Beleidsdocument intimiteit en seksualiteit



Vergelijkbare documenten
Toelichting voorbeeld gedragscode

Persoonlijk Plan Aandachtspunten omgangsvormen, verzorging, lichaamsbeleving, weerbaarheid relaties en seksualiteit

Grondhouding voor bejegening

Veiligheid van kinderen preventie seksueel misbruik

Doelen relationele vorming

Seksuele Vorming en weerbaarheid

Relaties en seksualiteit

Lessen en leerdoelen Kriebels in je buik

Doelenlijst Relationele Vorming in de Basisschool in combinatie met de IK-zinnen

BELEIDSVISIE SEKSUALITEIT HOMEVIL. Inleiding

Ouderavond lijf & relaties

PREVENTIEF BELEID GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG ZV DE GELENBERG

Seksuele vorming en seksuele ontwikkeling van kinderen. Marianne Cense (Rutgers WPF) & Jos Poelman (Soa Aids Nederland)

Of niet? Dat moet kunnen! Houding, afspraken en grenzen op het gebied van seksualiteit, relaties en lichaamsbeleving van cliënten

Thema's per klas die aangeboden worden in de methode:

Let s talk about sex Eerste hulp bij seksuele voorlichting

Beleid ASVB Ongewenst gedrag

1. De (bege)leider zorgt voor een omgeving en een sfeer waarbinnen het (jeugd)lid zich veilig en gerespecteerd voelt;

HOOFDSTUK 7. GEDRAGSREGELS

Gedragsregels begeleiders. Concretisering beleid aangaande veiligheid en (sexuele) intimidatie

Beleidsnotitie intimiteit en seksualiteit. - Gedragscode medewerkers. - Richtlijn Omgangsvormen SGL. - Huisregels WBC en AC. - Agressiebeleidsplan

Visie relaties en seksualiteit in het PVT Salto. Stelenseweg 19 B-2440 Geel. tel +32-(0) fax +32-(0)

Beleid ter voorkoming van Ongewenst of Grensoverschrijdend Gedrag AV Spurt 88 Hardenberg

Seksuele dienstverlening voor mensen met een bijzondere kwetsbaarheid

Aanmeldformulier vrijwilligers

Volleybal - Vereniging TAURUS

Iedereen die sport moet dit kunnen doen in een veilige omgeving.

Protocol gewenst gedrag welpen. Scouting Jutters Willemsoord Den Helder

Versie: 1.0. Gedragscode medewerkers

Vertrouwenspersoon op Koninklijke UD

Beleidsdocument ongewenst gedrag jegens jongeren

Omgangsvormen en omgangsregels

Casus Seksuele handelingen als zorgvraag: directe aanpassing beroepscode?

Workshop Orion Event 14 maart 2018

Beleid omtrent gedrag HBV-Vianen Vooruit (uitgeklede versie)

IN VEILIGE HANDEN. IVN-afdeling Vecht en Plassengebied

Privacy & Veiligheid voorop!

PDF created with pdffactory Pro trial version

Seksuele gezondheid bij adolescenten

Veilig Jeugdwerk 25 november Geranda Arina Toon Frank Linda

Gedragscode FloreoKids. Versie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Seksualiteit en seksuele ontwikkeling

Seksualiteit en ASS. Presentatie symposium pleegzorg 19 juni presentatie symposium pleegzorg

Seksuele vorming: gave (op-)gave

MEE Utrecht, Gooi & Vecht. Autisme Spectrum Stoornis (ASS)

Voorbeeld meldprotocol. Preventie Seksueel Misbruik Vrijwillig Jeugdwerk

Reglement ongewenste omgangsvormen

Gedragscode medewerkers en cliënten

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde

IVN-landelijk heeft een notitie opgesteld In Veilige Handen met betrekking tot het voorkómen van seksueel misbruik en ander ongewenst gedrag.

Week van de Lentekriebels

Gedragsregels ter preventie van seksuele intimidatie in de sport

Gedragscode voor ambtsdragers en kerkelijke werkers in de Nederlands Gereformeerde Kerken.

SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG in en om de school. Oka Storms Ben Serkei

Seksuele intimidatie in de sport

Integer en vindingrijk dat ben ik. Gedragscode voor medewerkers, stagiaires en vrijwilligers van Zozijn

Alle kinderen mogen zich in onze vereniging veilig voelen, zodat ze zich optimaal kunnen ontwikkelen.

doen gedragsregels van PSW

Ouderbijeenkomst Week van de Lentekriebels

IEMAND VAN JE FAMILIE

GEDRAGSREGELS en Omgangsregels

Lichaamstaal en sekspraat. Leonora van der Beek en Esther Keller

Meldprotocol. Hospice en verblijfhuis Plattelandshoés. 1. Wat is seksueel misbruik? Wat zegt de wet? Definitie

GEDRAGSCODE VOOR BEGELEIDERS BIJ S.V. OEVERZWALUWEN

De schade die seksueel misbruik aanricht, is groot.

Workshop Seksuele opvoeding een gave (op) gave

Gedragscode Stichting Rumi

GEDRAGSCODE (vrijwillige) medewerkers Veel grenzen in het contact tussen (vrijwillige) medewerkers en minderjarige of verstandelijk beperkte

In de les praten over relaties en seksualiteit. Hoe maak je het makkelijk en leuk!

Waar gaan we het over hebben?

BIJLAGE 3 DE LEERPLANNEN EN RELATIONELE EN

De omgangsregels worden niet ondertekend, maar gelden als algemene huisregels van de organisatie voor zowel gasten, vrijwilligers als medewerkers.

Ouderbijeenkomst Basisschool Eerschot Week van de Lentekriebels

PAGINA BESTEMD VOOR DE INTERVIEWER. Interviewernummer : INTCODE. Module INTIMITEIT. (bij de vragenlijst volwassene lente 2002)

TOT HIER EN NIET VERDER! OVER ONGEWENSTE OMGANGSVORMEN OP HET WERK EN WAT JE ER TEGEN KUNT DOEN DE KLACHTENREGELING VAN WSD (VEREENVOUDIGDE VERSIE)

Volleybal - Vereniging TAURUS

INLEIDING Wat verstaan we onder ongewenst gedrag en seksueel misbruik?

Meldprotocol voor vrijwilligers van Dorpsraad Wijbosch

Gedragscode Stichting Wijken voor Welzijn

SVHA GEDRAGSREGELS V1.4 DEFINITIEF, 13 OKTOBER 2016

SVHA GEDRAGSREGELS V1.5 DEFINITIEF, 9 FEBRUARI 2017

THEMA RELATIES EN SEKSUALITEIT Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

Veiligheidsbeleid. Stichting Sinterklaas Kindercomité Breda. Najaar 2017

Protocol Vertrouwenscommissie RC Zwolle 2016

Werkblad Seksuele Diversiteit. KaartjesspeL voorkant

Protocol Ongewenst Gedrag. Richtlijnen bij ongewenst gedrag binnen Badmintonvereniging Conquesto

Preventiebeleid SMHC laatste aanpassing 14 september 2015

Heeft u kennis genomen van het artikel 'GGD moet stoppen met seksvragen aan 13-jarigen' in het algemeen Dagblad van 18 februari 2014?

