AAS Bestemmingsplan luchthaven Schiphol Onderbouwing aspect luchtkwaliteit
AAS Bestemmingsplan luchthaven Schiphol Onderbouwing aspect luchtkwaliteit Datum 15 oktober 2010 Kenmerk LSH021/Anf/0165 Eerste versie 20 mei 2010
Documentatiepagina Opdrachtgever(s) AAS Titel rapport Bestemmingsplan luchthaven Schiphol Onderbouwing aspect luchtkwaliteit Kenmerk LSH021/Anf/0165 Datum publicatie 15 oktober 2010 Projectteam opdrachtgever(s) de heer W. Kranenburg en mevrouw J. Mocking Projectteam Goudappel Coffeng de heren F.F.A. Aarnink (projectleider) en G. Wijnja Projectomschrijving De gemeente Haarlemmermeer is momenteel bezig met het opstellen van een bestemmingsplan. In deze rapportage wordt nader ingegaan op de onderbouwing van het aspect luchtkwaliteit. Trefwoorden luchtkwaliteit, bestemmingsplan, Schiphol
Inhoud Pagina 1 Inleiding 1 2 Wettelijk kader 2 2.1 Wet- en regelgeving 2 2.2 Bepaling concentratie luchtverontreiniging 3 2.3 Monitoring en maatregelen NSL 5 3 Effecten ruimtelijke plannen en beoordeling 6 3.1 Motivering bestemmingsplan 6 3.2 Concentraties luchtverontreiniging 8 4 Conclusies 9
Pagina 1 1 Inleiding Amsterdam Airport Schiphol (hierna te noemen Schiphol) ligt in een regio met een hoge ruimtelijk-economische dynamiek. Mede als gevolg daarvan dienen er zich steeds meer en complexere vraagstukken aan, zoals op het terrein van verkeer en milieu. De gemeente Haarlemmermeer is bezig met het opstellen van een nieuw bestemmingsplan voor ruimtelijke ontwikkelingen op Schiphol. Voor het vaststellen van het bestemmingsplan is een onderbouwing noodzakelijk naar luchtkwaliteiteffecten van het nieuwe bestemmingsplan. In deze rapportage zal hierop nader worden ingegaan. In dit rapport zal achtereenvolgens worden toegelicht: - het wettelijk kader (hoofdstuk 2); - effecten van de ruimtelijke plannen (hoofdstuk 3); - conclusies (hoofdstuk 4).
Pagina 2 2 Wettelijk kader 2.1 Wet- en regelgeving In 1996 heeft de Raad van de Europese Unie de (nieuwe) richtlijn 96/62/EG opgesteld inzake de beoordeling en het beheer van de luchtkwaliteit (verder te noemen: kaderrichtlijn). In deze richtlijn zijn de grondbeginselen opgenomen van een gemeenschappelijke strategie voor het vaststellen van de luchtkwaliteit ter bescherming van mens en milieu, alsmede een programma waarin de Europese Unie zich ten doel stelt om voor dertien luchtverontreinigende stoffen voorstellen te formuleren voor de grenswaarden van de buitenluchtkwaliteit. De belangrijkste wet- en regelgeving voor luchtkwaliteit is vastgelegd in de Wet luchtkwaliteit. Op 15 november 2007 is een nieuw wettelijk stelsel voor luchtkwaliteitseisen van kracht geworden. De hoofdlijnen van de nieuwe regeling zijn te vinden in hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer. Deze wetgeving introduceerde een programmasystematiek voor maatregelen en projecten hetgeen geconcretiseerd is in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit: het NSL. Daarnaast is een term 'niet in betekenende mate' besluiten 1 geïntroduceerd waarbij geen toetsing aan de luchtkwaliteitsnormen nodig is omdat projecten niet of zeer weinig bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Bij de definitieve vaststelling van het NSL op 1 augustus 2009 is ook de tweede wet, de Implementatiewet luchtkwaliteit, van kracht geworden. De wet implementeert de nieuwe richtlijn luchtkwaliteit met de nieuwe normstelling voor PM 2,5, de derogatie (uitstel en vrijstelling van de verplichting om aan bepaalde grenswaarden te voldoen) en het toepasbaarheidsbeginsel. De nieuwe programmasystematiek (het