Jaarverslag Volkshuisvestingsverslag Jaarrekening



Vergelijkbare documenten
GOVERNANCE CODE WONINGCORPORATIES

Inhoudsopgave: 1. Raad van Commissarissen Het bestuur De financiële verslaggeving en de positie van de externe accountant...

inform special Ruimte geven en samen leven

Visie op besturen en toezicht houden

Governancestructuur WonenBreburg. januari 2012, geactualiseerd augustus 2015

Bestuursreglement. Woningstichting Heteren

Artikel 3 - Benoeming 1. De (her)benoeming van een Bestuurder geschiedt onverlet diens arbeidsrechtelijke positie voor een periode van vier jaar.

Corporate governance code Caparis NV

De Raad van Toezicht voert tenminste jaarlijks met de Raad van Bestuur een functionering en beoordelingsgesprek. (in de maand september)

Maatschappelijke visitatie De Woonmensen/SJA: Een ondernemende en maatschappelijk gedreven corporatie die ruim voldoende tot goed presteert

Jaarverslag Volkshuisvestingsverslag Jaarrekening

MEMO HERZIENING WONINGWET

Activiteitenoverzicht Midden-Groningen 2019

VERSLAG VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN ALGEMEEN

ONDERNEMINGSPLAN volkshuisvesters

2014 VERBINDINGENSTATUUT

Toezichtkader Raad van Commissarissen. Stichting Woningcorporatie Plicht Getrouw. Identificatie:

Versie TREASURYSTATUUT Stichting Woontij

Profielschets Raad van Commissarissen R.K. Woningbouwvereniging Zeist

Profielschets Raad van Commissarissen stichting TBV Vastgesteld op

Toetsings- en toezichtskader RvC

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

3. Dit directiereglement kan - na overleg met de directeur - worden aangevuld en gewijzigd bij besluit van de raad van toezicht.

Profielschets. 4 leden Raad van Commissarissen Provides

Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge artikel 5.5. van de statuten van Stichting Vocallis.

Reglement Bestuur WormerWonen

Directiestatuut. Waterleidingmaatschappij Drenthe

DIRECTIESTATUUT VAN WONINGSTICHTING BARNEVELD TE BARNEVELD

Toezichts- en Toetsingskader van de Veenendaalse Woningstichting

KWALITEITSPROFIEL RVC WONEN VIER- LINGSBEEK

Activiteitenoverzicht gemeente Aa en Hunze 2019

Gewoon goed. wonen WONINGSTICHTING BUITENLUST ONDERNEMINGSPLAN

Visie op toezicht Raad van commissarissen WBO Wonen

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden

Governance Code 2018

Toezichts- en Toetsingskader Nijestee

Profielschets van de omvang en samenstelling van de Raad van Commissarissen en zijn leden.

Visie op besturen en toezicht houden bij Goed Wonen Gemert

Investerings- en financieel statuut

6. Risicomanagement. 6.1 Marktontwikkelingen

Toezicht- en toetsingskader

Activiteiten Beter Wonen in ALMELO

Toezicht- en toetsingskader RvC. vastgesteld in de RvC-vergadering van 14 november 2018

Profielschets raad van commissarissen

Reglement Raad van Toezicht. Stichting Hogeschool Leiden CONCEPT ALGEMEEN

Procuratieregeling externe versie

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief Geacht bestuur,

Dit reglement is vastgesteld door de raad van commissarissen van Woningbouwvereniging Habeko wonen op 8 juli 2008.

Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging

VERSLAG VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN ALGEMEEN

Woningwet woningcorporaties en gemeenten. Informatie voor gemeenten. de piketpalen gaan nu de grond in

BESTUURSREGLEMENT. Voor [naam betreffende stichting/vennootschap]

Reglement bestuur Stichting Havensteder

Reglement RvC Bijlage C: profielschets bestuur

Bestuursreglement. Stichting VELISON WONEN

Profielschets. Directeur-bestuurder Woningstichting Putten

Reglement bestuur Stichting Woonwaard Noord-Kennemerland

Directiestatuut N.V. Waterbedrijf Groningen

Profielschets Raad van Commissarissen l escaut woonservice

REGLEMENT DIRECTIE/RAAD VAN BESTUUR FONDS VOOR CULTUURPARTICIPATIE

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT HOGESCHOOL LEIDEN

Profielschets Raad van Commissarissen Wonion

Toezichtsvisie Woonstichting Land van Altena

Investeringsstatuut Stichting Wonen Zuid. Werk in uitvoering

Actium en de governance code woningcorporaties

Toezichts- en Toetsingskader VechtHorst. November 2017

1. Principes die ten grondslag liggen aan de profielschets voor de Leden van de Raad van Commissarissen alsmede algemeen kwaliteitsprofiel

toezicht en toetsing - Raad van Commissarissen Stadgenoot; pagina 1 van 6

Profielschets Raad van Toezicht Augustus 2014

Bestuursreglement Woningbouwvereniging Bergopwaarts

P R O F I E L S C H E T S R V C S T I C H T I N G W E T L A N D W O N E N G R O E P, V E R S I E

Bijlage 2: Financiële paragraaf. Het bod in aantallen

PROFIEL VOOR DE RAAD VAN COMMISSARISSEN EN ZIJN LEDEN

3Organisatie, governance en. maatschappelijke inbedding

Toezicht- en toetsingskader Informatiereglement

Investeringsstatuut Stichting Woontij

JAARVERSLAG EN JAARREKENING 2013

Notitie over het scheidings- en splitsingsvoorstel

HANDLEIDING BIJ HET OPSTELLEN VAN REGLEMENTEN VOOR TOEZICHT EN BESTUUR

COMPLIANCE MET DE NEDERLANDSE CORPORATE GOVERNANCE CODE

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken.

BIJLAGE E: PROCEDURE ZELFEVALUATIE RAAD VAN TOEZICHT

RWS Jaarplan

Kernboodschappen Woningcorporaties Nederland dicht bij huis

Bestuur- en directiestatuut Wassenaarsche Bouwstichting 2017

Boxmeer Herzieningswetproof. Annemarieke Sandee FRAEY Partners in Publieke Waarde 3 maart 2016

toepassing zijn op grond van de wet en/of de statuten van de stichting.

Reglement van de Raad van Toezicht

Reglement Raad van Bestuur RSZK

Toetsingskader Raad van Toezicht van de onderwijsstichting Esprit. Onderwijsstichting Esprit

6 september Zomerbloeii.

venlo Raadsnotitie GEMEENTEBESTUUR Lokaal woonbeleid 5 H. Brauer

Reglement, werkwijze en taakverdeling RVC

Reglement Bestuur Stichting De Huismeesters. Status: Definitief, d.d. 29 november Vastgesteld door het Bestuur, d.d.

Bestuursreglement. Woonwenz

Visie Raad van Commissarissen op toezicht houden bij SSW

Prestatieafspraken. Gemeente Assen Omnia Wonen Stichting Huurdersorganisatie Omnia Wonen

THEMABIJEENKOMST WONEN. 29 juni 2015

PRESTATIECONTRACT WONEN

Samenvatting en recensie

Transcriptie:

2011 Jaarverslag Volkshuisvestingsverslag Jaarrekening

Inhoud 1. Inleiding 4 2. Verslag van de bestuurder 6 2.1 Ontwikkelingen om ons heen 6 2.1.1 Landelijk 6 2.1.2 Regionaal 7 2.1.3 Gemeente Putten 8 2.2 Ontwikkelingen bij Woningstichting Putten in 2011 8 2.3.1 Realisatie van onze doelstellingen 8 2.3.2 Belangrijkste bestuursbesluiten in 2011 10 2.3 Financiële resultaten 10 2.4 Doorkijk naar de toekomst 11 2.5 Verklaring bestuur 12 3. Missie, opgave en strategie 14 4. Organisatie, governance en samenwerkingsverbanden 17 4.1 Organisatie 18 4.2 Verbindingen en samenwerking 20 4.3 Governancestructuur 20 4.3.1 Bestuur 20 4.3.2 Raad van Commissarissen 21 4.3.3 De controle van de financiële verslaggeving, de positie van de interne controlefunctie en van de externe accountant. 22 4.3.4 Interne risicobeheersings- en controlesystemen 22 5. Maatschappelijke inbedding 24 6. Maatschappelijke resultaten 28 6.1 Het huisvesten van de doelgroep 28 6.1.1 Woonruimteverdeling 28 6.1.2 Huurbeleid 32 6.1.3 Huurontvangsten 34 6.1.4 Verkoop van huurwoningen 35 6.2 De kwaliteit van het bezit 35 6.2.1 Nieuwbouwprojecten 35 6.2.2 Onderhoud en strategisch voorraadbeheer 38 6.2.3 Geriefverbeteringen en zelf aangebrachte voorzieningen 41 6.2.4 Milieu 41 6.3 Betrekken van bewoners bij beheer en beleid 42 6.3.1 Informatie verstrekken 42 6.3.2 Informatie ophalen 43 6.3.3 Kwaliteit dienstverlening 45 6.4 Investeren in leefbaarheid 47 6.5 Wonen en zorg 48 1