Over een relatie met een (ex-)zorgvrager. Aanvulling bij Omgaan met aspecten van seksualiteit tijdens de beroepsuitoefening

GEDRAGSREGELS TRAINERS EN BEGELEIDERS VAN TURNERS BIJ TENSOR TURNEN WEERT


inhoud Inhoudsopgave Literatuur Trefwoorden register

Intimiteit, seksuele ontwikkeling en beleving bij kinderen (0-18 jr) met een (chronische) aandoening

Handboek Veiligheid Veilig sporten in een veilige omgeving

Transcriptie:

Beleidsdocument intimiteit en seksualiteit Dit document beschrijft de wijze waarop Cavent ondersteuning wil bieden om op een veilige en natuurlijke manier hun seksuele identiteit te ontwikkelen. Het doel is dat cliënten elkaar en zichzelf op een respectvolle manier bejegenen en de wereld tegemoet treden met kennis toegespitst op hun individuele belevingsniveau. RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 1

Datum vaststelling : 2013-05-01 Eigenaar : Orthopedagoog Vastgesteld door : MT Datum aanpassing aan : 12-02-2015 Visie op intimiteit en seksualiteit Behoefte aan intimiteit en seksualiteit wordt beschouwd als een fundamentele levensbehoefte en een universeel recht van alle mensen, dus ook mensen met een (verstandelijke) beperking. Voor Cavent is ondersteuning op dit gebied dan ook vanzelfsprekend. Hierbij staat bij de beleving van intimiteit en seksualiteit veiligheid, wederkerigheid en gelijkwaardigheid centraal. Deze ondersteuning bestaat uit actief voorlichten van onze cliënten over intimiteit en seksualiteit, begeleiding bieden bij het vormen van hun seksuele identiteit. Daarmee draagt Cavent bij aan een zo gezond mogelijke seksuele ontwikkeling van onze cliënten. Cavent is zich bewust van de verhoogde kwetsbaarheid van onze doelgroep. Juist door deze kwetsbaarheid is gerichte aandacht voor intimiteit en seksualiteit van groot belang. Met als doel preventief te kunnen werken en de veiligheid van de cliënt zoveel mogelijk te kunnen waarborgen. Cavent is van mening dat de deskundigheid en de professionele houding van onze medewerkers ten opzichte van intimiteit en seksualiteit bij mensen met een (verstandelijke) beperking ook inhoudt dat zij dit thema in het perspectief van de sociaal/maatschappelijke achtergrond en geloofsovertuiging van de cliënt kunnen bezien. Hierbij blijft het uitgangspunt van Cavent dat iedereen recht heeft op intimiteit en seksualiteit. Ontkenning van dit recht is voor Cavent niet acceptabel. Cavent schept voorwaarden voor een veilig en open klimaat rondom intimiteit en seksualiteit door de deskundigheid van medewerkers te bevorderen en door het opstellen van een helder beleidsdocument en daaruit voortvloeiende richtlijnen en protocollen. Nadere uitwerking visie In dit deel van het document wordt een nadere uitwerking van de visie van Cavent op het onderwerp intimiteit en seksualiteit gegeven. Cavent wil helderheid bieden aan cliënten, belangenbehartigers en medewerkers over het omgaan met intimiteit en seksualiteit in haar zorg- en dienstverlening. Het is om verschillende redenen noodzakelijk dat binnen Cavent beleid wordt ontwikkeld over hoe om te gaan met vraagstukken op het gebied van intimiteit en seksualiteit: 1) Omdat Cavent als aanbieder van zorg als uitgangspunt heeft dat ieder mens recht heeft om de eigen lichamelijkheid, intimiteit en seksualiteit positief te beleven. 2) Omdat Cavent als aanbieder van zorg preventief wil werken en de veiligheid van cliënten zoveel mogelijk wil waarborgen. De afhankelijkheidsrelatie van cliënten tot anderen en de beïnvloedbaarheid zorgt voor een verhoogde kwetsbaarheid. 3) Omdat Cavent aan ouders en belangenbehartigers helder wil communiceren over dit onderwerp. 4) Omdat Cavent medewerkers goed wil toerusten op het begeleiden van vraagstukken rondom intimiteit en seksualiteit vanuit een heldere visie. RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 2

Het onderwerp intimiteit en seksualiteit is zeer breed. Er is veel informatie beschikbaar over verschillende aspecten van dit onderwerp al dan niet in relatie tot mensen met een handicap. In dit document wordt verwezen naar relevante informatiebronnen waaronder websites. En er wordt verwezen naar specifieke richtlijnen en protocollen die binnen Cavent over dit onderwerp beschikbaar zijn of in de nabije toekomst worden ontwikkeld. Cavent streeft met dit document naar uitwerking van de visie van de organisatie om zo een praktische handreiking voor de medewerkers te bieden en ouders/belangenbehartigers de helpende hand toe te reiken in de voorlichting en begeleiding van hun familielid als het gaat over intimiteit en seksualiteit. Het onderwerp intimiteit en seksualiteit bij mensen met een verstandelijke handicap staat de laatste tijd hoog op de agenda. Dat heeft onder meer te maken met de erkenning van intimiteit en seksualiteit als onlosmakelijk deel van het leven. En daarom ook in het leven van iemand met een handicap. Daarnaast is er het afgelopen jaar in de media veel aandacht uitgegaan naar het vóórkomen van seksueel misbruik binnen de zorg en specifiek de verstandelijk gehandicaptensector. Waaruit (opnieuw) naar voren is gekomen dat de doelgroep door individuele en omgevingsfactoren zeer kwetsbaar is voor misbruik. Dit alles maakt dat Cavent het thema seksualiteit en intimiteit als prioriteit op de agenda heeft geplaatst en komende periode in het teken staat van (verdere) implementatie van beleid in de praktijk. Cavent hanteert de domeinen van kwaliteit van bestaan van Schalock als kader voor de visie op intimiteit en seksualiteit. Deze domeinen worden met name gebruikt op cliënt niveau, waarmee het dient als hulpmiddel voor het opstellen van een passend ondersteuningsplan. Per domein kan aan de hand van vragen tevens worden nagegaan in hoeverre Cavent in de visie en ondersteuning tegemoet komt aan de kwaliteit van bestaan van onze cliënten (zie bijlage 1: voorbeelden van vragen die voortkomen uit de domeinen van kwaliteit van bestaan van Schalock). In onderstaand beleidsdocument is de uitwerking van deze domeinen verwerkt binnen de thema s die aan de orde worden gesteld. Thema s die Cavent belangrijk vindt wanneer we het hebben over intimiteit en seksualiteit bij mensen met een verstandelijke beperking. Verder worden aandachtspunten en richtlijnen voor het handelen geformuleerd. In de praktijk worden vertegenwoordigers en begeleiders vaak geconfronteerd met dilemma s rondom seksualiteit of ontdekken zij dat er behoefte is aan meer inhoudelijke informatie of het standpunt van de organisatie waar zij voor werken of waar hun familielid woont. Dit document kan in de toekomst met nieuwe vragen en dilemma s worden uitgebreid, al naar gelang die zich aandienen. Voor inhoudelijke advisering en ondersteuning of bij (ethische) dilemma s rondom het thema intimiteit en seksualiteit kunnen de orthopedagogen van Cavent worden geraadpleegd en betrokken. RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 3

