATIE VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 8652

ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 9418

Detectie van occulte Hepatitis B bij bloeddonoren

December Inleiding

ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 8827

Wet houdende diverse bepalingen betreffende gezondheid 13 december 2006 Verschenen in het Belgisch Staatsblad

Monitoring the patient response as an alternative to commercial negative quality control in infectious serology. 27 maart 2014 J.

In artikel 23 van dezelfde wet, worden de onderdelen b), c), d) en f) opgeheven.

Zwangerschap en HBV. Greet Boland Nationaal Hepatitis Centrum, Amersfoort Afdeling Virologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht

RAPPORTERING EN INTERPRETATIE VAN BIOLOGISCHE TESTEN OP STALEN AFKOMSTIG VAN DONOREN VAN MENSELIJK LICHAAMSMATERIAAL

Opname pasgeborenen op N* en NIC Moeder & Kind

Valkuilen bij diagnostiek hepatitis ABC

ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 8684

Eerste Kamer der Staten-Generaal

PUBLICATIE VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD Nr. 8352

Evaluatie van de betrouwbaarheid van de analysemethoden voor de bepaling van fipronil in eieren en vlees

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie

Grenzen aan de veiligheid van bloed

Klinische biologie : Sensibiliseringscampagne voor de voorschrijvers. RIZIV Dienst voor geneeskundige verzorging

PUBLICATIE VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 8318

Kinkhoest vaccinatie. Ann Buyens. 16 november 2013

Tweede Kamer der Staten-Generaal

PUBLICATIE VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 8293

Focus wie ooit gediagnosticeerd moet nog behandeld worden. Prof. dr. Jan Hendrik Richardus Dr. Robine Hofman Abby Falla, MSc

ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 9347

MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie

ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 8678

Nieuwe wetgeving ten aanzien van orgaanvigilantie

ADVIES M.B.T. DE ZIEKENHUISBLOEDBANK

FOD VOLKSGEZONDHEID, Brussel, 11/06/2009 VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

9 JANUARI Koninklijk besluit betreffende de biobanken

Screening van pasgeborenen

PICO-30 Is het veilig om HIV-1 discordante paren te behandelen met sperm washing i.c.m. ICSI?

Overeenkomst over het opslaan van stamcellen uit navelstrengbloed

RAAD VOOR HET VERBRUIK ADVIES

HEPATITIS B EN ZWANGERSCHAP. Ann-Sophie Page & Gerbrich van den Bosch

BasisFiche Keizersneden Beschrijving en Achtergrond van de Indicator Definitie Relatie tot Kwaliteit Technische Fiche...

Federaal Fonds ter bestrijding van de verslavingen Subsidieaanvragen voor verlengingen en nieuwe projecten

Regelgeving inzake lichaamsmateriaal

Hiv in België, hiv-tests, HelpCenter Eerste bilan nieuwe hiv-patiënt

ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNING VAN DE TRANSPLANTATIECENTRA ALS ZIEKENHUISFUNCTIE

Is hepatitis C eliminatie in Nederland wel mogelijk? Andy IM Hoepelman Hoogleraar Interne Geneeskunde & Infectieziekten UMC Utrecht

PUBLICATIE VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD Nr. 8295

FOD VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU. Federale wetgeving over hemovigilantie

Winterseizoen

COMMISSIE VOOR KRUIDENGENEESMIDDELEN VOOR MENSELIJK GEBRUIK (CKG)

27 APRIL Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen

KWALITEITSNORMEN VOOR ALLOGREFFEN VAN NAVELSTRENGBLOED (placentair bloed) H.G.R. : 7970

Winterseizoen

Alles op alles voor veilig bloed

Initiatieven Overheid ten gunste van orgaandonatie

ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD. Indicatierichtlijnen voor de toediening van rode bloedcellen

Epidemiologie van HIV/AIDS en Testbeleid

Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening

Valkuilen bij niet-invasieve foetale RhD typering Florentine F. Thurik

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

PROCEDURE VOOR HET BEKOMEN VAN EEN AFWIJKING TEN AANZIEN VAN HET GEBRUIK VAN WATER IN DE VOEDSELKETEN

SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie

De waarde van aviditeitstesten in diagnostiek en rondzendingen

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen - 1 -

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

K.B In werking B.S

Inhoudsopgave Inleiding Voor wie is deze brochure? 1. Hepatitis 2. Behandeling medicijnen Alternatieve aanvullende behandelingen

Rhesus-bloedgroep tijdens de zwangerschap Wat moet u weten?