7. Financiële resultaten en risicomanagement 52 7.1 Financiële resultaten 52 7.2 Financiële continuïteit 53 7.2.1 Externe beoordeling 53 7.2.2 Interne beoordeling 55 7.3 Risicobeleid en beheersing 56 8. Toekomst 62 9. Verslag van de Raad van Commissarissen 64 Jaarrekening 10. Kerncijfers 70 11. Balans per 31 december 2011 74 12. Winst- en verliesrekening over het boekjaar 2011 78 13. Kasstroomoverzicht 80 14. Toelichting Waarderingsgrondslagen 82 15. Toelichting op de Balans 86 16. Toelichting op de Winst- en Verliesrekening 98 17. Overige gegevens 106 Accountantsverklaring 107

31Inleiding

1. Inleiding Voor u ligt het jaarverslag en de jaarrekening 2011 van Woningstichting Putten. Het thema van dit jaarverslag is Aan het werk in Putten. Op vele fronten wordt er mede door ons gewerkt aan goede woningen en een goede woonomgeving. In dit verslag willen wij u inzicht geven in de ontwikkelingen die ons raken en de maatschappelijke prestaties die wij in 2011 hebben geleverd op het gebied van wonen in Putten. Ook geven wij een doorkijk naar de wijze waarop wij ook in de toekomst inhoud willen geven aan onze voornaamste doelstelling: Het bieden van goede en betaalbare huisvesting in een prettige omgeving, vooral aan diegenen die ons daarvoor nodig hebben. Maar een dorp is meer dan wonen alleen. Putten bruist van activiteiten waarvan we ons niet dagelijks bewust zijn. Zij geven een dorp echter wel zijn bestaansrecht en maken het tot een leefbaar en levendig geheel. En dat willen wij graag laten zien met de foto s in het jaarverslag. Het jaarverslag is opgebouwd uit verschillende delen. In het hoofdstuk Verslag van de bestuurder geven we op hoofdlijnen een schets van de ontwikkelingen in 2011, op landelijk, regionaal en lokaal niveau. Daarbij worden de belangrijkste resultaten over 2011 benoemd. In dat opzicht kunt u het bestuursverslag ook zien als een samenvatting van dit jaarverslag. Vervolgens lichten wij de kaders uit het ondernemingsplan 2008-2012 toe. Deze zijn immers leidend voor ons handelen. Daarna gaan we in op de organisatie, governance en samenwerkingsverbanden. De Raad van Commissarissen legt overigens in een eigen verslag verantwoording af over de wijze waarop het toezicht is vormgegeven. Dit is te vinden aan het einde van dit jaarverslag. Bij Maatschappelijke inbedding lichten we toe op welke wijze Woningstichting Putten haar plek in de lokale samenleving heeft, in relatie tot onze belangrijkste stakeholders. Bij Maatschappelijke resultaten benoemen we concreet de resultaten die wij hebben bereikt in het afgelopen jaar, op het gebied van de kwaliteit van het bezit, het huisvesten van de doelgroep, het betrekken van bewoners, leefbaarheid en wonen en zorg. Daarna gaan we in op de financiële resultaten over 2011, op de huidige en toekomstige financiële positie en op de wijze waarop wij met risico s omgaan. We besluiten het jaarverslag met een beleidsmatige doorkijk naar de toekomst. Dan volgt de financiële vertaling van de gerealiseerde activiteiten. In de jaarrekening worden de balans en de winst- en verliesrekening gepresenteerd, alsmede het kasstroomoverzicht. Dit integrale verslag sturen wij naar onze belangrijkste stakeholders, zoals de gemeente, de huurdersorganisatie en instellingen op het gebied van zorg en welzijn, naar het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, naar het Centraal Fonds Volkshuisvesting en naar het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Het volledige verslag is voor alle belangstellenden via de website te downloaden. Daarnaast maken wij een samenvatting van de belangrijkste resultaten over 2011 in ons bewonersblad Inform. 4

52Verslag van de bestuurder

2. Verslag van de bestuurder 2.1 Ontwikkelingen om ons heen 2.1.1 Landelijk In 2011 heeft de wereld rond de woningcorporaties niet stilgestaan. Ontwikkelingen op Europees niveau lieten ook in Nederland hun invloed gelden. Ondanks alle pleidooien voor een integrale benadering van de woningmarkt liet de landelijke politiek het afweten. Gevolg was het ontbreken van een duidelijke, samenhangende visie achter een veelheid van voorgenomen maatregelen met soms verstrekkende gevolgen. De discussie over veranderingen in de hypotheekrenteaftrek is in volle gang. Door de onzekerheid op dit punt maken mensen pas op de plaats. Daarnaast wordt het steeds moeilijker om een hypotheek te krijgen door de strengere eisen van de banken. Een combinatie die leidt tot teruglopende woningverkopen. In 2011 is een wetsvoorstel in procedure gebracht, waarin corporaties juist geacht worden om 75% van hun woningbezit aan huurders te verkopen. Een dergelijk wetsvoorstel gaat echter volledig voorbij aan het eigendomsrecht. In een markt met voldoende betaalbare huurwoningen kunnen corporaties zeker woningen verkopen. Dit gebeurt ook op veel plekken. Wanneer het echter uitdraait op een verplichting tot verkoop en het daardoor ook dwars ingaat tegen plannen rond strategisch voorraadbeheer, zal een dergelijk wetsvoorstel op weinig steun vanuit de sector kunnen rekenen. Corporaties moeten vanaf 2013 een forse bijdrage gaan leveren aan de huurtoeslag (jaarlijks ruim 600 mln.). Door het grote beslag op de kasstroom van corporaties, leidt dit tot een fors dalende investeringscapaciteit. Dit heeft weer zijn weerslag op de bouwproductie. Tenslotte is de ontwerp-herzieningswet toegelaten instellingen in 2011 in procedure gebracht. In deze wet is onder meer bepaald voor welke activiteiten staatssteun kan worden verkregen. Staatssteun, bijvoorbeeld in de vorm van borging van leningen door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW), is alleen toegestaan bij activiteiten in het DAEB-segment, te weten bij de (her) financiering van woningen onder de huurtoeslaggrens en maatschappelijk vastgoed, de zogenaamde Diensten van Algemeen Economisch Belang. In het niet-daebsegment (duurdere huurwoningen, koopwoningen en commercieel vastgoed) dienen commerciële leningen te worden aangetrokken. Tevens zijn in de Herzieningswet bepalingen opgenomen ten aanzien van intern en extern toezicht, de rol en positie van de minister en de autoriteit (nu het Centraal Fonds Volkshuisvesting) en de relatie met stakeholders en de gemeente. Het is overigens zeer de vraag of de Herzieningswet in deze vorm wordt ingevoerd, gelet op de huidige politieke onzekerheid. De Herzieningswet bevat ook bepalingen die al vanaf 1 januari 2011 van kracht zijn op grond van de Tijdelijke regeling diensten van algemeen economisch belang toegelaten instellingen. Zo moeten wij op grond van deze regeling vanaf 1 januari 2011 al 90% van de vrijkomende woningen met een huurprijs tot de maximale huurtoeslaggrens ( 652) toewijzen aan mensen met een inkomen van maximaal 33.614. Als dit niet gebeurt, kunnen nieuwe leningen niet meer met borging van het WSW worden aangetrokken en moeten duurdere, commerciële leningen worden aangetrokken. Door het WSW geborgde leningen zijn alleen nog aan te trekken voor nieuwbouw en herfinanciering in het DAEBsegment. Daarmee beperkt de steun van de overheid zich tot het segment van de woningmarkt waar corporaties geacht worden primair actief te zijn, namelijk het segment tot de maximale huurtoeslaggrens oftewel mensen met de smalle beurs. Ook al beperkt de Herzieningswet het werkterrein van corporaties in formele zin niet, materieel wordt het allemaal wel een stuk lastiger en duurder. Deze ontwikkelingen, in combinatie met de aanhoudende economische crisis, de ingevoerde vennootschapsbelasting en sturing van het WSW op kasstromen, maakt dat de financiële positie van veel woningcorporaties sterk onder druk is komen te staan. Ook op Woningstichting Putten en haar doelgroep hebben deze ontwikkelingen hun effect. Met name de beperking tot de doelgroep van maximaal 33.614 betekent voor veel huishoudens dat er nauwelijks alternatieven zijn nu zij nog maar heel beperkt voor woningen in het sociale segment in aanmerking komen. Duurdere huurwoningen zijn schaars en niet altijd gewenst en het kopen van een woning is gelet op de onzekerheden rond de hypotheekrenteaftrek, de strenge eisen van de banken en de hoge koopprijzen in het dorp geen reële optie. Als Woningstichting Putten hebben wij ons in de afgelopen jaren altijd sterk geconcentreerd op de bouw en exploitatie van sociale huurwoningen, dus op de DAEB-activiteiten. Ook naar de toekomst toe ligt hier het accent. Dit betekent dat de impact van de landelijke ontwikkelingen op dit punt ons zeker raakt, maar minder zwaar dan bij corporaties die bijvoorbeeld veel 6