De volgende onderwerpen komen aan bod: 1. Het begrip intimiteit en het begrip seksualiteit 2. Seksuele ontwikkeling in relatie tot een verstandelijke beperking 3. Seksuele voorlichting en seksuele vorming 4. Seksualiteit en relaties 5. Seksuele identiteitsontwikkeling 6. Omgaan met kinderwens (apart beleidsdocument) 1. Het begrip intimiteit en het begrip seksualiteit Het afbakenen van de begrippen intimiteit en seksualiteit is niet zo gemakkelijk. Intimiteit heeft betrekking op dat deel van iemands persoonlijke levenssfeer, wat hij uitsluitend voor zichzelf wil houden of eventueel exclusief wil delen met diegene met wie hij zeer vertrouwelijke omgang heeft. Intimiteit wordt daarom ook vaak in een adem genoemd met privacy. Intimiteit is een breder begrip dan seksualiteit en heeft niet altijd met seksuele omgang te maken. Denk bijvoorbeeld aan de intieme band die ouders met hun kinderen hebben. Waarbij het gaat om warmte en geborgenheid. Of aan de intieme relatie tussen twee hartsvrienden. Bij seksualiteit gaat het om alle menselijke omgang en handelingen waarin tot uitdrukking komt dat mensen van het ene of het andere geslacht zijn, dat zij man of vrouw zijn. De World Health Organisation (WHO, 2002) hanteert de volgende definitie: seksualiteit is een centraal aspect van het mens-zijn gedurende het gehele leven en omvat geslacht, genderidentiteiten en rollen, seksuele geaardheid, erotiek, plezier, intimiteit en voortplanting. Seksualiteit wordt ervaren en uitgedrukt in gedachten, fantasieën, verlangens, overtuigingen, houdingen, waarden, gedragingen, praktijken, rollen en relaties. Hoewel seksualiteit al deze dimensies kan omvatten, worden niet alle dimensies altijd ervaren of uitgedrukt. Seksualiteit wordt beïnvloed door de interactie van biologische, psychologische, sociale, economische, politieke, culturele, ethische, juridische, historische, en religieuze en spirituele factoren. Wanneer in het beleidsdocument gesproken wordt van intimiteit dan wordt hier intimiteit op het seksuele vlak bedoeld. Dat is ook de reden dat intimiteit en seksualiteit in dit beleidsdocument aan elkaar gekoppeld zijn. 2. Seksuele ontwikkeling in relatie tot een verstandelijke beperking Ieder mens maakt een seksuele ontwikkeling door, ongeacht of iemand wel of geen beperking heeft op verstandelijk of fysiek vlak. Het is onjuist om te denken dat mensen met een verstandelijke beperking ook beperkt zijn in hun seksuele gevoelens. Een beperking kan echter wel van invloed zijn op het verloop van de seksuele ontwikkeling en/ of beleving, bijvoorbeeld door: ontoegankelijkheid van informatiebronnen en dus verminderde beschikbare kennis, een negatief zelfbeeld, de invloed van medicatie of de aard van de beperking (lichamelijk, zintuiglijk, verstandelijk). RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 4

Belangrijk is of de beperking bij de geboorte aanwezig is of dat deze op latere leeftijd is verworven. In de eerste situatie zal de seksuele ontwikkeling worden geïntegreerd in de totale persoonlijkheidsontwikkeling. In de tweede situatie zal er een knik plaatsvinden in de ontwikkeling van de persoon, wat tevens invloed heeft op de seksualiteitsbeleving; dit kan tot problemen kan leiden voor de persoon zelf en/ of zijn omgeving. In de puberteit verloopt de fysieke seksuele ontwikkeling bij de meeste jongens met een verstandelijke beperking min of meer normaal. Bij meisjes met een verstandelijke beperking bestaan onderling vaak grote verschillen wat betreft het begin van de puberteit, vruchtbaarheid en de menopauze. Hieronder een paar voorbeelden waarbij de seksuele ontwikkeling anders verloopt: -Syndroom van Down: Jongens/mannen zijn onvruchtbaar. Meisjes/vrouwen komen eerder in de puberteit en hebben hun menopauze vaak rond het 40 e jaar. -Autisme spectrum stoornis: Vertraagde lichamelijke ontwikkeling waardoor de puberteit vaak pas op 17/18-jarige leeftijd optreedt. -Prader-Willi-syndroom: Bij meisjes komt de menstruatie op relatief late leeftijd (19 jaar) of nooit op gang. Het hebben van seksuele gevoelens is niet gekoppeld aan het ontwikkelingsniveau. Een achterstand in de ontwikkeling heeft wel invloed op de manier waarop seksuele gevoelens worden beleefd en geuit. Het lichaam rijpt zich meestal wel volgens de kalenderleeftijd. Een jongere met een verstandelijke beperking kan volwassen seksuele behoeftes hebben. Maar zijn of haar kennis en emotionele en sociale vaardigheden kunnen onvoldoende zijn ontwikkeld om hier op een gepaste (of maatschappelijk aanvaardbare) manier mee om te gaan. Er worden 3 niveaus onderscheiden, waarop iemand zich ontwikkelt: het verstandelijke/cognitieve niveau, het emotionele niveau en het sociale niveau. 1. Het verstandelijke of cognitieve niveau Dit is van invloed op wat iemand kan begrijpen en aan vaardigheden kan ontwikkelen. Bijv. wat begrijpt iemand op het gebied van seksualiteit? Kent hij de (biologische) verschillen tussen man en vrouw? 2. Het emotionele niveau Dit heeft te maken met gevoel, beleving en gemoedstoestand. Hoe beleeft iemand zichzelf, de ander, vriendschap, aanraking en seksualiteit? Het heeft ook te maken met draagkracht, met wat je aankan. 3. Het sociale niveau Dit uit zich in gedrag naar zichzelf en naar de ander. Hoe gaat iemand om met seksualiteit ten opzichte van zichzelf en anderen? Kan iemand omgaan met gevoelens en grenzen van de ander? Bij het sociale niveau is vaker sprake van aangeleerd gedrag. RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 5