NSL) en de derogatie leiden tot maatregelen gericht op gezondheidsbescherming en het zo spoedig mogelijk voldoen aan de grenswaarden, waarbij tevens ruimte ontstaat voor maatschappelijk gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. Het NSL heeft tot doel om binnen de gestelde termijn te voldoen aan de gestelde grenswaarden. In dit programma zijn alle van betekenis zijnde lokale, regionale en nationale projecten opgenomen die bijdragen aan de luchtkwaliteit 2. In dit programma zijn vervolgens alle van betekenis zijnde lokale, regionale en nationale maatregelen opgenomen die er zorg voor dragen dat de luchtkwaliteit voldoende verbeterd en op tijd overal aan de grenswaarden voldaan wordt. Voor de onderbouwing van het NSL is de Saneringstool ontwikkeld. Voor de monitoring van het NSL is de Monitoringstool ontwikkeld. De Monitoringstool is een uitbreiding en verdere ontwikkeling van de Saneringstool. De Monitoringstool, gebaseerd op geactualiseerde gegevens, toont de 1 'Niet in betekenende mate' wordt afgekort als NIBM. Alle andere projecten zijn (dus) 'In betekenende mate', afgekort als IBM. 2 Alle IBM projecten in Nederland zijn opgenomen in het NSL alsmede een groot aantal NIBMprojecten.
Pagina 3 rekenresultaten voor het afgelopen jaar en de relevante zichtjaren voor het NSL en is online openbaar toegankelijk via de website www.nsl-monitoring.nl. Een gekoppelde database bevat de meest actuele omschrijving van projecten en maatregelen en huidige stand van uitvoering daarvan. De Monitoringstool wordt jaarlijks vastgesteld, in 2010 voor het eerst. In de Wet milieubeheer is opgenomen dat bij bepaalde overheidsbesluiten de gevolgen van dit besluit op de luchtkwaliteit beoordeeld dienen te worden. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld het vaststellen van een bestemmingsplan, het verlenen van een milieuvergunning en het nemen van een wegaanpassingsbesluit. Concreet kan een project doorgang vinden wanneer: - voldaan wordt aan de grenswaarden voor vervuilende stoffen, zoals opgenomen in bijlage 2 van de Wet Milieubeheer, of - de verslechtering van de luchtkwaliteit als gevolg van het besluit 'niet in betekenende mate' is; er is sprake van een niet in betekenende mate' wanneer er een toename van een stof genoemd in bijlage 2 van de Wet milieubeheer is van minder dan 3% ten opzichte van de grenswaarde, of - als het plan is opgenomen in het Nationale Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De normen die gelden (na derogatie) voor de belangrijkste vervuilende stoffen zijn hierna weergegeven: te voldoen uiterlijk: jaargemiddelde concentratie NO 2 40 µg/m 3 2015 jaargemiddelde concentratie PM 10 40 µg/m 3 2011 daggemiddelde grenswaarde PM 10 max. 35 dagen overschrijding daggem. conc. 50 µg/m 3 2011 Tabel 2.1: Normen Wet Milieubeheer Naast de genoemde stoffen gelden er grens-, streef- en richtwaarden voor een aantal andere stoffen waaronder benzeen, koolmonoxide en lood. In Nederland wordt overal aan de grenswaarden van deze stoffen voldaan. Toetsing van het plan aan deze grenswaarden kan dan ook achterwege blijven. 2.2 Bepaling concentratie luchtverontreiniging Ter bepaling van concentraties luchtverontreiniging wordt gebruikt gemaakt van rekenmodellen. Op basis van verkeerscijfers, emissiecijfers per type voertuig en per snelheidscategorie, omgevingskenmerken etc. wordt een berekening gemaakt van de huidige situatie en voorspelling gemaakt voor de toekomstige situatie. Voor de berekening van de luchtkwaliteit dient gebruik te worden gemaakt van goedgekeurde
