Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen



Vergelijkbare documenten
1 Arbeidsmiddelen volgens het Arbobesluit

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen

AVAN - Arbeidsveiligheid Advies Nederland

Machineveiligheid toepassen om de Arbeidsveiligheid en Arbeidsgezondheid continu te stimuleren.

MACHINEVEILIGHEID ALGEMEEN

Beoordelingsrichtlijn Verankeringsvoorzieningen

Safety Event Didi Rinkel en Martin Krüger. Aansprakelijkheidskwesties rondom machines.

Eindscriptie Hogere veiligheidskunde Jurgen Boelens

Wet- en regelgeving. Vraag en antwoord

Grondverzetmachines en hijsen

PBOSnVé progress in safety

Introductie. en implementeren in projecten. Waarom het onderwerp Europese richtlijnen:

Veilig werken met apparaten en machines

8.2 Bestelprocedure installaties, machines en gemechaniseerde werktuigen

Weet u wie uw arbeidsmiddelen mag keuren?

Hijstechniek De Regelgeving. 15 september 2008 Willem Westermann

Veilig opslaan van glas op glasbokken en -karren, schuif- en rolstellingen

Over de meerwaarde van een EKH erkend keurbedrijf

Veilig werken met de ladder. VSB Henry Dijksma, Altrex

Verreiker: Gebruik als multifunctioneel werktuig.

Aansprakelijkheid uitgesloten

Safety Event Remko Roosjen en Didi Rinkel. Aansprakelijkheid na ingebruikname machine.

graafmachine Voldoet deze aan de Europese wetgeving? Een korte gids voor het identificeren van grondverzetmachines

Leidraad bij de aanschaf van persoonlijke beschermingsmiddelen Keuze, gebruik, reiniging en onderhoud

De CE-markering voor de FABRIKANT ( dus niet voor de gebruiker) houdt in :

ATEX REGELGEVING Regels en voorschriften voor apparaten, arbeidsmiddelen en arbeidsplaatsen in explosieve omgevingen

Wijziging Beleidsregels arbeidsomstandighedenwetgeving

Beoordelingsrichtlijn verankeringsvoorzieningen (VAV) t.b.v. het vastzetten van PBM's tegen vallen van hoogte

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

compacte graafmachine Voldoet deze aan de Europese wetgeving? Een korte gids voor het identificeren van grondverzetmachines

MACHINEVEILIGHEID ALGEMEEN

Installatieverantwoordelijkheid NEN-3140

Beoordelingsrichtlijn verankeringsvoorzieningen (VAV) t.b.v. het vastzetten van PBM's tegen vallen van hoogte

EMC en aansprakelijkheid. Michael Gerrits Van Diepen van der Kroef Advocaten

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage

Aankoopprocedure compacte goederenlift

Wie is er aansprakelijk? De vinger op de zere plek. Evenement

11 Veiligheidsonderwerpen

Een korte gids voor het identificeren van grondverzetmachines. die niet aan de voorschriften voldoen. Voldoet deze. wiellader

Arbeidsomstandigheden. Congres Transport van Afval 5 februari 2015 Marjolein Gobes

Inleiding... pagina 1. Presentatie NEN pagina 2. Introductieopleiding NEN- EN en NEN pagina 2

CE-markering. Wat? Waarom? Hoe? Maureen Logghe Dienst Consumentenveiligheid. Infosessie VOKA

BouwMachines Kennisdag. Kennissessie Machine-aanpassingen: Veiligheid en Aansprakelijkheid

Tool box. Veilig werken met ladders en trappen

Veiligheid en aansprakelijkheid Michael Gerrits

Je merkt dat het werkt. Veilig werken: implementatie en onderhoud van de NEN 3140

Kamervraag/vragen van de leden Ulenbelt en Van Huijm

Beknopte informatie over de Arbeidsmiddelenrichtlijn

Altrex Technisch Advies Ladders & Trappen voor Arbocatalogi

TOOLBOX VEILIG WERKEN MET MACHINES

The appointed person. De oplossing voor gedrag en proces?