Bij veel mensen met een verstandelijke beperking blijven de sociale en vooral de emotionele ontwikkeling achter bij de cognitieve en lichamelijke ontwikkeling. Dan is er een groot verschil tussen wat iemand kan en aankan. Zo kan iemand in staat zijn om met een ander te vrijen, maar heeft hij door een emotionele achterstand in de ontwikkeling weinig zicht op wat zijn gedrag bij de ander oproept. Dit maakt iemand kwetsbaar om grensoverschrijdend gedrag mee te maken of grensoverschrijdend te zijn. Voor een volledig overzicht van de seksualiteitsontwikkeling bij mensen met een verstandelijke beperking: zie bijlage 2. 3. Seksuele voorlichting en seksuele vorming Seksuele voorlichting verwijst naar overdracht van feitelijke kennis. Zo kun je voorlichting geven over: -voortplanting -anticonceptie -SOA -puberteit -ovulatie/menstruatie -verliefdheid/ gevoelens Seksuele vorming is breder dan seksuele voorlichting. Seksuele vorming speelt zich op drie terreinen tegelijk af, namelijk: -informatieoverdracht -meningsvorming -aanleren van vaardigheden Seksuele vorming is erop gericht mensen te ondersteunen bij de ontwikkeling tot een persoon die: -respect heeft voor zichzelf, het eigen lichaam en anderen -zich bewust is van eigen normen en waarden en die van de ander -onderbouwde beslissingen kan nemen op het gebied van seksualiteit Seksuele vorming is een onderdeel van de seksuele opvoeding. Overal krijgen mensen informatie (thuis, van ouders, vrienden, in de media). En overal kom je verschillende opvattingen tegen over het lichaam, liefde, relaties en seks. De betekenissen die men geeft aan seksualiteit en de manier waarop men deze verwerkt, hebben invloed op het eigen seksuele leven. Veel mensen met een beperking hebben weinig kennis van het eigen lichaam omdat zij niet of onvoldoende geïnformeerd zijn over seksualiteit. Redenen hiervan kunnen zijn dat ouders ervan uitgaan dat hun kind het toch niet begrijpt, dat hun kind geen seksuele gevoelens heeft, of dat ze bang zijn om slapende honden wakker te maken. Dat kan tot gevolg hebben dat zij een vertekend beeld hebben ontwikkeld van het eigen lichaam. Of dat er onzekerheid over het eigen lichaamsbeeld ontstaat. Seksuele voorlichting is dan gewenst. Het is RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 6

belangrijk dat seksuele voorlichting en vorming aansluit bij het ontwikkelings- en kennisniveau van iemand. Belangrijke aanvulling hierop is dat met name de categorie van mensen met een licht verstandelijke beperking, vatbaar is voor verkeerde en ongewenste seksuele voorlichting. Want hoewel ze niet geassocieerd willen worden met gehandicapten en geneigd zijn hun beperkingen te ontkennen, missen ze vaak het inzicht en vermogen om informatie over seksualiteit die via verschillende media op hen afkomt, in het juiste perspectief te plaatsen. Aandacht voor seksuele voorlichting en vorming begint direct bij de start van de zorgverlening door Cavent; al binnen een intake wordt dit thema bespreekbaar gemaakt en wordt navraag gedaan of een cliënt seksuele voorlichting heeft gehad en zo ja, op welke wijze. Voor sommige clienten wordt dit als confronterend en soms zelfs gênant ervaren, bijvoorbeeld wanneer ouders van een client aanwezig zijn bij de intake. Dan kan de keuze gemaakt worden hier tijdens de intake verder niet op in te gaan, maar wordt wel aangegeven dat intimiteit en seksualiteit binnen Cavent een bespreekbaar en vanzelfsprekend onderdeel vormt van het ondersteuningsplan en dus terug zal komen wanneer iemand in zorg komt. Medewerkers vinden het vaak moeilijk om open over seksualiteit en intimiteit te praten. Dat is begrijpelijk, vooral ook omdat de beleving hiervan subjectief is en afhankelijk van eigen traditie, afkomst, opvoeding en de ervaringen met dit onderwerp. Het is belangrijk dat medewerkers zich bewust zijn van eigen normen en waarden op het gebied van seksualiteit. Spreken hierover in teamverband kan heel waardevol zijn, met respect voor overeenkomsten maar vooral ook verschillen in principes en achtergronden (hulpmiddel: In Team spel). Ditzelfde geldt in relatie tot de cliënt: om goed te kunnen aansluiten bij de hulpvraag van de cliënt, hoef je eigen principes niet los te laten, maar dien je wel open te staan voor normen en waarden die een cliënt hanteert ten aanzien van intimiteit en seksualiteit. En deze zoveel als mogelijk te respecteren, tenzij deze grensoverschrijdend zijn of maatschappelijk ontoelaatbaar. Een belangrijk uitgangspunt is dat vragen, behoeften en gevoelens van cliënten op het terrein van seksualiteit en intimiteit als een vanzelfsprekend onderdeel van de ondersteuning worden beschouwd; hiernaar dient in het ondersteuningsplan dan ook altijd aandacht uit te gaan. Verder heeft vroegtijdige signalering en tijdige onderkenning van behoeften en gevoelens op het gebied van seksualiteit een preventieve werking, waarmee (mogelijk) onnodig leed en frustratie bij de cliënt zelf en zijn omgeving voorkomen kan worden. -Seksuele voorlichting cq vorming start bij (het overbrengen van) kennis van het menselijk lichaam; hoe ziet iemand er (naakt) uit, hoe zie jij eruit, wat zijn verschillen tussen mannen en vrouwen; hoe ontwikkelt een jongetje zich tot man en welke veranderingen vinden plaats, idem voor de ontwikkeling van meisje tot vrouw. Hiertoe kan de koffer vrienden en vrijers worden gebruikt, waarin verschillende thema s op het gebied van intimiteit en seksualiteit aan de orde worden gesteld en concreet gemaakt worden aan de hand van visualisatie/ plaatjes. Nadere informatie en advies hierover is verkrijgbaar bij de orthopedagogen op het regiokantoor van Cavent. Zij dienen altijd betrokken te worden, wanneer dit materiaal voor een cliënt wordt aangewend. Vergelijkbare informatie kan worden verkregen op de site www.meerdanliefde.nl ; hier is de informatie in de koffer op gebaseerd. -Verder is het voorafgaand aan het geven van seksuele voorlichting van belang om met de cliënt overeenstemming te bereiken over welke woorden je gebruikt voor geslachts- en voortplantingsorganen. Hierbij is het advies zoveel mogelijk aan te sluiten bij het RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 7