Pagina 4 rekenmodellen. Ook de wijze van berekening is voorgeschreven. Een en ander is vastgelegd in de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007. Het toetsen van inrichtingen met uitzondering van verkeer is hier niet van toepassing. Naast het gebruik van luchtmodellen wordt voor de bepaling van verkeersintensiteiten gebruik gemaakt van verkeersmodellen. Op basis van telgegevens, demografische gegevens, economische ontwikkelingen etc. wordt het verkeer voor de huidige en toekomstige situatie bepaald. De berekende luchtkwaliteit is een optelsom van de achtergrondwaarde en de bijdrage van het verkeer op de betreffende weg en de grote drukke wegen in de omgeving (de autosnelwegen). De achtergrondwaarden voor deze modellen worden door het ministerie van VROM vastgesteld en gepubliceerd evenals de gemiddelde emissiecijfers van voertuigen. De bijdrage van het luchtvaartverkeer van Schiphol aan de luchtkwaliteit is meegenomen in de gebruikte achtergrondconcentratie. Voor die bijdrage is door KEMA gerekend met het Stacks-model versie 2009.1. In het model wordt uitgegaan van circa 480.000 vliegtuigbewegingen. Daarbij is uitgegaan van gridcellen met een resolutie die varieert van 100x100 m tot 500x500 m, in plaats van een resolutie van 1x1 km. De gebruikte achtergrondconcentraties in deze regio geven daarmee een meer verfijnd inzicht in de bijdrage van Schiphol 3. Gevolgen van luchtkwaliteit dienen op 10 meter vanaf de wegrand berekend en beoordeeld te worden. Hiervoor gelden enkele uitzonderingen: - Geen beoordeling van de luchtkwaliteit op plaatsen waar het publiek geen toegang heeft en waar geen bewoning is (toepasbaarheidsbeginsel). - Geen beoordeling van de luchtkwaliteit op bedrijfsterreinen of terreinen van industriële inrichtingen (hier gelden de ARBO-regels). Dit omvat mede de (eigen) bedrijfswoning. Uitzondering: publiektoegankelijke plaatsen; deze worden wel beoordeeld (hierbij speelt het zogenaamde blootstellingscriterium een rol). Toetsing vindt plaats vanaf de grens van de inrichting of bedrijfsterrein. - Geen beoordeling van de luchtkwaliteit op de rijbaan van wegen, en op de middenberm van wegen, tenzij voetgangers normaliter toegang hebben tot de middenberm. Bij Schiphol is het toepasbaarheidbeginsel van toepassing op het terrein van het vliegveld en op aanliggende landbouwgronden die niet toegankelijk zijn voor publiek c.q. waar geen significante blootstelling optreedt. Ook bij de tunnelmonden is in veel gevallen het toepasbaarheidsbeginsel van toepassing. 3 Bron: Bijlagen bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit NSL, d.d. 10 juli 2009.
Pagina 5 2.3 Monitoring en maatregelen NSL Naast de ruimtelijke ontwikkelingen worden binnen het NSL ook maatregelen getroffen om de luchtkwaliteit rondom Schiphol te verbeteren. Volgens het NSL worden er een divers aantal maatregelen opgenomen om binnen de termijnen aan de grenswaarden voor stikstofdioxide en fijn stof te voldoen. Daarbij is ondermeer in het NSL opgenomen: de elektrificatie van 61 opstelplaatsen op Schiphol voor 1 januari 2014, het verbeteren van de doorstroming, de aanschaf van schone bussen etc. Bovendien moet Nederland elk jaar aan de Europese Commissie aantonen dat de Nederlandse concentratieniveaus onder de grenswaarden blijven, zoals opgenomen in de bijlage XI bij de richtlijn. Daarbij rapporteert de gemeente Haarlemmermeer jaarlijks aan de Minister van VROM over de voortgang en uitvoering van het NSL en de daarin opgenomen maatregelen en besluiten (waaronder het onderhavige projecten op Schiphol) en de effecten daarvan op de luchtkwaliteit.