Datum 20 april 2017 Betreft Kamervragen van de leden Dijkgraaf en Bisschop (beiden SGP) over regels voor gebruik van hoogwerkers

VEILIGHEIDS- EN MILIEUEISEN BIJ DE BESTELBON.

VEILIG WERKEN OP HOOGTE

Geen daden maar woorden

Arbeidsomstandighedenbesluit Relevante artikelen

Risico s Vallen van hoogte. Collectieve beschermingsmiddelen Niet van toepassing.

Voorlichting, onderricht & Toezicht

Altrex Technisch Advies Ladders & Trappen voor Arbocatalogi

Revisies van Gebruiken gekeurde arbeidsmiddelen

PBM's kopen en gebruiken

ATEX. Wordt ATEX 137 de nieuwe standaard? Atmosphère. Explosible

& Machineveiligheid. Regelgeving bij aanschaf, gebruik en onderhoud van machines en arbeidsmiddelen. Paul Hoogerkamp

FEDERATION EUROPEENNE DE LA MANUTENTION Productgroep. industriële trucks. Een leidraad voor identificatie van nietconforme

VOORLICHTING INSPECTEURS 21 MEI

3 Vragen van de adviesaanvraag

PRODUCTAANSPRAKELIJKHEID. Aandachtspunten voor het onderwijs

meest gestelde vragen over De Machinerichtlijn De Gier Stam &

Arbeidsomstandigheden en uitzendkrachten Hoe is dat geregeld?

Conformiteits- NL: Warenwetregels beoordelingsinstantie Schema- Europese regels beheerder Besluit NANDO Inspectie SZW Regeling

van A tot Z veilige machines 1 van der Heide risicobeoordeling machines

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)

Beknopte informatie over de Machinerichtlijn

Checklist: Gezondheidsklachten door fijnstof

Regeling uitvoering Besluit typekeuring luchtverontreiniging trekkers en motoren voor mobiele machines

Markttoezicht: met elkaar méér effect. Safety event, 13 mei 2014 Drs. Ineke Lemmen Programmamanager Markttoezicht

Machineveiligheid bij schoolprojecten 6/02/2018. Inleiding veiligheid van producten in Europa. Welke richtlijnen zijn van toepassing op mijn product?

meest gestelde vragen over De Machinerichtlijn De Gier Stam &

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid BESLUIT:

SAFETY 4 DUMMIES. 20 september 2017 Practical Safety Event 1

Beoordelingsrichtlijn Verankeringsvoorzieningen

Adembescherming de gebruiksfase

Persoonlijke Beschermingsmiddelen

Basis wet- en regelgeving. Quercus Technical Services B.V.

Het nieuwe stelsel van wettelijke arbo-certificaten

Vragen van producenten, distributeurs en verhuurders. 1. Aan welke reglementering moeten gocarts voldoen?

PUBLIC LIMITE L. Brussel, 3 oktober 2011 (04.10) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 15023/11 LIMITE MI 465 SA 196 ECO 119 E T 205

tot wijziging van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (nucleaire drukapparatuur)

VEILIG WERKEN MET LASERBRONNEN

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Leidraad veilig werken met ladders

ATEX 137. blad 1 van 5 ATEX 137

De nieuwe Machinerichtlijn

Veilig en gezond werken met landbouwmachines

NEN 3140 Veilige Bedrijfsvoering

Transcriptie:

