Voormalig taboe-onderwerp nu prominent in verkiezingpsprogramma s? Afschaffing van de hypotheekrenteaftrek! Wat zijn de inkomensgevolgen? Op woensdag 9 juni vinden de Tweede Kamerverkiezingen plaats. De ambtelijke werkgroepen die aan het werk zijn gezet om de mogelijke overheidsbezuinigingen in kaart te brengen zullen ondanks de demissionaire status van kabinet-balkenende toch hun rapportages publiceren. De bedoeling is dat de politieke partijen deze vervolgens kunnen meenemen in hun verkiezingsprogramma s. Het beperken of afschaffen van de hypotheekrente-aftrek is één van de thema s waar reikhalzend naar wordt uitgekeken. Zo is de kans groot dat een voorheen taboe-onderwerp in de komende verkiezingscampagne wordt gepromoveerd tot prominent issue. Maar wat zijn de gevolgen van de aanpak van de hypotheekrente-aftrek voor de huizenbezitter? Hieronder is een aantal scenario s uitgewerkt wat afschaffen van hypotheekrente-aftrek betekent voor een gezin met 40.000,-- en een gezin met 75.000,- inkomen. Voorbeeld 1 Hans en Annemarie wonen met hun twee kinderen in een ruime tussenwoning. De woning is gefinancierd met een spaarhypotheek met Nationale Hypotheek Garantie. De hypotheek is groot 180.000,-- en als volgt opgebouwd: - spaarhypotheek 100.000,-- rente 10 jaar vast 5,0% - aflossingsvrije hypotheek 80.000,-- rente 10 jaar vast 5,0% - spaarinleg 125,-- per maand - levensverzekering 24,-- per maand voor een dekking 120.000,-- op 2 levens - WOZ 225.000,-- Annemarie verdient 40.000,-- per jaar. Hans zorgt voor de kinderen en het huishouden. Huidige situatie Wat blijft er netto besteedbaar over na betaling van de woonlast: Bruto inkomen 40.000,-- Ingehouden belastingen rekeninghoudend met heffingskortingen 11.800,-- - rente 180.000,-- a 5% 9.000,-- - spaarinleg 125,-- x 12 1.500,-- - levensverzekering 24,-- x 12 288,-- totale bruto last 10.788,-- (rente eigenwoningforfait 0,55% x WOZ waarde) x 42% ( 9.000,-- - 1.237,50) x 42% 3.260,25 Netto besteedbaar inkomen na woonlast 20.672,25 Per maand netto besteedbaar inkomen na woonlast 20.672,25 : 12 1.722,69 Wat gebeurt er met het netto besteedbaar inkomen als de hypotheekrenteaftrek wordt afgeschaft? Het netto besteedbaar inkomen na woonlast daalt dan van 1.722,69 naar 1.451,03. Dat is een koopkrachtdaling van 15,8%. Als daarnaast de woning en de hypotheek verhuizen naar BOX III dan daalt het netto besteedbaar inkomen na woonlast van 1.722,69 naar 1.406,03. Een koopkrachtdaling van 18,4%* * de vrijstellingen in BOX III zijn buiten beschouwing gelaten. Het hierboven geschetste scenario is het worst-case scenario. In het geval van Hans en Annemarie is deze daling onaanvaardbaar. Zij kunnen een daling van het netto besteedbaar inkomen na woonlast van 271,--of 316,66 per maand niet opvangen.