Advies nr. 154 van 8 december 2017 van het Bureau van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen over de verloven voor co-ouders in het

HOOFDSTUK III. Traceerbaarheid.

Rhesusbloedgroep. tijdens de zwangerschap. Wat moet u weten?

Dr. P. (Peter) M. Kouw, arts maatschappij en gezondheid, GGD Amsterdam i.s.m. met de ad-hoc werkgroep Werkinstructie HIV screening voor BCG

Verantwoord aanvragen en interpretatie van virale serologie bij de zwangere

Nationaal Actie Plan d A ction N ational HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE NAPAN TASK FORCE

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie

Aanbevelingen inzake handhygiëne. ne tijdens de zorgverlening

De vlokkentest. Informatie voor patiënten en hun familie

K.B B.S In werking

Inleiding Geachte heer/mevrouw,

Transcriptie:

ADVIES VAN DE HOGE GEZONDHEIDSRAAD nr. 9151 Serologische testen bij donatie in de perinatale-periode In this science-policy advisory report, the Superior Health Council recommends that serological tests (HBV-HCV-HIV-syphilis) be performed on the mother rather than on donors who have passed away during the perinatal period, these tests being both safer and more reliable for cell and tissue donation. April 2014 1. INLEIDING Het koninklijk besluit (KB) van 28 september 2009 tot vaststelling van de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor het doneren, wegnemen, verkrijgen, testen, bewerken, bewaren en distribueren van menselijk lichaamsmateriaal (MLM), waaraan de MLM-banken, de intermediaire structuren voor MLM en de productie-instellingen moeten voldoen, beschrijft onder meer de biologische testen die bij levende en overleden donoren moeten worden uitgevoerd. Meer bepaald voor pasgeboren donoren stelt het KB in bijlage VI punt 2.8 het volgende: "bij neonatale donoren kunnen de biologische testen worden uitgevoerd op de moeder van de donor om uit medisch oogpunt onnodige testen op de pasgeborene te vermijden". Deze paragraaf slaat in de regel op de donatie van navelstrengbloed, en bijgevolg op donatie door een levende neonaat. De vraag stelt zich of dit ook geldt voor de donatie van weefsels of cellen bij overleden neonaten. Anderzijds stelt het KB in bijlage VI punt 2.4 het volgende: bij overleden donors moeten de bloedmonsters binnen de 48 uur vóór het overlijden zijn afgenomen; als dat niet mogelijk is, moeten de bloedmonsters zo snel mogelijk en in elk geval binnen 24 uur na het overlijden worden afgenomen. Op basis hiervan zou men kunnen stellen dat bij overleden pasgeboren donoren de biologische testen op de pasgeborene moeten worden uitgevoerd. De Belgische regelgeving komt op dit punt volledig overeen met de Europese regelgeving. De (HGR) vraagt zich af of het niet beter is om bloed af te nemen bij de moeder, zoals dit het geval is bij een levende pasgeboren donor. Het advies beperkt zich tot de serologische testen op hepatitis B virus (HBV), hepatitis C virus (HCV), humaan immunodeficiëntie virus (HIV), Human T-cell lymphotropic virus (HTLV), cytomegalovirus (CMV) en syfilis. Het advies handelt niet over microbiologische controles. 1

Om de vraag te beantwoorden, heeft de permanente groep "Cellen, weefsels en organen van menselijke en dierlijke oorsprong" virologen en immunologen uitgenodigd om deel te nemen aan de beraadslaging. 2. ADVIES Het advies gaat specifiek om doodgeboren donoren, donoren overleden bij de geboorte of die in de eerste 24 uur na de geboorte overleden zijn. Het moment van overlijden moet gekend en gedocumenteerd zijn. Er mag geen contra-indicatie voor de prelevatie zijn en de donor mag vóór de donatie geen bloedcomponenten ontvangen hebben. Het kind kan geïnfecteerd worden tijdens de zwangerschap ofwel bij de bevalling. In beide gevallen, kunnen de merkers voor de infectie dan bij de moeder opspoorbaar zijn, maar nog niet bij de pasgeborene. De analyse van het moederlijk bloed blijkt dus meer zekerheid te bieden. De superioriteit van het testen van het bloed van de moeder geldt niet voor CMV. Als men CMV wil beoordelen, moet een CMV-test bij de pasgeborene worden uitgevoerd. Deze test is echter niet verplicht. Aan de hand hiervan, beveelt de HGR aan: - om de serologische testen bij de moeder uit te voeren of het nu om een levende of een overleden pasgeboren donor gaat; - om de Belgische regelgeving aan te passen; - om dit standpunt op Europees niveau over te nemen. Sleutelwoorden Keywords Mesh terms* Sleutelwoorden Mots clés Stichworte Serological tests Serological tests Serologische testen Tests sérologiques Serologische Teste Newborn Infant, newborn Pasgeborenen Nouveau-né Neugeborene Infection Infection Infectie Infection Infektion Human body material Human cells tissues Menselijk Matériel corporel Menschliches lichaamsmateriaal humain Körpermaterial Deceased donor Non- Living Donors Overleden donor Donneur décédé verstorbener Spender * MeSH (Medical Subject Headings) is the NLM controlled vocabulary thesaurus used for indexing articles for PubMed. 2