woordgebruik van de cliënt en hierin zo concreet mogelijk zaken te benoemen, om miscommunicatie te voorkomen. -In de voorlichting en vorming dient aangesloten te worden bij het cognitief, maar vooral sociaal emotionele ontwikkelingsniveau en de beleving van de client (zie schema in bijlage 1) Tot slot: goede afstemming met de client en zijn/haar vertegenwoordigers is belangrijk (vooral bij jongere cliënten en wanneer sprake is van wettelijke vertegenwoordiging) om gezamenlijk en in openheid te bespreken wie wat met de client oppakt op het gebied van voorlichting/vorming en hoe je het best kunt aansluiten bij de client en zijn/haar achtergrond. Bij dit punt dienen de wensen van de cliënt in eerste instantie leidend te zijn, tenzij hiertegen gegronde bezwaren gelden. Overige begeleidingsadviezen t.a.v. seksuele voorlichting cq vorming : Hanteren van een open houding, concreet taalgebruik, werken met voorbeelden en visualiseren. Aansluiten bij voorbeelden die zich voordoen in het leven van de client. Een aanleiding gebruiken om het thema bespreekbaar te maken; dit kan een aanleiding zijn die zich (spontaan) voordoet, zoals gebeurtenissen in een tv serie of in het leven van de cliënt zelf; echter, ook een basiskaartbespreking (of het voorbereiden hiervan) kan aanleiding zijn. Verder is bij de orthopedagogen de film/ dvd liefde is overal te leen, waarin mensen met een (verstandelijke) beperking openlijk met elkaar in gesprek gaan over vriendschap, relaties en seksualiteit. Hierin worden concrete voorbeelden en situaties geschetst. 4. Seksualiteit en relaties Seksualiteit binnen een relatie: Cavent hanteert als uitgangspunt dat seksualiteit, in de vorm van vrijen en geslachtsgemeenschap, plaatsvindt binnen een (liefdes)relatie tussen twee mensen. Met de term liefdesrelatie hanteren we een breder begrip dan een huwelijksrelatie, ervan uitgaande dat een relatie gebaseerd kan zijn op liefde, ook wanneer mensen (nog) niet met elkaar getrouwd zijn. Tweede uitgangspunt is dat iedere seksuele relatie gebaseerd moet zijn op 4 principes: vrijwilligheid, wederkerigheid, gelijkwaardigheid en respect. Begeleiders kunnen in de ondersteuning deze principes gebruiken en concretiseren, de wijze waarop is afhankelijk van de situatie van de cliënt. Cavent onderkent dat seksuele contacten ook plaatsvinden tussen mensen, die geen liefdesrelatie met elkaar hebben. Daarbij spelen andere motieven een rol, zoals experimenteren, de eigen lichamelijkheid en die van de ander ontdekken, seksuele lusten. Hoewel deze motieven menselijk zijn en onderdeel (kunnen) uitmaken van een gezonde seksuele ontwikkeling, zal Cavent deze uitingsvorm van de seksualiteitsbehoefte niet aanmoedigen. Wel zal ook in deze situaties seksualiteit en intimiteit een onderwerp van gesprek zijn binnen de begeleiding, om daarin te spreken over motieven en gevoelens, van de cliënt zelf, maar ook wat dit kan betekenen voor de (seksuele) partner. RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 8

Hoe in te gaan op de (uitgesproken) wens van een cliënt om een relatie te hebben? Wanneer een cliënt er blijk van geeft graag een relatie te willen, kunnen hieraan verschillende behoeften ten grondslag liggen. Het is dan belangrijk om in gesprek te gaan over de betekenis van een relatie voor de cliënt zelf en de onderliggende motieven. Er kunnen vragen gesteld worden als: wat doe je met elkaar als je een relatie hebt, wat lijkt je hier leuk aan en zitten er ook minder leuke kanten aan? Zie je mensen in je omgeving met een relatie en hoe kijk je daarnaar, wat vind je daarvan? Heb je iemand in gedachte met wie je een relatie zou willen hebben en hoe ziet dat er dan uit? Zou je dan ook intiem contact met elkaar willen (wat uiteen kan lopen van hand-in-hand lopen, knuffelen, zoenen, aanraken, vrijen, etc.) en hoe ziet dat er dan uit? Hoe begeleid je een cliënt die al een relatie heeft (al dan niet seksueel)? Hierover is geen eenduidige richtlijn te geven, hoe je als begeleider hiermee omgaat hangt af van verschillende factoren waaronder die van de cliënt zelf (cognitief/ sociaal emotioneel niveau, eerdere ervaringen en behoeften) als die vanuit de omgeving (partner, bv heeft partner ook begeleiding; steun vanuit netwerk). Het is moeilijk om met een cliënt te anticiperen op hoe een relatie verloopt, omdat iedere relatie anders is en iedereen andere behoeften heeft. Maar ook omdat veel van onze cliënten vooral in het hier-en-nu denken en leven en zich niet goed kunnen inleven in de situatie, wanneer deze zou veranderen. Begeleiding heeft in deze situatie vooral een signalerende functie, gericht op het welbevinden en de veiligheid van de cliënt. Hierbij is een open houding belangrijk, waarin de begeleider de cliënt ruimte geeft om ervaringen te bespreken en delen, maar de begeleider ook de ruimte voelt om zaken te benoemen, wanneer hij/zij zorgelijke signalen waarneemt, signaleert dat het niet goed gaat met de cliënt en dit ook bespreekbaar kan maken. Seksualiteit zonder relatie: Cavent gaat ervan uit dat ieder mens behoefte heeft aan en recht heeft op intimiteit en seksualiteit, ook mensen met een verstandelijke beperking. Ook mensen zonder (seksuele) partner, kunnen seksualiteit beleven, op verschillende manieren. Hieronder wordt een aantal mogelijkheden beschreven, waarbij wordt aangegeven welke visie Cavent hierop heeft. Vooraf dient te worden opgemerkt dat bij Cavent absoluut niet alles is geoorloofd; zo wordt een aantal (uitings-)vormen niet geaccepteerd: exhibitionisme, pedoseksueel handelen, openlijke masturbatie, prostitutie door cliënten en bestialiteit (seksualiteit gericht op dieren). Wij trekken hier een duidelijke grens. Wanneer hiervan sprake is/lijkt bij een cliënt, heeft een medewerker de plicht dit te melden bij zijn/haar leidinggevende en hierop in overleg passende acties op uit te zetten. Dit kan ertoe leiden dat Cavent de cliënt aanmeldt voor (meer) specialistische hulpverlening en/of behandeling. Masturbatie: Masturbatie, ofwel zelfbevrediging, wordt in eerste instantie beschouwd als een uitingsvorm van de behoefte om de eigen lichamelijkheid te ontdekken en te beleven. Cavent vindt het RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 9