gemengde projecten (met huur- en koopwoningen, zowel in het betaalbare als duurdere segment) in de planning hebben staan. Woningstichting Putten heeft ten opzichte van de omvang van de corporatie een fors investeringsprogramma voor de komende jaren, maar de realisatie ervan levert geen knelpunten op. De bijdrage aan de huurtoeslag is hierbij ook meegenomen. De relevante financiële kengetallen waarop gestuurd wordt passen binnen de gewenste normen. Bij de doorrekening van een aantal scenario s zien we wel dat er, bij een bepaalde samenloop van ontwikkelingen (hoge investeringen en achterblijvende verkoop), keuzes gemaakt moeten worden om te blijven voldoen aan de eisen rond de rentedekkingsgraad en de positieve kasstroom WSW, om de financierbaarheid op de langere termijn te waarborgen. 2.1.2 Regionaal In het regionale volkshuisvestingsbeleid spelen drie zaken een belangrijke rol: het Kwalitatief Woningbouw Programma 3 (KWP-3), de overeenkomst wonen-welzijnzorg en de regionale woonruimteverdeling. Voor wat betreft het KWP-3 zijn in 2011 geen veranderingen opgetreden. De aantallen nieuwbouwwoningen zijn nog steeds fors lager dan waarop de gemeenten in de regio hadden gerekend. Eind 2012/begin 2013 vindt hierover een evaluatie plaats. Dit gebeurt mede op basis van de resultaten van het landelijke woningbehoefteonderzoek Woon 2012. In regionaal verband is door corporaties en gemeenten in 2011 besloten om gezamenlijk opdracht te verlenen voor een bredere uitvoering van Woon 2012, zodat er een goede cijfermatige basis ligt voor de discussie over de woningbehoefte en nieuwbouwaantallen. 7 7

De afspraken over het KWP vormen voor de gemeente Putten een beperking bij het realiseren van de geplande nieuwbouw. Niet de gewenste 1300 woningen kunnen worden gebouwd, maar slechts 555 woningen tot 2020. Veel van deze woningen zijn al vastgelegd in bestaande (harde) plannen. Dit betekent dat de ruimte voor Woningstichting Putten om extra nieuwbouw te realiseren buiten de huidige plannen, zeer minimaal blijft. In 2011 is uitvoering gegeven aan de afspraken in de bestuurlijke overeenkomst wonen-zorg-welzijn. In deze overeenkomst hebben vrijwel alle gemeentebesturen, de in de regio werkzame zorg- en welzijnsinstellingen en woningcorporaties zich uitgesproken om tot een op elkaar afgestemd aanbod te komen. Hiermee wordt bevorderd dat ouderen en mensen met beperkingen zelfstandig kunnen (blijven) wonen, ondersteuning en zorg op maat kunnen ontvangen en daardoor (langer) mee kunnen doen in de maatschappij. Ook Woningstichting Putten heeft de bestuurlijke overeenkomst ondertekend en zal zich inspannen om een bijdrage te leveren aan deze nadere afstemming van aanbod. In opdracht van de regio is in 2011 door Companen een onderzoek naar de behoefte aan zorgwoningen uitgevoerd. Daarnaast is door de corporaties gestart met het uniform classificeren van hun woningvoorraad, zodat het helder is hoeveel woningen voor welke doelgroepen in de regio geschikt zijn. Ook Woningstichting Putten heeft deze inventarisatie gedaan. Hieruit blijkt dat er sprake is van een aanzienlijk tekort aan nultredenwoningen. In 2011 heeft een evaluatie van het regionale aanbodmodel en van de regionale urgentieverlening plaatsgevonden. Op basis van de evaluatie van het regionale aanbodmodel zijn vooralsnog geen veranderingen in de systematiek aangebracht, aangezien de Huisvestingswet die op dit moment in de Tweede Kamer ligt, tot forse wijzigingen ten aanzien van bindingseisen zal leiden. In dat licht is ook besloten om in Putten op dit moment geen wijzigingen in de criteria aan te brengen. De overgangsregeling voor de woonruimteverdeling in Putten wordt daarom nog een jaar voortgezet. Er wordt met ingang van 1 januari 2012 echter geen maximum meer gehanteerd voor het aantal toewijzingen aan mensen met een binding aan de regio. Wel is besloten met ingang van 1 januari 2012 de papieren versie van de regionale woonkrant te vervangen door een website. Dit leidt tot een forse kostenbesparing. Op basis van de evaluatie van de urgentieverlening is een nieuwe urgentierichtlijn met strakkere criteria opgesteld. Ook hier wordt een kostenbesparing mee beoogd. 2.1.3 Gemeente Putten In 2011 is de Woonvisie vastgesteld, in nauwe samenwerking tussen Woningstichting Putten en de gemeente. In de Woonvisie is in beeld gebracht welke opgave in welke prijsklassen en woningtypen er ligt voor de komende jaren. Daarnaast zijn doelstellingen op het gebied van verduurzaming van de woningvoorraad benoemd. Voortvloeiend uit de Woonvisie is in 2011 gewerkt aan het opstellen van prestatieafspraken. Deze zijn begin 2012 vastgesteld. 2.2 Ontwikkelingen bij Woningstichting Putten in 2011 2.2.1 Realisatie van onze doelstellingen In hoofdstuk 3 zijn de doelstellingen benoemd waarop onze activiteiten in 2011 betrekking hebben gehad. Centraal staat de doelstelling het zorgen voor voldoende huisvesting van goede kwaliteit voor de doelgroepen voor wie wij werkzaam zijn. De meest concrete manier waarop we in 2011 hebben gewerkt aan de huisvesting van goede kwaliteit voor mensen met de smalle beurs is via het gerealiseerde nieuwbouw- en onderhoudsprogramma. In 2011 hebben we voor ons doen erg veel woningen en wooneenheden opgeleverd, totaal bijna 100. Het nieuwbouwprogramma was gedifferentieerd. Zo realiseerden wij 22 wooneenheden voor verstandelijk- en lichamelijk beperkten en 21 betaalbare appartementen voor ouderen op een herstructureringslocatie. Maar er kwamen ook 33 appartementen en 22 eengezinswoningen op een uitbreidingslocatie bij, zowel in het betaalbare als in het duurdere segment. De scoringskans voor woningzoekenden werd door de nieuwbouw fors hoger en bedroeg in 2011 ruim 40% (2010: 28%) Dat betekent dat van alle 10 huishoudens die actief reageerden op een woning we er aan 4 daadwerkelijk een woning konden toewijzen, op transparante wijze en binnen de afspraken van de regionale woonruimteverdeling. Van de 162 verhuurde sociale huurwoningen is 91% toegewezen aan een huishouden met een inkomen tot 33.614. Hiermee is voldaan aan de eis dat minimaal 90% moest worden toegewezen aan lage inkomensgroepen. Eind 2011 waren er 262 woningzoekenden nog actief op zoek naar een woning en stonden er totaal 1.548 woningzoekenden ingeschreven. 8