Samenvatting wetgeving omtrent Machines en Arbeidsmiddelen De wetgeving met betrekking tot machines en arbeidsmiddelen is niet eenvoudig. Er zijn diverse richtlijnen en wetten binnen de Europese Unie en in Nederland die betrekking hebben op of raakvlakken hebben met dit onderwerp. In het kort worden een aantal Europese richtlijnen en Nederlandse wetten behandeld. Daarnaast worden relevante normen en de belangrijkste verplichting van werkgevers aan de orde gesteld. Europese Richtlijnen Europese richtlijnen zijn richtlijnen van de Europese Unie en zijn juridisch bindend voor alle lidstaten van de Europese Unie. Dergelijke richtlijnen gaan boven de nationale wetgeving van de individuele lidstaten, m.a.w. de nationale wetgeving van de lidstaten moet in ieder geval voldoen aan de betreffende Europese richtlijnen. Twee Europese richtlijnen worden in het kader van deze scriptie kort besproken. Machinerichtlijn (98/37/EG) De Machinerichtlijn is een Europese Richtlijn en valt onder de categorie productrichtlijnen. Dit wil zeggen dat de Machinerichtlijn eisen stelt aan fabrikanten omtrent het door hen in de handel gebrachte machine of apparaat. Fabrikanten moeten kunnen aantonen dat het door hen in de handel gebrachte aan essentiële eisen betreffende veiligheid en gezondheid voldoet. Binnen de Europese Unie zijn meer productrichtlijnen geldend, het gaat echter te ver om deze productrichtlijnen allemaal te behandelen. Voorbeelden van productrichtlijnen, die eveneens verband hebben met eisen op het gebied van veiligheid en gezondheid van machines en apparaten, zijn: de Laagspanningsrichtlijn (73/23/EEG), de Richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit (89/336/EEG) en de Richtlijn Drukapparatuur (97/23/EG). Indien fabrikanten kunnen aangeven dat het door hen op de markt te brengen product aan alle van toepassing zijnde Europese Productrichtlijnen voldoet (dus niet alleen aan de Machinerichtlijn) mag het product voorzien worden van een CE-markering. Hieraan kunnen gebruikers en niet-onbelangrijk werkgevers zien dat er met producten wordt gewerkt, die aan alle Europese richtlijnen voldoen die erop van toepassing zijn. In de EG-verklaring van overeenstemming verklaart de fabrikant aan welke richtlijnen zijn product voldoet. Met de komst van de Europese Unie werd er geconstateerd dat iedere lidstaat eigen voorschriften kende met betrekking tot de productie van machines en apparatuur. De totstandkoming van de Machinerichtlijn had derhalve niet tot doel een verhoging van het veiligheidsniveau op de werkvloer te creëren, maar was gericht op het opheffen van belemmeringen in het vrije handelsverkeer tussen de lidstaten. Richtlijn Arbeidsmiddelen (89/655/EEG) De belangrijkste Europese richtlijn in het kader van het veilig omgaan met arbeidsmiddelen op de werkvloer is de Richtlijn Arbeidsmiddelen. Deze richtlijn valt onder de Kaderrichtlijn (89/391/EEG). Het doel van de kaderrichtlijn is om de wetgeving met betrekking tot veiligheid en gezondheid op de werkplek in de EG met elkaar in overeenstemming te brengen. De Kaderrichtlijn beschrijft de verantwoordelijkheden van zowel werkgever als werknemer met betrekking tot veiligheid en gezondheid op de werkplek. De Richtlijn Arbeidsmiddelen stelt minimumvoorschriften omtrent de veiligheid en gezondheid bij het gebruik van arbeidsmiddelen door werknemers op de arbeidsplaats. Zo wordt er gesteld dat arbeidsmiddelen die aan werknemers beschikbaar worden gesteld aan de desbetreffende productrichtlijnen dienen te voldoen en blijven voldoen. Voor bestaande, oudere arbeidsmiddelen (niet geproduceerd conform de Machinerichtlijn) en voor arbeidsmiddelen waarvoor geen specifieke productrichtlijn bestaat, zijn algemene bepalingen opgenomen die een minimum niveau van veiligheid en gezondheid op de werkvloer moeten waarborgen.