3. UITWERKING EN ARGUMENTATIE Lijst van de gebruikte afkortingen CMV Cytomegalovirus DNA Deoxyribonucleic acid HBV Hepatitis B virus HBsAg Hepatitis B surface antigen HCV Hepatitis C virus HGR HIV Humaan immunodeficiëntie virus HTLV Human T-cell lymphotropic virus IgM Immunoglobuline M KB Koninklijk besluit MLM Menselijk lichaamsmateriaal PCR Polymerase chain reaction 3.1 Methodologie Na analyse van de vraag hebben het College en de voorzitter van de werkgroep de nodige expertises bepaald. De experten van de werkgroep hebben een algemene en een ad hoc belangenverklaring ingevuld en de Commissie voor Deontologie heeft het potentieel risico op belangenconflicten beoordeeld. Het advies berust op een overzicht van de wetenschappelijke literatuur, de grijze literatuur en het oordeel van de experts. Na goedkeuring van het advies door de werkgroep werd het advies tenslotte gevalideerd door het College. 3.2 Uitwerking Bij het wegnemen van MLM bij overleden donoren moeten de biologische testen op het bloed van de donor worden uitgevoerd, in dit specifieke geval, de overleden pasgeborene. Het gaat hier specifiek om doodgeboren donoren, donoren overleden bij de geboorte of in de eerste 24 uur na de geboorte overleden zijn. Het moment van overlijden moet gekend en gedocumenteerd zijn en mag geen contra-indicatie vormen voor de prelevatie. De donor mag voor de donatie geen bloed componenten ontvangen hebben. De uitvoering van de serologische testen bij de moeder in plaats van de in de perinatale fase overleden donor is te verantwoorden omwille van het volgende: Tijdens de bevalling is er een risico op infectieoverdracht tussen moeder en kind. De infectie is dan niet aantoonbaar bij de pasgeborene, maar wel bij de moeder. Het is een gekend gegeven dat premature neonaten alsook neonaten die intra-uteriene groeiachterstand vertonen, ook immaturiteit van het immuunsysteem kunnen vertonen wat op zijn beurt kan leiden tot verhoogde kansen op een vals negatief resultaat van serologische bepalingen voornamelijk voor immunoglobuline M (IgM) (Yang et al., 1983). - Het opsporen van infectieuze agentia bij de moeder steunt op gestandaardiseerde screeningsprotocols wat niet steeds het geval is indien gebruik gemaakt wordt van serologische bepalingen bij pasgeborenen. Hierbij kan HBV infectie als voorbeeld genomen worden waarbij momenteel nog geen internationale diagnostische standaarden 3