In 2011 zijn we ook druk geweest met de voorbereiding van het grote aantal nieuwbouwwoningen dat in 2012 wordt opgeleverd of waarin in 2012 met de bouw wordt gestart. Hierbij gaat het om in totaal 109 woningen, vooral nultredenwoningen en daarmee voor meerdere doelgroepen geschikt. We verbeteren de kwaliteit van ons bezit niet alleen door nieuwbouw. Ook in het planmatig onderhoud is het nodige gepresteerd. Zo is ruim 2,4 mln. uitgegeven aan de verbetering van 82 oudere eengezinswoningen. De energieprestatie en de woonkwaliteit van deze woningen is fors verhoogd. Daarnaast is in diverse complexen op planmatige wijze onderhoud uitgevoerd, zoals schilderwerk, vervanging van cv-ketels en verbetering van keukens, badkamers en toiletten. Ook via het niet-planmatig onderhoud (service-, mutatie-, en contractonderhoud) wordt de kwaliteit van het bezit op peil gehouden. Totaal is een bedrag van 2,8 mln. aan onderhoudswerkzaamheden besteed en nog eens 1,0 mln. aan investeringen in het bestaande bezit vanuit het strategisch voorraadbeheer (incl. milieu-investeringen). In de Pancratiushof is uitvoering gegeven aan een voornemen uit het strategisch voorraadbeheer, om de woningen op de langere termijn nog beter geschikt te maken voor bewoning door ouderen. De entree is verbeterd en in het kader van de veiligheid ook afgesloten en er is een opstelruimte voor scootmobiels gerealiseerd. Daarmee is ook ten aanzien van wonen en zorg een prestatie geleverd, omdat de bewoners door de aanpassingen langer zelfstandig kunnen blijven wonen. 9

In 2011 is gewerkt aan het opstellen van het energiebeleid. De concrete vertaling van dit beleid naar investeringen per complex vindt momenteel plaats. In de begroting van 2013 en latere jaren is dit beleid financieel vertaald. Voortvloeiend uit het strategisch voorraadbeheer is in 2011 de eerste serie woningen aangewezen voor verkoop. In totaal zijn 17 bewoners in de gelegenheid gesteld hun huurwoning te kopen. Eén bewoner heeft hiervan gebruik gemaakt en heeft de woning gekocht. Een andere woning is na mutatie verkocht onder de Koopgarant-regeling. Er is een korting van 25% op de koopsom toegepast en er zijn afspraken gemaakt over de terugkoopverplichting en waardedeling. Op het gebied van wonen en zorg is een intentieovereenkomst getekend met Stichting Careander voor de ontwikkeling van de Brinkstraat/Koesteeg. Er is een huurcontract getekend met Stichting Grensverleggende Talenten voor begeleide huisvesting van hun deelnemers in een deel van een nieuwbouwcomplex. Daarnaast is Parel- Staete, een woonvoorziening voor 22 verstandelijk en/of lichamelijk beperkte jonge mensen in gebruik genomen en is gestart met de nieuwbouw naast De Schauw. Een andere belangrijke doelstelling bij ons werk is het streven naar een klantgerichte organisatie. In 2011 is dat streven bekroond met het behalen van het KWH-huurlabel. Als huurders gevraagd wordt welke woorden er het eerst bij hen opkomen als ze denken aan Woningstichting Putten, dan wordt behulpzaam het vaakst genoemd. En dat is precies wat wij ook willen uitstralen als organisatie: dicht bij de klanten en meedenken. In dat opzicht sluit de mening van onze huurders uitstekend aan bij ons streven. In 2011 hebben wij het gesprek met onze klanten gezocht via de contacten met de Huurdersorganisatie, de tweejaarlijkse huurdersavond en via het organiseren van bewonersbijeenkomsten in enkele complexen. Hier hebben wij ook de gemeente bij betrokken. Door deze bijeenkomsten hebben wij waardevolle informatie kunnen verkrijgen over de ervaringen van onze huurders omtrent het wonen en de woonomgeving en mogelijke verbeteringen hierbij. Als bijdrage aan de leefbaarheid van wijken en buurten hebben wij het initiatief genomen om te komen tot een verbetering van de woonomgeving aan de Van Dedemstraat, Verbruggenstraat en Van Oldenbarneveltstraat. Er zijn diverse contacten gelegd met bewoners, via bijeenkomsten ter plaatse en via individuele gesprekken. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in de aanstelling van twee toezichthouders en in concrete budgettoezeggingen van gemeentelijke zijde voor een gezamenlijke aanpak van de openbare ruimte, in een eerste fase beperkt tot de Van Dedemen Verbruggenstraat. Daarnaast zijn op het terrein van sociaal beheer de nodige activiteiten ondernomen in de sfeer van beperking van overlast, deels rechtstreeks samen met zorgaanbieders en deels via het sociaal vangnetoverleg. 2.2.2 Belangrijkste bestuursbesluiten in 2011 In 2011 zijn bestuursbesluiten genomen over onder meer de volgende onderwerpen: Opdrachtverlening voor enkele nieuwbouwprojecten (Parel-Staete, Brinkstraat blok A en B, Veldstraat, De Schauw); (Investerings)beslissingen omtrent enkele nieuwbouwprojecten (Bijsteren, Parel-Staete, Brinkstraat blok A, Brinkstraat/Koesteeg, Hoek Van Damstraat, Veldstraat, Schoolstraat); Interne organisatie (aanstelling, wijziging en beëindiging contract medewerkers, integriteitsbeleid, calamiteitenplan, hernummering complexen); Vaststelling jaarverslag 2010, begroting 2012, jaarplannen 2012 en periodieke rapportages; Relatie met omgeving (convenant VAC, hennepconvenant, vaststelling Woonvisie & prestatieafspraken, Woon 2012, regionale woonruimteverdeling, sponsorbeleid); Treasurystatuut, (her)financiering van leningen en inbreng onderpand WSW; Verkoop van woningen (Koopgarant en Overbruggingsgarantie); Huurbeleid en -gewenning; Milieubeleid en EPA-cerficificering. 2.3 Financiële resultaten We sluiten 2011 af met een positief boekhoudkundig resultaat van ruim 4 mln. Dit wordt met name bepaald door de correcties op de onrendabele toppen van vorig jaar (ruim 3,6 mln.). De financiële positie van Woningstichting Putten is gezond, ook in vergelijking met andere corporaties. Dit blijkt onder meer uit de jaarlijkse analyse Corporatie in Perspectief van het Centraal Fonds. Er is sprake van een relatief lage schuld en lage bedrijfslasten per woning. De verhouding tussen de WOZ-waarde en de huurprijs van de woning is gunstig in vergelijking met andere corporaties. De netto kasstroom per woning is fors hoger. Dit alles draagt bij aan de goede financiële positie van Woningstichting Putten. 10