De fiscalisten geven verder een aantal mogelijkheden hoe de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek kan worden gecompenseerd zodat het besteedbaar inkomen na woonlast niet te veel terugvalt! Mogelijkheid 1 Afschaffing van de hypotheekrenteaftrek, woning in BOX III met een vrijstelling voor de eigen woning van 200.000,--. In dit geval wordt de laatste verlaging weer teniet gedaan en bedraagt het netto besteedbaar inkomen na woonlast 1.451,03. De gevolgen zijn nog steeds voor veel huizenbezitters onaanvaardbaar hoog. Deze maatregel heeft ook nog gevolgen voor huizenbezitters die nu geen hypotheek hebben en als gevolg van de Wet Hillen nu geen belasting betalen over hun woning. Als de woning verhuist van BOX I naar BOX III gaan deze huizenbezitters weer gewoon belasting betalen over hun woning: 1,2% over de waarde van de woning minus vrijstelling. Mogelijkheid 2 Een afbouw van de hypotheekrenteaftrek in 30 jaar. Dit betekent dat het netto besteedbaar inkomen langzaam daalt van 1.722,69 naar 1.451,03 in 30 jaar. In deze situatie kunnen huizenbezitters langzaam wennen aan de nieuwe situatie. Deze mogelijkheid is met name bij verhuizingen, scheidingen en nieuwe samenwoners zeer onoverzichtelijk. Mogelijkheid 3 De hypotheekrenteaftrek koppelen aan het percentage in BOX III: 30% Bij deze mogelijkheid wordt de hypotheekrenteaftrek voor iedereen gelijk. Of je nu veel of weinig verdient, iedereen krijgt over het saldo van de hypotheekrenteaftrek en eigen woning forfait 30% retour. De hoogste inkomens hebben het grootste nadeel. In het geval van Hans en Annemarie wordt de verlaging van het netto besteedbaar inkomen gedempt. Concreet wordt dan hun netto besteedbaar inkomen na woonlast 1.645,06. Een daling van 4,5%. Bij de hogere inkomens zal de daling veel forser uitvallen. Bij deze aanpassing is geopperd om de overdrachtsbelasting af te schaffen hetgeen de doorstroming op de woningmarkt zal bevorderen. Daarnaast wordt hier gesproken om bovennormale rendementen bij verkoop te belasten. Probleem hierbij is dat dit vatbaar is voor veel discussie: wat is een bovennormaal rendement? Mogelijkheid 4 Het oprekken van de belastingschijven en de hoogste schijf verlagen naar 45%. Concreet betekent dit dat de lagere inkomens nauwelijks worden gecompenseerd. Voor Hans en Annemarie betekent dit geen enkele compensatie. Dus volledige terugval naar een netto besteedbaar inkomen na woonlast van 1.451,03. Voor de hogere inkomens levert de oprekking van de belastingschijven en verlaging van de hoogste belastingschijf wel voordeel op. Mogelijkheid 5 De hypotheekrente afschaffen en een vlaktaks (belasting plus premie volksverzekeringen) invoeren van 36%. Concreet voor Hans en Annemarie: Bruto inkomen 40.000,-- Ingehouden belastingen rekeninghoudend met heffingskortingen 10.900,-- - rente 180.000,-- a 5% 9.000,-- - spaarinleg 125,-- x 12 1.500,-- - levensverzekering 24,-- x 12 288,-- totale bruto last 10.788,--
(rente eigenwoningforfait 0,55% x WOZ waarde) x 42% ( 9.000,-- - 1.237,50) x 42% nvt Netto besteedbaar na woonlast 18.312,-- Per maand netto besteedbaar inkomen na woonlast 18.312,-- : 12 1.526,-- Daling netto besteedbaar inkomen na woonlast 11,4% Bij een vlaktaks van 36% zijn de lagere inkomens niet geholpen. Bij een vlaktaks van 30% is de uitkomst voor Hans en Annemarie neutraal. Een vlaktaks werkt met name voor de hogere inkomens positief. Mogelijkheid 6 De hypotheekrenteaftrek afschaffen met een vereenvoudiging van het schijvenstelsel (een vlaktaks met een supertarief). Deze mogelijkheid werkt hetzelfde uit als bij mogelijkheid 5 met dien verstande dat er voor de hogere inkomens (bijvoorbeeld boven de Balkenendenorm ) een tarief wordt gehanteerd van 55 a 60%. Voorbeeld 2 Johan en Marijke wonen met hun drie kinderen in een ruime twee-onder-een-kap woning. De woning is gefinancierd met spaarhypotheek. De hypotheek is groot 350.000,-- en alsvolgt opgebouwd: - spaarhypotheek 225.000,-- rente 10 jaar vast 5,0% - aflossingsvrije hypotheek 125.000,-- rente 10 jaar vast 5,0% - spaarinleg 275,-- per maand - levensverzekering 48,-- per maand voor een dekking 225.000,-- op 2 levens - WOZ 400.000,-- Johan is advocaat in loondienst en verdient 75.000,- per jaar. Marijke is thuis en zorgt voor de kinderen