Nederlandse wetgeving De Europese richtlijnen zijn in de Nederlandse Wetgeving geïmplementeerd. In figuur 1 wordt aangegeven in welke wetgeving de besproken Europese richtlijnen zijn opgenomen. Figuur 1, weergave implementatie besproken richtlijnen in NL-wetgeving Europese Richtlijnen Productrichtlijnen Diverse wetten: WGW, Warenwet, Stoomwet Arbowet Kaderrichtlijn NL-wetgeving Machinerichtlijn Besluit Machines, WGW Arbobesluit, hoofdstuk 7 Richtlijn Arbeidsmiddelen Wet op de Gevaarlijke Werktuigen De Europese Machinerichtlijn is als productrichtlijn in Nederland geïmplementeerd in het Besluit Machines uit de Wet op de Gevaarlijke Werktuigen 1. Dit besluit stelt fabrikanten verantwoordelijk voor een veilige constructie van hun machine of apparaat en dat bij verkoop alle benodigde informatie wordt meegeleverd zoals gebruiksaanwijzingen in het Nederlands, opstellingsvoorschriften, onderhoudsvoorschriften en EG-verklaringen van overeenstemming. Arbeidsomstandighedenwet De Richtlijn Arbeidsmiddelen is geïmplementeerd in het Arbeidsomstandighedenbesluit als onderdeel van de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet). De Arbowet en aanverwante besluiten leggen zowel werkgevers als werknemers verplichtingen op om zorg te dragen voor een gezonde en veilige werkomgeving. Op grond van artikel 5 van de Arbowet zijn werkgevers verplicht tot het uitvoeren van een schriftelijke risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Onder deze RI&E verplichting vallen ook de arbeidsmiddelen die de medewerkers voor de uitvoering van het werk ter beschikking zijn gesteld. Arbeidsmiddelen zijn hier gedefinieerd als alle op de arbeidsplaats gebruikte machines, installaties, apparaten, transportmiddelen en gereedschappen. Een arbeidsplaats is hier, iedere plaats die in verband met het verrichten van arbeid wordt of pleegt te worden gebruikt. In hoofdstuk 7 van het arbeidsomstandighedenbesluit worden eisen gesteld aan de arbeidsmiddelen zelf en aan het gebruik, onderhoud, keuring, reparatie en reiniging daarvan. Deze eisen zijn in hun huidige vorm sinds 1998 van kracht en zijn zoals al genoemd gebaseerd op de Europese Richtlijn Arbeidsmiddelen. 1 Momenteel is men in Nederland bezig het stelsel van productwetgeving te herzien. Bij de eerste fase hiervan wordt de Warenwet met de Wet op de Gevaarlijke Werktuigen geïntegreerd. De nieuwe wet zal onder de naam de Warenwet bekend blijven en inhoudelijk zullen er geen veranderingen optreden. Voor het eind van het 2 e kwartaal van 2003 zal e.e.a. gerealiseerd worden (bron: Actieplan Vereenvoudiging SZW regelgeving).