Ook het solvabiliteits- en continuïteitsoordeel van het Centraal Fonds zijn positief. Er is geen aanleiding voor nader onderzoek of aanvullende maatregelen, omdat de geplande activiteiten goed passen bij de financiële positie. Dit geldt tevens voor de operationele kasstromen. Deze zijn de komende jaren positief, zodat er borging van het WSW kan worden verkregen bij het aantrekken van nieuwe leningen. Ook bij het doorrekenen van de financiële gevolgen van enkele scenario s voor de toekomst (meer nieuwbouw, meer energiebesparende maatregelen en minder verkopen dan gepland in de basismeerjarenbegroting) blijkt dat de financiële continuïteit, gemeten in financiële begrippen als interest coverage ratio, ontwikkeling solvabiliteitsoordeel en operationele kasstromen, geen grote knelpunten zal opleveren. Wel varen we dan scherper aan de wind, hetgeen maakt dat er bepaalde keuzes moeten worden gemaakt, met name ten aanzien van de fasering. In 2011 is actief ingezet op het thema risicomanagement. Ten aanzien van het beperken van financiële risico s zijn de kaders voor het treasurybeleid vastgelegd in het treasurystatuut. Hierin hebben wij de hoofdlijnen van het financierings-, beleggings-, cashmanagement- en renterisicobeleid beschreven. Dit statuut is op onderdelen aangepast aan de ontwikkelingen en begin 2011 opnieuw vastgesteld. 2.4 Doorkijk naar de toekomst De omgeving van de corporatiesector is volop in beweging en de sector staat onder grote druk. De discussie over meer en anders ingericht toezicht is door de recente gebeurtenissen bij enkele corporaties alleen maar toegenomen. Dit zal ook zijn weerslag op onze corporatie hebben. De corporatiesector moet nog nadrukkelijker duidelijk maken waarom zij de dingen doet die zij doet en wat de effecten daarvan zijn. Wij kennen in Nederland immers geen toestanden zoals in de Parijse banlieu s (voorsteden), onze grote sociale volkshuisvestingssector heeft ons land veel goeds gebracht. Toch is daarbij de vraag legitiem of voor het huisvesten van lagere inkomensgroepen in totaal 2,4 mln. woningen nodig zijn. Wellicht is een verkleining van de sector een scenario dat past bij de ontwikkeling van de vraag van lagere inkomensgroepen. De discussie over de omvang van de sociale huurwoningenvoorraad hebben wij ook voor Putten gevoerd bij de totstandkoming van de Woonvisie. Op termijn zou de huidige voorraad aan sociale huurwoningen kleiner kunnen worden, als we kijken naar de ontwikkeling van het aantal huishoudens met een lager inkomen. Echter, veel bestaande eengezinswoningen worden bewoond door huishoudens met een hoger inkomen (scheefheid). De mogelijkheid om hier actief iets tegen te doen, zijn beperkt. Bovendien groeit het aantal huishoudens nog, in tegenstelling tot andere gebieden in Gelderland waar de krimp al is ingezet. Dit betekent dat wij nog steeds inzetten op een beperkte verruiming van de sociale huurwoningenvoorraad. Dit doen wij via de toevoeging van toekomstbestendige woningtypen. Als we zouden willen beantwoorden aan de vraag, zou er in de periode 2010-2020 nog een aantal van circa 290 sociale huurwoningen moeten worden gerealiseerd (plancapaciteit), op een totale plancapaciteit van 980 nieuwe woningen. Dit betekent dat er nog ruim 60 woningen in de meerjarenbegroting extra moeten worden opgenomen, boven op de reeds ingerekende nieuwbouwaantallen. Helaas biedt de huidige KWPafspraak hiervoor geen ruimte en zal Putten het met het toegekende aantal van 555 woningen moeten doen. Deze zijn inmiddels ook allemaal opgenomen in harde plannen. De ruimte om het aantal sociale huurwoningen te vergroten is er zonder medewerking van de provincie en de regio dan ook niet. In beleidsmatige zin gaan we in 2012 aan de slag met het opstellen van een geactualiseerd ondernemingsplan, met de doelstellingen uit de Woonvisie in het achterhoofd. Hierbij zullen we ook onze stakeholders betrekken. In uitvoerende zin is de aandacht van de organisatie voor een groot deel gericht op het realiseren van de voorgenomen nieuwbouw in de periode tot 2015. Daarnaast vraagt ook de vertaling van het energiebeleid in relatie tot het strategisch voorraadbeheer de nodige aandacht. De meerjarenbegroting wordt opnieuw tegen het licht gehouden voor wat betreft de concrete onderhouds- en investeringsplannen. Dit zal ook effect hebben op de bedrijfswaardeontwikkeling. Daarnaast zal er administratief een scheiding moeten plaatsvinden tussen DAEB en niet-daeb-activiteiten. Ook de wijze waarop wij de doelgroep met een inkomen net boven de 33.614 kunnen bedienen, vraagt aandacht, mede in relatie tot de discussie rond de woonruimteverdeling onder de nieuwe Huisvestingswet. Deze inkomensgroep valt zonder onze extra aandacht tussen wal en schip. Immers, het aanbod van duurdere huurwoningen is beperkt en het aanbod van koopwoningen is vaak te duur. In samenwerking 11

met de gemeente willen wij investeren in verbetering van de woonomgeving en initiatieven op het gebied van leefbaarheid verder stimuleren. Hierbij hoort ook onze signalerende en agenderende functie voor situaties waar maatschappelijke ondersteuning gewenst is. 2.5 Verklaring bestuurder Als directeur-bestuurder verklaar ik dat Woningstichting Putten in 2011 geen nevenstructuren heeft opgericht en uitsluitend werkzaam is geweest binnen de volkshuisvesting conform het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) en de Aedescode. Ik spreek mijn waardering uit naar de medewerkers van Woningstichting Putten. Zij hebben ook in 2011 weer een zeer belangrijke bijdrage geleverd aan het goed en betaalbaar wonen in Putten! Putten, mei 2012 Mw. drs. M.C.M. Boeijen 12

133Missie, opgave en strategie

3. Missie, opgave en strategie Wij willen een maatschappelijk actieve volkshuisvester zijn en kiezen daarbij bewust voor een kleine schaal in een lokaal werkgebied, met korte en snelle besluitvormingslijnen, waardoor daadkrachtig kan worden gehandeld. Wij richten onze activiteiten primair op de gemeente Putten en stemmen onze producten en diensten optimaal af op de wensen en de behoeften van de (potentiële) klanten en zoeken dan ook de dialoog met onze klanten. Daarbij staan kernwaarden als klantgerichtheid, duidelijkheid, openheid, betrouwbaarheid, degelijkheid en respect centraal. Missie De missie voor onze organisatie luidt als volgt: Woningstichting Putten staat voor het bieden van huisvesting aan diegenen die vanuit financiële of sociale omstandigheden niet zelf in staat zijn hierin te voorzien. Woningstichting Putten wil ervoor zorgdragen dat deze groep mensen in een goede, voor hen betaalbare woning kan wonen in een prettige woonomgeving. Daarnaast willen wij kwalitatief hoogwaardige woondiensten bieden aan diegenen die bewust kiezen voor het huren. 14

Onze doelstelling is om een organisatie te zijn die: haar wortels en doelen heeft in de gemeente Putten; een schakel is tussen alle organisaties die bijdragen aan goed wonen (zoals zorginstellingen, maatschappelijk werk en welzijnsorganisaties); weet wat klanten vragen en daarop inspeelt; zodat wij goede woningen in een juiste prijs-kwaliteitverhouding kunnen bieden in een prettige woonomgeving om daarmee een bijdrage te leveren aan het welzijn van onze klanten. Beleidsdoelstellingen De missie is uitgewerkt in een vijftal concrete beleidsdoelstellingen voor de periode 2008-2012. 1. Zorgen voor voldoende huisvesting van goede kwaliteit voor de doelgroepen voor wie wij werkzaam zijn. In het ondernemingsplan is als primaire doelgroep geformuleerd de huishoudens met een inkomen tot 35.000 á 40.000. Dit ligt hoger dan de primaire doelgroep uit het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) (maximaal circa 28.000), maar de praktijk leert dat voor huishoudens met een lager inkomen dan 45.000 een koopwoning in de gemeente Putten absoluut niet haalbaar is. Daardoor is deze groep ook aangewezen op Woningstichting Putten. Bij deze beleidsdoelstelling zijn onder meer de volgende concrete activiteiten benoemd: in kaart brengen vraagontwikkeling en kwaliteit van de voorraad; aanpassen systeem woonruimteverdeling; investeren in wonen en zorg; sterkere relatie leggen tussen huur en kwaliteit, eventueel in combinatie met inkomen. Door de wijzigingen in de regelgeving per 1 januari 2011 is het niet meer toegestaan om meer dan 10% van ons bezit met een huurprijs lager dan 652 toe te wijzen aan mensen met een inkomen hoger dan 33.614. Deze beleidsdoelstelling komt hierdoor onder druk te staan. Dit benadrukt het belang om ook voor de groep boven 33.614 passend aanbod te realiseren, in de vorm van duurdere huurwoningen c.q. goedkope koopwoningen. 2. Werken aan een klantgerichte organisatie en verdere uitbreiding van onze dienstverlening. Concreet betekent dit: Investeren in woningen en woonomgeving om mensen langer zelfstandig te laten wonen; Onderzoek naar mogelijkheden levering aanvullende diensten; Onderzoek naar beloning trouwe huurders; Vergroting keuzevrijheid; 3. Werken aan maatschappelijk ondernemerschap en bijdragen aan leefbare buurten en wijken. Concreet betekent dit: Actieve benadering van het thema leefbaarheid en versterking van onze signaleringsfunctie; Onderzoeken van mogelijkheden invoering buurtbemiddeling; 15 15