beschikbaar zijn voor HBV opsporing bij de pasgeborene terwijl, screening van de zwangere of de moeder voor hepatitis B surface antigen (HBsAg) een internationaal aanvaarde praktijk is (Cohen et al., 2013; Lin et al., 2009). Het is wel aangetoond dat HBsAg en HBV DNA positiviteit bij de geboorte opspoorbaar zijn bij pasgeborenen die HBV infectie via intrauteriene route opgelopen hebben (Chen et al., 2013). Deze transmissieroute is eerder verantwoordelijk voor de minderheid (5-10 %) van de verticale transmissies van HBV infectie. HBsAg en HBV DNA bij de pasgeborenen zijn enkel positief bij een fractie van HBsAg-positieve moeders, waardoor de serologische testen op maternele stalen een veiligere benadering vormen die aanvullend een risico op potentiele perinatale HBV transmissie detecteren. Het opsporen van infectie via de serologische testen bij de moeder geeft de mogelijkheid om over groter te testen staalvolume te beschikken, in vergelijking met de frequent minimale staalvolumes die beschikbaar zijn bij afname bij donoren overleden in de perinatale periode. Serologische testen bij de moeder zijn analytisch meer betrouwbaar dan bij de donor overleden in de perinatale periode, gezien het exacte tijdstip van het overlijden vaker niet sluitend gekend is. Vals positief resultaat op post mortem stalen is beschreven, wat tot een onnodige rejectie van te doneren weefsels zal leiden (Challine et al., 2006; Kitchen et al., 2013; Wilkemeyer et al., 2012). Wat betreft moleculairbiologische bepalingen door middel van polymerase chain reaction (PCR), is de problematiek vergelijkbaar met deze bij de serologische bepalingen, met name meer kans op een vals positief of oninterpreteerbaar resultaat (Miédougé et al., 2002). Analyses uitgevoerd op stalen van de overleden pasgeborene vereisen gebruik van post mortem bloed wat buiten de optimale condities van pre-analytische afname valt en door de meeste diagnostische firma s niet gevalideerd is als bruikbare staalsoort. Bij biologische testen bij de overleden baby/neonaat/foetus doen zich de volgende problemen voor: de beperkte betrouwbaarheid van de serologische testen, de validiteit ervan, maar ook de verminderde kwaliteit van het post mortem bloed (hemodilutie) en de kwantiteit (te kleine hoeveelheid) van het bloed dat kan worden afgenomen. Dit kan tot problemen leiden voor de veiligheid van het MLM. Er kan bijgevolg gesteld worden dat serologische testen uitgevoerd bij de moeder hogere zekerheid bieden naar infectieus risico toe dan serologische bepalingen uitgevoerd op het bloed van de overleden pasgeborene. Concluderend, kan er aangenomen worden dat serologische testen bij de moeder een aanvaardbaar tot beter alternatief vormen voor serologische testen op post mortem bloed van de donor overleden in de perinatale periode. Aangezien het KB van 28/09/2009, in de bijlage VI, punt 2.4. stelt dat de serologische bloedtesten bij de overledene donors moeten worden verricht, is de HGR van mening dat een aanpassing van de nationale regelgeving wenselijk is. Vermits de Europese richtlijnen dit aspect niet expliciet behandelen en om te vermijden dat elke lidstaat het probleem op een andere manier aanpakt, is het aangewezen het standpunt aangenomen in dit advies naar het Europese niveau door te sturen. 4

4. REFERENTIES - Challine D, Roudot-Thoraval F, Sabatier P, Dubernet F, Larderie P, Rigot P, et al. Serological viral testing of cadaveric cornea donors. Transplantation 2006;82(6):788-93. - Chen T, Wang J, Feng Y, Yan Z, Zhang T, Liu M, et al. Dynamic changes of HBV markers and HBV DNA load in infants born to HBsAg(+) mothers: can positivity of HBsAg or HBV DNA at birth be an indicator for HBV infection of infants? BMC Infect Dis 2013;13:524. - Cohen C, Caballero J, Martin M, Weerasinghe I, Ninde M, Block J. Eradication of hepatitis B: a nationwide community coalition approach to improving vaccination, screening, and linkage to care. J Community Health 2013;38(5):799-804. - Kitchen AD, Newham JA, Gillan HL. Effective serological and molecular screening of deceased tissue donors. Cell Tissue Bank 2013;14(4):633-44. - Lin K, Vickery J. Screening for hepatitis B virus infection in pregnant women: evidence for the U.S. Preventive Services Task Force reaffirmation recommendation statement. Ann Intern Med 2009;150(12):874-6. - Miedouge M, Chatelut M, Mansuy JM, Rostaing L, Malecaze F, Sandres-Saune K, et al. Screening of blood from potential organ and cornea donors for viruses. J Med Virol 2002;66(4):571-5. - Yang SL, Lin CC, River P, Moawad AH. Immunoglobulin concentrations in newborn infants associated with intrauterine growth retardation. Obstet Gynecol 1983;62(5):561-4. - Wilkemeyer I, Pruss A, Kalus U, Schroeter J. Comparative infectious serology testing of pre- and post mortem blood samples from cornea donors. Cell Tissue Bank 2012;13(3):447-52. 5