Arbeidsmiddelen zonder CE-markering Voor oudere arbeidsmiddelen en alle arbeidsmiddelen die niet aantoonbaar aan de Machinerichtlijn voldoen zal in het kader van art. 5 van de Arbowet door de werkgever een RI&E moeten worden opgesteld per arbeidsmiddel. In Arbobeleidsregel 7.3.4 wordt, met een verwijzing naar art. 5 van de Arbowet en naar art. 7.3 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, een aanwijzing gegeven om hierbij gebruik te maken van NEN-EN 1050: 1997 Veiligheid van machines. Principes voor de risicobeoordeling. De tekst van arbobeleidsregel 7.3.4 is als volgt: Voor machines en vergelijkbare arbeidsmiddelen wordt aan het gestelde in artikel 7.3, eerste lid, van het arbeidsomstandighedenbesluit voldaan indien de risico-inventarisatie en -evaluatie is uitgevoerd volgens NEN-EN 1050:1997 Veiligheid van machines. Principes voor de risicobeoordeling. Arbobeleidsregels zijn geen wetgeving en zijn alszodanig niet dwingend. Er mag derhalve voor een andere methodiek gekozen worden. Het toepassen van een geheel andere methodiek van risicobeoordeling kan echter door de Arbeidsinspectie achteraf, indien zich bijvoorbeeld een ongeval heeft voorgedaan, niet als voldoende volledig en betrouwbaar worden aangemerkt. Arbeidsmiddelen met een CE-markering Met betrekking tot de RI&E wordt een arbeidsmiddel of een onderdeel daarvan vermoed te voldoen aan de eisen, indien het is voorzien van een CE-markering en een EG-verklaring van overeenstemming (Arbobesluit art. 7.2) Voorwaarde daarbij is, is dat het arbeidsmiddel of onderdeel daarvan wordt gebruikt conform de gebruiksvoorschriften/installatievoorschriften van de fabrikant. De gegevens van fabrikant vormen derhalve een belangrijke gegevensbron voor de door de werkgever uit te voeren RI&E. In de praktijk zou dit bij de RI&E Arbeidsmiddelen kunnen resulteren in het controleren of deze arbeidsmiddelen (nog) voldoen aan de minimale veiligheidsaspecten zoals vermeld in de gebruiksaanwijzingen en installatievoorschriften. Toch blijft het ondanks een CEmarkering van belang om te bezien of medewerkers op de juiste wijze met het arbeidsmiddel omgaan. Bijvoorbeeld: een beveiliging kan het apparaat soms onhandig maken in het gebruik. Het gevolg kan zijn dat medewerkers de beveiligingen dan omzeilen. Daarnaast wordt een CE-gemarkeerde machine vermoed aan de eisen te voldoen. De werkgever is verantwoordelijk om te controleren of dit ook daadwerkelijk het geval is. In geval van bijvoorbeeld een ongeval zal niet de leverancier worden aangesproken maar in eerste instantie de werkgever. Om die redenen is het toch nodig om van zowel arbeidsmiddelen met een CE-markering als van arbeidsmiddelen zonder CE-markering een RI&E op te maken. Keuringen In de praktijk is er veel verwarring omtrent het begrip keuren van arbeidsmiddelen en het uitvoeren van een RI&E van arbeidsmiddelen. Op zich kan dit verklaarbaar zijn omdat RI&E s van arbeidsmiddelen nog niet veel zijn uitgevoerd. Echter, er is een essentieel verschil in het keuren en het uitvoeren van een RI&E per Arbeidsmiddel. Een keuring van een arbeidsmiddel is doorgaans veelal een technisch gebeuren: er wordt gekeken of het arbeidsmiddel na bijvoorbeeld installatie op de werklocatie nog wel goed en veilig werkt. In het Arbobesluit art. 7.2a wordt een keuring gedefinieerd als: een onderzoek of beproeving. In het artikelsgewijze commentaar 2 staat aangegeven dat het begrip keuring een verzamelbegrip is. Hieronder wordt begrepen elk onderzoek of elke beproeving van een arbeidsmiddel afzonderlijk, dan wel elke mogelijke combinatie van een onderzoek en een beproeving. Wat vervolgens een onderzoek of beproeving inhoud staat niet nader gespecificeerd. Een RI&E Arbeidsmiddelen daarentegen, beziet het arbeidsmiddel vanuit een breder perspectief en kijkt naast de aspecten die bij een keuring beoordeeld worden met name naar de interactie mensmachine, de opleiding van medewerkers en de interactie tussen machines etc. Voor diverse specifieke arbeidsmiddelen, zoals bijvoorbeeld hijs- en hefgereedschap, is in het Arbobesluit (art. 7.20) vastgelegd dat een jaarlijkse keuring verplicht is. In bijlage I wordt een overzicht gegeven van arbeidsmiddelen die op basis van het Arbobesluit verplicht gekeurd moeten worden. 2 Arbeidsomstandighedenwet, Koninklijke Vermande