Bieden van ondersteuning bij probleemsituaties; Opzetten overlegstructuren voor versterken sociale cohesie in de wijk; Investeren in maatschappelijk vastgoed en ondersteuning van initiatieven in de keten wonenwelzijn-zorg en wonen-leren-werken; Milieubeleid door investeringen in bestaand bezit en nieuwbouw; Vergroting bewustwording omtrent belang energiebesparing bij klanten. 4. Werken aan transparantie en communicatie over onze werkzaamheden. Concreet betekent dit: Het versterken van de invloed van onze klanten, onder meer door het uitvoeren van klanttevredenheidsonderzoeken en bewonersbijeenkomsten per complex; Het versterken van de communicatie naar onze klanten via foldermateriaal en website; Aanpassen woonruimteverdeling van distributienaar aanbodmodel; Invloed van en relatie met stakeholders versterken; Met de gemeente Putten tot prestatie-afspraken komen. 5. Verder bouwen aan een professionele organisatie die waar nodig de structurele samenwerking met anderen zoekt. Concreet betekent dit: Zorgen voor voldoende financiële continuïteit; Onderzoeken waar samenwerking meerwaarde heeft bij het realiseren van gestelde doelen; Versterken professionaliteit van de werkorganisatie; De voorgenomen activiteiten uit het ondernemingsplan 2008-2012 zijn per jaar vertaald in concrete activiteiten van de werkorganisatie, zo nodig bijgesteld op basis van nieuwe inzichten en beleidssuggesties van onze stakeholders. Zo spelen wij in op de behoeften van onze omgeving en houden wij onze strategie actueel. In hoofdstuk 6 Maatschappelijke resultaten wordt ingegaan op de realisatie van de activiteiten in 2011. Opgave In 2011 is gewerkt aan de totstandkoming van de Woonvisie van de gemeente Putten. In de Woonvisie zijn de volkshuisvestelijke doelstellingen voor de periode 2012-2020 geformuleerd. Hieruit komen de volgende hoofddoelstellingen naar voren: Het voorzien in de lokale behoefte. Dit vraagt om een op de woningbehoefte afgestemd nieuwbouwprogramma en waar mogelijk aanpassing van de bestaande voorraad; Het bevorderen van duurzaamheid, niet alleen voor nieuwbouw maar ook voor bestaande woningen omdat daar de meeste winst te behalen is. De doelgroepen die volgens de Woonvisie specifieke aandacht behoeven zijn starters, senioren, mensen met een beperking en de doelgroep van de corporaties (i.c. de lagere inkomensgroepen). In de Woonvisie is een streefwoningbouwprogramma opgenomen. Doel is om de voorraad in de gemeente met circa 80 woningen per jaar te laten groeien. Dit betekent dat er een plancapaciteit van circa 980 woningen voor de periode 2010-2020 nodig is. Echter, in het KWP- 3 is de woningbehoefte lager ingeschat. Dit betekent dat in overleg met de regiogemeenten de aantallen nieuwbouwwoningen voor de gemeente Putten moeten worden bijgesteld. In de samenstelling van het nieuwbouwprogramma wordt ervan uitgegaan dat er sprake is van 40% netto toevoegingen in de huursector, waarvan circa 30% in het segment onder de huurtoeslaggrens (betaalbare huurwoningen). Rekening houdend met planuitval en realisatie van betaalbare huurwoningen door andere aanbieders, betekent dit een opgave van 201 sociale huurwoningen voor Woningstichting Putten in de periode 2010-2020. Na aftrek van de gerealiseerde sociale huurwoningen in 2010 en 2011 resteert er nog een opgave van in totaal 129 betaalbare huurwoningen in de periode 2012-2020. In de begroting zijn reeds 68 sociale huurwoningen netto opgenomen (minus sloop). Er resteert derhalve voor deze periode nog een aanvullende opgave van 61 sociale huurwoningen. Woningstichting Putten heeft met de gemeente Putten prestatie-afspraken geformuleerd, die leiden tot een verdere uitwerking van de beleidsuitgangspunten van de Woonvisie. In de prestatieafspraken is opgenomen dat Woningstichting Putten de eerste partij is die de gemeente benadert voor de realisatie van de sociale huurwoningen. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over de inspanningen ten aanzien van energiebesparing, huurachterstanden, verkoop van huurwoningen, grondprijzen, leefbaarheid e.d. 16

governance 174Organisatie, en samenwerkingsverbanden

4. Organisatie, governance en samenwerkingsverbanden In dit hoofdstuk lichten wij de organisatie van Woningstichting Putten toe. Ook de governancestructuur en de samenwerking met andere organisaties en instellingen komt hierbij aan de orde. 4.1 Organisatie Woningstichting Putten is een woningcorporatie met ruim 1800 woningen, die uitsluitend werkzaam is in de gemeente Putten. Woningstichting Putten is een toegelaten instelling op grond van het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH), aangesloten bij Aedes vereniging van woningcorporaties en ondertekenaar van de AedesCode. De organisatie is een stichting, het bestuur wordt gevormd door de directeur-bestuurder en het interne toezicht wordt verricht door de Raad van Commissarissen. De eventuele winsten worden uitsluitend ten dienste van de volkshuisvesting ingezet. De werkorganisatie is verdeeld over drie afdelingen, te weten Woondiensten, Vastgoed en Financiën en er werken eind 2011 15 medewerkers (12,3 fte). Eind 2010 waren er nog 17 medewerkers in dienst (13,6 fte). In vergelijking met andere corporaties is dit ten opzichte van het aantal woningen een beperkte bezetting. In 2011 zijn er geen organisatorische veranderingen aangebracht. Wel zijn twee medewerkers met pensioen gegaan en is één tijdelijk contract niet verlengd. Hiervoor is een andere medewerkster aangetrokken. Het ziekteverzuimpercentage was erg laag (< 1%) en behoeft daarom geen specifieke aandacht. Het organogram ziet er als volgt uit: Raad van Commissarissen Directie / Bestuur Mw. drs. M.C.M. Boeijen Communicatie en sociaal beheer Mw. L. Snapper Vastgoed A. Born W. Blom D. de Heer Woondiensten Drs. J. van der Meulen Mw. L. Krahulova Mw. I. Schreuder Mw. R. Kleyer Mw. J. Roordink H. de Vries M. Kalkman Financiën R. van Zeumeren Mw N. Baauw Mw. drs. O. van t Hul AA 18