belangrijk om clienten de ruimte te geven om de eigen lichamelijkheid te beleven, de lichamelijke privacy van clienten op dit vlak dient te worden gerespecteerd. Hierbij is het wel goed om inzicht te krijgen in onderliggende motieven en behoeften bij de client. Naast een gezonde behoefte en beleving van seksualiteit kan er namelijk sprake zijn van negatieve factoren die van invloed zijn op het masturbatiegedrag; zo kan een client masturberen uit verveling of frustratie en kan het negeren of niet herkennen van een onderliggende behoefte leiden tot obsessief masturbatiegedrag, wat onwenselijk is en zelfs schadelijke gevolgen kan hebben. Daarnaast masturberen clienten op verschillende manieren, waarbij soms ook hulpmiddelen worden gebruikt, die een client schade kunnen toebrengen. Wanneer wordt vermoed dat een client masturbatiegedrag laat zien dat niet passend is bij een gezonde, positieve seksualiteitsbeleving of wanneer dit risico s voor de gezondheid met zich meebrengt, dient dit onderwerp in multidisciplinair overleg besproken te worden. Waarin aan de orde komt wat onderliggende behoeften zijn achter het gedrag en bij risicovol gedrag, wat alternatieve gedragingen en/of hulpmiddelen kunnen zijn die wel tegemoet komen aan de behoefte, maar niet schadelijk zijn voor de gezondheid van de cliënt. Masturbatiegedrag is alleen toegestaan in privéruimten, zoals de eigen (slaap-) kamer, douche, badkamer. Masturbatie in openbare ruimten, zoals (gemeenschappelijke) woonkamer, keuken en gangen, is absoluut niet toegestaan. Wanneer toch in het openbaar gemasturbeerd wordt, dient dit gedrag direct onderbroken te worden door begeleiding door de client af te leiden of naar een privéruimte te verwijzen. In de jaren 80 van vorige eeuw was de maatschappelijke tendens binnen de zorg om cliënten te ondersteunen en helpen bij alle vragen en beperkingen, ook op seksueel gebied en werden hierin nauwelijks grenzen gesteld. Dit maakte dat soms letterlijk hulp werd geboden bij seksuele handelingen, zoals masturbatie en deze vorm van hulp maatschappelijk gerechtvaardigd was. De huidige tendens legt veel meer de nadruk op de risico s die bovenstaande vrijblijvendheid met zich meebrengt, voor zowel de cliënt zelf als de directe omgeving. Met als uitgangspunt de veiligheid (voor cliënt en medewerker) en het recht op privacy worden binnen de huidige zorgverlening veel duidelijkere en afgebakende kaders geschetst. Zo staat Cavent in geen geval toe dat medewerkers cliënten helpen zichzelf te bevredigen. Hulp bij masturbatie door medewerkers wordt beschouwd als verboden handeling en een grove schending van de wet op privacy en integriteit van de cliënt en daarmee als een vorm van seksueel misbruik. Prostitutie: Sommige cliënten hebben sterk behoefte aan seksueel contact, maar slagen er niet in die behoefte te vervullen. Bij een aantal van hen kan deze behoefte zo groot zijn dat zij de wens uiten gebruik te willen maken van de diensten van een prostituee. Reguliere prostitutie, betaalde seks, voor cliënten wordt door medewerkers van Cavent niet direct aangemoedigd. Dit heeft verschillende redenen: het seksuele contact dat hieruit voortvloeit berust niet op gelijkwaardigheid en wederkerigheid; het risico bestaat dat het seksuele contact de behoefte aan intimiteit en seksualiteit alleen maar versterkt in plaats van bevredigt; het seksueel contact zal mogelijk niet bevredigend zijn, omdat de cliënt meer behoefte heeft aan genegenheid en intimiteit in plaats van of naast seksueel contact. In individuele situaties kan het zijn dat na multidisciplinair overleg, waarin de hulpvraag, het doel en genoemde risico s zijn besproken, toch gekozen wordt voor het inschakelen van RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 10

seksuele dienstverlening. In veel situaties zal geadviseerd worden gebruik te maken van de dienstverlening van de stichting alternatieve relatiebemiddeling (SAR). De SAR rekruteert haar seksuele dienstverleners uit sociale en verplegende beroepen. De nadruk ligt, naast de seksuele dienstverlening, op seksuele voorlichting, leren vrijen, veilig vrijen en het leren kennen van het eigen lichaam en dat van de ander. Het aanbod is daardoor veel breder; tevens wordt tegemoet gekomen aan de principes van gelijkwaardigheid en wederkerigheid en respectvolle bejegening van onze cliënten. Een andere reden dat de reguliere prostitutie niet direct de voorkeur heeft, is dat de nadruk hier vooral ligt op financieel gewin van de prostitué(e). Aangezien onze doelgroep kwetsbaar is en over het algemeen weinig weerbaar, bestaat hier het risico van uitbuiting cq misbruik in het contact. Bovenstaande wil niet zeggen dat Cavent nooit mee zal gaan in de wens van een cliënt tot contact met een reguliere prostituee. Voor een bepaalde groep clienten kan het juist prettig zijn als het seksuele contact beperkt blijft tot enkel bevrediging van de eigen seksuele behoefte, zonder een breder aanbod van seksuele dienstverlening als geboden door de SAR. Dit dient altijd per individuele situatie en in multidisciplinair verband overwogen te worden, met de wens van de cliënt als vertrekpunt in het gesprek. Pornografie Pornografie is een verzamelnaam voor bladen, afbeeldingen, boeken en films met onverhulde seksualiteit die als doel hebben de seksuele lust op te wekken en te bevredigen. Cliënten die door Cavent begeleid worden kunnen en mogen pornografie gebruiken als een mogelijkheid tot behoeftebevrediging. Voorwaarde is dat cliënten pornografie alleen gebruiken in hun privéruimten en het materiaal na gebruik op ruimen, zodat anderen hiermee niet direct (en mogelijk ongewenst) mee geconfronteerd worden. Pornografische bladen of films mogen niet in algemene ruimtes van locaties liggen of worden vertoond. Uiteraard kan het gebruik van pornografisch materiaal wel een begeleidingsaspect zijn, wanneer hieraan behoefte bij de cliënt wordt geconstateerd. Voor sommige cliënten bestaat het risico dat zij pornografie opvatten als realiteit. In dat geval is het aan de persoonlijk begeleider om dit bespreekbaar te maken en het verschil uit te leggen tussen fantasie en realiteit. Om daarmee zoveel mogelijk tegen te gaan dat cliënten een vertekend beeld krijgen van de realiteit met betrekking tot seksualiteit en op basis daarvan bepaalde verwachtingen hebben die niet reëel zijn. Wat betreft kinderporno, gebruik en bezichtigen van kinderporno via verschillende (sociale) media is bij de wet verboden en daarmee een strafbaar feit. Wanneer bij een begeleider vermoedens bestaan dat een cliënt kinderporno bekijkt, dient betreffende begeleider dit direct te melden bij de betrokken teamleider. In multidisciplinair overleg wordt een stappenplan opgezet over hoe te handelen in de specifieke situatie en wie daarin welke verantwoordelijkheid draagt (zie ook: protocol misbruik). De vermoedens van kinderpornogebruik zullen worden onderzocht. Er zal worden gekeken worden naar de cliënt, zijn/haar ontwikkelingsniveau en -behoeften en de noodzaak om (direct) politie in te schakelen. De cliënt en zijn/haar (wettelijk) vertegenwoordigers zullen van de verschillende stappen in het proces op de hoogte worden gehouden en hierbij betrokken, indien dit geen (verdere) schade kan berokkenen aan betrokkenen in de situatie. RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 11

RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 12

Seks, relaties en internet Internet is in toenemende mate een medium voor het aangaan van contacten en het verkennen van de wereld. Ook cliënten benutten internet daarvoor. Gaat het om seksualiteit en integriteit en het bewaken van de persoonlijke levenssfeer, dan zijn daar risico s aan verbonden. Te denken valt aan de kosten van het bezoeken van pornosites, webcamseks en het onderhouden van contacten met personen die uit zijn op misbruik van de cliënt en daartoe een internetdate als opstapje benutten. Regels, die in dit kader gelden voor cliënten die bij ons wonen, worden momenteel ontwikkeld. Op de Lindehoeve draait een proef met internetgebruik door cliënten. Op basis van de bevindingen wordt een protocol opgesteld. In het protocol zal internetgebruik in de privéruimten en in algemene ruimten aan de orde komen. Doet een cliënt via internet een contact op dat hij of zij ook live wil ontmoeten, dan moedigen we aan dat dit zeker de eerste keer binnen de woonlocatie gebeurt, zodat we hierop kunnen toezien. Gebruik van hulpmiddelen Sommige cliënten maken gebruik van hulpmiddelen bij het beleven van seksualiteit en het uitvoeren van seksuele handelingen, bijvoorbeeld vibrators of andere hulpmiddelen die seksueel prikkelend zijn. Ook kan het (praktische) hulpmiddelen betreffen die een cliënt ondersteunen bij het hebben van seksueel contact, zoals een speciaal kussen die iemand met een dwarslaesie helpen in een goede positie te liggen bij geslachtsgemeenschap (zie ook site www.zoenenenzo.nl voor een beschrijving en overzicht van hulpmiddelen). Tegenwoordig zijn hulpmiddelen in (erotische) winkels en via internet volop verkrijgbaar. Cavent respecteert de keuze van cliënten om hulpmiddelen te (willen) gebruiken en kan ondersteuning bieden in het zoeken naar informatie over hulpmiddelen of waar deze (op betrouwbare wijze) verkregen kunnen worden. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het dient te gaan om veilige en goedgekeurde hulpmiddelen, die een specifiek doel hebben gericht op beleving en uitvoering van seksualiteit. Sommige cliënten gebruiken ook hulpmiddelen die voor hen seksueel prikkelend zijn, maar hier niet voor bedoeld zijn, zoals het gebruik van een stofzuiger bij masturbatie. Dit gedrag is risicovol en wordt beschouwd als seksueel afwijkend. In deze situaties zal in multidisciplinair overleg en samen met de client gesproken moeten worden over gezonde alternatieven die tegemoet komen aan de seksuele wensen en behoeften. 5. Seksuele identiteit Met seksuele identiteit wordt bedoeld: de geaardheid waarmee je je identificeert, je seksuele voorkeur. Cavent maakt geen onderscheid tussen mensen (medewerkers/ cliënten) die heteroseksueel, homoseksueel/ lesbisch, biseksueel of transseksueel (het gevoel in een verkeerd lichaam geboren te zijn ) zijn. Iedereen is gelijkwaardig en heeft recht op intimiteit en seksualiteit, of dat nou is met iemand van de andere of van dezelfde sekse. RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 13

Wel dient te worden opgemerkt dat cliënten met een verstandelijke beperking en homoseksuele gevoelens, dit soms ervaren als een dubbel stigma in relatie tot leeftijdgenoten. Het betreft dan veelal jong volwassenen die worstelen met hun identiteit. Medewerkers dienen zich ervan bewust te zijn dat deze groep behoefte heeft aan ondersteuning in het accepteren van zichzelf, hun identiteit en het anders zijn ten opzichte van anderen in hun omgeving. Anders wordt binnen Cavent omgegaan met cliënten met een pedofiele geaardheid: de seksuele aantrekking tot (jongere) kinderen. Cavent staat niet direct afwijzend tegenover cliënten met deze geaardheid, maar hanteert hierbij grote voorzichtigheid gezien de gevolgen die praktiseren van hun wensen en verlangens heeft. Iemand met een pedofiele geaardheid zal echter lang niet altijd overgaan tot praktiseren van verlangens; dan spreekt men van pedoseksualiteit. Ook kan het zijn dat iemand met pedofiele gevoelens, daarnaast ook heteroseksuele gevoelens heeft en seksuele contacten en intimiteiten onderhoudt met (andere) volwassenen. Wanneer begeleiding signaleert dat bij een cliënt (mogelijk) sprake is van pedofiele gedachten en/of gevoelens, is het de verantwoordelijkheid van de persoonlijk begeleider om dit direct in multidisciplinair overleg bespreekbaar te maken en deze actie naar de cliënt te benoemen. Hierbij geldt voor medewerkers een meldplicht, in ieder geval bij de betrokken teamleider en orthopedagoog. Relevante internetsites: www.begrensdeliefde.nl www.zoenenenzo.nl www.meerdanliefde.nl www.seksuelevorming.nl www.rutgersnisso.nl www.edusex.nl www.trimbos.nl www. Vilans.nl Relevante films/dvd s/ overig materiaal: -dvd liefde is overal (bibliotheek regiokantoor) -In Team spel; bespreekbaar maken van seksualiteit aan de hand van stellingen/ thema s -koffer vrienden en vrijers ; hulpmiddel om seksualiteit en beleving met cliënt bespreekbaar te maken en seksuele voorlichting/ vorming te geven RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 14

Bijlagen: -bijlage 1: voorbeelden van vragen die voortkomen uit de domeinen van kwaliteit van bestaan van Schalock -bijlage 2: seksualiteitsontwikkeling bij mensen met een verstandelijke beperking (bron: Carante Groep) -bijlage 3: Gedragscode medewerkers RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 15

Bijlage 1: voorbeelden van vragen die voortkomen uit de domeinen van kwaliteit van bestaan van Schalock 1 Emotioneel welbevinden: a. Hoe zorgt u in uw organisatie ervoor dat cliënten zich veilig voelen in hun omgeving? b. Hoe wordt er aandacht besteed aan mogelijkheden tot intimiteit, integriteit, geluk? c. Hoe realiseert u voor iedereen voldoende bescherming? d. Hoe zorgt u voor veiligheid voor de cliënt zelf en in relatie tot anderen? 2 Fysiek welbevinden: a. Hoe zorgt u voor seksuele gezondheid (denk ook aan voorkomen van SOA); krijgen cliënten gelegenheid seksualiteit op een gezonde manier te ontdekken en beleven? b. Is er in uw organisatie aandacht voor bijwerkingen van gedragsmedicatie, bijvoorbeeld als deze libido-remmend zijn? 3 Materieel welbevinden: a. Hoe kunt u in de fysieke omgeving van cliënten aandacht hebben voor veiligheid en voldoende mogelijkheden voor privacy? 4 Persoonlijke ontwikkeling: a. Hoe wordt in uw organisatie seksuele educatie vorm gegeven? b. Krijgen alle cliënten educatie/ondersteuning? c. Wordt voldoende rekening gehouden met de verschillende vragen van cliënten? d. Is uw organisatie erop gericht dat ook mensen die ernstig verstandelijke beperkingen hebben een seksueel hoogtepunt zouden willen of kunnen beleven? 5. Zelfbepaling: a. Hoe realiseert u in uw organisatie kansen en ruimte voor cliënten om hun seksuele identiteit te ontdekken? b. Hoe begeleidt u cliënten tot voldoende weerbaar te zijn, hoe leert u uw cliënten grenzen aan te geven en nee te zeggen? c. Welke norm hanteert u in uw organisatie op verschillende aspecten van seksualiteit (homoseksualiteit, gebruik voorbehoedsmiddelen, pornofilms, inschakelen van een prostituee)? d. Is er in uw organisatie een visie op kinderwens en ouderschap en een visie op de wijze van opvoeden? e. Wat is u bekend over de normen en waarden van uw medewerkers en wie spreekt hen erop aan als dit niet overeenstemt met de norm van de organisatie? 6. Persoonlijke relaties: a. Welke kansen krijgt iemand om relaties op te bouwen, welk aandacht is er voor het opdoen van contacten? b. Welke kansen zijn er om relaties te hebben, hoe weet u of cliënten misschien toch niet eenzaam zijn? c. Mag iedereen op zijn eigen manier vorm geven aan relaties? Hoe kan men in uw organisatie cliënten ondersteunen seksuele relaties te hebben, die zij zelf kiezen? 7 Sociale inclusie: a. Hoe worden cliënten ondersteund om relaties met anderen aan te gaan, die wederkerig en gelijkwaardig zijn en getuigen van respect van beide kanten? b. Welke kansen worden in uw organisatie gecreëerd om cliënten te laten deelnemen aan de samenleving en daarmee contacten en relaties te leggen? RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 16