5. SAMENSTELLING VAN DE WERKGROEP Al de deskundigen hebben op persoonlijke titel aan de werkgroep deelgenomen. De namen van de deskundigen van de HGR worden met een asterisk * aangeduid. De volgende deskundigen hebben hun medewerking verleend bij het opstellen van het advies: BEELE Hilde* Geneeskunde, dermatologie UZ Gent BOUTSEN-ECTORS Geneeskunde, pathologische KUL Nadine* anatomie DE SUTTER Petra* Voortplantingsgeneeskunde UZ Gent DELFORGE Alain* Geneeskunde, celtherapie ULB GUNS Johan* Medisch-sociale wetenschappen UZ Brussel HEINEN Ernst Humane histologie ULg MUYLLE Ludo* Geneeskunde, klinische biologie FAGG, UZA, UA PADALKO Elizaveta Klinische biologie UZ Gent PIRNAY Jean-Paul* Medische wetenschappen MHKA SAEGEMAN Veroniek Geneeskunde, klinische biologie, UZ Leuven ziekenhuishygiëne THOMAS Isabelle Virologie WIV-ISP THONON Fabienne Voortplantingsgeneeskunde, CHU de Liège embryologie VAN DEN ABBEEL Voortplantingsgeneeskunde, UZ Gent Etienne embryologie VAN DER WERFF TEN Pediatrische Hematologie, Oncologie UZ Brussel BOSCH Jutte en Immunologie VAN GEYT Caroline* Medisch-sociale wetenschappen UZ Gent VAN RIET Ivan* Geneeskunde, celtherapie UZ Brussel VANDERKELEN Alain* Geneeskunde, algemene chirurgie HMRA VERBEKEN Gilbert* Biologie, QA/QC/RA MHKA De administratie werd vertegenwoordigd door: DE VOS Claire Beheer van de erkenningen van banken voor MLM FAGG Het voorzitterschap werd verzekerd door Hilde BEELE en het wetenschappelijk secretariaat door Muriel BALTES. De algemene belangenverklaringen van de experten die het advies hebben goedgekeurd of gevalideerd zijn beschikbaar op onze website (link: Belangenconflicten). 6

Over de (HGR) De is een federale dienst die deel uitmaakt van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Hij werd opgericht in 1849 en geeft wetenschappelijke adviezen i.v.m. de volksgezondheid aan de ministers van volksgezondheid en van leefmilieu, aan hun administraties en aan enkele agentschappen. Hij doet dit op vraag of op eigen initiatief. De HGR neemt geen beleidsbeslissingen, noch voert hij ze uit, maar hij probeert het beleid inzake volksgezondheid de weg te wijzen op basis van de recentste wetenschappelijk kennis. Naast een intern secretariaat van een 25-tal medewerkers, doet de Raad beroep op een uitgebreid netwerk van meer dan 500 experten (universiteitsprofessoren, medewerkers van wetenschappelijke instellingen, praktijk beoefenaars, enz.), waarvan er 300 tot expert van de Raad zijn benoemd; de experts komen in multidisciplinaire werkgroepen samen om de adviezen uit te werken. Als officieel orgaan vindt de het van fundamenteel belang de neutraliteit en onpartijdigheid te garanderen van de wetenschappelijke adviezen die hij aflevert. Daartoe heeft hij zich voorzien van een structuur, regels en procedures die toelaten doeltreffend tegemoet te komen aan deze behoeften bij iedere stap van het tot stand komen van de adviezen. De sleutelmomenten hierin zijn de voorafgaande analyse van de aanvraag, de aanduiding van de deskundigen voor de werkgroepen, het instellen van een systeem van beheer van mogelijke belangenconflicten (gebaseerd op belangenverklaringen, onderzoek van mogelijke belangenconflicten, en een referentiecomité) en de uiteindelijke validatie van de adviezen door het College (eindbeslissingsorgaan van de HGR, samengesteld uit 40 leden van de pool van benoemde experten). Dit coherent geheel moet toelaten adviezen af te leveren die gesteund zijn op de hoogst mogelijke beschikbare wetenschappelijke expertise binnen de grootst mogelijke onpartijdigheid. De adviezen van de werkgroepen worden voorgelegd aan het College. Na validatie worden ze overgemaakt aan de aanvrager en aan de minister van volksgezondheid en worden de openbare adviezen gepubliceerd op de website (), soms met een embargo periode van variabele duur voor vertrouwelijke adviezen of projecten m.b.t. een Koninklijk Besluit. Daarnaast wordt een aantal onder hen gecommuniceerd naar de pers en naar doelgroepen onder de beroepsbeoefenaars in de gezondheidssector. De HGR is ook een actieve partner binnen het in opbouw zijnde EuSANH netwerk (European Science Advisory Network for Health), dat de bedoeling heeft adviezen uit te werken op Europees niveau. Indien U op de hoogte wil blijven van de activiteiten en publicaties van de HGR kan U een mailtje sturen naar info.hgr-css@health.belgium.be. 7