Pagina 6 3 Effecten ruimtelijke plannen en beoordeling 3.1 Motivering bestemmingsplan De ruimtelijke ontwikkeling die het bestemmingsplan mogelijk maakt, zijn opgenomen in het NSL. Daarom hoeft er geen afzonderlijke toets meer plaats te vinden met betrekking tot normen voor luchtkwaliteit en kan een beroep gedaan worden op artikel 5.16 eerste lid, onder d van de Wet milieubeheer. Concreet betekent dit dat als een ruimtelijk ontwikkeling is beschreven in het NSL de ruimtelijke ontwikkeling voor het aspect luchtkwaliteit doorgang kan vinden. Het NSL is bij Kabinetsbesluit vastgesteld op 1 augustus 2009 en sindsdien van kracht. De ruimtelijke ontwikkelingen van Schiphol zijn in het NSL opgenomen voor zover ze mogelijk een in betekenende mate bijdrage hebben op de luchtkwaliteit. In bijlage 8 van het NSL zijn deze projecten in vijf delen als volgt opgesomd: IB-nr. projectnaam bevoegd gezag ligging omvang hoofdontsluiting eventuele andere ontsluiting Haarlemmermeer Zuidoost vrachtloodsen/haarlemmermeer 115879, 480358 112624, 105.000 m 2 bvo (met bijbehorende kantoorruimte) /50.000 m 2 (+ 250.000 m 2 bvo Angorachelaan, Fokkerweg, Aalsmeerderweg, Par. Weg Kruisweg Zuid Schipholdijk, 705 Oost (731) Haarlemmermeer 477953 vervanging Loevensteinse 725 Centrum Haarlemmermeer 111945, 479971 135.000 m 2 bvo Ceintuurbaan, Westelijke Randweg, Schiphol Boulevard inkeer & uitkeer 726 Elzenhof Haarlemmermeer 113012, 481933 100.000 m 2 bvo Loevensteinse Randweg 738 Noordwest luchthavenfuncties en marechaussee Haarlemmermeer 113012, 481933 27 ha voor luchthaven functies Loevensteinse Randweg 739 Transfercity parkeergarage Haarlemmermeer 113012, 481933 10.500 extra pp voor P3/P40 opgenomen in verkeersprognose Loevensteinse Randweg Tabel 3.1: In het NSL opgenomen IBM projecten met betrekking tot Schiphol NIBM Projecten op Schiphol Centrum Op Schiphol Centrum is aanvullend op de bovenstaande ruimtelijke ontwikkelingen ook sprake van een hotelfunctie van in totaal 620 kamers en een congrescentrum van 5.000 m 2. Beide projecten zijn niet opgenomen in tabel 3.1 aangezien ze niet in betekenende mate bijdragen (NIBM) aan de luchtkwaliteit. Hierna zal nader ingegaan worden op de onderbouwing van de NIBM van beide projecten.
Pagina 7 Hilton Hotel In het bestemmingsplan worden op Schiphol Centrum 620 extra kamers mogelijk gemaakt. Het betreft de uitbreiding van het huidige Hilton Hotel. Voor het onderbouwen of een project NIBM is, zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd. Dit zijn kengetallen op basis van ervaringcijfers van ons bureau: - gemiddelde bezettingsgraad van het hotel = 80%; - vervoerswijze gasten hotel = 90 % te voet en openbaar vervoer, 10% auto (inclusief taxi); - vervoerswijze werknemers hotel = 80% te voet en openbaar vervoer, 20% auto (inclusief taxi); - verblijfsduur van gemiddeld 1 dag (relatief kort verblijf, in verband met overstap reizigers, tevens worst case). Voor de hotels met 620 kamers bedraagt de verkeersgeneratie voor de gasten: - bezettingsgraad = 80% = 496 kamers bezet op een gemiddelde weekdag; - 10% komt met de auto = 50 'kamers' komen met de auto; - verkeersgeneratie van 4 ritten per kamer (CROW-publicatie 272) = 50 * 4 = 200 ritten per dag. Voor de werknemers van het hotel wordt voor de verkeersgeneratie uitgegaan van: - 1 arbeidsplaats per 10 kamers; in totaal dus 62 arbeidsplaatsen - 20% komt met auto = 13 arbeidsplaatsen; - 1 Arbeidsplaats genereert 2 verkeersbewegingen = 13 * 2 = 26 ritten. In totaal genereren de gasten en de werknemers op een gemiddelde weekdag 200 + 26 = 226 ritten per etmaal. Op basis van de NIBM-tool (www.infomil.nl) komt naar voren dat bij een toevoeging van 226 ritten ten allertijde sprake is van een project dat niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Congrescentrum In het bestemmingsplan wordt ook een congrescentrum van 5.000 m 2 mogelijk gemaakt. Voor een congrescentrum geldt een CROW parkeernorm van 3 parkeerplaatsen per 100 m 2 (op basis van stedelijk gebied). Voor 5.000 m 2 betekent dit 50 * 3 = 150 ritten heen en 150 ritten terug. In totaal bedraagt de verkeersgeneratie 300 ritten per gemiddelde weekdag. Op basis van de NIBM-tool (www.infomil.nl) komt naar voren dat bij een toevoeging van 300 ritten te allen tijde sprake is van een project dat niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Ook bij optelling van de ritten van het hotel en het congrescentrum voldoen de projecten ruimschoots aan de benaming Niet In Betekenende Mate.