en het huishouden Huidige situatie Wat blijft er netto besteedbaar over na betaling van de woonlast: Bruto inkomen 75.000,-- Ingehouden belastingen rekeninghoudend met heffingskortingen 28.514,-- - rente 350.000,-- a 5% 17.500,-- - spaarinleg 275,-- x 12 3.300,-- - levensverzekering 48,-- x 12 576,-- Totale bruto last 21.376,-- (rente eigenwoningforfait 0,55% x WOZ waarde) x 52% ( 17.500,-- - 2.200,--) x 52% 7.956,-- Netto besteedbaar inkomen na woonlast 33.066,-- Per maand netto besteedbaar inkomen na woonlast 33.066,-- : 12 2.755,50 Wat gebeurt er met het netto besteedbaar inkomen als de hypotheekrenteaftrek wordt afgeschaft? Het netto besteedbaar inkomen na woonlast daalt dan van 2.755,50 naar 2.092,50. Een
koopkrachtdaling van 24,1%.Als daarnaast de woning en de hypotheek verhuizen naar BOX III dan daalt het netto besteedbaar inkomen na woonlast van 2.755,50 naar 2.042,50. Een koopkrachtdaling van 25,9%* * de vrijstellingen in BOX III zijn buiten beschouwing gelaten. Het hierboven geschetste scenario is het worst-case scenario. In het geval van Johan en Marijke is deze daling onaanvaardbaar. Zij kunnen een daling van het netto besteedbaar inkomen na woonlast van 663,-- of 713,-- per maand niet opvangen. Als de hierboven vermelde mogelijkheden worden doorgerekend bij voorbeeld 2 dan komen daar de volgende uitkomsten uit: Mogelijkheid 1 Afschaffing van de hypotheekrenteaftrek, woning in BOX III met een vrijstelling voor de eigen woning van 200.000,--. Netto besteedbaar inkomen na woonlast 2.092,50 Mogelijkheid 2 Een afbouw van de hypotheekrenteaftrek in 30 jaar. Dit betekent dat het netto besteedbaar inkomen langzaam daalt van 2.755,50 naar 2.092,50 in 30 jaar. De opmerkingen die bij voorbeeld 1 zijn genoemd blijven van kracht. Mogelijkheid 3 De hypotheekrenteaftrek koppelen aan het percentage in BOX III: 30% Netto besteedbaar inkomen na woonlast wordt dan 2.475,00. Een daling van 10,2%. Duidelijk wordt hier dat dit scenario voor de lagere inkomens meevalt. De hogere inkomens worden hier veel forser getroffen. Mogelijkheid 4 Het oprekken van de belastingschijven en de hoogste schijf verlagen naar 45%. De exacte berekening is hier niet te maken omdat niet duidelijk is hoe de schijven worden opgerekt. In zijn algemeenheid zou men kunnen zeggen dat dit scenario voor de hogere inkomens niet nadelig hoeft uit te pakken omdat een fors deel van hun inkomen lager wordt belast. In een aantal gevallen zou het zelfs voordelig kunnen uitpakken. Mogelijkheid 5 De hypotheekrente afschaffen en een vlaktaks (belasting plus premie volksverzekeringen) invoeren van 36%. Concreet voor Johan en Marijke: Bruto inkomen 75.000,-- Ingehouden belastingen rekeninghoudend met heffingskortingen 23.513,-- - rente 350.000,-- a 5% 17.500,-- - spaarinleg 275,-- x 12 3.300,-- - levensverzekering 48,-- x 12 576,-- totale bruto last 21.376,-- (rente eigenwoningforfait 0,55% x WOZ waarde) x 52% ( 17.500,-- - 2.200,--) x 52% nvt Netto besteedbaar inkomen na woonlast 30.111,-- Per maand netto besteedbaar inkomen na woonlast 30.111,-- : 12 2.509,25 Daling netto besteedbaar inkomen na woonlast 8,9% Zoals bij voorbeeld 1 al aangegeven is een vlaktaks vooral voor de hogere inkomens minder nadelig Bij de allerhoogste inkomens zou zelfs een voordeel kunnen ontstaan..
Mogelijkheid 6 De hypotheekrenteaftrek afschaffen met een vereenvoudiging van het schijvenstelsel (een vlaktaks met een supertarief). De uitwerking wijkt hier niet af, net zo als bij voorbeeld 1. Conclusie: De uitkomsten zijn schrikbarend. Het geeft aan dat met de grootst mogelijke zorgvuldigheid moet worden omgegaan met de beperking of afschaffing van de hypotheekrenteaftrek. Waar in de voorstellen van de fiscalisten nog weinig aandacht aan is besteed, is de bevordering van hypotheekaflossingen! Hoe kan de overheid stimuleren dat huizenbezitters hun schuld aflossen? Vanuit de overheid gezien is natuurlijk elke besparing meegenomen. Maar tornen aan de hypotheekrenteaftrek zal onrust veroorzaken bij huizenbezitters en potentiële huizenkopers. G.J.A. Jacobs FFP lid kennisgroep Financieren Vereniging FFP, de beroepsorganisatie van gecertificeerd financieel planners. Dit artikel is een gezamenlijke productie van de FFP- kennisgroep Belastingen en kennisgroep Financieren