8. Rechten: a. Is er bij medewerkers voldoende kennis over wet- en regelgeving op het gebied van seksualiteit en seksueel misbruik? b. Hoe zorgt u ervoor dat de benodigde kennis hierover voor iedereen beschikbaar is? c. Wordt er aandacht besteed aan gelijkwaardigheid in relaties en is er aandacht voor machtsongelijkheid? d. Hoe zorgt uw organisatie ervoor dat seksueel getint gedrag niet vooral aandacht krijgt als afwijkend gedrag, storend gedrag of gedragsprobleem? RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 17

Bijlage 2: seksualiteitsontwikkeling bij mensen met een verstandelijke beperking bron: Carante Groep Dit schema geeft per kalenderleeftijd een overzicht van de lichamelijke ontwikkeling, (seksuele) kennis, emotioneel niveau en sociaal niveau. Voor een goede ondersteuning van de cliënt is het nodig vast te stellen op welk niveau de cliënt op elk van de domeinen functioneert. Voor veel cliënten geldt dat het niveau van functioneren per domein verschilt ( disharmonisch beeld ). Om het functioneren van de cliënt goed in kaart te brengen is hulp van de orthopedagoog noodzakelijk. Hierna kan de ondersteuningsbehoefte in kaart worden gebracht. Vuistregel hierbij is dat het niveau van sociaal en emotioneel functioneren van de cliënt richtinggevend is in de ondersteuningsbehoefte. RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 18

RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 19

RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 20

RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 21

RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 status definitief Pagina 22

Bijlage 3: Gedragscode voor medewerkers in de gehandicaptenzorg inzake seksualiteit en ter voorkoming van seksueel misbruik. Bron: Gedragscode Dichterbij (versie 2008)4. De gedragscode is opgesteld vanuit de visie dat de relatie tussen hulpverlener en cliënt altijd professioneel moet zijn. Grensoverschrijdend gedrag en seksuele contacten met cliënten zijn dan ook ontoelaatbaar. De medewerker is altijd verantwoordelijk in de relatie met cliënten. De relatie met een cliënt is altijd beroepsmatig en mag niet worden verward met een sociale relatie. De medewerker heeft een professionele houding. Dit betekent dat hij een cliënt, collega of derde nooit op een manier bejegent die hem in zijn waardigheid aantast. Daarnaast onthoudt de medewerker zich van discriminerende, kleinerende of (seksueel) intimiderende opmerkingen en gedragingen. Dit geldt tijdens werktijd maar ook daarbuiten tijdens alle activiteiten die door of namens de organisatie worden georganiseerd. De medewerker geeft op een professionele manier inhoud aan de relatie met de cliënt. Dit betekent dat: - Hij de relatie nooit voor zijn eigen voordeel gebruikt en dat hij niet verder in het privéleven en de privésfeer van de cliënt doordringt dan nodig is voor de vastgestelde zorg- en ondersteuningsstaken. - Hij terughoudend is in het aangaan van privé-contacten met cliënten buiten het werk om en van deze contacten melding maakt bij zijn leidinggevende. - Hij geen (im)materiële vergoeding/ beloning van de cliënt aanvaardt of zelf geeft die niet in verhouding staat tot de professionele relatie. De medewerker is zich bewust van de machtsongelijkheid tussen hem en de cliënt. De medewerker hanteert bij troosten, belonen, knuffelen, en dergelijke professionele grenzen en houdt rekening met de leeftijd, niveau, sekse, de specifieke situatie, persoonsgebonden factoren en algemeen geldende maatschappelijke normen. Alle seksuele contacten tussen medewerkers en cliënten zijn ontoelaatbaar. Dit geldt zowel voor strafbare handelingen als voor niet strafbare handelingen. Seksueel contact in een hulpverleningssituatie wordt aangemerkt als een ernstige beroepsfout. De medewerker mag nooit ingaan op seksuele toenaderingspogingen door cliënten. De medewerker mag nooit seksuele toenadering zoeken tot cliënten. Dit omvat onder meer het verbod de cliënt op zodanige manier aan te raken dat deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard ervaren zal worden. Dit is doorgaans het geval bij het doelbewust aanraken van geslachtsdelen billen en borsten. Aanraking van dergelijke lichaamsdelen is alleen geoorloofd in het kader van erkende zorgprocedures, die als zodanig zijn benoemd en goedgekeurd en schriftelijk zijn vastgelegd in de persoonlijke plannen en na expliciete toestemming van de cliënt dan wel diens vertegenwoordiger. Het verlenen van daadwerkelijk seksuele hulp-/dienstverlening (zoals hulp bij zelfbevrediging of het bevredigen van cliënten) is nooit toegestaan. De medewerker zal wanneer er een erotisch/seksueel geladen sfeer ontstaat of zou kunnen ontstaan tussen hem en de cliënt, de desbetreffende taak afbreken en de situatie bespreekbaar maken met de leidinggevende of vertrouwenspersoon. De medewerker heeft de plicht de cliënt te beschermen tegen vormen van ongelijkwaardige behandeling en (seksueel) machtsmisbruik. De medewerker belooft geen zaken geheim te houden wanneer het gaat om feiten die een ernstige bedreiging vormen voor iemands welzijn. Iedere medewerker is verplicht een (vermoeden van) overtreding van de omgangsvormen en gedragscode te melden bij de daarvoor aangewezen personen (vertrouwenspersoon/leidinggevende). In die gevallen waarin de gedragscode niet (direct) voorziet, of bij twijfel over de RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 Pagina 23

toelaatbaarheid van bepaalde gedragingen bij zichzelf of bij anderen dient de medewerker hierover de vertrouwenspersoon en of de leidinggevende te raadplegen. Medewerkers die zelf ongewenst gedrag ervaren kunnen zich voor melding, opvang, begeleiding en eventuele bemiddeling laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. Iedere medewerker is op de hoogte van deze gedragscode en van het beleid omtrent seksueel misbruik. Overtreding van de gedragscode kan leiden tot disciplinaire maatregelen (waaronder ontslag) en/of het inschakelen van politie en justitie, waarna strafrechtelijke vervolging kan plaatsvinden. RI-33 Beleidsdocument Intimiteit en seksualiteit 12-02-2015 Pagina 24