Arbo-beleid De medewerkers van Woningstichting Putten werken in een veilige en gezonde omgeving. Aandachtspunten vanuit de risico-inventarisatie 2008 zijn uitgezet in een arboplan dat jaarlijks wordt geëvalueerd. De meeste aandachtspunten zijn inmiddels geconcretiseerd. Zo is in 2011 het kantoorgebouw voorzien van noodverlichting en zijn er op strategische punten extra brandblussers geplaatst. Verder worden jaarlijks de nodige keuringen van installaties en gereedschappen uitgevoerd door gecertificeerde bedrijven, zo ook in 2011. Alle medewerkers beschikken over het personeelshandboek waarin beleidslijnen zijn vastgelegd rondom de arbo-omstandigheden, het integriteitsbeleid, functioneringsgesprekken, het gebruik van beschermingsmiddelen etc. Ook in 2011 zijn de medewerkers in een persoonlijk gesprek gewezen op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en kunnen medewerkers aangeven of er ergonomische middelen nodig zijn om hun werk zo optimaal en gezond mogelijk te kunnen uitvoeren. Tevens is in het personeelshandboek de overeenkomst vastgelegd met een externe vertrouwenspersoon die voor alle medewerkers op afroep beschikbaar is om bij individuele kwesties als vraagbaak te dienen. Hiervan is in 2011 geen gebruik gemaakt. Verder zijn de medewerkers opnieuw geïnformeerd over mogelijkheden binnen de branche voor individuele coaching, face to face of e-coaching. Integriteitsbeleid Woningstichting Putten beschikt over een integriteitcode, met daarin opgenomen een klokkenluidersregeling. In 2011 zijn hierin geen wijzigingen aangebracht. Wel wordt in de plannings-, voortgangs- en beoordelingsgesprekken expliciet het thema integriteit en mogelijke risico s die daarbij kunnen optreden, aan de orde gesteld. Er zijn in 2011 geen situaties geweest waarin de integriteit van de bestuurder of van medewerkers in het geding was of waarin tegenstrijdige belangen een rol hebben gespeeld. In 2011 is het contract met de Arbo-Unie voortgezet, waarmee ook een vertrouwenspersoon beschikbaar is voor ondersteuning en advies bij het melden van integriteitkwesties. Ook zijn in het integriteitsbeleid de acties beschreven die intern, dan wel door de vertrouwenspersoon worden ondernomen naar aanleiding van een melding (klokkenluidersregeling). Er zijn in 2011 geen meldingen bij de vertrouwenspersoon binnengekomen op het gebied van integriteitschendingen. Er zijn op geen enkele andere wijze signalen binnengekomen dat er sprake zou zijn geweest van schending van het integriteitsbeleid. Ondernemingsraad De Ondernemingsraad (OR) is in 2011 viermaal bijeengeweest. In een open sfeer zijn met de directeurbestuurder diverse onderwerpen besproken, zoals het beloningbeleid, de interne organisatie, agressie en werkdruk etc. De medewerkers zijn door de OR opnieuw 19

attent gemaakt op de mogelijkheden en ontwikkelingen binnen het Fonds Leren en Ontwikkelen Wooncorporaties (FLOW). Daarnaast is er eenmaal in een prettige sfeer overleg geweest met een vertegenwoordiging van de Raad van Commissarissen. Aan de orde kwamen o.a.: de organisatie, de financiële draagkracht met betrekking tot de grote bouwopgave en samenwerking met andere organisaties. Indien van toepassing heeft de OR gebruik gemaakt van haar instemmings- en adviesrecht. Personeelsoverleg In 2011 heeft drie keer een voltallig personeelsoverleg plaatsgevonden. Hiermee wordt de betrokkenheid van medewerkers bij andere zaken dan hun eigen werk vergroot. Tijdens dit overleg wordt gesproken over lopende zaken binnen de andere afdelingen en over nieuwe ontwikkelingen en projecten. Ook is er ruimte voor het aandragen van verbeteringen die de eigen afdeling overstijgen. 4.2 Verbindingen en samenwerking Verbindingen met andere rechtspersonen en vennootschappen Woningstichting Putten is in 2011 geen bestuurlijke en/of financiële verbindingen aangegaan met andere rechtspersonen en/of vennootschappen. Er zijn geen vennootschappen of nevenstructuren binnen de organisatie aanwezig. Samenwerking regiocorporaties In de regio Noord-Veluwe werken de corporaties en gemeenten aan afstemming van beleid. Hiertoe heeft een aantal malen overleg plaatsgevonden tussen de corporaties onderling. Daarnaast vindt er ook enkele keren per jaar overleg plaats met de portefeuillehouders volkshuisvesting en ruimtelijke ordening van de regiogemeenten. Het betreft de gemeenten Putten, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Elburg, Oldenbroek, Epe, Hattem en Heerde. In het overleg wordt met elkaar van gedachten gewisseld over landelijke en regionale ontwikkelingen op het gebied van volkshuisvesting. Ervaringen kunnen worden gedeeld en er kan gezamenlijk worden geanticipeerd op ontwikkelingen die op ons af komen. De gezamenlijke gemeenten en corporaties zijn gesprekspartner van de provincie bij de totstandkoming van het Kwalitatief Woningbouw Programma voor de regio. Hierin worden afspraken gemaakt rond het te realiseren nieuwbouwprogramma. In 2011 zijn onder meer de volgende thema s in het corporatieoverleg aan de orde geweest: Evaluatie regionale woonruimteverdeling, wijziging urgentieverlening, realisatie gezamenlijke internetsite voor aanbod huurwoningen, inventarisatie aanbod versus behoefte aan wonen-zorg-welzijn, woningclassificatie en de gevolgen van de EU-beschikking ten aanzien van het passend toewijzen (90%-eis). De samenwerking met Uwoon uit Harderwijk is in 2011 niet verder uitgebouwd, omdat het nieuwbouwproject waar de extra ondersteuning van Uwoon bij gewenst was, voorlopig op de lange baan is geschoven als gevolg van onzekerheden bij de toekomstige gebruiker, de Zorggroep Noord-West Veluwe. In 2011 is actief deelgenomen aan de activiteiten van het platform van Middelgrote en Kleine Woningcorporaties (MKW), via het bestuurslidmaatschap en het bijwonen van deelnemersdagen en de kijk-bij-elkaardag. 4.3 Governancestructuur Woningstichting Putten onderschrijft de bepalingen van de Governancecode Woningcorporaties. Deze is in 2011 geactualiseerd en opnieuw door bestuur en Raad van Commissarissen besproken. De code wordt, op een enkele bepaling na, toegepast en de beginselen worden in hoofdlijnen onderschreven. In het hoofdstuk Verslag van de Raad van Commissarissen wordt hierop verder ingegaan. Voor de vertaling van de principes uit de Governancecode zijn de volgende interne documenten opgesteld: Reglement voor de Raad van Commissarissen; Profielschets van de Raad van Commissarissen; Reglement voor het Bestuur; Integriteitcode met klokkenluidersregeling. In overleg met de Raad van Commissarissen zijn de belangrijkste stakeholders benoemd. Met hen vindt regelmatig overleg plaats, passend bij de aard van de relatie. In 2011 zijn er geen wijzigingen aangebracht in de governancestructuur. 4.3.1 Bestuur Taak en werkwijze Het bestuur is belast met het besturen van de organisatie. Dit betekent onder meer dat het bestuur verantwoordelijk is voor de realisatie van de doelstellingen van de organisatie, de strategie, de financiering, het beleid en de daaruit voortvloeiende resultatenontwikkeling en het 20