Pagina 8 Daarnaast worden langs de Kruisweg geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt die leiden tot een toename van het aantal verkeersbewegingen en dus tot verslechtering van de luchtkwaliteit. 3.2 Concentraties luchtverontreiniging Voor het bestemmingsplan wordt dus een beroep gedaan op het NSL. Uit het NSL is af te leiden wat de gevolgen zijn op de luchtverontreiniging na gereedkomen van alle ruimtelijke projecten en na uitvoering van alle maatregelen. Voor het bestemmingsplan zijn op een aantal locaties de concentraties uit het NSL in tabel 3.2 weergegeven. Daarbij is zowel aandacht besteed aan de jaren waarin de grenswaarden van kracht zijn (voor fijn stof 2011, voor stikstofdioxide 2015) alsmede het eindjaar van het bestemmingsplan (2020). 2011 2020 2015 2020 weg jaargemiddelde concentratie PM 10 jaargemiddelde concentratie NO 2 Rijksweg A4 (t.h.v. afslag Schiphol centrum) 24,3 µg/m 3 21,8 µg/m 3 24,8 µg/m 3 22,9 µg/m 3 Rijksweg A9 (t.h.v. Schiphol-noord) 26,9 µg/m 3 23,3 µg/m 3 30,1 µg/m 3 23,3 µg/m 3 Fokkerweg (t.h.v. Ten Pol) 24,6 µg/m 3 22,6 µg/m 3 27,8 µg/m 3 22,3 µg/m 3 Schipholweg (t.h.v. Elzenhof) 25,9 µg/m 3 23,4 µg/m 3 30,4 µg/m 3 23,7 µg/m 3 Tabel 3.2: Resultaten PM 10 en NO 2 uit het NSL (Bron: www.nsl-monitoring.nl) Uit het NSL blijkt dat de luchtkwaliteit op de locaties met de hoogste concentraties in 2011 en 2015 ruimschoots voldoen aan de normen van de Wet luchtkwaliteit. Ook in het eindjaar 2020 wordt ruimschoots voldaan aan de normen. De concentraties PM 10 worden in het NSL weergegeven exclusief zeezoutcorrectie welke in de gemeente Haarlemmermeer 6 µg/m 3 bedraagt. Op basis van de jaargemiddelde concentratie PM 10 exclusief zeezout correctie kan het aantal dagen overschrijding van de grenswaarde van de 24-uursgemiddelde concentratie worden afgeleid. De hierbij behorende norm van 35 dagen wordt niet overschreden als de jaargemiddelde concentratie niet hoger is dan 32,6 µg/m 3.
Pagina 9 4 Conclusies Voor het bestemmingsplan Schiphol wordt, voor zover het luchtkwaliteit betreft en projecten van Schiphol die door het Bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt, een beroep gedaan op artikel 5.16 lid 1 onder d van de Wet milieubeheer. Het bestemmingsplan is opgenomen in het in dit artikel bedoelde programma: het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. Uit de resultaten van het NSL blijkt dat in 2011 (voor PM 10 ), 2015 (voor NO 2 ) en 2020 (eindbeeld) de luchtkwaliteit ruimschoots voldoet aan de Europese normen.