Voor de overige arbeidsmiddelen, waarvoor in het Arbobesluit geen specifieke keuringseisen zijn genoemd, dient een keuring o.a. plaats te vinden indien de veiligheid van arbeidsmiddelen afhangt van de wijze van installatie. Deze keuring dient na de installatie en voordat het middel in gebruik wordt genomen plaats te vinden. Bij verplaatsingen van dergelijke arbeidsmiddelen wordt het arbeidsmiddel op iedere nieuwe locatie wederom aan een keuring onderworpen voordat deze in gebruik wordt genomen. Indien de veiligheid van het arbeidsmiddel door het gebruik of andere invloeden kan verslechteren wordt het arbeidsmiddel zo vaak als nodig gekeurd en beproefd. Schriftelijke bewijsstukken van een keuring dienen op de arbeidsplaats aanwezig te zijn (Arbobesluit art. 7.4a). De keuringen dienen te worden uitgevoerd door een deskundig natuurlijk persoon, rechtspersoon of instelling. Wie deze personen of instellingen zijn, mogen werkgevers in principe zelf bepalen; de wetgeving zegt hier niets specifieks over. De Praktijkgids Arbeidsmiddelen 2003 en Stichting Arbouw verwijzen naar keuringsklassen die door het ministerie zijn opgesteld om te kunnen bepalen wie welk soort arbeidsmiddelen mag keuren. Dit is echter geen wetgeving, maar kan als leidraad worden gevolgd. In bijlage II worden de keuringsklassen weergegeven alsmede de methodiek om te bepalen in welke klasse een arbeidsmiddel valt. Hoe vaak een keuring uitgevoerd dient te worden is niet direct vastgelegd in de wetgeving. De werkgever dient dit zelf op basis van de uitkomsten van de RI&E Arbeidsmiddelen vast te stellen. Informatievoorziening Zoals reeds aangegeven, zijn leveranciers verplicht om bij ieder product een gebruiksaanwijzing en, indien van toepassing, een installatievoorschrift te voegen. Gebruiksaanwijzingen dienen aan bepaalde eisen te voldoen zodat in ieder geval in een gebruiksaanwijzing is opgenomen wat de risico s van het product zijn en wat de benodigde veiligheidsmaatregelen (zoals bijv. afzuiging, persoonlijke beschermingsmiddelen) zijn. Gebruiksaanwijzingen dienen te zijn opgesteld in de taal van de uiteindelijke gebruiker (zie Machinerichtlijn, bijlage I, 1.7.4b). Werkgevers dienen op hun beurt hun werknemers voor te lichten en te instrueren omtrent de gevaren en risico s van de arbeidsmiddelen en omtrent het juiste gebruik van de arbeidsmiddelen. Dit dient te geschieden op basis van artikel 8 van de Arbowet. Artikel 7.11 a geeft aan dat gebruiksaanwijzingen van arbeidsmiddelen in begrijpelijke vorm ter kennis van de werknemers moeten worden gesteld. Aangezien in gebruiksaanwijzingen veel informatie staat die in dit kader niet relevant is, is een werkinstructie per arbeidsmiddel, in de taal van de medewerkers, hierbij op zijn plaats. In het kader van het werken met arbeidsmiddelen is deze informatieverstrekking noodzakelijk bij in gebruik name van nieuwe (CE-gemarkeerde) arbeidsmiddelen en zodra gevaren of risico s bekend zijn na bijvoorbeeld een RI&E. NEN-EN 1050 Met betrekking tot in werking zijnde arbeidsmiddelen zal zoals reeds aangegeven een RI&E per arbeidsmiddel moeten worden opgesteld. De wijze waarop dit gedaan kan worden is vastgelegd in NEN-EN 1050: 1997 Veiligheid van machines. Principes voor de risicobeoordeling. Alhoewel deze norm alweer enkele jaren oud is worden dergelijke RI&E s in de praktijk binnen de KL nog maar weinig uitgevoerd. Het principe van de norm is om op basis van het verzamelen van gegevens en het identificeren van gevaren de risico s te kwantificeren. De RI&E dient zo te worden uitgevoerd dat het mogelijk is de gevolgde procedure en de bereikte resultaten te documenteren. Deze documentatie dient in ieder geval de volgende aspecten te omvatten: a) het arbeidsmiddel waarvoor de beoordeling is gedaan (specificaties, begrenzingen, gebruik); b) de geïdentificeerde (latente) gevaren; c) de informatie waarop de risicobeoordeling is gebaseerd; d) de door veiligheidsmaatregelen te bereiken doelen; e) de ingevoerde veiligheidsmaatregelen om de geïdentificeerde gevaren te elimineren of de risico s te verlagen; f) het aan het arbeidsmiddel verbonden overblijvende risico;

g) het resultaat van de afsluitende risicobeoordeling. In de norm zijn checklists voor het identificeren van gevaren aanwezig en worden methodieken aangereikt die kunnen worden gebruikt bij het analyseren van de gevaren en het schatten van de risico s.