beleid ten aanzien van deelnemingen van de organisatie. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante wet- en regelgeving en ook voor het beheersen van de risico s, verbonden aan de activiteiten van de organisatie. Het bestuur weegt ook de belangen af van andere organisaties die met de werkzaamheden van Woningstichting Putten verbonden zijn (stakeholders). Het bestuur legt over haar werkzaamheden verantwoording af aan de Raad van Commissarissen. Daartoe verschaft het bestuur de Raad van Commissarissen tijdig alle informatie die nodig is voor het uitoefenen van de taak van de raad. Het bestuur bespreekt ook de interne risicobeheersing- en controlesystemen met de Raad van Commissarissen. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het bestuur zijn in artikel 7 van de statuten van Woningstichting Putten omschreven. Een en ander is verder uitgewerkt in het reglement voor het bestuur. Het bestuur bestaat uit de directeur-bestuurder mw. drs. M.C.M. Boeijen. De directeur-bestuurder is benoemd voor onbepaalde tijd. Woningstichting Putten hecht groot belang aan de continuïteit binnen het bestuur en heeft daarom de latere bepaling van de code die uitgaat van een benoeming voor een periode van vier jaar, niet overgenomen. Beloning De beloning van de bestuurder voor de werkzaamheden voor Woningstichting Putten is wat betreft hoogte en structuur zodanig, dat gekwalificeerde bestuurders kunnen worden aangetrokken en behouden. Met ingang van 1 januari 2011 zijn de bestaande salarisafspraken aangepast aan de nieuwe Beloningscode Bestuurders Woningcorporaties, zodat het salaris het maximum van niveau C niet te boven gaat. De vaststelling van de beloning van de bestuurder is een verantwoordelijkheid van de Raad van Commissarissen. Meer hierover staat dan ook in het hoofdstuk Verslag van de Raad van Commissarissen. Tegenstrijdige belangen Elke schijn van belangenverstrengeling tussen de organisatie en de bestuurder moet worden vermeden. Besluiten tot het aangaan van transacties waarbij tegenstrijdige belangen van de bestuurder spelen die van materiële betekenis zijn voor de organisatie of de bestuurder, behoeven de goedkeuring van de Raad van Commissarissen. Omtrent transacties met een tegenstrijdig belang wordt gerapporteerd in de bestuursrapportage. In 2011 is geen sprake geweest van tegenstrijdige belangen met betrekking tot de directeur-bestuurder, zoals bedoeld in principe II.3 van de Governancecode Woningcorporaties. De bestuurder heeft ook geen nevenfuncties die de onafhankelijkheid of integriteit in gevaar zouden kunnen brengen. 4.3.2 Raad van Commissarissen Taak en werkwijze De Raad van Commissarissen houdt toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de organisatie. Daarnaast staat hij het bestuur met raad ter zijde. Hij richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de organisatie. De Raad is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen functioneren. In het Verslag van de Raad van Commissarissen in dit jaarverslag zijn de taak en de werkwijze van de Raad nader beschreven, evenals de wijze waarop hij hieraan in 2011 invulling heeft gegeven. Onafhankelijkheid De Raad van Commissarissen bestaat uit 5 leden en is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, het bestuur en welk deelbelang dan ook, onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. Hierover zijn in het Reglement voor de Raad van Commissarissen bepalingen opgenomen. Jaarlijks wordt over de onafhankelijkheid van de leden van de Raad van Commissarissen gerapporteerd in het verslag van de Raad van Commissarissen. Deskundigheid en samenstelling De Raad van Commissarissen is zodanig samengesteld dat hij zijn taak naar behoren kan vervullen. De kwalificatievereisten voor leden van de Raad van Commissarissen zijn opgenomen in de Profielschets voor de Raad van Commissarissen. De randvoorwaarden voor het functioneren van de raad als geheel zijn opgenomen in het Reglement van de Raad van Commissarissen. Een (her) benoeming van een lid van de Raad van Commissarissen vindt plaats na zorgvuldige overweging waarbij de profielschets en het reglement in acht worden genomen. Benoeming vindt in principe plaats voor een periode van vier jaar, waarbij als uitgangspunt wordt gehanteerd dat commissarissen conform de nieuwe Governancecode maximaal acht jaar zitting kunnen hebben in de raad. Rol van de voorzitter van de Raad van Commissarissen De voorzitter van de Raad van Commissarissen bepaalt de agenda en leidt de vergaderingen van de raad. Hij ziet toe op het goed functioneren van de raad en draagt zorg voor een adequate informatievoorziening aan de commissarissen en zorgt ervoor dat er voldoende 21

tijd bestaat voor besluitvorming. De voorzitter is namens de Raad van Commissarissen het voornaamste aanspreekpunt voor het bestuur en initieert de evaluatie van het functioneren van de Raad van Commissarissen en van het bestuur. 4.3.3 De controle van de financiële verslaggeving, de positie van de interne controlefunctie en van de externe accountant. Financiële verslaggeving Het bestuur is verantwoordelijk voor de kwaliteit en de volledigheid van de openbaar gemaakte financiële informatie. De Raad van Commissarissen ziet erop toe dat het bestuur deze verantwoordelijkheid vervult. Externe accountant De Raad van Commissarissen benoemt de externe accountant, na advies van de directeur-bestuurder. Het bestuur en de Raad van Commissarissen maken ten minste éénmaal in de vier jaar een grondige beoordeling van het functioneren van de externe accountant in de diverse entiteiten en capaciteiten waarin de externe accountant fungeert. In 2011 heeft deze evaluatie plaatsgevonden. Op grond daarvan is besloten om BDO Accountants opnieuw te benoemen voor de controle van de jaarrekening 2011. De kosten hiervan bedragen 35.000. Daarbij is wel besloten dat de opdrachtverlening voor maximaal drie jaar geldt, met een jaarlijkse evaluatie. Opdrachten van het bestuur voor niet-controlewerkzaamheden door de externe accountant worden vooraf besproken in een vergadering van de Raad van Commissarissen. De kosten van enkele fiscale adviezen bedroegen in 2011 iets minder dan 20.000. Interne controlefunctie Het bestuur is verantwoordelijk voor de interne beheersings- en controlesystemen. Relatie en communicatie van de externe accountant met de organisatie De externe accountant woont het gedeelte van de vergadering van de Raad van Commissarissen bij waarin over de vaststelling van de jaarrekening wordt besloten. De externe accountant rapporteert zijn bevindingen betreffende het onderzoek van de jaarrekening (het accountantsverslag) gelijkelijk aan zowel de Raad van Commissarissen als aan het bestuur. De externe accountant is onafhankelijk en kan tijdens deze vergadering over zijn verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening worden bevraagd door de Raad van Commissarissen. 4.3.4 Interne risicobeheersings- en controlesystemen Risicobeheersing neemt een steeds belangrijker plaats in binnen de sector woningcorporaties. Dit is met name ingegeven door een aantal grote negatieve gebeurtenissen bij corporaties, die met beter risicomanagement voorkomen hadden kunnen worden. Bij woningcorporaties spelen diverse typen risico s een rol. Zo zijn er ontwikkelrisico s te onderkennen, maar ook bijvoorbeeld marktrisico s, rente- en financieringsrisico s, fiscale risico s (vennootschapsbelasting en btw) en frauderisico s. De kunst is om een juiste inschatting van risico s te maken en tijdig maatregelen te nemen om deze te beheersen. Het bestuur van Woningstichting Putten is verantwoordelijk voor de interne risicobeheersings- en controlesystemen, voor het actief managen van de strategische, financiële en operationele risico s en voor het beperken van de impact van mogelijke incidenten. In 2011 is onder begeleiding van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR) het thema risicomanagement in een tweetal specials binnen het MT besproken. Risicomanagement heeft veel te maken met houding en gedrag. Er kunnen allerlei risicokaarten worden gemaakt, en risico s kunnen worden berekend en getalsmatig in beeld worden gebracht, maar het belangrijkste is het gesprek erover aan te gaan en risico s te benoemen. Alleen dan ontstaat er een bewustwording van de risico s. Al in een eerder stadium hebben wij 25 risico s benoemd. Tijdens de sessies met de NAR is er een nadere selectie gemaakt van de 5 grootste risico s: marktontwikkelingen (nieuwbouw/aanbod sluit niet aan bij de klantvraag), grondposities (te weinig betaalbare grondposities), renterisico (onverwachte rentestijgingen), kwaliteit medewerkers (kennisniveau door veranderende regelgeving), en besluitvorming (onvoldoende helder en daardoor verkeerde investeringsbeslissingen). Daarnaast onderkennen wij dat het onverwacht politiek ingrijpen als gevolg van wijzigingen in wet- en regelgeving een grote invloed kan hebben op onze financiële positie. Hierop zijn de sturingsmogelijkheden voor individuele corporaties beperkt. Deze risico s worden in 2012 periodiek in het MT besproken. Natuurlijk worden andere risico s die niet in deze selectie zitten, bij signalering hiervan direct besproken. Risicobeheersing heeft intern bij Woningstichting Putten een vertaling gekregen in de prodecurebeschrijvingen. Ook bij de besluitvorming rond projecten wordt een risico-analyse gemaakt. Via periodieke rapportages en notities wordt de Raad van Commissarissen geïnformeerd over de wijze waarop het bestuur omgaat met de gesignaleerde risico s. 22